ONRECHTMATIG BEZIT
No. 20663
LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 26 Juli
Tweede Blad
Anno 1927
Gemeenteraad van Leiden.
IIJBSllSU,
FEUILLETON.
(Vervolg van gisteren.)
De- Personeele Belasting.
lOo. Verordening, regelende de heffing
van opcenten op de hoofdsom der Perso
neele Belasting te Leiden. (142 en 143)
De heer v. ECK zag met vreugde, dat 560Ü
aanslagen die vielen onder de oude regeling
nu vervallen. Ook betuigt hij dank voor de
uitvoerige inlichting van B. en W.. doch
met de conclusie daarvan, n.l. om de pro
gressieve regeling te doen vervallen, kan hij
niet accoord gaan. Deze conclusie betreurt
(hij, daar zoodoende voor een belangrijk deel
de progressieve al blijft deze ir\ de hef
fing zelve verloren gaat, de progressie
die het solidariteitsgevoel zoo bij uitstek be
vordert door het betalen naar krachten. B.
en W. vernietigen zoo voor 'n deel hel goede
werk van het rijk. Voor betrekkelijk kleine
inkomens gaat een deel der winst al weer
verloren. Zoo al bij huren van f400 's jaars
zet hij uiteen. Z.i. hadden B. en W. het
goede in de rijksregeling op zichzelf
komt dat niet veel voor! moeten voort
zetten.'
Het gevaar voor stijgen der huren is aan
zienlijk gestegen door schorsing der desbe-
ireffende verordening, herinnert hij. B. en
W. berekenen een verlies van f 56000 per
jaar bij instandhouding der progressieve f%-
geling. Voor dat bezwaar voelt hij wel iets,
daar de gemeente ge'ld moet houden voor
allerlei wat noodig is. Maar dan moet men
op de perceelen met hooger huurwaarde wat
meer zien te krijgen.
Het verlies te dekken door verthooging der
inkomsten uit de bedrijven of verhooging
der inkomstenbelasting keurt hij af; beide
zijn z.i. erger kwade'n in vergelijking met
het kwaad, dat B. en W. hier voorstellen.
Een gedetailleerd voorstel kan spr. niet
doen, daarom stelt hij voor volgende motie:
„De Raad acht het gewenscht, dat de
progressieve regeling van de heffing van
opcenten op de personeele belasting gehand
haafd blijft en verzoekt B. en W, een der
gelijke regeling op den grondslag der nieu
we wettelijke ïKpalingen te ontwerpen".
We moeten komen van 69 tot 100 pCt.
berekenen B. en W. Hij raadt aan de pro
gressieve cijfers te verhoogen, met b.v. 50
pCt. De progressieve houdt thans op bij hu
ren van f 12501300. Deze zou nog iets
verder kunneP worden voortgezet.
Handhaving der progressie ligt ook gehe'el
in democratische lijn.
De heer DEUMER sluit zich aan bij den
dank aan B. en W. voor het uitvoerig prae-
advies, dat echter z.i. met gemengde ge
voelens zal zijn ontvangen, daar het toch
bevat voor velen een belastingverhooging,
meent hij.
De belastingen over het gansche land
zijn hoog, mede als gevolg der werkloosheid
hooge taripfmuTen ais anderszins. Uitvoerig
gaat hij daarop in.
De VOORZITTER vraagt hem zich te be
perken tot de orde.
De heer DEUMER, daar kom ik zoo juist
toe. Hij gaat nader in op eenige voorbeelden
van B. en W.
Daarbij zijn. meent hij. de opcenten voor
het leeningfonds en 20 pCt. van de provincie
vergeten, hetgeen veel z.g. verlagingefn ver
andert in verhoogingen, naar hij oordeelt.
Hooger gaan met de inkomstenbelasting
lijkt hem onmogelijk. Leiden is daarin al
zeer hoog. soms zelfs het hoogste. De ge-
RECLAME.
