INSCHRIJVING GELDERSGHEN ACHTERHOEK EN TWENTE, No. 20622 WOENSDAG 8 JUNI Anno 1927 Officleele Kennisgevingen. STADSNIEUWS. Het voornaamste nieuws van heden. LEIDSCH DAGBLAD PRIJS DER ADVERTENTIËN: 30 Cts. per regel. Bij regelabonnement belangrijk lageren prijs. Kleine Advertentiën uitsluitend bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 Cts. bij een maximum aantal woorden van 30. Incasso volgens postrecht. Voor eventueele opzending van brieven 10 Cts. porto te betalen. Bewijsnummer 5 Cts. Bureau Noordelndspleln Telefoonnummers voor Directie en Administratie 2500 Redactie 1507. Postchèque- en Girodienst No. 57055 Postbus No. 54 PRIJS DEZER COURANTi Voor Leiden per 3 maanden ƒ2.35, per week Bulten Lelden, waar agenten gevestigd zijn, per week Franco per post 2.35 portokosten. ƒ0.18 0.18 Dit nummer bestaat uit DRIE Bladen EERSTE BLAD. VOOR DEN Wij ontvingen nog van: G. M. f 10; wed. v. I". f 2.50. H. K. f 1; G. H. K. 12.50; W. A. M. fl; dr. A. H. 0. te O. f 10; H. W. v. d. S. B. (5; D. P. f2.50; prof. dr. L. K. f 10; M. E. f 5; mevr. A. S.— P. f lOj Directie en personeel Ned. Roto- grafure Mij. f 105; J. B. S. f2.50; D. J. J. de K. 150; Kantoorpersoneel A. W. S. f31.20. In totaal ontvingen wij f 863 38. HINDERWET. Burgemeester en Wethouders van Leiden, brengen ter algemeene kennis, dat door hen vergunning is verleend aan: a. de Vereeni ging „Het Kaasmerk" en rechtverkrijgenden, tot het oprichten van een •fabriek voor het maken van kaasmerken op het perceel kada straal bekend Gemeente Leiden. Sectie M. No. 4355. gelegen aan den Roomburgerweg; b. de Vereeniging tot Christelijke Ziekenver pleging te Leiden, en rechtverkrijgenden tot het oprichten van een door electromotoren gedreven inrichting ten behoeve van het Diaconessenhuis aan den Witte Singel Nis. 79—80. 382S A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN, Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. Leiden, 7 Juni 1927. DANKDAG SLAG BIJ WATERLOO. Burgemeester en Wethouders van Leiden, Gezien de circulaire van den Staatsraad Gouverneur van Zuid-Holland van den 21 en Augustus 1831 (Provinciaal blad No. 110) Brengen ter algemeene kennis, dat ter vol doening aan het Koninklijk Besluit van den lsten dier maand No 72, de Dankdag of Godsdienstige viering der overwinning van Waterloo, ditmaal op Zondag den 19en de zer maand, zal worden gehouden. 3827 A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN, Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. Leiden, den 8sten Juni 1927. COLLECTE voor het fonds tot Aanmoediging en Onder steuning van den Gewapenden Dienst in de Nederlanden. Burgemeester en Wethouders van Leiden; Gelet op de circulaire van den Commis saris der Koningin in deze provincie d.d. 10 Mei 1927; BreDgen ter algemeene kennis, dat op MAANDAG, DINSDAG, WOENSDAG en DONDERDAG 13 14, 15 en 16 JUNI aan- etaande door de Districts-Commissie tot aanmoediging en ondersteuning van den Gewapenden Dienst in de Nederlanden langs de huizen de gewone jaarlijksche col lecte .ingesteld bij Z, M. dispositie van 16 November 1S20 No. 81, zal worden ge houden Bevelen deze collecte, die strekt tot in standhouding van het fonds tot ondersteu ning van personen, die in hun strijd voor het vaderland verminkt of invalide zijn ge worden, dringend in de liefdadigheid der ingezetenen aan. A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN. Burgemeester. VAN STRIJEN. Secretaris. Leiden, 8 Juni 1927. 