Shampccn ONRECHTMATIG BEZIT No. 20684 LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 19 Augustus Tweede Blad Anno 1927 GEMENGD NIEUWS. KERK- EN SCHOOLNIEUWS. Zulk mooi haar met den kwarten Mep FEUILLETON. VERKEERS-ONGEVALLEN. Opnieuw: h.et auto-kerkhof bij Haastrecht. Op den Haastrechtschen dijk, dicht bij de plaats op den weg Gouda—Oudewater, waar gistermorgen een personen-auto van den dijk reed, is des voormiddags om elf uur, ter hoogte van de boerderij van den landbouwer Van de Sprong, een tweede ongeluk gebeurd, dat echter minder ernstige gevolgen heeft gehad. Door te ver uithalen voor een andere auto zakte de met vee voeder geladen vrachtauto van Van Kuik's Borstelhandel te Rotterdam, weg. De wagen reed nog enkele meters door, maar bleef toen met de twee linkerwielen op den weg aan den dijk hangen. De auto, welke men thans op den dijk tracht te brengen, kreeg geeit schade, terwijl zich ook geen per soonlijke ongelukken voordeden. Met deze twee auto-ongevallen binnen vijf kwartier heeft het auto-kerkhof weer een nieuw record op zijn naam. In verband met de ongevallen van gis teren heeft het lid der Prov. Staten van Zuid-Holland, de heer K. R. van Staal, te Gouda, nog dienzelfden dag het volgende telegram aan den Commissaris der Koningin in de provincie Zuid-Holland gezonden: „Hedenmorgen wederom twee auto's door den verraderlijken graskant van "den Haas- trechtschen dijk afgegleden; een dame en een heer gekwetst en verbonden door dr. Hakkenberg te Haastrecht. Kan Krimpener- waard niet vast met toegezegd herstel der zijkanten beginnen en de waarschuwings borden plaatsen?" Bij Huis ter Heide, nabij Utrecht, vond gistermiddag een ernstig auto-ongeluk plaats, waarbij drie personen werden gewond. Een artillerie-auto, waarin eenige mili tairen gezeten waren, moest uitwijken voor een wielrijder. De wagen kwam daardoor in botsing met een personen-auto, waarin een achttal personen was gezeten. De chauffeur van den militaire auto raakte zijn stuur kwijt. Hij reed tegen een boom aan, waardoor de sergeant U. zwaar gewond werd. Deze moest per auto naar het militair hos pitaal te Utrecht worden vervoerd. Een dame en een heer, die in de andere auto gezeten waren, bekwam eveneens zeer ernstige verwondingen. De overige inzitten den kwamen met den schrik vrij. De per sonenauto werd bijne geheel vernield. ONVEILIG STRAND. Het strand te Scheveningen is onveilig tot de Wass enaarsch eslag 25 em 26 Augus tus, van 6.30 v.m. tot 11 uur v.m., wegens het schieten met mitrailleurs. Het is eerst dan weder toegankelijk als de roode vlaggen, welke de ^onveilige strook aanduiden, zijn weggenomen. UIT HET RAAM GEVALLEN. De 3-jarige A. van D., wonende West zeedijk te Rotterdam is gisteravond ter hoogte van 3£ meter uit het raam geval len. De vader had het meisje n<aar bed gebracht en was daarna even weg gegaan. Het meisje is toen uit het bedje gekropen, heeft het raam weten te openen, met het droevig gevolg, dat het naar beneden viel. Met een wonde boven het rechteroog en een lichte hersenschudding is het kind door den G. G. D. naar bet ziekenhuis aan den CooLsingel vervoei'd, alwaar opneming ge- wensoht bleek. EEN NIEUWBAKKEN EDELMAN. Donderdagmorgen is door de recherche der gemeentepolitie te Kerkrade naar Utrecht