ONRECHTMATIG BEZIT No. 20663 LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 26 Juli Tweede Blad Anno 1927 Gemeenteraad van Leiden. IIJBSllSU, FEUILLETON. (Vervolg van gisteren.) De- Personeele Belasting. lOo. Verordening, regelende de heffing van opcenten op de hoofdsom der Perso neele Belasting te Leiden. (142 en 143) De heer v. ECK zag met vreugde, dat 560Ü aanslagen die vielen onder de oude regeling nu vervallen. Ook betuigt hij dank voor de uitvoerige inlichting van B. en W.. doch met de conclusie daarvan, n.l. om de pro gressieve regeling te doen vervallen, kan hij niet accoord gaan. Deze conclusie betreurt (hij, daar zoodoende voor een belangrijk deel de progressieve al blijft deze ir\ de hef fing zelve verloren gaat, de progressie die het solidariteitsgevoel zoo bij uitstek be vordert door het betalen naar krachten. B. en W. vernietigen zoo voor 'n deel hel goede werk van het rijk. Voor betrekkelijk kleine inkomens gaat een deel der winst al weer verloren. Zoo al bij huren van f400 's jaars zet hij uiteen. Z.i. hadden B. en W. het goede in de rijksregeling op zichzelf komt dat niet veel voor! moeten voort zetten.' Het gevaar voor stijgen der huren is aan zienlijk gestegen door schorsing der desbe- ireffende verordening, herinnert hij. B. en W. berekenen een verlies van f 56000 per jaar bij instandhouding der progressieve f%- geling. Voor dat bezwaar voelt hij wel iets, daar de gemeente ge'ld moet houden voor allerlei wat noodig is. Maar dan moet men op de perceelen met hooger huurwaarde wat meer zien te krijgen. Het verlies te dekken door verthooging der inkomsten uit de bedrijven of verhooging der inkomstenbelasting keurt hij af; beide zijn z.i. erger kwade'n in vergelijking met het kwaad, dat B. en W. hier voorstellen. Een gedetailleerd voorstel kan spr. niet doen, daarom stelt hij voor volgende motie: „De Raad acht het gewenscht, dat de progressieve regeling van de heffing van opcenten op de personeele belasting gehand haafd blijft en verzoekt B. en W, een der gelijke regeling op den grondslag der nieu we wettelijke ïKpalingen te ontwerpen". We moeten komen van 69 tot 100 pCt. berekenen B. en W. Hij raadt aan de pro gressieve cijfers te verhoogen, met b.v. 50 pCt. De progressieve houdt thans op bij hu ren van f 12501300. Deze zou nog iets verder kunneP worden voortgezet. Handhaving der progressie ligt ook gehe'el in democratische lijn. De heer DEUMER sluit zich aan bij den dank aan B. en W. voor het uitvoerig prae- advies, dat echter z.i. met gemengde ge voelens zal zijn ontvangen, daar het toch bevat voor velen een belastingverhooging, meent hij. De belastingen over het gansche land zijn hoog, mede als gevolg der werkloosheid hooge taripfmuTen ais anderszins. Uitvoerig gaat hij daarop in. De VOORZITTER vraagt hem zich te be perken tot de orde. De heer DEUMER, daar kom ik zoo juist toe. Hij gaat nader in op eenige voorbeelden van B. en W. Daarbij zijn. meent hij. de opcenten voor het leeningfonds en 20 pCt. van de provincie vergeten, hetgeen veel z.g. verlagingefn ver andert in verhoogingen, naar hij oordeelt. Hooger gaan met de inkomstenbelasting lijkt hem onmogelijk. Leiden is daarin al zeer hoog. soms zelfs het hoogste. De ge- RECLAME. Staat alles U tegen? v Gebrek aan eetlust Verstopping Slechte spijsvertering en alle voedingsstoornissen moeten spoedig zwichten voor Fosters Maagpll- len, die uw geheele or ganisme verkwikken. [^Foster's Maagpinen Alom verkrijgbaar f 0.65 per flacon. 