68s" JAARGANG
DINSDAG 13 SEPTEM8ER 1927
No. 20705
Officieele Kennisgevingen.
STADSNIEUWS.
Het voornaamste nieuws
van heden.
LEIDSCH
DAGBLAD
PRJJS DER ADVERTENTIËN:
30 Cts. per regel. Bij regeiabonnement belangrijk lageren prijs.
Kleine Advertentiën uitsluitend bij vooruitbetaling Woensdags en
Zaterdags 50 Cts. bij een maximum aantal woorden van 30.
Incasso volgens postrecht. Voor eventueele opzending van brieven
10 Cts. porto te betalen. Bewijsnummer 5 Cts.
Bureau Noordeindspleln Telefoonnummers voor
Directie en Administratie 2500 Redactie 1507.
Postchèque- en Girodienst No. 57055 Postbus No. 54
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden 2.35, per week0.18
Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week 0.18
Franco per post 2.35 portokosten.
Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen
EERSTE BLAD.
DRANKWET.
Burgemeester en Wethouders van Leiden
brengen ter algemeene kennis, dat J.
Bruininkx, te Alphen aan den Rijn, een
verzoek heeft ingediend ter bekoming van
verlof voor den verkoop van alcoholhou
denden, anderen dan sterken drank, voor
gebruik ter plaatse van verkoop in het
benedenlokaal van het perceel Zuid
singel 30.
A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN,
Burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris.
Leiden, 13 September 1927.
HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders van Le^n
brengen ter algemeene kennis, dat door nen
de beslissing op het verzoek van J. C. Oua,
om vergunning tot het oprichten van een
een inrichting voor het bewerken van
vleesch in hel perceel Janvossensleeg No
30, kadastraal bekend Gemeente Leiden,
Sectie H. No. 1239, is verdaagd.
A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN,
Burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris.
Leiden, 12 September 1927.
Burgemeester en Wethouders van Leiden
brengen ter algemeene kennis, dat zij uit
sluitend ten aanzien van den verkoop van
artikelen op 13, 16 en 18 dezer tijdens en
op de tentoonsleling van de afd. Leiden
van de-Kon. Ned. Maatschappij van Tuin
bouw- en Plantkunde in de Stadsgehoor
zaal, ontheffing hebben verleend van het
stuitingsuur voor winkels.
A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN,
Burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris.
Leiden, 13 September 1927.
HET HALVE-EEUWFEEST VAN DE
LE1DSCHE AFDEELING DER KON.
MIJ. VOOR TUINBOUW- EN
PLANTKUNDE.
Het is reeds geruimen tijd geleden, dat
het bestuur van de afdeeling Leiden der
Koninklijke Nederlandsche Maatschappij
voor Tuinbouw en Plantkunde in een harer
maandelijksche ledenvergaderingen met het
voorstel kwam om het vijftigjarig bestaan
der aldeeling op feestelijke wijze te herden
ken.
Er zijn ook in het verenigingsleven
zekere gebeurtenissen, waarvan een volko
men negeeren vrij wel gelijk zou slaan met
een miskenning, soms zelfs ontkenning van
het bestaansrech' en wie geregeld de ver
slagen van de afdeelingsvergadenngen leest,
welke door de vriendelijke bemiddeling van
den heer Maler in ons Blad plegen te ver
schijnen, zal daaruit zonder veel moeite
hebben kunnen concludeeren. dat de plaat
selijke aldeeling van bovengenoemde maat
schappij zich in een opgewekt verenigings
leven mag verheugen, om van eenigen twij
fel omtrent haar bestaansrecht maar niet te
spreken.
Het behoefde om deze reden dan ook aller
minst verwondering te wekken, dat, waar
het hier een dergelijk gewichtig feit ^Is het
vijftigjarig bestaan betrof, het bestuursvoor
stel bi] de leden een enthousiast onthaal
vond.
Er vormde zich onmiddellijk een rege
lingscommissie, welke onder voorzitter
schap van den president, den heer E. 1 h.
