HOLLANDSCH ZWITSERSCHE LOCARA kepen BSHë
ONRECHTMATIG BEZIT
68ste Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 5 September 1927
Tweede Blad No. 20698
GEMEENTEZAKEN.
^ïanjeb0o.
rpN BIEREN
VOOR DE HUISKAMER.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
BEGROOTING DER INKOMSTEN EN
UITGAVEN VAN DE GEMEENTE
LEIDEN OVER 1928.
Door B. en TV. is aan den gemeenteraad
pangeboden de begrooting van inkomsten en
uilgaven der gemeente voor den dienst 1928
me; een uitvoerige memorie van toelichting
en eenige bijlagen, waaronder een staat van
schulden (gewone leeningen en annuïteits-
leeningen), aflossingen betreffende de be-
drgven, begrooting grondbedrijf, huur der
landerijen en aflossing van het grondbedrijf
en aflossingen van den Reinigings- en Ont-
gmettingsdienst en vuilverbranding, te zaraen
een belangwekkende verzameling, waardoor
men, bij nauwgezette studie, zich een juist
beeld vermag te vormen van de financieele
gestie onzer gemeente.
De begrooting, waarvan het eindcijfer van
den gewonen dienst thans f7.352.992 aan-
wiisl tegen f7.815.113 voor 1927 is op
gemaakt volgens het systeem, dat werd
toegepast bij het samenstellen van die voor
1927dat wil dus zeggen, dat bij de raming
van de inkomsten en uitgaven buiten be
schouwing werd gelaten de ontvangst van
een batig saldo van vorige diensten. Om
een in dezen zin sluitende begrooting te
verkrijgen moesten derhalve de ontvangsten
en uitgaven van de hoofdstukken li tot en
met XVI van den gewonen dienst tegen
elkander opwegen.
Dat het eindcijfer thans f 462.121 lager
is geraamd dan voor 1927 vindt zijn grond
in het feit, dat het batig saldo van 1926
(te verantwoorden in hoofdstuk I) zooveel
kleiner is als dat waarmede de begrooting
vaL 1927 opende.
Niettegenstaande alle posten zoo scherp
mogeljjk werden geraamd en alle uitgaven,
<ÏÏ6 niet strikt noodzakelijk waren, werden
gewmerd, bleek, dat voor de hoofdstukken
II tot en met XVI de uitgaven de inkomsten
met een bedrag van f296.552 overtrof [en.
D9 begrooting gaf dus een tekort te zien
van genoemd bedrag.
In hun toelichting voegen B. en W. aan
Öeze mededeeling onmiddellijk toe, dat met
de wetenschap, dat het jaar 1926 een
exploitatieverlies van f386.000 had opge
leverd en voor het jaar 1927 voorloopig
over f 300.000 van de bekende reserve moest
worden beschikt, deze uitkomst te voorzien
was. Er was toch geen aanleiding te ver
wachten, dat de omstandigheden voor 1928
plotseling zoo grondig zouden zijn veranderd,
dat een bedrag van eenige tonnen, hetzij
door verhooging van inkomsten of verlaging
van uitgaven, hetzij door beide, kon worden
gevonden.
Al behoeft men dus den financieelen toe
stand der gemeente niet al te pessimistisch
te beschouwen, toch mag men de oogen ook
niet sluiten voor het feit, dat gedurende
een paar jaar de huishouding der gemeente
een exploitatieverlies heeft opgeleverd. Deze
omstandigheid doet vanzelf de vraag op
komen, of het evenwicht tusschen ontvang
sten en uitgaven alleen door tijdelijke oor
zaken verbroken is, of dat het tekort te
wijten is aan invloeden, die van meer blg-
venden aard zijn.
Tot de uitgaven, waarvan een aanzienlijke
vermindering kan worden verwacht, behoo-
ren die voor kwade posten in zake belas
tingen en voor ondersteuning van werk-
Ioozen. Wanneer deze weder op meer nor
male bedragen kunnen worden uitgetrokken,
dan wordt een besparing van pl.m. f 100.000
verkregen. Ten opzichte van de andere
andere uitgaven bestaat een zoodanige ver
wachting niet. Indien men nu verder rekent
op een winst van f90.000 voor de gestich
ten „Endegeest" c.a.' in plaats van op het
uitgetrokken bedrag ad f66.500, dan kan
worden aangenomen, dat het nadeelig ver
schil tusschen de normale uitgaven en ont
vangsten voor 1928 feitelijk f 170.000 h
f 175.000 bedraagt.