overgebracht en aldaar Ier beschik king gesteld van den commissaris der poli tie in de 2de afdeel ing, een zekere Sch., te Kerkrade wonende, wiens aanhouding Woensdag telefonisch verzocht was, en die in de ouderlijke woning verblijf hield. Hij wordt verdacht onder den naam van Jhr. van Lennep, in Utrecht en Amsterdam en ook in -de omgeving van deze steden dief stallen en oplichtingen le hebben gepleegd. Te Utrecht wist hij dooT z'n kleeding en voorkomen te imponeeren en uit het pension aan den Weerdsingel is hij met medenemen van een portefeuille met circa f 100 verdwe nen. De politie te Kerkrade nam reeds in de woning van Sch. een radio-toeslel in beslag. Sch. staat daar ongunstig bekend. Ondanks z'n jeugdigen leeftijd, hij is in 1901 geboren, heeft hij reeds jaren in de gevangenis door gebracht. Wegens diefstal vertoefde hij reeds in het tuchthuis. Zoodra hij op vrije voeten was gesteld, was hij plotseling weer verdwenen. Later schreef hij brieven van het oorlogsfront te Dixmuiden, waar hij als vrijwillig cavale rist slreed in het Belgische leger. Hij ont ving zelfs een oorlogsonderscheiding, doch werd uit den militairen dienst ontslagen, wijl^ hij te jong was. In zijn geboorteplaats en in andere deelen van ons land pleegde hij later verscheidene diefstallen. Als vrij williger bij de Nederlandsche artillerie be haalde hij de graad van sergeant. Wegens gepleegde diefstallen werd hij door den Krijgsraad veroordeeld en uit den militairen dienst ontslagen. Nog vernemen we, aldus de „N. Crt.", dat ook de politie te Breda den pseudo-jhr. Van Lennep zoekt. BRANDEN. Woensdagavond te 8 uur is ten gevolge van het omvallen van een petroleumlamp, die gebruikt werd bij werkzaamheden op de vliering, brand ontstaan in het Cinema Pa lace te Sittard. Het dak en de vliering zijn geheel verbrand. De films werden behou den. Verzekering dekt de schade. Te St. Maartensbrug is de boerenplaats, bewoond door den heer B, Appel, eigen dom van den heer A. Appel, afgebrand. Hooibroei is de vermoedelijke oorzaak. Gisteren brak te Oss een felle brand uit in de boerderij van H. Blocks. Huis en inboedel werden een prood der vlammen. Een koe en 2 varkens kwamen mede in de vlammen om. Verzekering dekt gedeeltelijk de schade. De groote boerenplaats, bewoond door dien heer Jonk aan de Nes te Schagen, is tot den grond afgebrand. De brand ia ver oorzaakt door het omvallen van een petro- leumtoestel. Verzekering dekt de schade. EEN ZEILVAARTUIG OMGESLAGEN. Acht menschen te water. De „Leeuw. Crt." schrijft: Woensdagochtend om halfzeven ging de familie v. d. Schoot met twee goede ken nissen, Hofman en Touwen, scheep om een zeiltochtje te maken. De bemanning be stond uit vier mannen en vier jongens. Touwen, een bevaren schipper, zou de lei ding hebben. Er werd koers gezet naar de Grouwster wateren. Met een mooie koelte ging het er vlot over. Des middags op de Grouwster wateren stond er een stevige koelte en men ging aan wal. Zoo tegen vij ven, toen de wind was bekomen, werd be sloten de terugreis te aanvaarden. Alles ging voorspoedig. Ongeveer zeven uur was men in het Deel, bij Altenburg; met gereefd zeil, losse schoot en het stormfokje dreef men gezellig verder, toen geheel onver wachts en op nog niet të verklaren wijze de boot kapsijsde, in een