ONRECHTMATIG BEZIT
68*ia Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 3 September 1927
Tweede Blad No. 20697
f BINNENLAND.
FEUILLETON.
GEMENGD NIEUWS.
VOOR DE HUISKAMER.
SCHEEPSTIJDINGEN.
V OFFICIEELS BERICHTEN.
Herbenoemd zijn tot burgeme'esters van:
Bakel en Milheeze P. L. Nooyen; Nuland
Th. F. Teunissen, secretaris; Arnhem mr.
S. J. R. de Moncby; Wijchen jhr. H. L. J.
M. van RijckevorselHeereWaarden A. H.
Baron 91oet van Oldruitenborgh; Middel-
hamis en Sommelsdijk L. J. den Hollander;
Benthuizen A. Verheul Azn. secretaris; Sint
Kruis L. J. de Smet; Koeckengen en Laag
Nietowkoop B. Calissendorff, secretaris Laag
Nieuwkoop; Peize J. A. H. van Leenhof,
secretaris; Meyel P. L. Sanderos, secretaris;
Schimmen J. H. H. Pijls.
Bij Kon. besluit is op zijn verzoek eervol
ontslagen Mr. P. W. Boll als griffier bij het
kantongerecht tel Rotterdam;
is op zijn verzoek eervol ontslagen met
dank Mr. A. Ch. Besier, lid tevens voorzitter
van 't Algemeen College van Toezicht, Bij
stand en Advies voor het Rijkstucht- en op
voedingswezen.
TELEFOONVERBINDINGEN
NEDERLAND—DUITSCHLAND.
Vermeerdering van het aantal lijnen.
Bljjkens een onlangs door den Nederland-
Bchen en Duitschen telefoondienst ingesteld
onderzoek breidt het NederlandschDuit-
sohe telefoonverkeer rich dermate uit, dat
het voor de verkeersafwikkeling beschikbare
aantal draden zal worden vermeerderd.
Zoo zullen twee nieuwe verbindingen tot
stand worden gebracht tusschen Amsterdam
en Berljjn en voorts tusschen Amsterdam
en Frankfort, Amsterdam en Hamburg,
's-Gravenhage en Dusseldorp, Rotterdam en
Hamburg, Rotterdam en Mannheim en Rot
terdam en Münster (W.).
NEDERLANDSCHE JAARBEURS.
Do Minister van Arbeid, Handel en Nij
verheid, dr. J. R. Slotemakor de Bruïne,
zal Donderdag 8 September de Nederland-
Bche Jaarbeurs te Utrecht bezoeken.
NEDERL. HEIDE-MAATSCHAPPIJ.
Gistermiddag werd in den Schouwburg
te Deventer de 39ste algemeene vergade
ring gehouden van de Nederkmdsche Hei
demaatschappij onder voorzitterschap van
den heer A. W. J. J. Baron van Nagell uit
Bameveld.
Te 1 uur opende de voorzitter de verga
dering met een rede, waarin hij uiting gaf
van droefheid ove«r het onverwachte over
lijden van den commissaris Löhnis, wiens
verdiensten spr. uitvoerig memoreerde.
Het verslag over het afgeioopen jaar van
den directeur en dat van de commissie,
belast met het nazien der rekening, werden
goedgekeurd.
Als commissarissen werden herkozen de
aftredende heeren W. H. de Beaufort,
Maarn; J. Bs. Westerdijk, Uithuizermee-
den; mr. J. F. Baron van Haersolte, Zwolle
en mr. J. C. A. M. van de Mortel, Tilburg.
Door den directeur der Maatschappij,
den beer J. P. van Lonfchuyzen, werd een
inleiding gehouden over: ,,de bebossohing
yan bet Overijselsche heuvellandschap."
Hierna hield prof. J. van Baren een in
leiding over: De geologische vorming van
het Heuvellandschap ten westen van de
Regge (Holterberg enz.)