Dit bedrag zal derhalve, indien men
eenigszins verzekerd wil zijn van een sluiten
de begrooting in volgende jaren, hetzij door
vermeerdering van inkomsten of verlaging
van uitgaven, hetzij d°or beide, gevonden
moeten worden.
Hierbij is nog niet rekening gehouden met
nieuwe eischen, die in de naaste toekomst
aan de gemeentekas zullen worden gesteld.
Van de groote werken, die eerlang aan
de orde komen en waarmede tonnen gouds
zullen zgn gemoeid, noemen B. en W. slechts:
den aanleg van een nieuwe veemarkt, de
vernieuwing van de Groote Havenbrug en
van andere bruggen, de voortzetting van
het centrale rioleeringsplan, enz. Ook de
verwezenlijking van het in voorbereiding
zijnde uitbreidingsplan zal offers aan d9
gemeente vragen, terwijl de toepassing van
de Lager-Onderwjjswet voortdurend zwaar
dere lasten aan de gemeente oplegt
Een en ander toont wel duidelijk aan, hoe
noodzakelijk het is, dat de meest mogelijke
zuinigheid in het gemeentebeheer wordt be-
traeht. In elk geval moet het streven er
op zijn gericht de inkomsten en uitgaven
in evenwicht te houden.
Van de indertijd ingestelde reserve van
f 800.000 is thans nog f 500.000 beschikbaar
en uit het batig saldo van 1926 kan daaraan,
zooals hieronder zal blijken, voorloopig
slechts f25.000 worden toegevoegd, makende
in totaal een werkelijk bedrag van f535.000.
Deze som, wil zij als werkelijke „reserve"
dienst kunnen doen, is niet voor vermindering
vatbaar tot dekking van tegenvallers, die
niet van buitengewonen aard zgn. Anders
zou de geheele reserve, in strjjd met haar
instelling, spoedig geheel zgn verbruikt.
Oi en zoo ja, welke maatregelen intusschen
moeten worden aangenomen is, volgens B.
en W. thans moeilijk te zeggen.
Een goede gelegenheid om zulks nader
onde. de oogen te zien, bestaat in Mei
1928, bij de vaststelling van het vermenig
vuldigingscgfer. Alsdan kan over een en
ander met meer kennis van zaken worden
geoordeeld; immers dient te worden afge
wacht, in hoeverre de belastingopbrengst
zal stijgen.
Het is wel overbodig te verklaren, dat
verhooging van belasting alleen mag plaats
hebben, wanneer alle andere middelen uit
geput zgn. B. en TV. hebben echter goede
hoop, dat daartoe niet behoeft te worden
overgegaan.
Het belastbaar inkomen is weer stijgende,
in verband waarmede zjj gemeend hebben
voor het belastingjaar 1928-1929, met hand
having van het vermenigvuldigingscgfer op
0.9 te mogen rekenen op een opbrengst van
f2.000.000. En met het oog op den tegen-
woordigen economischen toestand, schijnt het
hnn niet te gewaagd, met een verdere
stijging van het belastbaar inkomen reke
ning te houden.
Daarnaast kunnen zjj wjjzen op de sterke
positie van de bedrijven, speciaal van de
Lichtfabrieken, die een hechten steun zijn
voor de gemeentefinanciën. Door de ge
stadige toeneming van den omzet is het
bjjv. niet uitgesloten, dat de winst der Licht
fabrieken hooger zal zjjn, dan zij voor 1927
werd uitgetrokken.
Vervolgens is in onderzoek de mogelijk
heid van vereenvoudiging van de admini
stratie en inrichting van de verschillende
diensten.
Ten slotte mag worden verwacht, dat te
eeniger tijd de financieele verhouding tus
schen Rijk en Gemeento op billijker wijze
zat worden geregeld.
Onder deze omstandigheden schijnt het
B. en W. het beste toe, in afwachting van
een nader te nemen beslissing bjj de vast
stelling van het vermenigvuldigingscgfer in
Mei 1928, voorloopig hot bedrag van
f296.552 te vinden door beschikking over
een gedeelte van het batig saldo van 1926.