oogenblik vol was geloopen en de inzittenden, op geen onheil verdacht, in het water lagen, op en onder het zeil. Wie redden kon stak de behulpzame hand uit, eerst naar de kleine jongens. Daar kwam redding, althans hulp. Een bejaard man, met één arm te zijner beschikking, kwam met een kleine schouw aangeroeid. Gezien de geringe „tonnenmaat" kon het vaartuigje niet meer dan twee personen bergen. Bij tweeën werden de drenkelingen aan wal gebracht. Toen de redder zijn men- schenplicht gedaan had roeide hij verder. Doch nu stonden de geredden op den ver keerden wal. Gelukkig naderde een andere bont en met deze kwam men aan den over kant. Allereerst ging het op Hempens aan; bij een woning naast de kerk zag men dra den naar het dak loopen. Men dacht dat het telefoondraden waren, dan zou er gelegen heid zijn naar Leeuwarden te lelefoneeren. Doch het bleken geleiddraden voor de radio te zijn. Men beproefde toen zijn geluk bij een nabijgelegen boerderij en daar was juist een automobilist aanwezig, die de familie naar de stad terugbracht. Hofman en Touwen hielden zich intusschen bezig met het klaren van de boot; de wegge dreven plankjes werden verzameld, het zeil en touwwerk in orde gebracht en des avonds elf uur lagen ze voor de spoorbrug. HET VOLKSGERICHT TE NIEBERT. Ongeveer een maand geleden hebben wij aan Het Volk een bericht ontleend omtrent het barbaarsch optreden van een aantal inwoners van Niebert (gem. Marum) tegen den veekoopman Harm Boonstra en diens huishoudster, de vrouw van een neef van Boonstra. Gemeld werd, dat de beide men schen, die naar de meening van hun dorps- genooten in ongeoorloofde verstandhouding met elkaar leefden, in hun huis zijn bele gerd en nadat daarvan dakpannen en rui ten waren vernield, uit de woning zijn ge haald en in optocht door het dorp zijn mee gevoerd, nadat de man totaal was ontkleed en de vrouw op broek en kousen na. Boven dien zouden beiden toen met emmers water overgoten zijns. Naar de Prov. Gr. Crt. thans verneemt, is deze zaak door de justitie in onderzoek ge nomen. Dit onderzoek is nog niet geheel geëindigd, maar wel staat vast, dat een tien h twaalftal verdachten aan deze ergerlijke aanranding voor de rechtbank te Groningen zullen terechtstaan. VERNIETIGING VAN EEN LOTING. Toen dezer dagen de loting voor de lich ting 1928 voor de gemeente Dokkum was geëindigd, bleek er een lotingsbiljet in de bus over te blijven. Er was dus een num mer te veel in de bus gedaan. De vaders van enkele ingeschrevenen hebben op grond van deze onregelmatigheid bezwaren tegen de gehouden loring ingebracht. In verband daarmede heeft de commissaris der Konin gin d© gehouden loting vernietigd en be paald, dat een geheel nneuwe loting voor genoemde lichting en gemeente moet wor den gehouden, uit overweging, dat de aanwezigheid in de bus van één biljet meer dan het gehal biljetten, dat daarin had behooren te zijn, tot gevolg kan ge had hebben, dat sommige ingeschrevenen andere nummers hebben getrokken, dan zij zouden hebben getrokken, indien dat bil jet zich niet in de bus had bevonden, dat de gepleegde onregelmatigheid daarom op den uitslag der geheele loting van invloed heeft kunnen zijn. De meneer die altijd in de sociëteit hoog opgegeven had van zr'n reizen en z'n avon turen, werd op een goeden avond aange sproken door een ander, die in een Enc-y- clopaedie zat be bladeren. ,,Zeg, Jansen, jij hebt altijd verteld, dat je daar in Ecuador zoo dikwijls op de tijger jacht geweest bent, hè 1 En nu lees ik hier in de Encyclopaedic, dat er in heel Ecuador geen tijgers zijn. Hoe klopt dot V' ,,Hoe dat klopt V' zei Jansen onver vaard„natuurlijk klopt dat! Ik heb ze allemaal dood gemaakt!" PREDIKBEURTEN. VOOR ZONDAG 21 AUGUSTUS. BODEGRAVEN. Evang. Luth. Kerk: Voorm. 