rit
MiJNHARDT's
DE FONDSENMARKT.
Het ideale
tafelzilver
stelling, die de Inlander voor de Europee-
sthe paardenrennen aan den dag legt, waar
bij het ook alweer niet de hippische sport
is, die hem voornamelijk boeit, doch de
daaraan verbonden gelegenheid om te wed
den. En de lezer zal zich wellicht uit mijn
relaas over Oudejaarsviering in Indie her
inneren het enorme vermaak, dat Kromo
schept in het afsteken van vuurwerk. Ik
kan deze beide attracties hier dus stilzwij
gend voorbijgaan. Ook zal ik slechts ter
loops noemen, de In sommige streken zeer
geliefde hanengevechten, de stierengevech
ten, die bijvoorbeeld op Madoera nog ln
zwang zijn, de op Java zoo beminde wa
jang- of wel poppenspelvertooningen, waar
bij de vertooner, de zoogenaamde dalang,
zijn sprookjes vertelt, die van geslacht op
geslacht zijn overgeleverd, de door den
ganschen archipel in zwang zijnde en
overal weer verschillende volksdansen, die
in sommige streken nauw samenhangen met
de religieuze opvattingen en zooals bijvoor
beeld op het eiland Bali ,dan kunnen
overgaan in een extatisch fanatisme, dat
tot in onze oogen afzichtelijke excessen
leidt, zooals het verslinden van levende
dieren, dronknschap, zinsverbijstering e.i
verminking. Laat ik er tersond bijvoegen,
dat deze excessen tot de groote uilzonde
ringen behooren, dank zij de aandacht, die
het Nederlandsch bestuur in den loop der
tijden ook aan deze zaken heeft gewijd. Ik
zal op deze specifiek inlandsche gebruiken
en vermaken en op nog vele andere hier
ongenoemde dus niet verder ingaan, omdat
zij ten nauwste samenhangen met het aan
den gewonen Europeaan voorbijgaande com
plex van het inlandsche leven, dat in het
kader dezer kronieken niet besproken wordt
en waarover een uitgebreide en bijzonder
belangwekkende litteratuur bestaat Ik wil
mij bepalen tot nog eenige uitingen van
inlandsch ontspanningsleven, die aan onze
Westersche maatschappij zijn ontsproten en
het leven van blank en bruin beroeren.
Daar zijn allereerst de Pasar Malem, let-
terlgk avondmarkt, doch in de practgk veel
meer geworden tot avondfeest, tentoonstel-
lingen van gedeeltelijk westelijke doch voor-
namelijk oostersohe producten, waarbij echter
de attracties de hoofdrol spelen. Deze Pasar
Malem wisselen natuurlijk in grootte en
belangrijkheid en ook in attracties, naarmate
de plaate, waar zij gehouden worden, grooter
of kleiner is. Het meest interessant voor don
westerschen toeschouwer zijn die in de groote
steden, zooalg de Pasar Malem te Soerabaja
of de Pasar Gambir op bet Koningsplein
te Weltevreden. Dezulken worden gewoonlijk
gehouden met steun en medewerking van het
gemeentebestuur, dat ook de vereischte ge
bouwen laat neerzetten. In Weltevreden wordt
van deze jaarmarkt al heel veel gebruik
gemaakt. Daar worden de houten gebouwen
elk jaar in een anderen stijl opgetrokken,
nu eens In den vorm van een Madoereesche
pendoppo, dan weer naar Minagkabausohen
trant. Des avonds wordt het geheel dan
bovendien schitterend eleotrisch geïllumi
neerd. Reeds dat zou voldoende zijn om
Kromo met zijn voor- en nazaten uit zijn
kampong te lokken. Maar er is nog veel
meer. Binnen de feestelijk verlichte ruimte
bevinden zich de tallooze „stands", waar
men werkelijk van alles kan bewonderen en
koopen. Daar zijn de producten der wes
tersche industrie: auto's, meubels, gramo-
foons, uurwerken en honderd andere arti
kelen, maar daar zijn vooral ook de inland
sche producten: mand- en vlechtwerk, mattsn
en zonneschermen, snijwerk van ivoor ep
hout, inlandsche doeken in groote verschei
denheid van alle windstreken en dozijnen
andere produoten van inheemsohe hand
werkskunst. Maar daar zijn vooral de attrao-
ties. Daar is da openlucht-bioscoop, daar
