GENEESKUNDIGE BRIEVEN. VISSCHERIJ-BERICHTEN. VAN RECHT EN ONRECHT. UIT ONZE STAATSMACHINE. YRAGENRUBRIEK. toch de vraag voor, of dit betrekkelijk kleine kwantum en het klein aantal personen dat er bij betrokken is, niet door samenwerking kan bereiken dat de cultuur binnen ze kere perken blijft en een loonende prijs kan worden bedongen. De wereldmarkt kan het thans beschik bare quantum niet opnemen en wanneer imen terzelfder tijd pogingen doet om den afzet uit te breiden, dient de teelt daar mede gelijken tred te houden. In de enke le besprekingen die aan deze vergadering zijn voorafgegaan, heeft men gemeend, de jaarlijksche uitplant na het rapen te kun nen stellen op 25 k 30 pCt Een voor- loopige berekening van 5 HL. per 100 Roe deze uitplant zou terugbrengen tot 5 k 10 procent Wanneer zich thans de Breedertulpen- kweekers zouden willen verbinden om dit quantum aan den opplant te onttrekken, dan zou een overeenkomst kunnen worden gemaakt waarbij de onderteekenaars zich verplichten om per 100 Roe 5 H.L. voor vernietiging beschikbaar te stellen. Zij, die een kraam hebben die uitslui tend bestaat uit de betere soorten, zouden inplaats daarvan verplicht zijn f 2.per Roe af te dragen, waardoor een fonds ge vormd wordt, waaruit bij anderen Breeder- tulpen kunnen worden opgekocht tot de vermoedelijke inkoopswaarde, die dus ge steld is op f 40.per H.L. Om te voorkomen, dat een en ander niet goed zou zijn te controleéren, zou in het contract een bepaling moeten worden op genomen, dat uit elk ingeleverd kwantum een monster wordt getrokken, dat wordt op geplant en e.v. aantoont of andere dan Breedertulpen zijn ingeleverd. Mocht zqo iets geconstateerd worden, dan zou het vol gend jaar het dubbele kwamtum moeten worden ingeleverd van wat foutief is inge leverd, behalve een verschuldigde boete. Het plan komt in bespreking. Het blijkt dat het niets dan instemming kan vinden De Vereenigde Culturen, de fa. M. van Wa- veren Zonen, de fa. R. A. van der Schoot, de firma's Grullemans, Gebrs. Eggink, Gebrs. Zandbergen, C. van Zijverden Co., en vele anderen betuigen hun instemming cn zeggen hun medewerking toe. Men is van oordeel, dat wanneer dit slaagt, het een goede proefneming is om het ook op andere artikelen toe te passen. Juist omdat het aantal Breedertulpenkweekers nog niet zoo groot is, is er alle kans dat dit slaagt. Ten slotte verklaren alle aanwezigen zich voor het denkbeeld en geven zij zich voor- loopig als contractanten op, onder opgave van het aantal Roeden Breedertulpen. Te zamen met ontvangen adhaesie-betuigingen van firma's, die verhinderd waren aanwe zig te zijn, sluiten zich de kweekers van bijna 22000 Roe onmiddellijk bij de bewe ging aan. De namen van andere Breeder- kweekers worden opgenomen en het bewer ken daarvan over verschillende personen verdeeld. De vergadering geeft den wensch te kennen, dat de heeren J. M. van Til, Chr. Eggink, C. van Zijverden, G. Zandbergen en J. van den Berg (fa. Q. van den Berg) voorloopig de leiding van zaken op zich zullen nemen en een overeenkomst zullen opstellen, die aan een over 14 dagen bijeen ts roepen vergadering ter teekening zal worden voorgelegd. Op verzoek van de ver gadering neemt de heer H. J. Voors, die als redacteur van het vakblad ter vergadering aanwezig was, op zich om voorloopig als eecretaris op te (reden, behoudens goedkeu ring door het Hoofdbestuur der Algemeene Vereeniging. RET MEDISCH BEROEPSGEHEIM. II. In