6151 mee'ntehuishouding zal bedacht moeten zijn op verlaging der uitgaven b.v. door wijziging in het svsteem der vuilverbranding etc waarnaar ook elders wordt gestreefd, zie b.v. den Haag. Ook spr. is voor een juiste progressieve regeling, die z.i. wel zal zijn te vinden. De1 her ELKERBOUT meent, dat de indruk wordt gewekt, alsof algemeen wordt ver laagd. Achter de 5600. die uitvallen, zet hij echter een groot vraagteeken. nu de huur- verordening is geschorst en waarschijnlijk de1 kelder ingaat! De huurprijsverhoogingen zullen beduidend zijn en daardoor keeren velen van die 5600 terug onder de belasting regeling en velen zelfs met grooler bedrag. In vele gevallen vreest hij uitgaan boven draagkracht. Waar vele menschen volgens den wet houder wonen in huizen met voor hun in komen te lage huren, zullen die een do- ceurtje krijgen, maar velen betalen te hooge huren en zullen de dupe worden. B. en W. zeggen de f 56.000 niet te kun nen missen. Maar de gelden van de be drijfsbelasting zijn toch ook opgegeven, waar zij onbillijk waren? Laat men hier hetzelfde doen. De Lichtfabrieken leveren misschien meer winst en haast is er z.i. niet. Dit punt kan bij de begrooting meer overzichtelijk worden overzien. Liever zag hij zelfs nog verhooging der inkomstenbe lasting, wanneer het niet zou meevallen. Mede namens den heer Schoneveld stelt hij voor dit punt uit te stellen tot de be handeling der begrooting voor 1928. Wethouder SANDERS ontraadt uitstel, daar anders met 1 Jan. de nieuwe verorde ning niet in werking zou kunnen treden. Bovendien zou hij gaarne zelf deze kwestie nog afdoen. De VOORZITTER wijst er op, dat ge woonlijk drie maanden noodig zijn om goedkeuring te verkrijgen. De motie-Elkerbont wordt met 264 stemmen verworpen. Voor de heeren v.' Tol, Schoneveld, Ei kerbout en Wilbrink. De heer HEEMSKERK was aanvankelijk vah meening, dat het voorstel alleszins ac ceptabel was, doch na het gehoorde, vreest hij toch ook, dal de bedoeling van den rijkswetgever door deze verordening in het gedrang komt. De vrees voor de gevolgen van vernietiging der huurverordening vreest hij niet zoozeer, waar de personeele belas ting spreekt van huurwaarde en voor de bezwaren van progressie is hij niet blind. Daarom houdt hij zich alsnog een oordeel voor. Wethouder SANDERS kan de cijfers, door den heer v. Eek gegeven over de pro- gressieschaal niet zoo overzien en daarom zal hij die moeten laten rusten. De heer v. Eek geeft toe, dat de gemeente geen fi nancieel. nadeel mag ondervinden. Vandaar echter dat B. en W. zijn gekomen met dit voorstel, waaraan zij de voorkeur geven boven vermeerdering der winsten uit de bedrijven of verhooging der inkomstenbe lasting. Dat'de heeren v. Eek en Elkerbnut aankwamen met dit eerste, verbaast hem zeer. daar zij zich altijd tegen zoo'n politiek verzetten. Het rijk durfde tot verlaging der perso neele belasting overgaan maar bedoeling was nimmer daarbij de gemeenten mee te trekken, zie de memorie van toelichting, die hij citeert. De regeling is juist expres een jaar uitgesteld om de gemeenten in staat te stellen ook hun verordeningen te wijzigen en zich voor schade te vrijwaren. De bezwaren tegen de voorstellen van B. en W. zijn z.i. theoretisch. De progressie wordt n.l. in haar geheel versterkt, al valt voor de gemeente iets weg. De belasting voor de provincie en lee ningfonds zijn weggelaten om de zaak zoo duidelijk mogelijk te houden. Telt men deze echter mee, dan wordt het nog voordeeliger voor de belastingbetalers, naar hij nader uitrekent. Ook hij verwijst er naar, hoe de belasting geldt voor de huurwaarde, niet voor de be taalde huren. De gevolgen van vernietiging der huurverordening ziet hij daarom niet zoo zwaar in. De verhoogingsvoorstellen der opcenten van den heer v. Eek met 50 pCt. zouden zeer onbillijk zijn, hij geeft iaaromtrent cijfers en dit zou al zeer in strijd zijn met de bedoeling der regeering ,daar men dan. al heel gauw zou komen tot belasting- verhooging. Nu worden vrijwel alle aan slagen verlaagd zonder verlies voor de ge meente volgens de voorstellen van B. en n, die daarom z.i. aanvaard dienen le worden. Maximum mag bovendien in de sie