ONRECHTMATIG BEZIT
No. 20694
LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 31 Augustus
Tweede Blad
Anno 1927
UIT DE RAADZAAL
BINNENLAND.
€CHT C/VTZ-euxeiv
DORTMUNDER
Zacht van
smaak
SPREEKCEL
FEUILLETON.
Het afscheid.
Tot op 't laatst heeft de raad, die thans
afscheid heeft genomen, zijn roep van onbe
rekenbaarheid gestand gedaan. Daar lag
nu een gedrukte agenda af te doen, waarop
45 punten prijkten. De meeste hamerpunten
't was waar, maar.Daarbij nog een in
terpellatie extra en de kwestie der cokes-
prijzen.
In één middag wordt dat allemaal afge
daan.
Kwam dat van de „afsc'heidsstemming",
die van den beginne af aan rondwaarde
door de raadzaal? Het lijkt ons niet onmo
gelijk. Te meer niet, waar de discussies ook
niet werden gekenmerkt door de felheid m
de interruptie-regen, die anders daarbij aan
den dag plachten te treden. Zelfs het geval
van de motie-v. Stralen bij de cokes-prijzen-
affaire, dat anders ongetwijfeld heel wat
.stof zou hebben opgejaagd, ging nu bijkans
onopgemerkt voorbij. Dit laatste samenzijn
wilde men blijkbaar niet bederven. Ér
moest een ongerepte afscheidssfeer blijven.
En daarin is men geslaagd. Hetgeen den
heengeganen raad tot eer strekt.
Veel stof om nog wat te zeggen over de
jongste zitting geeft de behandeling der
langademige aagenda niet. De heer Verwey
nam zijn amendement inzake de verorde
ning voor een commissie van bijstand uit
den raad voor onderwijszaken de raad
heeft de instelling daarvan weten gedaan te
krijgen na eenige vergeefsche pogingen
tot later order terug, om eerst eens af te
wachten, hoe de commissie zal werken.
Van instelling van een personeelsreserve
komt niets. De wenschelijkheid daarvan
voor de arbeiders was wel ieder duidelijk,
niet de wenschelijkheid voor een gemeente
als Leiden is. En al zag men de moreele
waarde ook niet over 't hoofd, de finan-
cieele zijde gaf den doorslag tegen zoo'n
arbeidsreserve. En wij voor ons gelooven,
dat de raad vooreerst de wijste partij heeft
gekozen.
Voor een moeilijke kwestie stond de raad
inzake de kwestie der cokes-prijzen. Uit
den aard der zaak kon niet opeens de prij-
zen-politiek der Lichtfabrieken in vollen
omvang worden behandeld, hetgeen toch
feitelijk moet geschieden, zoo in 't vervolg
een herhaling van wat nu is geschied, wil
worden gekeerd. Nu nog weer een termijn
toestaan voor levering op oude voorwaar
den zou zijn een bevoordeeling van hen,
die toevallig geld beschikbaar hebben; mis
schien juist degenen, die het het hardste
noodig hebben, niet baten. Het voorstel van
den voorzitter, om alsnog praeadvies uit te
brengen over beide ingekomen requesten,
waardoor de commissie der Lichtfabrieken
nog eens alle gelegenheid kreeg, het geval
te bestudeeren, was een welkome redding.
Geen wonder, dat de raad dankbaar dit
aanbod accepteerde.
De heer v. Stralen stelde een motie voor,
waarin belichaamd was hetgeen de voor
zitter als redmiddel uit de moeilijkheden
van 't oogenblik had voorgesteld. Na de
herhaalde verzekering van den voorzitter
daaromtrent aan de goede trouw van
den voorzitter valt toch niet te twijfelen
had de heer v. Stralen beter gedaan, die
motie in te trekken. Toen het tot stemming
kwam, werd zij, al was de raad er unaniem
voor, als zijnde overbodig, verworpen.
Onnoodig had de heer v. Stralen zich zelf
een echec bezorgd.
Nog wat kort geschermutsel in een paar
interpellaties, waarvan er een als erfenis
den komenden raad is vermaakt, en bij een
weinig om het lijf hebbend spoedvoorstel
en het einde was daar voor den raad.