zjjn de werptenten, de schietkraraenp de
kalveren met twee koppen of drie pooten,
draaimolens, een tent met lachspiegels en
allee, wat verder bij zulk soort kermis hoort
Men behoeft niet te vragen, hoe de inlander en
zijn fimilia van deze naïeve vermaken ge
niet. Daar zijn ook specifiek inlandscha
attracties, zooals de dansgelegenheid in de
open lucht met bijbehoorende dansmeiden,
in het Maleisch rong" gengs genaamd. Hier
kan Kromo zich voor een poos overgeven
aan zijn geliefkoosd tandakken, dat iets ge
heel anders is dan wat wjj onder dansen
verstaan. Voor den lezer, die dit nimmer
in werkelijkheid of op de film heeft gezien,
zjj medegedeeld, dat de inlander in z'n eentje
danst, dus zonder een vrouwelijke partner
ln zijn armen te klemmen. Het tandakken
geschiedt op de maat van een voor onze
ooren zeer onwelluidende muziek met af
gemeten langzame passen, waarbij de voeten
hoog worden opgetrokken, doch met bliksem
snelle bewegingen volgens bepaalde regels
worden neergezet, terwijl ook het bovenlijf
en de armen en handen meewerken tot het
innemen van allerlei standen, die, mits goed
uitgevoerd, niet onbevallig zijn en in elk
geval een groote lenigheid verraden. Nadat
Kromo zoo een poos in zijn eentje heeft
getandakt, neemt de rong, geng of dansmeid
tegenover hem haar plaats in en maakt,
geheel los van haar partner, eveneeas de
voor haar voorgeschreven figuren en passen.
Zij echter begeleidt haar bewegingen met
een soort van gezang, dat ook alweer voor
ons allesbebelve muzikaal klinkt. Het be
geleidend orkest ót gehurkt op den grond
en het geheele tooneel wordt verlicht door
een paar walmende fakkels.
Daar is nog een zeer groote attractie
op de jaarmarkt, een attractie, die voor den
inlander zóó groot is, dat zjj ook buiten de
jaarmarkt in groote steden haar tenten op
gaslagen houdt. Dat is de Komedie Stambouh
Wjj zouden zeggende inlandsche opera. Deze
heeft zich geheel geïnspireerd aan het wes
tersche instituut van dien naam, maar das
hervormd naar inlandschen smaak.
Stel n voor een ruime teut, een kermis
tent, met een primitief tooneel en een
voetlicht van flakkerende gaspitten. De zit
plaatsen zijn lange houten banken. Daarop
een aandachtig publiek, dat geheel met de
handeling meeleeft en in ademlooze spanning
het gebeuren volgt. Op het tooneel wordt
opgevoerd de opera „Toewan Paus". Zonder
verklaring zult ge tevergeefs gissen naar
de afkomst van dit kunstwerk. Het is niets
andera dan de inlandsche bewerking van
de oude en populaire opera „Faust"! Zooals
bekend, heeft de inlander moeite om de
„f" uit te spreken. Hij maakt daarvan een
„p". „Toewan Paus" beteekent dan ook niets
anders dan „mijnheer Faust". Maar ge zóudt
hem niet herkennen, zooals hjj daar op het
tooneel staat te gebaren. Ge zoudt ook de
bekende muziek tevergeefs willen ontdekken,
noch zelfs de overbekende intrigue vermogen
te puren uit de meer dan zonderlinge tafo-
reelen en het voor ons onbegrijpelijk ge-
krjjsch, dat de inlandsche bewerking tot
resultaat had. Dit is alleen voor inlandsche
oogen, ooren en geduld. Een ander geliefd
repertoire-stuk van de Komedie Stambouf
is ae opera „Toekang Sado Henschel". Dat
beteekent niet anders dan Voerman (lett.
sado-koetsier) HenschelI
RECLAME.
Hoofd pijn-Tab letten 60 ct.
Kiespijn-Tabletten 30 ct.
Laxeer-Tabletten60 ct.
Zenuw-Tabletten. ..75ct.
Maag-Tabletten 75 ct.
864 Bjj Apoth. en Drogisten
De Rijksminister voor economische zaken,
Cur ua, heeft in de begrootingscommissie van
den Rjjksdag een uiteenzetting gegeven van
den economischen toestand van Duitschland.
Spr. wees er op, dat de Duitsche conjunctuur
afhankelijk is van de koopkracht en aan de
andere zjjde van de verzorging met kapitaal.