Witte, aanstonds naarstiglijk hare werk
zaamheden aanving.
Zoo af en toe lekte er eens iets van de
feestplannen tot de buitenwereld door, wat
de perspectieven tot een grootsche feestvie
ring opende, maar het Techte wist men er
toch niet van
Totdat, na maanden langen, gestadigen
voorbereidenden arbeid, in de vak- en dag
bladpers het feestprogramma in zijn geheel
verscheen, dat de gekoesterde verwachtin
gen nog vene overtrof.
De lezer kent het. een tentoonstelling,
van bloeiende planten, waarvan in verband
met den bloeitijd de dahlia's de voornaamste
zouden zijn. vormde den hoofdschotel; het
Hoofdbestuur deed toezegging de jaarlijksche
vriendschappelijke bijeenkomst in de feest-
week in Leiden te doen plaats vinden, ter
wijl last not least een tweetal opvoeringen
zou worden gegeven van Koeberg's schep
ping „Bloemensproke". bij vele stadgenoolen
welbekend van de lustrumviering in 1915.
Voorwaar een veelbelovend programma!
En die belofte is heden voor wat het
eerste gedeelte betreft, in vervulling ge
gaan.
Wie in de komende dagen lot en met
Zondag a.s een bezoek brengt aan de Stads
gehoorzaal, zal evenals wij vanmiddag,
verwonderd staan over de schitterende bloe
menpracht, welke daar is tentoongesteld.
Hij zal, wanneer hij een leek is, tot de
conclusie komen, dat het begrip „dahlia"
zeer vaag is en zichzelf moeten bekennen
nimmer geweten te hebben, dat er zóóvele
variëteiten in dahlia's bestonden; is hij
evenwel vakman, dan zal hij niet kunnen
nalaten goedkeurend te knikken over het
geen de leden van de afdeeling Leiden op
dit gebied hebben weten te bereiken.
Maar beiden, zoowel vakman als leek,
zullen grif erkennen, dat èn de regelings-
ccmmissie èn de leden in alle opzichten
eer van hun werk hebben en kosten noch
moeite gespaard zijn geworden om aan deze
tentoonstelling een karakter te verleenen,
de viering van een gouden jubileum eener
bloeiende vereeniging waardig.
Op de inzendingen zelve, welke behalve
een gedeelte van de hall, de groote en kleine
zaal benevens den foyer in beslag nemen,
hopen wij morgen uitvoeriger terug te
komen.
Hedenmiddag te ruim halfdrie heeft in de
receptiekamers der Stadsgehoorzaal de offi
cieele opening plaats gehad.
Onder de talrijke genoodigden merken
wij o.m. op de burgemeester en zijn echtge-
noole, de heer en mevr. Van de Sande Bak-
huyzen, de commandant van het 4de regt.
infanterie, overste Kist, jhr. van Tets van
Goöichalxoord, baron v. Palland van Roo
sendaal en de heer J. C. M. Mensing als
leden van het Hoofdbestuur der Maat
schappij, de heer K. C. van Nes, architect
van den Leidschen Hout, de dijkgraaf van
Rijnland, de heer Pijnacker Hordijk, prof.
mr. E. M. Meyers als vertegenwoordiger
van den Academischen Senaat, de heer K.
H. M. van der Zande, inspecteur bij het
Land- en Tuinbouwonderwijs, ir. Touw als
voorzitter van de Rotary-club, de praeses
collegii, jhr. J.G. A. de Ranitz, de gemeente
secretaris, mr. v. Strijen en de referendaris
ter gemeente-secretarie, de heer Rosier, be
nevens tal van belangstellenden en andere
personen.
De voorzitter, de heer E. Th. Witte opende
de tentoonstelling met het uitspreken van
een rede, waaraan wij het volgende ont-
leencn:
Rede van den heer Witte.
Toen de eerste circulaire, waarin steun
voor deze feesten werd gevraagd, in zee
ging, stond daarin woordelijk vermeld:
In dit tijdsverloop heeft de afdeeling veel
nuttig werk op tuinbouwgebied kunnen ver
richten, zoodat er alle aanleiding bestaat
dit jubileum feestelijk le herdenken.