Staat alles U tegen? v
Gebrek aan eetlust
Verstopping
Slechte spijsvertering en
alle voedingsstoornissen
moeten spoedig zwichten
voor Fosters Maagpll-
len, die uw geheele or
ganisme verkwikken.
[^Foster's Maagpinen
Alom verkrijgbaar f 0.65 per flacon.
6151
mee'ntehuishouding zal bedacht moeten zijn
op verlaging der uitgaven b.v. door wijziging
in het svsteem der vuilverbranding etc
waarnaar ook elders wordt gestreefd, zie
b.v. den Haag.
Ook spr. is voor een juiste progressieve
regeling, die z.i. wel zal zijn te vinden.
De1 her ELKERBOUT meent, dat de indruk
wordt gewekt, alsof algemeen wordt ver
laagd. Achter de 5600. die uitvallen, zet hij
echter een groot vraagteeken. nu de huur-
verordening is geschorst en waarschijnlijk
de1 kelder ingaat! De huurprijsverhoogingen
zullen beduidend zijn en daardoor keeren
velen van die 5600 terug onder de belasting
regeling en velen zelfs met grooler bedrag.
In vele gevallen vreest hij uitgaan boven
draagkracht.
Waar vele menschen volgens den wet
houder wonen in huizen met voor hun in
komen te lage huren, zullen die een do-
ceurtje krijgen, maar velen betalen te hooge
huren en zullen de dupe worden.
B. en W. zeggen de f 56.000 niet te kun
nen missen. Maar de gelden van de be
drijfsbelasting zijn toch ook opgegeven,
waar zij onbillijk waren? Laat men hier
hetzelfde doen. De Lichtfabrieken leveren
misschien meer winst en haast is er z.i.
niet. Dit punt kan bij de begrooting meer
overzichtelijk worden overzien. Liever zag
hij zelfs nog verhooging der inkomstenbe
lasting, wanneer het niet zou meevallen.
Mede namens den heer Schoneveld stelt
hij voor dit punt uit te stellen tot de be
handeling der begrooting voor 1928.
Wethouder SANDERS ontraadt uitstel,
daar anders met 1 Jan. de nieuwe verorde
ning niet in werking zou kunnen treden.
Bovendien zou hij gaarne zelf deze kwestie
nog afdoen.
De VOORZITTER wijst er op, dat ge
woonlijk drie maanden noodig zijn om
goedkeuring te verkrijgen.
De motie-Elkerbont wordt met 264
stemmen verworpen.
Voor de heeren v.' Tol, Schoneveld, Ei
kerbout en Wilbrink.
De heer HEEMSKERK was aanvankelijk
vah meening, dat het voorstel alleszins ac
ceptabel was, doch na het gehoorde, vreest
hij toch ook, dal de bedoeling van den
rijkswetgever door deze verordening in het
gedrang komt. De vrees voor de gevolgen
van vernietiging der huurverordening vreest
hij niet zoozeer, waar de personeele belas
ting spreekt van huurwaarde en voor de
bezwaren van progressie is hij niet blind.
Daarom houdt hij zich alsnog een oordeel
voor.
Wethouder SANDERS kan de cijfers,
door den heer v. Eek gegeven over de pro-
gressieschaal niet zoo overzien en daarom
zal hij die moeten laten rusten. De heer
v. Eek geeft toe, dat de gemeente geen fi
nancieel. nadeel mag ondervinden. Vandaar
echter dat B. en W. zijn gekomen met dit
voorstel, waaraan zij de voorkeur geven
boven vermeerdering der winsten uit de
bedrijven of verhooging der inkomstenbe
lasting. Dat'de heeren v. Eek en Elkerbnut
aankwamen met dit eerste, verbaast hem
zeer. daar zij zich altijd tegen zoo'n politiek
verzetten.
Het rijk durfde tot verlaging der perso
neele belasting overgaan maar bedoeling
was nimmer daarbij de gemeenten mee te
trekken, zie de memorie van toelichting,
die hij citeert. De regeling is juist expres
een jaar uitgesteld om de gemeenten in
staat te stellen ook hun verordeningen te
wijzigen en zich voor schade te vrijwaren.
