HOLLANDSCH ZWITSERSCHE LOCARA kepen BSHë ONRECHTMATIG BEZIT 68ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 5 September 1927 Tweede Blad No. 20698 GEMEENTEZAKEN. ^ïanjeb0o. rpN BIEREN VOOR DE HUISKAMER. BINNENLAND. FEUILLETON. BEGROOTING DER INKOMSTEN EN UITGAVEN VAN DE GEMEENTE LEIDEN OVER 1928. Door B. en TV. is aan den gemeenteraad pangeboden de begrooting van inkomsten en uilgaven der gemeente voor den dienst 1928 me; een uitvoerige memorie van toelichting en eenige bijlagen, waaronder een staat van schulden (gewone leeningen en annuïteits- leeningen), aflossingen betreffende de be- drgven, begrooting grondbedrijf, huur der landerijen en aflossing van het grondbedrijf en aflossingen van den Reinigings- en Ont- gmettingsdienst en vuilverbranding, te zaraen een belangwekkende verzameling, waardoor men, bij nauwgezette studie, zich een juist beeld vermag te vormen van de financieele gestie onzer gemeente. De begrooting, waarvan het eindcijfer van den gewonen dienst thans f7.352.992 aan- wiisl tegen f7.815.113 voor 1927 is op gemaakt volgens het systeem, dat werd toegepast bij het samenstellen van die voor 1927dat wil dus zeggen, dat bij de raming van de inkomsten en uitgaven buiten be schouwing werd gelaten de ontvangst van een batig saldo van vorige diensten. Om een in dezen zin sluitende begrooting te verkrijgen moesten derhalve de ontvangsten en uitgaven van de hoofdstukken li tot en met XVI van den gewonen dienst tegen elkander opwegen. Dat het eindcijfer thans f 462.121 lager is geraamd dan voor 1927 vindt zijn grond in het feit, dat het batig saldo van 1926 (te verantwoorden in hoofdstuk I) zooveel kleiner is als dat waarmede de begrooting vaL 1927 opende. Niettegenstaande alle posten zoo scherp mogeljjk werden geraamd en alle uitgaven, <ÏÏ6 niet strikt noodzakelijk waren, werden gewmerd, bleek, dat voor de hoofdstukken II tot en met XVI de uitgaven de inkomsten met een bedrag van f296.552 overtrof [en. D9 begrooting gaf dus een tekort te zien van genoemd bedrag. In hun toelichting voegen B. en W. aan Öeze mededeeling onmiddellijk toe, dat met de wetenschap, dat het jaar 1926 een exploitatieverlies van f386.000 had opge leverd en voor het jaar 1927 voorloopig over f 300.000 van de bekende reserve moest worden beschikt, deze uitkomst te voorzien was. Er was toch geen aanleiding te ver wachten, dat de omstandigheden voor 1928 plotseling zoo grondig zouden zijn veranderd, dat een bedrag van eenige tonnen, hetzij door verhooging van inkomsten of verlaging van uitgaven, hetzij door beide, kon worden gevonden. Al behoeft men dus den financieelen toe stand der gemeente niet al te pessimistisch te beschouwen, toch mag men de oogen ook niet sluiten voor het feit, dat gedurende een paar jaar de huishouding der gemeente een exploitatieverlies heeft opgeleverd. Deze omstandigheid doet vanzelf de vraag op komen, of het evenwicht tusschen ontvang sten en uitgaven alleen door tijdelijke oor zaken verbroken is, of dat het tekort te wijten is aan invloeden, die van meer blg- venden aard zijn. Tot de uitgaven, waarvan een aanzienlijke vermindering kan worden verwacht, behoo- ren die voor kwade posten in zake belas tingen en voor ondersteuning van werk- Ioozen. Wanneer deze weder op meer nor male bedragen kunnen worden uitgetrokken, dan wordt een besparing van pl.m. f 100.000 verkregen. Ten opzichte van de andere andere uitgaven bestaat een zoodanige ver wachting niet. Indien men nu verder rekent op een winst van f90.000 voor de gestich ten „Endegeest" c.a.' in plaats van op het uitgetrokken bedrag ad f66.500, dan kan worden aangenomen, dat het nadeelig ver schil tusschen de normale uitgaven en ont vangsten voor 1928 feitelijk f 170.000 h f 175.000 bedraagt. Dit bedrag zal derhalve, indien men eenigszins verzekerd wil zijn van een sluiten de begrooting in volgende jaren, hetzij door vermeerdering van inkomsten of verlaging van uitgaven, hetzij d°or beide, gevonden moeten worden. Hierbij is nog niet rekening gehouden met nieuwe eischen, die in de naaste toekomst aan de gemeentekas zullen worden gesteld. Van de groote werken, die eerlang aan de orde komen en waarmede tonnen gouds zullen zgn gemoeid, noemen B. en W. slechts: den aanleg van een nieuwe veemarkt, de vernieuwing van de Groote Havenbrug en van andere bruggen, de voortzetting van het centrale rioleeringsplan, enz. Ook de verwezenlijking van het in voorbereiding zijnde uitbreidingsplan zal offers aan d9 gemeente vragen, terwijl de toepassing van de Lager-Onderwjjswet voortdurend zwaar dere lasten aan de gemeente oplegt Een en ander toont wel duidelijk aan, hoe noodzakelijk het is, dat de meest mogelijke zuinigheid in het gemeentebeheer wordt be- traeht. In elk geval moet het streven er op zijn gericht de inkomsten en uitgaven in evenwicht te houden. Van de indertijd ingestelde reserve van f 800.000 is thans nog f 500.000 beschikbaar en uit het batig saldo van 1926 kan daaraan, zooals hieronder zal blijken, voorloopig slechts f25.000 worden toegevoegd, makende in totaal een werkelijk bedrag van f535.000. Deze som, wil zij als werkelijke „reserve" dienst kunnen doen, is niet voor vermindering vatbaar tot dekking van tegenvallers, die niet van buitengewonen aard zgn. Anders zou de geheele reserve, in strjjd met haar instelling, spoedig geheel zgn verbruikt. Oi en zoo ja, welke maatregelen intusschen moeten worden aangenomen is, volgens B. en W. thans moeilijk te zeggen. Een goede gelegenheid om zulks nader onde. de oogen te zien, bestaat in Mei 1928, bij de vaststelling van het vermenig vuldigingscgfer. Alsdan kan over een en ander met meer kennis van zaken worden geoordeeld; immers dient te worden afge wacht, in hoeverre de belastingopbrengst zal stijgen. Het is wel overbodig te verklaren, dat verhooging van belasting alleen mag plaats hebben, wanneer alle andere middelen uit geput zgn. B. en TV. hebben echter goede hoop, dat daartoe niet behoeft te worden overgegaan. Het belastbaar inkomen is weer stijgende, in verband waarmede zjj gemeend hebben voor het belastingjaar 1928-1929, met hand having van het vermenigvuldigingscgfer op 0.9 te mogen rekenen op een opbrengst van f2.000.000. En met het oog op den tegen- woordigen economischen toestand, schijnt het hnn niet te gewaagd, met een verdere stijging van het belastbaar inkomen reke ning te houden. Daarnaast kunnen zjj wjjzen op de sterke positie van de bedrijven, speciaal van de Lichtfabrieken, die een hechten steun zijn voor de gemeentefinanciën. Door de ge stadige toeneming van den omzet is het bjjv. niet uitgesloten, dat de winst der Licht fabrieken hooger zal zjjn, dan zij voor 1927 werd uitgetrokken. Vervolgens is in onderzoek de mogelijk heid van vereenvoudiging van de admini stratie en inrichting van de verschillende diensten. Ten slotte mag worden verwacht, dat te eeniger tijd de financieele verhouding tus schen Rijk en Gemeento op billijker wijze zat worden geregeld. Onder deze omstandigheden schijnt het B. en W. het beste toe, in afwachting van een nader te nemen beslissing