Wat de koopkracht betreit, voorzag de mi-
mstei weinig gevaar, daar bjjna 2 millioon
werkloozen weer in het economisch proces
zjjn opgenomen en de loonen zjjn gestegen.
De prijsbeweging toont slechts een lang
zame stijging. Ook de vraag naar Duitsche
goederen neemt in het buitenland toe.
Grooter gevaren brengt het vraagstuk van
da voorziening mat kapitaal in zich. Daar
de Duitsche kapitaalmarkt te kort sohiet,
is het noodzakelijk, dat Duitschland minstens
de huidige hoeveelheid buiteniandsch crediet
behoudt.
Alle belanghebbende partijen dienen er
echter ten scherpste voor te waken, dat
het vertrouwen in geen geval gesobokt wordt
daar een vertrouwenscrisis de ernstigste ge
volgen zoowel voor de credietverleening op
korten ais op langen termijn ten gevolge
zon hebben. Tot October heeft Duitschland
R.M. 3.6 milliard aan crediet op korten
termjjn en R.M. 3.95 millioen aan crediet
op langen termijn opgenomen, van welk
laatste bedrag ongeveer R.M. 2 milliard van
particuliere zijde is geleend.
Wanneer men bedenkt, dat het e.gen ver
mogen van de Duitsche industrie R.M. 34.2
milliara bedraagt, zal men moeten toegeven,
dat een buitenlandsche schold van R.M. 2
milliard voor het geheeie Duitsche econo
mische leven betrekkelijk gering is. Evenals
bjj de particuliere leeningen is ook de zeker
hedd van de door openbare lichamen opge
nomen leeningen boven allen twijfel verheven
daar achter deze de opbrengst van alle Duit
sche Rijksbelastingen staat.
De Duitsche buitenlandsche oredieten heb
ben over het algemeen een productieve be
steding gevonden. Daar steeds op het gevaar
van de credieten op korten termijn gewezen
wordt, moest dr. Curtius er op wijzen, dat
ook op dit gebied een geheel normale ont
wikkeling plaats heeft, indien men deze niet
door een zelfveroorzaakte crisis in gevaar
brengt.
Het passief saldo van de handelsbalans
is een gevolg van de beweging van het
kapitaal en drukt slechts uit, dat Duitsch
land gedwongen is om op groote schaal
credieten in het buitenland op te nemen.
Aan de hand van cijfermateriaal toonde
de minister aan, dat de ontwikkeling van
de handelsbalans absoluut niet zoo alarmeo
rend is, als deze meestal wordt voorgesteld,
21 October 28 October
Londen 12.103/4 12.091/8
Berlijn 49.34 59.301/2
Parijs 9.75 3/4 9.75
Brussel (Belga's) 81.69 34.59
New-York 2.48 9/16 2.48 3/8
Hoewel op het einde dar vorige berichta-
periode de markt3temming iets scheen te
willen verbeteren, vermoedelijk doordat de
geldmarkt iets ruimer leek en geld 5 41/2
pet. aangeboden bleef, is de nieuwe week
toch weder in ongeanimeerde stemming in
gezet. Nergens viel er eenige kooplust waar
te nemen, noch op de belegging:-.markt, noch
op die der aandeelen. Gelukkig was ook
hot aanbod niet groot, maar niettemin was
het overwegend, zoodat over de geheele beurs
weder een reageerende beweging viel waar
te nemen. De opnieuw vastere geldmarkt,
de onzekere stemming, waarin Wallstree'
was afgekomen en dergelijke meer, droegen
tot deze ongeanimeerde houding bjj.
Daarnaast is als diepere oorzaak te memö-
reeren het internationale karakter, dat zoo-
weKonze geldmarkt als onze fondsenmarkt
in den laatsten tijd heeft aangenomen.
Ook in vele buitenlandsche centra, met
naruo in Duitschland, is schaarschte van geld.
Deze schaarschte is nu vrij plotseling ont
staan met, als gevolg, hoogo geldkoersen,
dalende prijzen van obligaties en van aan
deelen. Laatstgenoemde hebben zich aan de
reactie niet kunnen onttrekken, omdat de
koersen reeds lang buiten verhouding tot
het rendement waren opgedreven en de ver
schillen tusschen dit rendement en de op
brengst van geld in de open markt te groot
waren geworden. Deze toestand aan de Duit
sche beurzen heeft een onmiddellijken terug
slag op den onze tot gevolg gehad, hetgeen
niet verwonderlijk is, gezien de enge ban
den, welke sinds jaren tusschen beide landen
in financieel opzicht bestaan. De invloed is
eohter versterkt, doordat aan onze beurs
in den laatsten tijd Duitsche groepen in
het groot schijnen te hebben geopereerd.
