PRUS THANS TWtt DUBBELE STUKKEN PtP DOOS VAN DE INBREKER No. 20636 LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 24 Juni Tweede Blad Anno 1927 (ICTPER ENKELTABLET] i BINNENLAND. FEUILLETON. RECLAME. 4814 SUNLIGHT ZEEP j DB VREEMDELINGENWET. Set standpunt san den Minister van Justitie De Minister van Justitie heeft <L<L 21 Juni 1927 de volgende missive betreffende aJ of niet handhaving van de wet van 17 Juni 1918 (Staatsblad No. 410) aan de jEerste Kamer gericht: Ingevolge de door den Minister bij de behandeling van de begrooting van zijn Departement voor het loopende dienstjaar in de Memorie van Antwoord op blz. 8 18, gedane toezegging omtrent de toezending aan de Kamer van een beredeneerd rap port omerent de wenschelijkheid der al of niet handhaving van de Vreemdelingen wet van 1918 (wet van 17 Juni 1918, Staats blad No. 410), en het daarop steunende iVreemdeKngenreglement, heeft de Minis ter het volgende medegedeeld. Uit een ingesteld onderzoek is gebleken, dat de vijf procureurs-generaal bij de ge rechtshoven, fungeerende directeuren van politie, op handhaving der genoemde wet en het daaropsteunende Vreemdelingen- reglement prijs stellen of in elk geval aan afschaffing de voorwaarde van een gelijk tijdige herziening van de Vreemdelingen wet van 1849 verbinden. In overeenstem ming met het gevoelen van deze autoritei ten i« ook de Minister tot de conclusie ge komen, dat intrekking nog niet in over eenstemming met het algemeen belang is. AI mogen de buitengewone omstandigheden die tot de totstandkoming der bedoelde wet hebben geleid, thans niet meer be staan in dezelfde mate als tevoren of in denzelfden vorm van weleer, het kan naar het oordeel van den Minister toch niet wor den ontkend, dat zij althans niet geacht kunnen worden in dien zin opgehouden te hebben te bestaan, dat de toestanden van ,vóér Augustus 1914 zouden zijn herleefd of nieuwe toestanden zouden zijn ingetreden, die uit een oogpunt van veiligheid of open bare orde daarmede op één lijn te stellen Handhaving van de wet en van het daar op steunende reglement, waarvan de goedgezinde vreemdeling geen of niet noe menswaard laat ondervindt, is daarom ge wenscht. Door verschillende hoofden van plaatse lijke politie wordt op goede gronden m het bijzonder prijs gesteld op het behoud van de artikelen 3, 4, 5 en 6 van het regle ment (aanmeldingsplicht, verplichting tot geven van inlichtingen), en art. 27 van het reglement (register hotelhouders, enz. om trent vreemdelingen); deze bepalingen gaan verder dan overeenkomstige voor schriften in onze gewone wetgeving. Nu zou men wel ia waar kunnen over wegen bepalingen als de ovengenoemde, in onze wetgeving een blijvende plaats te geven, doch, al is de Minister van oordeel, dat met de afschaffing van de wet van 1918 in elk geval wel aanvulling van onze ove rige wetgeving op de vreemdelingen ge paard zal moeten gaan, zoo schijnt het hem toch beter daarvoor een tijdstip af te wachten, waarop, meer dan thans nog het geval kan zijn, is gewaarborgd, dat die herziening het karakter van gelegenheids wetgeving niet zal behoeven te dragen. HET KAMERLID J. VAN DEN TEMPEL GEPROMOVEERD. Gisteren is aan de Rotterdamsche Han- delshoogeschool het Tweede Kamerlid der 6.D.A.P., J. van den Tempel, met lof ge promoveerd op een proefschrift, getiteld: „Macht en Economische wet", een onder zoek naar de beteekenis van economische macht voor de inkomensvorming, in het bijzonder ten aanzien van het arbeidsloon. Er was groote belangstelling uit vele kringen voor deze promotie. Wij zagen er