10 uur, ds. E L. Nauta, van Leiden. Ned.-Herv. Kerk: Voorm. 10 uur en nam. halfzeven, ds. Pott. Geref. Kerk: Voorm. 10 uur en nam half zeven, ds. J. van Dijk, em. pred. Geref. Gem.: Voorm. 10 uur, preeklezen; nam. halfzeven, ds. Van R©enen. KOUDEKERK. Ned.-Herv. Kerk: Voorm. 10 uur en nam. halfzeven, ds. Israël. Geref. Kerk: Voorm. 10 en nam 7 uur, ds. Haspers. LEIDERDORP. Ned.-Herv. Kerk: Voorm. 10 uur, ds. P. G. de Vey Mestdagh van Rotterdam; nam. halfzeven, ds. H. Mondt. Geref. Kerk: Voorm, halftien en nam. halfzeven ds. Nelders van Rotterdam. NOORDWIJK-BINNEN. Ned.-Herv. Kerk: Voorm. 10 uur, ds. A. E. van Baaien van Kage. NOORDWIJKERHOUT. Ned.-Herv. Kerk: Voorm. 10 uur, ds. P. Hofstede. SASSENHEIM. Chr. Geref. Gem.: Voorm. 10 en nam. 5 uur, ds. Joh. Jansen, van Leiden. VALKENBURG. Ned.-Herv. Kerk: Voorm. 10 uur, ds. Petri van Dordrecht; nam halfzeven, ds. Van Baaien van Kage VOORSCHOTEN. Ned.-Hen''. Kerk: Zondag, tien uur v.m., ds. Kloots, van Zwammerdam; 's nam. geen dienst. VOORHOUT. Ned.-Herv. Kerk: Voorin. 10 uur, de heer Kok van Leiden. WADDINXVEEN. Ned.-Herv. Kerk: Voorm. 10 uur, lees- dienst; nam. halfzeven, ds. H. A. de Geus. Geref. Kerk: Voorm 10 en nam. 6 uur, ds Rulman van Utrecht. Chr. Afg. Gem.Voorm. 10 uur en nam. halfzeven, ds. H. J. Grisnigt. WOUBRUGGE. Ned.-Herv. Kerk: Voorm. 10 uur en nam. haltfacht, de heer J. v. d. End, van Rhoon. Geref. Kerk: Voorm. 10 en nam. 7 uur, preeklezen. ZWAMMERDAM. Remonetr. Gem.Voorm. half elf, ds, Cramer. Ned.-Herv. Kerk: Voorm. 10 uur, ds. Fortgens, van Voorschoten; nam. geen dienst. Geref, Kerk: Voorm. 10 en nam 7 uur, ds. Kuyvenhoven, van Hengelo. ZOETERWOUDE. Ned.-Herv. Kerk: Voorm. 10 uur, ds. J. H. Mulder. NED. HERV. KERK. Beroepen: Te Burum, W. Okken, te Urk. Aangenomen: Naar IJlst, Ph. Peter te Amstelveen; naar Birdaard, A. G. H. Vollen- weider te Cubaard. Bedankt: Voor Surhuizum (Fr.). S. Ybema, te Wijkersmilde (Dr.); voor Wedde (Gr.) J. Speekman te Aduard; voor Oene (Vel.) B. G. C. Steenbeek te Wierden; voor Oosterwolde (Gld.), P. Kuylman te Houten (Ut.); voor Loon op Zand, A. F. P. Pop te Vaassen> GEREF. KERKEN. Beroepen: Te Bergum, W. H. v. d. Vegt te Drachtster-Compagnie. DE SYNODE DER GEREF. KERK. Gisterochtend werd de openbare vergadb, ring van de Generale Synode der Geref. Kerken te Groningen hervat. De bijeen komst werd geopend met het zingen van Psalm 68 14. waarna de praeses in ge bed voorging. Ds. C. W. E. Ploos van Am- slel had bericht gezonden, dat hij Donder dag en Vrijdag wegens familie-omstandig heden niet aanwezig kon zijn. Dr. G. N. Impeta, zijn secundus, was niet aanwezig. Na het appèl nominal werden de acta der eerste zitting voorgelezen en vastge steld. Ingekomen zijn o.a. een schrijven van den Raad der Geref. Kerk van Leeuwar den, houdende bezwaren