ONRECHTMATIG BEZIT
No. 20681
LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 16 Augustus Tweede Blad Anno 1927
GEMENGD NIEUWS.
KERK- EN SCHQOLNIEUWS.
FEUILLETON.
üleumlgische pijnen
ta bietten .f/èayeh
Prijs 75ets.
DE HOTELDTIFSTALLEN TE
SCHEVENINGEN.
De zegelcollectie teruggevonden.
De gestolen postzegelcollectie van *den
Amerikaan S. N., die het zwaarst gedu
peerd scheen door de diefstallen in de
Scheveningsche hotels, blijkt feitelijk niet
gestolen te zijn. De verzameling is onge
schonden teruggevonden in den koffer on
der een divan in een der kamers, die door
den Amerikaan bewoond worden.
De heer N. bewoont met zijn familie
drie kamers in het hotel, een salon met ter
weerszijden slaapkamers. Een der slaap
kamers was den nacht van den diefstal on
bewoond.
De dief is de bewoonde 9iaapkamer bin
nengekomen en heeft daar een koffer van
het bagagesloeltje meegenomen door het
salon naar de andere slaapkamer. De kof
fer was op slot. Met een scherp mes heeft
de dief toen een groot gat in den koffer-
wand gesneden en daardoor een greep ge
daan naar den inhoud. Toevallig greep hij
een pakje met 160 dollar en een parel-
speld. Daarmede was hij tevreden. Het
moet een teleurstelling voor hem zijn nu
te vernemen, dat hij niet alleen een kost
bare postzegelverzameling (die vrijwel on
verkoopbaar was door de verspreiding der
recherchelijst) maar ook nog 2300 gulden
in den koffer heeft laten zilten. Achteloos
heeft de dief den koffer onder een divan
geschopt.
Toen de familie N. eergisteren thuis
kwam, liep de Amerikaan toevallig de
tijdelijk ongebruikte slaapkamer binnen en
6tootte daarbij met zijn voet tegen een
voorwerp onder de divan. Hij trok het
laag overhangende divankleed weg en zag
toen den vermisten koffer staan. Hij roer
de zijn eigendom niet aan, hoewel hij na
tuurlijk brandde van nieuwsgierigheid om
te weten wat er nog in de koffer zitten
zou. Maar hij verleende het politiewerk
voorrang, waarschuwde den directeur van
het hotel, die onmiddellijk de politie op
belde.
Jammer genoeg werden ook op den kof
fer geen sporen gevonden.
De politie is daardoor zonder gegevens
gebleven, die het onderzoek in een be
paalde richting drijven.
De Amerikaan was natuurlijk opgeto
gen over de ontdekking.
De parelspeld en het beetje Amerikaan-
eche geld interesseeren hem niet.
EEN RUZIEMAKER GETROFFEN.
Zondagmiddag ongeveer half vier sur
veilleerde een agent in burgerkleeding in
het Haagsche Bosch, toen hij proces-verbaal
wilde opmaken tegen een man en een
vrouw die zich op andersmans grond be
vonden. De man was daarvan echter niet
gediend en weigerde zijn naam op te geven.
Bovendien ontstak hij zoodanig in woede,
dat hij den agent te lijf ging en hem een
stomp tegen den neus gaf. De politieman
trok zijn dienstrevolver om schrik aan te
jagen, waarop zijn tegenstander met beide
handen den revolver wist vast te grijpen.
Een schot ging af en trof den wildeman in
den buik. Hij bleek te zijn de mijnwerker H.
J. W. B., zonder vaste woonplaats. B. is
naar het ziekenhuis gebracht, waar zijn toe
stand niet ernstig bleek.
CHINEEZEN-RUZIE.