De bezwaren tegen de voorstellen van
B. en W. zijn z.i. theoretisch. De progressie
wordt n.l. in haar geheel versterkt, al valt
voor de gemeente iets weg.
De belasting voor de provincie en lee
ningfonds zijn weggelaten om de zaak zoo
duidelijk mogelijk te houden. Telt men deze
echter mee, dan wordt het nog voordeeliger
voor de belastingbetalers, naar hij nader
uitrekent.
Ook hij verwijst er naar, hoe de belasting
geldt voor de huurwaarde, niet voor de be
taalde huren. De gevolgen van vernietiging
der huurverordening ziet hij daarom niet
zoo zwaar in.
De verhoogingsvoorstellen der opcenten
van den heer v. Eek met 50 pCt. zouden
zeer onbillijk zijn, hij geeft iaaromtrent
cijfers en dit zou al zeer in strijd zijn met
de bedoeling der regeering ,daar men dan.
al heel gauw zou komen tot belasting-
verhooging. Nu worden vrijwel alle aan
slagen verlaagd zonder verlies voor de ge
meente volgens de voorstellen van B. en n,
die daarom z.i. aanvaard dienen le worden.
Maximum mag bovendien in de
sie voortaan pas bereikt worden bi] f 2000,
nu bij f 1300. Daarom is het verlies feite
lijk nog iets grooter dan B. en W. bereken
den, die bij iedere progressie tot nadeelig-
resullaten becijferden, trouwens.
De heer v. ECK zegt, dal de wethouder
hem gedeeltelijk verkeerd begreep Z.i. moet
de gemeente zich zooveel mogelijk aaaslu>"
ten bij de regeeringsbedoeling, d.w.z. hand
havende de progressie. Ook Rotterdam volgt
het idee van verhooging met oO pCt. voor
een jaar. Later is het wellicht dan mogelijk
precies een regeling te treffen. \erhooging|
der belasting voor menschen die f2o(X> ver-|
wonen, acht hij heclemaal met onbillijk
De heer HUURMAN: Hoeveel van diei
woningen zijn er hier?
De heer v. ECK: Dat vraag ik met Hit
gaat alleen om de billijkheid. Wie zoovee'J
verwoont, moet betalen, niet de kleinfl
huurders.
Spr is, hij erkent het, voor geen winsten
op de bedrijven, al ral de gemeente er M
reet niet zonder kunnen. Daarom heeft hij
juist gewaarschuwd tegen het halen vai»
meer winst uit de bedrijven en
hooging der inkomstenbelasting, die hij be
langrijker achl dan deze kwestie.
Hij blijft zijn progressie-slandpunt haml-
haDen'heer ELKERBOUT zegt. dat hij nipt
met voorstellen tot verlaging van denja -
prijs, waarmee hij rondloopt, zal komen,
als dal niet doenlijk is
Hij wijst den heer v. Eek op de vele win
keliers, die zwaar getroffen zouden wordün
d°De hecrDUBBELDEMAN; Voor hen geldt
immers een andere regeling.
De heer ELKERBOUT ziet dan liever de
oude verordening maar gewoon gehand
haafd. Daarom zal hij stemmen tegen rte
motie v. Eek, doch ook tegen het voorslel
van B. en W.
De heer DEUMER kan de verlaging, depr
de wethouder genoemd, niet aanvaarden
'Upe heer v STRALEN steunt den heer
Eikerbout belretfende het weer terugkomen
van velen der 5G0CI vrijgestelden onder deze
belasting, daar de huren zullen stijgen nu
de verordening is geschorst. (De heer Huur
man ontkent dit, waartegenover de heeren
Baart voorbeelden aankondigt). Gewoonlijk
is bovendien de huurprijs, de basis. voor
deze belasting niet de huurwaarde die
slechts als uitzondering wordt genomen.
Door de verhoogmg dezer huren is de op
brengst der belteling ook aanmerkelijk ge
^Deheer HUURMAN: en de uitbreiding der
stad dan?