Aangenomen werd een bestuursvoorstel
om jhr. Hora Siccama van de Halkstede
te Hilversum, oudwoorzitier van den Oran-
jebond van orde, te benoemen tot lid van
verdienste van de Ned. Heidemaatschappij.
De rekening werd goedgekeurd met een
batig saldo van f 61V6.11 en de balans in
actief en passief met een bedrag van
f 1.000.857.63.
De financieele commissie geeft in over
weging uit het IJssel-fonds de middelen te
putten voor bestrijding van de iepziekte
bijv. door aan biologen op te dragen een
onderzoek in te stellen naar oorzaak en
bestrijdingsmiddelen. Het IJssel-fonds be
draagt ruim f 100.000.
De voorzitter deelde mede dat commis
sarissen meenen dit plan te kunnen steu
nen.
Na afloop der vergadering werd te circa
halfvier een autotocht gemaakt naar het
landgoed „Dortb" bij Bathmen.
Naar 't Engelsch van DOROTHEA GERARD.
Door Mr. G. KELLER,
61)
De „oudste", een donkere, magere kerel,
die er wel uitzag alsof hij een hard
leven achter den rug had, kuierde eens
rond over de binnenplaats en ging daarbij
ook langs het raam waarin de wacht zat.
Hij wierp een blik naar binnen. Daar was
ailes rustig; wachters en gendarmes waren
diep in slaap, zich geen gevaar bewust. Na
vervolgens een anderen drempel uitgezocht
te hebben, liet hij een bijzonder knap nage-
maakten geeuw hooren en zijn hoofd zonk
op zijn gekruiste armen.
Alles lag nu in de hand van één man.
Hoe lang zou de Litauer noodig hebben?
Deze vraag spookte door aller hoofd. Achter
het voortreffelijk geslaagde masker van lus
teloosheid gingen de gedachten der zes poli-
tie-agenten in de richting van het kantoor,
wachtend op het overeengekomen sein,
tvaarop zij hun aanvoerder te hulp zouden
snellen en met de extra-revolvers, onder
hun uniformen verstopt, de gevangenen, die
reeds in het kantoor waren verschenen, wa
penend, zich ruim baan zouden maken.
Maar tot nog toe was er geen onraad te be
speuren. Zou het werkelijk mogelijk zijn,
dal alles zonder bloedvergieten afliep?
Intusschen werd op het kantoor hel voor
naamste bedrijf van deze gewaagde komedie
afgespeeld.
EEN HAAGSCH POLITIE-INSPECTEUR
DOOR EEN INBREKER
NEERGESCHOTEN.
Sensationeele achtervolging.
In de Residentie is gistermiddag de po-
litie-inspecteur Paul bij de achtervolging
van een inbreker door dezen zoodanig door
revolverschoten gewond, dat men geruimen
tijd voor z'n leven heeft gevreesd. In het
kort hebben wij gisteren een en ander nog
per bulletin bekend kunnen maken. De
poging tot inbraak was geschied bij den
kapitein N. Gerlach aan de Houtrustlaan
No. 22, te Den Haag, die juist op tijd kwam
om de inbrekers te betrappen. De officier
vertelde hieromtrent het volgende:
Ik kwam thuis om koffie te drinken.
Wat bijna nooit voorkomt was nu het ge
val; mijn vrouw was niet thuis. Het huis
was dus onbewaakt. Ik maakte, natuurlijk
niets vermoedend, de buitendeur open en
zag toen boven aan de trap twee mannen
staan. Nog dacht ik op dat moment geen
kwaad. Ik zag de kerels voor werkmen-
schen aan en daarom vroeg ik: Wat doen
jullie hier? De kerels geven geen antwoord,
maar duwen mij op zij en nemen de vlucht.
Ik denk: dat zijn inbrekers. Onmiddellijk
ga ik ze achterna. Ik zie, dat de kerels hun
fietsen grijpen. Die stonden tegen het hekje
van den tuin. Tegelijkertijd komt een brood
bezorger toegeschoten. Die helpt me mee
om de kerels te grijpen. Het is een vast
houden en een losrukken, dat volgde. De
bakker heeft een kerel met een blauw jasje
te pakken, ik heb den man, die naderhand
op inspecteur Paul schoot.