het meerderheidsrapport der commis sie uit de Ned. Maatschappij tot bevorde ring der Geneeskunst over dit onderwerp wordt feitelijk het „Secret absolu" verde digd. [Wij vinden eerst beschouwingen over geheimhouding in het algemeen, zelfs meer in het bijzonder van het beroepsge heim in algemeenen zin. Volgens het rapport kunnen zich om standigheden voordoen, dat met betrea- king tot de rechtvaardigheid openbaring yan het geheim geoorloofd is, en wel: in het algemeen belang, in het belang van "hem, die het geheim pplegde, zelf, in dat van den houder van 't geheim of in dat van derden. Als voorbeelden worden genoemd: ont dekking of voorkoming van misdaden, groot algemeen belang, wanneer een derde door zwijgen groot nadeel zou ondervinden. Maar dit alles geldt niet voor den arts, omdat het beroepsgeheim van den medicus geheel iet-s a-nders is, en zelfs gaat de meerderheid zoo ver, dat de patiënt zelf niet bij machte is den geneesheer van zijn geheimhouding te ontslaan. De mogelijk heid, dat de arts een6 zal spreken, neemt toch het vertrouwen weg bij het publiek. De patiënten zouden hun belangen bij den arts niet langer veilig achten en derhalve wordt het algemeen belang geschaad. Dit algemeen belang moet zwaarder wegen dan het persoonlijk belang van den enke ling. De medicus moet derhalve het stand punt innemen, dat hij aan niemand, wien ook, openbare, wat hem in de uitoefening yan zijn beroep is toevertrouwd. Na een zoo apodictische uitspraak klinkt het eenigszins zonderling, wanneer wij on middellijk daarop vernemen, dat er toch omstandigheden zijn, waaronder dit stand punt met in al zijn consequenties is vol te houden. In plaats van het secret absolu komt than6 een zoo streng mogelijke hand having van het beroepsgeheim. De zoo vlak op elkaar - volgende verdediging en weer loslating van het absoluut geheim geeft aanleiding tot enkele beschouwingen. In de eerste plaats rijst dan de vraag of inderdaad de geneeskundige een zoo uitzonderlijke positie inneemt, dat voor hem zou gelden, wat bij anderen geen toe passing vindt. Komt niet ook de advocaat, de notaris, de rechter in civiele zaken voor dezelfde moeilijkheden te staan 1 Het hoofdargument is wel dit, dat bij onzeker heid omtrent geheimhouding velen be vreesd zullen zijn om naar den arts te gaan en zich niet zulIeD laten behandelen of in handen van den kwakzalver zullen vallen. Wat dit laatste betreft is de vraag geoorloofd of het wel waarschijnlijk is, dat iemand die zoo angstig is om den arts zijn vertrouwen te schenken, geen bezwaar zal maken om den kwakzalver, die door niets gebonden is, in het geheim te betrekken. Ongetwijfeld is het een groot algemeen belang, dat ieder die het noodig heeft, doelmatige geneeskundige behandeling on dergaat. Maar er zijn nog meer dingen van alge meen belang en wanneer verschillende be langen met elkaar in botsing komen, moe ten wij ze tegen elkaar afwegen en na gaan aan welk de voorrang toekomt. Ln dit opzicht schijnt mij de argumenteering der meerderheid niet afdoende. En met de minderheid komt het mij voor dat de eenzijdige samenstelling der com missie, uitsluitend uit artsen, hier mis schien een rol speelt, waardoor aanvul ling met een of enkele andere leden, niet- artsen verkieslijk zou geweest zijn. Het gaat toch practisch om uitzonderingsgeval, len, in den regel geschiedt de omgang tus- 6chen arts en patiënt zonder aan het vraag stuk te denken, overtuigd