ONRECHTMATIG BEZIT No. 20694 LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 31 Augustus Tweede Blad Anno 1927 UIT DE RAADZAAL BINNENLAND. €CHT C/VTZ-euxeiv DORTMUNDER Zacht van smaak SPREEKCEL FEUILLETON. Het afscheid. Tot op 't laatst heeft de raad, die thans afscheid heeft genomen, zijn roep van onbe rekenbaarheid gestand gedaan. Daar lag nu een gedrukte agenda af te doen, waarop 45 punten prijkten. De meeste hamerpunten 't was waar, maar.Daarbij nog een in terpellatie extra en de kwestie der cokes- prijzen. In één middag wordt dat allemaal afge daan. Kwam dat van de „afsc'heidsstemming", die van den beginne af aan rondwaarde door de raadzaal? Het lijkt ons niet onmo gelijk. Te meer niet, waar de discussies ook niet werden gekenmerkt door de felheid m de interruptie-regen, die anders daarbij aan den dag plachten te treden. Zelfs het geval van de motie-v. Stralen bij de cokes-prijzen- affaire, dat anders ongetwijfeld heel wat .stof zou hebben opgejaagd, ging nu bijkans onopgemerkt voorbij. Dit laatste samenzijn wilde men blijkbaar niet bederven. Ér moest een ongerepte afscheidssfeer blijven. En daarin is men geslaagd. Hetgeen den heengeganen raad tot eer strekt. Veel stof om nog wat te zeggen over de jongste zitting geeft de behandeling der langademige aagenda niet. De heer Verwey nam zijn amendement inzake de verorde ning voor een commissie van bijstand uit den raad voor onderwijszaken de raad heeft de instelling daarvan weten gedaan te krijgen na eenige vergeefsche pogingen tot later order terug, om eerst eens af te wachten, hoe de commissie zal werken. Van instelling van een personeelsreserve komt niets. De wenschelijkheid daarvan voor de arbeiders was wel ieder duidelijk, niet de wenschelijkheid voor een gemeente als Leiden is. En al zag men de moreele waarde ook niet over 't hoofd, de finan- cieele zijde gaf den doorslag tegen zoo'n arbeidsreserve. En wij voor ons gelooven, dat de raad vooreerst de wijste partij heeft gekozen. Voor een moeilijke kwestie stond de raad inzake de kwestie der cokes-prijzen. Uit den aard der zaak kon niet opeens de prij- zen-politiek der Lichtfabrieken in vollen omvang worden behandeld, hetgeen toch feitelijk moet geschieden, zoo in 't vervolg een herhaling van wat nu is geschied, wil worden gekeerd. Nu nog weer een termijn toestaan voor levering op oude voorwaar den zou zijn een bevoordeeling van hen, die toevallig geld beschikbaar hebben; mis schien juist degenen, die het het hardste noodig hebben, niet baten. Het voorstel van den voorzitter, om alsnog praeadvies uit te brengen over beide ingekomen requesten, waardoor de commissie der Lichtfabrieken nog eens alle gelegenheid kreeg, het geval te bestudeeren, was een welkome redding. Geen wonder, dat de raad dankbaar dit aanbod accepteerde. De heer v. Stralen stelde een motie voor, waarin belichaamd was hetgeen de voor zitter als redmiddel uit de moeilijkheden van 't oogenblik had voorgesteld. Na de herhaalde verzekering van den voorzitter daaromtrent aan de goede trouw van den voorzitter valt toch niet te twijfelen had de heer v. Stralen beter gedaan, die motie in te trekken. Toen het tot stemming kwam, werd zij, al was de raad er unaniem voor, als zijnde overbodig, verworpen. Onnoodig had de heer v. Stralen zich zelf een echec bezorgd. Nog wat kort geschermutsel in een paar interpellaties, waarvan er een als erfenis den komenden raad is vermaakt, en bij een