bjj de vast stelling van het vermenigvuldigingscgfer in Mei 1928, voorloopig hot bedrag van f296.552 te vinden door beschikking over een gedeelte van het batig saldo van 1926. Gelijk werd opgemerkt, kan dan nog een bedrag van f 25.000 naar de Algemeene Reserve worden overgebracht. Thans overgaande tot een korte aandui ding van de verschillen tusschen de be grootingen 1927 en 1928, merken zij aller eerst op, dat deze verschillen soms ver oorzaakt werden door een nieuwe vordeeling van de renten en aflossingen van de onder- se ntidene geldleeningen over de hoofdstukken der begrooting. Aangezien tegenover een vermindering van het eene hoofdstuk stond een verhooging van het andere hoofdstuk, znn deze verschillen van zuiver administra tieven aard. Hoofdstuk I (vroegere diensten) wij9t aan inkomsten aan f 321.552. aan uitgaven f 25 000, batig slot dus f 296 552. Gelijk reeds werd opgemerkt wordt hier van voorshands een bedrag van f 269.552 vereischt voor het sluitend maken der be grooting. Het restant f 25.000 zal worden toegevoegd aan de algemeene reserve. Hoofdstuk II (algemeen beheer) waarvan de inkomsten op 222 658 zijn geraamd en de uilgaven f 314 834. Het nadeelig slot zal dan ruim f20 500 lager zijn als in 1927 in hoofdzaak omdat er in 1928 geen verkiezin gen zijn en doordat de post: Verslag Hande lingen van den Gemeenteraad en de Ingeko men Stukken f 3500 lager kon worden ge raamd. Denken B. en TV. dat de nieuwe Raad minder druk zal praten? Voorts kan de post betreffende het maken van een uitbreidingsplan al 18000 ver vallen. Hoofdstuk III (openbare veiligheid) heeft tegen een geraamde uilgaaf van f 609.116 slechts Ie stellen een bedrag aan inkomsten van f 14.350. De uitkomst is toch ongeveer f 1500 voordeeliger dan in 1927, welk ver schil echter weer gedeeltelijk weer zal wor den opgeheven door dat f 1200 zal worden aangevraagd voor het geven van gym- nasiek-onderwijs aan polilie-agenten. Het ligt echter in het voornemen van B en TV. te onderzoeken of de tegenwoordige regeling van het kleedinggeld voor de poli tie en ander personeel (vaste vergoeding plus toelage of bijslag) niet behoort te worden gewijzigd. Hoofdstuk XII Belastingen is nadeelig"r geraamd op ruim f 110. Het volgnummer kwade posten is van f 195.500 lot f 250.000 of met f 54 500 gestegen. Plaatselijke inkomstenbelasting is ge raamd op f 2 000.000 waarbij is uitgegaan van handhaving van het vermenigvuldi gingscgfer 0.9. De opbrengst van 1926/1927 was f 1.958.000. Hoofdstuk XIII par. 1 en 2) Gasfabriek en Electriciteitsfabriek wijst aan een winst van f 607.700 evenals verleden jaar. Mst epn beetje optimisme kan men verwachten dat dit bedrag in 1928 wel iets grooter zal zijn. De winst der Gestichten; voor het loo- pende jaar op de begrooting gebracht voor f 90.000 is thans op f 66 500 geraamd. Een kans op een meevaller is dus niet uitge sloten. Van het Openbaar Slachthuis wordt thans ook weer op een winst van f 46 000 gerekend. Misschien valt de uitkomst hier van ook nog mee. Hoofdstuk V (Volkshuisvesting) is f 18.010 nadeeliger, een gevolg o.a. van het uittrek ken van meerdere bijdragen in het exploi tatietekort van woningbouwplannen in ver band met den bouw van 40 gemeentewonin gen en van 174 woningen door de Vereen, tot bevordering van den bouw van Werk manswoningen. Hoofdstuk VI (openbare werken) ver eischt f 54.680 meer, doordat dit onderdeel moet worden belast met rente en aflossing van f 830 000 der 4'/* pet. leening 1927 ad f 1.500.000. Het Hoofdstuk betreffende „Onderwijs" dat