Zondagavond hebben twee Chineezen, de
4 l-jarige 1\ A. M. en de 23 jarige L. A. Y.,
die in ecu logemeent aan de Delistt-aat te
Rotterdam verblijf houden, ruzie gekregen
over een geldkwestie. Deze kwestie was Y.
gistermorgen nog niet vergeten en tjen M.
lag te slapen, is hij met een groot mes bij
hem gekomen, waarmede hij hem daar
mede een groote wonde aan het linkeroog
toebracht. De C<hinee9 moest met de auto
van den G. G. D. naar het ziekenhuis aan
den Coolsingel worden vervoerd.
De politie heeft Y. in bewaring gesteld.
ERNSTIGE AANVARING.
Zondagmorgen te ongeveer acht uur is
het binnenkomende Engelsche stoomschip
„Kamir". vermoedelijk door onklaar wor
den van de stuurinrichting, ter hoogte van
de Rotterdamsche Petroleum-maatschappij
in «Ion Waterweg uit het roer geloopen.
De „Kamir" voer tegen een duedalf cd
een stcigei aan, welke beide vernield wer
den, Bovendien kwam het in botsing met
de „W A P. G 6' van de Petroleurn-
maatschappij, die daar gemeerd lag. Deze
boot werd vrij ernstig ingedeukt. De „Ka
mir". zelve kr.ee?, een deuk in den boeg
De totale schade wordt geraamd op
15 è.20 duizend gulden.
HARTJESDAG TE AMSTERDAM.
Ernstige ongeregeldheden.
In verband met „Hartjesdag" hebben
gisteravond te Amsterdam vrij ernstige
ongeregeldheden in de Dapperbuurt plaats
gehad. De politie, die tusschenbeide kwam,
toen opgeschoten jongens de brandweer
trachtten te bemoeilijken bij de blussching
van straatbrandjes, werd met steenen be
kogeld, Ruiters en politie te voet voerden
charges uit. Een burger werd gewond, ook
eenige agenten zijn licht gekwetst. Ook in
de Govert Flinckstraat moest de politie
krachtdadig optreden.
De brandweer is ongeveer 25 maal uit
gerukt.
HET TRAMONGELUK BIJ LAREN.
De toestand der vijf bij het tramongeluk
te Laren ernstig gewonden gaat steeds voor
uit. Het levensgevaar is thans voor allen ge
weken.
BRANDEN.
Een hotel in vlammen opgegaan.
Te» Oosterbeek i9 gisteravond omstreeks
zeven uur een brand uitgebroken in hotel
Vreeswijk aan den Utrechtschen weg. De
brand ontstond door onbekende oorzaak op
een slaapkamer van een der bedienden en
breidde zich snel uit over de geheele zolder
verdieping, die weldra in lichtelaaie 9tond
en totaal uitbrandde. Met een motorspuit
werd het vuur tot deze verdieping beperkt.
De vertrekken op de beide andere verdiepin
gen werden inmiddels ontruimd. Er is groote
waterschade aangericht. Het huis was vol
logeergasten, die tijdelijk elders moesten
worden gehuisvest. De schade voor de eige
naars is in verband met het drukke seizoen
zeer ernstig.
Te Lunteren is de hofstede Groot Sprake-
laar van den landbouwer Wiendels eergis-
termiddag, vermoedelijk door hooibroei, to
taal afgebrand.
AUTOBUS TEGEN EEN BOOM GEREDEN.
Zondag botste een 27-persoons autobus,
op weg van Apeldoorn naar Hellendoorn,
wegens een defect aan de stuurinrichting
nabij de buurtschap de Kar op den weg
ApeldoornVoorst tegen een boom. De
chauffeur vloog door de voorruit en wondde
zich vrij ernstig. Een kind kreeg een ge
scheurde tong en een wond aan de kin. Een
man liep door glasscherven ernstige hoofd
wonden op. Alle overige passagiers van den
vollen bus werden eveneens door glas
scherven verwond. De autobus was ernslig
beschadigd. Met een anderen bus moest de
reis worden voortgezet.
INBRAAK.
Te Huissen (N.-B.) is des nachts inge
broken in de woning van den warmoeze-
nier in de Karslraat. De dader is er met een
bedrag van f 2000 vandoor. De politie stelt
een onderzoek in.