mr. J. Duijs, dr. Th. van der Waarden, mr. dr. G. van den Bergh, oud-minister prof. Van Gijn, mr. S. J. L. van Aalten, Jan ter Laan, de wethouders A. B. de Zeeuw en A. W. Heykoop, B. J. van Stapele en vele anderen. Als promotor fungeerde prof. mr. F. de Vries. Deze wees op het bijzondere van deze promotie, bijzonder in tweeërlei opzicht: ten eerste om den persoon van den candidaat, ten tweede om het proefschrift. Deze pro motie, aldus spr., is de kroon op een werk, dat u vele jaren heeft bezig gehouden. De drang naar wet-enschappelgken arboid heeft u daartoe gedreven, al' waren de om standigheden n niet gunstig. Spr. herinnerde er dan aan, hoe de heer Jan van den Tempel in zijn jonge jaren in het schilders vak zijn eigen brood moest verdienen, om daarna in de vakbeweging een eervolle plaats in te nemen. Daar genoot hij het volle vertrouwen en wordt zijn werkkracht bijzonder gewaardeerd. Vaak is in de staats commissie een beroep op hem gedaan. Al deze arbeid ware al voldoende om een nienschenleven te vullen. Doch Jan van den Tempel heeft dat niet bevredigd. Hjj dorstte naar wetenschap. Eerst behaalde hij de middelbaar acte staathuishoudkunde, toen de middelbaar acte staatsinrichtingen. Door een verstandige wetsbepaling werd de weg naar hooger onderwijs voor hem geopend. „Voor de wijze, waarop gij hier uw studie hebt voltooid, hebben wij, zeide spr., bij zondere waardeering. Gij hebt u toegelegd op een diepgaande studie op het gebied der economie. Van uw groote kennis en inzicht is bij het examen gebleken." Dan bracht spr. ten slotte nog hulde aan het proefschrift, dat hij een der belangrijkste publicaties noemde op dat gebied verschenen, ALG. NEDERL. VEREENIGING VOOR VREEMDELINGENVERKEER. Het congres te Deventer. In de bovenzaal der sociëteit „De Veree- niging" te Deventer werd gisteren het con gres van de Alg. Ned. Vereeniging voor Vreemdelingenverkeer gehouden, onder voorzitterschap van prof. mr. M. W. F. Treub. De voorzitter opende met een kort woord van welkom, er zijn groot genoegen over uitsprekende, dat een zoo groot aantal af gevaardigden aanwezig was. Het geldelijk beheer over 1926 werd goed gekeurd. De rekening en verantwoording over het afgeloopen jaar was beter dan ce voorgaande, wat de inkomsten betreft. Er Is een vermeerdering der ontvangsten met ruim f4000. Het eindcijfer van ruim 66 mille is echter nog steeds verre beneden de bedragen der voorafgaande jaren. De re kening vermeldt aan ontvangsten f 75.313,43 en aan uitgaven f73.441,561/». De inkom sten bedroegen in 1922 f 89.827,84, in 1923 f82.006,52, in 1924 f77.659,74, in 1925 62.262,39. In het hoofdbestuur werd als lid herko zen de heer Th. de Meester te Bussum, ter wijl gekozen werden de heeren Jic. Th. Slom te Amsterdam en J. P. Bosman te Alkmaar. Het Jaarverslag. Het jaarverslag over 1926 wijst er op. dat het gelukt is, voor de behuizing der Ver eeniging de hand te leggen op een voor naam heerenhui9 aan het Lange Voorhout in Den Haag, zoodat de stand niets te wen- schen overlaat. Met voldoening wordt eT aan herinnerd, dat het Regeeringssubsidie, dat uit zuinig heidsoverwegingen sedert drie jaren op f 15.500 was gesteld, in 1927 zal verhoogd worden tot f 25.000 De Vereeniging is daarvoor dankbaar, doch niet voldaan en zal blijven aandringen op grooteren Regee- ringssteun, om het haar eenigszin9 moge lijk te maken, te wedijveren met andere Europeesche landen, die voor dit d:el over zoo belangrijk hoogere bedragen te beschik ken hebben dan zij. De commissie voor de Noordzee-badplaat sen gaf uit voor de