Humor uit het Buitenland. Prov. Staten v. Zuid-Holland. VOOR DE HUISKAMER. komstige tijdvakken van 1926. Van aard appelmeel werd in het eerste halfjaar 1927 uitgevoerd 54,313 ton (38,880), van stroo- carlon 116,210 ton (116,581) en van suiker 149,433 ton (134,895). R.-K. BOEREN- EN TUINDERS- ONDERLINGE. Volgens het jaarverslag der R.-K. Boeren- en Tuindersonderlinge over 1925 waren einde van dat jaar bij deze organisatie aan gesloten 24,363 werkgevers met een loonbe drag van f 22,816,500 voor de verplichte en f 3,860,700 voor de vrijwillige verzekering. Van deze 24,363 werkgevers behoorden 3948 tot den A. B. T. B., 4710-tot den L. L. T. B., 6534 tot den L. T. B. en 10,171 tot den N. C. B. In den loop des jaar werden 1797 werk gevers als lid ingeschreven en 1174 leden afgevoerd. Aangegeven werden 2568 onge vallen, waarvan 140 werden afgewezen en 2428 voor de schadeloosstelling in aanmer king kwamen. DE STAKING TE DIEREN. Het conflict aan de N.V. Emailleerfabriek „De IJsel" te Dieren is nog steeds niet op gelost. Een conferentie met den Rijksbe middelaar, ir. H. A. van IJsselsteyn, had geen resultaat. Het aantal werkwilligen is tot 40 gestegen, terwijl verwacht wordt, dat nog meerderen zich. zullen aanmelden. De werkwilligen hebben gelegenheid om in de fabriek te overnachten of zij worden per auto naar huis gebracht. Ernstige ongerec geldheden kwamen tot dusver niet voor. Niettemin staat de fabriek onder sterke poli tiebewaking. Leveranciers aan werkwilli- gengezinneti worden geboycot. DE LEEUWARDER COURANT. Haar 75-jarig bestaan. Ter gelegenheid van haar 175-jarig be staan heeft de „Leeuwarder Courant" een jubileumnummer het licht doen zien van t-.'o pagina's, waarin de hoofdredacteur de heer W. F. M. van Schaik in een zes ko lommen lang en zeer lezenswaardig artikel over de geschiedenis van de courant ver telt. De heer A. J. Bothenius Brouwer schreef naar aanleiding van dit jubileum „Herrinneringen" en de bekende Friesche predikant dr. G. A. Wumkes wjjde aan „de nestor der Friesche bladen" eveneens een interessante bijdrage. Hel is een mooi nummer geworden! in intiemen kring is gisteren het 175-jarig bestaan van het hooldolad voor Friesland, de „Leeuwarder Courant" herdacht. In da mat palmen en met schitterende bloemstuk ken versierde hal van de redactiebureaux heelt de hoofdredacteur, de heer W. F. M. v. Schalk, namens het geheele personeel uen directeur en commissarissen toegesproken en een gedenkplaat aangeboden. Daarna sprak de president-commissaris rar. A D„ H. Fockema Andrea, die den directsur een plaquette aanbood als een bewjjs van groote waardeering voor zjjn arbeid aan net blad. Do heer H. G. W. Sprenger sprak woor den van dank. In den loop van den dag kwamen tal van gelukwenschen in, o.m. van een groot aan tal directeuren van dagbladen. Bloemstuk ken waren gezonden o.a. door den Nedsrl. Journalistenkring, de Nederl. Dagbladpers, de Locale Pers, de Vereeniging van Nota rissen in het arrondissement Leeuwarden, de wjjlvereeniging Voorstreek Vooruit en tal van particulieren, enz. De gewone audiënties van den Minis ter van 0nderwij9, K. en W. zal op Maandag 1.8, 15 en 22 Augustus e.k. niet plaats heb ben. UIT NED. OOST-INDIë. HET COMMUNISME ONDER MILITAIREN. SOERABAJA, 29 Juli (Aneta). Het „Soe- rabajasch Handelsblad" meldt, dat het com munistisch gestook onder de militairen veel uitgebreider is dan