De heer v. STRALEN: zeker, ook ie,s
daardoor, doch in hoofdzaak als ik zei.
De heer W1LMER wijst er op hoe de
hee- v Eek één cijfer van de wethouder met
heeft bestreden W» praten practisch over
f 1 belastingverhooging per jaar voor wo
ningen van f250 huurl
Wethouder SANDERS wijst er op hoe de
cijfers van R en W. ramingen zijn, doch in
ieder geval zou hij zich daaraan willen
houden daar die getden niet zijn te missen.
Eerlang zal komen een suppletoir# begroo-
tingsaanvrage voor steuncomité en B. A.
dan samen plm. een ton en ook de ge
meenterekening zal vermoedelijk eindigen
met een tekort van eenige tonnen.
Zou hij wethouder blijven dan zou hi] b j
verwerping van dit voorstel zijfi ambt necr-
16 De"heer v. ECK zegt. dat de laatste op-
merkingen van den wethouder )»'sl
ten om zooveel mogelijk gelden te halen,
waar hel te halen is en dat doet zijn
°Wordt zijn voorstel verworpen, dan zal
zijn fraclie legen het voorstel van B. en W.
^DeTeer v. d. REYDEN meent, dat_dé'heer
v. Eek den middenstand uitschakelt, die
rp^ds te zwaar is belast.
De heer DUBBELDEMAN: Jullie laai je
op sleeptouw nemen door hel groot kapi-
taal
Wethouder SANDERS ontkent nog eens,
RECLAME.
614
Dagelijksche mond- en tandenver-
zorging met O dol is de grond
slag voor mooie en gezonde tanden
De smaak van het O d o 1 is
heerlijk verfrisschend.
dat de menschen mee gaan betalen volgens
het voorslel van B. en W.
De motie v. ECK wordt verworpen
met 1813 stemmen.
Voor de S. D. A. P. en de heeren Knuttel,
Schoneveld, Deumer, Sijtsma en mevr.
Dietrich.
Art. 1 der verordening wordt
aangenomen met 1912 stemmen.
Tegen de S. D. A. P. en de heeren Knut
tel .Schoneveld, Eikerbout en Deumer.
Z. h. §t. wordt de gansche verordening
goedgekeurd.
llo. Voorstel tot het instellen van een
Commissie van Bijstand voor de zaken het
lager onderwijs betreffende. (147)
Conform besloten, nadat de voorzitter
heeft medegedeeld, dat het woord lager
vervalt.
GEEN KEERPLAATS
OP DE RIJN- EN SGHIEKADE.
12o. Nader praeadvies in zake het ma
ken van een keerplaats op de Rijn- en Schie-
kade. (114)
De heer EERDMAN3 is niet tevreden.
B. en W. hebben z.i. één mogelijkheid over
het hoofd gezien. Wanneer de toestemming
er is vain den eigenaar van perceel 65,
kan men overgaan trt demping der halve
sloot, hetgeen z.i. voldoende ruimte biedt.
Zoo zooi het ongerief, dat er is, kunnen
worden opgeheven.
De heer v. HAMEL ericent het recht der
bewoners op een betere behandeling door
de gemeente en daarom acht hij de uitgave
van f 8000 volkomen gerechtvaardigd. Do
halve sloot is z.i als gevaarlijk voor het
verkeer onvoldoende. De raad besloot toch
reeds tot een keerplaats, herinnert hij.
De heer GROENEVELD dankt B. en W.
voor dit onderzoek na het aannemen van
zijn motie op 30 Aug 1926. Hij acht het
geen B. en W. daarbij aan de hand doen,
aankoop van perceel 66 etc., zeer geschikt,
al betreurt hij, dat B. en W. zich er zelf
tegen verklaren.
Het vdbrstel Eerdmans lijkt hem maar
half werk.
Aankoop van perceel 66 zal op den duur
toch' in het voordeel zijn der gemeente,
daar bij uitbreiding van de Haagwegbuurt
alleen dan een straat kan komen met
overgang over het spoor etc.
