Shampccn
ONRECHTMATIG BEZIT
No. 20684
LEIDSCH
DAGBLAD, Vrijdag 19 Augustus
Tweede Blad Anno 1927
GEMENGD NIEUWS.
KERK- EN SCHOOLNIEUWS.
Zulk
mooi haar
met den kwarten Mep
FEUILLETON.
VERKEERS-ONGEVALLEN.
Opnieuw: h.et auto-kerkhof bij Haastrecht.
Op den Haastrechtschen dijk, dicht bij
de plaats op den weg Gouda—Oudewater,
waar gistermorgen een personen-auto van
den dijk reed, is des voormiddags om elf
uur, ter hoogte van de boerderij van den
landbouwer Van de Sprong, een tweede
ongeluk gebeurd, dat echter minder ernstige
gevolgen heeft gehad. Door te ver uithalen
voor een andere auto zakte de met vee
voeder geladen vrachtauto van Van Kuik's
Borstelhandel te Rotterdam, weg. De wagen
reed nog enkele meters door, maar bleef
toen met de twee linkerwielen op den weg
aan den dijk hangen. De auto, welke men
thans op den dijk tracht te brengen, kreeg
geeit schade, terwijl zich ook geen per
soonlijke ongelukken voordeden.
Met deze twee auto-ongevallen binnen vijf
kwartier heeft het auto-kerkhof weer een
nieuw record op zijn naam.
In verband met de ongevallen van gis
teren heeft het lid der Prov. Staten van
Zuid-Holland, de heer K. R. van Staal, te
Gouda, nog dienzelfden dag het volgende
telegram aan den Commissaris der Koningin
in de provincie Zuid-Holland gezonden:
„Hedenmorgen wederom twee auto's door
den verraderlijken graskant van "den Haas-
trechtschen dijk afgegleden; een dame en
een heer gekwetst en verbonden door dr.
Hakkenberg te Haastrecht. Kan Krimpener-
waard niet vast met toegezegd herstel der
zijkanten beginnen en de waarschuwings
borden plaatsen?"
Bij Huis ter Heide, nabij Utrecht, vond
gistermiddag een ernstig auto-ongeluk plaats,
waarbij drie personen werden gewond.
Een artillerie-auto, waarin eenige mili
tairen gezeten waren, moest uitwijken voor
een wielrijder. De wagen kwam daardoor
in botsing met een personen-auto, waarin
een achttal personen was gezeten. De
chauffeur van den militaire auto raakte zijn
stuur kwijt. Hij reed tegen een boom aan,
waardoor de sergeant U. zwaar gewond werd.
Deze moest per auto naar het militair hos
pitaal te Utrecht worden vervoerd.
Een dame en een heer, die in de andere
auto gezeten waren, bekwam eveneens zeer
ernstige verwondingen. De overige inzitten
den kwamen met den schrik vrij. De per
sonenauto werd bijne geheel vernield.
ONVEILIG STRAND.
Het strand te Scheveningen is onveilig
tot de Wass enaarsch eslag 25 em 26 Augus
tus, van 6.30 v.m. tot 11 uur v.m., wegens
het schieten met mitrailleurs.
Het is eerst dan weder toegankelijk als
de roode vlaggen, welke de ^onveilige strook
aanduiden, zijn weggenomen.
UIT HET RAAM GEVALLEN.
De 3-jarige A. van D., wonende West
zeedijk te Rotterdam is gisteravond ter
hoogte van 3£ meter uit het raam geval
len. De vader had het meisje n<aar bed
gebracht en was daarna even weg gegaan.
Het meisje is toen uit het bedje gekropen,
heeft het raam weten te openen, met het
droevig gevolg, dat het naar beneden viel.
Met een wonde boven het rechteroog en
een lichte hersenschudding is het kind door
den G. G. D. naar bet ziekenhuis aan den
CooLsingel vervoei'd, alwaar opneming ge-
wensoht bleek.
EEN NIEUWBAKKEN EDELMAN.