gevoerde propaganda f 2400; zij zou een groot tekort hebben ge had. als d" A.N.V.V deze propaganda voor de Noordzee-badplaatsen niet beschouwd had als een propaganda voor het geheele land en zich daarvoor geen financieele op offering had getroost. Het blijft te betreu ren. dat de Nederlandsche badplaatsen geen grootere fondsen ter beschikking stellen om daaruit de propaganda te kunnen bekosti gen, zooals zulks door buitenlandsche bad plaatsen geschiedt Met de beperkte midde len, daarbij inbegrepen de steun der A. N. V. V., blijft het een onmogelijkheid om b.v. advertenties te plaatsen in de groote bladen van Europa. Als resultaat van de besprekingen der commissie, ingesteld op de jongste alg— meene vergadering, om te onderzoeken, of het mogelijk en gewenscht zou zijn, een kurtaxe te heffen op de badplaatsen, kan worden medegedeeld, dat deze commissie unaniem tot de conclusie kwam, dat zulks niet gewenscht was. Intusschen werd mede gedeeld, dat de hotels en pensions te Zand- voort 7.75 cent per bad zullen storten in de kas van de Vereeniging voor Vreemde lingenverkeer aldaar. Men heeft de ont vangsten uit dien hoofde geschat op f 1200, welk bedrag door de gemeente Zandvoort zal worden verdubbeld. Deze regeling wordt door het bestuur ter navolging aanbevolen. Herhaaldelijk komt in de buitenlandsche pers tot uiting de weinige medewerking der gemeentelijke autoriteiten in Nederland ora het badbedrijf tot bloei te brengen. Ook kan het bestuur zich niet scharen aan de zijde van hen, die meenen. dat onze badplaatsen slechts in trek zijn bij de Duitschers en de Duitsch sprekende naties. Veel meer schrijft het bestuur het afwezig zijn van andere nationaliteiten toe aan de weinige propa ganda, welke voor onze toch zoo mooie kust wordt gemaakt. De samenwerking op dit gebied laat nog altijd te wenschen over, ge-, volg van den weinig krachtigen financiee- len toestand der vereenigingen. op wier weg het zou liggen, deze propaganda energiek te voeren. Een gelukkig© omstandigheid Is het, dat het particulier initiatief in enkele gevallen minder lijdelijk is gebleken. Het inrichten van golflinks te Oostvoorn© en Zandvoort beteekent een stap in de goede richting, ouk voor het trekken van andere nationaliteiten dan Duitschers. De uitbreiding van de 9 holes links te Noordwijk met 9 nieuwe hole» zal niet nalaten, het bezoek aan deze aan trekkelijk© badplaats belangrijk te vermeer deren en Scheveningen zal zeker den in vloed ondervinden van de prachtig© moderne tennisbanen, door de M. E.T. S. aldaar aan gelegd. Men vergete niet, dat de vermeer dering van gelegenheid tot beoefening van sport vooral in deze tijden zeer zal bijdra gen tot vergoeding van het gemis aan ont spanning van eenige beteekenis, een klacht over onz© badplaatsen, die in het algemeen zoowel in Nederland als daar buiten veel vuldig wordt vernomen. Als gevolg van het ongunstige weer in den afgeloopen zomer bleef het bezoek aan de badplaatsen beneden verwachting, be houdens een enkele uitzondering. Als altijd vormden de Duitschers het grootste con tingent. De commissie voor de kurtaxe is ten volle overtuigd van de noodzakelijkheid, die voor vele seizoenplaatsen bestaat om haar gasten het verblijf meer dan tot nu toe te veraangenamen, tot het bereiken waarvan echter iD de meeste gevallen de geldmidde len ontbreken, wordende toch in de meeste seizoenplaatsen deze geldmiddelen bijeen gebracht door vrijwillige en vaak naar ver houding van het belang der schenkers bij het vreemdelingenverkeer, onevenredig© giften. Teneinde hierin verbetering