De heer HEEMSKERK: Dat zullen wij
niet meer beleven.
De heer GROENEVELDIk hoop dat de
heer Heemskerk heel oud zal worden.
De heer v. HAMEL dient mede namens
den heer Groeneveld een voorstel in om
perceel 66 aan te koopen en daar dan een
keerplaats te maken na het dempen der
sloot.
Wethouder SPLINTER zal zich niet meer
uitlaten over het al of niet noodage van
dit voorstel. De eenige mogelijkheid heb
ben B. en W. aangegevenhetgeen de
heer Eerdmans aangeeft, is onvoldoende.
De uitbreidingsideeën van den heer Groe
neveld, zullen wol vrome wenschen blijven,
meent hij.
De heer MULDER heeft ook geen illu-'
sics, dat daar ooit een straat zal komen.
Uit dit oogpunt is aankoop dus onge-
wenscht.
Het noodige van zoo'n keerplaats acht
hij nog altijd niet aanwezig. Op zijn drukst
komen er 14 auto's op één dag en die be
hoeven nog niet eens allemaal te keeren.
En al waren hot er 20, wat dan nog 1
De heer SPENDEL hoopt, dat de voor
standers ook tot een keerpunt zullen
komen. De noodzakelijkheid is z.i. nooit
bewezen.
De heer EERDMANS wijst nog eens op
het gevaarlijk uitloopcn van dezen weg,
komende vanaf het Noordeinde, bij de
Wouterenbrug.
De heer SPENDEL: Verbeter daar dan.
De heer EERDMANS wijst er op hoe
Ijet vrachtverkeer per auto steeds groeit
en daarom is een keerpunt zeer gewenscht.
De heer WILBRINK acht de oplossing
van den heet v. Hamel ook daarom niet
afdoende, daar het aangewezen keerpunt
nog niet de helft der bewoners baat zou
geven.
Verbetering van den oprit van de Wou
terenbrug zou zijn sympathie hebben. De
hooge kosten heeft hij hier niet voor over.
De heer GROENEVELD begrijpt niet,
dat men over hooge kosten spreekt. Veel
zal het de gemeente niet kosten.
De gemeente heeft daar toch ook een
brug geprojecteerd in de toekomst 1 En
stadsuitbreiding laat zich door een spoor
weg niet tegenhouden.
De aanvrage gaat uit van de koetsiers-
vereeniging, dus toch van belanghebben
den. Dit naar aanleiding van de opmer
kingen over niet noodig zijn.
De heer SCIIüLLER vraagt den heer Wil
brink, of verbetering van de Wouterenbrug
niets zou kosten? En dan kreeg men niets
terug voor het geld, hetgeen nu wel het ge
val is.
De heer BERGERS kan verklaren, dat
eenige autoverhuurders de noodzakelijkheid
van zoo'n keerpunt ook niet inzien.
Wethouder SPLINTER wijst er nog op, hoe
auto's kunnep keeren voor de Wouterenbrug.
Het voorstel v. Hamel-Groeneveld wordt
met 1713 stemmen verworpen.
Naar 't Engelsch van DOROTHEA GERARD,
Door Mr. G. KELLER.
27)
Neen, die knappe, glimlachende, spraak
zame jongeman mocht in het algemeen wel
een aannemelijk echtgenoot zijn, hij was
toch niet de figuur welke haar droomen al a
jong meisje had vervuld. Doch wat kon dat
er toe doen, daar zij toch al dadelijk tot een
offer had besloten? Maar inlusschen kon zij
de neerslachtigheid niet van zich afschud
den.
Den volgenden dag werd haar stemming
wel weer opgewekter onder den invloed van
velerlei schermutseling, van zich wagen op
glad ijs, van een herhaald spelen met vuur,
maar tegelijkertijd nam haar cynisme toe.