Donderdagmorgen is door de recherche
der gemeentepolitie te Kerkrade naar
Utrecht overgebracht en aldaar Ier beschik
king gesteld van den commissaris der poli
tie in de 2de afdeel ing, een zekere Sch., te
Kerkrade wonende, wiens aanhouding
Woensdag telefonisch verzocht was, en die
in de ouderlijke woning verblijf hield. Hij
wordt verdacht onder den naam van Jhr.
van Lennep, in Utrecht en Amsterdam en
ook in -de omgeving van deze steden dief
stallen en oplichtingen le hebben gepleegd.
Te Utrecht wist hij dooT z'n kleeding en
voorkomen te imponeeren en uit het pension
aan den Weerdsingel is hij met medenemen
van een portefeuille met circa f 100 verdwe
nen. De politie te Kerkrade nam reeds in de
woning van Sch. een radio-toeslel in beslag.
Sch. staat daar ongunstig bekend. Ondanks
z'n jeugdigen leeftijd, hij is in 1901 geboren,
heeft hij reeds jaren in de gevangenis door
gebracht. Wegens diefstal vertoefde hij
reeds in het tuchthuis.
Zoodra hij op vrije voeten was gesteld,
was hij plotseling weer verdwenen. Later
schreef hij brieven van het oorlogsfront te
Dixmuiden, waar hij als vrijwillig cavale
rist slreed in het Belgische leger. Hij ont
ving zelfs een oorlogsonderscheiding, doch
werd uit den militairen dienst ontslagen,
wijl^ hij te jong was. In zijn geboorteplaats
en in andere deelen van ons land pleegde
hij later verscheidene diefstallen. Als vrij
williger bij de Nederlandsche artillerie be
haalde hij de graad van sergeant. Wegens
gepleegde diefstallen werd hij door den
Krijgsraad veroordeeld en uit den militairen
dienst ontslagen.
Nog vernemen we, aldus de „N. Crt.", dat
ook de politie te Breda den pseudo-jhr. Van
Lennep zoekt.
BRANDEN.
Woensdagavond te 8 uur is ten gevolge
van het omvallen van een petroleumlamp,
die gebruikt werd bij werkzaamheden op de
vliering, brand ontstaan in het Cinema Pa
lace te Sittard. Het dak en de vliering zijn
geheel verbrand. De films werden behou
den. Verzekering dekt de schade.
Te St. Maartensbrug is de boerenplaats,
bewoond door den heer B, Appel, eigen
dom van den heer A. Appel, afgebrand.
Hooibroei is de vermoedelijke oorzaak.
Gisteren brak te Oss een felle brand uit
in de boerderij van H. Blocks. Huis en
inboedel werden een prood der vlammen.
Een koe en 2 varkens kwamen mede in de
vlammen om. Verzekering dekt gedeeltelijk
de schade.
De groote boerenplaats, bewoond door
dien heer Jonk aan de Nes te Schagen, is
tot den grond afgebrand. De brand ia ver
oorzaakt door het omvallen van een petro-
leumtoestel. Verzekering dekt de schade.
EEN ZEILVAARTUIG OMGESLAGEN.
Acht menschen te water.
De „Leeuw. Crt." schrijft:
Woensdagochtend om halfzeven ging de
familie v. d. Schoot met twee goede ken
nissen, Hofman en Touwen, scheep om een
zeiltochtje te maken. De bemanning be
stond uit vier mannen en vier jongens.
Touwen, een bevaren schipper, zou de lei
ding hebben. Er werd koers gezet naar de
Grouwster wateren. Met een mooie koelte
ging het er vlot over. Des middags op de
Grouwster wateren stond er een stevige
koelte en men ging aan wal. Zoo tegen vij
ven, toen de wind was bekomen, werd be
sloten de terugreis te aanvaarden. Alles
ging voorspoedig. Ongeveer zeven uur was
men in het Deel, bij Altenburg; met gereefd
zeil, losse schoot en het stormfokje dreef
men gezellig verder, toen geheel onver
wachts en op nog niet të verklaren wijze
de boot kapsijsde, in een oogenblik vol was
geloopen en de inzittenden, op geen onheil
verdacht, in het water lagen, op en onder
het zeil.
Wie redden kon stak de behulpzame hand
uit, eerst naar de kleine jongens. Daar
kwam redding, althans hulp. Een bejaard
man, met één arm te zijner beschikking,
kwam met een kleine schouw aangeroeid.
