GENEESKUNDIGE BRIEVEN.
VISSCHERIJ-BERICHTEN.
VAN RECHT EN ONRECHT.
UIT ONZE STAATSMACHINE.
YRAGENRUBRIEK.
toch de vraag voor, of dit betrekkelijk kleine
kwantum en het klein aantal personen dat
er bij betrokken is, niet door samenwerking
kan bereiken dat de cultuur binnen ze
kere perken blijft en een loonende prijs
kan worden bedongen.
De wereldmarkt kan het thans beschik
bare quantum niet opnemen en wanneer
imen terzelfder tijd pogingen doet om den
afzet uit te breiden, dient de teelt daar
mede gelijken tred te houden. In de enke
le besprekingen die aan deze vergadering
zijn voorafgegaan, heeft men gemeend, de
jaarlijksche uitplant na het rapen te kun
nen stellen op 25 k 30 pCt Een voor-
loopige berekening van 5 HL. per 100 Roe
deze uitplant zou terugbrengen tot 5 k 10
procent
Wanneer zich thans de Breedertulpen-
kweekers zouden willen verbinden om dit
quantum aan den opplant te onttrekken,
dan zou een overeenkomst kunnen worden
gemaakt waarbij de onderteekenaars zich
verplichten om per 100 Roe 5 H.L. voor
vernietiging beschikbaar te stellen.
Zij, die een kraam hebben die uitslui
tend bestaat uit de betere soorten, zouden
inplaats daarvan verplicht zijn f 2.per
Roe af te dragen, waardoor een fonds ge
vormd wordt, waaruit bij anderen Breeder-
tulpen kunnen worden opgekocht tot de
vermoedelijke inkoopswaarde, die dus ge
steld is op f 40.per H.L.
Om te voorkomen, dat een en ander niet
goed zou zijn te controleéren, zou in het
contract een bepaling moeten worden op
genomen, dat uit elk ingeleverd kwantum
een monster wordt getrokken, dat wordt op
geplant en e.v. aantoont of andere dan
Breedertulpen zijn ingeleverd. Mocht zqo
iets geconstateerd worden, dan zou het vol
gend jaar het dubbele kwamtum moeten
worden ingeleverd van wat foutief is inge
leverd, behalve een verschuldigde boete.
Het plan komt in bespreking. Het blijkt
dat het niets dan instemming kan vinden
De Vereenigde Culturen, de fa. M. van Wa-
veren Zonen, de fa. R. A. van der Schoot,
de firma's Grullemans, Gebrs. Eggink,
Gebrs. Zandbergen, C. van Zijverden Co.,
en vele anderen betuigen hun instemming
cn zeggen hun medewerking toe. Men is van
oordeel, dat wanneer dit slaagt, het een
goede proefneming is om het ook op andere
artikelen toe te passen. Juist omdat het
aantal Breedertulpenkweekers nog niet zoo
groot is, is er alle kans dat dit slaagt.
Ten slotte verklaren alle aanwezigen zich
voor het denkbeeld en geven zij zich voor-
loopig als contractanten op, onder opgave
van het aantal Roeden Breedertulpen. Te
zamen met ontvangen adhaesie-betuigingen
van firma's, die verhinderd waren aanwe
zig te zijn, sluiten zich de kweekers van
bijna 22000 Roe onmiddellijk bij de bewe
ging aan. De namen van andere Breeder-
kweekers worden opgenomen en het bewer
ken daarvan over verschillende personen
verdeeld. De vergadering geeft den wensch
te kennen, dat de heeren J. M. van Til, Chr.
Eggink, C. van Zijverden, G. Zandbergen
en J. van den Berg (fa. Q. van den Berg)
voorloopig de leiding van zaken op zich
zullen nemen en een overeenkomst zullen
opstellen, die aan een over 14 dagen bijeen
ts roepen vergadering ter teekening zal
worden voorgelegd. Op verzoek van de ver
gadering neemt de heer H. J. Voors, die als
redacteur van het vakblad ter vergadering
aanwezig was, op zich om voorloopig als
eecretaris op te (reden, behoudens goedkeu
ring door het Hoofdbestuur der Algemeene
Vereeniging.
RET MEDISCH BEROEPSGEHEIM.