Gelijk werd opgemerkt, kan dan nog een
bedrag van f 25.000 naar de Algemeene
Reserve worden overgebracht.
Thans overgaande tot een korte aandui
ding van de verschillen tusschen de be
grootingen 1927 en 1928, merken zij aller
eerst op, dat deze verschillen soms ver
oorzaakt werden door een nieuwe vordeeling
van de renten en aflossingen van de onder-
se ntidene geldleeningen over de hoofdstukken
der begrooting. Aangezien tegenover een
vermindering van het eene hoofdstuk stond
een verhooging van het andere hoofdstuk,
znn deze verschillen van zuiver administra
tieven aard.
Hoofdstuk I (vroegere diensten) wij9t aan
inkomsten aan f 321.552. aan uitgaven
f 25 000, batig slot dus f 296 552.
Gelijk reeds werd opgemerkt wordt hier
van voorshands een bedrag van f 269.552
vereischt voor het sluitend maken der be
grooting. Het restant f 25.000 zal worden
toegevoegd aan de algemeene reserve.
Hoofdstuk II (algemeen beheer) waarvan
de inkomsten op 222 658 zijn geraamd en
de uilgaven f 314 834. Het nadeelig slot zal
dan ruim f20 500 lager zijn als in 1927 in
hoofdzaak omdat er in 1928 geen verkiezin
gen zijn en doordat de post: Verslag Hande
lingen van den Gemeenteraad en de Ingeko
men Stukken f 3500 lager kon worden ge
raamd.
Denken B. en TV. dat de nieuwe Raad
minder druk zal praten?
Voorts kan de post betreffende het maken
van een uitbreidingsplan al 18000 ver
vallen.
Hoofdstuk III (openbare veiligheid) heeft
tegen een geraamde uilgaaf van f 609.116
slechts Ie stellen een bedrag aan inkomsten
van f 14.350. De uitkomst is toch ongeveer
f 1500 voordeeliger dan in 1927, welk ver
schil echter weer gedeeltelijk weer zal wor
den opgeheven door dat f 1200 zal worden
aangevraagd voor het geven van gym-
nasiek-onderwijs aan polilie-agenten.
Het ligt echter in het voornemen van B
en TV. te onderzoeken of de tegenwoordige
regeling van het kleedinggeld voor de poli
tie en ander personeel (vaste vergoeding plus
toelage of bijslag) niet behoort te worden
gewijzigd.
Hoofdstuk XII Belastingen is nadeelig"r
geraamd op ruim f 110. Het volgnummer
kwade posten is van f 195.500 lot f 250.000
of met f 54 500 gestegen.
Plaatselijke inkomstenbelasting is ge
raamd op f 2 000.000 waarbij is uitgegaan
van handhaving van het vermenigvuldi
gingscgfer 0.9. De opbrengst van 1926/1927
was f 1.958.000.
Hoofdstuk XIII par. 1 en 2) Gasfabriek
en Electriciteitsfabriek wijst aan een winst
van f 607.700 evenals verleden jaar. Mst
epn beetje optimisme kan men verwachten
dat dit bedrag in 1928 wel iets grooter zal
zijn.
De winst der Gestichten; voor het loo-
pende jaar op de begrooting gebracht voor
f 90.000 is thans op f 66 500 geraamd. Een
kans op een meevaller is dus niet uitge
sloten.
Van het Openbaar Slachthuis wordt
thans ook weer op een winst van f 46 000
gerekend. Misschien valt de uitkomst hier
van ook nog mee.
Hoofdstuk V (Volkshuisvesting) is f 18.010
nadeeliger, een gevolg o.a. van het uittrek
ken van meerdere bijdragen in het exploi
tatietekort van woningbouwplannen in ver
band met den bouw van 40 gemeentewonin
gen en van 174 woningen door de Vereen,
tot bevordering van den bouw van Werk
manswoningen.
Hoofdstuk VI (openbare werken) ver
eischt f 54.680 meer, doordat dit onderdeel
moet worden belast met rente en aflossing
van f 830 000 der 4'/* pet. leening 1927 ad
f 1.500.000.