„Op dat moment, aldus vertelde een ma
joor, die naast de n'kapitein G. woont, zie
ik door het raam van mijn woning den
kapitein worstelen met twee burgers. Ik
weet niets van het voorspel en denk: dat is
geen partij, twee tegen een. Ik loop naar
buiten om mijn krijgsmakker te helpen, en
met dat ik op de worstelende mannen toe
kom, zie ik, dat een van de burgers een
revolver op mij richt. Ik buk en hoor kort
na elkaar twee schoten vallen."
Nog vóór de schoten vielen, vertelde
daarna weer een kapitein, die over de Hout
rustlaan naar huis fietste, zag ik de man
nen bewegen. Ik had geen idee, dat het
zoo ernstig was. Ik dacht: Kijk, wat is de
majoor aan'het stoeienI Toen vielen de
schoten.
Ik was van de fiets gesprongen. De kerel
met de revolver kwam op mij af. Ik dacht:
Ik gooi je de fiets voor de beenen. Maar de
kerel liep me voorbij. Ook de blauwgejaste
boef had zich los weten te rukken. Beiden
giifgen er op hun fietsen vandoor. De kapi
tein op de fiets zette de kerels met de revol
ver achterna. De officieren te voet volgden
hem, roepend: Houdt den dief, houdt den
dief!
Op de Laan van Poot stond de heer P.
G. V. bij zijn motorfiets, toen de dief en
zijn achtervolgers passeerden. Kom mee!
riep een van hen hem toe! Hij bedacht zich
geen oogenblik, sprong op zijn motor en
zette de misdadigers na, maar hij moest
de achtervolging spoedig opgeven, omdat
de man de Boschjes inschoot.
Over den Nieboerweg werd de achtervol
ging voortgezet. De dief reed de Sijzenlaan
in. Maar op den Nieboerweg fietste de in
specteur Paul.
Diens collega. Pool, was met Paul een
eind mee naar huis gefietst, doch was net
even te voren de Meezenlaan ingegaan.
Inspecteur Paul zag het oploopje op de
Houtrustlaan. Hij versnelde zijn tempo en
zag, dat een kapitein een man achterna
zette.
De heer Paul trapte wat hij kon. Geroep
van „houdt den dief!" bracht hem spoedig
op de hoogte van wat er aan de hand was.
De inbreker was spoedig ingehaald en een
worsteling volgde. De inspecteur hield den
dief stevig vast. Zij rolden om en om. Een
burger trachtte te helpen. Op een gegeven
moment lag de dief onder. Paul hield zijn
linkerarm vast. Vermoedelijk heeft hij niet
gezien, dat de misdadiger in zijn rechter
hand een revolver hield. De dief draaide
zijn hand met de revolver om naar boven
zoo vertelde de burger, die assisteerde
zette dus als het ware de loop van de
Bij het binnenkomen had de pseudo-kapi-
tein den gevangenisdirecteur een gezegeld
pakket overhandigd, waarop zijn adre9 was
getypt. Het nummer op het pakket was juist
en het zegel was dat van het hoofdbureau.
„Is alles klaar voor de verhuizing?" vroeg
hij met zulk een bevelende houding en met
een zoo ernstig vragenden blik, dat de ge-
vangeïiis-directeur begon met zich uit te
putten in verontschuldiging voor de onver
mijdelijke vertraging. De papieren waren
nog niet heelemaal in orde ondanks alle
haast, die hij had gemaakt. In zijn slordige
en onvoldoende kleeding hij had zich
niet den tijd gegund om zijn bretels aan te
te doen, zoodat hij telkens zijn weerbarstige!
broek moest ophalen zag hij er zoo kod
dig uit, dal zelfs op dit oogenblik de kapitein
met moeite een glimlach kon inhouden.