II.
In het meerderheidsrapport der commis
sie uit de Ned. Maatschappij tot bevorde
ring der Geneeskunst over dit onderwerp
wordt feitelijk het „Secret absolu" verde
digd. [Wij vinden eerst beschouwingen
over geheimhouding in het algemeen, zelfs
meer in het bijzonder van het beroepsge
heim in algemeenen zin.
Volgens het rapport kunnen zich om
standigheden voordoen, dat met betrea-
king tot de rechtvaardigheid openbaring
yan het geheim geoorloofd is, en wel:
in het algemeen belang,
in het belang van "hem, die het geheim
pplegde, zelf,
in dat van den houder van 't geheim of
in dat van derden.
Als voorbeelden worden genoemd: ont
dekking of voorkoming van misdaden, groot
algemeen belang, wanneer een derde door
zwijgen groot nadeel zou ondervinden.
Maar dit alles geldt niet voor den arts,
omdat het beroepsgeheim van den medicus
geheel iet-s a-nders is, en zelfs gaat de
meerderheid zoo ver, dat de patiënt zelf
niet bij machte is den geneesheer van zijn
geheimhouding te ontslaan. De mogelijk
heid, dat de arts een6 zal spreken, neemt
toch het vertrouwen weg bij het publiek.
De patiënten zouden hun belangen bij den
arts niet langer veilig achten en derhalve
wordt het algemeen belang geschaad. Dit
algemeen belang moet zwaarder wegen
dan het persoonlijk belang van den enke
ling. De medicus moet derhalve het stand
punt innemen, dat hij aan niemand, wien
ook, openbare, wat hem in de uitoefening
yan zijn beroep is toevertrouwd.
Na een zoo apodictische uitspraak klinkt
het eenigszins zonderling, wanneer wij on
middellijk daarop vernemen, dat er toch
omstandigheden zijn, waaronder dit stand
punt met in al zijn consequenties is vol
te houden. In plaats van het secret absolu
komt than6 een zoo streng mogelijke hand
having van het beroepsgeheim. De zoo
vlak op elkaar - volgende verdediging en
weer loslating van het absoluut geheim
geeft aanleiding tot enkele beschouwingen.
In de eerste plaats rijst dan de vraag
of inderdaad de geneeskundige een zoo
uitzonderlijke positie inneemt, dat voor
hem zou gelden, wat bij anderen geen toe
passing vindt. Komt niet ook de advocaat,
de notaris, de rechter in civiele zaken
voor dezelfde moeilijkheden te staan 1 Het
hoofdargument is wel dit, dat bij onzeker
heid omtrent geheimhouding velen be
vreesd zullen zijn om naar den arts te
gaan en zich niet zulIeD laten behandelen
of in handen van den kwakzalver zullen
vallen. Wat dit laatste betreft is de vraag
geoorloofd of het wel waarschijnlijk is, dat
iemand die zoo angstig is om den arts zijn
vertrouwen te schenken, geen bezwaar zal
maken om den kwakzalver, die door niets
gebonden is, in het geheim te betrekken.
Ongetwijfeld is het een groot algemeen
belang, dat ieder die het noodig heeft,
doelmatige geneeskundige behandeling on
dergaat.
Maar er zijn nog meer dingen van alge
meen belang en wanneer verschillende be
langen met elkaar in botsing komen, moe
ten wij ze tegen elkaar afwegen en na
gaan aan welk de voorrang toekomt. Ln
dit opzicht schijnt mij de argumenteering
der meerderheid niet afdoende.
En met de minderheid komt het mij voor
dat de eenzijdige samenstelling der com
missie, uitsluitend uit artsen, hier mis
schien een rol speelt, waardoor aanvul
ling met een of enkele andere leden, niet-
artsen verkieslijk zou geweest zijn. Het
gaat toch practisch om uitzonderingsgeval,
len, in den regel geschiedt de omgang tus-
6chen arts en patiënt zonder aan het vraag
stuk te denken, overtuigd als beiden zijn,
dat de arts zich houdt aan den vroeger
door Siegenbeek van Heukelom zoo juist
uitgedrukte gedragslijin, dab zwijgen regel
en spreken weloverwogen uitzondering is.