als beiden zijn, dat de arts zich houdt aan den vroeger door Siegenbeek van Heukelom zoo juist uitgedrukte gedragslijin, dab zwijgen regel en spreken weloverwogen uitzondering is. Volgens deze eischen zijn dan ook reeds vele gebruiken te noemen, waarover niet alleen eenstemmigheid heerscht, maar welke reeds ingevoerd en bruikbaar geble ken zijn. Zoo bestaat wel geen verschil van gevoelen over de houding van den art-s teri opzichte van het gezin. Ieder zal het betamelijk vinden dat de ouders vol ledig worden ingelicht omtrent de bevin ding bij het onderzoek van hun kinderen. Hebben de kinderen een zekeren leeftijd bereikt, (de commissie stelt 16 jaar) dan kan de arts onder bepaalde omstandighe den van zijn beroepsgeheim gebruik ma ken. Hij mag niet als stille verklikker op treden. Voorzichtigheid is noodig bij me- dedeeling van bevindingen bij een echtge noot aan de andere. Ten opzichte van het inwonend personeel behoort het beroeps geheim in acht genomen te worden. Even wel gevoelt de commissie, dat hier iets hapert. Als een dienstbode de andere leden van het gezin kan aansteken met een of andere ziekte, dan mag die toestand toch niet bestendigd blijven. De commissie raadt dan om bij den patiënit zelf er op aan te dringen, zich verder in een zieken huis te laten behandelen, desnoods met dreigementen, terwijl aan den patroon eenvoudig, zonder toelichting, gezegd wordt dat ziekenbuisbehandeling noodig is. De commissie zegt letterlijk: „Gaat de patroon er niet op in, dan zijn eventueele nadeelige gevolgen voor zijn verantwoor ding. De patroon behoort zijn huisdokter op gezag te gelooven en zijn raad op te volgen. De verstandigen doen dit." Het valt niet te ontkennen dat deze re deneering iets gewrongens bevat. Vooreerst is niet ieder verstandig Dan is lang niet altijd de (fonds-)dokter van het personeel de huisarts van den patroon. In de derde plaats is gelooven op gezag niet bepaald meer van onzen tijd. Ook komt het niet altijd uit dat de patroon de kosten van het ziekenhuis moet betalen. Ik denk dat hier al weer theorie en praktijk met elkaar herhaaldelijk in botsing zullen komen. Dat men tegenover particulieren behoort te zwijgen, spreekt van zelf. Een gemoti veerde uitzondering op dezen regel is nau welijks denkbaar. Tegenover politie en justitie heeft de arts dezelfde verplichtingen voor zoover het zaken betreft, welke hij als gewoon burger weet. Voor zijn wetenschap, in het beroep opgedaan, kan hij het door de wet hem toegekende verschooningsrecht doen gelden. Hij zij ook hieT alweer niet verklik ker of rechercheur. In bijna elk geval kan trouwens de rechter of politie door eigen artsen laten onderzoeken wat zij wenschen te weten. Als regel geve de arts niet thuis en in de zeldzame gevallen, waarbij hij van dezen regel afwijkt zullen al zeer bij zondere redenen moeten bestaan. Minder eenstemmig wordt gedacht over de houding van den arts ten opzichte van den Staat en Staatsorganen. Daarover in een volgend artikel. H. A. S. IJMUIDEN, 6 Juli 1927. VISCHPRIJZEN. 