68,,b Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 27 October 1927 Derde Blad No. 20742 TWEEDE KAMER. DE VLIEGTOCHT HOLLAND-INDIÉ EN TERUG. |f| RADIO-PROGRAMMA Nogmaals: de intepellatie De Vissei De doodstraf motie ingetrokken Rechter en volksvertegenwoordiging. (Zitting van gisteren). De VOORZITTER stelt voor Vrijdag avond om 8 uur te vergaderen. Aldus wordt besloten. De VOORZITTER stelt verder voor mor gen bij d.en aanvang der vergadering o.a. aan de orde te stellen de eindstemming over het wetsontwerp tot wijziging der vet betreffende het reservepersoneel der landmacht over 1905. Aldus wordt besloten. Voortgezet wordt de behandeling der interpellatie van den heer L. L. H. de Visser betreffende de vervolging, de ver oordeeling en de massa^interneering van communisten in Indië. Daarbij zijn tevens aan de orde de mo- ties-Cramer en -Kleerekoper, resp. betref fende een onderzoek naar de redenen der interneeringen en betreffende afschaffing van de doodstraf. De heer DE VISSER (C.P.) zet zijn re pliek voort. Spr. ontkent, dat de onlusten, communistisch maakwerk zijn en betoogt, dat zij gevolg zijn van koloniaal wanbe heer der Nederlandsche regeering, die daartoe is aangewezen goot het kapitaal. Hij bestrijdt de meening van den Minis ter, dat de bevolking onverschillig zou ziin ten opzichte van de straffen. Spr. heeft eenige brieven ontvangen, waaruit hem is gebleken, dat er wel degelijk in de bevolking sympathie is met de ballingen. Men durft die sympathie evenwel niet open lijk te uiten. Spr. komt op tegen de toe passing van exorbitante rechten; men. houdt ballingen gevangen tot hun opzen ding, noemt ddt geen straf, doch een admi nistratieven maatregel, die evenwel het gevolg beeft, dat de betrokkenen 6oms tien maanden in de pot gestopt worden De Minister wil geen onderzoek, geen amnestie. Ga zoo voort Excellentie!, roept 6pr. uit. Ga zoo voort; trap en sla de opstandelingen, duw ze weg, hang ze op de revolutionnairen. Dan smeult de wraak en groeit de haat. Hetgeen hier is gebeurd zal zich herhalen ondeT de breede volks massa's van Ned.-Indië. Men heeft over Rusland gesproken.Maar, herinnerende aan de woorden van Multatuli (van wien men eveneens zeide, dat hij niet deugde): ,,het komt er niet op aan of Multatuli een 6choft, een ploert, een schooier is, maar de Javaan wordt uitgebuit, gemarteld en geknecht", herinnerende aan die woorden wenschte spr. te zeggen: het komt er niet op aan of Rusland niet deugt, maaT de bevolking van Indonesië wordt onderdrukt. De heer Van Rijckevorsel heeft gezegd, dat spr. moet kijken naar hetgeen de op standelingen gedaan hebben. Maar men moet niet kijken naar de resultaten, doch naar de bron van het kwaad, naar de schuldigen. En één dier schuldigen zit daar achter de tafel. Wat spr. wil is de legale strijd van klas- Sekracht tegen klassekracht, maar de heer- schende klasse wil dien strijd niet, waar door zij zou worden weggevaagd. Als de arbeiders hun strijd voeren, dan komt het brute geweld van boven om hen te onder drukken. Er moet rust komen in Indonesië, maar die rust zal er niet komern voordat de over- heer8chers door het Indonesische proleta riaat zijn weggevaagd. Tegenover d©e heer Joekes trekt spr. de door hem gisteren gebruikte uitdrukking, die hem in he»t vuur van zijn betoog ont viel, hetgeen he®n spijt, terug. Spr. is het eens met den heer Joekes, die zeide, dat de regeering de oorzaak der onlusten moet wegnemen. Maar daartoe zal de regeering de koloniale overheersching moeten losla ten. Andere zal het volk zichzelf bevrijden en zich aansluiten bij de federatie van Sovjetrepublieken De interpellant dient twee moties in, de eerste vragende amnestie voor de veroor deelden, de tweede vragende $en grondig onderzoek naar de oorzaken van de onge regeldheden door een commissie. De regee ring wordt verzocht zich voor de samen stelling daarvan in verbinding te stellen met de verschillende richtingen van de arbeiders beweging ten einde van iedere richting^ één lid aan te wjjzen, terwijl de communistische internationale door 2 leden in de commissie vertegenwoordigd zou moeten zijn. Sprekers bedoeling is, dat de commissie in de a.s. maand December naar Indië zal vertrekken. De heer KLEEREKOPER (S.