WIE IS EDMUND GRAY?
JE ZEEPPOEDER
688<e Jaargang
LÈIDSCH DAGBLAD, Donderdag 6 October 1927
Tweede Blad
No. 20724
BINNENLAND.
DE VLIEGTOCHT HOLLAND-INDIÊ.
n
n
f)
De Hollandsche
Was c h vrouw
FEUILLETON.
WIJZIGING VAN ONGEVALLENWETTEN.
Het voorloopig verslag der
Tweede Kamer. Waarom
is de Hooge Raad van Ar
beid niet gehoord? Be
zwaren tegen de opheffing
van de commissies van
scheidslieden.
Uit het Voorloopig Verslag der Tweede
Kamer blijkt, dat verscheidene leden het
betreuren, dat het advies van den Hoogen
Raad van Arbeid niet is gevraagd, met het
oog op de voorgestelde wijzigingen betref
fende het opnemen van beroepsziekten in
de Ongevallenwet 1921 en de Land- en
Tuinbouwongevallenwet 1922.
Eenigen hunner betoogden, dat ook de bij
deze aangelegenheden betrokken vakveree-
nigingen hadden moeten worden geraad
pleegd.
Hiertegen werd opgemerkt, dat het raad
plegen van de vakvereenigingen niet noodig
is, wanneer de Hooge Raad van Arbeid
wordt gehoord, omdat de vakvereenigingen
daarin zijn vertegenwoordigd.
Wat de Ongevallenwet betreft had men
met instemming kennis genomen van de be
palingen, welke ten doel hebben onder de
werking der wet ook die groepen arbeiders
te brengen, die in een afzonderlijk dienst
verband staan en geen eigenlijk loon maar
in verband met en als gevolg van hun
dienstbetrekking, fooien van derden ontvan
gen. Men beschouwde dit als aanvulling
van een door niets gerechtvaardigde leemte
in de ongevallenverzekering.
Vele leden hadden tegen de bepaling, die
het mogelijk maakt de rente af te koopen.
indien de arbeidsongeschiktheid vijftien pCt.
of minder bedraagt, geen bezwaar.
Mocht de thans voorgestelde uitbreiding
worden gehandhaafd, dan zou het in i^der
geval gewenscht zijn daarin een leeftijds-
grens op te nemen, zoodat zij op ouderen
niet van toepassing zal zijn.
In het algemeen betuigde men instemming
met het denkbeeld, bepaalde beroepsziekten
met ongevallen gelijk te stellen, waardoor de
getroffenen ook onder de bepalingen van de
Ongevallenwet zullen vallen. Eenige leden
stelden echter de vraag, of het noodig is. dat
Nederland reeds zoo spoedig uitvoering geeft
aan het ontwerp-verdrag betreffende schade
loosstelling voor beroepsziekten, aange
nomen door de zevende Internatonale Ar-
beidsconferentie te Genève van 19 Mei10
Juni 1925. en of het niet gevaarlijk is. dat
Nederland hier aan de spitd®staat. Het ge
vaar bestaat, dat landen, waarin aan lijders
aan een beroepsziekte, uifkeeringen worden
verleend personen, wellicht reeds lijdend
aan een zoodanige beroepsziekte, aantrekken
uit landen, waarin geen recht op uitkeering
derwege1 bestaat.
Betreurd werd, dat de Regeering niet in
staat is een becijfering te geven van de
lasten, welke van de gelijkstelling der in dit
wetsontwerp genoemde bedrijfsziekten met
ongevallen het gevolg zullen zijn.
Sommige leden drongen er op aan, een
regeling te ontwerpen, dat het risico zal wor
den gedragen door hen, in wiens bedrijf de
ziekte'is ontstaan.
Bezwaren werden geopperd tegen de mo
gelijkheid van verzwaren der verzekerings
lasten buiten de wet gevende macht om.
Sommige leden stelden de vraag, of het
wel in overeenstemming is met het karakter
RECLAME.
707
van het huidige intermezzo-Kabinet 'n voor
stel te doen tot het opnemen in de Ongeval
lenwet van bepalingen betreffende gemoeds
bezwaren.