weinig om het lijf hebbend spoedvoorstel en het einde was daar voor den raad. In een zeer gelukkig gestelde afscheids speech heeft de voorzitter deri raad uitge luid. Wanneer straks, den eersten Dinsdag in September, de nieuwe raad zijn intree doet. zal men op de 33 liefst 12 nieuwe ge zichten zien. Zelden wordt zoo'n exodus meegemaakt bij wisseling van een stads bestuur. Voor allen .die heengingen voor goed, had de voorzitter eenige hartelijke, welge kozen woorden, waarbij wij ons ten volle kunnen aansluiten. Naar anciënniteit richtte hij zich tot ieder. Begonnen werd natuur lijk met den heer v. Hamel. 40 jaar heeft hij op de bres gestaan voor de belangen der Sleutelstad, onverdroten en onverveerd, 18 jaren als wethouder! 't Is wel een keu rige staat van dienst, die slechts weinigen is gegeven. En nog viel dezen trouwen vete raan het scheiden zwaar, duidelijk was het aan hem te zien. Of moeten we wellicht zeggen: juist daardoor? Zoo iemand, dan heeft de heer v. Hamel verdiend een otium cum dignitate. Een voor de gemeenschap rijk leven is gestuit. Na den .heer v. Hamel volgde natuurlijk de heer Mulder, die 26 jaren, waarvan 5 als wethouder, de gemeente trouw heeft ge diend naar beste kunnen en dikwerf met groote bekwaamheid. Zonder ziekte zou wellicht zijn periode nog niet zijn geëindigd, 't Sprak van zelf, dat de voorzitter zich toen wendde tot den heer Sanders, ook al had hij „slechts" 7 jaren dienst. De heer Sanders heeft zich in die jaren en vooral de jaren van zijn wethouderschap immers doen kennen als een man van groote kunde, die zich volledig inwerkte in de gemeente zaken en met helder inzicht zijn standpunt uiteen wist te zetten aan zijn zeer belang rijk departement van financiën etc. In tegenstelling met de heeren v. Hamel en Mulder zijn het niet de jaren, die hem noopten heen te gaan, maar wel het in zicht, dat het wethouderschap tegenwoordig eischt de gansche persoonlijkheid en dat kan hij niet meer door eigen werkzaam heden. Men heeft dat te eerbiedigen, al verliest de gemeente in hem een zeer bekwaam regeerder. Tot beide dames-leden, mevr. v. Itallie en mevr. Dietrich, waarvan de eerste meer het woord machtig was dan de tweede, zooals het meest bleek, wanneer meer ideëele kwesties ter tafel kwamen, terwijl de tweede meer was een stille werkster, werd de verzekering gericht, dat zij het nut der vrouw in de vroedschap hadden be wezen en kan haar grooter waardeering worden betoond? In één adem kunnen dan genoemd de heeren Eerdmans, Dubbeldeman en Knuttel resp. 9, 8 en 8 jaar zitting hebbend. Zij bewogen zich op uiteenloopend terrein veelal, doch zij hadden alle drie het oor van den raad, zelfs de heer Knuttel, al was zijn streven feitelijk geheel gericht op ont wrichting der huidige maatschappij. Uit practisch oogpunt kon hij desalniettemin soms een zeer ad-rem-advies geven. Vooral de rechterzijde zal h$m ongaarne zien gaan, waar hij zijn meer rose getinte broeders soms zoo geducht onder handen kon nemen en hun politiek geeselen; tot niet geringe vreugde der rechterzijde, die daarin placht te gnuiven. In zeker opzicht was de heer Dubbelde man hët „enfant terrible" van den raad. Zijn spontaniteit en rechtstreeksche uitin gen werden hem echter nooit kwalijk ge nomen; men wist hem te waardeeren in zijn oprechtheid. Stille werkers waren eveneens de heeren Schoneveld, Coster, Deumer en Ebbink de laatste had trouwens maar eenige maan den zitting