57 Tarbot per kilo f 1150.60; 10 Griet per kist van 50 kilo f38f 16; 6857 Tongen per kilo f 2.80—f 1.10; 7 Groote Schol p. kist van 50 kilo f 17—f 1310 Middelschol f 15— 10; 5 Zetschnl f38f30; 611 Kleine Schol f 21—M 1.10, 10 Bot f 11.50—f6; 67 Schar f 10—f 1.50; 2 Tongschar f 38—f 31; 7 Rog gen per 20 stuks f 17—f 11; 2 Groote roode Poon per kist van 50 kilo f 101 Middel roode Poon f 33; 9 Kleine roode Poon f 35 f 22; 288 Pieterman en Poontjes f 16.50f 2; 1 Groote Schelvisch f21; 10 Middel Schelv. f 17f 13; 86 Kleinmiddel Schelv. f 10f 8 399 Kleine Schelv. f 6.60f 2.10; 36 Kabel jauw per kist van 125 kilo f33f 19; 132 Gullen per kist van 50 kilo f9—f 1.90; 82 Lengen per'stuk f0.80f050; 15 Heilbot per kilo f 1.50f 1.2078 Wijting per kist van 50 kilo f120f 1.70; 70 Koolvisch per stuk f 0.12f 0.25; 9 Makreel per kist van 50 kilo f 23—f 13. Aangekomen 18 stoomtrawlers en de log gers KW 56 met f 856, KW 62 met f 279. PRAAIRAPPORT HR. MS. „TRITON". 1 Juli tusschen 59° 27' tot 59° 28' Nbr. en 6° 12' tot 0° li' Wl. KW 99 met 30 kantjes. (Nadruk verboden). XUV. SCHADE DOOR EEN OMWAAIENDEN BOOM. De zomerstormen, waaraan we zoo lang zamerhand gewend beginnen te geraken, veroorzaken niet alleen ellende on narig heid, ook juridische problemen komen in hun gevolg. Een schipper lag in de gebruikelijke plaats gemeerd aan de kade, een zware boom. die» daar stond, woei om en bescha digde zijn schip. Heeft hij nu eenig verhaal tegen den eigenaar van den boom? Het antwoord moet gezocht worden in de voorschriften omtrent onrechtmatige daad. Zooals men weet, eischt de kernbepaling, artikel 1401, dat in deze rubriek reeds eem- ge malen ter sprake kwam. dat er schuld is bij dengeeto, door wiens onrechtmatig handelen of nalaten schade veroorzaakt is, zal hij tot vergoeding verplicht zijn. Daar naast bevat de wet nog eenige artikelen, die de aansprakelijkheid uitbreiden tot ge vallen, waarin in het geheel geen schuld ja. zelfs geen eigenlijke onrechtmatigheid be'hoeft te bestaan en die in het oude recht daarom wel als quasi-delicten werden aan geduid. Ik heb het oog op de artikelen 1404 en 1405, die de eigenaars van dieren en gebouwen verantwoordelijk stellen voor de schade door deze aangericht, ook zonder dat die personen zich iets te verwijten hebben. Wat de aansprakelijkheid voor z.g. „dier- schade" betreft, is de Hooge Raad van eeti andere meening en eischt ook daar schuld. Gezaghebbende apteurs keuren dat echter af. Deze aansprakelijkheid zonder schuld berust op de volgende overwegingen. De geleden schade moet door iemand gedragen worden, maar door wieta? Bij een moeilijke keuze tusschen de twee in aanmerking ko mende personen, gaat men elks verhouding tot de schade-oorzaak na. Heeft de voorbij ganger, die door den hond gebeten werd of door een vallende dakpan gekwetst, geheel normaal gehandeld, het dier bijv. niet ge tergd, of niet langs het huis ge'loopen, on danks de waarschuwing, dat dit gevaariijk was, dan is het toch al heel erg onbillijk hem de schade te laten dragen. Kijkt men dan naar den eigenaar, dan blijkt uit de gevolgen, dat hij een dier gehouden heeft, dat bijt naar onschuldige voorbijgangers; of dat hij een huis bezit, dat door een gebrek in de bouwing of in de inrichting gevaar op levert*. Dat er zulk een gebrek moet zijn, is een uitdrukkelijke eisch der wet; niet, dat dei eigenaar daaraan schuldig of er zelfs maar bekend mee was. Hij heeft dus, zij het onbewust en tegen zijn wil een gevaarlijk voorwerp; het is, aldus opgevat, billijk, dat hij wordt belast met het risico van zijn be zit. Men noetmt dit het beginsel der gevaar zetting: wie voor zijn medemenschen, bij normaal optreden hunnerzijds, de kans opent, dat zij door zijn bezitting schade lij den, moet deze vergoeden. Keeren we nu tot onzen schipper terug, dan stuiten we, wanneer we het artikel