OVERREDEN.
Zondagavond omstreeks halftien is aan
de Belgische grens op Belgisch grondgebieu
de 19-jarige jongeman Zuit Zundert, door
de Zuid-Nederlandsche Tramweg-Maat
schappij overreden en gedood. De man had
zich op de rails neergelegd. In afwachting
van de komst van het Belgische parket is
het lijk van den verongelukte in een der
wagens van voornoemde trammaatschappij
opgeborgen.
DOOR EEN STIER GEDOOD.
Te Harfsen (Ov.) is de landbouwer Tieker-
man door den stier van zijn buurman, wel
ken stier hij uit den stal wilde halen, aan
gevallen en gedood.
WINDHOOS.
Te Luinjeberd bij Heerenveen werkte
Zaterdagmiddag enkele oogenblikken een
windhoos Van de schuur van de boerderij,
bewoond door den heer J. Brandenburg,
werd een deel van het dak afgerukt en
dwarrelden de dakpannen door de lucht.
Op eenigen afstand werden zware boomen
omvergeworpen. Persoonlijke ongevallen
kwamen niet voor.
VERDRONKEN.
De 40-jange landbouwer S. Heslinga te
Scha'.sum (Fr.) is bij het schoonmaken van
emmers voorover in een sloot gevallen en
verdronken.
Mijnheer en mevrouw zitten in den
bioscoop en zien op het doek hoe een nijl
paard uit het water opduikt.
Plotseling maakt mevrouw ^eèn beweging
van schrik.
„Wat heb je?" vraagt mijnheer.
„Hemel nog toe! nu denk ik er op eens
aan, hoe ik de meid vergeten heb om te
zeggen, dat jij vanavond in 't bad wil."
NED. HERV. KERK.
Beroepen: Te Nicuw-Vennep, H. P. Brandt
te Lage Zwaluwe. Te 's Heerenberg, M.
C. Wegeling, te Boertange (Gr.); Te Her
wen en Aerdt. D. Colenbrander, te Marssum
Bedankt: Voor Garderen, G. Alers, te
Nieuw Lekkerland; Voor Vriezenveen. J. C.
H. Romijn. te Workum; Voor Huizen (N.-H
P. J. Steenbeek, te Kampen; Voor Anloo. T.
Lee'ndertz, te Lobith; Voor Vriezenveen, Tj.
Tak, te Zevenhuizen (Z.-H.); Naar Geervliet
ds. A. E. van Baaien te Kage.
CHR. GEREF. KERK.
Beroepen: Te Nieuwe Pekela, H. Biesma,
te' Groningen; Te Broek onder Akkerwoude,
ds. P. Zwier te Papendrecht.
Aangenomen: Naar 's-Gravenhage (2de
beroep), L. H. v, d. Meiden, te Dordrecht.
Bedankt: Voor Schiedam. W. Bijleveld,
te' Haarlem.
GEREF. KERKEN.
Bedankt: Voor Katwijk aan Zee: D.
Scheele te Oudewater.
Aangenomen: Naar Amsterdam-Zuid (Bin
nen Hersteld Verband): W.o. van Duin te
Amsterdam.
GENERALE SYNODE DER
GEREFORM. KERKEN TE GRONINGEN.
De openingsrede.
In de Noorderkerk in de Akkerstraat tö
Groningen is hedenmorgen de Generale Sy
node der Gereformeerde Kerken in Ne
derland begonnen.
Ter gelegenheid der Synode werd gister
avond in de Zuiderkerk een bidstond ge
houden, waarin ds. K. Fernhout Mzn. te
Vreeland voorging. In de inleiding zijner
rede vestigde hij er de aandacht op. dat in
deze ure des gebeds van hem niet mocht
worden verwacht een tijdrede» over het
tegenwoordig kerkelijk leven met zijn ge
varen, zijn vragen en zijn strijd, maar
slechts een eenvoudig woord om de zielen
ten gebede te schikken.
