Bij de Maaiers
CORRESPONDENTIE.
Hallo, niet getreuzeld,
vlug nu opgestaan 1
voordat we ontbijten,
eerst ons werk gedaan.
Buiten op de velden
glinstert nog de dauw
frisch waait 't ochtend-koeltje -
jongens, komt nu, gauw!
Op de wei is d' arbeid
al weer aan den gangl
hoort de zeisen wetten:
ding -dong dinge dang.
't Lied uit forsche kelen
galmt in vaste maat
en de maaiers maaien
niemand achterstaat.
Komt, wij willen helpen
't afgemaaide gras
flink uit-een te spreiden,
of het hooi al was!
Ziet hen bij te blijven!
spant je duchtig in!
geeft 't niet op, maar rept je!
dit '9 nog maar 't begin.
Ferm met breede slagen
nu de zeisen gaan;
wie zou op zoo'n morgen
ledig willen staan?
Neen, w ij willen werken,
spannend ied're spier
wie bang is voor moeheid,
die behoort niet hier.
Straks wacht de ontspanning,
als het klokje klept
en elk van de mannen
zich naar huis toe rept.
Bruine boterhammen,
melk, zóó van de koe,
dikke pannekoeken
met veel stroop, nog toe
Staan op lange tafels
ginds al voor ons klaar
ha, dè.t wordt een smullen,
strakjes met elkaar!
HERMANNA.
Feeënland. Je zou de gespikkelde hen
graag willen vinden," ging de Koningia
vriendelijk voort, „en ik zal je den weg
wijzen. Als je den Tuin der Zelfopoffering
bent doorgegaan, zul je een Reus tegen
komen, die Angst heet. Versla hem met dit
zwaard." en zij overhandigde Ineke een
günsterenden staf. „Als je dat gedaan
hebt, zul je de gespikkelde hen vinden. Ga
iru. lief meisje, en het geluk zij met je."
Nauwelijks had de Koningin deze woor
den gesproken, of de troon, waarop zij
zat, begon hoe langer hoq waziger te wor
den, de Feeënkoningin verdween, nergens
waren er mooie bloemen te zien en o,
welk een vreeselijke teleurstelling 1
Ineke sloeg de oogen op en kwam tot de
ontdekking, dat alles slechts ren droom
was geweest!
Zij was stijf en koud geworden van het
lange liggen in het gras en op het punt in
tranen uit te barsten over het plotselinge
einde van haar móoien droom. Maar neen,
daamee kwam zij natuurlijk niet verder. Zij
moest om den verloren tijd weer in te
halen nog ijveriger naar de gespikkelde
hen zoeken dan zij reeds gedaan had.
En terwijl zij om zich heen keek, zag zij
bij het hekje dat twee weilanden van elkaar
scheidde, een klein meisje uit het dorp
staan. Het meisje heette Dora en Ineke wrist,
dat zij bij haar thuis was gewTeest om melk
voor haar ziek broertje te halen.
Nu was Dora nog heel klein, veel kleiner
dan Ineke zelf en zij durfde niet over het
hekje klimmen uit vrees, dat zij melk zou
morsen.
Natuurlijk wist Ineke wel. dat zij naar
haar toe moest gaan om haar te helpen,
maar zij dacht: „Als ik dat doe, vinden de
anderen in dien tijd misschien de gespik
kelde hen en win ik den prijs dus niet".
Op hetzelfde oogenblik herinnerde zij
zich echter, wat de Feeënkoningin van den
Tuin van Zelfopoffering gezegd had. Ja,
dat was het, wat zij bedoelde! En Ineke
sprong vastberaden op en liep naar het
hekje waar Dora stond.
Maar, o schrik! Nauwelijks was zij mid
den in het weiland, of zij zag vlak vóór
haar de groote zwart-met-witte koe. waar
voor zij, zoo lang ze zich herinneren kon,
altijd vreeselijk bang geweest was en die
zij steeds uit den weg was gebleven.
Wat moest zij doen? Teruggaan en kleine
Dora aan haar lot overlaten? Neen! De
Feeënkoningin had haar gezegd, dat zij den
Reus Angst moest verslaan; stellig, die
kwam nu op haar af en met het vaste voor
nemen: dapper te zijn, liep zij regelrecht
op haar doel af, langs de zwart-met-witte
koe, die met haar slaperige oogen tegen
haar knipoogde, alsof zij zeggen wilde: „Jij
bent dus bang voor mij, is het niet?" tot
dat zij eindelijk bij het hekje kwam. waa*
Dora wTanhopig stond te huilen.