zouden willen toepassen, aanstonds op het woord gebouw. En al vat de jurisprudentie het woord ruim op, zoodat daaronder b.v. ook een schutting valt, een boom is nu een maal geen gebouw. Ook elders in de wet, als er gesproken wordt over wat men op eens anders erf kan hebben, worden ge bouwen en beplantingen naast elkaar ge noemd. Men kan nu redeneeren: de wet zegt „gebouw" en sluit daarmede alle mo gelijke andere zaken uit; maar rechtvaardi ger lijkt het, te zeggen: de wet toont het beginsel der gevaarzetting te huldigen en geeft daar een voorbeeld van. Men past dan de wet bij analogie toe op het onderwerpe- lijk geval. Is er verder reden om er den nadruk op te leggen, dat een boom niet door menschenhanden gemaakt is? Ik geloof het niet; hij is daar toch geplant en dat er ver volgens natuurkrachten gewerkt hebben, die hem tot zijn tegenwoordigen omvang brach ten, is waar, maar ook bij het bouwen van een huis, om van het opgroeien tot een ge vaarlijk dier maar niet eens te spreken, doet de natuur haar invloed gelden. Wel zou ik vast willen houden aan den eisch, dat er ook hier eenig gebrek in de bouwing of inrichting moet zijn. Was de boom volkomen gaaf en was het louter de geweldige kracht van den wind, die hem omwierp, dan is er dunkt mij een natuur verschijnsel, voor de gevolgen waarvan hij, die het ondergaat, geen ander aansprakelijk kan stellen. Zou het echter blijken, dat het hout van binnen rot was, dan zal m.i. de eigenaar voor de schade aangesproken kun nen worden. Dat dit van buiten niet te zien was en dat er dus geen aanleiding tot in grijpen was, behoort hier evenmin als bij het gebouw verschil te maken. De kans, dat een boom rot wordt en omwaait bestaat en het is de eigenaar, die daarvan het nadeel moet ondervinden, hij mag niet zeggen, de ander had maar uit den weg moeten blij ven, dat gaat niet op*, met die redeneering zou men elke stad onbewoonbaar maken. Vraagt men naar een reden van het ver schil, gemaakt tusschen een gaven en een inwendig rotten boom, dan moet het ant woord m.i. luiden, dat in het eerste geval de boom een instrument voor de natuur krachten is, voor welker werking geen mensch aansprakelijk is; in het andere ge val ligt de oorzaak van de ontstane schade in het ondeugdelijk zijn van een voorwerp in het bezit van een mensch; zijn eigenaar en niet een vreemde moet dan de schade dragen. NIEUWE UITGAVEN. Ofschoon de zomermaanden nu juist niet den meest geschikten tgd voor lezen vormen, ziet het Juli-nummer van het jeugd-tijdschrift „Zonneschijn", uitgave W. de Haan, Utrecht, er weer zoo aantrekkelijk uit met z'n mooi gekleurde platen, grappige teekeningen en boeiende verhalen, dat de jeugd stellig niet zfLÏ nalaten dit deel aan één stuk door uit te lezen. En is dit niet het beste bewijs, dal dit aardige tijdschrift in den smaak valt? DE ALGEMEENE REKENKAMER. In den loop der vorige maand werd inge diend een gewijzigd ontwerp-Comptabili- teitswet. Dit gewijzigd ontwerp was de vrucht van overleg tusschen den Minister van Financiën en een Bijzondere Commis- siei uit de Kamer, benoemd krachtens een besluit der Centrale Afdeeling. Het geheele ontwerp hier te behandelen is niet wel doen lijk. We kiezen daaruit allen Hoofdstuk IV. hetgeen betrekking heeft op de Algemeene Rekenkamer, een staatscollege, waarvan zeer velen wel vaak gehoord hebben, wan- ne'er de jaarlijksche jeremiades van de Re kenkamer gepubliceerd worden, maar waar van