Het arbeidsveld werd in de eerste plaats
in kunstzijde gevonden, vervolgens in H.A.V„
Philips en verder in tal van papieren met
een ruime markt.
Het is dan ook niet onwaarschijnlijk, dat
de bedoelde groepen, die haar aankoopen
reeds sedert eenigen tijd hebben gestaakt,
tot wellicht gedeeltelijke realisatie
overgaan, waardoor de invloed van gebeur
tenissen in het buitenland ten onzent sterker
worden geaccentueerd.
Nochtans viel er in het midden dezer be-
richtsperiode een tijdelijke verbetering waar
te nemen. Verschillende voorwaarden wa
ren hiervoor aanwezig. In de eerste plaats
zond New-York meerendeels belangrijk
hoogere koersen, 0. a. voor Steels, niettegen
staande de minder bevredigende resultaten
over het derde kwartaal. Bovendien werd de
geldsiluatie algemeen beter beoordeeld, naar
aanleiding van den Weekstaat der Neder-
landsche Bank.
Immers de cijfers van dezen weekstaat
maakten een goeden indruk en onder deze
omstandigheden bleken baissiers geneigd om
tol dekking over te gaan, terwijl de specula
tie weer hier en daar een stukje durfde op
nemen.
De gunstige uitwerking van de disconto-
verhooging kwam in den jongsten weekstaat
der Nederlandsche Bank tot uitdrukking.
De positie der wisselmarkt werd er gunstig
door beïnvloed, zoodat de pondenkoers een
vrij belangrijke verbetering te zien heelt ge
geven. Niet alleen kwam daardoor de aigiite
van buitenlandsche wissels en saldi tot
staan, doch bovendien was onze centrale
bank in slaat over te gaan tot een verster
king zoowel van de buitenlandsche wissel-
portefeuille als diverse rekeningen.
In totaal vond een stijging plaats van
f25 millioen, waarvan 16 milüoen komt
voor rekening der buitenlandsche wissel
portefeuille en f 19 millioen voor de diverse
rekeningen. Hierdoor is nagenoeg weder
het totaal niveau bereikt van Juni 1927,
waaruit blijkt, dat het niet op de eerste
plaats de positie der Nederlandsche Bank
ten opzichte van het buitenland was,
welke een disconto-verhooging noodzakelijk
maakte.
Van grooten invloed ls de discontopoll-
tiek geweest op de positie der geldmarkt. In
korten tijd heelt de geldrente, zoowel als het
particulier disconto zich aan het hoogere
officieele niveau aangepast. D« prolongatie-
noteering is zelfs daarboven tot pet. ge
stegen.
Na de vaste houding, waarvan de markt
tijdelijk blijk gaf, viel de «temming gedu
rende de tweede helft dezer berichtsperiode
in zooverre tegen, dat er over het algemeen
een groote mate van terughouding bij het
publiek bestaat. Dit leidde er toe, dat de
omzetten meerendeels van beperkten om
vang waren. Maar desondanks kon men den
ondertoon van de markt toch niet gedruxt
noemen.
Vooral bleek er hier en daar «enige steun
te worden verleend, zoodat de koersen eenige
neiging lot herstel toonden.
De koersontwikkeling was echter onregel-
maLig. Zoo bestond er b.v. voor kunstzijde-
aandeelen een tamelijk gunstige stemming,
waarbij Enka zich eenigszins konden ver-
betlen.
Ook rubberaandeelen legden in verband
met de gunstige markt voor het artikel een
tamelijk vaste stemming aan den dag.
De recente ontwikkeling in verband met
de rubberreslrictie, samen met de mede-
deeling, dat de wekelijksche voorraadcijfers
een vermindering aantoonen van 856 ton,
hebben de rubbermarkt te Londen weer
wat moer vertrouwen ingeboezemd. Er dient
de aandacht op gevestigd te worden, dat de
vermindering in den voorraad echter niet
het gevolg is van eenige verhooging in de
afleveringen, welke practisch gesproken de
zelfde zijn gebleven als in de voorafgaande
week. Deze vermindering moet worden toe
geschreven aan de zeer geringe hoeveelheid,
welke aangevoerd is, namelijk slechte
984 ton.