Volgens deze eischen zijn dan ook reeds
vele gebruiken te noemen, waarover niet
alleen eenstemmigheid heerscht, maar
welke reeds ingevoerd en bruikbaar geble
ken zijn. Zoo bestaat wel geen verschil
van gevoelen over de houding van den
art-s teri opzichte van het gezin. Ieder zal
het betamelijk vinden dat de ouders vol
ledig worden ingelicht omtrent de bevin
ding bij het onderzoek van hun kinderen.
Hebben de kinderen een zekeren leeftijd
bereikt, (de commissie stelt 16 jaar) dan
kan de arts onder bepaalde omstandighe
den van zijn beroepsgeheim gebruik ma
ken. Hij mag niet als stille verklikker op
treden. Voorzichtigheid is noodig bij me-
dedeeling van bevindingen bij een echtge
noot aan de andere. Ten opzichte van het
inwonend personeel behoort het beroeps
geheim in acht genomen te worden. Even
wel gevoelt de commissie, dat hier iets
hapert. Als een dienstbode de andere leden
van het gezin kan aansteken met een of
andere ziekte, dan mag die toestand toch
niet bestendigd blijven. De commissie
raadt dan om bij den patiënit zelf er op
aan te dringen, zich verder in een zieken
huis te laten behandelen, desnoods met
dreigementen, terwijl aan den patroon
eenvoudig, zonder toelichting, gezegd
wordt dat ziekenbuisbehandeling noodig is.
De commissie zegt letterlijk: „Gaat de
patroon er niet op in, dan zijn eventueele
nadeelige gevolgen voor zijn verantwoor
ding. De patroon behoort zijn huisdokter
op gezag te gelooven en zijn raad op te
volgen. De verstandigen doen dit."
Het valt niet te ontkennen dat deze re
deneering iets gewrongens bevat. Vooreerst
is niet ieder verstandig Dan is lang niet
altijd de (fonds-)dokter van het personeel
de huisarts van den patroon. In de derde
plaats is gelooven op gezag niet bepaald
meer van onzen tijd. Ook komt het niet
altijd uit dat de patroon de kosten van
het ziekenhuis moet betalen. Ik denk dat
hier al weer theorie en praktijk met elkaar
herhaaldelijk in botsing zullen komen.
Dat men tegenover particulieren behoort
te zwijgen, spreekt van zelf. Een gemoti
veerde uitzondering op dezen regel is nau
welijks denkbaar.
Tegenover politie en justitie heeft de
arts dezelfde verplichtingen voor zoover
het zaken betreft, welke hij als gewoon
burger weet. Voor zijn wetenschap, in het
beroep opgedaan, kan hij het door de wet
hem toegekende verschooningsrecht doen
gelden. Hij zij ook hieT alweer niet verklik
ker of rechercheur. In bijna elk geval kan
trouwens de rechter of politie door eigen
artsen laten onderzoeken wat zij wenschen
te weten. Als regel geve de arts niet thuis
en in de zeldzame gevallen, waarbij hij
van dezen regel afwijkt zullen al zeer bij
zondere redenen moeten bestaan.
Minder eenstemmig wordt gedacht over
de houding van den arts ten opzichte van
den Staat en Staatsorganen. Daarover in
een volgend artikel.
H. A. S.
IJMUIDEN, 6 Juli 1927.
VISCHPRIJZEN.
57 Tarbot per kilo f 1150.60; 10 Griet
per kist van 50 kilo f38f 16; 6857 Tongen
per kilo f 2.80—f 1.10; 7 Groote Schol p. kist
van 50 kilo f 17—f 1310 Middelschol f 15—
10; 5 Zetschnl f38f30; 611 Kleine Schol
f 21—M 1.10, 10 Bot f 11.50—f6; 67 Schar
f 10—f 1.50; 2 Tongschar f 38—f 31; 7 Rog
gen per 20 stuks f 17—f 11; 2 Groote roode
Poon per kist van 50 kilo f 101 Middel
roode Poon f 33; 9 Kleine roode Poon f 35
f 22; 288 Pieterman en Poontjes f 16.50f 2;
1 Groote Schelvisch f21; 10 Middel Schelv.
f 17f 13; 86 Kleinmiddel Schelv. f 10f 8
399 Kleine Schelv. f 6.60f 2.10; 36 Kabel
jauw per kist van 125 kilo f33f 19; 132
Gullen per kist van 50 kilo f9—f 1.90; 82
Lengen per'stuk f0.80f050; 15 Heilbot
per kilo f 1.50f 1.2078 Wijting per kist
van 50 kilo f120f 1.70; 70 Koolvisch per
stuk f 0.12f 0.25; 9 Makreel per kist van
50 kilo f 23—f 13.