Witek liet zich meeslepen door wat hij als
zijn taak beschouwde en keerde telkens
weer terug tot het onderwerp waarover zij
den vorigen avond hadden gesproken. Wel
bespraakt en met gladde tong, misschien wel
om zichzelven te overtuigen, mogelijk ook
in de vage onderstelling, dat woorden tot
een ingezetene van Kowno gesproken mis
schien de ooren van de bezitster van het
landgoed zouden bereiken, zette hij haar de
dwaasheid uiteen van het den vorigen dag
ter sprake gebrachte standpunt, waarbij hij
bij voorbaat met vuur de houding van een
Swigello verdedigde, die mee zou willen
gaan met het door haar gedane voorstel.
„Iets zegt mij, dat wij op een gGeden dag
weer naar Lubynia zullen terugkeeren,"
zeide hij tot haar in een dier losse gesprek
ken. „En die manier zou wel heel wat vlot
ter gaan gaan dan de andere.
„Welke andere?"
„Nu, het plan om fortuin te maken en
het dan te koopen. Daar het landgoed zoo
zwaar op haar geweten drukt, zou Kataryna
Malkiff zeker wel bereid worden gevonden
om het te verkoopen."
„Koestert iemand een dergelijk pfan?"
„Tadeusz, mijn oudste broer. Maar tegen
dien lijd zijn wij zeker oude menschen, zoo
al niet dood. Hij heeft mij verzekerd, dat
hij er niet tegen op zou zien om er zijn
heele leven voor te werken, maar eerlijk ge
zegd ik wel. U ziet, dat wij erg verschillend
van karakter zijn. Ik houd veel van hem,
maar hij bezit in bedenkelijke mate soms
de bedachtzaamheid die de Litauers ken
merkt"
„Geeft hij er dan zooveel om?"
„In werkelijkheid niet meer dan ik, maar
wij hebben een verschillende manier om de
dingen aan te kijken."
„Ja, dat begin ik ook te gelooven."
En in zich zelf zeide Katya: „Deze jonge
man mist zeker de Litausche bedachtzaam
heid. Als ik hem op dit oogenblik mededeel
de, dat ik Kataryna Malkoff was, zou hij
dan op staanden voet een huwelijksaanzoek
doen?"
Het scheen niet volkomen onmogelijk.
Want al kon men niet zeggen, dat de jonge
kunstenaar haar 't hof maakte, zoo verried
zijn houding toch wel een zeer hooge waar
deering voor haar smaak en kennis op het
gebied der kunst, een waardeering, die,
blijkens ervaring, zeer vaak aangroeit tot
een warmer gevoel. Hij had reeds gesproken
van een portret, dat hij wilde schilderen,
waarbij hij bij voorbaat met de lachende
stoutmoedigheid, welke zoowel zijn bekoring
als zijn fout was, verklaard had van haar
instemming overtuigd te zijn. Het eenige
punt waaromtrent nog twijfel bij hem be
stond. was het costuum.
„Wat dat betreft heb ik een idee," zei
Katya. „Heb maar tien minuten geduld."
In haar kamer op de bovenverdieping
ging zij naar een der koffers in een hoek
en daaruit haalde zij een hoeveelheid ta
melijk wonderlijk uitziende kledingstuk
ken: wit en groen van kleur, met rood af
gezet, het Libhausche nationale costuum,
tot in de kleinste bijzonderheden volledig.
In een der oude garderobes van Lubynia
had Katya lang geleden de kleeding ge
vonden.. welke een of andere Swigello wel
eer op een gecostumeerd bal gedragen en
de draagster moest vermoedelijk wel onge
veer dezelfde gestalte als zij gehad hebben,
want het paste haar prachtig. Toen zij aan
het inpakken was. had Katya zich op het
laatste oogenblik hei costuum herinnerd,
en tevens herinnerde zij zich. dat Panna
Rudkowska haar had verteld, dat het in
de uitgaande wereld te Zalkiew tot den
bon ton behoorde zich in boei;enkleeding
te vertoonen. Met de onbestemde gedachte,
dat zij het costuum misschien zou kunnen
gebruiken als een middel om in aanraking
te komen met de Swigello's. had zij het
ingepakt heel onder in een harer koffers.