voortaan pas bereikt worden bi] f 2000, nu bij f 1300. Daarom is het verlies feite lijk nog iets grooter dan B. en W. bereken den, die bij iedere progressie tot nadeelig- resullaten becijferden, trouwens. De heer v. ECK zegt, dal de wethouder hem gedeeltelijk verkeerd begreep Z.i. moet de gemeente zich zooveel mogelijk aaaslu>" ten bij de regeeringsbedoeling, d.w.z. hand havende de progressie. Ook Rotterdam volgt het idee van verhooging met oO pCt. voor een jaar. Later is het wellicht dan mogelijk precies een regeling te treffen. \erhooging| der belasting voor menschen die f2o(X> ver-| wonen, acht hij heclemaal met onbillijk De heer HUURMAN: Hoeveel van diei woningen zijn er hier? De heer v. ECK: Dat vraag ik met Hit gaat alleen om de billijkheid. Wie zoovee'J verwoont, moet betalen, niet de kleinfl huurders. Spr is, hij erkent het, voor geen winsten op de bedrijven, al ral de gemeente er M reet niet zonder kunnen. Daarom heeft hij juist gewaarschuwd tegen het halen vai» meer winst uit de bedrijven en hooging der inkomstenbelasting, die hij be langrijker achl dan deze kwestie. Hij blijft zijn progressie-slandpunt haml- haDen'heer ELKERBOUT zegt. dat hij nipt met voorstellen tot verlaging van denja - prijs, waarmee hij rondloopt, zal komen, als dal niet doenlijk is Hij wijst den heer v. Eek op de vele win keliers, die zwaar getroffen zouden wordün d°De hecrDUBBELDEMAN; Voor hen geldt immers een andere regeling. De heer ELKERBOUT ziet dan liever de oude verordening maar gewoon gehand haafd. Daarom zal hij stemmen tegen rte motie v. Eek, doch ook tegen het voorslel van B. en W. De heer DEUMER kan de verlaging, depr de wethouder genoemd, niet aanvaarden 'Upe heer v STRALEN steunt den heer Eikerbout belretfende het weer terugkomen van velen der 5G0CI vrijgestelden onder deze belasting, daar de huren zullen stijgen nu de verordening is geschorst. (De heer Huur man ontkent dit, waartegenover de heeren Baart voorbeelden aankondigt). Gewoonlijk is bovendien de huurprijs, de basis. voor deze belasting niet de huurwaarde die slechts als uitzondering wordt genomen. Door de verhoogmg dezer huren is de op brengst der belteling ook aanmerkelijk ge ^Deheer HUURMAN: en de uitbreiding der stad dan? De heer v. STRALEN: zeker, ook ie,s daardoor, doch in hoofdzaak als ik zei. De heer W1LMER wijst er op hoe de hee- v Eek één cijfer van de wethouder met heeft bestreden W» praten practisch over f 1 belastingverhooging per jaar voor wo ningen van f250 huurl Wethouder SANDERS wijst er op hoe de cijfers van R en W. ramingen zijn, doch in ieder geval zou hij zich daaraan willen houden daar die getden niet zijn te missen. Eerlang zal komen een suppletoir# begroo- tingsaanvrage voor steuncomité en B. A. dan samen plm. een ton en ook de ge meenterekening zal vermoedelijk eindigen met een tekort van eenige tonnen. Zou hij wethouder blijven dan zou hi] b j verwerping van dit voorstel zijfi ambt necr- 16 De"heer v. ECK zegt. dat de laatste op- merkingen van den wethouder )»'sl ten om zooveel mogelijk gelden te halen, waar hel te halen is en dat doet zijn °Wordt zijn voorstel verworpen, dan zal zijn fraclie legen het voorstel van B. en W. ^DeTeer v. d. REYDEN meent, dat_dé'heer v. Eek den middenstand uitschakelt, die rp^ds te zwaar is belast. De heer DUBBELDEMAN: Jullie laai je op sleeptouw nemen door hel groot kapi- taal Wethouder SANDERS ontkent nog eens, RECLAME. 614 Dagelijksche mond- en tandenver- zorging met O dol is de grond slag voor mooie en gezonde tanden De smaak van het O d o 1 is heerlijk verfrisschend. dat de menschen mee gaan betalen volgens het voorslel van B. en W. De motie v. ECK wordt verworpen met 1813 stemmen. Voor de S. D. A. P. en de heeren Knuttel, Schoneveld, Deumer, Sijtsma en mevr. Dietrich. Art. 1 der verordening wordt aangenomen met 1912 stemmen. Tegen de S. D. A. P. en de heeren Knut tel .Schoneveld, Eikerbout en Deumer. Z. h. §t. wordt de gansche verordening goedgekeurd. llo. Voorstel tot het instellen van een Commissie van Bijstand voor de zaken het lager onderwijs betreffende. (147) Conform besloten, nadat de voorzitter heeft medegedeeld, dat het woord lager vervalt. GEEN KEERPLAATS OP DE RIJN- EN SGHIEKADE. 