Aangekomen 18 stoomtrawlers en de log
gers KW 56 met f 856, KW 62 met f 279.
PRAAIRAPPORT HR. MS. „TRITON".
1 Juli tusschen 59° 27' tot 59° 28' Nbr. en
6° 12' tot 0° li' Wl. KW 99 met 30 kantjes.
(Nadruk verboden).
XUV.
SCHADE DOOR
EEN OMWAAIENDEN BOOM.
De zomerstormen, waaraan we zoo lang
zamerhand gewend beginnen te geraken,
veroorzaken niet alleen ellende on narig
heid, ook juridische problemen komen in
hun gevolg.
Een schipper lag in de gebruikelijke
plaats gemeerd aan de kade, een zware
boom. die» daar stond, woei om en bescha
digde zijn schip. Heeft hij nu eenig verhaal
tegen den eigenaar van den boom?
Het antwoord moet gezocht worden in de
voorschriften omtrent onrechtmatige daad.
Zooals men weet, eischt de kernbepaling,
artikel 1401, dat in deze rubriek reeds eem-
ge malen ter sprake kwam. dat er schuld
is bij dengeeto, door wiens onrechtmatig
handelen of nalaten schade veroorzaakt is,
zal hij tot vergoeding verplicht zijn. Daar
naast bevat de wet nog eenige artikelen,
die de aansprakelijkheid uitbreiden tot ge
vallen, waarin in het geheel geen schuld
ja. zelfs geen eigenlijke onrechtmatigheid
be'hoeft te bestaan en die in het oude recht
daarom wel als quasi-delicten werden aan
geduid. Ik heb het oog op de artikelen 1404
en 1405, die de eigenaars van dieren en
gebouwen verantwoordelijk stellen voor de
schade door deze aangericht, ook zonder dat
die personen zich iets te verwijten hebben.
Wat de aansprakelijkheid voor z.g. „dier-
schade" betreft, is de Hooge Raad van eeti
andere meening en eischt ook daar schuld.
Gezaghebbende apteurs keuren dat echter
af. Deze aansprakelijkheid zonder schuld
berust op de volgende overwegingen. De
geleden schade moet door iemand gedragen
worden, maar door wieta? Bij een moeilijke
keuze tusschen de twee in aanmerking ko
mende personen, gaat men elks verhouding
tot de schade-oorzaak na. Heeft de voorbij
ganger, die door den hond gebeten werd of
door een vallende dakpan gekwetst, geheel
normaal gehandeld, het dier bijv. niet ge
tergd, of niet langs het huis ge'loopen, on
danks de waarschuwing, dat dit gevaariijk
was, dan is het toch al heel erg onbillijk
hem de schade te laten dragen. Kijkt men
dan naar den eigenaar, dan blijkt uit de
gevolgen, dat hij een dier gehouden heeft,
dat bijt naar onschuldige voorbijgangers; of
dat hij een huis bezit, dat door een gebrek
in de bouwing of in de inrichting gevaar op
levert*. Dat er zulk een gebrek moet zijn, is
een uitdrukkelijke eisch der wet; niet, dat
dei eigenaar daaraan schuldig of er zelfs
maar bekend mee was. Hij heeft dus, zij het
onbewust en tegen zijn wil een gevaarlijk
voorwerp; het is, aldus opgevat, billijk, dat
hij wordt belast met het risico van zijn be
zit. Men noetmt dit het beginsel der gevaar
zetting: wie voor zijn medemenschen, bij
normaal optreden hunnerzijds, de kans
opent, dat zij door zijn bezitting schade lij
den, moet deze vergoeden.