Gezien de geringe „tonnenmaat" kon het
vaartuigje niet meer dan twee personen
bergen. Bij tweeën werden de drenkelingen
aan wal gebracht. Toen de redder zijn men-
schenplicht gedaan had roeide hij verder.
Doch nu stonden de geredden op den ver
keerden wal. Gelukkig naderde een andere
bont en met deze kwam men aan den over
kant. Allereerst ging het op Hempens aan;
bij een woning naast de kerk zag men dra
den naar het dak loopen. Men dacht dat het
telefoondraden waren, dan zou er gelegen
heid zijn naar Leeuwarden te lelefoneeren.
Doch het bleken geleiddraden voor de radio
te zijn. Men beproefde toen zijn geluk bij
een nabijgelegen boerderij en daar was
juist een automobilist aanwezig, die de
familie naar de stad terugbracht. Hofman
en Touwen hielden zich intusschen bezig
met het klaren van de boot; de wegge
dreven plankjes werden verzameld, het zeil
en touwwerk in orde gebracht en des
avonds elf uur lagen ze voor de spoorbrug.
HET VOLKSGERICHT TE NIEBERT.
Ongeveer een maand geleden hebben wij
aan Het Volk een bericht ontleend omtrent
het barbaarsch optreden van een aantal
inwoners van Niebert (gem. Marum) tegen
den veekoopman Harm Boonstra en diens
huishoudster, de vrouw van een neef van
Boonstra. Gemeld werd, dat de beide men
schen, die naar de meening van hun dorps-
genooten in ongeoorloofde verstandhouding
met elkaar leefden, in hun huis zijn bele
gerd en nadat daarvan dakpannen en rui
ten waren vernield, uit de woning zijn ge
haald en in optocht door het dorp zijn mee
gevoerd, nadat de man totaal was ontkleed
en de vrouw op broek en kousen na. Boven
dien zouden beiden toen met emmers water
overgoten zijns.
Naar de Prov. Gr. Crt. thans verneemt, is
deze zaak door de justitie in onderzoek ge
nomen. Dit onderzoek is nog niet geheel
geëindigd, maar wel staat vast, dat een tien
h twaalftal verdachten aan deze ergerlijke
aanranding voor de rechtbank te Groningen
zullen terechtstaan.
VERNIETIGING VAN EEN LOTING.
Toen dezer dagen de loting voor de lich
ting 1928 voor de gemeente Dokkum was
geëindigd, bleek er een lotingsbiljet in de
bus over te blijven. Er was dus een num
mer te veel in de bus gedaan. De vaders
van enkele ingeschrevenen hebben op grond
van deze onregelmatigheid bezwaren tegen
de gehouden loring ingebracht. In verband
daarmede heeft de commissaris der Konin
gin d© gehouden loting vernietigd en be
paald, dat een geheel nneuwe loting voor
genoemde lichting en gemeente moet wor
den gehouden, uit overweging, dat de
aanwezigheid in de bus van één biljet
meer dan het gehal biljetten, dat daarin
had behooren te zijn, tot gevolg kan ge
had hebben, dat sommige ingeschrevenen
andere nummers hebben getrokken, dan zij
zouden hebben getrokken, indien dat bil
jet zich niet in de bus had bevonden, dat
de gepleegde onregelmatigheid daarom op
den uitslag der geheele loting van invloed
heeft kunnen zijn.
De meneer die altijd in de sociëteit hoog
opgegeven had van zr'n reizen en z'n avon
turen, werd op een goeden avond aange
sproken door een ander, die in een Enc-y-
clopaedie zat be bladeren.
,,Zeg, Jansen, jij hebt altijd verteld,
dat je daar in Ecuador zoo dikwijls op de
tijger jacht geweest bent, hè 1 En nu lees
ik hier in de Encyclopaedic, dat er in heel
Ecuador geen tijgers zijn. Hoe klopt dot V'
,,Hoe dat klopt V' zei Jansen onver
vaard„natuurlijk klopt dat! Ik heb ze
allemaal dood gemaakt!"
PREDIKBEURTEN.
VOOR ZONDAG 21 AUGUSTUS.
BODEGRAVEN.
Evang. Luth. Kerk: Voorm. 10 uur, ds.
E L. Nauta, van Leiden.