In een zeer gelukkig gestelde afscheids
speech heeft de voorzitter deri raad uitge
luid. Wanneer straks, den eersten Dinsdag
in September, de nieuwe raad zijn intree
doet. zal men op de 33 liefst 12 nieuwe ge
zichten zien. Zelden wordt zoo'n exodus
meegemaakt bij wisseling van een stads
bestuur.
Voor allen .die heengingen voor goed,
had de voorzitter eenige hartelijke, welge
kozen woorden, waarbij wij ons ten volle
kunnen aansluiten. Naar anciënniteit richtte
hij zich tot ieder. Begonnen werd natuur
lijk met den heer v. Hamel. 40 jaar heeft
hij op de bres gestaan voor de belangen
der Sleutelstad, onverdroten en onverveerd,
18 jaren als wethouder! 't Is wel een keu
rige staat van dienst, die slechts weinigen
is gegeven. En nog viel dezen trouwen vete
raan het scheiden zwaar, duidelijk was het
aan hem te zien. Of moeten we wellicht
zeggen: juist daardoor? Zoo iemand, dan
heeft de heer v. Hamel verdiend een otium
cum dignitate. Een voor de gemeenschap
rijk leven is gestuit.
Na den .heer v. Hamel volgde natuurlijk
de heer Mulder, die 26 jaren, waarvan 5 als
wethouder, de gemeente trouw heeft ge
diend naar beste kunnen en dikwerf met
groote bekwaamheid. Zonder ziekte zou
wellicht zijn periode nog niet zijn geëindigd,
't Sprak van zelf, dat de voorzitter zich
toen wendde tot den heer Sanders, ook al
had hij „slechts" 7 jaren dienst. De heer
Sanders heeft zich in die jaren en vooral
de jaren van zijn wethouderschap immers
doen kennen als een man van groote kunde,
die zich volledig inwerkte in de gemeente
zaken en met helder inzicht zijn standpunt
uiteen wist te zetten aan zijn zeer belang
rijk departement van financiën etc.
In tegenstelling met de heeren v. Hamel
en Mulder zijn het niet de jaren, die hem
noopten heen te gaan, maar wel het in
zicht, dat het wethouderschap tegenwoordig
eischt de gansche persoonlijkheid en dat
kan hij niet meer door eigen werkzaam
heden.
Men heeft dat te eerbiedigen, al verliest
de gemeente in hem een zeer bekwaam
regeerder.
Tot beide dames-leden, mevr. v. Itallie
en mevr. Dietrich, waarvan de eerste meer
het woord machtig was dan de tweede,
zooals het meest bleek, wanneer meer
ideëele kwesties ter tafel kwamen, terwijl
de tweede meer was een stille werkster,
werd de verzekering gericht, dat zij het nut
der vrouw in de vroedschap hadden be
wezen en kan haar grooter waardeering
worden betoond?
In één adem kunnen dan genoemd de
heeren Eerdmans, Dubbeldeman en Knuttel
resp. 9, 8 en 8 jaar zitting hebbend. Zij
bewogen zich op uiteenloopend terrein
veelal, doch zij hadden alle drie het oor
van den raad, zelfs de heer Knuttel, al was
zijn streven feitelijk geheel gericht op ont
wrichting der huidige maatschappij. Uit
practisch oogpunt kon hij desalniettemin
soms een zeer ad-rem-advies geven.
Vooral de rechterzijde zal h$m ongaarne
zien gaan, waar hij zijn meer rose getinte
broeders soms zoo geducht onder handen
kon nemen en hun politiek geeselen; tot
niet geringe vreugde der rechterzijde, die
daarin placht te gnuiven.
In zeker opzicht was de heer Dubbelde
man hët „enfant terrible" van den raad.
Zijn spontaniteit en rechtstreeksche uitin
gen werden hem echter nooit kwalijk ge
nomen; men wist hem te waardeeren in
zijn oprechtheid.
Stille werkers waren eveneens de heeren
Schoneveld, Coster, Deumer en Ebbink
de laatste had trouwens maar eenige maan
den zitting Voor alle scheidenden, zon
der onderscheid van overtuiging of anders
zins, geldt waardeering, verschil van mee
ning ten spijt, die er noodig is om het
^goede te doen geboren worden.