Maar -er lag geen lachje op zijn gelaat,
toen hij barsch zeide:
„Dat is verbazend! Waren de bevelen
van den chef niet duidelijk genoeg? U
schijnt nog te moeten leeren, hoe men aan
bevelen moet gehoorzamen."
De gevangenisdirecteur boog het hoofd
met het gevoel alsof hij aan vernietiging
werd prijs gegeven. Achter de gestalte van
den kapitein der gendarmerie doemde voor
hem die van den zoo gevreesden chef op.
Ja, die Duitscher wist zijn instrumenten
goed te kiezen. Het was precies een man
als hij!
„Ik heb niet lang meer noodig," stotterde
hij, ..ik heb er aan gewerkt sinds het oogen
blik. dat ik de order kreeg. De papieren van
de vijf ter dood veroordeelde gevangenen
zijn al in orde, maar die' van de zeven an
deren
„Maak voort dan en laat mij niet langer
browning op de borst van den heer Paul
en schoot kort na elkaar tweemaal. Ande
ren zeggen driemaal. Den heer Paul wer
den beide longen doorschoten. Bovendien
werd hij nog aan een arm gewond.
Hij moet ondanks zijn wonden en de pijn
vatsgehouden hebben, tot hij niet meer
kon. Spoedig naderde assistentie. De mis
dadiger werd gegrepen. De heer Paul werd
naar het Roode Kruis Ziekenhuis gebracht.
Dr. Exalto oordeelde zijn toestand zoo
ernstig, dat commissaris Kramer hem niet
verhooren mocht. Zelfs het fluisteren werd
verboden. Met een handdruk kon alleen ge
zegd worden, wat er bij de collega's om
ging. In den laten avond liet de toestand
zich gelukkig beter aanzien. De dokter
meende dat levensgevaar niet meer aan
wezig was.
R., die geschoten heeft, zit thans op het
Alexanderveld. Zijn naam is een der eerste,
die men hoort, wanneer men bij de politie
komt. Hij werd den laatsten tijd verdacht
van verscheidene inbraken. Er is al over
hem gefluisterd in verband met de schiet
partij in de Theresiastraat.
Hij is ook de man, die onlangs verdacht
werd van den inbraak in het Flora-theater
te Den Haag, maar wegens gebrek aan be
wijs moest worden vrijgesproken.
De tweede inbreker is nog niet gevonden.
Wel is gisteravond een man gearresteerd,
maar hij schijnt met het geval niets uit
staande te hebben.
De N. Crt. vernam nog, dat de dieven
een leegstaand huis op de Houtrustlaan
zijn binnengegaan. Over het dak van een
erker zijn zij zoo bij het zolderraam van
het huis, dat kapitein G. bewoont, gekomen.
Door dat raam moeten zij binnengekomen
zijn. Op de slaapkamer van de familie G.
hebben zij eenige sieraden, een sleutelbos
en volgens zeggen wat zilveren toiletarti
kelen meegenomen. Het schijnt, dat zij niet
lang in huis waren, toen kapitein G. hen
overviel.
Bij hun vlucht hebben zij bijna hun ge-
heelen buit weggeworpen.
HEVIGE ONTPLOFFING TE LEIMUIDEN.
Een 20-jarige schippersknecht gedood.
Vrijdagavond, omstreeks 8 uur, had in
het AarkawaaJ nabij Kattenbrug onder de
gemeente Leimuiden een drievig ongeluk
plaats. De knecht van de „Sperwer II",
een motorboot van de Binnen vaart-maat
schappij te Amsterdam, de 20-jarige P.
Smits uit Woudrichem, had de onvoorzich
tigheid met behulp van een lucifer er naar
te zien of het reservoir met stookolie nog
gevuld was.Onmiddellijk volgde een he
vige explosie. S. was waarschijnlijk direct
dood en werd in het water geslingerd. Na
ruim een uur, werd het lijk, overdekt met
brandwonden, opgehaald.
