ONRECHTMATIG BEZIT
No. 20671
LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 4 Augustus
Tweede Blad Anno 1927
BINNENLAND.
Pijnlijke Voeten
KERK- EN SCHOOLNIEUWS.
GEMENGD NIEUWS.
FEUII-I ETON.
HEFFING VAN SCHOOLGELD.
Meei vrijheid voor gemeente- en
schoolbesturen.
Een wetsontwerp is ingediend, strekken-
fle tot wijziging van de bepalingen der
Lager-Onderwijswet 1920, betrefende het
schoolgeld.
In de Memorie! van Toelichting wordt op
gemerkt, dat de van vele zijden uitgeoefende
aandrang om te komen tot herziening van
de bepalingen in de L.O.-wet, die het
schoolgeld regelen, tweeërlei beoogt. Men
wenscht meer vrijheid voor de gemeente- en
schoolbesturen en vereenvoudiging van de
administratie. Ook de minister is van mee-
ning, dat wijziging van de wet in dien geest
aan een algemeen gevoelde behoefte zal
voldoen.
De vrijheid zal, naar het hem voorkomt,
(het best worden gediend, indien de wet
slechts eenige beginselen aangeeft en de
■uitwerking zooveel mogelijk aan de ge
meenten overlaat. Op dit voetspoor geeft het
wetsontwerp de volgende verschillen met de
thans geldende bepalingen: met behoud van
het beginsel van heffing naar draagkracht
zullen de gemeenten bij de aanslagregeling
niet gebonden zijn aan de Wet op de In
komstenbelasting 1924; zij zullen bevoegd
zijn gezins-inkomsten bij de bepaling van
het belastbaar bedrag in aanmerking te ne
men; zij zullen bij diet bepaling ook vermin
dering kunnen toepassen in verband met
het aantal kinderen in het gezin; de bepa
ling van het minimum-bedrag van het
schoolgeld zal aan de gemeente worden
overgelaten; eindelijk zal de wet de bijzon
dere school niet meer binden dan noodig is.
Wat de vereenvoudiging der administratie
betreft, dit zal reeds in belangrijke mate
worden bereikt, indien voor de gemeente de
vrijheid geschapen wordt, zelve de grond
slagen van heffing te» kiezen, en indien het
voorschrift vervalt omtrent het minimum
van vijf cent per kind en per week, de va-
canties inbegrepen.
Verder zal vereenvoudiging voortvloeien
uit het in gevallen van de thans voorge
schreven verhouding tusschen het school
geld voor het ge'woon en voor het uitgebreid
onderwijs, uit de nieuwe bepalingen be
treffende de behandeling van bezwaar
schriften en betreffende de invordering en
uit de aan de gemeenten te verleunen be
voegdheid voor het inen van de schoolgel
den der openbare scholen aan de onderwij
zers op te dragen.
AFSLUITING CRISISDIENST.
Blijkens het Voori. Verslag der Tweede
Kamer over het wetsontwerp tot afsluiting
van den crisisdienst over de dienstjaren
1914 tot en met 1924 en regeling van de
afboeking van de nadeelige sloten van de
algemeen© rekeningen van de Staatsont-
vangsten en uitgaven van de dienstjaren
1910 tot en met 1924 meenden sommige
leden dat thans de tijd is aangebroken om
tusschen het Leeningfonds en den norma
len dienst afrekening te houden in dien
zin, dat de normale dienst niet langer een
bedrag van ruim 200 mal Hoen gulden ren
teloos in gebruik heeft van het Leening
fonds.
Ernstig werd er door deze leden op aan
gedrongen, dat de normale dienst thans
zijn schuld aan het Leeningfonds zal af
doen, hetgeen het gemakkelijkst kan ge
schieden, wanneer een bedrag van f 200
millioen van een der crisisleeningen voort
aan als leening ten Laste van den norma
len dienst zou worden aangemerkt. De 4I/£
pCt. leening van 1917 zou, naar de mee
ning dezer leden, het meest in aanmerking
komen om gedeeltelijk als schuld van den
normalen dienst te worden overgenomen,
wijl haar rentevoet matig en haar aflos-
6ingsduur niet te kort is.
OFFICIEELE BERICHTEN.
Bij Kon. besluit is benoemd tot burge
meester van Wamel G. J. J. Wouters;
is op verzoek eervol ontslagen met dank
als burgemeester van Stevensweert W. M.
