ONRECHTMATIG BEZIT
No. 20689
LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 25 Augustus
Tweede Blad
Anno 1927
GEMEENTEZAKEN.
FEUILLETON.
BENOEMINGEN EN ONTSLAG.
Door B. en W. wordt voorgesteld gunstig
te beschikken op het verzoek van den heer
H. P. Veldhuyzen, arts alhier om hem te
bestendigen in de betrekking van Stadsge
neesheer. Met het oog op een spoedig te
verwaohten voorstel inzake de invoering
van vrije artsenkeuze, waarbij zal worden
voorgesteld in het vervolg de Stadsgenees-
heeren op hetzelfde tijdstip te doen aftreden
geven B. en'W. in overweging ook deze be
noeming slechts tot 1 Januari 1928 te doen
geschieden.
Met verwijzing naar de adviezen van de
Commissie van Toezicht op het M.O. en van
den Inspecteur van dit Onderwijs den heer
Rienks geven B. en W. in den Raad in
overweging:
I. de tijdelijke aanstelling van mej. dr. S.
Hofker, als leerares in het Nederlandsch, die
van mej. dra. E. A. W. Broes van Dort, als
leerares in het Duitsöh en die van den heer
drs. J» van Daalen. als leeraar in het Neder
landse)* aan de HoogeTe Burgerschool met
vijfjarigen cursus te verlengen voor den
duur van den cursus 1927/28 en die van
don heer W. Ruys als leeraar in het Duitsch
aan diezelfde school tot wederopzeggens,
doch uiterlijk tot den datum waarop mej
dra. C. M. de Haas als leerares aan het Gym
nasium in functie treedt, te verlengen;
II. Mej. W. H. Nederhoed, leerares aan de
Hoogere Burgerschool voor meisjes, met in
gang van 1 September a.s., tot weder opzeg-
gens, doch uiterlijk voor den duur van den
cursus 1927/28 te benoemen tot tijdelijk
.leerares in het Engelsch aan de Hoogere
Burgerschool met vijfjarigen cursus.
Voorts stellen B. en W. voor te besluiten;
a. de tijdelijke aanstelling van den heer
J. H. Watteiz, als leeraar in het rechtlijnig
teekenen aan de H. B. S. voor "meisjes, te
verlengen voor den duur van den cursus
1927/28 en die van mej. W. H. Nederhoed,
als leeraraes in het Engelsch aan diezelfde
school, tot 1 Januari 1928.
b. Mej. F. O. Parmentier met ingang van
1 September 1927 definitief te benoemen
tot leerares in de handelswetenschappen
aan de H. B. S. voor meisjes.
Ten gevolge van het aan den heer A.
Wisse met ingang van 1 September a.s. ver
leend eervol ontslag als leeraar aan de Ge
meentelijke Kweekschool voor Onderwijzers
en Onderwijzeressen zal, in afwachting van
een definitieve vervullling van de daardoor
ontstaande vacature, een tijdelijke voorzie
ning moeten worden getroffen ten aanzien
van het onderwijs in Aardrijkskunde en
Geschiedenis aan die school. Zich vereeni-
gende met de adviezen van den Directeur
der school en van den Hoofdinspecteur van
het lager onderwijs in de derde hoofdin
spectie. geven B. en W. den Raad in over
weging den heer D. G. Magé, onderwijzer
aan de Centrale school voor het 7e leferjaar
alhier, tijdelijk tot wederopzeggens daarmee
te belasten.
Door den heer J. H. Koers, bij besluit van
8 Aug. j.l. benoemd tot onderwijzer in de
lichamelijke oefening bij het openbaar la
ger onderwijs alhier, is medegedeeld, dat hij
deze betrekking, wegens benoeming elders,
niet kan aanvaarden.
B. en W. bieden nu den raad volgende
voordracht gan:
lo. W. C. Brassem te Amsterdam,
o. J. F. Harders te Amsterdam,
3o. H. J. J. de Klerk te Delft.
Door den heer J. Verwer, leeraar in het
Duitsch aan de Kweekschool voor Onderwij
zers en Onderwijzeressen alhier is met het
oog op den 65-jarigen leeftijd eervol ontslag
uit deze betrekking gevraagd.
B. en W. stellen den Raad voor den heer
Verwer dit ontslag eervol te verleenen.
RECLAME.