Voor alle scheidenden, zon der onderscheid van overtuiging of anders zins, geldt waardeering, verschil van mee ning ten spijt, die er noodig is om het ^goede te doen geboren worden. Aan allen werd dan ook dank gebracht en de oudste drie en wethouder Sanders dankten den voorzitter, wien wederkeerig het beste werd toegewenscht. Daarmede daalde het doek om 6 Sept. opnieuw open te gaan. Wat de nieuwe raad Leiden zal brengen? Rest ons nog even den heer Baart tiet beloofde antwoord te geven. Ruiterlijk zij erkend, dat wij te hoog hadden gemikt. De betrokken avondzilting kostte maar f 350, daar deze vóór 10 uur 's avonds was ge ëindigd; anders zou het ruim f500 zijn ge weest. Voor de gemeente dus nog een mee valler op de behaalde strop. DE KONINKLIJKE FAMILIE TERUG. Hartelijke begroeting in de Residentie. Gisteravond te 10.04- zijn H. M. de Konin gin, H. K. H. Prinses Juliana en Z. K. H. Prins Hendrik met den Duitschen trein aan het Staatsspoorstation in de residentie aan gekomen. Op het perron was H.M. de Koningin- Moeder ter begroeting aanwezig, vergezeld van eenige leden van de koninklijke Hof houding. De trein stoomde precies op tijd binnen en met een hartelijk gejuich werd de Konink lijke Familie op het perron door ve'len ver welkomd Toen de Koningin, de Prinses en de Prins waren uitgestapt, herhaalde zich het hoerageroep, waarvoor zij met 'n vrien delijk hoofdknikken dankten. Nadat de Koningin-Moeder haar familie leden omhelst en de hand gedrukt had, be gaven de Koninklijke personen zich door de gereserveerde wachtkamer naar de voorzijde van het station, waar een groote menigte die door de politie op eenigCn afstand werd 'gehouden hun opnieuw luide toejuichte. In twee auto's, gevolgd door drie met paard bespannen rijtuigen, vertrokken de vorstelijke personen daarop naar het Ko ninklijk verblijf aan den Ruigenhoek, van waar de Koningin-Moeder later in den avond naar het Paleis aan het Noordeinde zou terugkeeren. ONBEWAAKTE OVERWEGEN. Naar aanleiding van een bericht, volgens hetwelk het in de bedoeling van de Neder- landsche Spoorwegen zou liggen, aan het aantal onbewaakte overwegen in het geheel geen verdere uitbreiding te geven, kan ge meld worden, dat bij de Nederlandsche Spoorwegen getracht wordt, de bezwaren van gezichtbelemmering, welke het onbe waakt doen zijn van enkele, overwegen nog in den weg stonden, weg te nemen.~ Door aankoop van terrein zoo wordt b.v. een stuk boomgaard aangekocht als anders zins, is men bezig, het mogelijk te maken, dat zonder gevaar voor de veiligheid het aantal onbewaakte overwegen met nog enkele' wordt vermeerderd. Wel zullen anderzijds enkele overwegen, welke thans onbewaakt zijn, weer bewaakt worden, aangezien men van oordeel is, dat door de getroffen maatregelen de gezichts belemmering ter plaatse in sommige jaar getijden niet voldoende verdwenen is. In de onderhavige gevallen zal deze bediening evenwel ge'en personeelkosten voor de spoor wegen meebrengen. RANGBEVORDERING RIJKSTELEGRAAF. Bij ministerieele beschikking zijn in de rangbevordering technisch personeel bene den den rang van electrotechmsch ambte naar de volgende wijzigingen gebracht; de facu! lieven regeling, dat tot werkman 1ste klasse kunnen worden benoemd de werk lieden, die bij voortduring worden belast met werk, waarvoor de 1ste klasse rang passend is en de noodige geschiktheid voor dien rang bezitten, is tot een verplichte regeling gemaakt; voor