een uiting van dén legercommandant in den Volksraad zou doen verwachten. Hel blad leidt zijn mee ning daaruit af. dat dit gewroet voorkomt bij twee garnizoenen in Midden Java ge legen, terwijl gisternacht te Malang zekere dingen verwacht werden waarin namen van militairen genoemd werden. Allerwegen op Java, vooral in hel Weste lijk deel, zijn weer organisaties van burgers gevormd of zoo deze reeds bestonden zijn ze versterkt. Verschillende bladen betoogen de wenschelijkheid dat de regeering meer licht laat schijnen inzake de communis tische woelingen. Nog steeds geen eind Be handeling der provinciale be grooting. (Vervolg van gisteren). Na heropening der zitting te 2 uur wer den de algemeene 'beschouwingen over de Prov. begrooting voortgezet. Dei heer v. ECK (S.D.) brengt de werk verruiming ter sprake. De Provincie bepaal de zich ten deze tot nutoe tot steun van ge meentebesturen en van belangrijke werken als de indijking van den Biesbosch. En hij wil, dat de Provincie de werkeloosheid syste malisch zal gaan bestrijden niet alleen door werkverschaffing te steunen, maar ook door werkverruiming le bevorderen. Spr. wilde daarom op de begrooting, evenals in Noord- Holland is geschied, f 200.000 zien uitge trokken voor dit doel. Een voorstel daartoe zou spr. indienen als Ged. St. op het denk beeld niet zouden ingaan. Hij wijst er op, dal wel de werkeloosheid in de groole, maar veel minder die in de kleine gemeenten en op het platteland be kend is. Hij heeft in 20 gemeenten een on derzoek ingesteld. In een gedeelte dier ge meenten was de weïkloosheid in het win terhalfjaar niet noemenswaard maar er wa ren ook gemeenten, waarin 1510 pot. der bevolking in het winterhalfjaar werkloos is. De gemeentebesluren we'ten niet goed hoe zij daartegen op moeten treden. Hier en daar laat men wat snoeien, slooten dempen, steenen kloppen, maar eigenlijk weet men niet goed hoe men moet optreden. Slechts enkele gemeenten, waar spr. een onderzoek heeft ingesteld, hadden een regeling van uit- keering, in de andere waren de werkloozen op het armbestuur aangewezen. In de ge meente Oude Tong wordt b.v. allen in ge vallen van hoogen nood door het armbe stuur geholpen De gesteunden staan er eigenlijk onder curate'ele van den armmees- ter en dit kan geen jonge, gezonde arbeider dulden. Er wordt dan ook zeer weinig ge- bru# van gemaakt, voornamelijk door ouden van dagen en weduwen. Op het oogenblik verkceren vele gemeen ten in finantieele onmacht om ieis te doen en op de regeling der financieele verhou ding tusschen Rijk en Gemeenten kan men niet wachten Htt is gemakkelijk genoeg ar gumenten te vinden om te verdedigen, dat de provincie zich op dit nieuwe terrein niet moet begeven, doch de werkloosheid is een j vraag, niet alleen van belang voor de werk loozen. ook van belang voor hen, die nog werk hebben. Het is de heilige plicht der Provincie op dit gebied te doen wat zij kan. Tot zijn spijt moest srpr. erkennen, dat de zaak in Noord-Holland, mislukt is, waarom spr. hoopte,, dat men hier. indien een post voor dit doel wordt uitgetrokken, de in Noord-Holland gemaakte fouten zal vermij den. Onderbreking der besprekingen. De behandeling der begrooting werd on derbroken om te stemmen over het inmid dels opgemaakte adres aan de Staten-Gene- raal, houdende mededeeling van de aanne1- ming der motie-Werker. Het adres werd vastgesteld met 523 