tegen het Formu lier van Belijdenisvragen, en een aantal be zwaarschriften, waarin er bij de Synode op aangedrongen wordt, dat pogingen zullen worden gedaan om tot hereeniging te ge raken. Vervolgens wordt door de volgende broe ders gerapporteerd: br. J. v. d. Waal namens Commissie I over het rapport van de depu- RECLAME. glanzend en buigzaam als zyde Is dit Uw verlangen? Deze wensch is gemakkelyk. te vervullen. Eenmaal per week wasschen met Geparfumeerd met Maartviooltjes, Lavendel of Eau de Cologne. Voor Nederland en Koloniën: C. F. van DIJL ZOON Dordrecht 7046 talon over echtscheiding; ds. T. Gerber namens Commissie I over een schrijver* van den Bond voor Staatspensionneering, waarin gevraagd wordt om steun en mede werking der Kerken; br. J. Bakker namens Commissie I over een schrijven van br. G. de Graaf Azn. te Nijkerk, waarin deze der Synode verzoekt zich uit te spreken over de leer van predikanten, die de scheppings dagen eigenwillig veranderen in tijdvak ken; prof. dr. V. Hepp namens Commissie JI over het rapport der deputaten der Gene rale Synode van Utrecht voor de liturgie- vraagstukken; dr. W. A. van Es namens Commissie II over een bezwaarschrift van zr T. Steegstra te Groningen; prof. dr T. Hoekstra namens Commissie II over het rapport: Regeling nadere samenleving der Gereformeerde Kerken in Bentheim en Oost-Friesland met de Geref. Kerken in Nederland, benevens over het verzoek van de Part. Synode van de Geref. Kerken in Gelderland, op verzoek van de deputaten der classis Arnhem voor den geestelijken arbeid onder de Nederlanders in Rijn-Prui sen en Westfalen, om een hartelijke aan beveling bij alle kerken en deze arbeid ook financieel te steunen; br. A. J. L. vai* Beeck Galkoen namen9 Commissie II over het verzoek der classis Batavia aan de perscommissies opgedragen de hoofdzaken van de besprekingen en besluiten ten spoe digste naar Indië door te zenden; dr. C. N. Impeta, thans ter vergadering verschenen, wordt welkom geheelen en hij betuigt zijn instemming met de Belijdenisschriften. Ten slotte wordt nog door ds. N. Duur- sema gerapporteerd over het rapport van de leden van het Moderamina der Generale Synode van Utrecht 1923 en Assen 1926. Te ongeveer halftwaalf ging de Synode in comité-generaal. Precies te 1 uur werd de zitting heropend met het zingen van Psalm 25: 2. Onmiddellijk daarna werd het wooTd ge geven aan de buitenlandsche afgevaardig den, wier woorden vertolkt werden door mr A. L. van Beeck Calkoen. Rev. E. J. Hagan O. B. E. sprak namens United Prosbyleran Church, dat is de groote Vrije Schotsche Kerk, de bekende U. P. Hij spreekt er zijn leedwezen over uit, dat hij de Hollandsche taal niet machtig is, waarvoor hij zich excuseert. Hij schrijft dat toe aan de gewoonte der Engelschen om Naar 't Engelsch van DOROTHEA GERARD. Door Mr. G. KELLER. '48) „Een bezoeker voor u," zei een gevangen bewaarder zoo plotseling in de ooren van een der wandelaars een eenzame dat de man, hoe sterk zijn zenuwen ook moch ten zijn, hevig verschrikte. Maar hij had dan ook zijn gedachten een lange reis terug moeten laten maken, heel van de geurige tosschen der Oostenrijkse he KaTpathen. „Een bezoeker voor mij? Is u daar zeker van?" „Zoo zeker als van mijn zaligheid! Ga maar kalm mee, vadertje! Zeg, de