3S29 MAATSCHAPPIJ DER NEDERLANDSCHE LETTERKUNDE. Commissie voor Geschied- en Oudheidkunde. Aan den vooravond van de Jaarlijksche Vergadering van de Maatschappij der Ne- derlandsche Letterkunde, welke vergadering vanmorgen begonnen is, heeft Mr. Henri Obreen, uit Brussel, een lezing gehouden over: de Geschiedenis der Heerschappijen van Putten en Strijen. Eenige jaren geleden, aldus ving spr. aan, wees een medewerker er in de Nieuwe Rotterdamsche Courant op, bij het bespre ken van een nieuw-verschenen werk, dat in Holland, het stedenland bij uitnemend heid, de beschrijvingen van dorpen en plat telands-districten zoo zeldzaam zijn. Hij 3chreef dit voor een deel toe aan het ge brek aan bronnen. Deze opmerking en de rijkdom aan oude stukken maakten spr. opmerkzaam op de Seschiedenis der heerschappijen van Putten en Strijen; doordat deze reeds vroegtijdig aan het Gravenhuis kwamen (15e eeuw door uitsterven der oude leenhouders), ble ven de archieven bewaard en bevinden zich nu nog in ons Rijksarchief. De heerschappijen waren gelegen in het waterrijke land aan de monden der Maas, waar de geographische toestand zich sedert dien zoozeer gewijzigd heeft. Putten strekte zich uit over gedeelten der tegenwoordige eilanden: de westelijke helft van IJsel- monde, het eiland Putten beoosten Geer vliet, de westelijke punt van de Hoeksche Waard en de meest oostelijke punt van Overflakkee; Strijen omvatte de Zuidooste lijke punt van de Hoeksche waard en het noordwestelijk deel van Noord-Brabant, be noorden een lijn WillemstadKlundert ZevenbergenOosterhout. De bekende over strooming van 1425 scheidde Putten en Strijen voorgoed. Eerst in vrij late tijden (10e eeuw) ver neemt men- zoo nu en dan wat over deze streken; sporen van Romeinsche of Ger- maansche beschaving zijn er niet gevonden. Het stichten van den tol te Geervliet op het einde der 12e eeuw, maakte Putten lot een belangrijk centrum. Van de heeren is heen Nicolaas wel de voornaamste figuur doordat hij de held was van een onzer eerste vrijheids-oorlogen, die in 1304 met Witte van Haemstede het vaderland van de Vlaamsche en Brabantsche indringers ver loste. Door zijn huwelijk werden Putten en Strijen in één hand vereenigd. Zijn graf tombe bevindt zich nog in de kerk te Geer vliet; hoewel het een onzer oudste monu menten is, verkeert het in een staat van groote verwaarloozing. Het oude stamhuis §tierf met heer Nicolaas' dochter uit en de heerschappijen vervielen na verloop van tijd aan de Kroon. De positie der heeren van Putten was staatsrechtelijk een zeer bijzondere, hetgeen spr. nader trachtte uiteen te zetten; ook de economische toestanden der heerschappijen waardoor in de middeleeuwen druk bevaren waterwegen liepen, werden uitvoerig door spr. besproken. Ten slotte vermeldde spr. nog een en an der over de rechterlijke en kerkelijke ver houdingen in deze zoo in alle opzichten merkwaardige landstreek, zoodat een volle dig beeld werd gegeven van de geschiedenis der heerschappijen van Pullen en Strijen in de middeleeuwen. Het geheel vormde een belangrijke, ge heel onuitgegeven bijdrage voor de kennis onzer oude geschiedenis. De jaarvergadering. Hedenvoormiddag te elf uur werd de jaar lijksche vergadering in de-groote Nutszaal geopend met een toespraak van den voor zitter den heer Frits Hopman. Hij heette de leden der Maatschappij wel kom en richtte een woord van dank tot prof. dr. J. W. Muller, die gedurende een deel van het vereenigingsjaar het werk van den bibliothecaris en later van den secre taresse op zich genomen heeft, en ook den voorzitter herhaaldelijk verving. Spr. ge dacht vervolgens de binnen- en buitenland- sche leden, welke sedert de vorige jaarver gadering zijn overleden: dr. F. H. Prick van Wely, Jan Koopmans. dr. H. F. R. Hubrecht, jhr. dr. Jan Six, mr. H. C. Dresselhuys, dr. D. F. Scheurleer, dr. G. E. Opstelten, prof. mr. W. F. C. van den Berg, dr. Joh. C. Breen, A. F. J. Reiger von Braunhorst, J. F. hertog van Loubat, Ph. H. Wicksteed en prof. dT. Jan te Winkel. De voorzitter verontschuldigde zich voor het feit, dat hij geen Nederlandsch schrijver tot onderwerp van zijn verhandeling had gekozen. Hij vertelde