De heer N., arts te Nieuwveen en de.
burgemeester van Leimuiden waren spoe
dig ter plaatse aanwezig.
Het lijk is overgebracht naar het lijken
huisje, terwijl de motorboot) in beriag ge
nomen werd.
OOME LOU.
Het nieuwe dienstmeisje was 's morgens
1 September gekomen en nadat de kleine
jongen 's avonds in bed was gelegd, gingen
mijnheer en mevrouw uit, zoo meldt de
„Msb." uit Den Haag. Dat was nu ten
minste weer mogelijk; heerlijk vonden ze
het, maar ze hadden geen vermoeden van
het drama dat zich even later in hun huis
zou afspelen.
Het nieuwe dienstmeisje voelde zich na
tuurlijk als 'n kat in een vreemd pakhuis,
zoo alleen in het vreemde huis.
Even nadat mijnheer en mevrouw uit
zijn, wordt er gebeld. Een heer, die den
kleinen jongen wil spreken en niet veel
praatjes maakt. Het tegenstribbelende
nieuwe dienstmeisje wordt op zij geduwd,
de fiets in de gang geworpen en mijnheer
holt naar boven, nagestaard door de van
angst gillende dienstbode. Spoedig zijn er
kijkers. Een inbreker een moord, men weet
het niet, maar niemand gaat naar boven
dien vreemden man na. Een buurmeisje,
waar ook mijnheer en mevrouw uit zijn,
zal wel helpen en belt de politie op. Even
later verschijnen vier politie-agenten eu
terwijl de indringer met zijn fiets.naar bui
ten komt, wordt hij aangehouden en moet
wachten dan noodig is. Gelast intusschen
de gevangenen hier te brengen."
Na aan dit bevel voldaan te hebben, ver
diepte de directeur zich in de papieren, en
had het daarmede zoo druk, dat hij verder
geen aandacht had voor den kapitein, wat
juist was wat deze verlangde. Des te meer
gespannen" was echter diens aandacht.
Recht tegenover de schrijftafel gezeten,
haalde hij een doosje sigaretten uit zijn zak
en begon de eene sigaret na de andere op
te rooken, dampend als hij bij zijn weten
nog nooit had gedaan, want zelfs stalen
zenuwen hebben op sommige oogenblikken
een kalmeerend middel noodig. Terwijl hij
rookte, bekeek hij aandachtig de inrichting
van de kamer; de plaat9 van de deuren en
ramen, van de telefoon en de electrische
schellen. In geval van ontdekking was hel
eerste wat hij te doen had alle draden af te
snijden. Even tastend, zoekend quasi naar
zijn lucifers, overtuigde hij zich, dat het
onmiddellijk was te gebruiken.
Maar in de eerste plaats wijdde hij zijn
aandacht aan het gelaal van den gevange
nis-directeur, toen deze nauwkeurig het
zegel van het pakket bekeek, en het daarop
voorzichtig verbrak. Met den spiedenden
blik van een havik boven een boereneri.
waren de lichtblauwe oogen, die zoo koel
konden kijken, op hem gericht, speurend
naar eenig bewijs van verrassing, van twij
fel, van verwarring op het gelaat tegenover
hem. 0ndank9 alle voorzorgsmaatregelen
behoorde een vergissing toch /nog tot de
mogelijkheden.
Maar op hel gelaat van den gevangenis
directeur was niets, dat van verwarring
getuigde te lezen terw'jl hij de order, even
als het adres getypt, vergeleek met het hem
mee. Intusschen is het voor het huis zwart
van de menschen.
Een der omstanders vraagt nu het nieuwe
dienstmeisje of ze al bij het jongetje is ge
weest. Neen nog niet, maar nu verzamelt ze
allen moed en gaat naar boven. Even later
komt ze terug, totaal ontnuchterd. Het kind
zegt: „het was oome Lou, en luid zingende
van „Oome Lou" gaat de menigte uiteen.