A. Gal iart;
zijn benoemd tot regeeringsvertegenwoor-
'digerS op het eind December te Cairo te
houden XVIIe congres van het Institut In
ternational de Statistique rar. H. W. Met-
horst, directeur Centraalbureau voor Sta
tistiek te 's-Gravenhage en prof. dr. C. A.
Verrijn Stuart te Utrecht.
DE PENSIOEN-ACTIE VAN
OUD-MILITAIREN.
Hei dagelijksch bestuur van het Comité
van Actie der Samenwerkende Bonden van
oud-militairen van Land-, Zeemacht en
Koloniën schrijft in een adres aan den Mi
nister van Koloniën:
dat met groote instemming is kennis ge
nomen van een Aneta-bericht van 26 Juli
j.l.. waarin wordt medegedeeld, dat tijdens
de behandeling van de begrooting van Fi
nanciën door den Volksraad van Ned. Oost-
Indië het amendement, door het Volksraads
lid Ch. H. M. H. Kiës ingediend, om de pen
sioenen van de officieren en de Europeesche
onderofficieren, die vóór 1920 gepension-
neerd zijn, gelijk te stellen met de pensioe
nen van hen, die na dien tijd zijn gepension-
neerd, werd aangenomen met 28 tegen 9
stemmen;
dat uitvoering van dit door den Volksraad
aangenomen amendement tot gevolg zal
hebben, dat de oficieren en onderofficieren
vóór 1920 gepensionneerd, niet worden ach
tergesteld bij de vóór 1920 gepensionneerde
korporaals en fusiliers
dat alleen reeds hierom deze uitspraak
van den Volksraad door belanghebbenden
ten zeerste wordt toegejuicht;
dat belanghebbenden thans met zeer veel
belangstelling en hoop uitzien naar de hou
ding, welke 4e Minister tegenover voor
melde uitspraak van den Volksraad zal aan
nemen.
Adressant verzoekt den Minister maatre-
geles te willen nehien, opdat de officieren en
onderofficieren, gepensionneerd vóór 1920,
in het genot worden gesteld van het pen
sioen, zooals dit is vastgesteld voor hen.
die na 1920 zijn of worden gepensionneerd.
CHR. NAT. WERKMANSBOND.
In de gisteren voortgezette vergadering
van den Chr. Nat. Werkmansbond kwam
na behandeling van verschillende afdee-
lingsvoorstellen een tweetal vraagpun
ten van de afd. 's-Gravenhage ter tafel,
nl. of de Bond aan politiek doet en of een
afdeeling zelfstandigheid bezit. In zijn toe
lichting merkte de Haagsche afgevaardigde
op dat de eerste vraag voortsproot uit het
feit dat een artikelenreeks in het orgaan,
geschreven door den propagandist, politiek
getint bleek.
De tweede vraag werd gesteld naar aan
leiding van het ingrijpen door het H. B. in
de leiding der Haagsche afdeeling.
De voorzitter antwoordde dat de bond
niet aan politiek doet. Qp de tweede vraag
werd geantwoord dat in 't algemeen een
fadeeling zelfstandig is, al heeft elke afdee
ling en elk lid individueel het recht zich op
het H. B. te beroepen. Dat dit zich met de
Haagsche afdeeling heeft bemoeid is ge
schied nadat den voorzitter de vraag had
bereikt of het billijk was om alle bestuurs
leden te royeeren zooals men daar voor
nemens was.
Na rondvraag werd de vergadering ge
sloten.
NED. ONDERWIJZERS-GENOOTSCHAP
De voortgezette vergadering.
In de te Leeuwarden gehouden huishou
delijke vergadering van het N. O. G. werd
de volgende motie van het hoofdbestuur
aangenomen:
„Krachtens zijn program strijdt het N.
O, G. voor de openbare school. Daarom zijn
wij gehouden het openbaar onderwijs te ver
dedigen, zoowel tegen het confessioneel al9
het neutraal bijzonder onderwijs. Dit houdt
niet in, dat het Genootschap elk neutraal
bijzonder onderwijs veroordeelt Het kan
echter eerst dèn medewerken aan de op
richting van een neutrale school, wanneer
alle pogingen om tot stichting eener nieuwe
of verbetering eener bestaande openbare
school te geraken, schipbreuk hebben ge
leden."
Tot lid van verdienste werd benoemd de
heer F. H. Klinke, te Amsterdam, aftredend
lid van het hoofdbestuur.