Aan allen werd dan ook dank gebracht
en de oudste drie en wethouder Sanders
dankten den voorzitter, wien wederkeerig
het beste werd toegewenscht.
Daarmede daalde het doek om 6 Sept.
opnieuw open te gaan. Wat de nieuwe
raad Leiden zal brengen?
Rest ons nog even den heer Baart tiet
beloofde antwoord te geven. Ruiterlijk zij
erkend, dat wij te hoog hadden gemikt. De
betrokken avondzilting kostte maar f 350,
daar deze vóór 10 uur 's avonds was ge
ëindigd; anders zou het ruim f500 zijn ge
weest. Voor de gemeente dus nog een mee
valler op de behaalde strop.
DE KONINKLIJKE FAMILIE TERUG.
Hartelijke begroeting in de Residentie.
Gisteravond te 10.04- zijn H. M. de Konin
gin, H. K. H. Prinses Juliana en Z. K. H.
Prins Hendrik met den Duitschen trein aan
het Staatsspoorstation in de residentie aan
gekomen.
Op het perron was H.M. de Koningin-
Moeder ter begroeting aanwezig, vergezeld
van eenige leden van de koninklijke Hof
houding.
De trein stoomde precies op tijd binnen en
met een hartelijk gejuich werd de Konink
lijke Familie op het perron door ve'len ver
welkomd Toen de Koningin, de Prinses en
de Prins waren uitgestapt, herhaalde zich
het hoerageroep, waarvoor zij met 'n vrien
delijk hoofdknikken dankten.
Nadat de Koningin-Moeder haar familie
leden omhelst en de hand gedrukt had, be
gaven de Koninklijke personen zich door de
gereserveerde wachtkamer naar de voorzijde
van het station, waar een groote menigte
die door de politie op eenigCn afstand werd
'gehouden hun opnieuw luide toejuichte.
In twee auto's, gevolgd door drie met
paard bespannen rijtuigen, vertrokken de
vorstelijke personen daarop naar het Ko
ninklijk verblijf aan den Ruigenhoek, van
waar de Koningin-Moeder later in den
avond naar het Paleis aan het Noordeinde
zou terugkeeren.
ONBEWAAKTE OVERWEGEN.
Naar aanleiding van een bericht, volgens
hetwelk het in de bedoeling van de Neder-
landsche Spoorwegen zou liggen, aan het
aantal onbewaakte overwegen in het geheel
geen verdere uitbreiding te geven, kan ge
meld worden, dat bij de Nederlandsche
Spoorwegen getracht wordt, de bezwaren
van gezichtbelemmering, welke het onbe
waakt doen zijn van enkele, overwegen nog
in den weg stonden, weg te nemen.~ Door
aankoop van terrein zoo wordt b.v. een
stuk boomgaard aangekocht als anders
zins, is men bezig, het mogelijk te maken,
dat zonder gevaar voor de veiligheid het
aantal onbewaakte overwegen met nog
enkele' wordt vermeerderd.
Wel zullen anderzijds enkele overwegen,
welke thans onbewaakt zijn, weer bewaakt
worden, aangezien men van oordeel is, dat
door de getroffen maatregelen de gezichts
belemmering ter plaatse in sommige jaar
getijden niet voldoende verdwenen is. In de
onderhavige gevallen zal deze bediening
evenwel ge'en personeelkosten voor de spoor
wegen meebrengen.
RANGBEVORDERING RIJKSTELEGRAAF.
Bij ministerieele beschikking zijn in de
rangbevordering technisch personeel bene
den den rang van electrotechmsch ambte
naar de volgende wijzigingen gebracht; de
facu! lieven regeling, dat tot werkman 1ste
klasse kunnen worden benoemd de werk
lieden, die bij voortduring worden belast
met werk, waarvoor de 1ste klasse rang
passend is en de noodige geschiktheid voor
dien rang bezitten, is tot een verplichte
regeling gemaakt; voor de betrekking van
monteur zullen voortaan, behalve de vak
werklieden 1ste klasse, mede in aanmerking
komen de chefs-werkman; deze uitbreiding
geldt mede voor een benoeming tot instru
mentmaker; in bijzondere gevallen kunnen
ook monteurs, respectievelijk instrument
makers, met voorbijgaan van den le klasse
rang, tot chef-monteur respectievelijk chef-
instrumentmaker worden benoemd.