Dat woord ontleende spr. aan 1 Cor,
3:9: „Want wij zijn Gods mede-arbeiders;
Gods akkerwerk, Gods gebouw zijt gij".
Na dit woord in het rechte verband te
hebben gezet, merkte spr. op, dat het rijk
is aan wat ons dringen moet tot gebed: rijk
ook aan bestiering, voor ons bidden; en rijk,
niet minder, aan wat ons, in on9 bidden,
hope van verhooring geeft.
Spr. werkte deze drie punten achtereen
volgens uit. Zal ons gebed, aldus spr., ten
slotte verhooring vinden?
Als wij denken aan ons zelf, zou on*
geen hope blijven. Maar door genade mo
gen zich mede-arbeiders Gods noemen zij,
die geen Paulussen, Apolossen en Cephas-
sen zijn. En zoo mag verhooring onder bede
worden verwacht.
Naar 't Engelsch van DOROTHEA GERARD.
Door Mr. G. KELLER.
45)
„Gebruikmaking van valsche stukken.
Wij hebben reden om aan^ te nemen, dat
uw naam niet Mlodinski is."
Hij wees met een gebaar naar de tafel,
welke», naar Tadeusz thans bij het licht van
de lantaren bedekt zag met papieren die
blijkbaar gehaald waren uit den geopenden
lessenaar, die er dichtbij stond. Hij begreep
onmiddellijk den toestand.
„Wil u zonder verzet meegaan?" vroeg
de politiebeambte, na eerst medegedeeld te
'hebben, dat hij een collega in de onmid
dellijke nabijheid had.
Tadeusz haalde zijn schouders op met
een plotseling gevoel van onverschilligheid.
„Waarom niet."
Ja, waarom eigenlijk niet? In ieder geval
was dit een antwoord op de vraag, die hem
voortdurend kwelde.
Het eerstvolgende wat hij zag waren de
vier muren van een gevangeniscel.
HOOFDSTUK II.
Een overplaatsing.
Terwijl hij zijn oogen liet gaan over het
blad papier, dat hij in zijn hand hield, was
het leerachtige gelaat van Marcin Klobinski
nog een beetje tanigeT geworden dan ge-
woonijk, hoewel zijn kleine oogen vonken
schoten. Zijn overplaatsing naar Warschau!
Een groote eer ongetwijfeld, maar niet zon
der gevaar, wanneer men bedacht, dat de
commissaris van politie, wiens plaats hem
gelast werd over te nemen, onlangs door
een goedgemikte bom uiteen was gescheurd.
Een gevaarlijk baantje dus, al bood het dan
ook schitterende vooruitzichten. Vandaar
dan ook de gemengde gevoelens, waarmee
hij het gewichtige papier doorkeek, vandaar
ook het verschil tusschen zijn gelaatskleur
en zijn blikken. Zijn eerzucht juichte, ter
wijl zijn lichaam bij de lezing rilde. Want
de Pool is. als hij geen held is, zeer sterk
geneigd om een lafaard te zijn.
En bovendien, ongerekend het gevaar,
legde ook de overweging, dat scheiding het
gevolg er van zou zijn, gewicht in de schaal.
Er waren vele maanden verloopen sedert
hij de vrijheid had genomen den drempel
van Lubynia te overschrijden. Maar eerst
onlangs had hij, stoutmoedig geworden door
de gedachte aan de macht, waarover hij
beschikte, zich in de tegenwoordigheid van
Kalya verklaard, waarna hij na een kort
doch stormachtig tooneel het huis was uit
gezet en hij stoutweg was getart te doen
wat hem lustte I
„Ja, ik weet zeer goed. wat een valsch
paspoort wil zeggen," had zij hem geant
woord op de bedekte bedreigingen, welke hij
op zijn beleefdste manier had doen hooren.
„Verklap me. als ge daar neiging toe ge
voelt. Maar laat ik beginnen met u te ver
klaren. dal ik veel liever de rest van mijn
leven in Siberië doorbreng of in den diep-
sten kerker van Rusland, dan aan de zijde
van een man. dien ik uit het diepst van
mijn hart veracht."