In de openbare vergadering komt de com
missie, die een onderzoek heeft ingesteld
naar de wenschelijkheid van benoeming
van hoofden van scholen naar anciënniteit,
d. w. z. een benoemingsstelsel, waarbij met
voorbijgaan van een betrekkelijk gering
aantal ongeschikten, ieder volgens leeftijd
in aanmerking komt om tot hoofd van een
school te worden benoemd, met het voor
stel, punt 4 van het programma te wijzigen
en te vervangen door:
Een promotiestelsel, waarbij de Candida-
ten, die na een ingesteld onderzoek geschikt
zijn bevonden, in volgorde van leeftijd ter
benoeming worden voorgedragen, terwijl de
candidaten in de gelegenheid moeten wor
den gesteld, de redenen van niet-benoeming
te leeren kennen. Een deskundig schooltoe
zicht, zoodanig ingericht, dat veelvuldig be
zoek aan de scholen mogelijk is."
Na eenig debat wordt dit voorstel met
groote meerderheid van stemmen aangeno
men. Verder wordt aanvaard een voorstel-
Haarlem: De algemeene vergadering draagt
het hoofdbestuur op, alle mogelijke pogin
gen in het werk te stellen om te zorgen, dat
er voor scholen voor buitengewoon lager
onderwijs schoolplicht komt.
Eveneens wordt aangenomen een voorstel-
Rolterdam, dat de vergadering er bij de re
geering op aandringt, dat de leerplicht tot
het 14de jaar en de algemeene invoering
van het 7de leerjaar worde hersteld, nadat
een amende'ment-Reyderland, om er bij de
regeering op aan te dringen, dat een zeven
jarige schooltijd verplicht wordt gesteld,
maar dat een leerling na dien tijd in ieder
geval van de leerverplichting ontheven is,
was- verworpen.
Aan de orde kwam nu het rapport van
de commissie in zake de kwestie school- of
staatsexamen voor de kweekschool. Het be
vat de volgende conclusies:
1. In theorie is eert zuiver schooleind-
examen de juiste afsluiting van een vier
jarige kweekschoolopleiding.
2. De inrichting van het hi^dige school-
eindexamen waarborgt echter niet de noo-
dige eenheid in de eischen aan de candi-
daat-onderwijzers gesteld; bovendien ver
melden de verslagen ernstige leemten in de
prestaties der candidaten, terwijl toch van
van zoo'n groep allen slagen. Aan sommige
scholen is 't pCt. geslaagden dan ook aan
merkelijk gestegen.
NB. In het belang van de leerlingen zelf,
hun toekomstigen arbeid en onzen geheel en
stand heeft daarom het zuiver school-eind-
examenprincipe correctie noodig.
4. F>n examen voor een scholengroep, on
der presidium van een der directeuren of
van een lid van het rijksschool toezicht, door
de leeraren, voor elk vak twee, afgenomen,
dus tevens ontdaan van het bedenkelijke
hüidige systeem van gecommitteerden, ver
dient de voorkeur.
5. Het schriftelijke gedeelte kan op de
school zelf, voor alle scholen gelijk en op
dezelfde dagen, aan de band van opgaven
door de gezamenlijke hoofdinspecteurs vast
gesteld. algemeen worden.
6. Tot het examen worden alleen die leer
lingen toegelaten, die blijkens een over te
leggen verklaring van de leerarenvergade-
ring daartoe verlof hebben bekomen en
bovendien van den directeur een verklaring
van voldoende practische bedrevenheid
hebben verkregen.
7. De kweekschool rapporten van het 3de
en 4de leerjaar worden door de candidaten
overlegd.
8. Naast dit sehooleindexamen blijft gele
genheid tot het afleggen van een staats
examen.
9. Bovendien dient de subsidieregeling zoo
gewijzigd, dat er geen verband meeT be
staat tusschen het subsidie en het mini
mum-aantal uitgereikte akten. Het rapport
werd toegelicht door den heer Verdenius en
zal thans in de afdeelingen behandeld wor
den.
Aangenomen werd een voorstel-Amster
dam, geamendeerd door het hoofdbestuur,
waarin het hoofdbestuur wordt verzocht aan
de orde te willen stellen of en zoo ja, in
welke richting de grondslagen der pacifica
tie behooren te worden herzien.