OFFICIEELE BERICHTEN.
Bij Kon. besluit is eervol ontheven vah de
betrekking van commandant der zeemacht
en hoofd van het Departement der Marine in
Nederlandsch-Indië de vice-adimraal A. F.
Gooszen, met dankbetuiging van in die be
trekking bewezen diensten; en is genoemde
betrekking opgedragen aan den benoemden
Schout-bij-nacht A. Ten Broecke Hoekstra.
Hr. Ms. adjudant in buitengewonen dienst;
Bij beschikking van den minister van
Justitie' zijn aangewezen in de enkelvou
dige Kamer voor de vereenvoudigde behan
deling van strafzaken van de Arrondisse-
ments-Rechtbank:
RECLAME.
7496
ECHTE
C/1TZ-ROTTERDAMMER
de modedrank.
OP HET AVONDFEEST. Op lederen heerlijken zomer
avond is hij aanwezig en houdl iegelijk de ouderen
gezelschap bij hun heerlijke rust als hen, die In meer
afgelegen hoekjes van den tuin van hel feesl genieien.
Dal kan omdai hij thans ook per flesch verkrijgbaar is.
dragende een wettig gedeponeerd zwarl elikel. waar
borg dal hel mineraal-, soda- of spuitwater, al of niel
mei suiker, werd vermengd mei
CAT2 ZOON van PEKELA-GRONINGEN
Gebotteld verkrijgbaar bij Plioenix Bierlidndel en Limonadefabriek
H. Th. G. COSTER, K.-Rapenburg No. 5, Leiden.
I. te Middelburg;
a. tot lid mr. W. M. G. Jolles, vice-presi
dent;
b. tot plaatsvervangend lid:
I. mr. J. W. Zijlstra; II. mr. Th. Portheine
III. mr. J. H. Bijbau, allen rechter;
2 te' Roermond:
a tot lid mr. M. J. A. M. van der Grinten,
rechter;
b. tot plaatsvervangend lid I. mr. C. E. A.
Baron van Hövell tot Westerflier. III. mr. A.
L. M. van Berckel; III. mr. H. Diephuis, al
len rechter.
DE OCEAANVLUCHT VAN MAC INTOSH.
Gisteren is na verscheidene malen
uitstel de K. L. M.-piloot, de heer Aler,
met de „Xenia" (de vroegere HNADK) van
vliegveld Waalhaven opgestegen. De
„Xeriia" is op Waalhaven voorzien van
een 450 P.K. Bristol-Jupiter luchtgekoelden
motor, terwijl in de cabine reservoirs voor
olie en benzine zijn gebouwd. Met een
belasting van 3600 K.G. is proefgevlogen,
en alles ging naar wensch.
Mac Intosh, die met het toestel van Ier
land naar Ganana wil vliegen, zal waar
schijnlijk met een belasting van 4600 K.G.
starten.
Men hoopt hedenmorgen met het toestel
naar Engeland te vertrekken.
VERBOND VAN WERKLOOZENKASSEN
WELKE ZIJN GESUBSIDIEERD
DOOR RIJK EN GEMEENTE.
Op initiatief van de Landel. Vereeniging
Tot Onderlinge Verzekering Tegen de Na-
deelige Gevolgen van Werkloosheid en
Ziekte te Pijswijk, werd onder leiding van
den heer K. Meijer een vergadering gehou
den in hotel van Straalen te Amsterdam,
ter oprichting van genoemd verbond.
Voor deze vergadering waren 32 kasbe-
sturen met een gezamenlijk ledental van
6120 leden uitgenoodigd uit diverse plaatsen
De voorzitter opende de vergadering en
constateerde dat het groote aantal afge
vaardigden reeds de noodzakelijkheid van
datgene, waarvoor men bijeen was, bewees
en gaf na een woord van welkom het woord
aan den heer C. H. A. v. d. Toorn Vrijthof!
welke aan de hand van de ingekomen brie
ven, mededeelde welke vereenigingen sym
pathiseerden met het doel, waarvoor deze
bespreking werd uitgeschreven.