EEN TESTAMENT UIT EEN BADKOETSJE
GESTOLEN.
Mevrouw V., wonende te Voorburg, heeft
bij de politie aangifte gedaan, dat tijdens zij
in zee baadde, uit haar badkoetsje aan het
Volkszeebad een taschje is gestolen.
Het taschje bevatte een portemonnaie met
eenig klein geld, benevens in een gele enve
loppe het testament van mevrouw V.
DOOR DEN ELECTRISCHEN STROOM
GEDOOD.
De 18-jarige C. Meyer uit de Heer Ker-
stantstraat, te Rotterdam, is, toen hq gister
avond een bad nam in zjjn woning, in
aanraking gekomen met de electrische
geleiding. Hjj was op slag dood.
EEN SPORTVLIEGTUIG TE HAARLEM
GEDAALD.
Gisteravond ruim halfacht is te Haarlem
op een weiland nabij Bloemendaal een sport-
vliegtuig gedaald, dat 's middags om één
uur van Croydon was opgestegen. Na een
bezoek te hebben gebracht aan Ostende,
vaar om halfvier werd geland, zette het
toestel koers naar Schiphol. Door den mist
evenwel raakte de bestuurder het spoor
bister boven Haarlem, zoodat hij besloot,
zeer laag vliegend, tot een landing over
te gaan.
Deze landing, die op een weiland plaats
vond, had een uiterst vlot verloop. De in
zittenden, de heer viscount Jac. de Sibour,
bankier te Londen, en mevr. De Sibour
geboren Selfridge, dochter van den bekenden
warenhuisberitter van dien naam te Londen,
vertelden van de moeilijkheden, dien rij het
laatste uur hadden ondervonden om den
juisten weg te vinden. De bedoeling was
aanvankelijk om op Schiphol te overnachten
en morgen door te vliegen naar Kopenhagen,
alwaar Zondag wordt deelgenomen aan <ii
vliegwedstrijden in de Deensche hoofdstad.
Het vliegtuig „Junesse" is een kleine Moth-
twecdekker met een 60 P.K. Cirrus motor.
De bedoeling van den heer De Sibour is
mcrgen op Schiphol benzine in te nemen
en dan direct koers te zetten naar Kopen
hagen.
De landing had een grooten toeloop van
nieuwsgierigen tengevolge. Duizenden men
schen renden naar de landingsplaats.
ONGELUK IN EEN VLASSERIJ.
Te Rjjsoord gebeurde gistermorgen om
streeks acht uur in de werkplaats der N. V.
Vlasserq v.h. C. van Nes een vry ernstig
ongeluk. De ongehuwde arbeider Adr. van
Gelen geraakte met zijn rechterhand in een
braakmachine. Het lichaamsdeel werd ge
heel verbrijzeld. De behandelende geneesheer
achtte overbrenging naar een ziekenhuis te
Rotterdam noodzakelyk.
BRANDEN.
Te Kampen is gisternacht vermoedelijk
door hooibroei brand ontstaan op erf No. 2
op den Mandjeswaard, bewoond door het
echtpaar N., dat juist afwezig was. De
knecht ontwaakte door een verdacht ge
rucht. Op onderzoek uitgaande, bemerkte
hij, dat het geheele achterhuis reeds één
vuurzee was. Onmiddellijk rende de man
weer naar binnen en het mocht hem ge
lukken de vier slapende kinderen in veilig
heid te brengen. De geheele inboedel ging
verloren. Ook het pluimvee kwam in de
vlammen om. Alles was verzekerd.
Direct na waarschuwing spoedde zich
een motorspuit van Kampen naar de plaats
van den brand. Daar deze echter op een
afstand van pl.m. 8 K.M. van de stad ver
wijderd was en slechts te bereiken is per
pont over de Goot, vond de brandweer bij
aankomst slechts een vlammende puinhoop,
waaraan niets meer te redden viel, aldus
de „Tel
Tegelijkertijd stond aan den linker rivier
oever plotseling een hooiberg in brand. Dit
door de telefoon gedicteerde betvel. Eerst
toen hij het stuk weer op tafel gelegd had,
vertoonden zich bedenkelijke rimpels op
zijn voorhoofd.