EnschedéLonneker stelde voor om aan
het hoofdbestuur een onderzoek op te dra
gen naar ons openbaar onderwijs en even
tueel voorstellen tot verbetering te doen Dit
werd na eenige discussie aangenomen.
Aangenomen werd vervolgens een motie-
-Rotterdam, luidende: de vergadering, con-
stateerende, dat het onttrekken van leer
lingen aan openbare scholen door middel
van broodroof, onthouding van bedeeling,
stoffelijke belooning, geestelijke pressie als
anderszins nog steeds voorkomt, van oor
deel, dat in elk geval na de in-werking-
treding van de L. O. wet van 1920 niet
meer had mogen geschieden, als zijnde
strijd met een loyale concurrentie tusschen
openbaar en bijzonder ondérwijs, spreekt
•over dezen handelwijze haar scherpe af
keuring uit.
Met algemeene stemmen wordt een door
het hoofdbestuur geamendeerd voorstel-
Westdongeradeel aangenomen om er bij de
regeering op aan te dringen de klassific.ee-
ring der gemeenten voor de bepaling der
salarissen van ambtenaren en onderwijzers
af te schaffen.
Ten slotte wordt de volgende motie aan
genomen:
de vergadering overwegende, dat de Hoose
Raad heeft beslist, dat de regeering wettelijk
het recht had, art. 44) van het Bezoldigings
besluit 1920 in te trekken,
overwegende, dat deze intrekking en de
daarop gevolgde salarisverlaging uit moreel
oogpunt niet te verdedigen zijn;
van oordeel, dat bestendiging van moreel
onrecht nooit in 's lands belang kan wezen,
dringt er bij de regeering nogmaals met
klem op aan. dat dit onrecht ten spoedigste
wordt hersteld.
Hierna werd de vergadering gesloten.
RECLAME.
Stukgeloopen, Geblaard of Branderig,
verzacht en geneest men met PUROL
6503
NED. HERV. KERK.
Beroepen: te Hansweert, F. W. J. Brum-
mer, te Den Hoorn op Texel. Te Visvliet,
H. G. Th Ravesteijn, te Midwolda. Te
Jorwerd, W. P. Stratingh, te Noordbroek.
Aangenomen: naar Hoenderloo, A. C. van
Uchelen, te Paesens e.a.
Bedankt: voor 's GrevelduinCapelle, J.
D. van Hof, te Wilnis.
ALG. SYNODE NED. HERV. KERK.
In de dertiende zitting begroet de presi
dent den heer D. E. van Suylekom, die als
secundus van den heer Prisse> aanwezig is.
Mededeeling van den heer mr. dr. C. F.
Schoch, dat hij zijn benoeming als lid en
voorzitter van den Pensioenraad aartneemt.
Aan de orde komt het verslag over de we
duwen- en weezenhulpbeurs over het jaar
1926. De contributies bedroegen f5135;
rente effecten f2635; giften f 11.27. Eene
uitkeering werd gedaan aan 40 deefgerech-
tigden. De uitkeering bedroeg f 45. In 1927
zal de volle uitkeering moeten geschieden
aan 43 deelgerechligden en een pro rata uit
keering aan 4. De uitkeering kan alsdan
worden gesteld op f 42.
De heer Gravemeijer brengt rapport uit
over de consideraties over invoeging iri art.
70, 8o van het Algemeen Reglement van de
woorden: „het beslissen van geschillen over
de uitlegging en toepassing van het regle
ment op de Algemeene Weduwen- en Wee-
zenbeurs der Nederlandsche Hervormde
Kerk en van het Reglement op het Pen
sioenfonds."
De commissie is van oordeel dat een paar
wijzigingen moeten worden aangebracht, n.l.
dat er gelezen moet worden: Pensioenfonds
ten behoeve van de predikanten .der Neder
landsche Hervormde Kerk en met uitzonde
ring van de gevallen waarin de artt. 23, 24
en 25 voorzien.
Met deze opmerking vereenigt zich de Sy
node en wordt de wijziging aldus aangeno
men en onderworpen aan de hoofdelijke
stemming van de leden der Provinciale
Kerkbesturen.
De heer Boonstra brengt rapport uit over
eene toevoeging aan art. 3 van het Regle
ment op het Hooger Onderwijs in de Godge*
leerdheid, ten doel hebbende, dat de kerke-i
lijke hoogleeraren moeten wonen in de stad,
waar de Universiteit gevestigd is, aan welke
zij verbonden zijn. Dispensatie is mogelijk
door de Algemeene Synode. De commissie
wil liever dispensatie zien verleend door de
Algemeene Synodale commissie.