Hierna volgde een bespreking over het
doel van bovenbedoeld verbond in verband
met Hoofdstuk VIII, art. 22 (sub 3) van het
Werkloosheidsbesluit 1917 en de noodza
kelijkheid van vertegenwoordiging in deze
Commissie, zoowel als in die van de Prov.
en Plaatselijke commissies van Arbeids
bemiddeling Werkverschaffing en Steun
regelingen.
De spreker gaf verscheidene voorbeelden
waarom ook centralisatie van de kasbestu-
ren noodig is, welke tot op heden staan
buiten deze commissies, en de belangen der
leden daarin niet kunnen verdedigen.
Na deze inleiding sprak de heer A. Nie-
man, uit Haarlem, een woord van dank
voor de iniliatiefnemende vereeniging om
tot de oprichting van een Verbond te ge
raken.
Het concept-reglement werd met eenige
kleine wijzigingen met algemeene stemmen
aangenomen.
Als bestuur tot de eerstvolgende vergade
ring werden benoemd de heeren K, Meijer,
als voorzitter en C. H. A. v. d. Toom Vrijt-
hoff als secr., Verhagen-Metmanstraat 68,
Rijswijk (Z.-H.) en als penningmeester de
heer A. Nieman te Haarlem.
Hierna kreeg het. bestuur opdracht om
zich met een verzoek tot den Minister van
Arbeid, Handel en Nijverheid te wenden,
om bij de eerstvolgende benoeming der
advies-commissie een uitnoodiging te mo
gen ontvangen voor vertegenwoordiging
daarin namens de W. L. kassen buiten de
Vakcentralen.
In den loop der volgende maand komt
het bestuur wederom bijeen om het werk
program van den Bond nader vast te stellen.
WATERLEIDIN GBEL AN GEN
IN NEDERLAND,.
De Ver. van Waterleidingbelangen in Ne
derland hield te Maastricht haar 42ste alg.
vergadering onder voorzitterschap van den
heer R. P. van Royen.
Tot bestuursleden werden in de vacatures
R. S. v. Royen en S. Brandenburg gekozen
de heeren v. Oldeborg te Bloemendaal en
ir. J. J. H. Vos te Maastricht
Mr. L. B. J. van Oppen, burgemeester van
Maastricht hield een voordracht over „De
geschiedenis van de waterleiding der ge
meente Maastricht", waarna ir. A. G. Dries-
sen, directeur der gemeente-waterleiding te
Maastricht een voordracht hield over de
drinkwatervoorziening.
Na afloop der vergadering werd een auto
tocht ondernomen naar het gemeentelijk
pompstation te Ambij en den watertoren der
ftf.V. Waterleiding-Mij. voor Zuid-Limburg
te Schimmert.
De gewone audiëntie van den minister
van Justitie zal Vrijdag 2 September a.s.
nie't plaats hebben.
RECLAME.
BROUWERIJ O'ORANJEBOOM-ROTTER PAN
6183
Sinds meer dan een week liet in een zij-
sloot van de Aloëlaan een beddenzak met
wat er indat het water ver
ontreinigt en op den duur een onaangename
lucht verspreidt tot last van de menschen,
die daar wonen. Hopende, dat bevoegde
autoriteiten hieraan hun aandacht schen
ken zullen.
EEN OPMERKER.
Naar 't Engelsch van DOROTHEA GERARD.
Door Mr. G. KELLER.
58)
En in koortsachtige haast had hij een
boodschap gezonden naar het politiebureau
om evenwel als antwoord te vernemen, dat
zij reeds naar de Pawiak was overgebracht.
De Pawiak! De naam bracht hem nieuwe
zielesmart. Naar de Pawiak, waarin ook hij
was opgesloten, waar het niet onmogelijk
was, dat zij een blik zouden kunnen wis
selen, al was het een laatsten!