stemmen. Daarna stelde de VOORZ. voor morgen ie vergaderen indien heden de agenda niet zou worden afgewerkt en, mocht dit voor stel niet worden aangenomen, de besprekin gen in de najaarszitting in October voort te zetten (er waren voor de algemeene beschou wingen nog 18 sprekers ingeschreven). Dit voorstel werd aangenomen met 4223 stemmen. De voortzetting, Bjj de hervatting der alg. beschouwingen hesprak de heer VAN STAAL (S. D. A. P.) do controle op de gemeentebesturen, waar in z. i. een achterstand is, tengevolge van een tekort aan personeel, hetgeen Ged. Sta ten erkennen. Met een beetje goeden wil zullen Ged. St. de boekhoudkundige krach ten, die zjj noodig hebben, kunnen vinden. Spr. meende dat de Staten zich stellig niet zullen verzetten tegen de uitgaven, die deze voorziening mee zal brengen. Vervolgens bepleitte spr. de inrichting van een eigen ziekenvervoer, speciaal met het oog op de eilanden, waar men afhankelijk is van do verbindingen en waar het vervoer thans zeer kostbaar is, en de inrichting van een tigen ziekenhuis op de eilanden. Ook betoogde spr. dat de watervoorziening op de eilanden on voldoende is en dat halsstarrige gemeentebe sturen tot de orde moeten worden geroe pen. Eveneens wees bij op de woningvoor ziening, die, vooral in kleinere gemeenten, veel te wenschen overlaat. Op dit gebied bestaan toestanden, die niet gedoogd kun nen worden. Ged. St. moeten hier ingrijpen, zooals zij ook doen als het gaat om de vernietiging van een gem.-verordening. Inzake de zaak van de demping der Resu- wijksche plassen drong spr. op spoed aan. Tenslotte kwam spr. tot bespreking van het z.g. autokerkhof, den Haastrechtschen dijk van Gouda naar Oudewater. Op de in de afdeelingen gestelde vraag hebben Ged. St. geantwoord, dat de zaak hun aandacht heeft. Spr. vond dit een arrogant antwoord; lig had gemeend, dat Ged. St. aan deze zaak iets hadden moeten doen. Deze dp, waar reeds vele ongelukken zijn voorgekomen, is een hoofdverbindingsweg in het traject Rotterdam—Utrecht. Bij notaris Goeman te Haastrecht, die een actie heeft geopend, zijn honderden smpaythiebetuigingen Ingekomen. De weg is te smal en hij is misbruikt. Oorspronkfip is hjj niet bestemd geweest voor zwaar verkeer en voorts is de weg herhaaldelp opgebroken omdat er telegraaf kabels en wgierleiding door liggen. Het ge meentebestuur van Haastrecht heeft her haaldelp bij de Krimpenenvaard en Ged. Staten aangedrongen op verbetering en ook dit gemeentebestuur kreeg van Ged. Staten ten antwoord, dat de zaak hun aandacht had. Spr. heeft op den weg een man aan getroffen, die op zijn eigen houtje met tractor d^n weg een beetje glad reed om dat er zooveel over geschreven werd! De weg is een weinig verbeterd in schp door dat men er hier en daar wat losse stukken gras over gelegd heeft. Met het gevolg dat men argeloos over dit bedriegelpe stuk heenrijd, en in de depte valt. Dit is een stationschef uit Rotterdam over komen, die nu mjt een gebroken ruggegraat en een paar gebruken ribben in de Goudsche ziekenverpleging ligt. In 7 weken zijn er 9 wagens naar beneden gevallen. De dp is zoo smal, dat er twee wagens elkaar niet kunnen passeeren. Spr. was van meening, dat de dp, die als waterkeering geen dienst meer doet, kan woroen verlaagd en verbreed en wat de ber men betreft, versterkt. De heer TEN HOPE (V. B.) bespreekt de nieuwe wegen DelftHoek van Holland