te bren gen, meent de commissie aan het bestuur van de A. N. V. V. het volgende te moeten voorleggen: Het hoofdbestuur der A. N. V. V. stelde zich in verbinding met de Horecaf, teneinde te geraken tot overeentemming in dien zin, dat all© hotel-, pension- en andere houders van gelegenheden, geschikt tot het verschaf fen van nachtlogies, zich zullen verbinden om aan de kas der plaatselijke V. v. V. jaar lijks af te staan een bedrag, zooveel malen een vaste som, als zij bedden in hun bedrijf disponibel hebben. Daarnaast blijft bestaan het instituut der donateurs, welke worden gevonden ohder: 1. andere belanghebben den (verhuurders van villa's, winkeliers, caféhouders, restaurateurs enz.) en 2. niet- belanghebbenden (inwoners en gasten). Uit de aldus verkregen gelden zou dan tevens een door iedere V. v. V. vast t© stellen be drag kunnen worden overgestort in de kas der A. N. V. V., terwijl aan gemeentebestu ren in overleg zou kunnen worden gegeven, hun 6ubsidie in overeenstemming te bren gen met de jaarlijks door de plaatselijke vereeniging te ontvangen gelden. Het orgaan der A. N. V. V., „Toerisme", zal wegens de 9lechte exploitatie-uitkomsten na 1 Juli a.s. niet meer verschijnen. Het bezoek van Amerikanen aan ons land wa9 dezen zomer grooter dan ooit tevoren. Ter illustratie diene, dat de Nederlandsche Spoorwegen voor de maanden Juli en Augustus aan een totaal van 10.000 Ameri kanen gezelschapsbiljetten uitgaven, onge rekend de talloozen, die zich van plaatsbe wijzen aan de loketten hebben voorzien. Het jaarverslag werd vastgesteld. Door den directeur van het bureau der A. N. V. V., den heer W. P. F. van Deventer, werden uitvoerige mededeelingen gedaan betreffende den propagandististhen arbeid der vereeniging. Hieruit bleek, dat op dit gebied in het buitenland veel meer wordt gedaan dan in ons land. Verbetering der geldmiddelen i9 echter noodig om de propa ganda ook hier t© lande te kunnen uitbrei den. Bij d© bespreking van eventueel te nemen maatregelen ter bevordering van het bezoek aan ons land gedurende de Olympische Spe len werd medegedeeld, dat de Ned. Spoor wegen overwegen, om aan de buitenland sche pers faciliteiten te verleenen bij haaj event, rondreisjes door ons land. Baron Krayenhof, lid van het boofdbe- stuur, wees er op, dat de buitenlandsche rei9bureaux huiverig zijn om vreemdelingen naar Nederland te brengen, omdat d© hotel* houders niet vooraf hun kamers beschikbaar willen stellen. Zij wenschen te wachten, tot de bezoekers er zijn en vragen dan vaak te hoog© prijzen. Spr .stelde voor, de hotelhou ders in Nederland in Augustus of September a.s. bij elkaar te roepen om in die bijeen komst een tarief vast te stellen voor het vreemdelingenbezoek tijdens de Olympische Spelen. Aan dit denkbeeld zal uitvoering worden gegeven. Hierna hield de heer Schlüssen, lid van het Huisvestingscomité van het Ned. Olym pisch Comité, een inleiding over de huis vesting der vreemdelingen tijdens de Olym piade. Bepaald werd, dat de volgende algemeen® vergadering te Leeuwarden zal worden ge houden. Daarna rondvraag en sluiting. Te Velp is plotseling overleden, 55 Jaar oud, dr. R. Piekema, geneeskundig inspec teur der volksgezondheid voor Gelderland, Noord-Brabant en Limburg. ï,'t Zal je toch overkomen", zei mevrouw Meelmeier, terwijl ze van het avondblad .opkeek. Meneer Meelmeier, die tegenover haar aan de tafel zat, las door. In zijn wel haast dertigjarige echtvereeniging was hij aan dergelijke exclamaties, waarmede zijn jega alles wat ze lae begeleidde, gewoon geraakt. Doch dezen