Keeren we nu tot onzen schipper terug,
dan stuiten we, wanneer we het artikel
zouden willen toepassen, aanstonds op het
woord gebouw. En al vat de jurisprudentie
het woord ruim op, zoodat daaronder b.v.
ook een schutting valt, een boom is nu een
maal geen gebouw. Ook elders in de wet,
als er gesproken wordt over wat men op
eens anders erf kan hebben, worden ge
bouwen en beplantingen naast elkaar ge
noemd. Men kan nu redeneeren: de wet
zegt „gebouw" en sluit daarmede alle mo
gelijke andere zaken uit; maar rechtvaardi
ger lijkt het, te zeggen: de wet toont het
beginsel der gevaarzetting te huldigen en
geeft daar een voorbeeld van. Men past dan
de wet bij analogie toe op het onderwerpe-
lijk geval. Is er verder reden om er den
nadruk op te leggen, dat een boom niet door
menschenhanden gemaakt is? Ik geloof het
niet; hij is daar toch geplant en dat er ver
volgens natuurkrachten gewerkt hebben, die
hem tot zijn tegenwoordigen omvang brach
ten, is waar, maar ook bij het bouwen van
een huis, om van het opgroeien tot een ge
vaarlijk dier maar niet eens te spreken,
doet de natuur haar invloed gelden.
Wel zou ik vast willen houden aan den
eisch, dat er ook hier eenig gebrek in de
bouwing of inrichting moet zijn. Was de
boom volkomen gaaf en was het louter de
geweldige kracht van den wind, die hem
omwierp, dan is er dunkt mij een natuur
verschijnsel, voor de gevolgen waarvan hij,
die het ondergaat, geen ander aansprakelijk
kan stellen. Zou het echter blijken, dat het
hout van binnen rot was, dan zal m.i. de
eigenaar voor de schade aangesproken kun
nen worden. Dat dit van buiten niet te zien
was en dat er dus geen aanleiding tot in
grijpen was, behoort hier evenmin als bij
het gebouw verschil te maken. De kans, dat
een boom rot wordt en omwaait bestaat en
het is de eigenaar, die daarvan het nadeel
moet ondervinden, hij mag niet zeggen, de
ander had maar uit den weg moeten blij
ven, dat gaat niet op*, met die redeneering
zou men elke stad onbewoonbaar maken.
Vraagt men naar een reden van het ver
schil, gemaakt tusschen een gaven en een
inwendig rotten boom, dan moet het ant
woord m.i. luiden, dat in het eerste geval
de boom een instrument voor de natuur
krachten is, voor welker werking geen
mensch aansprakelijk is; in het andere ge
val ligt de oorzaak van de ontstane schade
in het ondeugdelijk zijn van een voorwerp
in het bezit van een mensch; zijn eigenaar
en niet een vreemde moet dan de schade
dragen.
NIEUWE UITGAVEN.
Ofschoon de zomermaanden nu juist niet
den meest geschikten tgd voor lezen vormen,
ziet het Juli-nummer van het jeugd-tijdschrift
„Zonneschijn", uitgave W. de Haan, Utrecht,
er weer zoo aantrekkelijk uit met z'n mooi
gekleurde platen, grappige teekeningen en
boeiende verhalen, dat de jeugd stellig niet
zfLÏ nalaten dit deel aan één stuk door uit
te lezen. En is dit niet het beste bewijs,
dal dit aardige tijdschrift in den smaak
valt?
DE ALGEMEENE REKENKAMER.
In den loop der vorige maand werd inge
diend een gewijzigd ontwerp-Comptabili-
teitswet. Dit gewijzigd ontwerp was de
vrucht van overleg tusschen den Minister
van Financiën en een Bijzondere Commis-
siei uit de Kamer, benoemd krachtens een
besluit der Centrale Afdeeling. Het geheele
ontwerp hier te behandelen is niet wel doen
lijk. We kiezen daaruit allen Hoofdstuk IV.
hetgeen betrekking heeft op de Algemeene
Rekenkamer, een staatscollege, waarvan
zeer velen wel vaak gehoord hebben, wan-
ne'er de jaarlijksche jeremiades van de Re
kenkamer gepubliceerd worden, maar waar
van ze toch te weinig weten. Nu een ge
wijzigd ontwerp verschenen is, dat de sa
menstelling (I), de verplichtingen en be
voegdheden (II). de controle op de ontvang
sten (III) en de controle op de uitgaven door
de Rekenkamer (IV) regelt, wordt ons de
gelegenheid geboden over deze) Kamer iels
te schrijven.