Den ganschen nacht had hij het gevoel
alsof een nachtmerrie hem het leven on
draaglijk maakte, maar daartusschen
doemde telkens weer als een verlokking
het gezicht op van den wijn, rood als ro
bijnen, welke hij den vorigen nacht had
gedronken. De wijn had hem wel tot een
dwaasheid verleid, maar hij had hem ook
voor eenigen tijd tot een anderen man ge
maakt, en als hij niet heelemaa! krank
zinnig wilde worden, dan moest hij zich,
al ware het slechts voor enkele uren, los
maken van 'zichzelven. De gisteren gedane
ontdekking vroeg nader onderzocht te
worden.
Toen hij een uur later weer op straat
kwam, moest hij, al waggelde hij niet
zichtbaar, toch wel goed opletten waar hij
liep. Langzaam keerde hij op zijn schrede
terug, maar op den hoek van de straat,
waar hij woonde, keerde hij met een soort
van rilling om, als deinsde hij terug voor1
de gedachte aan de eenzaamheid, welke
hem in zijn kamer wachtte. Ondanks de
sneeuw, die begon te vallen, keerde hij
zich om en begon weer door de straten te
loopen, te zeer verdiept in het lastige
vraagstuk, hoe op het midden van het
trottoir te blijven, dan om op iets anders te
letten.
De volgende inrichting van aenzelfden
aard en ditmaal een Joodsch wijnhuis, trad
hij haastig binnen, hakend naar een teug,
die hem vergetelheid zou brengen. Hij ge
voelde een werkelijke behoefte aan die
roekeloosheid van gisteren weder in zich
te gevoelen, al was het maar voor een uur.
Toen hij nu weer de straat opging, strui
kelde hij even bij de deur maar een flauw
lachje verhelderde zijn somber gelaat, daar
hij bijna gevonden geloofde te hebben wat
hij zocht. Met eenige moeit hield hij zijn
roer recht en sloeg vastbesloten maar wag
gelend een andere richting in. Een ander
verlangen was bij hem opgekomen, dat,
om achter de muren van de Pawiak te kij
ken, waarachter opgesloten waren zoowel
zij. die hij het vurigst lief had als hij, dien
hij het diepst in zijn hart haatte. Misschien
zou hij niet eens volstaan met kijken, daar
zelfs op dit uur zijn uniform en zijn positie
hem ongetwijfeld een achterdeur zouden
openen. Al spoedig was zijn verbeelding in
de weer met een gesprek in een cel, waar
hij zijn houding zou verontschuldigen met
een beroep op de vurigheid van zijn harts
tocht.
Bijna vroolijk stapte hij door de thans
vrijwel verlaten straten, werktuiglijk het
saluut der politieagenten op de hoeken be
antwoordend, zich vaag bewust, dat het
harder begon te sneeuwen en nog steeds
niet lettend op iets dergelijks als hein
steeds achtervolgende voetstappen.
Maar voor de vormlooze massa van de
Pawiak, die als een berg tegen den nachte
lijken hemel opdoemde, begaf hem zijn
schijnbare moed. Bij de gedachte Katya te
zullen ontmoeten, begon hij op zijn beenen
te trillen en koud zweet parelde op zijn
voorhoofd. Wat deed zij nu, in dezen ge-
wichtigen nacht, welke de laatste was voor
den man, aan wien zij haar liefde had ver
gooid? Zouden zij beiden waken?
Met een doffen halfgesmoorden kreet
draaide hij om, zoo onverwacht, dat hij
even iets zag van een gestalte, die zich
ijlings in een deuropening terugtrok. Maar
slechts zijn oogen zagen het, de verschij
ning maakte geen indruk op zijn met an
dere dingen vervulden geest.
Weg van de Pawiak! Ver weg er vanl
Maar waarheen? Niet naar zijn vervloekte
bed, dat hem gelijk hij vooruit wist, slechts
de marteling van een slapeloozen nacht
zou schenken. Was er misschien wat an
ders? Halt! Er was de 'Citadel nog. Een
ziekelijk en tevens afschuwelijk verlangen
om de plek te zien, waar morgen zijn
medeminnaar den dood zou ingaan, ver
vulde hem thans.