daarna iets over het leven en de novellen van Rudyard Kip ling. Deze schepper van de short story werd den 30en September 1865 te Bombay geboren, maar in Engeland opgevoerd. Na dat hij daar eenigen lijd gewoond had in het huis van een Puriteinsche dame, werd hij op kostschool gedaan in het noorden van Devonshire, welke hij later herhaaldelijk beschreven heeft. Op zijn zeventiende jaar in lndië teruggekeerd, kreeg hij een betrek king aan de redactie van een dagblad te Lahore. Later werd hij onderredacteur* van de „Pioneer" te Allahabad, waaraan hij tot 1889 verbonden bleef. Vele van zijn bekende verhalen werden in deze periode geschre- ven. Spr. herinnerde vervolgens aan de wereld gebeurtenissen van die dagen, welke men alle in Kipling's werk terugvindt. Zijn stu die van het leven der inboorlingen en zijn zwerftochten door Radspotana werden voorts besproken. In 1889 reisde hij naar Engeland over Japan, San Francisco en New-York, waar hij levensgevaarlijk ziek werd. In Londen moest hij zich met groots inspanning een plaats veroveren onder de jonge schrijvers. Hij bleef halve nachten werken en overspande zich. Van een lange reis teruggekeerd, trouwde hij in 1892 met Caroline Balestier, met wie hij aanvankelijk in Amerika en later in Engeland woonde. In 1900 maakte hij als noncombattant een deel van den Boerenoorlog mee. Daarna was zijn weg gebaand, zijn werken brachten hem roem, fortuin en eervolle onderschei dingen. Tenslotte behandelde spr. Kipling's stijl en de| techniek van zijn novelle. Aanvan kelijk is de novelle bij Kipling niet veel meer dan een anecdote, gehoord in de rook zaa! van de club. in de cantine, in de kara- vansara. Maar deze anecdote is verleid met een verwonderlijke speelsche zekerheid van toets. Zijn specifieke humor is moeilijk te ontleden, maar ontstaat o.m. uit de tegen stelling van ontróerenden inhoud en opzet telijk naakt gehouden voTm. De spelers van zijn tooneel zijn grootendeels geharde, moe dige jonge mannen die in moeilijke om standigheden arbeid moeten verrichten. Kipling's werk uit dit tijdperk verheerlijkt het stoere leven en de stöisch ridderlijke levenshouding. Jaarverslagen. Aan het jaarverslag, uitgebracht door prof. dr. J. W. Muller, bleek, dat de maandverga deringen over 't algemeen goed bezocht wer den. Het bestuur vond steeds leden, hetzij uit eigen beweging, hetzij op uitnoodiging bereid om de spreekbeurten op deze bijeen komsten te vervullen. De eerste maandvergadering van het nieuwe vereenigingsjaar die op 1 October 1.1. plaats had. benoemde den heer H. Hop man tot voorzitter der Maatschappij. Deze nam de benoeming aan en aanvaardde de leiding met een toespraak, waarin hij dank oracht aan zijn voorganger prof. dr. H. T. Colenbrander, voor het vele. waarmede hij gedurende zijn voorzitterschap de Maat schappij aan zich verplicht heeft. De 26 in Juni van het vorige jaar geko zen gewone leden namen allen hunne be noeming aan, van de 5 buitenlandsche kwam dr. J. F. Gie geen antwoord in, de overigen gevoelden zich vereerd door de onderschei ding en aanvaardden do benoeming gaarne. Prof. dr. J. H. Kern Hzn. in dezelfde ver gadering tot bestuurslid benoemd, nam deze benoeming aan. Gebruik makende van art. 16 der sinds de vorige jaarlijksche vergadering gewijzigde wet heeft het bestuur in zijne .vergadering van 27 Sept. 1926 den heer, dr. H. D. Benja mins, te 's-Gravenhage tot lid der Maat schappij benoemd. De nieuwe bundel Handelingen en Le vensberichten 19251926 verscheen in het najaar. Hij hield een vijftiental levensbe richten in, waaronder eenige bijzonder be langrijke. Omtrent andere uitgaven, door de Maat schappij uitgegeven of gesteund, werd ver meld, dat het Supplement 19101920 op 't Repertorium, betreffende de geschiedenis des Vaderlands ter perse is en waarschijn lijk binnenkort