Huidaandoeningen als uitslag, eczeem,
roos, dauwworm, enz verdwijnen spoedig
door de verzachtende, antiseptische werking
van Foster's Zalf Zij helpt ook uitstekend
bij brandwonden, doorloopen of doorzitten,
schrijnen, enz.
Foster's Zalf is alom verkrijgbaar k f 1.75
per doos, f 1.per tube. 7259
Eveneens stellen zij voor op hun verzoek
eervol ontslag te verleenen aan den heer
P. G. Schreuder als hoofd der opl.-school
voor U.L.O aan den Maresingel A en aan
mej. E. Sagekuele uit hare betrekking van
onderwijzeres aan de opleidingsschool voor
Gymnasium en H. B. School.
WIJZIGING EN OPNIEUW VASTSTELLEN
GEMEENTEREKENINGEN DIENST
1924 en 1925.
Door Gedeputeerde Staten werden in
April dezes jaafs ten aanzien van <3e ge-
meenlerekening 1924 eenige opmerkingeh
gemaakt of vragen gesteld, die alle van zui
ver administratieven aard waren.
Een van die opmerkingen de andere
opmerkingen of vragen werden na gepleegd
overleg tusschen de beide afdeelingen Fi
nanciën inmiddels opgelost betrof de ver
antwoording van de inkomstenbelasting op
volgn. 424 onderdeel adie niet zou zijn ge
schied overeenkomstig het bepaalde bij ar
tikel 9 der rekenings-voorschriften.
B. en W. stellen voor aan het verlangde
van Ged. Stalen te voldoen.
GELDEN VOOR VERBETERING SCHOOL-
GEBOUW AAN DE MARE.
Bij schrijven wijst de Plaatselijke School
commissie er op, dat het gymnastieklokaal
van het schoolgebouw aan den Maresingel
te klein is, dat verschillende lokalen van
school A zigh in zeer vochtigen toestand be
vinden, zelfs zdó, dat in een enkel lokaal
groole stukken pleisterwerk van de muren
zijn gevallen en voorts, dat het gemis aan
een afzonderlijke spreekkamer voor het
hoofd der school B zich zeer sterk doet ge
voelen.
Na overweging van de rapporten van den
Directeur van Gemeentewerken en van de
Commissie van Fabricage, aJsmede van het
advie's van den Inspecteur van het Lager
Onderwijs, zijn B. en W. tot de overtuiging-
gekomen, dat het aanbrengen van verschil
lende verbeteringen aan het genoemde
schoolgebouw inderdaad noodig is.
Wat betreft de vochtigheid der beneden
lokalen, zijn B. en W. van gevoelen, dat de
trasramen, met een vochtwerende laag
moeten worden afgedekt en dat bovendien
de afwatering van het schoolterrein aan de
Oost- en Westzijde moet worden verbeterd.
De met deze urgente verbeteringen ge
moeide kosten worden geraamd op f4400.
Verder zijn zij van oordeel, dat het in
richten van een spreekkamertje voor het
hoofd der school B niet langer behoort te
worden uitgesteld, nu in de praktijk de be
hoefte daaraan is gebleken. Het schoollo
kaal, dat than9 als spreekkamer wordt ge
bezigd, is voor dat doel niet geschikt en
moet bovendien voor allerlei andere doel
einden dienen. Zoo wordt in dat lokaal
zangonderwijs gegeven en wordt het ver
der gebezigd als algemeene bergplaats voor
leermidelen en al9 kamer voor den school
arts en de schoolzuster. Naar raming zullen
dé kos'en van het maken van een spreek
kamertje. helwelk op eenvoudige wijze kan
worden verkregen door plaatsing van een
glaswand in de gang aan de voorzijde van
het gebouw, met inbegrip van de kosten van
inrichting van dat karrfcrlje, ongeveer f 540
bedragen.
Met betrekking tot het bezwaar van de
Plaatselijke Schoolcommissie tegen het
gymnastieklokaal merken B. en W. op,.dat
ofschoon zij met de Commissie vergrooling
van dat lokaal wel gewenscht oordeelen,
zij die vergrooting toch niet in die' mate ur
gent achten, dat zij vrijheid vinden den
Raad in overweging te geven, daartoe thans
reeds over ie gaan en dit te minder, aange
zien met die vergrooting e'en bedrag van
niet minder dan f 13.700.gemoeid zou
zijn. Met de Commissie van Fabricage en
den Inspecteur van het Lager Onderwijs zijn
zij van meening, dat deze verbetering voor-
loopig nog wel eenigen tijd kan worden uit
gesteld..