in vergelijking van 1927 nog schijnt'te zullen meevallen komen we tot par. 5 van Hoofdstuk XIII dat plm. f.38 800 nadeeliger dreigt te worden dan in 1927. In tegenstel ling met dit jaar is thans in uitgaaf gebracht het nadeelig saldo op den gewonen dienst van dit bedrijf, geraamd op f 31.654. Het ontmoette bezwaar voor de dekking van dit nadeelig saldo andermaal over een gedeelte der reserve van het bedrijf te ba- schikken. Op 1 Januari 1927 bedroeg de re serve f 108 820.91. In mindering komt het vermoedelijk verlies van het bedrijf over 1927 ad f 30.169, zoodat beschikbaar blijft een bedrag van f78.651.91. Werd thans opnieuw een gedeelte van de reserve aangewend voor uitkeering aan den gewonen dienst, dan zou zij te gering wor den om aan haar doel te beantwoorden. Hoofdstuk XIII par. 6. (Reinigings- en Ontsmettingsdienst). Het nadeelig slot op deze par. is plm. f 3750 ongunstiger, onge veer overeenkomende met het hoogere ver lies, op de bedrijfsbegrootingen voorkomen de. Het meerdere tekort is echter ontslaan wegens lager geraamde ontvangsten van andere gemeentediensten. Aan den anderen kant hebben die diensten dus een gelijke mindere uilgaaf te doen. Hoofdstuk XVI (Onvoorziene uitgaven) is weer zeer laag geraamd. Ook thans zal ge tracht worden met een bedrag van f50.010 te volstaan. Van de voor 1927 beschikbaar gestelde som ad f 50.000 is thans slechts rond f 20.000 gebruikt. BENOEMING VAN EEN ONDERWIJZERES Bij de wet van 23 Juli j.L S. 269 tot wij ziging van de Lager-onderwijswet is o.m. bepaald, dat, zoolang gewezen onderwij zers op wachtgeld staan, de jaarwedde van in den vervolge te benoemen onderwijzers, die bij hun benoeming niet in het genot waren van wachtgeld, op de Rijksvergoe- ding in mindering wordt gebracht. Aangezien de toestand der gemeente-fi- nanciën het niet wel mogelijk maakt met prijsgeving van de Rijkssubsidie op andere wijze dan door benoeming van op wacht geld gestelden in de bij het openbaar lager onderwijs ontstane vacature* te voorzien, hebben B. en TV. aanstonds maatregelen getroffen, om zoo spoedig mogelijk voor stellen tot benoeming van op wachtgeld ge steld onderwijzend personeel bij den Raad in te dienen. Daarmede zal echter eenige tijd gemoeid zgn. Inmiddels is gebleken, dat mej. C. M. Hoekstra te Katwijk a. d. Rijn, wier naam voorkomt op de lijst van in onze gemeente bij voorkeur benoembare onderwijzeressen, reeds eenigen tijd wachtgeld geniet en dat zij zeer spoedig elders voor benoeming zal worden voorgedragen. Aangezien mcj. Hoekstra evenwel de voorkeur geeft aan een benoeming te Leiden, komt het B. en TV. evenals den Inspecteur van bet Lager On derwijs in deze Inspectie gewerischt voor mej. Hoekstra, die ook zonder bovenge noemde wet eerlang voor benoeming te Leiden in aanmerking zou zijn gekomen, thans ter benoeming voor te dragen en wel aan de o.l. school op het Schutters veld B. AANLEG EENER ELECTRISCHE VERLICHTING OP „ENDEGEEST' ETC. De Commissie van Beheer der gestich ten Endegeest, Voorgeest en Rhijngeest, deglen B. en TV. mede, dat een 4-tal pavil joens (de paviljoens C. en D. voor mannen en vrouwen) op het terrein van „hinde geest" nog van gasverlichting zijn voor zien, terwijl alle andere zich daar bevin dende gebouwen eleetrisch worden verlicht. Met het oog op het aan gasverlichting verbonden grooter brandgevaar acht de Commissie het noodag thans ook over te gaan tot het doen aanleggen van een elec- trische verlichting in bovengenoemde 4 pa viljoens, terwijl zij van de gelegenheid te vens gebruik