Eenige leden waren van meening. dat
deze regeling, die reeds in de Invaliditeits
wet en in de Land- en Tuinbouwongevallen
wet bestaat, in een sterk gevoelde behoefte
zal voorzien. Tntusschen achtten zij de wijze
waarop die aangelegenheid wordt geregeld,
niet in alle opzichten juist is Zij hadden er
echter ernstige bedenking tegen, dat de re
geling voor een belangrijk deel hij algemee1-
nen maatregel van bestuur zal geschieden en
dat tegen overtreding daarvan o.a. hechtenis
van ten hoogste drie maanden kan worden
opgelegd.
Enke'le leden achtten de verhooging van
de lasten met 25 pCt. van de vrijgestelde
werkgevers niet voldoende gemotiveerd en
onbillijk.
In zake de Land- en Tuinbouwongeval
lenwet hadden verschillende leden bezwaar
tegen de bepaling, dat aangehuwde of stief
kinderen van den werkgever, alsmede tot
diens gezin behoorende pleegkinderen niet
als arbeiders zullen worden beschouwd.
Sommige leden hadden tegen het voor
gestelde nieuwe art. la van art. II overwe
gend bezwaar. De bedoeling is, een regeling
te treffen ten einde te voorkomen, dat
werklieden aan de werking der wet worden
onttrokken, maar deze regeling is eens
deels overbodig en gaat anderdeels te ver.
Zij drongen er op aan, de oplossing van de
ondervonden moeilijkheden aan de juris
prudentie over te laten of deze te vinden
door een aanvulling van het Burgerlijk
Wetboek.
Vele leden hadden bezwaar tegen de
voorgestelde opheffing van de commissies
van scheidslieden.
Sommige leden wenschten. daf, wat de
te vervullen formaliteiten betreft, ziekte en
ongeval op dezelfde wijze zouden worden
behandeld.
DE LUCHTPOSTVERBINDING MET INDIË.
Er moet een begin gemaakt worden.
In het gebouw van het hoofdbestuur der
Posterijen en Telegrafie te 's-Gravenbage
heeft onder leading van den directeur-
generaal, een bespreking plaats gehad met
vertegenwoordigers uit de kringen van be
langhebbenden over een geregelde lucht-
postverbmding met Indië. Vertegenwoor
digd waren het Verbond van Nederland-
sche Werkgevers, het Algemeen Neder-
landsch Verbond, de Vereeniging Oost en
West, de Vereeniging van Indische Verlof
gangers, het Indo-Europeesch Verbond, de
Kon. Ned. Vereeniging voor Luchtvaart,
de Kon. Luchtvaart-Maatschappij voor Nc_
derland en Koloniën, het Comité Vlieg
tocht NederlandIndië en voorts de meeste
Kamers van Koophandel en Fabrieken,
alsmede het Departement van Koloniën en
de luchtvaart-afdeeliDg van het Departe
ment van Waterstaat.
Ir. M. H. Damme.
Ir. Damme heeft daarbij uitvoerig uit
eengezet hoe d© postdienst tegenover deze
snelverbinding staat.
Uitgaande van een postale garantie van
f 14.000 per reis (voor het door generaal
Snijders in zijn bekende brochure destijds
aangenomen luchtvervoer van 35.000 brie
ven en briefkaarten tegen een luchtrecht
van f 0.40 per stuk) gaf spreker eenige
cijfers, die uitwijzen, dat bij luchtvervoer
van 1/4 gedeelte van de tegenwoordige
mail een nadeelig saldo van ruim f 300.000
en bij luchtvervoer van slechts 1/10 ge
deelte daarvan zelfs van ruim f 550 000 zou
ontstaan. Een juiste schatting van het per
centage dat het dichtst de werkelijkheid
zou benaderen, is uiterst moeilijk.
Hierbij speelt ook de samenstelling van
de mai' een rol Gehouden opnamen te
Amsterdam, Rotterdam en Den Haag heb
ben uitgewezen, dat slechts 20 pCt. van de
brieven en briefkaarten voor Ned.-Indië
kennelijk afkomstig is van de zakenwereld
en dat 80 pCt. het uiterlijk aanzien van
particuliere correspondentie heeft. Deze
omstandigheid eischt z i. groote voorzich
tigheid bij een raming van het percentage
der stukken, die met een eventueelen Licht
dienst zouden wordeü verzonden.