-D.) trekt zijn motie betreffende afschaffing doodstraf in om die ter sprake te brengen bij de eerstvolgende gelegenheid. De MINISTER VAN KOLONIËN, de heer KONINGSBERGER, zegt, dat hg volstrekt afwijzend staat tegenover beide moties-De Visser, in overeenstemming met het gisteren door spr. gegeven antwoord op de vragen van den interpellant. De Minister zou het dan ook zeer waardeeren, als de Kamér de moties niet aannam. Spr. betoogt verder, dat de economische toestand in Indië goed, hier en daar zelfs zeer goed is. Noch in die economische toestanden, noch in de toestanden op bestuursgebied is de oorzaak der ongeregeldheden te vinden. Wat de motie-Cramer betreft, het zou onuitvoerbaar zijn, nog nauwkeuriger te onderzoeken dan reeds bij ieder afzonderlijk geval geschied is bg interneering. De Mi nister geeft dan ook in overweging de motie niet aan te nemen. Het aantal interneeringen, dat heeft plaats gehad, bedraagt 623. Daaronder zijn leden den communistischen kern van sommige ^ganisaties. Wanneer er zekerheid bestaat, nat sommigen onder hen over zekeren tijd geen gevaar meer voor de weilïgheid zullen ^t'n, zal de Indischer regeeringr zeer zeker er geen bezwaar tegen hebben dat dien personen wordt toegestaan naar huis terug te keer en. Maar dit is een zaak, die alleen de Indische regeering aangaat. Wat de excessen betreft, die zouden hebben plaats gehad bij de behandeling van verdachten en getuigen, is spr. bereid daarnaar een onder zoek in te stellen. Het resultaat daarvan zal dan aan de Kamer worden medegedeeld. Onze taak in Indië is nog geenszins af- geloopen, die is eerst goed begonnen. Wg zullen in Indië blgven, in de eerste plaats in het belang van het land zelf en van de volken, die er wonen. Hierna wordt gerepliceerd. De heer CRAMER (S.-D.) verklaart zich ook namens zgn partijgenooten tegen de moties-De Visser. De heer ALBARDA (S.-D.) komt met klem op tegen de bewering van den heer Bijleveld, dat de sociaal-democraten het optreden der communisten in Indië zouden goedkeuren. De heer Bgleveld heeft schijnbaar het optreden der sociaaldemocraten nimmer be studeerd. Het is hem dan ook alleen te doen het volk wantrouwen in te boezemen jegens de sociaal-democraten. De heer BEUMER (A.-R.) gelooft niet, dat de heer Bijleveld heeft beweerd, dat de sociaal-democraten nooit iets tegen de com munistische actie hebben gezegd. De heer Bijleveld heeft alleen bedoeld, dat de critiek der sociaal-democraten en die der commu nisten vaak weinig uiteenloopt en het op treden der communisten door hen niet sterk genoeg wordt afgekeurd. De heer DE VISSER (C. P.) tripliceert De motie-Cramer (onderzoek naar redenen interneeringen) wordt verworpen met 62 tegen 19 stemmen. Vóór ailéén sociaal-demo craten. De eerste motie-De Visser (amnestie) wordt verworpen met 80 stemmen tegen 1, de tweede motie-De Visser (onderzoek) ver worpen met dezelfde stemmen-verhouding. De interpellatie wordt gesloten. De inval bij de Indonesische stndenten te Leiden. Aan de orde is de interpellatie-L. L. H. de Visser in verband met den politioueelen in val in de woningen van Indonesische stu denten te Leiden en 's-Gravenhage, het in beslag nemen van bescheiden der vereeniging Perhimpoenan Indonesia en de arrestatie van één dier studenten, benevens de in Sept. j.i. en in deze maand ten aanzien van hier te lande vertoevende Indonesische studenten opnieuw genomen justitieele maatregelen. De heer DE VISSER (C. P.) betoogt, dat men in Holland op weg is naar het fascisme en dat hier een justitieele terreur heerscht. Er is