Zooals reeds opgemerkt, was het koers
verloop ter beurze over het algemeen al
zeer onregelmatig. Dit werd het best en
treffendst in de aideelingen der cultuur
waarden gedemonstreerd. Vooral het hooid-
fonds der euikerwaaiden nJ. H. V. ,A. was
aan groote koersschommelingen onderhevig.
Na een reactie van tientallen procenten
vond een belangrijk herstel, plaats met ver
dere up and downs van minderen omvang.
De gang van zaken in de verschillende cul
tuurwaarden bleef vanzelf niet zonder in
vloed op de aandeelen der bij de Indische
cultures betrokken banken.
Tabakken fluctueerden evenzeer belang
rijk zij het ook in mindere mate. In Rubber
waarden ging het evenzoo met dit verschil,
dat de gunstige perspectieven een remmen-
dea invloed uiloefenden. De handel echter
als zoodanig had over het geheel genomen
niel zoo heel veel te beteekenen. Trouwens
dit laatste geldt niet alleen voor deze ru
briek, doch evenzeer voor de overige soor
ten.
Oliewaarden hadden een kalme markt.
Koninklijke waren echter aan den vasten
kant.
Scheepvaartaandeelen aangeboden en al
gemeen zwakker.
Beleggingsfondsen stil en weinig geani
meerd.
Amerik. shares eenigszins onregelmatig.
Wabash-shares waren iets lager, daarente-
-—3
RECLAME.
fm ËVfil 39
Bi] aanschaffing belangrijkgoed-
k00per. ln het gebruik evenveel
voldoening als massief zilver.
'n Menschenleeftijd
garantie 1
Vraagt onze brochure
Standaard-cassettes H
Wl
gen waren Betlehem Steels vast, evanaii
ook North Americans en Fick Rubbers.
De emissiemarkt toonde in de jongst*
dagen eenige belangrijke mislukkingen
welke zelfs aanleiding gaven tot commen
taar in de buitenlandsche pers.
Zoo b.v. in de Frankfurter Zeitung ln
welk blad Duitsche belanghebbenden krin
gen onder bet oog wordt gebracht de onguni
stige verwachtingen, die men moet koeste
ren ten aanzien van toekomstige emissies,
wanneer men deze althans in de naaste toe
komst i£ Nederland zou willen onderne
men.
Deze opvatting steunt op twee gronden
en wel ten eerste op het zeker moeilijk te
bestrijden feit, dat het Nederlandsche pu-
bliek op het oogenblik met buitenlandsche
leeningen „overbought" is en ten tweede
hierop, dat er tusschen de verschillende
Nederlandsche bankinstellingen al zeer
weinig samenwerking schijnt te bestaan,
Anders toch zou het niet mogelijk zijn ge
weest, dat binnen enkele dagen hier op de
markt voor een nominaal bedrag van bijna
f 50 millioen aan leeningen werd aangebo
den, die bijna alle een mislukking zijn ge
weest.
Geld op prol. 5 pet.
Part. disconto 41/«.
21 Oct. 29 OctJ
6 pCt. Nederland 1922
105%
10414
5 pCt Nederland 1918
4'/> pCt Nederland 1916
101H
100*
99*
99
4pCt Oost-lndi8 '926a/b
97»/,,
97 H
Amstrrdamsche Bank
177
176*
Koloniale Bank
278*
274(4
Cert- Ned. Handel-Mij.
174
17044
Holt. Kunstzijde
143*
142*
Ned Kunstzijde
381*
383
Maekubee
112
113,J
Jurgens pew aand
241*
234*
Philips Gloeilampen
508*
492
Redjang Lebong
140*
Singkep Tin
445
450
Geconsolideerde Petroleum
215
Kon. Petroleum
345*
345*
Amsterdam Rubber
289
291
FTessa RubbeT
420
422*
Holland-Amerika-Lljn
83*
82
N'ederl Sehpepvnnrl ffnie
196*
195
Sloomv Mij. Nederland
201*
192*
Cultuur-Mij Vor«t»nLinden
179*
178
Handelsvpr. Amriprdnm
82114
799
Arendchurg Tabak Mij.
660
655
Rp|i Mij.
471
463
SpTiPmhnb Tabahc-Mij
483*
481
Cert. Union'Pacific
186
186
shillings. Anders heb ik niets te eten, tot
Maandag tot mr. Carstone terug is."