VERHURING VAN EEN VLEUGEL VAN
HET GEBOUW ,,'S-GRAVENSTEIN".
- Bij raadsbesluit van 26 Januari 1925
werd aan het „Instituut Kern" (Vereeniging
tot stichting en instandhouding van een
Instituut vóór Indische Archaeologie aan de
Rijksuniversiteit te Leiden) de bovenverdie
ping van den noordelijken vleugel van het
gebouw ,,'s-Gravenstein" aan de zijde van
de Papenslraat verhuurd tegen een huur
prijs van f 250 per jaar.
In bovenbedoeld ingekomen Stuk deelden
B. en W. den Raad reeds mede, dat het In
stituut voorloop! g genoegen nam met de bo
venverdieping, in de verwachting, dat later
ook het benedengedeelte tot nog to* ge
bezigd als onlspanningslokaal voor werk-
loozen ten gebruike zou worden afge
staan.
Eenigen tijd geleden nu richtte het Insti
tuut tot het College het verzoek, om thans
dit benedengedeelte le mogen huren tegen
een huurprijs van f 150 per jaar.
Tegen inwilliging van dit verzoek, waar
mede de verdere ontwikkeling van het Insti
tuut wordt bevorderd, bestaat bij B. en W.
geen bezwaar. Met de geboden huurprijs ad
f 150 kunnen zij zich vereenigen, terwijl
aan de verhuring verder gelijke voorwaar
den zullen worden verbonden als thans gel
den voor de bovenverdieping.
OVERNAME VAN GROND.
In verband met het bouwen van het per
ceel, kadastraal bekend gemeente Leiden
sectie K. no. 2560, is het noodig, dat het
vóór dat perceel gelegen strookje grond in
eigendom overgaat aan de gemeente. Met
het oog op deze overdracht verklaarde de
eigenaar zich tevens bereid het gedeelte
van de Gabriël Melzustraat en van den
Haarlemmerweg, vormende het kadastrale
perceel, Sectie K. No. 2558, groot plm. 200
M2-, aan de gemeeiïte in eigendom over te
dragen.
Onder mededeeling, dat met den eigenaar
overeenstemming is verkregen in zake de
door dezen te betalen kosten van straat-
aanleg enz., stellen B. en \Y. den Raad voor
hiertoe over te gaan.
VERGUNNING TOT DEMPING VAN EEN
GEDEELTE SLOOT.
Tegen inwilliging van het verzoek van
M. van der Velden, namens N. P. M. Die
ben, om vergunning lot demping van een
gedeelte sloot langs den Hoogen Rijndijk, ter
lengte van plm. 95 Meier, deel uitmakende
van de perceelen, kad. bekend gemepnte
Leiden, Sectie M. Nis. 4324, 2937 en 435G,
welk slootgedeelte deels aan adressant,
deels aan de provincie en deels aan de ge
meente toebehoort, bestaat noch bij de Com
missie van Fabricage, noch bij B. en W. be
zwaar, mits aan de te verleenen vergunning
slechts de gebruikelijke voorwaarden wor
den verbonden.
HET MARKTWEZEN NIET ALS
AFZONDERLIJK BEDRIJF.
Bij de behandeling van de gemeenle-be-
grooling voor 1927 werd in handen van B.
en W. gesteld een voorstel van den heer
Groeneveld om „het marktwezen als afzon
derlijk bedrijf in te richten". Het voornaam
ste doel dat de voorsteller daarmee beoogde
was, een goed financieel overzicht te ver
krijgen.
lteeds toen werd dit motief door B. en W.
bestreden.
Het door hem beoogde doel kon op veel
eenvoudiger en toch even afdoende wijze
worden bereikt. Men behoeft dan, om de
verwachte of de werkelijke uilkomsten van
de marktexploitatie te leeren kennen, slechts
bedoelde staten te raadplégen.
Inrichting van het marktwezen als be
drijf, hetgeen niets anders zou zijn, dan een
administratieve formaliteit, die veel noode-
loozen omslag zou meebrengen en nochtans
niet beter tot het door den voorsteller be
oogde doel kan leiden, moeten B. en \Y. dan
ook ontraden.