Spr. stelde daarna de vraag; heeft de af
deeling dit werkelijk gedaan en dus voldaan
aan hetgeen artikel 2 van het huishoudelijk
reglement haar voorschrijft, nl. lo. het be
vorderen van vakkennis en tuinbouwonder
wijs. Het antwoord op deze vraag luidt;
ruim 27 jaar heeft de afdeeling onafgebro
ken een algemeenen tuinbouwc.ursus gehou
den en reeds voor dien lijd onderhield zij
leergangen in tuinteekenen.
Gedurende 25 jaar zijn bijna onafgebro
ken onderhouden speciaalcursussen in tuin
teekenen, bloemisterij, bemestingsleer, don-
drologie, enz.
Dit jaar staat te openen een algemeenen
tuinbouwcursus met 28 en een speciaal-
cursus in aanleg en onderhoud van tuinen
met 25 leerlingen.
Hierin heeft zij steeds aangenaam samen
gewerkt met de Leidsche Tuiniers- en Bloe-
mistenvereeniging „Door Eendracht Ver
bonden", met de Leidsche afdeeling van den
Bond van Oudleerlingen van Winlercursus-
sen en niet het minst met den Rijks Tuin-
bouwconsulent.
In antwoord op de tweede vraag: heeft de
afdeeling voldoende aandacht geschonken
aan het organiseeren en steunen van keu
ringen en tentoonstellingen, merkt spr. op,
dat reeds vanaf de oprichting plaatselijke
tuinbouwtentoonstellingen in „Zomerzorg"
en later demonstraties van bloemen van
een bepaald seizoen in Zomerzorg en de
Gehoorzaal werden gehouden.
Toen kwamen de tijden der keuringen en
zijn er door de afdeeling in samenwerking
met de vaste-keuringscommissie en de Ned.
Dahliavereeniging een groote keuring en
twee speciale Dahlia-keuringen georgani
seerd.
Op één verregende na zijn alle, in ieder
opzicht een succes geweest.
Ook het houden van vergaderingen en
bijeenkomsten behoorde tot het vaste werk
plan der afdeeling. Gedurende vijftig jaar
werden zeker ieder jaar steeds *3 a 7 ver
gaderingen gehouden, die gemiddeld door
30 lot 40 leden werden bezocht
Tal van buitengewone vergaderingen,
voordrachten, cursussen en wandel-leera-
ren tot film-avonden toe werden georgani
seerd.
Wat betreft het inrichten en instand
houden van proeftuinen, zegt spr., dat reeds
27 jaar geleden de eerste proeftuinen voor
proeven met hulpmeststof'en op de kwee-
kerijen van de heeren Kriest en Bal lego
werden aangelegd. Nog drie keer daarna
werden proeftuinen voor dahlia's aange
legd, doch telkens slechts dan, wanneer de
wenschelijkheid er toe bleek.
De afdeeling stelde zich steeds op het
standpunt, dat de verdiensten van hen,
die zich op tuinbouwgebied op een of an
dere wijze onderscheidden, erkend moesten
worden. Toen de maatschappij zelf alleen
voor veertig-jarigen dienst een blijk van
erkenning gaf. deed de afdeeling diï reeds
dertig jaar geleden voor 25-jarigen dienst
en gaf daarmede aan alle afdeelingen het
voorbeeld. Steeds worden de jubilarissen
opgezocht en in vergaderingen de medailles
uitgereikt.
Steeds werd gebruik gemaakt van alle
wettige middelen, die tot het doel zouden
kunnen leiden. Spr. wil hier verder nog
slechts noemen de gehouden excursies; er
werd geholpen aan het organiseeren van
Floraliatenloonstellingen; de kweekwed-
slrijden der Ver. Door Eendracht Verbonden
werden gesteund; er werden prijzen be
schikbaar gesteld voor tuintjeswedstrijden
en voor prijsvragen; het initiatief werd ge
nomen tot het oprichten der Vereeniging v.