„Niets te eten?
Bedelaars op straat hoort men dit ook wel
eens zeggen, maar gewoonlijk slaat men
niet zoo veel geloof aan hun uitingen. Wat
ror. Langhorne zei, was waar, daar viel niet
aan te twijfelen.
Elsie deed haar beurs open. Die bevatte
twee sovereigns en een paar shillingen.
„Neem dit alles!" drong ze, „het goud
tenminste. Laat mij dan het zilver.
Hij draalde:
„Alles, vroeg hij. „Alles? Kunt u dat
missen? Want ik kan het u nooit terug be
talen."
„U moet het alles nemen!" herhaalde ze,
gebiedend.
Hij gehoorzaamde, nam het goud uit de
beurs met trillende vingers. Toen nam hij
den hoed af en Elsie wist niet, of het van
ouderdom was, dat zijn oogen zoo dof leken,
of van opwellende tranen. Hij zei niets
meer en ging langzaam naar beneden, zich
aan de trapleuning vasthoudend, zóó zwak
was hij van den honger.
Elsie ging weer zitten.
Het was half zeven, drie uur had ze dus
gewacht, toen andere voetstappen het huis
binnenkwamen. Elsie sprong op. Ze werd
bleek en het hart klopte haar onstuimig,
want ze wist, dat als dit nu waarlijk de man
was, dien zij verwachtte, zij dan tegenover
iemand zou komen te staan, dien zwaar
vergrijp had gepleegd en waarschijnlijk nog
in 9taat was tot laagheid, ook in andere
opzichten.
De stappen kwamen steeds naderbij en
Elsie wist, dat zij een groot gevaar tege
moet ging.
Zij moest zich aan de leuning vasthou
den want.... vóór haar stond mr.
Dering zelveen hij was het die den
sleutel van de kamers van Edmund Gray
uit den zak haalde.
Ja, een oude heer was het dus, met een
vriendelijk gezicht, de geïdealiseerde mr.
Dering van het portret.
Ze staarde hem aan met een verbazing,
die haar beroofde van alle vermogen om
zich te bewegen of te spreken.
Mr. Dering keek haar aan.
Hij scheen haar in het minst niet te
kennen en schonk haar ook al niet meer
aandacht dan aan iemand, die hij soms toe
vallig op straat zou ontmoeten.
Hij was op het punt de kamers binnen
te gaan, toen zij in zóó verre weer bekwam
dat ze vroeg:
„Kunt u mij ook zeggen hoe ik mr. Ed
mund Gray zou kunnen vinden."
„Zeker," antwoordde hij met een glim
lach. „Niets makkelijker dan dit, ik ben
Edmund Gray."
„U?Is u Edmund Gray0 neen,
u kunt zelve niet Edmund Gray zijn. Heel
haar prachtige theorie van hypnotischen in
vloed werd daardoor immers met één slag
te niet gedaan.
„Zeker. Natuurlijk. Waarom zou iemand
zichzelve niet zijn?"
„O, ik begrijp 't niet, lk begrijp er niets
van. Ik hield u althans voor een ander."
Hij lachte goedmoedig.
„Ja, waarlijk? Ik ben toch geen ander,
dan Edmund Gray."
„Ik vroeg het, omdat ik meende, dat ik
een gelijkenis waarnam met een anderen
persoon. Is u wel eens meer gezegd, dat u
zooveel op een ander lijkt?"
jjNeen. Gelijkenissen zijn ook maar .ver
bazend oppervlakkig. Geen twee schepselen
zijn gelijk. We zijn eenig, ieder heeft z'n
eigen leven in de groote Kosmos, geheel
ongelijk aan dat van ieder ander schepsel.
Ik ben Edmund Gray. Niet dikwijls ont
vang ik bezoek van jongedames op deze
kamers. En mag ik nu nog eens vragen,
hoe ik u ook helpen kan? Maar komt u
binnen en gaat u zitten."
„0, 't is wonderlijkI" riep ze. „Verwon
derlijk 1" Toen hield ze zich weer ln en
vroeg enkel:
„Is u dezelfde Edmund Gray, die pas
dien brief in de „Times" heeft geschreven?"
„Zeker. Ik geloof niet, dat er nog een
persoon van dien naam is op de Inn. Heeft
u dien brief gelezen?"
„Ja, o ja."
„En ie u hier gekomen, om mij over dien
brief te spreken?"