12o. Nader praeadvies in zake het ma ken van een keerplaats op de Rijn- en Schie- kade. (114) De heer EERDMAN3 is niet tevreden. B. en W. hebben z.i. één mogelijkheid over het hoofd gezien. Wanneer de toestemming er is vain den eigenaar van perceel 65, kan men overgaan trt demping der halve sloot, hetgeen z.i. voldoende ruimte biedt. Zoo zooi het ongerief, dat er is, kunnen worden opgeheven. De heer v. HAMEL ericent het recht der bewoners op een betere behandeling door de gemeente en daarom acht hij de uitgave van f 8000 volkomen gerechtvaardigd. Do halve sloot is z.i als gevaarlijk voor het verkeer onvoldoende. De raad besloot toch reeds tot een keerplaats, herinnert hij. De heer GROENEVELD dankt B. en W. voor dit onderzoek na het aannemen van zijn motie op 30 Aug 1926. Hij acht het geen B. en W. daarbij aan de hand doen, aankoop van perceel 66 etc., zeer geschikt, al betreurt hij, dat B. en W. zich er zelf tegen verklaren. Het vdbrstel Eerdmans lijkt hem maar half werk. Aankoop van perceel 66 zal op den duur toch' in het voordeel zijn der gemeente, daar bij uitbreiding van de Haagwegbuurt alleen dan een straat kan komen met overgang over het spoor etc. De heer HEEMSKERK: Dat zullen wij niet meer beleven. De heer GROENEVELDIk hoop dat de heer Heemskerk heel oud zal worden. De heer v. HAMEL dient mede namens den heer Groeneveld een voorstel in om perceel 66 aan te koopen en daar dan een keerplaats te maken na het dempen der sloot. Wethouder SPLINTER zal zich niet meer uitlaten over het al of niet noodage van dit voorstel. De eenige mogelijkheid heb ben B. en W. aangegevenhetgeen de heer Eerdmans aangeeft, is onvoldoende. De uitbreidingsideeën van den heer Groe neveld, zullen wol vrome wenschen blijven, meent hij. De heer MULDER heeft ook geen illu-' sics, dat daar ooit een straat zal komen. Uit dit oogpunt is aankoop dus onge- wenscht. Het noodige van zoo'n keerplaats acht hij nog altijd niet aanwezig. Op zijn drukst komen er 14 auto's op één dag en die be hoeven nog niet eens allemaal te keeren. En al waren hot er 20, wat dan nog 1 De heer SPENDEL hoopt, dat de voor standers ook tot een keerpunt zullen komen. De noodzakelijkheid is z.i. nooit bewezen. De heer EERDMANS wijst nog eens op het gevaarlijk uitloopcn van dezen weg, komende vanaf het Noordeinde, bij de Wouterenbrug. De heer SPENDEL: Verbeter daar dan. De heer EERDMANS wijst er op hoe Ijet vrachtverkeer per auto steeds groeit en daarom is een keerpunt zeer gewenscht. De heer WILBRINK acht de oplossing van den heet v. Hamel ook daarom niet afdoende, daar het aangewezen keerpunt nog niet de helft der bewoners baat zou geven. Verbetering van den oprit van de Wou terenbrug zou zijn sympathie hebben. De hooge kosten heeft hij hier niet voor over. De heer GROENEVELD begrijpt niet, dat men over hooge kosten spreekt. Veel zal het de gemeente niet kosten. De gemeente heeft daar toch ook een brug geprojecteerd in de toekomst 1 En stadsuitbreiding laat zich door een spoor weg niet tegenhouden. De aanvrage gaat uit van de koetsiers- vereeniging, dus toch van belanghebben den. Dit naar aanleiding van de opmer kingen over niet noodig zijn. De heer SCIIüLLER vraagt den heer Wil brink, of verbetering van de Wouterenbrug niets zou kosten? En dan kreeg men niets terug voor het geld, hetgeen nu wel het ge val is. De heer BERGERS kan verklaren, dat eenige autoverhuurders de noodzakelijkheid van zoo'n keerpunt ook niet inzien. Wethouder SPLINTER wijst er nog op, hoe auto's kunnep keeren voor de Wouterenbrug. Het voorstel v. Hamel-Groeneveld wordt met 1713 stemmen verworpen. Naar 't Engelsch van DOROTHEA GERARD, Door Mr. G. KELLER. 