en RijswijkDe Vink. Hij begrijpt niet, dat de geprojecteerde verhardingsbreedte voldoende geacht wordt. Een breedte van 6 meter acht hij ter voorkoming van on gelukken noodzakelijk. Het spijt spr., dat hij moet ervaren, dat Ged. Staten het beter zullen weten dan het meerendeel der des kundigen. Het Wegencongres sprak zich duidelijk uit voor een verhardingsbreedte, grooter dan 5 meter. Als later verbreeding moet plaats hebben zal het verkeer groote stagnatie ondervinden, wat veel koslen met zich brengt voor de weggebruikers. Uit het antwoord van de Staten op spre kers vragen blijkt, dat de heeren van mee ning zijn dal Ged. Staten en de Prov. Waterstaat alles welen. Ged. Stqten voeren aan, dat zij geen advies vroegen aan ge meenten en bonden van weggebruikers, om dat zij vertraging vreesden, floch dit acht spr. een niel-ernslig gemeende uitvlucht. De bonden zijn bereid binnen den korst mogelijken tijd te adviseeren. Spr. hoopt, dat Ged. Staten hun standpunt nog zullen wijzigen, anders zal hij een motie indienen, waarin den Staten hun standpunt kunnen bepalen. De heer VAN SLEEN (S. D.) is niet te vreden over. de geringe bemoeiing van Ged. Stalen met het buitengewoon onder wijs. Ged. Stalen zijn blijkbaar bang, zich op onderwijsgebied te begeven. Spr. kan zich dil begrijpen, waar het gewoon en uit gebreid lager onderwijs betreft. Voor het buitengewoon onderwijs mag de Provincie echter wel uitgaven doen. De onderwijs wet heeft zelfs de Provincie de taak opge legd, het buitengewoon onderwijs te steu nen. Zuid-Holland doet totnogloe hieraan weinig. Het betreft hier een vrij grooto groep, daar 1V» k 2 pCt. der schoolbevol king daartoe behoort. De zorg daarvoor moet men niet geheel overlaten aan de gemeen tebesturen. De Provincie kan subsidie geven en gemeenten aansporen tot oprichting. De heer VAN MUISWINKEL (A. R.) be spreekt o.m. de Bodegravensche waterlei- leiding. Hij vraagt of het Ged. Staten niet gewenscht voorkomt, dat een einde wordt gemaakt aan waarneming van verschillen de functies door één persoon. Hij wijst er o.m. op, dat de provinciale adviseur tevens uitvoerder is. De heer C. WARNAAR (A. R.) zegt in een andere stemming te zijn dan de heer Ter Laan. De waterwegen in Zuid-Holland zijn zoodanig in orde. dat zij de vergelij king met die van andere provincies ge- makelijk kunnen doorstaan. De VOORZITTER: Meneer Warnaar, dat is het eerste compliment aan Ged. Staten in deze zifting1 De heer WARNAAR zegl verder, dat de HET VISCHPROBLEEM. De kop van een visch is 22.5 c.M. lang, de staart is zoo lang als de kop en half de lengte van het Lichaam, en het lichaam is even lang als de kop en staart tezamen.: Hoe lang is de visch wegen zich niet steeds vlug genoeg aan passen aan het drukkere motorverkeer, doch daarvan kan Ged. Staten evenmin een ver wijt worden gemaakt. Spr. komt op de ta-. rieven van de R. T. M., die inderdaad bui tensporig hoog zijn. Maar Ged. Staten kun nen ook daaraan weinig doen. Er is een contract tusschen regeering en R. T. M. De Ged. Staten hebben over de R. T. M. geen enkele zeggenschap meer. Er is al zóó vaak geklaagd, maar het helpt niet. De klacht moet in de Tweede Kamer gebracht worden en desnoods zal men tot naasting moeten overgaan. Wat de ölectricnicatie van Flakkee betreft, bestaan er vele plan nen in ontwerp. Zouden Ged. Staten niet eens onderzoeken of aansluiting op een centrale