School- en Werktuinen; de afdeeling wend
de zich tot het gemeentebestuur voor het
verbeteren van parkaanleg, zoo in zake bet
Kooipark en v. d. Werfpark; de advies-
bureaux voor tuinbouw-aangelegenheden
werden door de afdeeling opgericht.
Komende aan het einde van zijn betoog
zeide de heer Witte, dat, volgens artikel 1
van haar huishoudelijk reglement, de a\<l.
ten doel heeft het bevorderen van den
Tuinbouw in den meest uitgebreiden zin.
Zij heeft dus vijftig jaar loyaal aan dit
voorschrift en daarmede aan de statuten
der Maatschappij voldaan en zal daarmede
blijven voortgaan, zoolang eensgezindheid
onder de leden en vertrouwen in het be
stuur blijven bestaan.
En daarom meende de heer Witte ook.
dat er inderdaad aanleiding bestond het
vijftig-jarig bestaan der afdeeling feestelijk
te herdenken.
Na deze toespraak volgden luide toejui
chingen, waarna drt heer Witte den burge
meester verzocht de openingsplechtigheid
te willen verrichten.
Rede van den burgemeester.
U heeft mij de eer aangedaan aldus ving
de heer van de Sande Bakhuyzen aan mij
te verzoeken de tentoonstelling die Uwe
Afde'eling organiseert ter herdenking van
haar 50-jarig bestaan te openen. Ik dank
U daarvoor en geef gaarne gevolg aan dit
verzoek. Ik vang dan aan, gelijk het past,
wanneer men bij een jarige op bezoek komt.
u een hartelijken gelukwensch aan te bieden
met dit voor u en voor de gemeente zeer
heuglijke feit. een gelukwensch namens de
gansche burgerij.
De gansche burgerij toch heeft reden om
zich met u te verheugen, de geheele gemeen
schap is u veel dank verschuldigd, omdat
het resultaat van uw werk voor ons tot
uiting komt in een vervroolijking van ons
leveh, een versiering van hof en huis, een
verlustiging van ons oog.
Leiden heeft echter naast de reden tot
dankbaarheid ook reden om trotsch te zijn
op wat uwe afdeeling en haar individueele
leden tot stand bre'ngen. Gij, mijne heeren,
vertegenwoordigt een Leidsch bedrijf dat
voor zichzelf en voor de stad naam gemaakt
heeft lot builen de grenzen van ons land-
Het oude Leiden, en nu spreek ik van de
dage'n van mijn jeugd, toen de singels nog
de stad afsloten, was omgeven door tal van
kweekerijen, zij vormden een gordel van
schitterende.kleuren, kleuren die ons land
schap, wanneer de zon ons onthouden wordt
zoo broodnoodig heeft om de stemming op
te wekken. De uitbreiding van de stad heeft
die kweekerijen gedeeltelijk ingebouwd, ge
deeltelijk naar de nieuwe grenzen gedreven,
om straks misschien, als wij niet waak
zaam zijn, buiten de gemeente terecht
te komen.
Een tuinstad in den zin waarin we dat
tegenwoordig van verscheidene nieuwe ge
meenten mogen zeggen, is Leiden niet, maar
Leiden is en was altijd in hooge mate een
stad van tuinen. Tal van heerenhuizen in
alle deelen der stad hebben schitterende en
zeer typische stadstuinen. Het publiek ziet
die niet, maar onze plantsoenen en parken
mogen gezien worden en deze zoowel als
ons pronkjuweel, de hortus, vergoeden ons
veel van hetgeen sommige doodsche muren
ons onthouden. De nieuwe uitleg van de
stad echter bood u de gelegenheid meer
voor het oog te treden van het publiek en
de kunde der Leidsche bloemisten, de pro
ducten der Leidsche kweekers vervroolijken
tal van nieuwe en anders zeer doodsche
straten.
Maar de Leidsche kweekerijen hebben
meer gedaan dan gelijken tred houden met
de uitbreiding der stad. Ik aarzel niet te
verklaren, dat zij hun werkingssfeer tot ver
builen de grenzen hebben kunnen uit
breiden.