de betrekking van monteur zullen voortaan, behalve de vak werklieden 1ste klasse, mede in aanmerking komen de chefs-werkman; deze uitbreiding geldt mede voor een benoeming tot instru mentmaker; in bijzondere gevallen kunnen ook monteurs, respectievelijk instrument makers, met voorbijgaan van den le klasse rang, tot chef-monteur respectievelijk chef- instrumentmaker worden benoemd. OFFICIEELE BERICHTEN. Bij Kon. besluit is eervol ontheven vah de betrekking van commandant der zeemacht en hoofd van het Departement der Marine in Nederlandsch-Indië de vice-adimraal A. F. Gooszen, met dankbetuiging van in die be trekking bewezen diensten; en is genoemde betrekking opgedragen aan den benoemden Schout-bij-nacht A. Ten Broecke Hoekstra. Hr. Ms. adjudant in buitengewonen dienst; Bij beschikking van den minister van Justitie' zijn aangewezen in de enkelvou dige Kamer voor de vereenvoudigde behan deling van strafzaken van de Arrondisse- ments-Rechtbank: RECLAME. 7496 ECHTE C/1TZ-ROTTERDAMMER de modedrank. OP HET AVONDFEEST. Op lederen heerlijken zomer avond is hij aanwezig en houdl iegelijk de ouderen gezelschap bij hun heerlijke rust als hen, die In meer afgelegen hoekjes van den tuin van hel feesl genieien. Dal kan omdai hij thans ook per flesch verkrijgbaar is. dragende een wettig gedeponeerd zwarl elikel. waar borg dal hel mineraal-, soda- of spuitwater, al of niel mei suiker, werd vermengd mei CAT2 ZOON van PEKELA-GRONINGEN Gebotteld verkrijgbaar bij Plioenix Bierlidndel en Limonadefabriek H. Th. G. COSTER, K.-Rapenburg No. 5, Leiden. I. te Middelburg; a. tot lid mr. W. M. G. Jolles, vice-presi dent; b. tot plaatsvervangend lid: I. mr. J. W. Zijlstra; II. mr. Th. Portheine III. mr. J. H. Bijbau, allen rechter; 2 te' Roermond: a tot lid mr. M. J. A. M. van der Grinten, rechter; b. tot plaatsvervangend lid I. mr. C. E. A. Baron van Hövell tot Westerflier. III. mr. A. L. M. van Berckel; III. mr. H. Diephuis, al len rechter. DE OCEAANVLUCHT VAN MAC INTOSH. Gisteren is na verscheidene malen uitstel de K. L. M.-piloot, de heer Aler, met de „Xenia" (de vroegere HNADK) van vliegveld Waalhaven opgestegen. De „Xeriia" is op Waalhaven voorzien van een 450 P.K. Bristol-Jupiter luchtgekoelden motor, terwijl in de cabine reservoirs voor olie en benzine zijn gebouwd. Met een belasting van 3600 K.G. is proefgevlogen, en alles ging naar wensch. Mac Intosh, die met het toestel van Ier land naar Ganana wil vliegen, zal waar schijnlijk met een belasting van 4600 K.G. starten. Men hoopt hedenmorgen met het toestel naar Engeland te vertrekken. VERBOND VAN WERKLOOZENKASSEN WELKE ZIJN GESUBSIDIEERD DOOR RIJK EN GEMEENTE. Op initiatief van de Landel. Vereeniging Tot Onderlinge Verzekering Tegen de Na- deelige Gevolgen van Werkloosheid en Ziekte te Pijswijk, werd onder leiding van den heer K. Meijer een vergadering gehou den in hotel van Straalen te Amsterdam, ter oprichting van genoemd verbond. Voor deze vergadering waren 32 kasbe- sturen met een gezamenlijk ledental van 6120 leden uitgenoodigd uit diverse plaatsen De voorzitter opende de vergadering en constateerde dat het groote aantal afge vaardigden reeds de noodzakelijkheid van datgene, waarvoor men bijeen was, bewees en gaf na een woord van welkom het woord aan den heer C. H. A. v. d. Toorn Vrijthof! welke aan de hand van de ingekomen brie ven, mededeelde welke vereenigingen sym pathiseerden met het doel, waarvoor deze bespreking