Ned.-Herv. Kerk: Voorm. 10 uur en nam.
halfzeven, ds. Pott.
Geref. Kerk: Voorm. 10 uur en nam half
zeven, ds. J. van Dijk, em. pred.
Geref. Gem.: Voorm. 10 uur, preeklezen;
nam. halfzeven, ds. Van R©enen.
KOUDEKERK.
Ned.-Herv. Kerk: Voorm. 10 uur en nam.
halfzeven, ds. Israël.
Geref. Kerk: Voorm. 10 en nam 7 uur,
ds. Haspers.
LEIDERDORP.
Ned.-Herv. Kerk: Voorm. 10 uur, ds.
P. G. de Vey Mestdagh van Rotterdam;
nam. halfzeven, ds. H. Mondt.
Geref. Kerk: Voorm, halftien en nam.
halfzeven ds. Nelders van Rotterdam.
NOORDWIJK-BINNEN.
Ned.-Herv. Kerk: Voorm. 10 uur, ds. A.
E. van Baaien van Kage.
NOORDWIJKERHOUT.
Ned.-Herv. Kerk: Voorm. 10 uur, ds. P.
Hofstede.
SASSENHEIM.
Chr. Geref. Gem.: Voorm. 10 en nam.
5 uur, ds. Joh. Jansen, van Leiden.
VALKENBURG.
Ned.-Herv. Kerk: Voorm. 10 uur, ds.
Petri van Dordrecht; nam halfzeven, ds.
Van Baaien van Kage
VOORSCHOTEN.
Ned.-Hen''. Kerk: Zondag, tien uur v.m.,
ds. Kloots, van Zwammerdam; 's nam. geen
dienst.
VOORHOUT.
Ned.-Herv. Kerk: Voorin. 10 uur, de heer
Kok van Leiden.
WADDINXVEEN.
Ned.-Herv. Kerk: Voorm. 10 uur, lees-
dienst; nam. halfzeven, ds. H. A. de Geus.
Geref. Kerk: Voorm 10 en nam. 6 uur,
ds Rulman van Utrecht.
Chr. Afg. Gem.Voorm. 10 uur en nam.
halfzeven, ds. H. J. Grisnigt.
WOUBRUGGE.
Ned.-Herv. Kerk: Voorm. 10 uur en nam.
haltfacht, de heer J. v. d. End, van Rhoon.
Geref. Kerk: Voorm. 10 en nam. 7 uur,
preeklezen.
ZWAMMERDAM.
Remonetr. Gem.Voorm. half elf, ds,
Cramer.
Ned.-Herv. Kerk: Voorm. 10 uur, ds.
Fortgens, van Voorschoten; nam. geen
dienst.
Geref, Kerk: Voorm. 10 en nam 7 uur,
ds. Kuyvenhoven, van Hengelo.
ZOETERWOUDE.
Ned.-Herv. Kerk: Voorm. 10 uur, ds. J.
H. Mulder.
NED. HERV. KERK.
Beroepen: Te Burum, W. Okken, te Urk.
Aangenomen: Naar IJlst, Ph. Peter te
Amstelveen; naar Birdaard, A. G. H. Vollen-
weider te Cubaard.
Bedankt: Voor Surhuizum (Fr.). S.
Ybema, te Wijkersmilde (Dr.); voor Wedde
(Gr.) J. Speekman te Aduard; voor Oene
(Vel.) B. G. C. Steenbeek te Wierden; voor
Oosterwolde (Gld.), P. Kuylman te Houten
(Ut.); voor Loon op Zand, A. F. P. Pop te
Vaassen>
GEREF. KERKEN.
Beroepen: Te Bergum, W. H. v. d. Vegt
te Drachtster-Compagnie.
DE SYNODE DER GEREF. KERK.
Gisterochtend werd de openbare vergadb,
ring van de Generale Synode der Geref.
Kerken te Groningen hervat. De bijeen
komst werd geopend met het zingen van
Psalm 68 14. waarna de praeses in ge
bed voorging. Ds. C. W. E. Ploos van Am-
slel had bericht gezonden, dat hij Donder
dag en Vrijdag wegens familie-omstandig
heden niet aanwezig kon zijn. Dr. G. N.