ze toch te weinig weten. Nu een ge wijzigd ontwerp verschenen is, dat de sa menstelling (I), de verplichtingen en be voegdheden (II). de controle op de ontvang sten (III) en de controle op de uitgaven door de Rekenkamer (IV) regelt, wordt ons de gelegenheid geboden over deze) Kamer iels te schrijven. Art. 180 der Grondwet zegt van de Alge meene Rekenkamer, dat zij er is en dat haar samenstelling en taak door de wet wordt geregeld; dat bij hel openvallen eëner plaats de Tweede Kamer een voordracht maakt van drie personen, waaruit de Kroon dan 't nieuwe lid benoemt dat de leden voor hun leven worden aangewezen. De oorsprón kelijke wet op de Rekenkamer verscheen in 1841. maar werd sindsdien herhaaldelijk gewijzigd en aangevuld. Het laatst in 1924. Het aantal leden, dat oorspronkelijk zeven bedroeg, vergissen we ons niet al te zeer, met het oog op het toenmalige aantal depar tementen van Algemeen Bestuur, is vijf ge worden, «tan wie) een secretaris wordt toe gevoegd, welke evenals de ambtenaren bo ven den rang van adjunct-commies uit een voordracht door de Kroon worden benoemd. Men kan ongeveer veertig jaar lid van de Rekenkamer wezen, aangezien de benoem baarheid begint op dertigjarigen leeftijd en op zeventigjarigen leeftijd eindigt. Het lid maatschap dezer Kamer sluit uit iedere be zoldigde openbare betrekking of lidmaat schap van Kamers, Prov. Staten of Gemeen teraden. Wanneer een vacature ontstaat, maakt de Rekenkamer een aanbevelingslijst op van zes candidaten, waarop de Kamer bij haar voordracht van drie personen zoodanig acht heeft te slaan als haar dienstig voor komt, m. a. w. de Kamer kan buiten de aanbeveling om iemand voordragen. Het salaris bedraagt f 6o00 voor de gewone leden en f 7500 voor den voorzitter, c.q. plus kindertoelage als gebruikelijk 'voor staatsambtenaren. Zoowel de leden, dus wordt als regel, waarop echter een uitzon dering mogelijk is, voorgeschreven, als de secretaris moeten in den Haag wonen. Deelnemen in leveranties aan het rijk enz. is verboden, evenmin mogen ze vorderingen ten laste van het Rijk hebben en geen be wijzen of inschrijvingen van Nationale Schuld koopen of deel in den koop van der gelijke vorderingen hebben, m. a w. ze moe ten totaal gedesinteresseerd wezen bij de financiën van den Staat. De verplichtingen en bevoegdheden wor den in 17 artikelen geregeld. Behalve dat ze dient van bericht, consideratie en advies op alle stukken, die haar tot dien einde door de Kroon worden toegezonden, brengt ze vóór 1 April van ieder jaar verslag uit van haar werkzaamheden over het afge- loopen jaar, dat voor de opening der Staten- Generaal aan de Kamerleden wordt toege zonden. Verder is de Rekenkamer verplicht om aan de ministers alle voorstellen en mededeelingen te doen, welke naar haar oordeel kunnen leiden tot vermeerdering van de Rijksontvangsten en tot verminde ring van de uitgaven en tot verbetering of vereenvoudiging van het beheer. Verder moet ze ook die opmerkingen en beden kingen aan de ministers meedeelen, die zij in het belang van de schatkist noodig oor deelt. Daarvan kan ze ook aan den Minis ter van Financiën en de Kamers mededee- ling doen en met hen overleg in dezen plegen. De Rekenkamer moet aan de ministère en deze op hun beurt aan de Rekenkamer alle inlichtingen verstrekken, welke uit haar werkzaamheden voortvloeien. Wan neer zij bevindt, dat gelden worden uit gegeven, welke niet door de begrootings- Wet ten