willen maken om het ge stichtsterrein in de omgeving van de gebou wen eleetrisch te doen verlichten. De kos ten van aanleg en montage met bijkomen de werken, die door den directeur der Ste delijke Fabrieken van Gas en Electriciteit RECLAME. Naar ieders keuze Naar ieders s/naak jlt y %BO<JWgRM O'OPANJEBOOMsflQTtEOPAW 6118 HET SPELLETJE VAN DE 15 LUCIFERS, Het geheim van dit spelletje is dat de- geen. die winnen wil. er voor zorgen moet dat hij de tegenpartij 13, 9 of 5 lucifers laai om van af te nemen. Speelt men zelf eerst dan neemt men 2 lucifers weg, zoodat er 13 blijven liggen en men er steeds voor kan zorgen dat er 9 of 5 overblijven. Begint de tegenpartij met toevallig 2 te nemen dan komt het er op aan er voor te zorgen tocty lot 9 of 5 te komen. Hierin zal men wel bijna altijd kunnen slagen indien de tegenpartij het geheim niet kent. op rond f 20.000 worden geraamd, kunnen uit de middelen van het Afschrij rings- en Vernieuwingsfonds worden betaald, zoodat naar haar meening uit financieel oogpunt tegen uitvoering van dit werk geen be zwaar bestaat. Op grond van het bovenstaande geven B. en W. alanu in overweging den Raad voor te stellen haar te machtigen tot het doen aanleggen van deze eleetrisch© ver lichting. WIJZIGING DER ONGEVALLENWET 1921, De vrije artsen-keuze gehandhaafd. Ingediend is een wetspnlwerp tot wijzi-. ging der Ongevallenwet 1921. Het ontwerp bevat een regeling, waarbij aan ondernemingen, welke in het bezit zijn van een behoorlijk ingerichten, eigen ge neeskundigen dienst, de gelegenheid 'wordt opengesteld dien dienst te benutten zoowel ten behoeve van de ongevalsverzorging van in de betrokken onderneming door een on geval getrof/en arbeiders en de geneeskun dige controle op die arbeiders, als ten be hoeve van vermindering der administratieve bemoeiingen, welke de Ongevallenwet voos den werkgever medebrengt, waarbij daarte- génover waarborg wordt gegeven voor de rechten en belangen der verzekerde arbei ders. Voor de erkenning van den geneeskundi gen dienst is yiteraajd eerste eisch, dat de dienst deugdelijk zij. De beoordeeling hier van berust bij het bestuur der Rijksverze keringsbank. De geneeskundige wordt benoemd en voor zijn arbeid beloond door den werkgever. Ten einde waarborg te geven zoowel te genover de arbeiders in de onderneming als tegenover de bank voor onpartijdige oordeel vellingen door den geneeskundige, is de eisch gesteld, dat dj geneeskundige dienst onder zelfstandige leiding van den genees kundige moet staan. De werkgever zal dus geen zeggenschap mogen hebben in zake de leiding ran den dienst, en in het bijzonder zich niet mogpn mengen in de geneeskun dige behandeling, welke de dienst verleent, en de aanwijzingen, welke de geneeskundige in het belang van de ger^zing van den door bet ongeval getroffen arbeider wenschelijk acht. I ijÉ - -RECLAME.- 7730 A- Naar 't Engelsch van DOROTHEA GERARD, Door Mr. G. KELLER, 62) „Zeker," bevestigde de Litauer dit c-n daar hij juist met zijn rug naar de tafel stond, durfde hij even te glimlachen. Daar op liet hij ernstig minzaam er op volgen: „Ik zal zien wat ik voor u kan doen. Ahal" Die uitroep was hem onwillekeurig ont snapt; want op dat oogenblik knarstte de groote grendel en de ijzeren deur ging open om de eerste gevangenen, die zouden wor den overgebracht door te laten. HOOFDSTUK XII. De komedie: Tweede bedrijf. Ton in het holst van den nacht, dien zij had doorgebracht nu eens op haar knieën naast haar bed. dan weer daar op zittend in oen toestand van ondraaglijke