gesproken en geschreven over een ernstige samenzwering en zelfs onder de sociaal-democratie was men onder den indruk van 'de sensationeele berichten, die de ronde deden. Bg de huiszoekingen wer den zelfs de schilderijen van de muren ge nomen en de zooien der schoenen onder zocht. Een deur eener woning werd ge- rameid en een spéciale smid was tegenwoor dig om de gerechtelijke inbraak te vol voeren. Zelfs .een baby van nog geen jaar werd onderzocht om te zien, of die niet in een eventueel complot was betrokken. De Indonesische studenten hier te lande ver- keeren voortdurend onder politietoezicht en zij hebben geenerled rechten en vrijheden. Zg worden overal bespied. Peze gerechtelijke provocatie wordt goedgepraat met een beroep op art. 140 van het Wetboek van Straf recht De vereeniging van studenten is een zuiver nationalistische vereeniging, maar al ware de vereeniging communistisch, sinds wanneer is zoo'n vereeniging verboden? Mag men voor een vrij Indië geen propaganda maken. De justitie had een „redelgk ver moeden" dat art. 140 overtreden was. Doch dit „redelgk vermoeden,, is een redelooze razernij geworden. Er is niets bevestigd. Laat de minister de dossiers een publicee- ren, laat hg het volk eens mededeelen, wat er aan de hand is. Doch er is loos alarm gemaakt ten einde de reactie te kunnen dienen. Het materiaal, dat de minister zou kunnen overleggen, zou blijken te ziin van geen enkele waarde. Waar men art 140 niet meer kon gebruiken, heeft men art. 131 (opruiing) naar voren geschoven. Daarom moesten ook nieuwe huiszoekingen worden verricht en thans houdt men hen weder rechtelijk gevangen. Want er is geen enkele reden om aan te nemen, dat de studenten zich door de vlucht aan een strafproces zou den hebben onttrokken. Interpellant stelt vervolgens de volgende vragen: 1. Waarop was gegrond het „redelijk ver moeden" der justitie, waarvan gesproken werd in het antwoord van den minister op de schriftelijke vragen van den heer Cra mer, 14 Juni j.l. ingezonden, dat leden der Ferhimpoenan-Indonesia Indische ver eeniging van studenten zich schuldig maakten aan het als misdrijf oraschrevene in art. 140 Wetb. v. Strafrecht op welk ver moeden de politioneele invallen plaats had den in de woningen van hier te lande ver toevende Indonesische studenten in Juni jl.? 2. Waarom zijn vier maanden na den eer sten politioneelen inval in de woningen van deze studenten de resultaten van dat onderzoek nog niet bekend gemaakt, ter wijl de eene gearresteerde student uit de hechtenis is ontslagen en de in beslag ge nomen paspoorten zijn teruggegeven? 3. Smds wanneer is de vereeniging sub 1 genoemd een verboden vereeniging, of een vereeniging, die het oogmerk tot misdrijf heeft, dan wel waaruit is haar misdadig ka rakter gebleken? 4. Zijn de voortgezette justitioneele maat regelen. die tot uiting kwamen in de op nieuw gepleegde politioneele invallen in de woningen van Indonesische studenten in September en October 11., benevens de ar restatie en gevangenzetting van vier leden, waaronder de voorzitter, van Perhimpoe nan-Indonesia, het gevolg hiervan, dat de resultaten van de eerste invallen en huis zoekingen bij de Indonesische studenten zoo weinig hebber opgeleverd, dat het oorspron kelijke ..redelijke vermoeden'" van de justitie. waarom de invallen, huiszoekingen en arrestatie werden ondernomen, lot een onverantwoordelijke lichtvaardigheid is ge worden? 5. Is het juist dat de vier in hechtenis zich bevindende Indonesiërs, met name: Mohammad Hatta. Sastro Amidjodjo, R. M. Abdoel Madjo Djajadmingrat en Mohara- mar Nazar Datoek Pamonjtak, worden ver dacht van opruiing in geschriften, wat zou zijn geschied in het orgaan van Perhim poenan-Indonesia „Indonesia Merdica", zoodat nu niet meer art. 140, maar het be paalde bij art. 131 van het Wetboek van Strafrecht aanleiding tot de behandelingen van de justitie is? 6. Zoo het sub 5 genoemde juist is wat is dan het motief, dat verdachten in hechtenis worden gehóuden, terwijl deze personen, tevoren hun paspoorten terug ontvingen en zich volgens officieele mededeelingen kon den bewegen vrijelijk waar ze wilden, ter wijl men daarnevens de zekerheid heeft of kan krijgen, de hunnerzijds geen enkele poging zal worden ondernomen om zich aan een eventueele rechtsvervolging door vlucht of anderszins te onttrekken? 