vtspirin 1 No. 20623 LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 9 Juni Tweede Blad Anno 1927 steeds \zjjSwhet goede Wen het beste, M Plechtige bijzetting van het stoffelijk overschot van wijlen Lt.-Generaal J B. VAN HEUTSZ. BINNENLAND. NI VA TANDPASTA doorom olleen P tablettenjftuy&l Mj en nooit vervalschingen I Wffl/MmtwWKM/m Zeer groote belangstelling Ook Prins Hendrik aanwezig Meerdere sprekers voerden het woord Van Hentsz geschetst als staats- en als krijgsman. Wijlen JOANNES BENEDICTUS VAN HEUTSZ. Het stoffelijk overschot van generaal van Heutsz is gisteren naar Amsterdam overgebracht. Op het Centraal-Station wa ren ter ontvangst aanwezig de plaatselijke commandant, majoor H. G. Rouffaer en de commandant der militaire politie, kapitein Kloeke. De mililaire politie stelde zich in een haag voor de wagon, waarin het lijk was vervoerd, op. Terwijl de zware gepolijste notenhouten kist door ridders van de mili taire Willemsorde naar buiten werd ge dragen, presenteerde de militairen hel ge weer. Door de ridders werd de lijkkist in den lijkwagen gedragen. Er werd naar den Dam gereden. De militaire lijkstoet werd ook door de ridders in de Militaire Willemsorde gevolgd. Mevr. de wed. van Buurenvan Ilcutsz, de zuster van den generaal, woonde de plechtigheid op het Centraal-Stalion bij. Toen het stoffelijk overschot het Paleis werd binnengedragen, werd de vlag van den toren halfstok geheschen. Hedenmorgen heerscht er te Amsterdam op het Centraal-Station zoowel als aan dat van dc Weesperpoort een ongewone mili taire bedrijvigheid. Hoofdofficieren, officie ren en onderofficieren en minderen als ver- tegenwoor ligers van alle onderdee'en der weermacht werden met verschillende trai nen aangevoerd om deel te nemen aan cie plechtige bijzetting van het stoffelijk over schot van wijlen den luitenant-gén 3 :aal J. B van Heutsz. De militairen, die aankwamen aan het Centraal-Station gingen naar het Beursge bouw, die welke arriveerden aan de Wees perpoort naar de Oranb-Nassaukazerne Tegen halftwaalf trokken al deze mili taire afdeelingen nog aangevuld met ma rinetroepen naar het Koninklijk Paleis op den Dam, waar zooals men weet het stof- feiijk overschot in een rouwkamer was ge plaatst Een groot.gedeelte van de troepen nam plaats op den Dam. Een andei gedeelte van de mililaire de tachement m gingen zich opstellen in de Raadhuisstraat en op de fï erengracht. Middelerwij' werd de familie van wijlen generaal Van Heutsz ontvangen ten Pa- leize, waar ock Prins Hendrik en de opper en vlag-oflieieren zich veretnigden. Om ongeveer 12 uur wordt het stoffelijk overschot uitgedragen door ridders van de Militaire Willemsorde. Tusschen de officie ren, die de eerewacht in de rouwkamer hadden .oefrokken en zich thans in twee rijen hadden geschaard werd de kist naar de affuit gedragen. Op het cogenblik, dat de kist naar buiten wordt gebracht slaan tambours van de ma rine een irri'el. De troepen op Den Dam presenteeran bet geweer. Wanneer d-ï kist op de affuit, dat door zes paarden wordt getrokken, wordt bevestigd ttmen di com mandant van het veldleger luit.-generaal Muller Massis en zijn staf, benevens de hoofd-offi-leren hun plaats in den stoet in. De kop van den stoet bevindt zich reeds wanneer het stoffelijk overschot van gene raal Van Heutsz wordt uitgedragen op de Hnerengra:ht bij de Oude Spiegelstraat. Deze stoet wordt geopend door een escorte cavalerie van het 1ste regiment huzaren. Hierop volgt de muziek van de tweede divisie met de tamboers. Bij het in bewe ging komen wordt treurmuziek gespeeld. Achter dit muziekcorps komen de verschil lende militaire onderwijs-inrichtingen, ge volgd door de deputaties van de grenadiers en jagers. Hierbij sluiten aam de divisies van de infanterie. Achter de infanterie loopt het vuurpele- ton, te zamen 80 man. samengesteld uit de Kol. Reserve. Inlandsche troepen, mariniers en grenadiers. Thans volgt het eigenlijke hoofd-gedeelte. Voorop gaat de Koninklijke Militare Kapel. Onmiddellijk daarbij sluiten zich aan opper en vlag-officieren, benevens de deputaties van de wapens en dienstvakken. Aan de affuit vooraf gaat de commandant van het veldleger met zijn staf. De affuit wordt getrokken door zes paar den, die aan den teugel worden geleid. De kist wordt gedekt door de