Hierna voerden verschillende aanwezigen
het woord
De besprekingen, welke ruim 1V£ uur
duurden, hebben de postadministratie waar
devolle gegevens verschaft, terwijl tevens
van meer dan een zijde de toezegging tot
nader onderzoek werd verkregenzij heeft
voorts het algemeeD verlangen beluisterd
in de woorden van den beer Martin van de
Koninklijke Luchtvaart-Maatschappij: „Er
moet een begin gemaakt worden.1'
DE PLAATSELIJKE HUUR-
VERORDENINGEN.
Waarom ze niet goedgekeurd zijn.
TJians is mededeeling gedaan van de
gronden voor vernietiging der in verschil
lende gemeenten vastgestelde huurverorde-
ningen.
Zij luiden als volgt:
overwegende, dat op grond van den in
houd en de geschiedenis van de huurcom
missiewet, met name in verband met de
bepalingen van die wet, waarbij ook wat
betreft de afschaffing, differentiatie naar de
gemeenten mogelijk is gemaakt, de strek
king der bij de Huurcommissiewet en hare
opvolgende wijzigingen gegeven regeling ge
acht moet worden te zijn. dat ten aanzien
van het onderwerp dier regeling na het ver
vallen der wet eenigerlei regeling, ook van
een ander overheidsgezag, niet verder be
hoort te gelden;
overwegende, dat alzoo de verordening
treedt in hetgeen is van algemeen Rijks
belang. en de verordening dus is in strijd
met artikel 150 der Gemeentewet;
overwegende bovendien, dat onder de te
genwoordige omstandigheden, voor zoover
de vjaag naar eenige soort van woningen
het aanbod overtreft, vermeerdering van
het aanbod door den bouw van nieuwe wo
ningen mogelijk is en het eenige middel is,
waardoor in een werkelijke behoefte kan
woTden voorzien;
dat hierdoor stijging van de huren boven
het gewone peil, dat door de tegenwoordige
bouwkosten geboden wordt, kan worden
voorkomen;
dat een beperking van de vrijheid om voor
een deel der woningen een huurprijs over
een te bomen, wel de vraag naar die wo
ningen kan doen toenemen, maar niet het
aanbod daarvan kan doen vermeerderen,
en dus slechts de strekking kan hebben een
toekomstig tekort van die woningen te be
vorderen
dat belemmering van den verhuurder in
de bepaling van de huur, huuropzegging
kan tengevolge hebben zooals de erva
ring geleerd heeft, vóórdat de maatregelen
van de Huurcommissiewet waren aangevuld
met de Huuropzeggingswet dat de ver
dreven huurder een duurdere woning zou
moeten betrekken of wel tot samenwoning
zijn toevlucht zou moeten nemen;
overwegende, dat derhalve de bepalingen
der verordening de belangen van de volks
huisvesting niet bevorderen, maar 9chaden;
overwegende, dat de bepalingen der ver
ordening derhalve niet alleen in strijd met
de wet. maar ook in strijd met het algemeen
belang zijn.
POSTCHEQUE. EN GIRODIENST.
Het verslag over 1926.
Aan het Verslag over 1926 van den Post-
chèque -en Girodienst wordt het volgende
ontleend
De beteekenis van den postchèque- en
girodienst als instituut van betalingsver
keer, is in het afgeloopen verslagjaar weder
Luitenant Koppen is gisteren met „De
Postduif' van Karachi te Allahabad aan
gekomen na een vlucht van acht uur. Do
vliegeniers hadden een goede reis en het
weer was mooi. Alleen hadden rij last val
den wind Heden vertrekken zrj naar Akyab.
Ter vargelgking geven wjj hier de
trajecten, die Van der Hoop, Geysendorffer
en Koppen gemaakt hebben:
Tan der Hoop 1924.
K.M.
1.
Oct. AmsterdamPraag
825
2.
Belgrado
800
3.
Philippopel
580
2.
Nov. Constantinopel
550
3.
Angora
400
5.
Aleppo
670
6.
ft
Bagdad
800
7.
Bushir
920
8.
Bender-Abbas
670
9.
Karachi
1180
10.
Ambala
1200
12.
tt
Allahabad
820
13.
ii
Calcutta
770
14.
tt
Akyab
650
15.
tt
Rangoon
700
17.