27) Neen, die knappe, glimlachende, spraak zame jongeman mocht in het algemeen wel een aannemelijk echtgenoot zijn, hij was toch niet de figuur welke haar droomen al a jong meisje had vervuld. Doch wat kon dat er toe doen, daar zij toch al dadelijk tot een offer had besloten? Maar inlusschen kon zij de neerslachtigheid niet van zich afschud den. Den volgenden dag werd haar stemming wel weer opgewekter onder den invloed van velerlei schermutseling, van zich wagen op glad ijs, van een herhaald spelen met vuur, maar tegelijkertijd nam haar cynisme toe. Witek liet zich meeslepen door wat hij als zijn taak beschouwde en keerde telkens weer terug tot het onderwerp waarover zij den vorigen avond hadden gesproken. Wel bespraakt en met gladde tong, misschien wel om zichzelven te overtuigen, mogelijk ook in de vage onderstelling, dat woorden tot een ingezetene van Kowno gesproken mis schien de ooren van de bezitster van het landgoed zouden bereiken, zette hij haar de dwaasheid uiteen van het den vorigen dag ter sprake gebrachte standpunt, waarbij hij bij voorbaat met vuur de houding van een Swigello verdedigde, die mee zou willen gaan met het door haar gedane voorstel. „Iets zegt mij, dat wij op een gGeden dag weer naar Lubynia zullen terugkeeren," zeide hij tot haar in een dier losse gesprek ken. „En die manier zou wel heel wat vlot ter gaan gaan dan de andere. „Welke andere?" „Nu, het plan om fortuin te maken en het dan te koopen. Daar het landgoed zoo zwaar op haar geweten drukt, zou Kataryna Malkiff zeker wel bereid worden gevonden om het te verkoopen." „Koestert iemand een dergelijk pfan?" „Tadeusz, mijn oudste broer. Maar tegen dien lijd zijn wij zeker oude menschen, zoo al niet dood. Hij heeft mij verzekerd, dat hij er niet tegen op zou zien om er zijn heele leven voor te werken, maar eerlijk ge zegd ik wel. U ziet, dat wij erg verschillend van karakter zijn. Ik houd veel van hem, maar hij bezit in bedenkelijke mate soms de bedachtzaamheid die de Litauers ken merkt" „Geeft hij er dan zooveel om?" „In werkelijkheid niet meer dan ik, maar wij hebben een verschillende manier om de dingen aan te kijken." „Ja, dat begin ik ook te gelooven." En in zich zelf zeide Katya: „Deze jonge man mist zeker de Litausche bedachtzaam heid. Als ik hem op dit oogenblik mededeel de, dat ik Kataryna Malkoff was, zou hij dan op staanden voet een huwelijksaanzoek doen?" Het scheen niet volkomen onmogelijk. Want al kon men niet zeggen, dat de jonge kunstenaar haar 't hof maakte, zoo verried zijn houding toch wel een zeer hooge waar deering voor haar smaak en kennis op het gebied der kunst, een waardeering, die, blijkens ervaring, zeer vaak aangroeit tot een warmer gevoel. Hij had reeds gesproken van een portret, dat hij wilde schilderen, waarbij hij bij voorbaat met de lachende stoutmoedigheid, welke zoowel zijn bekoring als zijn fout was, verklaard had van haar instemming overtuigd te zijn. Het eenige punt waaromtrent nog twijfel bij hem be stond. was het costuum. „Wat dat betreft heb ik een idee," zei Katya. „Heb maar tien minuten geduld." In haar kamer op de bovenverdieping ging zij naar een der koffers in een hoek en daaruit haalde zij een hoeveelheid ta melijk wonderlijk uitziende kledingstuk ken: wit en groen van kleur, met rood af gezet, het Libhausche nationale costuum, tot in de kleinste bijzonderheden volledig. In een der oude garderobes van Lubynia had Katya lang geleden de kleeding ge vonden.. welke een of andere Swigello wel eer op een gecostumeerd bal gedragen en de draagster moest vermoedelijk wel onge veer dezelfde gestalte als zij gehad