„Dat is toch tamelijk zonderling. Van
morgen werd mij gela9t den gevangene Ne-
likoff naar den krijgsraad te zenden en nu
beveelt de hoofd-commissaris hem naar de
Citadel te doen overbrengen. Wat zou nu
de juiste order zijn?"
Vermoedelijk voor de eerste maal in zijn
leven had de kapitein het gevoel alsof er
iels kouds langs zijn rug gleed. Hier was
nu een dier blinde klippen, waarop de ge
heele onderneming schipbreuk kon lijden.
Het kleinste spoor van aarzeling zou alles
kunnen doen mislukken. Maar al deed zich
zoo'n oogenblik voor, de gevangenis-direc
teur. druk en gejaagd al9 hij was. merkte
er niets van. Het volgende oogenblik zei ue
kapitein, terwijl hij zich even voorover boog
om de asch van zijn sigaret op een asch-
bakje te deponeeren. doodkalm:
„De tweede natuurlijk; vergissen is uit
gesloten. Hij zal uit de Citadel naar den
krijgsraad worden geleid. Is het nog niet
klaar?"
„Ja. dadelijk, dadelijk!" zei de directeur
met gedempte stem, zich weer aan het werk
zettend.
Weder hoorde men enkel het gekras van
de pen op het papier. De Litauer, die aan
dachtig luisterde naar elk geluid achler de
groote iizeren deur. welke1 naar het kantoor
toegang gaf tot de eigenlijke gevangenis,
hoorde nog niets, dat op het verschijnen
van de gevangenen kon duiden. En hij zat
hier nu al zeker een uur! Neen, niet meer
dan 20 minuten, gelijk een blik op de klok
hem deed weten. Hoe zou hij ooit weer een I
HET SPELLETJE MET DE 15 LUCIFERS.
Dit is een spelletje voor twee personen.
Men legt 15 lucifers naast elkaar op tafel.
De eene speler begint aan het eene en de
andere aan het andere eind. Om beurten
neemt men een aantal lucifers van een tot
drie weg. Diegene, die de laatste lucifer
opneemt is de verliezer.
vuur kon echter tijdig worden gebluscht.
Te Gouda brak brand uit in een hooi
berg, gelegen op het erf achter het woon
huis van den kaashandelaar M. T. Moons
aan den Graaf Florisweg. Het vuur was
ontstaan doordat een zoontje van den be
woner met lucifers gespeeld had. De hooi
berg brandde weldra fel. De brandweer
wist het woonhuis te behouden. De hooiberg
is uitgebrand. Verzekering dekt de schade.
Te Winterswijk is het perceel, bewoond
door de familie M., totaal afgebrand. De
inboedel was verzekerd, het huis niet.
VERDRONKEN.
Een 23-jarige jongeman, een Duitsch stu
dent uit het klooster der Paters Leyen-
broek, is bij Stein bij het zwemmen in de
Maas verdronken. Een vriend van hem,
die van den overkant een 6chuit wilde
halen, kreeg van de Belgen een weigerend
antwoord. De jongeman verdronk. Zijn lijk
werd nog niet gevonden.
NA DE RAMP BIJ BORGHAREN.
Nabij Roosteren in Limburg is drijvende
gevonden het lijk van den op 27 Aug.
bij de stuw te Borgharen verdronken arbei
der G. op den Puist, uit Neder veen.
Het stoffelijk overschot van Op den Puist,
die ongehuwd en 24 jaar oud was, wordt
heden naar Nederveen overgebracht.
De lijken van alle vier slachtoffers zjjn
thans gevonden.
DE ONBEWAAKTE OVERWEGEN.