Impeta, zijn secundus, was niet aanwezig.
Na het appèl nominal werden de acta
der eerste zitting voorgelezen en vastge
steld. Ingekomen zijn o.a. een schrijven van
den Raad der Geref. Kerk van Leeuwar
den, houdende bezwaren tegen het Formu
lier van Belijdenisvragen, en een aantal be
zwaarschriften, waarin er bij de Synode op
aangedrongen wordt, dat pogingen zullen
worden gedaan om tot hereeniging te ge
raken.
Vervolgens wordt door de volgende broe
ders gerapporteerd: br. J. v. d. Waal namens
Commissie I over het rapport van de depu-
RECLAME.
glanzend en buigzaam als
zyde Is dit Uw verlangen?
Deze wensch is gemakkelyk.
te vervullen. Eenmaal per
week wasschen met
Geparfumeerd met Maartviooltjes,
Lavendel of Eau de Cologne.
Voor Nederland en Koloniën:
C. F. van DIJL ZOON
Dordrecht
7046
talon over echtscheiding; ds. T. Gerber
namens Commissie I over een schrijver*
van den Bond voor Staatspensionneering,
waarin gevraagd wordt om steun en mede
werking der Kerken; br. J. Bakker namens
Commissie I over een schrijven van br. G.
de Graaf Azn. te Nijkerk, waarin deze der
Synode verzoekt zich uit te spreken over
de leer van predikanten, die de scheppings
dagen eigenwillig veranderen in tijdvak
ken; prof. dr. V. Hepp namens Commissie
JI over het rapport der deputaten der Gene
rale Synode van Utrecht voor de liturgie-
vraagstukken; dr. W. A. van Es namens
Commissie II over een bezwaarschrift van
zr T. Steegstra te Groningen; prof. dr T.
Hoekstra namens Commissie II over het
rapport: Regeling nadere samenleving der
Gereformeerde Kerken in Bentheim en
Oost-Friesland met de Geref. Kerken in
Nederland, benevens over het verzoek van
de Part. Synode van de Geref. Kerken in
Gelderland, op verzoek van de deputaten
der classis Arnhem voor den geestelijken
arbeid onder de Nederlanders in Rijn-Prui
sen en Westfalen, om een hartelijke aan
beveling bij alle kerken en deze arbeid
ook financieel te steunen; br. A. J. L. vai*
Beeck Galkoen namen9 Commissie II over
het verzoek der classis Batavia aan de
perscommissies opgedragen de hoofdzaken
van de besprekingen en besluiten ten spoe
digste naar Indië door te zenden; dr. C. N.
Impeta, thans ter vergadering verschenen,
wordt welkom geheelen en hij betuigt zijn
instemming met de Belijdenisschriften.
Ten slotte wordt nog door ds. N. Duur-
sema gerapporteerd over het rapport van
de leden van het Moderamina der Generale
Synode van Utrecht 1923 en Assen 1926.
Te ongeveer halftwaalf ging de Synode
in comité-generaal.
Precies te 1 uur werd de zitting heropend
met het zingen van Psalm 25: 2.
Onmiddellijk daarna werd het wooTd ge
geven aan de buitenlandsche afgevaardig
den, wier woorden vertolkt werden door
mr A. L. van Beeck Calkoen.
Rev. E. J. Hagan O. B. E. sprak namens
United Prosbyleran Church, dat is de groote
Vrije Schotsche Kerk, de bekende U. P.
Hij spreekt er zijn leedwezen over uit,
dat hij de Hollandsche taal niet machtig is,
waarvoor hij zich excuseert. Hij schrijft dat
toe aan de gewoonte der Engelschen om
Naar 't Engelsch van DOROTHEA GERARD.
Door Mr. G. KELLER.
'48)
„Een bezoeker voor u," zei een gevangen
bewaarder zoo plotseling in de ooren van
een der wandelaars een eenzame dat
de man, hoe sterk zijn zenuwen ook moch
ten zijn, hevig verschrikte. Maar hij had
dan ook zijn gedachten een lange reis terug
moeten laten maken, heel van de geurige
tosschen der Oostenrijkse he KaTpathen.
„Een bezoeker voor mij? Is u daar zeker
van?"