zal verschijnen. Aan prof. dr. P. J. Blok werd erkentelijkheid betuigd voor zijn ruime bijdrage, waardoor deze nuttige en sinds lange jaren gewenschte uitgave tot stand is gekomen. De Maatschappij nam van de afdeeling Letterkunde van de Kon. Academie van We tenschappen de uitnoodiging aan, om deel uit te maken van een groep lichamen, die een representatief karakter bezitten op his torisch gebied en zich ten doel stellen twee afgevaardigden aan te wijzen om zitting te nemen in het op 14 en 15 Mei 1926 te Ge- nève opgerichte Comité International des Sciences historiques. De Maatschappij werd dit jaar getroffen door het overlijden van 12 gewone en 5 buitenlandsche leden. Op dit oogenblik telt de Maatschappij 1 eerelid, 540 gewone leden in Nederland, 10 in onze Overzeesche gewesten, 26 in het buitenland en 162 buitenlandsche leden, van wie de rechten en verplichtingen der ge wone leden aanvaard hebben, een totaal cijfer van 738 tegenover 692 in het vorig jaar. Het verslag werd onder dankbetuiging aan den secretaris goedgekeurd. Aan het verslag der Commissie voor Taal en Letterkunde, uitgebracht door den secre taris prof. dr. Kern zij ontleend, dat de Commissie achtmaal vergaderde. Van het door de Commissie geredigeerde Tijdschrift voor Nederlandsche Taal en Letterkunde kwam het 45ste deel gereed en van het 46ste deel verschenen twee afleveringen. De Commissie voor Geschied- en Oudheid kunde vergaderde blijkens het uitgebracht verslag zeven maal. Een aantal onderwerpen werden behandeld o.a. door prof. dr. P. J. Blok, prof. Knappert, dr. Overvoerde, prof. Huizing, prof. De Blecourt, prof. Eekhof, dr. Kleynfjes en den heer Bijleveld. De arbeid der Commissie voor Schoone Letteren heeft zich. blijkens haar verslag er toe bepaald de letterkundige werken te be- studeeren en te vergelijken, die verschenen zijn sedert de vorige maal de jaarlijksche prijs van f 1000 is uitgereikt. Het verslag van den Slaat der Boekver zameling. uitgebracht door dr. R.'van der Meulen maakt melding dat deze verzame ling vermeerderde met ongeveer 400 boe ken. circa 1000 overdrukken, verscheidene brieven en eenige fragmenten van Middel- Nederlandsche Handschriften benevens tal rijke tijdschriften. Eene omvangrijke verzameling werd ont vangen van wijlen prof. dr. Verdam, be staande uit een aantal boeken, welke tot nog toe gebruikt werden voor de voltooiing van hel Middel-Nederl. Woordenboek; ver der waardevolle verzamelingen worden, zooals die der vereeniging tot uitgave der bronnen van het Oud-Vaderlandsch Recht, deelen van de Recueils des Anciens coutu- mes de Belgique en van de Inventair des Archives de la Ville de Bruges; twee Incu nabelen en een afschrift van het hand schrift van prof Mathes van de Renoui van Monalbaan en eenige fragmenten vaa een handschrift van de Middel-Nederl. Ridderroman Lo^ hier en Malaert. Van het eerelid prof. dr. S. G. de Vries werd ontvangen een verzameling brieven van prof. dr. H. Kern aan prof. dr. M. de Vries. De goede gewoonte getrouw zonden vele leden der Maatschappij him werken in, ter wijl werden aangekocht een aantal werken op het gebied der Nederl. Taal- en Letter kunde en werken van moderne Nederl. en Vlaamsche schrijvers en schrijfsters, een Afrikaansch spreuk- en woordenboek en een verzameling werken van Friesche auteurs. Nieuwe leden. Medegedeeld werd de uitslag der gehouden stemming over de te benoemen leden. Benoemd bleken: Gewone leden: Th. Baar der, Njjmegen; mr. L. G. N. Brouwer, Delft, H. G. Cannegieter, Haarlem; dr. J. C. A, Fetter, Rotterdam; mevr. W. FruinMees, W el tevreden; dr. C. P. Gunning, Amsterdam; D. Hans, 's-Gravenhage; Th. Jaarsma, Am sterdam; A. M. de Jong, Nieuw-Bergvliet; mr. A. v. d. Leeuw, Voorburg; H. Marsman, Zeist; dr. A. Noordtz^j, Utrecht; dr. H. Th. Obbink, Utrecht; ir. dr. J. H. Plantenga, Wassenaar; dr. A. van