En toen had zij om Timosh gebeld, op
wiens komst Klobinski het niet geraden had
geacht te wachten.
Hij vertrok met woede in het hart, maar
ook met nog heftiger oplaaiende liefde. Tot
nog toe* had -hij geen gevolg gegeven aan
zijn bedreigingen om de eenvoudige reden,
dat hij ondanks haar grievende woorden nog
niet alle hoop had opgegeven. Met de weten
schap, welke hij bezat, moest de gunstige
gelegenheid zich ten slotte (och voordoen.
Daarom bleef hij een afwachtende houding
aannemen. En intusschen waren de vluch
tige oogenblikken, dat hij haar in het open
baar kon opmerken, kruimpjes van geluk,
waarop hij mocht teren. Zijn overplaatsing
naar Warschau zou hem daarvan berooven,
terwij! hij bovendien haar gangen niet lan
ger kon nagaan. Hij had gehbojit geduld Ie
kunnen blijven oefenen, maar het noodlot
dwong hem tot handelen. Het leek hem na
melijk onmogelijk de slad te verlaten zon
der ten minste nog één poging gedaan te
hebben om zijn hoogste wenschen verwe
zenlijkt (e zien.
Op Lubynia werd heitf de deur geopend
niet door Timosh, maar door een dier oude
vrouwen die zulk een eigenaardig contrast
vormden met het jeugdige karakter van het
buitenverblijf. De genadige meesteres was
niet thuis, verklaarde zij. den bezoeker wan
trouwend door een reet van de deur aan
kijkend Wa9 zij dan uil rijden of gaan wan
delen? Misschien roeide zij wel op het
meer? Neen dat was ook niet hel geval.
„Waar is zij dan?" vroeg Klobinski
nijdig. „Kan je je mond niel wal wijder
openzetten evenals de deur? Waar is zij.
oude heks?"
„Te Warschau, denk ik, ze is ten minste
daarheen vertrokken."
„Warschau? Wat heeft zij daar te ma
ken?"
„Weel ik dat?"
RECLAME.
4706
Hedenmorgen om tien uur werd de Sy
node geopend door ds. J. J. Miedema, van
de Geref. Kerk te Groningen, met een rede,
waaraan het volgende is ontleend:
Spr. herinnerde er aan, dat het 28 jaar
geledon is, sinds de Gereformeerde Kerk van
Groningen het voorrecht genoot een Gere
formeerde Synode in haar midden te her
bergen.
En het zou zeker nog niet geschied zijn,
ware niet deze generale Synode, een bui
tengewone, zij het dan ook niet in ge
wonen zin. Immers gewoon is zij omdat zij
uitgesteld in 1926, de normale tijd van
saamkomen, nu eerst vergadert^
Maar buitengewoon, zij het dan niet in
denzelfden zin als haar voorgangster, om
dat zij tengevolge van de extra inspanning
en tijd van de buitengewone Synode van
Assen, na vier jaren samenkomt. Nochtans
is het der kerk van Groningen een eere en
een voorrecht, de generale Syüode in haar
midden te mogen ontvangen.
Het schijnt wel, dat telkens ongeveer een
tusschenruimte van bijna dertig jaren moet
verloopen, eer de Synodale vergaderingen
hier samen komen. Was in 1846 alhier o«
Synodale bijeenkomst der Christelijke Af
gescheiden gemeenten, deze werd eerst in
1872, dus na 26 jaar gevolgd door de Sy
node van de Christelijk Gereformeerde Kerk
Kerk te Groningen. Daarna verliep weer
27 jaar, toen in 1899 de Generale Synode
van de Gereformeerde Kerken in Neder
land alhier bijeenkwam. Terwijl na 28 jaai
wederom de Generale Synode te Groningen
daagt. Treffend is het zeker, dat in drie
laatste Synodale vergaderingen, die meer
dan een halve eeuw uiteen liggen, de naam
prof. L. Lindeboom voorkomt, als gewoon
lid of als adviseerend lid, die aldus een
stuk historie vertegenwoordigd en dien we
met dank aan God ook nu weer hier be
groeten.