In de commissie van rapport is verschil,
één lid wil de toevoeging niet, de anderen
wel.
De toevoeging wordt aangenomen.
De heer Tromp brengt rapport uit over
eene wijziging van art. 15 van het Regle
ment op de predikantstraktemenlen.
Doei der wijziging ls: Aan den Raad
van beroep op te dragen de oeslissing in
geval van bezwaren met uitsluiting van art.
28. Tevens wordt bepaald, dat het bezwaar
schrift eerst geacht wordt ingekomen te
zijn, als de tien gulden zijn betaald, welk
bedrag wordt terugbetaald, als de bezwaar
de in het geljjk wordt gesteld.
Eveneens brengt hg rapport uit over een
wjjziging van art. 16 van het Reglement op
de predikantstraktementen. Dit rapport wordt
aangehouden.
De heer v. Zwet brengt rapport uit over
een wijziging van art. 39 van het Reglement
op hei Pensioenfonds, n.l. om art. 39 aldu3
te lezen: Geschillen over de uitlegging en
toepassing van de bepalingen van dit regle
ment worden (behalve in de gevallen, waar
in de artt. 23, 24 en 25 voorzien) ter
kennis gebracht van de Algemeene Synodale
Commissie, die daarin beslissing neemt in
haar eerstvolgende vergadering.
De commissie beveelt deze regeling aan,
waarmede de Synode zich vereenigt.
De heer dr. Schokking brengt rapport
uit over een voorstel van de heeren J. J.
Timmer en anderen om te komen tot een
Synode, samengesteld uit 45 leden. Dit
rapport wordt ter inzage gelegd.
De heer Stoel brengt rapport uit over
een voorstel van ds. Gravemeijer tot wij
ziging van art. 1 al. 2 en 5 van hot
Synodaal Reglement voor de Kerkeraden
door in te voegen de woorden: „of door
andere oorzaken'' en dan te lezen in art.
1„in gemeenten, waar men,uit hoofde
van gebrek aan geschikt en gewillig per
soneel of door andere oorzaken" en dat
eveneens te lezen in al. 5. De commissie
acht de voorgestelde toevoeging veel te ruim
en sluit te veel mogelijkheden in. Ook acht
zij haar niet noodig, omdat art. 18 van
het Algemeen Reglement daarin reeds bljjkt
te voorzien. De commissie adviseert het
voorstel niet aan te nemen.
De conclusie van het rapport wordt aan
genomen.
De heer Van Zwet brengt rapport uit
over de afschriften van uitspraken, beslui
ten en beslissingen en van staten van kosten.
De conclusie van het rapport atrekt om de
afschriften voor kennisgeving aan te nemen.
Ook de staten van kosten worden goed
gekeurd, met uitzondering van een, waar
over nadere inlichtingen zullen worden ge
vraagd.
De heer Bolk brengt rapport uit over
het voorstel van den heer Tammens om
wijziging te brengen in al. 1 van art. 11
Synodaal Reglement voor de Kerkeraden
en eveneens over het voorstel van den heer
Gravemeijer om al. 1 van dat art. te wij
zigen, in dien zin, dat de laatste zin worde
gelezen: Zij gaat gepaard, indien mogelijk
met de bevestiging der nieuwbenoomden.
De heer Tammens wil den laatsten zm
later vervallen en daarvoor lezen: De af
tredenden houden zitting tot de nieuw be-
noomden bevestigd zijn.
Na uitvoerige discussie wordt het voor
stel van den heer Gravemeijer aangenomen.
BEEN AFGEREDEN DOOR DE TRAM.
Gistermiddag, omstreeks 2 uur, heeft een
motorwagen van lijn 11 bij de halte Duin
straat, te Den Haag, tegenover het politie
bureau, den 74-jarigen C ,v. d. Z., uit de
Zpezwaluwstraat aangereden, (lie de tram
rail? wilde oversteken, juist toen de tram
naderde.
Daar v. d. Z. doof is, boorde hy de
signalen van den bestuurder niet. Hij be-
Naar 't Engelsch van DOROTHEA GERARD,
Door Mr. G. KELLER.
35)
Lagen zelfs niet de noodige stukken daar
voor te harer beshcikking, daar zij, onder
een onbestemden duisteren drang hande
lend, op het laatste oogenblik Nationka s
papieren had meegenomen. Wie zou kunnen
verhinderen, dat zij er gebruik van maakte?