werd uitgeschreven. Hierna volgde een bespreking over het doel van bovenbedoeld verbond in verband met Hoofdstuk VIII, art. 22 (sub 3) van het Werkloosheidsbesluit 1917 en de noodza kelijkheid van vertegenwoordiging in deze Commissie, zoowel als in die van de Prov. en Plaatselijke commissies van Arbeids bemiddeling Werkverschaffing en Steun regelingen. De spreker gaf verscheidene voorbeelden waarom ook centralisatie van de kasbestu- ren noodig is, welke tot op heden staan buiten deze commissies, en de belangen der leden daarin niet kunnen verdedigen. Na deze inleiding sprak de heer A. Nie- man, uit Haarlem, een woord van dank voor de iniliatiefnemende vereeniging om tot de oprichting van een Verbond te ge raken. Het concept-reglement werd met eenige kleine wijzigingen met algemeene stemmen aangenomen. Als bestuur tot de eerstvolgende vergade ring werden benoemd de heeren K, Meijer, als voorzitter en C. H. A. v. d. Toom Vrijt- hoff als secr., Verhagen-Metmanstraat 68, Rijswijk (Z.-H.) en als penningmeester de heer A. Nieman te Haarlem. Hierna kreeg het. bestuur opdracht om zich met een verzoek tot den Minister van Arbeid, Handel en Nijverheid te wenden, om bij de eerstvolgende benoeming der advies-commissie een uitnoodiging te mo gen ontvangen voor vertegenwoordiging daarin namens de W. L. kassen buiten de Vakcentralen. In den loop der volgende maand komt het bestuur wederom bijeen om het werk program van den Bond nader vast te stellen. WATERLEIDIN GBEL AN GEN IN NEDERLAND,. De Ver. van Waterleidingbelangen in Ne derland hield te Maastricht haar 42ste alg. vergadering onder voorzitterschap van den heer R. P. van Royen. Tot bestuursleden werden in de vacatures R. S. v. Royen en S. Brandenburg gekozen de heeren v. Oldeborg te Bloemendaal en ir. J. J. H. Vos te Maastricht Mr. L. B. J. van Oppen, burgemeester van Maastricht hield een voordracht over „De geschiedenis van de waterleiding der ge meente Maastricht", waarna ir. A. G. Dries- sen, directeur der gemeente-waterleiding te Maastricht een voordracht hield over de drinkwatervoorziening. Na afloop der vergadering werd een auto tocht ondernomen naar het gemeentelijk pompstation te Ambij en den watertoren der ftf.V. Waterleiding-Mij. voor Zuid-Limburg te Schimmert. De gewone audiëntie van den minister van Justitie zal Vrijdag 2 September a.s. nie't plaats hebben. RECLAME. BROUWERIJ O'ORANJEBOOM-ROTTER PAN 6183 Sinds meer dan een week liet in een zij- sloot van de Aloëlaan een beddenzak met wat er indat het water ver ontreinigt en op den duur een onaangename lucht verspreidt tot last van de menschen, die daar wonen. Hopende, dat bevoegde autoriteiten hieraan hun aandacht schen ken zullen. EEN OPMERKER. Naar 't Engelsch van DOROTHEA GERARD. Door Mr. G. KELLER. 58) En in koortsachtige haast had hij een boodschap gezonden naar het politiebureau om evenwel als antwoord te vernemen, dat zij reeds naar de Pawiak was overgebracht. De Pawiak! De naam bracht hem nieuwe zielesmart. Naar de Pawiak, waarin ook hij was opgesloten, waar het niet onmogelijk was, dat zij een blik zouden kunnen wis selen, al was het een laatsten! Den ganschen nacht had hij het gevoel alsof een nachtmerrie hem het leven on draaglijk maakte, maar daartusschen doemde telkens weer als een verlokking het gezicht op van den wijn, rood als ro bijnen, welke hij den vorigen nacht had gedronken. De wijn had hem wel tot een dwaasheid verleid, maar