Rijnbach, Leiden; dr. N. J. H. Royen, Heerlen; G. W. van Tak, 's-Gravenhagedr. A. Verschuur, Am sterdam; A. M. Waszink, 's-Gravenhage; D. Wouters, Velp; A. Zoetmulder, Eindhoven. Buitenlandsche leden: dr. E. Blancquert, Gent; B. Rackham, Londen; dr. Th. Siehs, Breslau; dr. A. Shacke, Alhen, en Karei v. d. Woestjjne. De prijs van f 1000 en steun giften. Hierna werd door het bestuur medegedeeld in het vereenigingsjaar 19261927 op advies van de meerderheid der Commissie voor Schoone Letteren met den jaarlijks uitgeloofden aanmoedigingsprijs van flOOO, werd bekroond Herman de Man, met zjjn roman: „Het Wassende Water". Uit het advies der commissie bleek, dat haar taak niet gemakkelijk is geweest, waat z(j zich bij haar keuze had te beperken bij d9 letterkundige werken, in de laatste twee jaar verschenen, en tot schrijvers, wier bekendheid nog niet voldoende tot het pu bliek is doorgedrongen en die een bijzondere aanmoediging verdienen. Bovendien was de commissie van oordeel, dat een roman dit* maa. bij voorkeur in aanmerking moest komen. Binnen déze grenzen nu vond zij geen werk zoodanig uitstekend boven alle andere, dat het onmiddellijk en ontwijfel baar voor een toekenning van den prijs was aangewezen. Ten slotte vereenigde zich de keuze van de meerderheid der commissie op den bovengenoemden roman. Vervolgens werd op voorstel van de Maa> delijksche vergadering besloten, om uit de rente van het Vaste Fonds een som van f250 af te staan aan den heer J. Cor- nelissen, te Deurne (bij Antwerpen) als bij drage voor zijn te wachten uitgave: „Neder landsche Volkshumor op Stad en Dorp, Land en Volk". Benoemingen. Tot bestuurslid in de plaats van prof. dr. H. T. Colenbrander, die aan de beurt vao aftreden en niet herkiesbaar was, werd be noemd prof. dr. N. J. Krom, hoogleeraar airier, tot leden der commissie voor laai en Letterkunde in de plaat3 van wijlen prol dr. J. te Winkel werd benoemd prof. dr. J. de Vries, terwijl dr. G. J. Boekenoogen als zoodanig werd herbenoemd, voorts wer den tot leden voor Geschied- en Oudheid kunde herbenoemd de heer P. C. Molhuysen en prof. dr. A. Eekhof, terwijl eindelijk tot lid der Commissie voor Schoone Letteren, in de plaats van den heer Hopman, die door zjjn benoeming tot voorzitter van de Maatschappij wenseht af te treden, werd benoemd de heer C. L. Schepp. Oogstfilm. Na afloop der vergadering begaven be stuur en leden zich naar de Casino-bioscoop aan de Hoogewoerd, waar de folkloristische film: „Neerlands Volksleven in den Oogst tijd, van den heer D. J. van der Ven, werd vertoond, waarbij de samensteller een folklo ristische toelichting gaf, terwijl prof. Julius Röntgen daarbij zijn op oud-vaderlandsche zang- en danswijzen gecomponeerde muziek ten gehoore bracht. Deze vertooning en vooral ook de toe lichting van den heer Van der Ven zoowel als de muziek van prof. Röntgen werd mei groote belangstelling gevolgd. Vooral de uitvoerige toelichting van den heer Van der Ven trok de bijzondere aan dacht. De spreker greep deze gelegenheid aan om openlijk een woord van .erkentelijk heid uit te spreken voor de door de ver gadering toegekende subsidie van f250 ter tegemoetkoming in de kosten der voorbe reiding en vervaardiging van de Nederland sche Oogstfilm. Na afloop der bijeenkomst Vereenigden de aanwezigen zich aan den gemeenschap- peljjken maaltijd in „Zomerzorg". STORMRAMP-COMITE 1927. Op uitnoodiging van het voorloopig Storm ramp-Comité zooab het geconstitueerd was in 1925, waren gistermiddag ruim een twin tigtal personen bijeengekomen, tot het offi cieel samenstellen van een comité tot leni ging van den nood in de geteisterde streken in den Achterhoek. BINNENLAND. Vergadering van de Ml), roor Letter, kunde te Lelden (Stadsn., Ie blad). Een plan roor een