spanning, Katya de eerste geluiden van naderende drukte hoorde, verborg zij het gelaat in de handen en prevelde: „O. God. wees barmhartig! Schenk hun Uw bijstand." Een uur lang had zij in haar zielsangst de minuten geteld, zich bewust, dat het oogenblik tot verwezenlijking van het plan naderde en bevend bij de gedachte, dat het voorbij zou gaan zonder te brengen wat in uitzicht was gesteld. Nu was de crisis nabij. Over een paar uren zou Tadeusz vrij zijn, of wel onherstelbaar verloren, zoo niet reeds dood. Met haast waanzinnig vuur had zij gebeden, hare handen zoo krampachtig samengeknepen, dat de nagels in het vleesch drongen zonder dat zij het gevoelde. Zij ging zoozeer in het gebed op, dat zij niet eens be merkte, dat enkele der naderende voetstap pen niet verder dan tot haar deur waren ge gaan. Toen door het getraliede kijkgat het bevel weerklonk om in tien minuten gereed te zijn voor overbrenging naar de Citadel, begreep zij er aanvankelijk niets van. Het moest een vergissing zijn, tenzij misschien. ja, tenzij haar naam door een builengewo- nen samenloop van omstandigheden op dezelfde lijst was geplaatst als die. waarop Tadeusz stond. Dat kon slechts de eenige oplossing zijn, zooals zij na enkele minuten nagedacht te hebben, duidelijk begreep. Maar wiens werk was dat? Van Dem- bowski? Van Witek? Geen oogenblik dacht zij aan Malania Petrowna, die toch had ge daan, wat geen van beiden ooit gehoopt had te kunnen volbrengen, die Dembowski met zich medeslepend nog meer, dan door hein geleid, doorgedrongen was tot in het ver blijf der samenzweerders, juist op het oogen- .blik, dat zij nog eens generale repetitie hiel den van het bevrijdingsdrama, en zich aan hunne voeten had geworpen. Haar leven had zij evenals haar spaar penningen van veertig jaren gaarne over voor de redding van haar „suikerpoppetje", dat zij moesten en zouden redden als zij niet ten eeuwigen dage wilden te boek staan als het uitvaagsel der maatschappij. Haar leven hadden zij niet noodig, en van haaj spaarpenningen wilden zij niets weten, maar het was niet vergeefs, dat zij op haar stijve knieën was gevallen. Het zou nog do vraag kunnen zijn of het Malania alleen ge lukt zou zijn hen over te halen, als men zich niet nog dat meisje in haar witte ge waad had herinnerd, dat den vorigen dag op dezelfden plaats had gelegen. Maar hoe dan ook, na een oogenblik geweifeld te heb ben werd aan haar smeeken gehoor gegeven. De lijst, waarop men den vorigen dag geen elfden naam wilde plaatsen, werd nu met een twaalfden naam verrijkt, haast zonder een woord van verzet, wel een bewijs, hoe zeer hun fantasie was geprikkeld. Op het laatste oogenblik deed zich nog een oogen blik van aarzeling op wegens het gevaar van zich te verraden doordat deze gevan gene niet als de anderen onbekend was met de samenzwering. Maar dat duurde toch niet lang. „Reken er maar op, dat een vrouw een zaak geheim weet te houden 1" riep de magere, donkere man uit, die de rol vau den oudsten op zich had genomen, „vrou wen zijn geberen tooneelsfflselsters, al van haar wieg af!" En hiermede kreeg de zaak haar beslag. Voor het oogenblik was dit alles onbekend aan Katya en zij brak haar hoofd niet over het „hoe" van het verloop der gebeurtenis sen. Zij dacht alleen aan de toeneming van de kans op gevaar. Het beeld van de red dingsboot, die door een passagier te veel om sloeg, speelde haar in alle klaarheid door het hoofd. Hoe kon de Litauer op die ge dachte zijn gekomen? Hij, die haar de mensch geworden voorzichtigheid had