hebben, want het paste haar prachtig. Toen zij aan het inpakken was. had Katya zich op het laatste oogenblik hei costuum herinnerd, en tevens herinnerde zij zich. dat Panna Rudkowska haar had verteld, dat het in de uitgaande wereld te Zalkiew tot den bon ton behoorde zich in boei;enkleeding te vertoonen. Met de onbestemde gedachte, dat zij het costuum misschien zou kunnen gebruiken als een middel om in aanraking te komen met de Swigello's. had zij het ingepakt heel onder in een harer koffers. Toen zij een paar minuten later voor den spiegel stond, stond een bekoorlijke en fan tastische gestalte voor haar pogen. Toen Katya de deur opende van den salon, welke de pensionhoudster, wel wat tegen de gewoonte, had toegestaan tot atelier in te richten, deden zich in eens twee kreten hooren en daarop volgde een korte tijd van aandachtige betschouwing. Kazimira, die naast het open raam lag, ging langzaam overeind zitten en haar handen vouwend opende zij haar schitte rende oogen tot deze onnatuurlijk groot leken. Witek herstelde zich het eerst van zijn verrassing over de verschijning. „Welkoffn, Lilauen!" zeide hij met de hand op het hart en een sierlijke buiging. „Zoo spreekt de Litauer, maar de kunste naar komt in verzet. Dergelijke linten om strengelen vlaskleurige' vlechten en geen echte Litausche zou zich kunnen verhoo- vaardigen over een dergelijken rijkdom aan zwart haar." „Dus wilt u mij niet als model hebben?" vroeg Katya en het zou niet eerlijk zijn te beweren,' dat in die woorden gee'n tikje behaagzucht stak. Maar nu mengde Kazimira zich in het gesprek. „O, Witek, je moet haar in -die kleeding schilderen 1 Begin er dadelijk mee, wat ik je bidden mag." „Maar het zal volkomen in strijd zijn met het volkstype!" „Dat doet er niets toe, als het maar mooi is. Schilder haar zoo, Witek. Ik zou het zoo graag willen!" Er kwam iets ontevredens in haar slem, en de roode vlekken op haar magere wan gen kregen hooger kleur. Toen Katya haar aankeek, voelde zij. dat haar proef bijna te goed was geslaagd. „Ik zou het ook graag willen." zei ze haastig op beslisten toon. ..Ik wil in dit costuum voor u als model zitten, maar in geen ander." Aldus werd nu afgesproken, waarop de eerste zitting begon. Reeds vóór het mid dagmaal stonden de omtrekken op het doek. Terwijl hij op de zitting van den volgenden morgen begon met de bijwerking er van, werd zijn oor getroffen door het geluid van een rijtuig, da^ voor de villa stilstond. Nog meer gasten? Ik dacht, dat het huis vol was. Staat er geen valies op den bok, Kazimira?" „Ja," zei Kazimira van haar uilkijk- plaalsje aan het raam, „een valie9, dat ik zelfs meen te kennen. Er slapt iemand uit. O, Witek, ik geloof, dat het Olympia isl" De blik, welke broeder en zuster met elkaar wisselden, scheen te doelen op aller lei, dat nog buiten Katya'9 begrip lag. Op het zelfde oogenblik had Witek zijn sigaret weggeworpen en was naar het venster ge sneld, te laat evenwel om te kunnen zien, wie de nieuw aangekomene was. Hij ijlde naar de deur, maar voor hij die had bereikt hield de stem van zijn zuster hem terug. „Nu niet, Witek, je zpu moeder Gra-. binska ontmoeten." Zijn haar met de hand naar achter strij kend keeTde hij terug naar zijn ezel. maar onder de zitting kwam het portret niet verder. Dat er iets niet in den haak was met het humeur van de pensionhoudster, kon den alle bewoners van de villa Olympia bemerken. Enkelen hadden zelfs de woor den van een twistgesprek tusschen moeder en dochter kunnen opvangen. „Is het misschien mijn schuld, dat tante Marya naar haar zieken broeder wordt ge roepen?" had iemand volkomen duidelijk Olympia's tamelijk schelle slem hooren zeg gen, „en zou u gewild hebben dat ik in mijn eentje te Tarnow bleef?" (Wordt vervolgd^

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1927 | | pagina 5