7. Zijn de voorgenomen vervolgingen het gevolg van hiertoe door de Indische Regee- gingen van de Indische reactionaire pers geoefenden druk, mede in verband met de oprichting van de Internationale Liga legen Imperialisme en koloniale overheersching, waarvan ook in Nederland een sectie be staat? 8. Bedoelen deze vervolgingen van hier te lande vertoevende Indonesische intellec- tueelen de rechtspraktijken die in Indonesië tegen revolutonairen' en nationalisten wor den toegepast, ook naar Nederland over te brengen 9. Begrijpt de Regeering niet, dat dit soort vervolgingen als een wederrechtelijke aan slag op de bewegingsvrijheid der Indone siërs wordt verstaan, zoodat dit tot sleeds felleren weerstand van de overheerschten tegen het koloniale regime door Nederland in Indonesië toegepast moet leiden? 10. Is de Regeering bereid oogenblikke- lijke maatregelen te treffen, waardoor de sub 5 genoemde personen direct in vrijheid worden gesteld en de feitelijke reden van hun gevangenzetting bekend te maken? De MINISTER VAN JUSTITIE, de heer DONNER, merkt op, dat het hier een zaak geldt, die nog in volle behandeling is. Een volledig overzicht is er dus nog niet. Daarom zal spreker uiterst sober ingaan op hetgeen ter sprake is gebracht. Tegen de Perhim poenan-Indonesia rees de verdenking, dat zij actie voerde voor de leus Nederland los van Indië, ook met gewelddadige middelen. Paarop hadden de huiszoekingen plaats. Kennisneming van de in het rapport der deskundigen naar voren gebrachte feiten leidde tot de conclusie, dat de later aange houdenen zich ook aan opruiing hadden schuldig gemaakt. Welk materiaal ter be schikking is, kan spr. niet zeggen. De stu dent. die later weer ontslagen is, van wien in vraag 2 sprake is, had met deze zaak niets te maken. Hij bleek deserteur te zijn en werd aan de militaire autoriteiten over geleverd. Paspoorten werden teruggegeven omdat er geen overtuigingsstukken waren. De kwestie der huiszoekingen en die der arrestaties is één en dezelfde zaak. De arrestaties zijn niet verricht omdat er onvoldoende grond geweest was voor de onderstelling, dat art. 140 overtreden was. Integendeel bleek later, dat ook overtreding van het opruiingsartikel ten laste kon worden gelegd. Bij de huiszoe kingen werd mèer gevonden, dan aanwezig werd geacht. Een debat over de deugdelijk heid van het rechterlijk motief „vrees voor vlucht" is in deze Kamer niet mogelijk. Men moet naar hier de rechtszaal niet verplaat sen. Het standpunt der autoriteiten is vastge steld onafhankelijk van de Indische pers uitingen. Op vraag 8 antwoordt spr., dat ook in Nederland orde en gezag moeten worden gehandhaafd, dat die handhaving in het waarachtig belang is van Indië. Op de 10de vraag luidt het antwoord: neen. De heer DE VISSER repliceert en dient een motie in, waarin de Kamer haar ver ontwaardiging uitspreekt over de huiszoe kingen en de arrestaties en de regeering verzoekt maatregelen te nemen om te komen tot invrijheidstelling der gearres teerden. De heer KLEEREKOPER (S. D.) zegt. dat verschillende leden der Kamer zich veront rusten over den omvang, dien de preven tieve hechtenis de laatste jaren heeft ge nomen. Dit weet spr. als rapporteur over de Justitiebegrooting. Ook in dit verband ver staat spr de vrees voor vlucht". Spr. heeft gehoord, dat deze jongelui in vier we'ken piet verhoord zijn. Dat is wel wat kras. Waarom moet deze zaak zóó langzaam verloopen? Spr. weet niet af de regeering een slap kan