Zag ik niet, toen ik nog in den vreemde
vertoefde, en het deed mijn hart goed, dat
een Leidsche kweeker den hof van een
Noorsch koning sierde? en hem werd op
gedragen de Nederlandsche inzending op
een tentoonstelling in St.-Petersburg uit te
stallen.
Die tegenwoordige kweekers en bloemis
ten, die zoo bij uitstek nijvere klasse van
onze burgerij, zij doen niet anders dan een
mooie traditie op krachtdadige en succes
volle wijze voortzetten.
Ik mag hier noemen de namen van bloe
misten als Arenlz en Rodbard. die een we
reldreputatie genoten en zou ik vandaag
zwijgen van Siebold. die meer dan eenig
ander misschien gedaan heeft voor de wor
ding van het kweekbedrijf en aan hem en
zijn culluurchef Mater danken wij nog vele
fraaie planten.
De kweekers hebben niet stil gezeten en
zijn op den ingeslagen weg voortgegaan.
Gelijk in alle vakken is de ontwikkeling
gegaan in de richting van specialiseering
en zoo hebben de Leidsche bloemisten, die
vroeger zich vooral toelegden op het onder
houden en voorzien van de stadstuinen,
zich ontwikkeld lot kweekers, die vooral op
een soort bloemen al hun energie concen-
treeren, doch daarin dan ook de volmaakt
heid nabij komen. De Leidsche dahlia's
hebben hun plaatsen gevonden in de cata
logi over de geheele wereld.
En nu weet ik niet of gij de menschheid
hebt overgehaald de beteekenis, de waarde
van bloemen te leeren kennen, dan wel dat
de menschheid uit zich zelf de behoefte aan
bloemen kreeg en daardoor U in staat stelde
Uw kweekerijen te vergrooten, Uw weten
schappelijke behandeling van het vak loo-
nend en mogelijk te maken. Zeker is het,
dat de bloemenvelden in afmetingen jaar
lijks toenemen, dat de bloemenhandel tot
ongekende hoogte is gestegen. Dat gij er
echter, hoe dan ook, belangrijk toe bijge
dragen hebt de kweekkunst in en om Lei
den tot zulk een hoog peil od te voeren,
daarvan ben ik zeker.
En wanneer ik nu ga bedenken, hoe gij
zoo schoone ontwikkeling hebt kunneh be
reiken, dan kom ik natuurlijk weer terug
op mijn uitgangspunt, het vijftig-jarig be
staan van Uwe Afdeeling.
Ik weet niet wie het was, die het initia
tief tot de oprichting heeft genomen, doch
ik mag in dit verband drie» namen in de her
innering terugroepen, twee van bekende
tuinbezitters de notaris Obreen, die toen
maals ihet 'huis van Jhr. de Gijselaar met
zijn mooien tuin bewoonde, die de eerste
voorzitter Uwer Afdeeling was, de heer Ger-
lings, wiens sdhitterende tuin door zijn
kinderen in eere gehouden is en tot de al-
leriDcsten van zijn soort behoort en eindelijk
noem ik U den naam van den heer Witte,,
den oudere, die natuurlijk de bezielende,
de leidende, de scheppende geest geweest is.
Van hem dateeren de eerste pogingen om
puiblieke belangstelling te wekken voor het
mooie van planten- en boomengroei.
De Afdeeling Leiden van de Koninklijke
Nederlandsche Maatschappij voor Tuinbouw
en Plantkunde heeft in het geheele bloemen
en plantenvak gebracht dat geen zonder het
welk het nooit tot ontwikkeling, tot groote
blijvende resultaten had kunneft komen,
n.l. 'een goede organisatie en een voortref
felijke onderlinge samenwerking. De Af
deeling is de schakel geworden lusschen
wetenschap en praktijk en zoo groeit en
bloeit de tuinbouw onder de best denkbare
voorwaarden.
Een belangrijke lak van Uwe activiteit
mag ik niet onvermeld laten, die' de moeite,
die Uwe Afdeeling zich geeft om in samen
werking met anderen het tuinbouwonder
wijs te verzorgen en te» leiden.