keer eischte mevrouw zijn attentie op. „Henk", zei ze eenigszins zenuwachtig, i,nu moet je toch werkelijk eens even hoo- ren." „Nu, wat dan 11" vroeg hij geïnteres seerd. „Moet je hooren, daar hebben ze inge broken bij een oude juffrouw." „Dat gebeurt meer", antwoordde meneer kalm. „Ja maar, de inbrekers hebben den hond opgesloten in de W.C. ©n 't stomme dier heeft geen kik gegeven 1 Stel je toch voor, ©en hond, waarop j© vertrouwt I" Ze zweeg en keek haar man met groot© oogen aan. „Ja, dat ie erg." Meer wist ook hij niet te zeggen. Maar beiden dachten ze hetzelfde Het voorwerp, dat hun beider gedachten bezighield, was hun eigen hond, was hun goede, beste, brave Azor. Onbewust van alle aardsche zorgen lag hij te slapen op den divan, 't Was geen rashond en hij kon op geen stamboom wijzen, maar 't was 'n |io.uw dier, dat sedert jaren door het kin- derlooz© echtpaar Meelmeier vertroeteld was geworden en met het klimmen zijner jaren sporen van zwaarlijvigheid begon te toonen Nimmer was het gelukkig noodig geweest, dat het trouwe dier bewijzen van bijzondere waakzaamheid had moeten af leggen en meneer noch mevrouw hadden er ooit aan gedacht, dat deze noodzakelijk heid zich zou kunnen voordoen. Maar nu, na het kennis nemen van het bericht in 't avondblad, nu was de vraag, die hun bei den bezighield: hoe zou Azor zich in de ure des ge vaars gedragen Meneer stond resoluut op. „Wat ga je doen, Henk vroeg mevrouw half angstig, half bewonderend, want ze voelde bij intuïtie, dat haar man iet© held haftigs ging ondernemen. „We moeten onderzoeken, hoe het met Zor staat, of hij waaksch is. Want kijk eens hier, 't ie een best dier, maar per slot van rekening heb je toch een hond om waakzaam te zijn. Hij moet zijn examen als waakhond afleggen." Mevrouw was een en al bewondering. De gestalte van haar man scheen haar groo ter geworden. Daar stond hij weer, haar oude Henk, vol durf, vol levensmoed. Even dacht ze toen aan 't lot van haar dierbaren Zor, voor 't geval hij voor zijn examen mocht zakken. „Maar als hij nu eens... 1" vroeg ze kleintjes. „Dan, dan I" Er klonk een dreiging in Henk's stem, die mevrouw beangstigde. Maar de zachtere gevoelens kregen ook bij meneer weer de overhand. „Enfin, dat zien we dan wel", zei hij minder onheilspellend. „Maar luister nu. Ik ga de deur uit en jij brengt Zor in zijn mand in de keuken,.'4 „Ja?" Vol verwachting klopte mevrouwa hart. „En dan... dan loop ik wat om 't huis heen en over een kwartier of zoo schuif ite het keukenraam op en klim naar binnen Doe dus meteen de knippeD van het raam." En terstond stapte meneer Meelmeier naar de gang, trok zijn jas aan, zette zijn hoed op, ging naar buiten en trok de deur achter zich dicht. Daar stond hij nu in den herfstavond. Rondom was alles stil, alleen een zacht windje deed de bladeren ritselen en de maan wierp een bleek schijnsel op het huis en in den tuin. Hij wandelde wat rond, voldaan over ncA zelf. Dat was nu wat je noemt: handelend optreden. Niet lang zeuren over j© plan nen, maar do©n, doen! Daarom ook had hij niet het antwoord van zijn vrouw afge wacht, want och, vrouwen, nietwaar, over al zien ze bezwaren. Met dez© mannelijk© gedachten wandelde hij wat in zijn tuin en liep het huis eemg© keeren rond. Intuseschen had mevrouw, nadat ze van haar eerste verbazing was bekomen, Azor uit zijn dommel gewekt en naar de keuken geroepen. Het verstandige dier volgde eenigszins weifelend: nu al naar de mand ©n niet eens uitgelaten worden Maar ge wend om men schel ijk oordeel boven bet zijne te stellen berustte hij