driekleur, waar naast vier slippedragers loopen, n.l. de lui tenants-generaals b d. H. N. A. Swart, C. K. v. Rietschoten, S. A. Drijber en C. K. Dijkstra. Achter de affuit volgden de 16 ridders der Militaire Willemsorde, die als dragers hebben gefungeerd. Hierop volgen enkele hoftijtuigen, gere den van den bok. In het eerste heeft Z.K.H. Prin9 Hendrik als vertegenwoordiger van H. M. de Koningin plaats genomen. In de overige koetsen hoogwaardigheidsbekle ders en familie. Achter deze rijtuigen schrijden officieren en onder officieren, allen dragers van de Mil. Willemsorde, die onder generaal Van Heutsz hebben gediend. Dit gedeelte wordt gesloten door het slafmuziekcorps van de Marine. Alsnu volgen de vertegenwoordigende af deelingen van het Oost-Indische leger, waarbij zich bevindt het detachement, dat voor deze gelegenheid uit de Koloniën is overgekomen. Hierachter sluit zich aan de marine, gevolgd door genie en artillerie. De stoet wordt gesloten met marechaussee en caA*alerie. Gedurende den marsch naar de Ooster begraafplaats werd door de verschillende muziekcorpsen, welke in den stoet meelie pen. treurmuziek gegeven, of werd door tamboers den doodenmarsch geslagen. Langzaam werd voortgeschreden langs Heerengracht, Amstel, N.-Heerengracht, Plantage Middenlaan naar de Linnaeus- slraat. Bij de Kruislaan gekomen, marcheerde het voorste gedeelte van den stoet de be graafplaats op, behalve de cavalerie, welke de Kruislaan vervolgt. De troepen, die voor de affuit liepen, marcheeren over een der rijwegen rechts van het hoofdgebouw gelegen. Het vuurpe- leton stelt zich bij den ingang rechts en links op. De troepen, die achler de affuit mar cheerden bereiken langs den Middenweg 't kerkhof. Inmiddels hebben de ridders van de Mil. Willemsorde, die achter de affuit liepen, de kist er van afgenomen en dragen deze het kerkhof op. Wanneer zij langs het vuur- peleton schrijden wordt het eerste salvo af gegeven. Tusschen de zeer talrijke genoo- digden. die de beide wegen langs het Mid dengazon vullen, wordt voortgeschreden naar het op dit gazon opgestelde katafalk. Achler de kist hebben zich inmiddels aan gesloten zij, die in de rijtuigen meekwamen, bovendien de hoofd- en vlagofficieren. Onder het spelen van treurmuziek door de Kon. Militaire Kapel, die achter heesters verborgen staat, verzamelen zich ook de vaandeldragers langs het middenpark. Allereerst treedt daarop naar de spreek plaats de oud-gouverneur-generaal van Ned.-Indië, Idenburgh, als voorzitter der commissie. Deze herinnerde er aan. dat onmiddellijk na het verscheiden van Van Heutsz zich een commissie vormde, die groote belang stelling ondervond en welke de nagedacn- tenis wilde eeren allereerst door hem hiei ter stede een laatste rustplaats te bereiden Spr. dankte daarna voor de belangstelling van het Koninklijk Huis en de regeering: in het bijzonder dankte spr. den minister van Koloniën, dat een detachement van het Indische marechausseekorps aanwezig kon zijn, dat onder Van Heutsz' bevel zooveel lauweren plukte. Ten slotte sprak de heer Idenburgh nog een persoonlijk woord. Voorts treedt naar voren de minister van Koloniën, dr. J. C. Koningsberger, die in het licht stelt de groote bekwaamheden van ge neraal Van Heutsz als Staatsman. Hierna is het woord aan den luit.-gene- raal H. N. A. Swart, die doet uitkomen hoe veel we aan Van Heutsz als krijgsman te danken hebben. De rij der sprekers wordt gesloten door den heer C. G. Vattier Kraaneu die schetst de groote hoedanigheden van dezen staats- en krijgsman als mensch. Na afloop van deze redevoeringen wordt de kist wederom door de H ridders der Mil- Willemsorde, die naast de katafalk ge schaafd bleven, opgenomen en gedragen naar de graftombe. In dit uit Zweedsch graniet opgerichte monument wordt de kist met het stoffelijk hulsel geplaatst, terwijl de muziek van de Marine treurmuziek liet hooren. Wanneer de kist in de tombe is ge plaatst wordt een tweede salvo van het vuurpeleton voor dit monument afgegeven. Een groot aantal kransen van de ver schillende corpsen en militaire en andere vereenigingen worden daarna gelegd. Allen, die zich op het plankier op het middenperk bevonden, benevens de vaan deldragers hebben zich voor de tombe ge schaard. Z. K. Hoogheid Prinss Hendrik heeft zich nog met enkele andere hoog waardigheidsbekleders naast het monu ment opgesteld, terwijl de genoodigden ook naderbij zijn getreden. Thans begint het défilé der troepen in gewoon marschtempo. Zij marcheeren thans ontdaan van alle rouwteekenen langs het monument, waarvan de geopende koperen deur nog toelaat, een blik te werpen in het van melselsteenen gebouwde gewelf. Hierna is de grootsche plechtigheid ten einde. De troepen marcheeren naar het Ko loniaal Instituut, waar de stoet ontbonden wordt. RECLAME. 