Het Hoofdstuk betreffende „Onderwijs"
dat in vergelijking van 1927 nog schijnt'te
zullen meevallen komen we tot par. 5 van
Hoofdstuk XIII dat plm. f.38 800 nadeeliger
dreigt te worden dan in 1927. In tegenstel
ling met dit jaar is thans in uitgaaf gebracht
het nadeelig saldo op den gewonen dienst
van dit bedrijf, geraamd op f 31.654.
Het ontmoette bezwaar voor de dekking
van dit nadeelig saldo andermaal over een
gedeelte der reserve van het bedrijf te ba-
schikken. Op 1 Januari 1927 bedroeg de re
serve f 108 820.91. In mindering komt het
vermoedelijk verlies van het bedrijf over
1927 ad f 30.169, zoodat beschikbaar blijft
een bedrag van f78.651.91.
Werd thans opnieuw een gedeelte van de
reserve aangewend voor uitkeering aan den
gewonen dienst, dan zou zij te gering wor
den om aan haar doel te beantwoorden.
Hoofdstuk XIII par. 6. (Reinigings- en
Ontsmettingsdienst). Het nadeelig slot op
deze par. is plm. f 3750 ongunstiger, onge
veer overeenkomende met het hoogere ver
lies, op de bedrijfsbegrootingen voorkomen
de. Het meerdere tekort is echter ontslaan
wegens lager geraamde ontvangsten van
andere gemeentediensten. Aan den anderen
kant hebben die diensten dus een gelijke
mindere uilgaaf te doen.
Hoofdstuk XVI (Onvoorziene uitgaven) is
weer zeer laag geraamd. Ook thans zal ge
tracht worden met een bedrag van f50.010
te volstaan. Van de voor 1927 beschikbaar
gestelde som ad f 50.000 is thans slechts
rond f 20.000 gebruikt.
BENOEMING VAN EEN ONDERWIJZERES
Bij de wet van 23 Juli j.L S. 269 tot wij
ziging van de Lager-onderwijswet is o.m.
bepaald, dat, zoolang gewezen onderwij
zers op wachtgeld staan, de jaarwedde van
in den vervolge te benoemen onderwijzers,
die bij hun benoeming niet in het genot
waren van wachtgeld, op de Rijksvergoe-
ding in mindering wordt gebracht.
Aangezien de toestand der gemeente-fi-
nanciën het niet wel mogelijk maakt met
prijsgeving van de Rijkssubsidie op andere
wijze dan door benoeming van op wacht
geld gestelden in de bij het openbaar lager
onderwijs ontstane vacature* te voorzien,
hebben B. en TV. aanstonds maatregelen
getroffen, om zoo spoedig mogelijk voor
stellen tot benoeming van op wachtgeld ge
steld onderwijzend personeel bij den Raad
in te dienen. Daarmede zal echter eenige
tijd gemoeid zgn.
Inmiddels is gebleken, dat mej. C. M.
Hoekstra te Katwijk a. d. Rijn, wier naam
voorkomt op de lijst van in onze gemeente
bij voorkeur benoembare onderwijzeressen,
reeds eenigen tijd wachtgeld geniet en dat
zij zeer spoedig elders voor benoeming zal
worden voorgedragen. Aangezien mcj.
Hoekstra evenwel de voorkeur geeft aan een
benoeming te Leiden, komt het B. en TV.
evenals den Inspecteur van bet Lager On
derwijs in deze Inspectie gewerischt voor
mej. Hoekstra, die ook zonder bovenge
noemde wet eerlang voor benoeming te
Leiden in aanmerking zou zijn gekomen,
thans ter benoeming voor te dragen en
wel aan de o.l. school op het Schutters
veld B.
AANLEG EENER ELECTRISCHE
VERLICHTING OP „ENDEGEEST' ETC.
De Commissie van Beheer der gestich
ten Endegeest, Voorgeest en Rhijngeest,
deglen B. en TV. mede, dat een 4-tal pavil
joens (de paviljoens C. en D. voor mannen
en vrouwen) op het terrein van „hinde
geest" nog van gasverlichting zijn voor
zien, terwijl alle andere zich daar bevin
dende gebouwen eleetrisch worden verlicht.