directeur behoeft toch niet te weten, dat ge bezoek krijgt?' Het dronkenmansknipoogje zei hem, dat er een gunst werd verleend, waarschijnlijk in strijd met de wet en ongetwijfeld dubbel en dwars betaald. Maar door wien? Tadeusz kon enkel aannemen, dat Karol Dem browski, zijn socialistische vriend, door wien hij in kennis was gekomen met de Roode Partij, eindelijk er in geslaagd was om tot hem door te dringen. De roodwangige gevangenbewaarder bracht Tadeusz langs een omweg, wat al het bewijs was. dat hij iels onrechtmatigs deed, naar zijn eigen cel, welke hij tot den vorigen dag had gedeeld piet een man, die nu naar de Citadel was overgebracht. Blijk baar was de cipieT er flink voor betaald. Nauwelijks was hij in de cel of Tadeusz gevoelde, hoe een paar armen hem onslui- mig omknelden. „Tadzio! O, lieve God, Tadzio!" Witek kuste hem op de wangen, op zijn lippen, in zijn hals, onstuimig, bijna tranen stortend, terwijl Tadeusz, die niet dadelijk woorden kon vinden, zijn broeder aan zijn borst drukte met een kracht, waar van hij zichzelven niet bewust was. „.Tij in Warschau, Witek?" vroeg hij ten slotte, toen hij zijn spraak herkreeg. „Waar om heb je mij niels doen weten?" „Ik zal je alles vertellen.... maar een oogenblik, Tadzio, je doet me bijna stik kenik zal je alles vertellen, zoodra ik weer op adem ben gekomen." Tadeusz liet hem los, en wilde hem iels anders vragen. Maar nauwelijks had Witek zijn vrijheid herkregen en kon hij zijn broe der behoorlijk opnemen, of hij riep smarte lijk, zijn handen in elkaar slaand. „Tadziol Lieve hemel! Wat zie je er uitI Dat is verschrikkelijk! Je baard, je klee- renik ben overtuigd, dat zij vandaag niet geborsteld zijn.' „En gisteren ook niet. Witek." „En wat hangen de kleeren je aan het lijf! Wat staan je wangen holl Men geeft je blijkbaar niet genoeg te eten en natuurlijk enkel koolsoep. Waarachtig Tadzio, je ruikt naar koolsoep en dan nog wel naar zure koolsoep I" En alsof dit laatste hem eerst recht dui delijk deed gevoelen, hoe verschrikkelijk de toestand was. ging ^ilek op de stroomatras van zijn broeder zitten en barstte voor zijn oogen in een stortvloed van tranen los. Tadeusz greep hem niet al te zacht bij de schouders. „Onze minuten zijn geleld, Witek, laten wij ze nu niet in gevoelsuitingen verspillen. Hebben wij niet over gewichtiger dingen te praten dan over "koolsoep?" Witek droogde gehoorzaam zijn tranen. „Heeft mijn telegram uit Zalkiew je be reikt, Tadzio?" „Ja, zij het ook met vertraging.'1 „Je weet dus, dat wij geen zuster meer hebben?" „Dat weet ik," zei Tadeusz zacht, „vertel mij wat van haar." Een oogenblik spraken zij over Kazimrra, maar een paar vragen en antwoorden. Hoe wel zij beiden haar innig lief hadden gehad, begrepen zij, dat in dezen tijd de dooden de dooden moesten begraven. De eischen van het leven waren zoo dringend, dat daaraan in de eerst© plaats gehoor moe9t worden verleend. „Ben je te Warschau gekomen om mij vrij te krijgen? Puur verloren moeite!" „Ik ben om verschillende dingen hier ge komen, antwoordde Witek zonder zijn broe der ditmaal aan te zien. Hij bleef een oogenblik zwijgen, plotseling verlegen naar den steenen vloer turend en keek toen in eens op. „Ik heb je nog niet alles medegedeeld, Tadeusz Ik heb nog een boodschap