En terwijl Ineke dc zware kan van haar
aannam en hel kleine meisje over het hekje
hielp, werd zij ruimschoots beloond door
den dankbaren blik van Dora.
„Ziezoo," zei Ineke. „Nu kun je wel al
leen thuiskomen, is het niet?"
Maar wat was dat? Tok-tok-tok! Tok-
lokDat moest, ja dat moest de gespik
kelde hen zijn, die haar nest in de haag,
vlak bij het hekje, gemaakt had! Dit was
het wel, wat de Feeënkoningin bedoeld had.
Ineke begreep het nu allemaal heel goed:
den Tuin van Zelfopoffering, den Reus
Augst en aan het einde den prijs, dien zij
zoo dolgraag wilde winnen.
Met vlugge voetjes liep zij nu naar huis
om even later met Moeder opnieuw naar
het hekje te gaan en haar de gespikkelde
hen te wijzen.
Ineke had den prijs gewonnen en ik
weet waarlijk niet, wie het meest blij was:
haar Moeder, omdat zij de gespikkelde hen
terug had, Jaap en zijn zieke Moeder, die
nu in hun huisje konden blijven wonen of
Ineke zelve, omdat zij den prijs gewonnen
had.
Daar ik deze keer niets bijzonders aan
allen te zamen heb te vertellen, als alleen
dat mij heusch niet steeds gevraagd behoeft
te worden of men eens mag overslaan als
men uitgaat of logee's heeft, zoo zal ik maar
dadelijk beginnen met de aparte antwoor
den aan velen. Zoo heel veel zal het niet
zijn, want het was zeer merkbaar, dat het
vacantie is en er was dus niet .zoo'n massa
brieven als anders, wat zeer begrijpelijk is,
en wat ik niemand kwalijk neem.
Frederik en Johan Mulder, voortaan als
jeblieft ook de namen op de briefjes, niet
alleen op het couvert.
Janny van der Kamp, wat vervelend voor
je, dat je zoolang ziek bent geweest; long
ontsteking is ook wel een ernstige ziekte.
Je mag nog een jaar met de kleineren
meedoen.
Jacobus Favier, je mag gerust eens over
slaan, kijk maar wat ik in het begin der
correspondentie schreef. Je raadsel zal ik
eens gebruiken.
Jacobus Brouwer, het is nu de laatste
dagen steeds mooi weer, we zitten hier ook
veel buiten. Je hebt het zeker ook goed ge
troffen met het dagje naar Katwijk en
daarna naar Heemstede. En dan de vol
gende week naar Den Haag en Scheve-
ningen, je geniet veel, zie ik wel.
Willy de Neys, je stuurt maar weer in
zoodra je weer thuis bent en tijd hebt. Dat
was zeke* heerlijk zo* met de auto naar
Noordwijk. Wat aardig dat je zooveel wor
telen uit je tuintje mee naar huis kon
nemen.
Nico van Wijk, geniet jij maar van je
vacantie, je behoort tot de trouwe inzen-
ders| dus mag je gerust eens overslaan.
Jootje en Dina Kouw, prettig, dat je bent
verhoogd. Vond je het mooi in de Lakenhal
en de Hortus?
Plonia Smits, ja met mooi weer is het
's zomers altijd vreeselijk druk op Scheve-
ningen, dan zitten alle trams die er heen
gaan, propvol, dat vind ik nu nooit zoo heel
gezellig als je bijna geen plaatsje kunt
veroveren om te zitten.
Henk Hering, neen het is natuurlijk ge
zelliger voor je om daar te komen logeeren
als je neefje thuis is en je dus een speel
kameraadje vindt. Waar ga je heen lo
geeren
Abram en Matthijs van Wijk, zeker mogen
jullie samen de raadsels inzenden, schrijft
dan maar om beurten en onderteekent
samen, dat mag best.
Emanuel Eljon, zoo, lag je ziek in bed?
Ik dacht dat je al uit de stad was, toen ik
verleden week geen brief van je kreeg. Veel
plezier in Den Haag.
Drietal Koevoet, vervelend voor Jantje, ik
hoop, dat hij spoedig heelemaal beter zal
zijn.
Neelie en Marietje de Best. ik feliciteer
M. nog wel met haar verjaardag. Dat is
zeker altijd erg gezellig om met de vrien
dinnen samen naar het strand te gaan»
Loopen jullie er heen? Of per fiets?