Met het oog op het aan gasverlichting
verbonden grooter brandgevaar acht de
Commissie het noodag thans ook over te
gaan tot het doen aanleggen van een elec-
trische verlichting in bovengenoemde 4 pa
viljoens, terwijl zij van de gelegenheid te
vens gebruik willen maken om het ge
stichtsterrein in de omgeving van de gebou
wen eleetrisch te doen verlichten. De kos
ten van aanleg en montage met bijkomen
de werken, die door den directeur der Ste
delijke Fabrieken van Gas en Electriciteit
RECLAME.
Naar ieders keuze
Naar ieders s/naak
jlt y %BO<JWgRM O'OPANJEBOOMsflQTtEOPAW
6118
HET SPELLETJE VAN DE 15 LUCIFERS,
Het geheim van dit spelletje is dat de-
geen. die winnen wil. er voor zorgen moet
dat hij de tegenpartij 13, 9 of 5 lucifers
laai om van af te nemen.
Speelt men zelf eerst dan neemt men
2 lucifers weg, zoodat er 13 blijven liggen
en men er steeds voor kan zorgen dat er
9 of 5 overblijven. Begint de tegenpartij
met toevallig 2 te nemen dan komt het er
op aan er voor te zorgen tocty lot 9 of 5 te
komen. Hierin zal men wel bijna altijd
kunnen slagen indien de tegenpartij het
geheim niet kent.
op rond f 20.000 worden geraamd, kunnen
uit de middelen van het Afschrij rings- en
Vernieuwingsfonds worden betaald, zoodat
naar haar meening uit financieel oogpunt
tegen uitvoering van dit werk geen be
zwaar bestaat.
Op grond van het bovenstaande geven
B. en W. alanu in overweging den Raad
voor te stellen haar te machtigen tot het
doen aanleggen van deze eleetrisch© ver
lichting.
WIJZIGING DER ONGEVALLENWET 1921,
De vrije artsen-keuze gehandhaafd.
Ingediend is een wetspnlwerp tot wijzi-.
ging der Ongevallenwet 1921.
Het ontwerp bevat een regeling, waarbij
aan ondernemingen, welke in het bezit zijn
van een behoorlijk ingerichten, eigen ge
neeskundigen dienst, de gelegenheid 'wordt
opengesteld dien dienst te benutten zoowel
ten behoeve van de ongevalsverzorging van
in de betrokken onderneming door een on
geval getrof/en arbeiders en de geneeskun
dige controle op die arbeiders, als ten be
hoeve van vermindering der administratieve
bemoeiingen, welke de Ongevallenwet voos
den werkgever medebrengt, waarbij daarte-
génover waarborg wordt gegeven voor de
rechten en belangen der verzekerde arbei
ders.
Voor de erkenning van den geneeskundi
gen dienst is yiteraajd eerste eisch, dat de
dienst deugdelijk zij. De beoordeeling hier
van berust bij het bestuur der Rijksverze
keringsbank.
De geneeskundige wordt benoemd en voor
zijn arbeid beloond door den werkgever.
Ten einde waarborg te geven zoowel te
genover de arbeiders in de onderneming als
tegenover de bank voor onpartijdige oordeel
vellingen door den geneeskundige, is de
eisch gesteld, dat dj geneeskundige dienst
onder zelfstandige leiding van den genees
kundige moet staan. De werkgever zal dus
geen zeggenschap mogen hebben in zake de
leiding ran den dienst, en in het bijzonder
zich niet mogpn mengen in de geneeskun
dige behandeling, welke de dienst verleent,
en de aanwijzingen, welke de geneeskundige
in het belang van de ger^zing van den door
bet ongeval getroffen arbeider wenschelijk
acht.
I ijÉ - -RECLAME.- 7730
A-
Naar 't Engelsch van DOROTHEA GERARD,
Door Mr. G. KELLER,
62)
„Zeker," bevestigde de Litauer dit c-n
daar hij juist met zijn rug naar de tafel
stond, durfde hij even te glimlachen. Daar
op liet hij ernstig minzaam er op volgen:
„Ik zal zien wat ik voor u kan doen.
Ahal"
Die uitroep was hem onwillekeurig ont
snapt; want op dat oogenblik knarstte de
groote grendel en de ijzeren deur ging open
om de eerste gevangenen, die zouden wor
den overgebracht door te laten.
HOOFDSTUK XII.