Spr. wees er op, dat de gemeente hier ter
stede reeds het ledental van 10.000 heeft
overschreden, terwijl in 1899 béide gemeen
ten nog geen 4000 telden. Een vijftal die
naren des Woords zijn ons geschonken.
Welk een zegen en gunst des Heeren
spreekt er niet uit al die enkele aandui
dingen van groei en uitbouw en het is te
meer daarom ook, dat wij ons verblijden de
Synode hier in ons midden te mogen ont
vangen.
Toch ontveinzen wij het ons niet, dat
eigenlijk zeer bijzondere omstandigheden
er toe geleid hebben u hier te brengen.
Wate niet Assen het vorige jaar genood
zaakt geweest een buitengewone Synode
bijeen te roepen, nog zou zeker Groningen
niet aan de beurt zijn geweest.
Assen stond in het teeken van beroering
van binnen en buiten, zóó zelfs, dat
scherpe waakzaamheid tegen min juiste
belangstelling noodig was; en breuke en
scheuring is daarop gevolgd. Groningen
daarentegen is zooveel rustiger en minder
bewogen. Toch ligt het verschil niet in de
afkeuring van wat in Assen geschied is. De
kerken hebben niet als bestuurscollege die
Synode gezien, maar als hun vertegen
woordiging, gelijk ze bewezen immers door
deze Synode samen te stellen, evenals dit
ln Assen geweest is en hebben daarin een
zegel gezet op al haar handelingen.
Wel is het iets nieuws, dat voor het eerst
de classis Batavia van de Gereformeerde
Kerken in Nederlandsch Oost-Indië aour
haar afgevaardigden hier tegenwoordig is
en die wij dan ook van harte welkom hee-
ten. Het is verheffend en verblijdend, de
kerken van Groot-Nederland samen te
zien; waarbij wij ons ook verblijden de
vertegenwoordigers van Nederlandschen
slam uit Afrika en Amerika in ons midden
te zien.
We zullen hopen, dat de gelijkheid met
Assen niet zal bestaan in gelijkheid van
tijdsduur. Niettemin zijn er allerlei ge
wichtige vragen op het voorloopig agen
dum; al is het dat niet alles gewichtig is
naar dat het omvang heeft. De zending
beslaat zeker een groot deel en allerlei
vragen, met name ook over de vooroplei
ding van zendingsarbeiders zullen onze
aandacht vragen. Dus toch een opleidings
kwestie, al is het in heel anderen zin. dan
die in de Synode van 1899 de gemoederen
bezig hield. Want immers die opleidings
kwestie is niet meer aan de orde.
Ook zullen nog allerlei vragen, voortge
vloeid uit of in verband met het schisma'
van 1926 voor u gebracht worden, die zeker
tiederheid en getrouwheid vragen. Vrede te
zoeken is eisch; spreekt de Heiland niet
zalig, die den vrede maken, maar dan toch
steeds naar het Woord des Heeren: Hebt
dan de waarheid en den vrede lief.
DE STRIJD IN DE GEREF. KERKEN.
Gelijk destijds gemeld, zenden de kerken
in Hersteld Verband tot de Groninger Sy
node een „getuigenis". Naar ons thans Ier
oore komt, zegt het „Hbld.", is in dit stuk
allereerst sprake van een „verootmoedigend
schuldbesef" en wordt als grondoorzaak van
de tegenwoordige moeilijkheden genoemd
een „geestelijke inzinking, waaraan ook wij
schuldig staan". Doordrongen van de on
verantwoordelijkheid van de ontstane ge-
deeldheid en de gevolgen duchtend van een
herhaling van de fout van Assen, verklaren
.zich de kerken van het Hersteld Verband
„bereid en geroepen medewerking te ver-
leenen aan iedere ernstige poging tot heree-
niging". In dit „Getuigenis" wordt voorts
onder meer nog de plechtige verklaring af
gelegd, dat men onvoorwaardelijk wenscht
te buigen voor het gezag van- Gods Woord
en voor niemand wenscht onder te doen in
het aanspraak maken op den naam Gere
formeerd. Hoezeer die dankbaarheid tot
uiting komt voor ontvangen zegen in eigen
kring, ademt dit stuk, gedachtig aan Christus
bevel, toch een verlangen naar eenheid.