Toen zij een paar minuten later voor den
spiegel stond, stond een bekoorlijke en fan
tastische gestalte voor haar pogen.
Toen Katya de deur opende van den
salon, welke de pensionhoudster, wel wat
tegen de gewoonte, had toegestaan tot
atelier in te richten, deden zich in eens
twee kreten hooren en daarop volgde een
korte tijd van aandachtige betschouwing.
Kazimira, die naast het open raam lag,
ging langzaam overeind zitten en haar
handen vouwend opende zij haar schitte
rende oogen tot deze onnatuurlijk groot
leken. Witek herstelde zich het eerst van
zijn verrassing over de verschijning.
„Welkoffn, Lilauen!" zeide hij met de
hand op het hart en een sierlijke buiging.
„Zoo spreekt de Litauer, maar de kunste
naar komt in verzet. Dergelijke linten om
strengelen vlaskleurige' vlechten en geen
echte Litausche zou zich kunnen verhoo-
vaardigen over een dergelijken rijkdom aan
zwart haar."
„Dus wilt u mij niet als model hebben?"
vroeg Katya en het zou niet eerlijk zijn te
beweren,' dat in die woorden gee'n tikje
behaagzucht stak.
Maar nu mengde Kazimira zich in het
gesprek.
„O, Witek, je moet haar in -die kleeding
schilderen 1 Begin er dadelijk mee, wat ik
je bidden mag."
„Maar het zal volkomen in strijd zijn
met het volkstype!"
„Dat doet er niets toe, als het maar
mooi is. Schilder haar zoo, Witek. Ik zou
het zoo graag willen!"
Er kwam iets ontevredens in haar slem,
en de roode vlekken op haar magere wan
gen kregen hooger kleur. Toen Katya haar
aankeek, voelde zij. dat haar proef bijna te
goed was geslaagd.
„Ik zou het ook graag willen." zei ze
haastig op beslisten toon. ..Ik wil in dit
costuum voor u als model zitten, maar in
geen ander."
Aldus werd nu afgesproken, waarop de
eerste zitting begon. Reeds vóór het mid
dagmaal stonden de omtrekken op het doek.
Terwijl hij op de zitting van den volgenden
morgen begon met de bijwerking er van,
werd zijn oor getroffen door het geluid van
een rijtuig, da^ voor de villa stilstond.
Nog meer gasten? Ik dacht, dat het huis
vol was. Staat er geen valies op den bok,
Kazimira?"
„Ja," zei Kazimira van haar uilkijk-
plaalsje aan het raam, „een valie9, dat ik
zelfs meen te kennen. Er slapt iemand uit.
O, Witek, ik geloof, dat het Olympia isl"
De blik, welke broeder en zuster met
elkaar wisselden, scheen te doelen op aller
lei, dat nog buiten Katya'9 begrip lag. Op
het zelfde oogenblik had Witek zijn sigaret
weggeworpen en was naar het venster ge
sneld, te laat evenwel om te kunnen zien,
wie de nieuw aangekomene was. Hij ijlde
naar de deur, maar voor hij die had bereikt
hield de stem van zijn zuster hem terug.
„Nu niet, Witek, je zpu moeder Gra-.
binska ontmoeten."
Zijn haar met de hand naar achter strij
kend keeTde hij terug naar zijn ezel. maar
onder de zitting kwam het portret niet
verder.
Dat er iets niet in den haak was met
het humeur van de pensionhoudster, kon
den alle bewoners van de villa Olympia
bemerken. Enkelen hadden zelfs de woor
den van een twistgesprek tusschen moeder
en dochter kunnen opvangen.
„Is het misschien mijn schuld, dat tante
Marya naar haar zieken broeder wordt ge
roepen?" had iemand volkomen duidelijk
Olympia's tamelijk schelle slem hooren zeg
gen, „en zou u gewild hebben dat ik in
mijn eentje te Tarnow bleef?"
(Wordt vervolgd^