Art. 180 der Grondwet zegt van de Alge
meene Rekenkamer, dat zij er is en dat
haar samenstelling en taak door de wet
wordt geregeld; dat bij hel openvallen eëner
plaats de Tweede Kamer een voordracht
maakt van drie personen, waaruit de Kroon
dan 't nieuwe lid benoemt dat de leden voor
hun leven worden aangewezen. De oorsprón
kelijke wet op de Rekenkamer verscheen in
1841. maar werd sindsdien herhaaldelijk
gewijzigd en aangevuld. Het laatst in 1924.
Het aantal leden, dat oorspronkelijk zeven
bedroeg, vergissen we ons niet al te zeer,
met het oog op het toenmalige aantal depar
tementen van Algemeen Bestuur, is vijf ge
worden, «tan wie) een secretaris wordt toe
gevoegd, welke evenals de ambtenaren bo
ven den rang van adjunct-commies uit een
voordracht door de Kroon worden benoemd.
Men kan ongeveer veertig jaar lid van de
Rekenkamer wezen, aangezien de benoem
baarheid begint op dertigjarigen leeftijd en
op zeventigjarigen leeftijd eindigt. Het lid
maatschap dezer Kamer sluit uit iedere be
zoldigde openbare betrekking of lidmaat
schap van Kamers, Prov. Staten of Gemeen
teraden.
Wanneer een vacature ontstaat, maakt
de Rekenkamer een aanbevelingslijst op
van zes candidaten, waarop de Kamer bij
haar voordracht van drie personen zoodanig
acht heeft te slaan als haar dienstig voor
komt, m. a. w. de Kamer kan buiten de
aanbeveling om iemand voordragen. Het
salaris bedraagt f 6o00 voor de gewone
leden en f 7500 voor den voorzitter, c.q.
plus kindertoelage als gebruikelijk 'voor
staatsambtenaren. Zoowel de leden, dus
wordt als regel, waarop echter een uitzon
dering mogelijk is, voorgeschreven, als de
secretaris moeten in den Haag wonen.
Deelnemen in leveranties aan het rijk enz.
is verboden, evenmin mogen ze vorderingen
ten laste van het Rijk hebben en geen be
wijzen of inschrijvingen van Nationale
Schuld koopen of deel in den koop van der
gelijke vorderingen hebben, m. a w. ze moe
ten totaal gedesinteresseerd wezen bij de
financiën van den Staat.
De verplichtingen en bevoegdheden wor
den in 17 artikelen geregeld. Behalve dat
ze dient van bericht, consideratie en advies
op alle stukken, die haar tot dien einde
door de Kroon worden toegezonden, brengt
ze vóór 1 April van ieder jaar verslag uit
van haar werkzaamheden over het afge-
loopen jaar, dat voor de opening der Staten-
Generaal aan de Kamerleden wordt toege
zonden. Verder is de Rekenkamer verplicht
om aan de ministers alle voorstellen en
mededeelingen te doen, welke naar haar
oordeel kunnen leiden tot vermeerdering
van de Rijksontvangsten en tot verminde
ring van de uitgaven en tot verbetering of
vereenvoudiging van het beheer. Verder
moet ze ook die opmerkingen en beden
kingen aan de ministers meedeelen, die zij
in het belang van de schatkist noodig oor
deelt. Daarvan kan ze ook aan den Minis
ter van Financiën en de Kamers mededee-
ling doen en met hen overleg in dezen
plegen.