8831 Bij aankomst le Amsterdam dragen ridders der Militaire .Willemsorde het stoffelijk overschot uit den trein naar den lijkwagen. HET ONTWERP-HARINGWET. Een protestvergadering te Den Haag. De Bond van Nederlandsche Ilaringex- porteurs had gisteren te Den Haag een pro- teslvergadering belegd tegen het z.g. Ha ringwetje. De voorzitter, de heer Joh. van Toor uit Vlaardingen, gaf een uiteenzelling van den stand van zaken. Spr. deed uitkomen, dat de Bond niet vertegenwoordigd was in de Haringvisscherij. Het eenige, dat de Bond gedaan heeft kunnen krijgen is, dat zij door de Commissie gehoord is geworden. Daarna is het wetsontwerp verschenen. Spr. maakt hiertegen bezwaar, omdat de haringexpor teurs zijn gevonnist door menschen, die zij daardoor niet competent achten, en voorts, omdat het vonnis, dat zeer oneervol voor de haringexporteurs is, onjuist is. Wat de toestand in den haringexport be treft, merkte spr. op, dat juist de Bond is opgericht om het euvel van de tonnenmaat tegen te gaan. Voorts gaf spr. toe, dat het eenige verwijt, dat den haringexporteurs zou kunnen treffen, is, dat zij wel haring exporteerden, welke zij eerst hadden inge voerd. Het buitenland wist dan niet of het Hollandsche dan wel andere haring ont ving. Deze handelwijze is echter een gevolg geweest van het feit, dat de Nederl. reederij niet zulk een quantum meer leverde, als waarop gerekend werd. Voorts wees de heer v. d. Zwan uit Sche- veningen nog op eenige oorzaken van den slechten toestand in den haringexport, waarvoor evenwel niet de haringexporteurs verantwoordelijk kunnen worden gesteld "Veeleer moet de schuld gezocht worden bij de recdersvereeniging, die nagelalen heeft verschillende maatregelen te treffen in het belang van den afzet van onze Nederland sche haring. De heer I.Tzermans m< rkte op, dat er zeer zeker geknoeid is geworden. Dat wij er in Zweden uilgcgaan zijn, komt omdat wij ..vuiligheid" daarheen hebben gestuurd. Dat het afzetgebied in Duitschland verloren ging, komt omdat Engeland beter levert dan Holland. Er zijn twee soorten van knoeiers, moedwillige knoeiers en boia-fide knoeiers, menschen, die het noodgedwongen doen. Voorts merkt spr. op, dat de regeering geen vertrouwen in den Bond heeft, omdat aan de bestuurstafel verschillende pionier- knoeiers zitten. De heer Van der VI is, secretaris van den Bond, zette nog eens nadrukkelijk uiteen, dat deze protestvergadering niet is belegd tegen de voorgestelde maatregelen. De Bond wil zelf de leiding houden bij de uitvoering der maatregelen, welke ook hij gewenscht achtte. Ten slotte werd met algemecne stemmen een motie aangenomen, waarin aan de Tweede Kamer wordt verzocht, het wets ontwerp niet aan te nemen, of. indien dit ontwerp wel tot wet zal worden verheven, de uitvoering daarvan onder Rijkstoezicht in handen te stellen van den Bond van Ned. Haringexporteurs. CENTR. MIDDENSTANDSCREDIETBANK. Het voorloopig verslag Vele bezwaren Is het beter het plan geheel te laten varen De financie^le opzet niet zon der bedenking. Verschenen is het Voorl. Verslag over het wetsontwerp tot wijziging van het VHde hoofdstuk B der Staatsbegrooting voor 1927 (Centrale Middenstandscredietbank). Algemeen wordt betreurd, dat de behan deling van dit wetsontwerp op zoo over haaste wqze moet geschieden. Evenmin is, naar vele leden opmerktea^ de door de Regeering "betrachte geheim zinnigheid bevorderlijk geweest aan <iê deug delijkheid van het voorbereidend onderzoek. Ware bijv. het rapport van de commissie- Bouwman niet ter vertrouwelijke kennis neming door de leden ter griffie van' de Kamer gedeponeerd, doch als bijlage aan de Memorie van Toelichting toegevoegd, dan ware de bestudeering van dat rapport ver gemakkelijkt niet alleen, doch dan had men bij het voorbereidend onderzoek tevens reke