De komedie: Tweede bedrijf.
Ton in het holst van den nacht, dien zij
had doorgebracht nu eens op haar knieën
naast haar bed. dan weer daar op zittend in
oen toestand van ondraaglijke spanning,
Katya de eerste geluiden van naderende
drukte hoorde, verborg zij het gelaat in de
handen en prevelde:
„O. God. wees barmhartig! Schenk hun
Uw bijstand."
Een uur lang had zij in haar zielsangst
de minuten geteld, zich bewust, dat het
oogenblik tot verwezenlijking van het plan
naderde en bevend bij de gedachte, dat het
voorbij zou gaan zonder te brengen wat in
uitzicht was gesteld. Nu was de crisis nabij.
Over een paar uren zou Tadeusz vrij zijn,
of wel onherstelbaar verloren, zoo niet reeds
dood. Met haast waanzinnig vuur had zij
gebeden, hare handen zoo krampachtig
samengeknepen, dat de nagels in het vleesch
drongen zonder dat zij het gevoelde. Zij ging
zoozeer in het gebed op, dat zij niet eens be
merkte, dat enkele der naderende voetstap
pen niet verder dan tot haar deur waren ge
gaan. Toen door het getraliede kijkgat het
bevel weerklonk om in tien minuten gereed
te zijn voor overbrenging naar de Citadel,
begreep zij er aanvankelijk niets van. Het
moest een vergissing zijn, tenzij misschien.
ja, tenzij haar naam door een builengewo-
nen samenloop van omstandigheden op
dezelfde lijst was geplaatst als die. waarop
Tadeusz stond. Dat kon slechts de eenige
oplossing zijn, zooals zij na enkele minuten
nagedacht te hebben, duidelijk begreep.
Maar wiens werk was dat? Van Dem-
bowski? Van Witek? Geen oogenblik dacht
zij aan Malania Petrowna, die toch had ge
daan, wat geen van beiden ooit gehoopt had
te kunnen volbrengen, die Dembowski met
zich medeslepend nog meer, dan door hein
geleid, doorgedrongen was tot in het ver
blijf der samenzweerders, juist op het oogen-
.blik, dat zij nog eens generale repetitie hiel
den van het bevrijdingsdrama, en zich aan
hunne voeten had geworpen.
Haar leven had zij evenals haar spaar
penningen van veertig jaren gaarne over
voor de redding van haar „suikerpoppetje",
dat zij moesten en zouden redden als zij
niet ten eeuwigen dage wilden te boek staan
als het uitvaagsel der maatschappij. Haar
leven hadden zij niet noodig, en van haaj
spaarpenningen wilden zij niets weten,
maar het was niet vergeefs, dat zij op haar
stijve knieën was gevallen. Het zou nog do
vraag kunnen zijn of het Malania alleen ge
lukt zou zijn hen over te halen, als men
zich niet nog dat meisje in haar witte ge
waad had herinnerd, dat den vorigen dag
op dezelfden plaats had gelegen. Maar hoe
dan ook, na een oogenblik geweifeld te heb
ben werd aan haar smeeken gehoor gegeven.
De lijst, waarop men den vorigen dag geen
elfden naam wilde plaatsen, werd nu met
een twaalfden naam verrijkt, haast zonder
een woord van verzet, wel een bewijs, hoe
zeer hun fantasie was geprikkeld. Op het
laatste oogenblik deed zich nog een oogen
blik van aarzeling op wegens het gevaar
van zich te verraden doordat deze gevan
gene niet als de anderen onbekend was met
de samenzwering. Maar dat duurde toch
niet lang.
„Reken er maar op, dat een vrouw een
zaak geheim weet te houden 1" riep de
magere, donkere man uit, die de rol vau
den oudsten op zich had genomen, „vrou
wen zijn geberen tooneelsfflselsters, al van
haar wieg af!"
En hiermede kreeg de zaak haar beslag.
Voor het oogenblik was dit alles onbekend
aan Katya en zij brak haar hoofd niet over
het „hoe" van het verloop der gebeurtenis
sen. Zij dacht alleen aan de toeneming van
de kans op gevaar. Het beeld van de red
dingsboot, die door een passagier te veel om
sloeg, speelde haar in alle klaarheid door
het hoofd. Hoe kon de Litauer op die ge
dachte zijn gekomen? Hij, die haar de
mensch geworden voorzichtigheid had toege
schenen I Zij vervloekte hem bijna in haar
binnenste.