In een schrijven van B. en W. aan de
Commissie voor het Marktwezen, waarbij zij
haar omtrent deze aangelegenheid advies
vroegen, is een en ander uitvoerig uiteen
gezet.
Genoemde Commissie berichtte B. en W.
bij missive van 15 Augustus 1927, dat zij om
de door hen aangegeven redenen er zich ge
heel mede kon vereenigen, dat het markt
wezen niet als afzonderlijk bedrijf werd in
gericht, indien bij de gemeente-bogrooting
en bij de gemeenterekening staten als be
doeld werden overgelegd.
Aan het verzoek van de Commissie om
nog vóór de mondelinge behandeling van
de begrooting 1928 een staat van ontvang
sten en uitgaven, ontleend aan de rekening
1926 en een staat van de geraamde ont
vangsten en uitgaven voor 1928 aan den
Raad over te leggen, kan zonder bezwaar
worden voldaan.
COMMISSIE VAN BIJSTAND VOOR HET
ONDERWIJS.
Ter uitvoering van het door den Raad op
den 25sten Juli j.l. genomen besluit bieden
B. en W. ter vaststelling aan een concept
verordening regelende de samenstelling en
den werkkring van een commissie van bij
stand voor het onderwijs.
Uit het concept blijkt, dat de Commissie
zal bestaan uit vijf leden, waarvan één lid
uit zijn midden door het College van B. en
\V. wordt benoemd en de overige leden door
den Raad en uit leden van den gemeente
raad moeten bestaan.
ELECTRISCHE VERLICHTING EN
AANBRENGEN VAN TROTTOIRS
IN DE JANVOSSENSTEEG.
In den herfst van het vorige jaar kwam
in den Raad naar aanleiding van een adres
van de bewoners de vraag ter sprake, of
het gewenscht was, de Jan Vossensteeg
van trottoirs en electrische verlichting t.e
voorzien. B. en W. meenden destijds, dat
deze vraag eer-st na de verplaatsing van
de Jan Vossienbrug cd de demping van de
Volmolengracht kon worden beantwoord.
De Raad daarentegen achtte reeds toen
voldoende termen voor een bevestigende
beantwoording aanwezig cn sprak mitsdien
op 22 November 1926 door aanneming van
een desbetreffende motie-Groeneveld de
wenschelijkheid van het aanbrengen van
electrische verlichting t?n den aanleg van
trottoirs in de Jan Vossensteeg uit. Over
de wijze, waarop het in die motie belichaam
de denkbeeld zou worden uitgevoerd, werd
nader praeadvies toegezegd.
Hoewel het aanvankelijk in de bedoeling
van B. en W. lag dit praeadvies afzonder
lijk aanhangig t-ë maken, meenden zij in
overeenstemming met de Commissie vun
Fabricage bij nadere overweging, dat dit
weinig zin zou hebben, aangezien omtrenr
het beginsel van den aanleg door den Raad
door de aanneming van de motie-Groene
veld reeds beslist was en het overige dus
slechts de technische details van de uit
voering en de keuze van het technisch
daarvoor meest» geschikte tijdstip betrof.
In de raadsvergadering van 27 Juni j.l.
hebben B. en W. naar aanleiding van een
interpellatie-Groene veld alsnog afzonderlijk
praeadvies toegezegd, met de bedoeling,
dat deze werken nog in den loop van van
1927 zouden worden uitgevoerd, hetgeen
derhalve de aanvraag van een afzonderlijk
crediet zou meebrengen. Zij deelen thans
het navolgende mede.
De electrische verlichting kan bestaan
uit 6 lichtpunten, uitgevoerd als straatover-
spanningen van het type Haarlemmerstraat
doch met een geringere lichtpunthoogte in
verband met de lagere bebouwing van de
Jan Vossensteeg. De kosten hiervan zullen
bedragen f 1350. De trottoirs, van basal-
tinetegels te maken, kunnen ter weerszij
den over^ de volle lengte (220 M.) van de
steeg worden aangebracht. In verband met
de breedte van de steeg, welke van 5.50
M. tot 6 M. wisselt, kan de breedte der
trottoirs wissel van 0.90 M. 3 tegels)
tot 1.05 M. 31/2 tegel); het rijvlak be
houdt alsdan een breedte van resp. 3.70
M. en 3.90 M. De kosten worden geraamd
op f 3200.