Dit alles zou ook een vereeniging niet
presteeren indien daarin niet zeer bijzon
dere krachten scholen.
Sta mij toe, dat ik al die namen niet
noem, doch eene uitzondering moge ik ma
ken. De heer Witte, de jongere, die meer
dan 25 jaren voorzitter is, mag het 50-jarig
feest meemaken en leiden en dat is voor
hem een voldoening en ik wensch hem daar
mede in het bijzonder geluk. Voor u en voor
ons allen is zijn voortdurende werkzaam
heid een geruststelling, een waarborg, dat
de toekomst uwer vereeniging, dat de toe
komst van den tuinbouw in en om Leiden
verzekerd is. Dagelijks kunnen wij zijn ca
paciteiten als man van de praktijk m de
schitterende Academie-tuin dankbaar be
wonderen.
En nu, dames en heeren, gij zijt gekomen
om nieuwe bloemen niet alledaagsche bur
gemeesters le zien, te lang reeds hield ik u
en uw geduld is genoegzaam op proef ge
steld. Mij rest slechts de tentoonstelling ge
opend te verklaren Moge zij, bij allen in
de smaak vallen-, een groot succes zij haar
toegewenscht.
Na deze eveneens warm toegejuichte rede
werd de gelegenheid geopend 't afdeeling -
bestuur te complimenteeren, waarvan een
druk gebruik werd gemaakt.
Nfldal gezamenlijk de tentoonstelling
was bezichtigd, en deze ook voor het pu
bliek toegankelijk was gesteld, vereenigen
zich te zes uur bestuur, commissie, genoo
digden en deelnemers aan een gemeen-
sehappelijken maaltijd in café-restaurant
„In den Vergulden Turk" waarna 's avordj»
een vriendschappelijke samenkomst in de
Graanbeurs het programma van dezen dag
zal besluiten.
Wij kc.nen op een en ander morgen
terug.
ONTSPANNINGSAVOND VOOR
HERHALINGSPLICHTIGEN.
Ter aangename afwisseling tussehen het
weinig-opwindende exerceeren en hetgeen
zooal meer lot de dagelijksche bezigheden
van herhalingsplichtige militairen behoort,
had het algemeen comité voor ontspanning
van herhalingsplichligen bij het 4de regi
ment infanterie gisteravond voor degenen
in de feestelijk aangekleede groote Stadszaal
een ontspanningsavond georganiseerd.
De voorzitter van genoemd comité, de
heer Aug. L. Reimeringer sprak er in zijn
openingsrede z'n voldoening over uit. dat
zij, voor wien deze avond in de allereerste
plaats bestemd was, in zoo groote getale
aan de uitnoodiging om tegenwoordig te
willen zijn. gehoor hadden gegeven, daar
mede blijk gevende het te hunnen behoeve
verrichte werk op prijs te stellen.
BINNENLAND.
Prinses Juliana heeft zich heden onder
den naam van Freule van Bnnren laten
inschrijven als lid van de Vereeniging van
Vrouwelijke Studenten alhier. (Laatste Ber.,
le blad).
Het halve-eeuw-feest van de afdeeling
Leiden der Kon. Ned. Maatschappij voor
Tuinbouw- en Plantkunde. (Stadsnieuws,
le blad).
De resultaten der wereldpostconferentie.
(Binnenland, 2e blad).
De kwestie der wethondersverkiezingen
te Amsterdam. (Binnenland, 2e blad).
Het rapport der commissie van belang
hebbenden in zake het tramongelnk te
Laren. (Gemengd, 2e blad).
BUITENLAND.
Een rede van jhr. London in de derde
Volkenbondscommissie. (Buitenl., le blad).
Besprekingen tussehen ministers der Bal-
tische randstaten. (Buitenland, le blad).
Een moordaanslag op den Italiaanschen
vice-consul te Parijs. (Buitenland, le blad),
Het wrak van de „Old Glory" gevonden.
(Telegrammen, le blad).