Daarna dacht zij plotseling aan de ont
moeting, welke haar te wachten stond en zij
begon te beven. Zou het mogelijk gijn, fat
zij en Tadeusz over een paar minuten in het
zelfde vertrek zouden staan?
Iets tusschen verrukking en ontzetting be
lette haar om zich heen te kijken toen zij
zich mede schaarde in den halven kring
voor de schrijftafel van den gevangen'r-»-
directeur als eenige vrouw tusschen die
allen. Zeer langzaam week dat gevoel en
teen keek zij in de oogen van den man,
dien zij ongeveer zeventien maanden geie-
den voor het laatst in de Karpathen had
gezien.
Zij moest hem tweemaal aankijken. Was
hij het werkelijk? Die schrale wangen, die
lange baard, die diep liggende oogen, waar
omheen de angst der laatste dagen, der
laatste uren zijn merk had gelegd.... Uit
zijn oogen sprak nu geen angst, maar nog
minder blijdschap, enkel een hardnekkig
ongeloof, alsof hij naaf een hersenschim van
zijn ontsteld brein keek. Dat kon geen
vleesch en bloed zijn, wat hij voor zich zag,
dat was onmogelijk. Het was veeleer te on
derstellen, dat het droombeeld, waaromhe-n
zijn gedachten uren achtereen in een kring
hadden rondgedraaid, tot een verschijning
was geworden, weike toch geen werkelijk
heid was. Éen oogenblik sloot hij de oogen,
om daarna weer op te kijken.
Toen zij dit gebaar zag, begreep zij den
toestand. Hoe zou hij ook de waarheid kun
nen vallen, hoe kon hij een oogenblik op
zijn zinnen vertrouwen? Zij kon zoo pre*-
cies den loop zijner gedachten volgen, dat
zij het oogenblik waarnam, waarop hij tot
de overtuiging van de werkelijkheid kwam,
dat de starheid van zijn blik verdween, om
plaats te maken voor een nieuwe vrees, ver
mengd met diep medelijden, welke zoo dui
delijk tot haar sprak, dat woorden overbodig
vrweu, Jto Art kn fewtt op deze
plaats gag, overschaduwde volkomen de
vreugde van haar weder te zien want dat
was een vreugde! Zij kon zich niet ver
gissen, en zich eén oogenblik niet bewust
van den toestand, sprong haar hart op van
vreugde over de herkenning. Maar wat
trachtte dje oogen haar te zeggen? Was het
een afscheidsgroet?
En toen herinnerde zij zich, dat hij dacht
op weg naar het schavot te zijn. Hoe heer-
Ujk zou het zijn hem een enkel woord van
hoop in te fluisteren, hem met een enkel
woord te bemoe<ïigen! Maar dat mocht
niet! Zelfs Jiet begin van een glimlach, dat
om haar lippen trilde, werd snel onder
drukt. Het zou zijn leven hebben kunnen
kosten evenals dat van zijn van niels be
wuste medegevangenen en hun stoutmoe
dige bevrijders.
Maar, goede hemel, waren dat wel bevrij
ders? Met vernieuwde ontzetting richtte zij
haar pogen naar de gestalte van den kapi
tein def gendarmerie, dië zich daareven boog
over een der stukken op de schrijftafel. Zoo
op den rug gezien in de bekende gendar
merie-uniform, leek hij voor hare angstig
blikkende oo^en in het minst niet op den
man. dien zij den vorigen nacht had zien
zitten aan het hoofd van die lange tafel.
Zouden de autoriteiten misschien in wer
kelijkheid beslolen hebben tot een nachte
lijk transport en was dit een echt escorte in
plaats van het pseudo-geleide? Zij gevoelde
zich van angst verstijfd, terwijl zij staroogde
naar den man in uniform voor haar. Het
duurde een volle minuut eer hij haar kant
uitkeek. Gedurende een deel van een seconde
blikten zijn kalme blauwe oogen in de hare,
onht .mi'en. maar'ren waarschuwing lag in
hu-; vu^opgesloten
(Wordt vervolgd'