buiten het eiland rendabel zou zijn? De heer v. ZADELHOFF (S. D.) wenscht iets te zeggen over het interpellatierecht. Hij mengde zich niet in de interpellatie, omdat het daarbij ging ovr het ontnemen van het recht. Het is in het belang der provincie, als de verhouding een andere wordt dan die op het oogenblik is en dat Ged. Staten een ruimer standpunt innemen dan zij totnutoe deden. Gedep. Staten zeggen geen antwoord schuldig te zijn als de gestelde vraag niet gegrond is op art. 163 Prov. Wet. En daar om antwoorden zij niet. De Provinciale Wet kent echter geen enkel verbod ten deze. Het belang van het algemeen brengt mee, dat interpel laties niet hooghartig worden afgewezen. Dit is onvereenigbaar met goede verhoudin gen tusschen de beide colleges. Spr. verwijst naar de Provincie Groningen, waar het vra- genrecht ook bestaat. Hij wenscht niet mët een motie fe komen, maar verwacht toch, dat Ged. Staten, hun houding zullen her zien. Nog erger acht de heer v. Zadelhoff het, als Ged. Staten zich er te gemakkelijker af maken. Dan is het nog beier dat er gezwe gen wordt. Spr. doelt hier op zijn vragen, die hij 9lelde naar aanleiding van de weige ring der vergunning, gevraagd door de N.V. Eerste Sliedrechtsche Omnibusonderneming, waarbij Ged. Staten een beslissing namen op motieven, die iri de openbare vergadering niet aan de orde zijn geweest. Het hoor en wederhoor schijnt hier niet te zijn toege past. Er zijn namelijk ambtsberichten inge komen van B. en W. van Papendiecht op 5 en 16 Februari en op 25 Maart. Nu blijkt uit de beslissing van 12 Mei, dat juist die ambtsberichten, die niet ter inzage hebben gelegen en waartegen de aanvrager zich niet kon verdedigen, de motieven waren tot afwijzing van het verzoek. Dit is een ma nier van recht doen, die niet door den beu gel kan. Het betreft hier een belang van de geheele streek. Zijn Ged. Staten nu bij nadere overwe ging niet van oordeel, dat de aanvrager in de gelegenheid had moeten worden gesteld, van de ambtsberichten kennis te nemen? Als Ged. Staten deze vraag bevestigend be antwoorden is voor spr. de zaak uit. De heer v. ZADELHOFF bespreekt ver der het standpunt der Staten ten opzichte van subsidie aan Volksuniversiteiten. Hij 22 Slachtoffer: „Wil je me bcrooven?" 'De boef: „Nee, dat doet me maat. Ik maak je alleen jnüAT klaar." (London Opinion). Pensiongast: „Goeie help, heb ik daar de schoenborstel gebruikt?" Hospita: „Dat hoeft nog niet, meneer, dat is hij maari aan het eene end." (Passing ShowhJ De plattelander: „Wat een dwaas, om te denken dat er op z'n steenen straat wat zou willen groeien." 4 (Sondagsnisse-Stux). Heer des huizes, die z'n jaarlijksche vacantie-uitstapji begint: „Wel Mietje! Wat Plichtgetrouwe dienstbode, die op het nippertje komt aandraven: „Kwam juist nadat u weg was is geloof ik —iets van do inkomstenbelasting me neer(Punch). Vrouw, tot haar man. die er óp stond zelf te pakken: ■„Kun je er alles niet in krijgen? Nou, Hendrik, als je nu 'misschien dat eeno pak aantrok en de gedachte opgaf om in je pyama op reis te gaan, misschien zou het dan wel lukken. (Humorist). De jongeman: „Lieveling, je bent de zonneschijn van mijn leven." Haar vader: „Wel, kijk eens, jongmensch. De zon gaat vandaag onder om vijf minuten voor negen, en niet om half een 's nachts." (Humorist).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1927 | | pagina 6