doen om een einde te maken aan dezen preventieve hechtenis. In ieder geval kan toch de minister aandringen op bespoediging. De heer CRAMER (S.D.) zegt. dat deze zaak sterk de aandacht tre'kt in Nederland sche arbeiderskringen, doch ook in Indië. Spreker kent de jongelui persoonlijk en hij heeft met hen omgegaan. Spr. klaagt over tedentieuse berichtgeving en meent, dat hier of daar een lek moet zitten, dat er iemand moet zijn, die uit de school klapt. Hij vraagt een ernstig onderzoek en vestigt er de aandacht op, dat deze jongelui later de leiders van hun volk worden. Het kan geen voordeel bieden, hen verbitterd naar Indië te laten gaan. De heer JOEKES (V.D.) acht een bespre king van het optreden van politie en jus titie hier volkomen op haar plaats. Hij cri- tiseert het optreden der justitie, die in Leiden een deur openstak. waarvoor geen aanleiding was, omdat het dienstmeisje, dat ging vragen of de bezoekers konden binnengelaten worden, nog niet terug had kunnen zijn. Een dame werd bij haar pols gepakt en in een hoek gezel De MINISTER: De politie ontkent het. De heer CRAMER: U hadt die dame mnplen hoor^n De hper JOEKES gaat de sfeer na. waarin d^ze jongelieden gewoond hebben en vraagt ,of het behoorlijk i3. dat aan ouders der jon gelui in Indië verboden wordt, hun kinde- MORGEN IN ONS LAND. Luitenant Koppen seinde gisteren uit Aleppo, dat hij daar na een vlucht van 5 uur is aangekomen. Hij had een goede reis en een vlotte landing gehad. Heden gaat de reis naar Sofia, zoodat „De Postduif" morgen te Schiphol kan worden venvacht. Naar wordt medegedeeld beslaat het plan Zaterdagmiddag in Hotel „Soesterdal" te Soesterberg een grootsche huldiging van luitenant Koppen en zijn metgezellen op de vlucht naar Batavia en terug te doen plaats hebben. Uit vooraanstaande ingezetenen van Soest en Soesterberg heeft zich een commissie ge vormd onder voorzitterschap van den heer Grootewal en met als secretaris de heer F. M. Houbaei^, die de huldiging organiseert. Luitenant Koppen is uitgenoodigd met zijn vliegtuig „De Postduif" Zaterdagmiddag tegen drie uur te willen aankomen De huldiging zal opgeluisterd worden met muziek, terwijl de vliegers door schoolkin deren zullen worden toegezongen. Na de huldiging in Hotel „Soesterdal" zullen de vliegers in een auto voor het pu bliek defileeren, waarna luitenant Koppen, begeleid door een fakkeloptocht, naar huis zal worden gebracht. Bij gunstige weersomstandigheden ligt het in de bedoeling des avonds een vuur werk af te steken. ren hier te lande geld te zenden. Is het waar. dat Indische jongelui overal op ver gaderingen bespied worden? Spr. was on langs op een openbare vergadering in Noordwijk, waar een Indonesiër sprak en spr. De presentielijst was geteekend door iemand, die bij de betreffende vereeniging niet was aangesloten en wiens naam en adre9 valsch bleken te zijn. We'lke instel ling kan bij die handeling belang hebben? Waarschijnlijk was dit weer iemand, die de pers van onjuiste mededeelingen voorziet. Wordt de „Perhimnoera Indonesia" voor een communistische vereeniging gehouden en, zoo ja. waarom zijn dan -niet alle com munistische vereenigingen verboden? De heer HEEMSKERK (A.-R.) wijst erop, dat er nog steeds drukvrijheid bestaat. Be doelt de heer Joekes dat over 't algemeen de politie te veel inlichtingen geeft aan de pers over strafzaken, dan kan spr. het daarmee eens zijn. Er wordt veel te veel geschreven over strafzaken, die nog in onderzoek zijn en zelfs over strafzaken, die in openbare be handeling zijn. De' heer Joekes wil blijk baar, dat de regeering alle onjuisle berich ten tegenspreekt, doch spr. wenscht dit geenszins. De regeering heeft e'en eigen taak en de pers de hare. De heer v. BOETZELAER (C.