Juist passeerde de locaaltrein, komende
van Ilellendoorn Donderdag te Rijssen den
onbewaakten overweg aan den Nijverdal-
schen weg toen er een woonwagen aan
kwam van zekeren van H. Deze kon niet
tijdig meer uitwijken. Een aanrijding was
onvermijdelijk. De man werd van het voer
tuig geslingerd en licht gewond. Het achter
deel van den woonwagen werd verbrijzel!
Tte Amerikaansche generaal Sherman had
eens een oppasser, die de hebbelijkheid had
cm, zoo zijn heer hem wat beval, naar
de reden daarvan te vragen, maar als hij
die ook wist, werd het bevel stipt uitge
voerd. Soms verveelde dat gevraag den
generaal bijzonder.
Tijdens een slag bij Silok berichtte een
ordonnans verkeerdelijk, dat het lievelings
paard van generaal Sherman, Rossi, door
een kanonskogel gedood was.
De generaal riep zijn oppasser en beval
hem:
Ga en vil Rossi.
Waarom; is Rossi dan dood? stamelde,
de oppasser.
Sherman werd woedend en schreeuwde:
't Kan me niet schelen of het dood
is of niet, ik heb je gezegd, dat je 't dier
moet villen
Drie uur later keerde de oppasser terug
en liet zijn generaal de glanzende paarde-
huid zien.
Kon 't niet gauwer, Schreeuwde de
generaal? Je bent meer dan drie uur er
mee bezig geweest.
Neen, stotterde de oppasser, 't heeft
twee uur geduurd, eer ik Rossi kon vangen.
ROTTERDAMSCHE LLOTD.
INSUL1NDE, thuisr., 2 Sept. v. Singapore.
SLAMAT, uitr., 2 Sept. van Marseille.
MERAUKE, thuisr., 31 Aug. te Belawan".
TJERIMAI, thuisr., 4 Sept. te Suez verw.
HOLLAND—AMERÏKA-LIJN.
ROTTERDAM 2 Sept. van R'dam te N.-York
MOERDIJK. R'dam n. Pacific Kust, pass.
1 Sept. de Azoren.
juist begrip van tijd hebben? Hij had meer
dan eens in zijn leven een kritieken toe
stand doorgemaakt, maar eerst thans ge
voelde hij recht de marteling van wat men
spanning noemt. Maar al dien tijd zou hij
zelfs voor een goed waarnemer nie't anders
zijn geweest als een flegmatiek kapitein
der gendarmerie, flegmatisch maar gestreng
zijn plicht vervullend, zich naarbij het le
ven veraangenamend met tallooze siga
retten.
Zelfs toen hij doodkalm opstond om een
kijkje in het vertrek te nemen, eenvoudig
omdat hij niet langer stil kon zitten, verried
niet op zijn onverstoorbaar gelaat, hoe het
in zijn binnenste stormde.
De gevangenisdirecteur maakte er even
wel uit op, dat zijn ongeduld toenam en
wierp hem een smeekenden blik toe, terwijl
hij tevens op zijn gewone jammerenden toon
bij wijze van verontschuldiging zijn per
soonlijke zorgen begon uiteen te zetten.
„De tijden waren zoo moeilijk, de dienst
was juist thans zoo zwaar, alle cellen waren
vol. Het was zoo moeilijk het ieder naar den
zin te maken, autoriteiten, zoowel als ge
vangenen, de laatste waren vooral zoo op
standig."
„In dit geval," viel de kapitein hem met
een kort sarcastisch lachje in de reden,
„kan u mij nog dankbaar zijn. dat ik u van
een paar van die lastige potstukken be
vrijd."
„0, ja, maar wat beteekenen twaalf op
zooveel honderden I Ik protesleer telkens,
maar zonder dal mij een behoorlijke ver
lichting wordt geschonken Als u misschien
de aandacht van den chef op de zaak wilde
vestigenhij schijnt veel vertrouwen in
u te stellen."
(Wordt vervolgd).