Voorts heette hij in het bijzonder de tal
rijke burgerlijke en militaire autoriteiten
welkom, waarvan wij slechts noemen den
regimentscommandant, overste Kist, den
weihouder, den heer Goslinga, den oud
wethouder, den heer Sanders, de verschil
lende comitéledcn en vele anderen, die door
hun aanwezigheid blijk gaven van hun be
langstelling.
Een woord van warmen dank bracht spr.
aan allen, die door hun medewerking de
samenstelling van een goed programma
mogelijk maakten en aldus het welslagen
van dezen avond verzekerden.
Wanneer spr. een welkomstwoord toe
roept aan hen, die momenteel hier vertoe
ven om hun plicht als Nederlander na te
komen, dan doet hij dat ook namens een
groot gedeelte van de burgerij, dat in onze
weermacht ziet een lichaam, hetwelk in
tijden van gevaar een hecht bolwerk zal
vormen tegen buitenlandsche inmenging cn
waarachter het vrouw en kind veilig acht,
Eerst wanneer wij in het buitenland ver-»
keeren, aldus spr., gevoelen wij de waar
deering voor het eigen land, bespeuren wij
in ons binnenste een gevoel van fierheid,
dat wij vrije, onafhankelijke Hollanders
zijn, maar onmiddellijk daarna valt in ons
hart een gevoel van dankbaarheid op, dat
aan het hoofd van dat kleine landje een
vrouw staat als onze Koningin.
.Met een driewerf hoera voor Koningin
Wilhelmina door alle aanwezigen spontaan
herhaald, besloot spr. zijn korte toespraak,
waarna het Leidsch Muziekcorps het Wil
helmus inzette.
Over het verdere programma kunnen wij
eigenlijk kort zijn en volstaan met de mede-
deeling, dat het inderdaad een gezellige
avond was, rijk aan afwisseling en steeds
boeiend.
De pittige muziek van ons Leidsel Mu
ziekcorps onder leiding van den heer Joh.
G. Geyp, de voortreffelijke zang van San
ders' Gemengd Koor „De Ster", onder haar
bekwamen diresteur den heer W. J. Mizee
en de leutige voordrachten van den Veluw-
schen dichter-zanger Jan van Riemsdijk, dit
alles oogstte een langdurig en welverdiend
applaus, dat somwijlen geen einde scheen
te nemen en de concertgevers herhaaldelijk
lot toegiftjes dwong.
Wij zijn er van overtuigd, dat niet alleen
de manschappen, maar ook de officieren
cn verdere autoriteiten zich kostelijk hebben
vermaakt. Moge deze voldoening het comité
een aansporing zijn om op den ingeslagen
weg voort le gaan.
EEN NIEUWE KOOLSOORT.
Onze stadgenoot de bloemist J. E. Heenk,
heeft wij hebben er wel eens eerder aan
herinnerd zich vele jaren moeite gege
ven om in de papaverplanten verbetering
tc brengen met name door een nauwkeurige
en jaren volgehouden selectie hybridatie en
kruising. Hij heeft daarmede belangrijke
belangrijke successen verkregen, wat op
verschillende tentoonstellingen, zoowel hier
als elder3, is gebleken. Ook op de thans al
hier gehouden tentoonstelling zal hij zeker
weder goed uitkomen. Wij willen thans er
echter op wijzen, dat hij zich niet alleen
tot de verschillende bloemsoorten bepaalt,
doch zijn veredelings-theorie ook is gaan
loepassen op voedergewassen. Zoo is he;
hem thans gelukt uit de door hem ge
kweekte vormen uit de bloemkool ..Le
Cerf" een soort le winnen, waarin, verge
leken bij de oorspronkelijke ..Le Cerf". niet
minder dan 13 verbeteringen zijn aange
bracht met betrekking tot de kwaliteit,
terwijl hij den omvang in hel gewicht met
circa 50 pet. heeft welen doen toenemen
Deze nieuwe koolsoort wordt thans ge
kweekt in de tuinderij van den heer W.
Bink, alhier.