hij had hem ook voor eenigen tijd tot een anderen man ge maakt, en als hij niet heelemaa! krank zinnig wilde worden, dan moest hij zich, al ware het slechts voor enkele uren, los maken van 'zichzelven. De gisteren gedane ontdekking vroeg nader onderzocht te worden. Toen hij een uur later weer op straat kwam, moest hij, al waggelde hij niet zichtbaar, toch wel goed opletten waar hij liep. Langzaam keerde hij op zijn schrede terug, maar op den hoek van de straat, waar hij woonde, keerde hij met een soort van rilling om, als deinsde hij terug voor1 de gedachte aan de eenzaamheid, welke hem in zijn kamer wachtte. Ondanks de sneeuw, die begon te vallen, keerde hij zich om en begon weer door de straten te loopen, te zeer verdiept in het lastige vraagstuk, hoe op het midden van het trottoir te blijven, dan om op iets anders te letten. De volgende inrichting van aenzelfden aard en ditmaal een Joodsch wijnhuis, trad hij haastig binnen, hakend naar een teug, die hem vergetelheid zou brengen. Hij ge voelde een werkelijke behoefte aan die roekeloosheid van gisteren weder in zich te gevoelen, al was het maar voor een uur. Toen hij nu weer de straat opging, strui kelde hij even bij de deur maar een flauw lachje verhelderde zijn somber gelaat, daar hij bijna gevonden geloofde te hebben wat hij zocht. Met eenige moeit hield hij zijn roer recht en sloeg vastbesloten maar wag gelend een andere richting in. Een ander verlangen was bij hem opgekomen, dat, om achter de muren van de Pawiak te kij ken, waarachter opgesloten waren zoowel zij. die hij het vurigst lief had als hij, dien hij het diepst in zijn hart haatte. Misschien zou hij niet eens volstaan met kijken, daar zelfs op dit uur zijn uniform en zijn positie hem ongetwijfeld een achterdeur zouden openen. Al spoedig was zijn verbeelding in de weer met een gesprek in een cel, waar hij zijn houding zou verontschuldigen met een beroep op de vurigheid van zijn harts tocht. Bijna vroolijk stapte hij door de thans vrijwel verlaten straten, werktuiglijk het saluut der politieagenten op de hoeken be antwoordend, zich vaag bewust, dat het harder begon te sneeuwen en nog steeds niet lettend op iets dergelijks als hein steeds achtervolgende voetstappen. Maar voor de vormlooze massa van de Pawiak, die als een berg tegen den nachte lijken hemel opdoemde, begaf hem zijn schijnbare moed. Bij de gedachte Katya te zullen ontmoeten, begon hij op zijn beenen te trillen en koud zweet parelde op zijn voorhoofd. Wat deed zij nu, in dezen ge- wichtigen nacht, welke de laatste was voor den man, aan wien zij haar liefde had ver gooid? Zouden zij beiden waken? Met een doffen halfgesmoorden kreet draaide hij om, zoo onverwacht, dat hij even iets zag van een gestalte, die zich ijlings in een deuropening terugtrok. Maar slechts zijn oogen zagen het, de verschij ning maakte geen indruk op zijn met an dere dingen vervulden geest. Weg van de Pawiak! Ver weg er vanl Maar waarheen? Niet naar zijn vervloekte bed, dat hem gelijk hij vooruit wist, slechts de marteling van een slapeloozen nacht zou schenken. Was er misschien wat an ders? Halt! Er was de 'Citadel nog. Een ziekelijk en tevens afschuwelijk verlangen om de plek te zien, waar morgen zijn medeminnaar den dood zou ingaan, ver vulde hem thans. Met plotselinge haast begaf hij zich op weg naar de spoorbrug, van waar hij, ge lijk hij wist het beste gezicht er op kon hebben. De sneeuw viel steeds