De totale kosten a f 4550 zullen uit den
post voor onvoorziene uitgaven voor 1927
gevonden moeten worden.
VERHURING VAN TEELLAND.
Ultimo December a.s. eindigt de bij
raadsbesluit van 1 Dec. >met C. Boekee,
Zoet-erw.-Singel gesloten huur van het be
westen het Raamland en ten noorden van
de Fruinstraat gelegen perceel teelland,
kadastraal bekend gemeente Leiden, Sec
tie M. No. 4058, met de zich daarop be
vindende schuur, Sectie M. No. 854, groot
1.28.19 H.A.
De heer Boekee heeft verzocht het teel
land e.a. wederom voor den tijd van drie
jaren tegen den bestaanden huurprijs ad
f500 per jaar te mogen huren, waartegen
volgens B. en W. geen bezwaar bestaat.
VERLENGING VAN DEN TERMIJN
ONTRUIMING ONBEWOONBAAR
VERKLAARDE WONINGEN.
Uit een ingesteld onderzoek is B. en W.
gebleken, dat van een groot aantal door
hun vermelde onbewoonbaar verklaarde
woningen, die moeten zijn ontruimd op 3
September a.s., door de bewoners nog niet
zijn verlaten.
Aangezien het den bewoners van deze
woningen tot nog toe niet is mogen geluk
ken een andere woning te vinden, beslaat
en naar hel oordeel van hun College aan
leiding den termijn van ontruiming te ver
lengen tot 3 Maart 1928, zulks in overeen
stemming met het advies van de Gezond
heidscommissie en dat van de Commissie
van Fabricage.
In de Leeskamer hebben B. on W. neer
gelegd een lijst, vermeldende 226 ontruim
de woningen, onbewoonbaar verklaard bij
de raadsbesluiten van 12 Februari 1923 en
27 Augustus 1923, tegelijk met de thans
bedoelde. Het aantal nog niet ontruimde
woningen bedraagt 150, in verschillende
deelen der oude stad, meestal in poorten
en stegen.
GEBRUIKGEVING VAN EEN TERREIN
AAN DE POLITIESPORTVEREENIGING.
De Leidsche Pölitiesporlvereeniging wil
de gaarne hel speelterrein aan de Burggra-
venlaan gedurende een tweetal uren per
week in gebruik hebben, Aangezien bij het
doel. dat deze Vereeniging nastreeft, ook
hel gemeentebelang is betrokken, kunnen
B en W. er zich in dit bijzondere geval
mede vereenigen, dat de ingebruikgeving
gratis geschiedt, zulks in overeenstemming
met het advies van de Commissie van Fa
bricage.
WIJZIGING DER BEGROOTING
BURG. ARMBESTUUR.
Op de begrooting voor het jaar 1927 werd
uitgetrokken;
a. Subsidie aan het Burgerlijk Armbe
stuur f 182.000; b. Steun aan uitgetrokken
werkloozen f 130.00, totaal f 312.000
Blijkens van deze diensten ontvangen
mededeeling, zal echter het Burgerlijk
Armbestuur vermoedelijk een som van
f 212.000 behoven, terwijl voor steun
aan de uitgetrokken werkloozen
waarschijnlijk f 190 000 noodig i9. maken
de in totaal een som van f 402.000 of
f 90.000 meer dan bij de begrooting werd
geraamd.
In de dekking van dit bedrag ad f 90.000
zal derhalve moeten worden voorzien.
Bovendien is het gewenscht thans nog
een tweetal andere posten der begrooting
1927 nader te regelen.
Gelijk B. en W. den Raad tpr gelegen
heid van hun voorstel inzake de vaststel
ling van het vermenigvuldigingscijfers voot.
het belastingjaar 1927/1928 reeds mede
deelden, liet het zich n.l. aanzien, dat de
post inkomstenbelasting, uitgetrokken on
der b. van volgnummer 135, f 165 000
onder de raming zou blijven pn dat voor
kwade posten in plaats van f 180.000
f 315.000 of f 135.000 meer zou worden ver-
eischt.
Wat genoemden ontvangstpost betreft, is
inmiddels gebleken, dat daarop, in verband
met de opbrengst van het belastingjaar 1926
RECLAME.
707
Naar 't Engelsch van DOROTHEA GERARD.
Door Mr. G. KELLER.