„Zoo zeker als van mijn zaligheid! Ga
maar kalm mee, vadertje! Zeg, de directeur
behoeft toch niet te weten, dat ge bezoek
krijgt?'
Het dronkenmansknipoogje zei hem, dat
er een gunst werd verleend, waarschijnlijk
in strijd met de wet en ongetwijfeld dubbel
en dwars betaald. Maar door wien? Tadeusz
kon enkel aannemen, dat Karol Dem
browski, zijn socialistische vriend, door
wien hij in kennis was gekomen met de
Roode Partij, eindelijk er in geslaagd was
om tot hem door te dringen.
De roodwangige gevangenbewaarder
bracht Tadeusz langs een omweg, wat al
het bewijs was. dat hij iels onrechtmatigs
deed, naar zijn eigen cel, welke hij tot den
vorigen dag had gedeeld piet een man, die
nu naar de Citadel was overgebracht. Blijk
baar was de cipieT er flink voor betaald.
Nauwelijks was hij in de cel of Tadeusz
gevoelde, hoe een paar armen hem onslui-
mig omknelden.
„Tadzio! O, lieve God, Tadzio!"
Witek kuste hem op de wangen, op zijn
lippen, in zijn hals, onstuimig, bijna tranen
stortend, terwijl Tadeusz, die niet dadelijk
woorden kon vinden, zijn broeder aan zijn
borst drukte met een kracht, waar van hij
zichzelven niet bewust was.
„.Tij in Warschau, Witek?" vroeg hij ten
slotte, toen hij zijn spraak herkreeg. „Waar
om heb je mij niels doen weten?"
„Ik zal je alles vertellen.... maar een
oogenblik, Tadzio, je doet me bijna stik
kenik zal je alles vertellen, zoodra ik
weer op adem ben gekomen."
Tadeusz liet hem los, en wilde hem iels
anders vragen. Maar nauwelijks had Witek
zijn vrijheid herkregen en kon hij zijn broe
der behoorlijk opnemen, of hij riep smarte
lijk, zijn handen in elkaar slaand.
„Tadziol Lieve hemel! Wat zie je er uitI
Dat is verschrikkelijk! Je baard, je klee-
renik ben overtuigd, dat zij vandaag
niet geborsteld zijn.'
„En gisteren ook niet. Witek."
„En wat hangen de kleeren je aan het
lijf! Wat staan je wangen holl Men geeft je
blijkbaar niet genoeg te eten en natuurlijk
enkel koolsoep. Waarachtig Tadzio, je ruikt
naar koolsoep en dan nog wel naar zure
koolsoep I"
En alsof dit laatste hem eerst recht dui
delijk deed gevoelen, hoe verschrikkelijk de
toestand was. ging ^ilek op de stroomatras
van zijn broeder zitten en barstte voor zijn
oogen in een stortvloed van tranen los.
Tadeusz greep hem niet al te zacht bij de
schouders.
„Onze minuten zijn geleld, Witek, laten
wij ze nu niet in gevoelsuitingen verspillen.
Hebben wij niet over gewichtiger dingen te
praten dan over "koolsoep?"
Witek droogde gehoorzaam zijn tranen.
„Heeft mijn telegram uit Zalkiew je be
reikt, Tadzio?"
„Ja, zij het ook met vertraging.'1
„Je weet dus, dat wij geen zuster meer
hebben?"
„Dat weet ik," zei Tadeusz zacht, „vertel
mij wat van haar."
Een oogenblik spraken zij over Kazimrra,
maar een paar vragen en antwoorden. Hoe
wel zij beiden haar innig lief hadden gehad,
begrepen zij, dat in dezen tijd de dooden de
dooden moesten begraven. De eischen van
het leven waren zoo dringend, dat daaraan
in de eerst© plaats gehoor moe9t worden
verleend.
„Ben je te Warschau gekomen om mij
vrij te krijgen? Puur verloren moeite!"
„Ik ben om verschillende dingen hier ge
komen, antwoordde Witek zonder zijn broe
der ditmaal aan te zien. Hij bleef een
oogenblik zwijgen, plotseling verlegen naar
den steenen vloer turend en keek toen in
eens op.
„Ik heb je nog niet alles medegedeeld,
Tadeusz Ik heb nog een boodschap voor je
van Kazimrra.'