zijn toegestaan en zij de daarom trent gegeven inlichtingen van den minister onvoldoende acht, dan geeft ze daarvan berichten aan de Kroon. Zij maakt daarvan melding in bovenbedoeld verslag en kan de Kamer er ook van in kennis stellen. Ver der gaat zij na of de Rijkseigendommen zooveel mogelijk productief zijn en of de daarop betrekking hebbende voorschriften behoorlijk worden nageleefd. De comptabe len moeten op voorgeschreven termijnen aan de Rekenkamer rekening en verant woording doen van hun beheer. Behalve het nagaan dezer rekeningen en verant woordingen bezit de Rekenkamer het 1 recht om in alle bureelen van openbaren dienst en bij alle comptabelen inlichtingen in te winnen, de kassen op te nemen, de boeken, bescheiden enz. te controleeren, waartoe de betrokken personen alle mede werking moeten verleenen. Wanneer de Rékenkamer bevindt, dat in strijd met de voorschriften betalingen zijn gedaan of verzwegen, dan kan ze tot beboeting van den betrokkene overgaan, hetgeen, tot een maximum van f 300, ook kan geschieden met hen, dde hun rekening en verantwoor ding niet inzenden, niet antwoorden op be denkingen tegen hun beheer of die weige ren inlichtingen te verstrekken. Het be sluit der Rekenkamer in dezen wordt als een gerechterlijk vonnis beschouwd. Her ziening van zulk vonnis is mogelijk door een voltallige zitting der Kamer. De be scheiden, bij de Rekenkamer ingekomen, moeten bewaard worden-, totdat een maat regel van algemeen bestuur de vernietiging gelast of teruggave aan de betrokkene toe staat of bewaring door de een of andere aangewezen diensttak wordt bevolen. De Rekenkamer wordt in staat gesteld controle int te oefenen op de ontvangsten van den staat. Zijzelf kan de methode van controle vaststellen. Alle uitgaven ten laste der begrooting rijn aan de verevening van de Rekenkamer onderworpen. Geldt het geheime uitgaven, dan behoeven deze niet door bewijsstukken te worden gedekt. De uitgaaf wordt onderzocht naar den volgenden regel; of de uitgaaf valt binnen de om schrijving van het begrootingsartikel of zij behoort tot het dienstjaar ten laste waar van zq wordt gebracht, of zij niet was verjaard, of de overige bewijsstukken naar waarheid zijn opgemaakt en voldoende zijn om 't recht van den schuldeischer te staven en of geen wet, Kon. Besl., enz. de ver evening in den weg staat. Blijkt dit wel het geval te wezen, Öan vraagt ze eerst den minister de noodige inlichtingen. Na ontvangst dier inlichtingen neemt de Kamer haar eindbeslissing. Luidt deze beslissing ontkennend, dan wordt, tenzij het bedrag door de zorg van den Minister weder in de schatkist gestort werd of een regeling daaromtrent wera getroffen naar genoegen der Rekenkamer, bij de Staten-Generaal een voorstol van wet ingediend, dat een bepaling inhoudt, dat de uitgaaf alsnog door de Rekenkamer onder de Rijksuitgaven zal worden opgenomen met aanwijzing van het dienstjaar en het hoofdstuk der begrooting, ten laste waarvan de uitgaaf moet worden gesteld. We gelooven met dit uittreksel uit het onderhavige wetsontwerp de lezers voldoende op de hoogte te hebben gesteld van de w\jze, waarop dit wetsontwerp wil, dat de Algemeene Rekenkamer zal zjjn samengesteld en haar taak zal vervullen. R. A., te D. U kunt in elke flinke drogistzaak verf voor stroohoeden krijgen in allerlei kleur. Ze wordt met een pen seel op den hoed, die goed stofvrij moet zijn, aangebracht, en geeft, vooral na eeni ge malen