Bangkok
790
18.
ft
Sengora
865
21.
tt
Medan
563
23.
tt
Muntok
960
24.
ft
Bataria
660
20 vliegdagen 15373 K.M. (127 uur, 16
minuten) gemiddeld snelheid 120.75 K.M.
per uur.
Geijsendoriier, Jnni 1927.
K.M.
15 Juni Amsterdam—Boedapest
1350
16
Constantinopel
1460
18.
Aleppo
1070
19.
Bagdad
800
22.
Bender-Abbas
1590
23.
Karachi
1180
24.
Allahabad
1500
25.
Calcutta
770
26.
Rangoon
1350
27.
Bangkok
790
28.
Sengora
865
29.
Singapore
750
30.
Batavia
1200
13 rlie
gdagen 14.675 K.M. (86
uur 27
minuten) gemiddelde snelheid 169.74 K.M.
per uur.
Koppen, October 1927.
1. Oct. AmsterdamSofia
2. w Aleppo
3. Bushir
4. Karachi
5. Allahabad
K.M.
1850
1500
1550
1850
1500
niet onbelangrijk toegenomen, zoowel door
vermeerdering van het aantal rekeninghou
ders als door den gToei van het aantal
door feusschenkomst van den dienst tot
stand gekomen betalingen en de stijging
van den geldelijken omzet. Op uit. Decem
ber bedroeg het aantal rekeningen 120.037.
Opgeheven werden 4531 rekeningen, terwijl
11.344 nieuwe werdeD geopend.
De geldelijke omzet was in het jaar 1926
f 10.197.500.341 tegen f 8.175.527.196 in 1925.
Het vraagstuk of al dan niet weder tot
rentevergoeding zal worden overgegaan, ie
nog bij de betrokken autoriteiten in be
handeling.
De gevolgen van de centralisatie van den
dienst laten zicb duidelijk herkennen door
vermindering van den omzet in contant
geld en vermeerdering van het giroverkeer.
De verandering van stelsel zou dan blijken
in dit opzicht doeltreffend te zijn geweest
en gunstig ten behoeve van het hoofddoel
van den dienst, de bevordering van het
geldlooze betalingsverkeer.
In den loop van het verslagjaar werd toe
treding tot het internationale postgiro ver
keer verkregen.
Van de gelegenheid om gelden, welke
rekeninghouders verschuldigd zijn aan de
gemeentebedrijven automatisch te doen
overschrijven op de postrekeningen dier
bedrijven, wordt meer en meer gebruik ge
maakt. Thans zijn iu 69 gemeenten deze
bedrijveoi toegetreden.
Bij den aanvang van 1926 bedroeg het
aantal postrekeningen 113.224.
Op 31 Dec. 1926 bedroeg de belegging
totaal f60.995.940.
Het voordeelig saldo der exploitatiereke
ning bedraagt f 1.170-397,67.
DE SPOORWEGVERBINDINGEN
3e KLASSE.
Een adres van de Reisvereenigingen.
Aan den Minister van Waterstaat hebben
de Ned. Reisvereeniging, de Alg. Ned.
Wielrqdersbond, de Ned. Chr. Reisvereeni
ging, de Ned. Roomsche Reisvereeniging
en de Ned. Arbeiders Reisvereeniging een
adres gezonden, waarin zij opmerken, dat
zjj, zoowel bij het organiseeren van buiten-
landsche reizen als bij het adviseeren van
htm leden ter zake van reizen naar het
buitenland, voortdurend op moeilijkheden
stuiten en bezwaren ondervinden, veroorzaakt
door de zeer onvoldoende spoorwegverbin
dingen voor reizigers 3e klasse met het
buitenland. Deze reizigers moeten, bij door
gaande' verbinding, altijd van nachttreinen
gebruik maken, terwijl de genoemde verbin
dingen voor le en 2e klasse reizigers zeer
goea verzorgd zijn te noemen.
Het heeft de aandacht van adressanten
getrokken, dat in het buitenland goede ver
bindingen bestaan voor zeer groote trajecten,
ook voor reizigers derde klasse, waarvan
echter door het meerendeel der uit Neder
land komende 3e klasse reizigers geen ge
bruik kan worden gemaakt, doordat de aan
sluiting met de Nederlandsche le en 3a
klasse treinen onvoldoende is.
Geautoriseerde vertaling naar het Engelsch
van
WALTER BESANT,
door Mej. E. HOOGEWERF.