RECLAME.
worden gestild door
6942
„Je liegll" zei Klobinski vertoornd. Nog
gistermorgen heb ik haar door de stad zien
rijden."
„Nadat de genadige vrouw met de post uit
de stad was teruggekeerd, heeft zij laten
pakken."
„Een plotseling opgekomen plan dus?"
„Weet ik het?"
„En Malani Pelrowna?"
..Is natuurlijk met de genadige vrouw
meegegaan."
„En haar adres te Warschau?"
„Weet ik het?"
Klobinski beet in ernstig nadenken op
zijn onderlip.
„Roep Timosh hier. Hij heeft misschien
het adres."
„Timosh is met de genadige vtouw mede-
gegaan."
„Timosh meegegaan naar Warschau?"
Klobinski keek haar met stomme verba
zing aan. Die laalste mededeeling maakte
dieper indruk op hem dan al het andere.
Zoolang hij Lubynia kende, had hij het
landgoed nooit zonder Timosh geweien. Het
moest dus wel een zeer dringende reden zijn
geweest om Katya er toe te brengen het
landgoed te berooven van zijn trouwen
waakhondI Hij stond nog over het raadsel
na te denken, lang nadat de oude vrouw de
deur voor zijn neus had dicht geworpen.
Enkele dagen later kreeg hij de verkla
ring.
Tusschen de witgekalkte muren van zijn
nieuwe bureau werd hem de zaak duidelijk,
terwijl bij zich inspande om den achter
stand van werk in te halen, welke de
moord op zijn ambtgenoot had veroorzaakt.
Onder de onafgedane stukken was een
berg papieren, waartusschen onder meer
ook de lijsten waren van onlangs aangehou
den personen, en van een dier lijsten sprong
als het ware de meest gehate naam hem in
het oog.
„Swiggello, Tadeusz, graaf, zich noemend
Jan Mlodniski, van beroep ingenieur.
Wegens het gebruiken van valsche papie
ren."
En met.potlood was er bij geschreven
„Pawiak" wat de naam was van de gevan
genis, waar.de personen doorgaans werden
opgesloten, wier zaak nog niet nader was
onderzocht.
Het bloed steeg den commissaris van po
litie naar het hoofd, zoodat hij een oogen-
blik bepaald een kleur had. De Pawiak had
stevige grendels, dal was dus in orde. Maar
er waren andere overwegingen, welke zijn
hoofd vervulden. De twee weken, welke
verloopen waren tusschen de aanhouding
en het plotselinge vertrek uit Lubynia, sche
nen een voldoend tijdsverloop toe, waarin
het bericht Katya had kunnen bereiken
langs een of ander onbekend kanaal, dat
hem verder niet schelen kon."
De ongewone blos van den commissaris
had voor doodsbleekheid plaafs gemaakt.
Zij hield dus toch nog van hem! Het was
niet enkel uit eigenbelang, dat zij zich tot
hem aangetrokken gevoelde. De gedachte
aan persoonlijk gevaar zou haar geen oogen-
blik er van terughouden om te trachten hem
te redden Zij was een echte Russin, zoodat
het haar niet aan connecties zou ontbreken,
van welker invloed zij gebruik zou kunnen
maken. Reeds de naam alleen van haar
grootvader, welke herinnerde aan de bloe
dige dagen van 1863. was reeds voldoende
paspoort om haar toegang te verschaffen lot
de hoogstgeplaatsten.
(Wordt vervolgd).