De Rekenkamer moet aan de ministère
en deze op hun beurt aan de Rekenkamer
alle inlichtingen verstrekken, welke uit
haar werkzaamheden voortvloeien. Wan
neer zij bevindt, dat gelden worden uit
gegeven, welke niet door de begrootings-
Wet ten zijn toegestaan en zij de daarom
trent gegeven inlichtingen van den minister
onvoldoende acht, dan geeft ze daarvan
berichten aan de Kroon. Zij maakt daarvan
melding in bovenbedoeld verslag en kan de
Kamer er ook van in kennis stellen. Ver
der gaat zij na of de Rijkseigendommen
zooveel mogelijk productief zijn en of de
daarop betrekking hebbende voorschriften
behoorlijk worden nageleefd. De comptabe
len moeten op voorgeschreven termijnen
aan de Rekenkamer rekening en verant
woording doen van hun beheer. Behalve
het nagaan dezer rekeningen en verant
woordingen bezit de Rekenkamer het
1 recht om in alle bureelen van openbaren
dienst en bij alle comptabelen inlichtingen
in te winnen, de kassen op te nemen, de
boeken, bescheiden enz. te controleeren,
waartoe de betrokken personen alle mede
werking moeten verleenen. Wanneer de
Rékenkamer bevindt, dat in strijd met de
voorschriften betalingen zijn gedaan of
verzwegen, dan kan ze tot beboeting van
den betrokkene overgaan, hetgeen, tot een
maximum van f 300, ook kan geschieden
met hen, dde hun rekening en verantwoor
ding niet inzenden, niet antwoorden op be
denkingen tegen hun beheer of die weige
ren inlichtingen te verstrekken. Het be
sluit der Rekenkamer in dezen wordt als
een gerechterlijk vonnis beschouwd. Her
ziening van zulk vonnis is mogelijk door
een voltallige zitting der Kamer. De be
scheiden, bij de Rekenkamer ingekomen,
moeten bewaard worden-, totdat een maat
regel van algemeen bestuur de vernietiging
gelast of teruggave aan de betrokkene toe
staat of bewaring door de een of andere
aangewezen diensttak wordt bevolen.
De Rekenkamer wordt in staat gesteld
controle int te oefenen op de ontvangsten
van den staat. Zijzelf kan de methode van
controle vaststellen. Alle uitgaven ten laste
der begrooting rijn aan de verevening van
de Rekenkamer onderworpen. Geldt het
geheime uitgaven, dan behoeven deze niet
door bewijsstukken te worden gedekt. De
uitgaaf wordt onderzocht naar den volgenden
regel; of de uitgaaf valt binnen de om
schrijving van het begrootingsartikel of zij
behoort tot het dienstjaar ten laste waar
van zq wordt gebracht, of zij niet was
verjaard, of de overige bewijsstukken naar
waarheid zijn opgemaakt en voldoende zijn
om 't recht van den schuldeischer te staven
en of geen wet, Kon. Besl., enz. de ver
evening in den weg staat. Blijkt dit wel
het geval te wezen, Öan vraagt ze eerst
den minister de noodige inlichtingen. Na
ontvangst dier inlichtingen neemt de Kamer
haar eindbeslissing. Luidt deze beslissing
ontkennend, dan wordt, tenzij het bedrag
door de zorg van den Minister weder in
de schatkist gestort werd of een regeling
daaromtrent wera getroffen naar genoegen
der Rekenkamer, bij de Staten-Generaal een
voorstol van wet ingediend, dat een bepaling
inhoudt, dat de uitgaaf alsnog door de
Rekenkamer onder de Rijksuitgaven zal
worden opgenomen met aanwijzing van het
dienstjaar en het hoofdstuk der begrooting,
ten laste waarvan de uitgaaf moet worden
gesteld.
We gelooven met dit uittreksel uit het
onderhavige wetsontwerp de lezers voldoende
op de hoogte te hebben gesteld van de
w\jze, waarop dit wetsontwerp wil, dat de
Algemeene Rekenkamer zal zjjn samengesteld
en haar taak zal vervullen.
R. A., te D. U kunt in elke flinke
drogistzaak verf voor stroohoeden krijgen
in allerlei kleur. Ze wordt met een pen
seel op den hoed, die goed stofvrij moet
zijn, aangebracht, en geeft, vooral na eeni
ge malen opstrijken met den draad van
het stroo goede resultaten. Aangezien er
verschillende merken verf in den handel
zijn, zal de drogist u verder kunnen in
lichten.
Een vuil geworden witte stroohoed kunt
u schoonmaken met z.g. strobin, eveneens
in een drogistwinkel te verkrijgen.