dichter, zoo dicht, dat hij de wachtposten aan het bruggehoofd passeerde zonder aangeroepen te worden, zoo dicht ook, dat de lichten van de Citadel niet meer dan lichtende nevels waren. Naar die nevels bleef hij als betooverd staan kijken, zich vasthoudend aan hel ijzerwerk van de hooge leuning. „Morgen!" zeide hij overluid, alsof hij zich moed wilde inspreken. „Neen, vandaag 1" werd hem bijna in zijn oor geantwoord.... of was dat enkel een onderdeel van de nachtmerrie, die hem plaagde? Die vraag kwam bij hem on. toen hij zich verschrikt omkeerde. Toen bij het aanbreken van den dag het lijk van den „stajiowoi" van het derde district deerlijk verminkt op de rails werd gevonden, begon men onvermijdelijk in de eerste plaats de socialisten te verdenken. Daar echter bij een daarop ingesteld on derzoek bleek, dat de omgekomen ambte naar gezien was in twee verschillende localiteiten in een toestand, dien men niet volkomen nuchter kon heeten, scheen een natuurlijke verklaring van het ongeval le zeer voor de hand te liggen, dan dat zelfs de Russische autoriteiten ze over het hoofd konden zien. Omtrent de onmiddellijke oorzaak van den dood verklaarde^ de ge- neesheeren zich niet in staat eenig andere verwonding als die door de wielen, waar door enkele lichaamsdeelen tot een onher kenbare massa waren verpletterd, te kun nen onderkennen. Voorzoover zij konden nagaan, zat er geen kogel in het lijk, en zij durfden niet zeggen of er een steek met een sabel of een dolk was te vinden. Dien tengevolge en ook omdat onder den drang van meer onmiskenbare gevallen de tijd voor een langdurig onderzoek ontbrak, liet men de zaak verder rusten. Als zekere grijsgebaarde portier eenig vermoeden mocht hebben gekoesterd, heeft hij dit toch nooit verraden. Hij had in den gewichligen nacht kort na middernacht Timosh in het hotel bin nengelaten en zonder hem met vragen aan boord te komen, wel degelijk opgemerkt, hoe 's mans kleine oogen geglinsterd had den als metaal, en hoe zijn breeden grijns lach in den slordigen baard, de stompjes van zijn tanden had laten zien. HOOFDSTUK X. De laatste nacht. „Een, twee, drie passen naar den muur pas op voor den hoek van de brits rechts omkeert, een, twee, drie passen naar de deur terug, rechtsomkeert weder: een, twee, drie. Als een onbewuste onderstroom van de gedachten, die als bovenlaag de hersenen van den gevangene door flitsten, zoo onver moeid deed hij zijn drie passen door de cel en omgekeerd, steeds de goede richting in het oog houdend. Dat was niet overbodig, daar het eenige licht, dat hij kreeg, was de weerschijn van de lamp in de gang, welke door een nauw getralied gat naar binnen viel. Geen slaap had tadeusz' oogen gelo ken in dezen laatsten nacht, dat hij tot de levenden behoorde. De uren, die hem rest ten waren als het ware te kort voor de orde ning zijner gedachten, voor den onvermijde- liiken blik in het verleden, en voor dien anderen blik in het duister. Het dolle niet-begrijpen, dat hem voor den krijgsraad in de balzaal den mond had gesnoerd, was nu verdwenen. In de stille eenzaamheid van zijn cel was hij tot begrij pen gekomen en als eerste gevolg daarvan had hij zijn verloren leven op woeste, op standige wijze betreurd. Als onder een lang zaam voorlhewegend zoeklicht zag hij nu volkomen duidelijk wat hij met eigen hand had weggeworpen. Ter wille waarvan? (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1927 | | pagina 5