opstrijken met den draad van het stroo goede resultaten. Aangezien er verschillende merken verf in den handel zijn, zal de drogist u verder kunnen in lichten. Een vuil geworden witte stroohoed kunt u schoonmaken met z.g. strobin, eveneens in een drogistwinkel te verkrijgen. Mej. Van der B., te L. Tegen uitval len van het haar worden allerlei, soms dure watertjes of zalfjes aanbevolen.. Een eenvoudig ouderwetsch midden is een mengsel van Fransehe brandewijn en gly cerine, half om half en innig vermengd. Daarmede de- huid lederen avond goed inwrijven. In sommige gevallen is het beste den dokter te raadplegen. Maar het door ons aangegeven middel is onschadelijk. P. E., te L. Inktvlekben worden het best verwijderd met een min of meer sterke oplossing van zuringzout en wat-er, doch voor uw bruin gekleurd vloerkleed ia dit niet aan te bevelen, daar u de kans beloopt, dat dit. middel -niet alleen de inkt, maar ook de kleur wegbijt en dan zijt gij nog verder van huis. Probeert eens met de vlek te bevochtigen met citroen, waarin keukenzout is opgelost. Na eenigen tijd inwerking uitwrijven. J. van E., te L. Met den bouw van 174 woningen door dé Vereeniging tot Be vordering van den Bouw van Werkmans woningen is reeds een begin gemaakt. De secretaris dezer vereeniging is de heer mr, E. A. Cosman Witte-Singel 19, kantoor Breestraat 19. J. V., te L. Het door ons opgegeven middel voor het zacht en blank houden van het aangezicht een. mengsel van gestoo ten zoet© en bittere amandelen, rozenwa ter en benzoë is bedoeld om het gelaat er vooral 'savonds mee in te wrijven. Eeni ge (druppels in het wasc-hwater is ook goed. Maar het meest effect zal sorteeren het inwrijven bij avond. Het middel werkt dan ook des nachts op de huid in». W. J. T. de M., te L. De vetvlek van uw vilten hoed eerst bewerken met een wollen lap in benzine gedrenkt. Daarna de hoed bestrooien met speksteenpoeder en met een zachte borstel uitborstelen. H. L., te L. Om mieren te verdelgen giet u kokend water in de reten aan de keukenvloer, waar u de diertjes ziet uitko men. Voorts legt ge in de kasten en laden alsmede op den vloer hier en daar schijfjes beschimmelde citroen. De mieren kunnen niet tegen de lucht er van en kiezen het „mieren" pad. A. O., te L. Leiden Zoeterwoude, Stomp- wijk, Zuetermeer, Zegwaart, den Hoorn, Kruis weg, Bleiswijk, Bergschen hoek, Hillegers- berg, Rotterdam, veerboot naar Charlois, Goidschalxoord, per veer over de Oude Maas, Klaaswaal, Middelsluis, Numansdorp (Buitensluis), veer naar Willemstad, Dint-el- oord, Steenbergen, Oude-Molen, Halsteren, Bergen op Zoom. Totaal 85.1 K.M. J. W. S., te L. Leiden, Leiderdorp, Hoogmade, Ofwegen, Woubrugge, zijweg naar Ter Aar, Nieuwveen, VrouwenakL.r, Uithoorn, Vinkeveen, Baambrugge, Loencr- sloot, Vreeland, Kortenhoef, 's-Graveland, Hilversum. Totaal 60.6 K.M. Hilversum, Hooge Vuursche, Soestögk, Soest, Amersfoort. Totaal 18.7 K.M. Amersfoort, Nieuw-Leusden, Woudenberg, Scherpenzeel, Renswoude, De Klomp, Ede, Ginkel, Arnhem. Totaal 46.6 K.M. Arnhem, Oosterbeek, Heelsum, Renkum, Wageningen, de Grebbe, Rhenen, Eist, Amerongen, Leersum, Doorn, Driebergen, Rjjsenburg, Zeist, De Bildt, Utrecht. Totaal 63 K.M. Utrecht, De Meern, Harmeien. Woerden, De Roskam, Nieuwerbrug, Bodegraven, Zwammerdam, Alphen, Brug Koudekerk, Groenendijk, Brug Leiderdorp, Leiden. Totaal 52.8 K.M. Kb

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1927 | | pagina 10