Mej. Van der B., te L. Tegen uitval
len van het haar worden allerlei, soms
dure watertjes of zalfjes aanbevolen.. Een
eenvoudig ouderwetsch midden is een
mengsel van Fransehe brandewijn en gly
cerine, half om half en innig vermengd.
Daarmede de- huid lederen avond goed
inwrijven. In sommige gevallen is het beste
den dokter te raadplegen. Maar het door
ons aangegeven middel is onschadelijk.
P. E., te L. Inktvlekben worden het
best verwijderd met een min of meer
sterke oplossing van zuringzout en wat-er,
doch voor uw bruin gekleurd vloerkleed ia
dit niet aan te bevelen, daar u de kans
beloopt, dat dit. middel -niet alleen de inkt,
maar ook de kleur wegbijt en dan zijt gij
nog verder van huis. Probeert eens met de
vlek te bevochtigen met citroen, waarin
keukenzout is opgelost. Na eenigen tijd
inwerking uitwrijven.
J. van E., te L. Met den bouw van
174 woningen door dé Vereeniging tot Be
vordering van den Bouw van Werkmans
woningen is reeds een begin gemaakt. De
secretaris dezer vereeniging is de heer mr,
E. A. Cosman Witte-Singel 19, kantoor
Breestraat 19.
J. V., te L. Het door ons opgegeven
middel voor het zacht en blank houden van
het aangezicht een. mengsel van gestoo
ten zoet© en bittere amandelen, rozenwa
ter en benzoë is bedoeld om het gelaat
er vooral 'savonds mee in te wrijven. Eeni
ge (druppels in het wasc-hwater is ook goed.
Maar het meest effect zal sorteeren het
inwrijven bij avond. Het middel werkt dan
ook des nachts op de huid in».
W. J. T. de M., te L. De vetvlek van
uw vilten hoed eerst bewerken met een
wollen lap in benzine gedrenkt. Daarna de
hoed bestrooien met speksteenpoeder en
met een zachte borstel uitborstelen.
H. L., te L. Om mieren te verdelgen
giet u kokend water in de reten aan de
keukenvloer, waar u de diertjes ziet uitko
men. Voorts legt ge in de kasten en laden
alsmede op den vloer hier en daar schijfjes
beschimmelde citroen. De mieren kunnen
niet tegen de lucht er van en kiezen het
„mieren" pad.
A. O., te L. Leiden Zoeterwoude, Stomp-
wijk, Zuetermeer, Zegwaart, den Hoorn, Kruis
weg, Bleiswijk, Bergschen hoek, Hillegers-
berg, Rotterdam, veerboot naar Charlois,
Goidschalxoord, per veer over de Oude
Maas, Klaaswaal, Middelsluis, Numansdorp
(Buitensluis), veer naar Willemstad, Dint-el-
oord, Steenbergen, Oude-Molen, Halsteren,
Bergen op Zoom. Totaal 85.1 K.M.
J. W. S., te L. Leiden, Leiderdorp,
Hoogmade, Ofwegen, Woubrugge, zijweg
naar Ter Aar, Nieuwveen, VrouwenakL.r,
Uithoorn, Vinkeveen, Baambrugge, Loencr-
sloot, Vreeland, Kortenhoef, 's-Graveland,
Hilversum. Totaal 60.6 K.M.
Hilversum, Hooge Vuursche, Soestögk,
Soest, Amersfoort. Totaal 18.7 K.M.
Amersfoort, Nieuw-Leusden, Woudenberg,
Scherpenzeel, Renswoude, De Klomp, Ede,
Ginkel, Arnhem. Totaal 46.6 K.M.
Arnhem, Oosterbeek, Heelsum, Renkum,
Wageningen, de Grebbe, Rhenen, Eist,
Amerongen, Leersum, Doorn, Driebergen,
Rjjsenburg, Zeist, De Bildt, Utrecht.
Totaal 63 K.M.
Utrecht, De Meern, Harmeien. Woerden,
De Roskam, Nieuwerbrug, Bodegraven,
Zwammerdam, Alphen, Brug Koudekerk,
Groenendijk, Brug Leiderdorp, Leiden.
Totaal 52.8 K.M.
Kb