voor je van Kazimrra.' „Zoo?" „Tiet was heelemaal op het laatst, toen zij bijna niet meer praten kon, maar ik heb haar woorden duidelijk verstaan, zij ge bruikte er haast haar laalsten ademtocht voor. „Zeg hem." zeide zij, „dat er niaar één ding ter wereld is. dat het leven waard is. en dit is niet trots." „Zoo," zei Tadeusz weder, maar op een anderen toon, terwijl hij zich van zijn broeder afkeerde, „Zij zeide, dat je het wel zou begrijpen. Dat is toch zoo, Tadzio?' „Ik begrijp wat haar gedachte was, maar ik denk er niet zoo over." „Je gelooft niet, dat je om je zelf wordt bemind?" Tadeusz lachte schor. „Ik zou daartoe veel verwaander moeten zijn, om zoo iets aan te nemen." Een oogenblik bleef Witek naar den bree- den rug kijken, die naar hem was toege keerd. Maar plotseling stond hij op en sloeg zijn arm om den hals van zijn broeder. „Och, Tadzio, hoe verkeerd beoordeel je haar! Weet je, dat zij te Warschau is?" Verbazing stuwde het bloed zoo plotseling naar Tadeusz' hart, dat zijn ingevallen wan gen doodsbleek werden. „Katya te Warschau?' slotterde hij, ge heel van zijn stuk gebracht en zijn broeder aanziend. „Ja, al bijna twee maanden." „Waarvoor is zij hier gekomen?" „Voor jou. Zoodra zij je arrestatie ver nam, is zij hierheen gegaan. Ze heeft dag en nacht er voor gewerkt om je weer vrij te krijgen, zij het ook tot nog toe zonder succes." Tadeusz haalde een vuilen zakdoek voor den dag om zich het zweel van het voor hoofd te wisschen. „Je vergist je vermoedelijk in haar mo tieven," zeide hij met gedwongen kalmte. „Waar maak je uit op, dat zij zich voor mijn invrijheidstelling moeite geeft?" „Uit haar eigen woorden. Ik heb ze zelf uit haar mond gehoord. „Zoo? Heb je haar gezien?" „Meer dan eens. Ik ben direct naar haar toegegaan, zoodra ik te Warschau was ge komen. Ik kom nu van haar." Tadeusz opende den mond, sloot hem weder. Honderden vragen lagen in zijn blik ken, doch geen kwam er over zijn lippen. Weer wilde hij zich omdraaien, maar Witek hield zijn armen om zijn hals geslagen, om knelde hem steviger. „Ga niet weg, Tadzio, ik heb je nog iels anders mede te deelen. Ik zeide, dal ik ]e alles wilde zeggen. Ik weet niet, of je mij zult kunnen vergeven." „Nog meer onthullingen?" zei Tadeusz met een ongeduldigen lach, zich de woorden herinnerend, waarmede Witek reeds sinds zijn kinderjaren gewoonlijk een schuld bekentenis aflegde. „Helaas ja! Ik heb je gezegd, dat ik. zoo- dra ik le Warschau was, naar haar toe ben gegaan. Weet je, waarvoor ik dat deed? „Hoe zou ik dat kunnen welen?" „Om haar ten huwelijk le vragen. Nu rukte Tadeusz zich los en zijn gelaat was even hoog van kleur als het een minuut le voren bleek had gezien. „Je hebt Kataryna Malkoff een huwe lijksaanzoek gedaan?" vroeg hij met na druk. maar lóch met ongeloovige blikken. Wilek knikte bevestigend met evenveel schaamte op zijn gelaat als een knaap, die op heeterdaad is betrapt. Er kwam iets stuursch in Tadeusz' oogen en om zijn lippen speelde een veelzeggende trek, die deed vreezen voor onaangename, misschien wel minachlende woorden, maar zij werden niet gesproken. „En Olympia?" was al wat hij vroeg op een toon, waaruit on'danks zijn zelfbe dwang, toch spot sprak. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1927 | | pagina 5