53)
Terwijl zij trachtte op adem te komen, be
gon zij daar op te spreken, aanvankelijk zoo
zacht, dat zij, die aan het einde van de
lange, smalle tafel zaten, zich naar voren
hogen om haar te verstaan. Haar liefde
voor Tadeusz Swigello, de verbreking der
verloving en de reden daarvan, haar besluit
om hem, 't koste wat het wil, te redden, dat
alles werd door haar voor die vreemden
onthuld, onbarmhartig zonder eenig
schaamtegevoel, zonder aan zich zelve te
denken, enkel met de bedoeling om hen
warm te maken voor hem. Toen de woorden
sneller over haar lippen kwamen, duide
lijker waren te verstaan, welsprekender-
waren, begonnen de oofeen der mannen,
allen gericht op haar sprekend gelaat, dat
zooveel meer zei dan zij zelfs in woorden
kon uitdrukken, te glinsteren, enkelen" le
fcnkelenk en de beide vrouwen kwamen
dichter bij. keken haar aan met een belang
stelling, die, wat meer kritisch, toch niet
minder oprecht was.
Toen zij ophield, met smeekende oogen om
zich heen ziende, heerschte er eerst een
oogenblik stille, daarna veranderde men
algemeen van houding, verschoof zijn sloel,
alsof een betoovering was geweken.
„Gij alleen kunt hem redden door hem op
uw lijst te zetten. Ge zult dat niet weigeren,
ge kunt dat niet!"
Er volgde niet onmiddellijk antwoord. Zij
keken naar den vlasblonden leider, alsof
men van hem voorlichting verwachtte.
Katya, die begreep, dat hij in de eerste
plaats de geestelijke leider was, keek
over de lange tafel mede naar hem. Hij
alleen had geen spier off zijn gelaat ver
trokken onder haar woorden, hoewel zijn
lichtblauwe oogen haar even aandachtig als
de anderen hadden aangekeken. Hij sprak
nu, rustiger dan ooit.
„Wij zouden hem redden als wij het kon
den, geloof dat wel Maar de grens moet
ergens getrokken worden en dat is reeds ge
beurd. Zelfs tien is een groot getal om m
den beschikbaren lijd er door te sleepen."
„Welk verschil kan nu één opleveren, één
enkele persoon?"
„Het verschil van dien eenen passagier,
die de reddingsboot tot zinken brengt."
„Maar er moet iets op gevonden worden,
dat moet!"
De leider schudde ernstig het hoofd.
„Persoonlijke overwegingen zijn door
onze beginselen uitgesloten. Alleen de nood
beslist."
„En waar is grooler nood denkbaar, waar
grooler recht? Hij is onschuldig dat weet u."
„De anderen ook."
„En bovendien een Pool, een der uwen.
Bijna nog meer Litauer <Jan Pool. Vergis ik
mij in het vermoeden, dat u zelf een Li
tauer is?"
Zij durfde dit zeggen, was overtuigd, zich
niet te vergissen, met het oog op dat be
kende blonde haar, op die heldere, en echt
blauwe oogen.
„Ik heb u al gezegd, dat persoonlijke
overwegingen hier evenmin gewicht in de
schaal leggen als patriottische/'
„U weigert dus?"
„Ik vrees, dat wij dat moeten doen."
Katya keek een oogenblik met somberen
blik naar het zeildoek op de tafel. Toen zi]
haar oogen weer opsloeg, was er iets ander9,
iets boosaardigs in te lezen.
„Durft u dat inderdaad? En ais ik nu
eens heen ging om u te verraden?"
„Als u eens heelemaal niet meer heen
ging?"
„Wat bedoelt u?" vroeg Katya, een oogen
blik dupe van den kalmen toon, waarop dat
was gezegd.
„Ik bedoel, dat de vriend, die met u is
meegegaan, behoort tot onze partij en vol
komen op de hoogte is van haar beginselen.
Ik bedoel ook, dat wij veertien zijn en hij
alleen is."
Katya keek hen die naast haar zaten aan,
met een door haar angst ingegeven vraag op
de lippen. Zij verhardden reeds hun trek
ken, als het ware als antwoord op haar be
dreiging. Ja, dat waren geen mannen om
'voor iets, dat zij op hun weg vonden, op zij
te gaan. Vrees-kon hun niet worden aange
jaagd, maar misschien kon men ze vertee
deren. Met angstig hart wrong zij haar han
den in haar schoot, terwijl zij zich voorover
boog, ze niet uittartend, maar bereid om
voor hen te knielen, mits zij slechts toestem
den Tadeusz te redden.