toege schenen I Zij vervloekte hem bijna in haar binnenste. Daarna dacht zij plotseling aan de ont moeting, welke haar te wachten stond en zij begon te beven. Zou het mogelijk gijn, fat zij en Tadeusz over een paar minuten in het zelfde vertrek zouden staan? Iets tusschen verrukking en ontzetting be lette haar om zich heen te kijken toen zij zich mede schaarde in den halven kring voor de schrijftafel van den gevangen'r-»- directeur als eenige vrouw tusschen die allen. Zeer langzaam week dat gevoel en teen keek zij in de oogen van den man, dien zij ongeveer zeventien maanden geie- den voor het laatst in de Karpathen had gezien. Zij moest hem tweemaal aankijken. Was hij het werkelijk? Die schrale wangen, die lange baard, die diep liggende oogen, waar omheen de angst der laatste dagen, der laatste uren zijn merk had gelegd.... Uit zijn oogen sprak nu geen angst, maar nog minder blijdschap, enkel een hardnekkig ongeloof, alsof hij naaf een hersenschim van zijn ontsteld brein keek. Dat kon geen vleesch en bloed zijn, wat hij voor zich zag, dat was onmogelijk. Het was veeleer te on derstellen, dat het droombeeld, waaromhe-n zijn gedachten uren achtereen in een kring hadden rondgedraaid, tot een verschijning was geworden, weike toch geen werkelijk heid was. Éen oogenblik sloot hij de oogen, om daarna weer op te kijken. Toen zij dit gebaar zag, begreep zij den toestand. Hoe zou hij ook de waarheid kun nen vallen, hoe kon hij een oogenblik op zijn zinnen vertrouwen? Zij kon zoo pre*- cies den loop zijner gedachten volgen, dat zij het oogenblik waarnam, waarop hij tot de overtuiging van de werkelijkheid kwam, dat de starheid van zijn blik verdween, om plaats te maken voor een nieuwe vrees, ver mengd met diep medelijden, welke zoo dui delijk tot haar sprak, dat woorden overbodig vrweu, Jto Art kn fewtt op deze plaats gag, overschaduwde volkomen de vreugde van haar weder te zien want dat was een vreugde! Zij kon zich niet ver gissen, en zich eén oogenblik niet bewust van den toestand, sprong haar hart op van vreugde over de herkenning. Maar wat trachtte dje oogen haar te zeggen? Was het een afscheidsgroet? En toen herinnerde zij zich, dat hij dacht op weg naar het schavot te zijn. Hoe heer- Ujk zou het zijn hem een enkel woord van hoop in te fluisteren, hem met een enkel woord te bemoe<ïigen! Maar dat mocht niet! Zelfs Jiet begin van een glimlach, dat om haar lippen trilde, werd snel onder drukt. Het zou zijn leven hebben kunnen kosten evenals dat van zijn van niels be wuste medegevangenen en hun stoutmoe dige bevrijders. Maar, goede hemel, waren dat wel bevrij ders? Met vernieuwde ontzetting richtte zij haar pogen naar de gestalte van den kapi tein def gendarmerie, dië zich daareven boog over een der stukken op de schrijftafel. Zoo op den rug gezien in de bekende gendar merie-uniform, leek hij voor hare angstig blikkende oo^en in het minst niet op den man. dien zij den vorigen nacht had zien zitten aan het hoofd van die lange tafel. Zouden de autoriteiten misschien in wer kelijkheid beslolen hebben tot een nachte lijk transport en was dit een echt escorte in plaats van het pseudo-geleide? Zij gevoelde zich van angst verstijfd, terwijl zij staroogde naar den man in uniform voor haar. Het duurde een volle minuut eer hij haar kant uitkeek. Gedurende een deel van een seconde blikten zijn kalme blauwe oogen in de hare, onht .mi'en. maar'ren waarschuwing lag in hu-; vu^opgesloten (Wordt vervolgd'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1927 | | pagina 5