ning kunnen houden met de opmerkingen, waartoe dat rapport dan wellicht deskun digen buiten de Kamer aanleiding zou hebben gegeven. Vele leden gaven uiting aan hun waar deering voor het werk der Regeerings-com- missie in zake middenstandscrediet, welke in korten tijd een beknopt, zakelijk en overzichtelijk rapport heeft weten samen te stellen. Bij hun beschouwingen over den inhoud van het wetsontwerp stelden verscheidene leden op den voorgrond, dat het aan ernsti- gen twijfel onderhevig schijnt, of in het algemeen een bank voor middenstandscrediet wel de noodige levensvatbaarheid bezit, zelfs als zulk een bank een feitelijk monopolie geniet. De ervaring toch heeft geleerd, dat bet middenstandscredietbedrjjf weinig winst gevend is. Daarnaast bestonden b(j hen andere be zwaren tegen de voorgestelde regeling, welke hen mede, althans aanvankelijk, geneigd deden zqn hun stem aan het wetsontwerp te onthouden. Het voornaamste dezer bezwa ren is gelegen in de onevenredigheid, welke bestaat tusschen het deel van hei risico, dat deze regeling ten laste van den Staat en het deel van het risico, dat zij ten laste van anderen, in het bijzonder van de Ne derlandsche Bank, brengt. Deze leden waren van oordeel, dat nog eens ernstig dient te worden overwogen, of het niet beter zou zijn, het plan tot reorganisatie van het middenstandscrediet geheel te laten varen en zich te bepalen tot het bevorderen, dat de zaken van de bestaande banken geleidelijk en met de noodige voorzichtigheid worden geliquideerd. Andere leden gaven in dit verband te kennen, dat z(j de voorkeur zouden geven aan een oogenblikkelijke liquidatie van het bestaande, gevolgd door medewerking van de Regeering aan den opzet op de alsdan verkregen zuivere basis van een nieuwe organisatie van het middenstandscrediet. Vele andere leden verklaarden aan het wetsontwerp hun stem te zullen geven. Zij meenden, dat het middenstandscrediet voor een groot gedeelte der bevolking in een dringende behoefte voorziet. Verscheidene leden, die op zich zelf op de ontworpen regeling zeer weinig gevoelden, verklaarden nochtans aan bet ontwerp hun stem te zullen geven, wijl de Staat toch reeds door een garantie is gebonden en de grondvesting van het middenstandscrediet- wezen op meer solide basis niet dan tot vermindering van het risico van den Staat zal kunnen leiden. Andere leden stelden in dit verband de vraag, of het wel vaststaat, dat de garantie, welke de Staat ten behoeve van de nieuwe bank zal verleenen, niet zwaarder is dan dif, welke thans reeds op den Staat rust. Verscheidenen leden had het bevreemd, dat zoo weinig rekening is gehouden met de positie van de zelfstandige kleinere mid- denstandscredietbanken. Vele leden verklaarden den financieelen opzet niét zonder bedenking te achten. Het rapport der regeeringscommissie gaf aan leiding tot de volgende vragen: Hoe groot is het totaal bedrag der nog loopende cre- dieten van de liquideerende Hanzebank in het bisdom Haarlem? Zullen, als de Hanze bank wil medewerken, deze credieten alle worden overgenomen? Zullen de vijfjarige obligaties, welke de Hanzebank zal ontvangen, inderdaad na vijf jaar worden afgelost? Welke rente dragen deze obligaties? Eenige leden achtten het nog een bezwaar van de ontworpen regeling, dat zij geen bepaling bevat, welke voor dq belangheb benden een prikkel vormt om tut plaatsing van aandeelen te geraken, zoodat de moge lijkheid groot is, dat de garantie voor f6.500.000, welke het ontbrekende kapitaal vervangen, een zeer langdurige zal zijn. Gevraagd werd, wat de Regeering denkt te doen, indien de samenwerking van de verschillende credietinstellingen, gelijk zij die zich voorstelt, eens niet tot stand zou komen. Verscheidene leden drongen er op aan, dat bij aanvaarding en uitvoering van dit wetsontwerp en de daarop gebaseerde re organisatie op geregelde tijden aan de Staten- Generaa! een inzicht in den §tsnd van zaken zal worden verstrekt. Verscheidene leden verklaarden ten slotte den tijd gekomen W achten, om een einde te maken aan het verleenen van steun van Staatswege aan in déconfiture geraakte be drijven. RECLAME. VOORKOMT TANDBEDERF en poetst 's morgens en 's-avonds"met Tö ets.per'/i tube. 25cis p.!4 lube.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1927 | | pagina 5