Met plotselinge haast begaf hij zich op
weg naar de spoorbrug, van waar hij, ge
lijk hij wist het beste gezicht er op kon
hebben.
De sneeuw viel steeds dichter, zoo dicht,
dat hij de wachtposten aan het bruggehoofd
passeerde zonder aangeroepen te worden,
zoo dicht ook, dat de lichten van de Citadel
niet meer dan lichtende nevels waren.
Naar die nevels bleef hij als betooverd
staan kijken, zich vasthoudend aan hel
ijzerwerk van de hooge leuning.
„Morgen!" zeide hij overluid, alsof hij
zich moed wilde inspreken.
„Neen, vandaag 1" werd hem bijna in
zijn oor geantwoord.... of was dat enkel
een onderdeel van de nachtmerrie, die hem
plaagde?
Die vraag kwam bij hem on. toen hij
zich verschrikt omkeerde.
Toen bij het aanbreken van den dag het
lijk van den „stajiowoi" van het derde
district deerlijk verminkt op de rails werd
gevonden, begon men onvermijdelijk in de
eerste plaats de socialisten te verdenken.
Daar echter bij een daarop ingesteld on
derzoek bleek, dat de omgekomen ambte
naar gezien was in twee verschillende
localiteiten in een toestand, dien men niet
volkomen nuchter kon heeten, scheen een
natuurlijke verklaring van het ongeval le
zeer voor de hand te liggen, dan dat zelfs
de Russische autoriteiten ze over het hoofd
konden zien. Omtrent de onmiddellijke
oorzaak van den dood verklaarde^ de ge-
neesheeren zich niet in staat eenig andere
verwonding als die door de wielen, waar
door enkele lichaamsdeelen tot een onher
kenbare massa waren verpletterd, te kun
nen onderkennen. Voorzoover zij konden
nagaan, zat er geen kogel in het lijk, en zij
durfden niet zeggen of er een steek met
een sabel of een dolk was te vinden. Dien
tengevolge en ook omdat onder den drang
van meer onmiskenbare gevallen de tijd
voor een langdurig onderzoek ontbrak, liet
men de zaak verder rusten.
Als zekere grijsgebaarde portier eenig
vermoeden mocht hebben gekoesterd, heeft
hij dit toch nooit verraden.
Hij had in den gewichligen nacht kort
na middernacht Timosh in het hotel bin
nengelaten en zonder hem met vragen aan
boord te komen, wel degelijk opgemerkt,
hoe 's mans kleine oogen geglinsterd had
den als metaal, en hoe zijn breeden grijns
lach in den slordigen baard, de stompjes
van zijn tanden had laten zien.
HOOFDSTUK X.
De laatste nacht.
„Een, twee, drie passen naar den muur
pas op voor den hoek van de brits rechts
omkeert, een, twee, drie passen naar de
deur terug, rechtsomkeert weder: een, twee,
drie.
Als een onbewuste onderstroom van de
gedachten, die als bovenlaag de hersenen
van den gevangene door flitsten, zoo onver
moeid deed hij zijn drie passen door de cel
en omgekeerd, steeds de goede richting in
het oog houdend. Dat was niet overbodig,
daar het eenige licht, dat hij kreeg, was de
weerschijn van de lamp in de gang, welke
door een nauw getralied gat naar binnen
viel. Geen slaap had tadeusz' oogen gelo
ken in dezen laatsten nacht, dat hij tot de
levenden behoorde. De uren, die hem rest
ten waren als het ware te kort voor de orde
ning zijner gedachten, voor den onvermijde-
liiken blik in het verleden, en voor dien
anderen blik in het duister.
Het dolle niet-begrijpen, dat hem voor
den krijgsraad in de balzaal den mond had
gesnoerd, was nu verdwenen. In de stille
eenzaamheid van zijn cel was hij tot begrij
pen gekomen en als eerste gevolg daarvan
had hij zijn verloren leven op woeste, op
standige wijze betreurd. Als onder een lang
zaam voorlhewegend zoeklicht zag hij nu
volkomen duidelijk wat hij met eigen hand
had weggeworpen. Ter wille waarvan?
(Wordt vervolgd).