„Ja, juist." Tit was een goede verklaring
voor haar bezoek vond ze. „Ik kwam in de
hoop, den schrijver van den brief thuis te
vinden."
Hij hield de deur van de zitkamer open.
„Wilt u dan hier maar binnengaan? We
kunnen heel rustig praten. Zaterdags op
dit uur is er bijna niemand in de Inn." Hij
sloot de buitendeur en volgde zijn bezoek
ster in het vertrek.
„Mag* ik eerst deze brieven openmaken?"
Elsie keek eens om zich heen. Ze bevond
zich in een ruim, met eikenhout beschoten
vertrek, met twee vensiers. die op het plein
uitkeken. Er stond een flinke schrijftafel,
met laden, een klein tafeltje tusschen de
ramen; een paar gewone stoelen, een mak
kelijke stoel en een rustbank, benevens een
groote boekenkast met boeken over socia
lisme, zooals George al had gezegd. Een
deur gaf toegang op een kleinere kamer,
en daar achter was zeker nog een slaap
kamertje. Een eenvoudig karpet lag op den
vloer. Boven den hoogen, ouderwetschen
schoorsteenmantel hingen een paar portret
ten van socialistische voorgangers.
Had er niet overal zooveel stof gelegen,
dan was de kamer zeer netjes geweest.
Mr. Edmund Gray maakte een half-dozijn
brieven open, die op tafel lagen, en keek
ze in. Er lagen er nog heel wat, die hij
maar ongeopend liet.
,,Ze zijn alle van menschen, die mijn
brief gelezen hebben,"- zei hij. „Ze deelen
met mij het geloof in de nieuwe mensch-
heid."
Elsie stond op. Ze wist nu, welke gedrags
lijn ze volgen zou.
„U is een meester, e-en leider, een predi
ker, een profeet.1"
„Juist. Dit had ik niet zelf durven zeg
gen. Maar het is zool"
„Niemand kan het in twijfel trekken, die
den brief gelezen heeft. Wees mijn mees
ter ook!
„Uw meester óók? Ik kon niets liever
wenschen!"
„Mijn vader en mijn meester 1" bevestigde
zij nog eens.
„Ja, ja."
Hij reikte haar de hand en die vatte zij
in haar beide zachte handen en boog er het
hoofdje over.
„Ik ben tot u gekomen, enkel om u te
danken voor uw edele en edelmoedige woor
den, die mij nieuwe kracht hebben ge
schonken. En nu ik eenmaal mijn dank heb
uitgesproken, wilde ik u óók nog een gunst
vragen.
„En die i9?"
„U wilt mija meester zijn?".... H .wilt i
mij onderrichten? Laat ik dan mijnerzijds
u mogen ontheffen van dit werk. Ze legde
haar hand op den stapel brieven. „Laat ik
deze voor u mogen beantwoorden. Laat ik
uw particulier secretaresse mogen wezen.
Ik heb niets te doen. Laat ik dan niet alleen
uw leerlinge zijn, maar laat ik voor u mogen
werken!"
Haar stem klonk den ouden man all
muziek in de ooren
Het was tien uur eer Elsie thuis kwam.
Maar zelfs haar verloofde en haar broer
wilde ze niet zeggen, waar ze geweest was,
of hoe ze den avond had doorgebracht.,
HOOFDSTUK XXII,
En zoo was Elsie secretaresse ran Ed
mund Gray. Hij zette haar zijn leerstellin
gen uiteen, bracht haar in aanraking met
zijn discipline.
Het was over tienen op een Zondag
avond, dat Elsie thuiskwam. Athelstan en
George zaten op haar te wachten.
„Al weer die geheime afspraak?" vroeg
George. „Mogen we er al iets van weten,
Elsie?"
„Nu vanavond niell" antwoordde zij, met
een hoofd-schudden.
..Goed dan, kindje! Je ziet ér ook moe
uit."
„Ik ben moe en ik zou vanavond liever
niet praten. Ik ga maar dadelijk naar miin
eigen kamer. Hebben jullie beiden nog een
paar dagen geduld. Geloof mij, alles g£^t
goed. De eenige redon, waarom ik je niet
kan vertellen, wat ik gedaan heb. is dat
het zoo vreemd, zoo wonderlijk is, dat dc
het yoor mijzelve nog niet onder woorden
heb kunnen brengen. De hoeveelste is bet
vandaag? De eerste Augustus al?".
(Wordt vervolgdh
2i