Zelfs Malania Petrowna niet, daar zij wel,
als haar dat werd bevolen, haar mond zou
houden.
Zij stond op en ging naar haar lessenaar,
zocht met haastige vingers naar de papie
ren. Na ze even ingekeken te hebben,
sehoof zij ze weer in de enveloppe en sloot
haar lessenaar weder. Zij wist zeer goed,
dat haar geweten haar zou verbieden er ge
bruik van te maken, evenals haar gevoel
van trouw aan den man, gruwende voor
het, bedrog, dat zij maandenlang tegenover
hem had gepleegd. Als een kennis als een
vriendin had zij hem kunnen om den tuin
leiden, als zijn toekomstige vrouw kon zi]
dat niet. Natuurlijk moest hij de waarheid
kennen maar die moest hem voorzichtig
worden toegediend, uit vrees, dat anders die
9choone droom van geluk in duigen zou
vallen.
Zij zag nu zeer goed m. dat zij hem met
in dien bedrieglijken waan naar Krakau
had mogen laten terugkeeren Maar het was
nu te laat. En zou hij bovendien dan nog
Zaterdagavond terugkomen, gelijk hij had
beloofd? Op die manier was zij in ieder ge
val er zeker van hem terug te zien, desnoods
in toorn ontstoken. Ja, zij zou het hem Zon
dag opbiechten. Natuurlijk zou het stormen,
en misschien zou er strijd zijn, maar met
de hitte zijner kussen nog op haar lippen,
kon zij waarlijk niet twijfelen aan den uit
slag er van. Hij zou boos zijn, maar hij
moest haar vergiffenis schenken, hij moest
haar gelooven. Het kon nu eenmaal niet
anders. Zij wilde niet, dat zij iets anders
zou vreezen, indien zij niet al haar moed
wilde verliezen.
Intusschen verergerde Kazimira haast met
elk woord, dat zij zeide den toestand zonder
zich er bewust van te zijn. Zelfs nog vóór
het vertrek van Tadeusz had zij zich enkele
opmerkingen laten ontvallen omtrent de
wenschelijkheid om haast te maken.
„Formaliteiten nemen altijd zooveel tijd
in beslag," betoogde zij, „en er schiet niet
zooveel tijd over. Wij zijn nu in Augustus
en tegen den Isten October moet hij in
Serajewo zijn. Natuurlijk moeten jullie
vóór dien datum getrouwd zijn."
„Natuurlijk." had Tadeusz gezegd, met
een gelukkigen blik naar Katya glim
lachend; maar zij had niet teruggelachen.
En nu, na het vertrek van Tadeusz, kwam
Kazimira telkens hierop terug.
„Er is volstrekt geen reden, waarom je
niet over een maand zou trouwen, Katya,
zoolang je het niet kan schelen om je uitzet
later te koopen."
„O, zeker niet in een maand!" verklaarde
Katya. ontsteld over het op handen zijn van
die toekomst, en bevend bij de gedachte, hoe
weinig tijd haar restte voor haar moeilijke
bekentenis en de kalmeering van Tadeusz'
rechtmatigen toom. Maar onmiddellijk her
innerde zij zich, dat de bekentenis zou afge
legd worden juist op den eerstvolgenden
Zondag, wat natuurlijk het geval ver
anderde.
„Ja, in een maand, Katya. Wij moeten
dadelijk beginnen met voor alles te zorgen.
Laat eens zien, waarvoor iemand heeft te
zorgen als hij gaat trouwen. Papieren om te
beginnen .allerlei stukken. Heb je ze alle
maal bij je of zal je er nog om moeten
schrijven?"
„Ik zal er om moeten schrijven," sta
melde Katya, weder denkend aan de papie
ren, die zij boyen in haar lessenaar had en
ze weder verwerpend.
„Dan denk ik, dat je de toestemmjng noo
dig hebt van je voogd, daar je natuurlijk nog
minderjarig bent.... je hebt toch een
voogd?"
„Zeker 1"
„Zou je denken, dat hij bezwaren
maakte?"
„Welneen, dat denk ik niet."
„Je zult hem dus dadelijk schrijven, niet
waar?" Als je zijn toestemming in den zak
hebt, dan kunnen er geen moeilijkheden
meer gemaakt worden, noch van burgerlijke
noch van kerkelijke zijde, daar jullie van
het zelfde geloof zijn."