-H.) herin nert aan de interpellatie-Wijnkoop in 1924 over de maatregelen tegen de Sarekat Islam. Daarna is een circulaire van den minister van Koloniën uitgegaan, waarin er op gewezen werd, dat landsdienaren en toekomstige landsdienaren zich hebben te onthouden van actie* tegen het wettig gezag. Spr. vraagt daaraan de hand te houden. De MINISTER repliceert. ITij merkt op, dat het niet gaat om de vraag of een ver eeniging communistisch of nationalistisch is. het gaat alleen om het geweld, dat als middel wordt aangewend. Ingrijpen in hel beleid der justitie zou thans zëer bedenke lijk zijn. Het geval dat de heer Joekes noemde, zal spr. onder de oogen zien. Onjuiste persbe richten kan de regeering niet steeds tegen spreken zonder in de zaak zelf te verraden. Dat met de zaak de grootst mogelijke spoed moet worden betracht, daarvan is de rech- ter-commissaris voldoende overtuigd. De motie moet de minister ontraden. Over de motie1 wordt heden gestemd. De vergadering wordt verdaagd tot heden 2 uur. RECLAME. Hl JC -&£>/ -me*V. it®>J SllC^ CsuT&t^C Vraagt Uvren bakker. 222 VOOR VRIJDAG 28 OCTOBER. Hilversum, 1060 M. 12 u.Politieber. 12.352 u.Lunchmuziek door het Tria- nontrio. 67 il Orgelconcert in 'de groote kerk te Arnhem, door den organist C. de Wolf. 7.45: Politieber. 7 u. V.P.R.O.-cursus. Vrijz. Prot. Levens- en Wereldbeschouwing door Ds. G. Horreus de Haas (IV). Haar kerkelijke organisaties en haar menschelijke en maatschappelijke toepassingen. 8.10. Lezing vanwege het Onderwijsfonds voor de binnenvaart: De heer O. A. M. E. van Kasteel: De verzeke ring in de binnenvaart8.35: ANRO-con- eert. Concert door het ANRO-orkest o.l.v. Nico Treep. Jan Nieland en Joh. den HaT- tog, piano-duettisten. 10 u.Persbericht 10 10: Voortzetting van het concert. 10.30—12 u.Uitzending van het Rest. Saur Den Haag. Het Roemeensehe Orkest Cornelius Oodelb«n. Dansmuziek door de Francis Flustering Five. Huizen, 1840 M (na uur 1950 M.) 12 301 30: Lunchmuziek door het trio Winkels (K HO 34 u Vrouwenuur- tje donr mevr Kaller-Wisman. 6.45 7.30: Kerklatijn door Leo Speet. Daventry, 1600 M. 11.20: Daventoy- kwartet en solisten (bas, viool, piano). 12.50: Orgelconcert. 1 202.20: Orkest concert. 3.20: H. Sencicle's kwintet en soli (alt, bariton, piano), 6.20: Vertel ling. 5.35: Kinderuurtje 6.20: Orkest- concert. 6.50: Tijds., weerb., nieuws. 7.05: Orkestconcert. 7.20: Muziekcritiek. 7.35: Pianosonaten van Haydn. 7.45: Lezing: The art of cinema. 8.05: Va riété. 8.20: Debat tusschen Q, Bernard Shaw en G. K. Chesterton. 9.20: Weer bericht, nieuws. 9.35: Muziekbespreking, 9.50: Zeeliedjes door de „Seven sea a Club". 10.10: Schotsch programma. Oc tet R. Burnett, bariton. M. Sutherland, piano. 10.40: „The treassure hunt", co- medie. Daarna vervolg Schotsch program ma. 11.20—12.20: Dansmuziek. Parijs Radio-Paris", 1750 M. 10.50— 11 u.Muziek. 12 502.10: Orkestcon cert. 5,055.55: Literair en muziekpro gramma. 8.50—10.50: Concert. Orkest en solisten. Langenberg, 469 M., Dortmund 283 M., en Munster, 242 M. 12.30—1.50: Orkestcon cert. 4.50—5 50: Vesperconcert (piano, viool). 7.40: „Leonce und Lena", klucht v G. Büchner. Daarna tot 10.50: Dans muziek. Königswusterhausen, 12.50 M. 2.20— 7.05: Lezingen en lessen. 7.2010.50: Symphonieconcert Frankf. Museum Gezel schap. Bach-cantate voor orkest en so praan. CE. Rethberg). Hamburg, 395 M. 3 35: Operafragmen- ten. 7.20: Boszdorf-herdenking ,,Stör- tebecker", treurspel. 9.50: Actueele cau serie. Daarna dansmuziek tot 11.10. Brussel, 509 M. 5.20—8.90: Triorauziek. 8:35: Orgelconcert. 9.3510.35: Or- kestconccrt. Losse nummers van ons Blad zijn behalve aan ons bureau ook verkrijgbaar bij de Firma A. HILLEN, Breestraat 154. Firma A. HILLEN, Stationsweg. J. J. RIJSBERGEN. Sigarenhandel Heerenstraat 2, Fa.A. SOMERWIL Azn. Hoogew. 24 Firma A. T. H. WITTENBURG, Haarlemmerstraat 2. A. M. VAN ZWTCHT, Kiosk Prinsessekade. en bij JOH. HOGERVORST HaarLstr. 12S en des Zaterdavs bij A. H. v. d. VOOREN, H. Rijndijk 74.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1927 | | pagina 9