en zette ge dwee zijn hondendroom voort in zijn mand. Mevrouw deed de knippen van het raam, sloot de deur, maar bleef er achter staan luisteren. Ze wilde getuige zijn van Zor'e examen. Toen meneer Meelmeier het welletjes vond, sloop hij behoedzaam naaT het keu kenraam en schoof het op, althans hij pro beerde het. Maar 't viel niet mee, er zaten geen knoppen aan den buitenkant. Even wel, hij bleef volharden en smaakte na een vijf minuten morrelen het genoegen, dat het raam omhoog ging. Met ©en forschen ruk schoof hij het nu verder opwaarts en maakte aanstalten om naar binnen te klimmen, 't Ging moeilijker dan bij g» dacht had en hij transpireerde er bijsiuds zijn jongelingsjaren had hij dergelijke gymnastische oefeningen niet verricht. Doch de aanhouder wint en reeds voelde hij, dat het voorste gedeelte van zijn li- haam evenwicht ging maken met zijn bee- nen, toen bij plotseling door eenige ste vige knuisten werd aangegrepen, die hem meedoogenloos terugtrokken. „Help, help!" gilde hij en akelig klonk zijn stem door de keuken. Meneer Meelmeier was gearresteerd en werd door een tweetal agenten wegge voerd. Toen hij dit bemerkte, week de schrik, die hem het eerste oogenblik ver lamd had. Hij trachtte den mannen der wet duidelijk te maken, dat zij zich ver gisten, dat hij geen inbreker was, maar zijn stem miste nog die overtuigende kracht die haar anders eigen was. Hij moest mee naar 't bureau. Een mevrouw Eerst had ze genoten van het gemorrel aan het keukenraam Wat een sensatie I Doch toen plotseling de kreet van meneer door de keuken snerpte, een kreet, zoo afschuwelijk, dat zelfs Azor jankend opsprong, toen was ze als aan den grond genageld. Maar niet lang! Het drong tot haar door, dat er iets ergs met haar Henk moest gebeurd zijn en nu gaf ze blija, dat ook vrouwen, als het noodig ig. kunnen handelen. Ze opende de deur en zag nog juist, bij het bleeke schijnsel der maan, hoe twee individuen haar echtge noot wegvoerden. Wat moest ze doen Hem redden natuurlijk! Haar eerste ge dachte wa81 h*s fee raaaea kzsj te ontrukken aan de klauwen der boos wichten. Maar stelde ze dan ook niet haar eigen leven in de waagschaal En al had het samen 6terven zijn bekoring, samen verder te leveai leek haar toch verkieslij ker. Even dacht ze na. Ha, juist, naar de politie! Er moest gehandeld worden en zoo snel als haar jaren het toelieten, be gaf ze zich op weg naar 't bureau. Toen' ze buiten kwam, voelde ze den kouden avondwind. Teruggaan om haar mantel te halen? Neen! Haar man moest gered wor den. Wie weet, hoe hij er op dit oogenblik aan to© was. Wie weet, of hij nog... Ze durfde de vreeselijke gedachte niet te vol tooien. Meer dood dan levend kwam ze op hel bureau. „Mijn man!" hijgde ze en hield zich &aa de tafel vast. Een agent sprong gedienstig op en gaf haar een stoel en een glas water. ;,Hij is aangevallen, geschaakt, ontvoerd door twee kerels!" Meer kon ze niet uit brengen; de rest ging in snikken verloren. Een deur ging open. „Henk!" gilde ze en vloog haar echt vriend om den hals. „Sofie," zei hij zacht, „bedaar kind, be daar. 't Waren agenten, die me meen amen Ze dachten dat ik een inbreker was. Maar ik heb het zaakje al uitgelegd. Mevrouw snikte nog wat na en toen ging het echtpaar Meelmeier op weg naar huis. Meneer hing zijn jas over mevrouw. Ze rilde, maar hij als man trotseerde de kou. „En Zor 1" vroeg hij onderweg. „Hij hééft geblaft, hij is waakschju belde ze gelukkig. „Mooi, dan ia hij geslaagd 1" G. K, 18

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1927 | | pagina 5