23)
..Ja, dank zij 'n belooning, die ik uitloofde
is de man boven wafer gekomen en deed hij
een omstandig verslag van het geval De
heer, die hem uitstuurde, logeerde in het
Cecil Hotel. Zeker, omdat hij maar één
arm had. gaf de vriendelijke oude heer hem
tien shilling voor zijn moeite, in plaats van
den éénen. waar hij maar recht op had. Hij
zou dien heer overal herkennen. Hij was
oud en had grijs haar. Nu, wat zeg je daar
van
„Dat je nog niet veel verder bent, als je
den ouden heer niet vindt!"
„Maar dat is natuurlijk Checkleyl
Checklev heeft en had grijs haar. Maar we
zullen hem wel te pakken krijgen! Hoed je
voor Checkley. dien sluwen vosl Als de
ouwe heer er uitgaat, moet je er Checkley
ook uitzetten!"
HOOFDSTUK X.
Een geheim zinnige ontdekking.
Mr. Dering was een man van methode
lederen ochtend kwam hij om kwart voor
tienen op zijn kantoor Zijn hoed en jas
hing hij op in een nis achter de deur Dan
deed hij eigenhandig zijn safe open. Check
ley had reeds een schoon vloeipapier, pen
nen briefpapier klaargelegd, alsmede de
brieven, dien ochtend gekomen.
De dagtaak begon met het lezen van die
brieven. De notaris las ze, schreef zijn aan-
teekeningen er bij, liet zijn stenograaf-klerk
komen en dicteerde de antwoorden. Waren
die verzonden, dan behandelde hij de loo-
pende zaken.
Volgens gewoonte, was hij dus weer be
gonnen. met zich door de brieven heen te
werken, en zoo las hij den een na den
ander.
Toen hij er nu weer een openbrak en naar
het hoofd gekeken had. las hij: „Ellis en
North cote'' Wat verlangen die van mij!"
Ineens hield hij midden in een zin op en
begon weer opnieuw waarna hij andermaal
ophield.
Het schrijven was van zijn makelaar in
de Cily en diende ter aanbeveling van een
zekere voordeelige belegging. Dit op zich-
zelve, was niets vreemds. Maar het bevatte
de volgende merkwaardige passage:
„U heeft de laatste paar maanden zoo
veel gekocht en verkocht, dat u waarschijn
lijk voordeeliger plaatsing van uw geld
heeft in uw eigen zaak. Had u anders een
paar duizend beschikbaar, dan zou dit een
allergunstigste gelegenheid zijn."
„Zoo veel ge- en verkocht?" herhaalde
mr. Dering. „Wat bedoelt hij daarmee?"
Hij sloeg zijn dagboek op en vond in het
geheel niet dergelijke handelingen opgetee-
kend. Toen dacht hij een oogenblik na:
„Zou dit nu weer een truc zijn dien het
geheugen mij speelt?"
Eindelijk belde hij
„Checkley." begon hij. „ik heb een brief
gekregen dien ik in hel geheel niet begrijp.
Ik heb. je immers wel gezegd, dat mijn ge
heugen mij in den steek liet? Nu zie je het
dan tochl"
„Uw geheugen zou u in den steek laten?
Onzin I Neen, uw geheugen is zoo goed als
het mijnel En dat is zoo helder als glas."
„Neen, neen! Mijn geheugen is niet meer
wat het is geweest. Dat heb ik je al herhaal
delijk gezegd.
Maar nu van dien brief. Mijn vriend Ellis
van Ellis en Northcote, schrijft mij over den
grooten ver-en aankoop van stukken, die wij
in den laatsten tijd, zouden gedaan hebben.
Wat beteekent dat?"
„U heeft onlangs geen stukken verhandeld
voor zoo ver ik weet."
„Nu dan zou ik het toch ook geweten
hebben? Hebben we dan soms iels belegd
voor een cliënt? Bijvoorbeeld voor het be
zit van DaltonSmith?"
„Dat was elf maanden geleden."
„Toch denk ik. dat hij dit meent. Hel kan
haast niet anders Ik heb nu tenminste een
deelgenoot, zoodat het er minder op aan
komt, dan toen er geen ander verantwoor
delijk man op mijn plaats was."