Katya zei geen woord, hoewel het be
wustzijn van een nieuwe moeilijkheid haar
het bloed naar het hoofd had gejaagd. Maar
die moeilijkheid was niet onoverkomelijk.
Op dit oogenblik kreeg een onbestemd be
sluit een vasten vorm, het was het rijpen
van een zaadje, dat reeds was gezaaid in
de dagen van weleer, toen zij de bladzijden
van het oude gebedenboek te Lubynia placht
door te kijken. Zij was reedé volkomen ver
trouwd met hef ceremonieel van de Katho
lieke kerk, daar het een deel van de kome
die vormde, welke zij speelde, dat zij des
Zondags trots de protesten van Malania,
naar de Katholieke kerk ging.
Dienzelfden avond nog bracht Katya een
bezoek aan den ouden priester, dien zij zoo
vaak voor het altaar had gezien, en nog
voor het Zaterdag was, mocht zij de over
tuiging in zich omdragen, dat er ten minste
één hinderpaal voor haar geluk uit den weg
wa9 geruimd.
Maar de overige bleven nog over, hinder
palen en moeilijkheden, waartoe zelfs Ma
lania Petrowna was te rekenen.
„Heb je het al aan hem verteld?" vroeg
deze na de onvermijdelijke scène.
„Wat verteld, matoushka?"
„Wel, dat jij bent, die je bent, en niet
iemand- anders,
„Nog niet, maar ik zal het hem Zondag
mededeelen. Maar denk er om, matoushka,"
liet zij er met nieuwen angst vervuld op vol
gen, „ik zelve moet het hem vertellen, en
niemand anders. Zoolang ik je niets naders
zeg, blijf ik Panna Sagorska, dank er
wel oml"
De Zaterdag kwam, gevreesd en verlangd
tevens. Honderden manieren waren over
wogen en honderden toespraken waren be
dacht. Na een slapeloozen* nacht stond zij op
met zware oogen en in angstzweet badend.
Als dit eens de dag was waarop zij hem
voor de laatste maal zagl Maar bij het eerste
gezicht van haar verloofde weken alle zor
gen van haar, zij gevoelde zich machteloos,
vol van blijdschap over zijn komst. Zelfs
nog voor zij zich had losgemaakt uit zijn
eerste omhelzing, was zij vast besloten, dat
zij hem nog niets zou zeggen, vandaag niet
en morgen ook niet. Het zou veel gemakke
lijker zijn hem le schrijven. Ze begreep
thans niet, dat zij daar niet eerder aan ge
dacht had. Bij het schrijven kon je de goede
argumenten beter kiezen, en daardoor zou
er ook veel meer tijd zijn voor het bekoelen
van zijn toorn alvorens zij elkaar weer zou
den ontmoeten. Op die wijze zou de geluk
kige Zondag ook niet bedorven worden.
En het was een gelukkige Zondag, de ge
lukkigste, dien zij ooit had beleefd. Eerst
toen het geluk bijna ten einde wa9, op het
oogenblik van afscheid nemen, gevoelde zij
zich weer beklemd. Zij stonden in den door
allen verlaten salon afscheid van elkaar te
nemen. Hij had haar eenmaal gekust en
toen nog eens en weer eens, toen zij zich in
een plotselingen aanval van angst in zijn
armen wierp, zich tegen hem aandrukte, en
bevend haar gelaat tot hem ophief.
„Zweer me, Tadeusz, zweer mei" riep zij
hijgend, „dat je mij nooit zult verlaten, dat
nooit iets tusschen ons zal komen te
staanl"
„Katya, mijn lieveling, welke woorden!
Welke gedachten! Ik zou liever duizend
maal mijn leven verliezen!"
„Maar zweer het, zweer hetl" smeekte zij,
met zonderling vertrokken gelaat. „Als je
niet zweert, Tadeusz, besterf ik heil"
„Welnu, ik bezweer het je.... bij onze
liefde, Katya, maar ik begrijp niet wat
„Je zult het eenmaal begrijpenI" fluis
terde zij bijna onhoorbaar, toen zij in een
soort van plotselinge uitputting in zijn
armen bleef liggen. Zacht kuste hij haar ge
sloten oogleden, verward en een beetje on
gerust. Tot nog toe had hij haar niet be
schouwd als iemand die neiging loonde voor
zenuwtoevallen.
(Wordt vervolgd).