vliegtocht van Neder- land naar Snxiname (Binnenland, 2e blad), De stemgelegenheld tooi militairen (Bin nenland, 2e blad). Anlo-ongelnkken mei doodelijken afloop bij Veendam en Haarlo (Gemengd, 2e blad). De loting voor de roeiwedetrljden Tan Hollandia (Sport, 2e blad). BUITENLAND. Chambeilin 1» te Berlijn aangekomen (le blad). De moord op den aoTjol-gezani le War- schan, Notawisseling (Buitenl. en Tel. le blad). Italië achter Albanië Inzake het conflict met Zuid-SlaTië (Builenl., le blad). De vergadering werd gepresideerd door den heer A. L. Reimeringer, die na een woord var. welkom tol de aanwezigen een korte uiteenzetting gai van het doel dezer bijeenkomst en voorstelde den burgemeester mr. A v. d. Sande Bakhuyzen, ook ter ver gadering aangewezig tot eere-voorzitter le benoemen, waartoe bij acclamatie werd be sloten. Vervolgens weid de heer Reimeringer tot voorzitter aangewezen. Verder werd het Dag. Besluur aldus samengesteld: J. F. X. Sanders, vice-voorzitler, dT. J. C. M. Tim mermans. F. Muys v. d. Moer, penningmees ter en F. G. Rosier secretaris. De voorzitter stelde vervolgens aan de orde de vraag, op welke wijze gelden zou den moeien worden verzameld. Gedachtig aan het spreeekwoord dat zegt dat^.men het ijzer smeden moet als het heet is had bet voorloopig bestuur reeds besloten heden Woensdag, een schaalcollecte te houden waarvoor 60 meisjes zich bereid hadden verklaard mee te helpen. De vergadering schonk aan dat besluit gaarne adhaesie. De voorzitter vroeg nu wat er verder nog moest worden gedaan. Bij vorige gelegenheden waren ook nog aan vele ingezetenen circulaires met in schrijvingsbiljetten toegezonden. Wilde men. dit ook nu doen? De heer H. J. Cohen achtte dit niet wen- schelijk. De heer Sijtsma daarentegen beval het zeer aan. Zeer groote bedragen worden gewoonlijk niet in de collecteschaal gestort. Men krijgt dan gelegenheid deze aan den penningmeester af te dragen. De voorzitter deelde mede dat deze circu laires bij de vorige gelegenheid inderdaad veel succes hadden opgeleverd. Er werd daartoe vervolgens besloten. Mevrouw Eerdmans bepleitte de wen9che- lijkheid om ook circulaires te geven aan personen, die dit wenschten om daarmede onder vrienden en kennissen te werken. In verband met deze opmerking deed de secre taris de toezegging, dat hij aan hen die dit wenschten gaarne circulaires zou toezenden. Men had daarvoor slechts tot hem te wenden en op te geven hoeveel circulaires men be geerde. De voorzitter zeide mij nog dat tal van vereenigingen reeds den wensch hadden te kennen gegeven, liefdadiglu-idsuitvoeringen te houden voor dit doel. Het besluur achtte dit goed. doch wenseht daarvoor geenerlei risico op zich te nemen waarmede de ver gadering zich geheel vereenigde. De heer Eikerbout bepleitte nog muzikale ommegangen door de stad bij voorkeur op Zaterdag waarbij dan zou kunnen worden gecollecteerd. Tenslotte sprak de voorzitter den wensch uit dat de burgerij ook nu we der hare offervaardigheid op milde wijze zou toonen. Ds. W. DEN HENGST t Gisteren is alhier overleden ds. W. den Hengst emeritus predikant bij de Gerefor meerde gemeente hier ter slede. Hoewel ds. Den II. reeds eenigen tijd lijdende was. werd zijn dood nog niet zoo spoedig verwacht. Ds. W. don Hengst werd den 4den Sept. 1860 te Delft geboren en bereikte dus den ouderdom van 66 jaar. Na geslaagd te zijn voor het eindexamen Gymnasium, te Doe- linchem, werd hij ingeschreven als student in de theologie aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. In 1888 werd hij toegelaten als predikant bij de Geref. Kerken en deed den 2en September van dat jaar zijn intrede te Den Helder In J894 nam hij een beroep aan te Veenendnnl., Omdat hij zieb .ni^t kor veseenigen met

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1927 | | pagina 1