„U hadt geen deelgenoot noodig", sprak
Checkley. jaloersch. „U had mijl"
„Dat moet hij toch wel bedoelen," her
haalde mr. Dering. „Hij kan niets anders
meenen Maar is mijn Bankboek onlangs
nog opgemaakt!"
„Hier heeft u het. Dit is pas Vrijdag ge
beurd en sinds dien is er niets meer in op-
geteekend."
Mr. Dering had zijn boek in geen drie.
vier maanden nagekeken Hij werd immers
zóó goed gediend, dat hij dit volkomen aan
de zorgen van zijn personeel kon overlaten.
Nu sloeg hij het op en liep met den vinger
lans de bladzijden
„Checkley," zei hij, „wat is er gebeurd
met de Newcastle-Corporatie-stukken Het
dividend had al een paar weken geleden
uitbetaald moeten worden. En er is nog
niets van betaald. Is de stad failliet.? En
hè? Waar is Wolverhampton? En
en....?"
Nog vlugger liep hij de bladzijden door.
„Checkley, er is iets niet in orde. met
het boek!" Gedurende vier maanden is er
geen enkel dividend meer genoteerd. Er had
al wel zeshonderd pond moeten binnen
komen."
„Puur een vergissing," zei Checkley. „Ik
ga met het boek naar de Bank en zal het
daar laten veranderen."
„Een leelijke vergissing dan tochl Zeg
den directeur maar. dat ik er zoo over denk.
Laat het dadelijk in orde maken. Checkley,
onmiddellijk waar je nog bij bent. En
breng het.mij dan terug."
De Bank was in Chancery Lane, vlak bij
het kantoor De oude klerk begaf zich
dadelijk op weg.
„Een fout. die van groote achteloosheid
getuigtI" herhaalde de notaris. „De klerk,
dien ik schuldig wist aan een dergelijke
achteloosheid, ging er dadelijk uit!"
Na tien minuten Checkley bleef langer
weg, dan hij dit we! vqrwacht had werd
mr. Dering zich bewust, dat zijn aandacht
van de brieven afdwaalde.
„Groote aankoopen?" herhaalde hij. „Hij
bedoelde hiermee zeker de beleggingen van
dat geld van DaltonSmith Of hij vergist
zich met een anderen cliënt Niet mijn,
maar zijn geheugen is zeker in de war
De groote open safe in den hoek lag vol
papieren in stapeltjes bijeengebonden Deze
papieren bevatten onder meer alle
stukken van het privaat vermogen van mr.
Dering, dat nu zeer aanzienlijk was. Zelfs
de grootste City-man zou voor mr Dering
den eerbied voelen, dien men verplicht is
aan den rijkdom. al3 hij de .grootte van dit
bedrag wist Daar Fagen ze: de huur- en
andere contracten; de hypotheken, acten,
obligaties, aandeelen en daaronder ook de
som van dertienduizend pond. die aan Elsie
toebehoorde, maar nog steeds op naam
stond van haar voogd.
Mr. Dering, wiens geheugen, als het hem
dan wel eens in den steek liet. op sommige
punten toch nog zeer helder was keek van
uit de kamer in de open safe. en hij wist
zich heel goed te binnen te brengen, de
soort beleggingen van de stukken. Het was
groote dwaasheid, vond hij om zich zoo
van de wijs te laten brengen door niets
anders dan een vergissing van den make
laar Alles moest immers in orde wezen,
maar dien klerk aan de Bank moesten ze
maar ontslaan wegens achteloosheid.
Ter meerdere zekerheid zou hij de papie
ren nog uithalen. Hij wist heel goed, waar
ze waren: ieder ding op zijn kantooT had
z'n vaste plaats. Ze lagen, bijeengebonden,
op een bepaalde plaats, of bepaalde afdee-
ling van de brandkast. Hij schoof zijn stoel
terug, stond op, en trad op de tafel toe.
Vreemd. De papieren waren niet op hun
plaats Al weer kreeg hij die onaangename
gewaarwording van zeker toch iets vergeten
te hebben Die keerde telkens terug, lederen
dag scheen hij iets te vergeten. Maar de
certificaten moesten toch in de kast zijn.
Hij stond besluiteloos naar de stapels papie
ren te kijken, trachtende, zich te binnen le
brengen, hoe ze verlegd konden zijn.
(Wordt vervolgd).