„Zoo?"
„Tiet was heelemaal op het laatst, toen
zij bijna niet meer praten kon, maar ik heb
haar woorden duidelijk verstaan, zij ge
bruikte er haast haar laalsten ademtocht
voor. „Zeg hem." zeide zij, „dat er niaar
één ding ter wereld is. dat het leven waard
is. en dit is niet trots."
„Zoo," zei Tadeusz weder, maar op een
anderen toon, terwijl hij zich van zijn
broeder afkeerde,
„Zij zeide, dat je het wel zou begrijpen.
Dat is toch zoo, Tadzio?'
„Ik begrijp wat haar gedachte was, maar
ik denk er niet zoo over."
„Je gelooft niet, dat je om je zelf wordt
bemind?"
Tadeusz lachte schor.
„Ik zou daartoe veel verwaander moeten
zijn, om zoo iets aan te nemen."
Een oogenblik bleef Witek naar den bree-
den rug kijken, die naar hem was toege
keerd. Maar plotseling stond hij op en sloeg
zijn arm om den hals van zijn broeder.
„Och, Tadzio, hoe verkeerd beoordeel je
haar! Weet je, dat zij te Warschau is?"
Verbazing stuwde het bloed zoo plotseling
naar Tadeusz' hart, dat zijn ingevallen wan
gen doodsbleek werden.
„Katya te Warschau?' slotterde hij, ge
heel van zijn stuk gebracht en zijn broeder
aanziend.
„Ja, al bijna twee maanden."
„Waarvoor is zij hier gekomen?"
„Voor jou. Zoodra zij je arrestatie ver
nam, is zij hierheen gegaan. Ze heeft dag
en nacht er voor gewerkt om je weer vrij te
krijgen, zij het ook tot nog toe zonder
succes."
Tadeusz haalde een vuilen zakdoek voor
den dag om zich het zweel van het voor
hoofd te wisschen.
„Je vergist je vermoedelijk in haar mo
tieven," zeide hij met gedwongen kalmte.
„Waar maak je uit op, dat zij zich voor
mijn invrijheidstelling moeite geeft?"
„Uit haar eigen woorden. Ik heb ze zelf
uit haar mond gehoord.
„Zoo? Heb je haar gezien?"
„Meer dan eens. Ik ben direct naar haar
toegegaan, zoodra ik te Warschau was ge
komen. Ik kom nu van haar."
Tadeusz opende den mond, sloot hem
weder. Honderden vragen lagen in zijn blik
ken, doch geen kwam er over zijn lippen.
Weer wilde hij zich omdraaien, maar Witek
hield zijn armen om zijn hals geslagen, om
knelde hem steviger.
„Ga niet weg, Tadzio, ik heb je nog iels
anders mede te deelen. Ik zeide, dal ik ]e
alles wilde zeggen. Ik weet niet, of je mij
zult kunnen vergeven."
„Nog meer onthullingen?" zei Tadeusz
met een ongeduldigen lach, zich de woorden
herinnerend, waarmede Witek reeds sinds
zijn kinderjaren gewoonlijk een schuld
bekentenis aflegde.
„Helaas ja! Ik heb je gezegd, dat ik. zoo-
dra ik le Warschau was, naar haar toe ben
gegaan. Weet je, waarvoor ik dat deed?
„Hoe zou ik dat kunnen welen?"
„Om haar ten huwelijk le vragen.
Nu rukte Tadeusz zich los en zijn gelaat
was even hoog van kleur als het een minuut
le voren bleek had gezien.
„Je hebt Kataryna Malkoff een huwe
lijksaanzoek gedaan?" vroeg hij met na
druk. maar lóch met ongeloovige blikken.
Wilek knikte bevestigend met evenveel
schaamte op zijn gelaat als een knaap, die
op heeterdaad is betrapt.
Er kwam iets stuursch in Tadeusz' oogen
en om zijn lippen speelde een veelzeggende
trek, die deed vreezen voor onaangename,
misschien wel minachlende woorden, maar
zij werden niet gesproken.
„En Olympia?" was al wat hij vroeg op
een toon, waaruit on'danks zijn zelfbe
dwang, toch spot sprak.
(Wordt vervolgd).