„Hoor.mij aan. wat ik u bidden magl Uw
harten zijn niet van steen 1 Ge zijt menschen
en hij is een medemensch van u, achter die
verschrikkelijke muren een onverdienden
dood afwachtend. Als ik niet de oorzaak
ware geweest, dat zijn leven in verwarring
was gebracht, zou hij nooit in dit dolzinnige
avontuur gemengd zijn geweest. O, weest
vriendelijk, weest goed. voor hem..
en voor mijl O gij. naar wien zij luisteren,
zeg hun hem te redden.... en mijl"
Toen zij zich halverwege verhief om haar
samengeklemde handen uit te strekken naar
den man aan het andere eind van de tafel,
gleed haar de zware mantel van haar
schouders. Toen daardoor haar schitterend
witte japon en de juweelen om haar ont-
bloote armen en hals zichtbaar werden,
keken de mannen met verbijstering er naar,
terwijl de beide vrouwen nieuwsgierige blik
ken naar haar wierpen, zelfs op dat oogen
blik zich afvragend, hoe dergelijke slrooken
waren gemaakt en of het zilver op den
japon wel echt was.
Hun harten zouden inderdaad van steen
zijn geweest en hun gevoelens van lood, als
zij voor die bede niet^ waren bezweken.
Weder werd die smeekende blik gericht
naar den leider, wiens gelaat niet meer zoo
onverstoorbaar scheen, terwijl de kalmte
van den toon zijner stem, toen hij sprak,
eenigszins geforceerd klonk.
„Ik slel voor de zaak in stemming le bren
gen bij hen. die aan de expeditie deel zulle^i
nemen. Zij loopen het gevaar en daarom
laat ik hun de keuze. Wat zeg jij. Melinski?
„Ik vind het best," verklaarde een glim
lachende jonge kerel met blonde snor evpn
opgewekt alsof de gansche onderneming een
schooljongensgrap was, en inlusschen met
geestdrift naar Katya kijkend.
„Ik ook ik ook!"
Ze vonden het allen best, niet, eerlijk ge
zegd omdat Tadeusz een kameraad was,
maar omdat Katya's schoonheid hen had
veroverd.
„In dat geval yind ik het ook goed, al is
het een dwaasheid."
Katya ging weer zitten, nu plotseling over
haar gansche lichaam bevend.
„Heeren, ik dank u uit het diepst van
mijn hart. Ge hebt mij aan het leven terug
gegeven,"
„Laten we hopen, dat zulks morgen om
dezen tijd het geval zal zijn. Nu is het nog
zoover niet. Weet ge wel goed, waarvoor
u ons dank zegt?"
„En toch hoopt ge le slagen, anders zoudt
ge het niet beproeven. Zeg mij wal ge van
plan zijt. Tot nog toe weet ik ongeveer
niets."
Een hunner, een donker, mager man, die
er uitzag, alsof hij een hard leven achter
den rug had, begon het haar uit te leggen.
In het gevaarlijke tooneelspel, dat zij gingen
spelen, traden zeven acteurs op, zes pseudo-
politie-agenten en een pseudo-kapitëin der
gendarmerie, die zich aan de Pawiak zou
den vervoegen om de gevangenen op te
eischen. Üe uniformen lagen gereed en we
ken achtereen waren de rollen tot de klein
ste kleinigheden bestudeerd om te zorgen,
dat alle formaliteiten zoo glad mogelijk zou-
dert verloopen.
Een der hoofdzaken scheen te zijn, dat de
gevangenen volkomen onwetend moesten
blijven van hun redding, daar dit het eenige
middel was om te zorgen, dat de rollen in
de perfectie werden gespeeld. Alle deel
nemers aan de onderneming moesten
vreemdelingen voor hen zijn en bij de met
zorg gedane keuze had men met de uiterste
nauwgezetheid zich er van vergewist, dat
zelfs geen oppervlakkige ontmoeting had
plaats gehad. Aan pas toegetreden ledpn
was daarom toegestaan, zich vrijwillig op
te geven voor de gevaarlijke geschiedenis,
terwijl de tegenwoordige leider, heel uit
Kowno was gehaald, waar een zusterorgani
satie in wording was.
(Wordt vervolgd).