INSCHRIJVING
GELDERSGHEN ACHTERHOEK
EN TWENTE,
No. 20622
WOENSDAG 8 JUNI
Anno 1927
Officleele Kennisgevingen.
STADSNIEUWS.
Het voornaamste nieuws
van heden.
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
30 Cts. per regel. Bij regelabonnement belangrijk lageren prijs.
Kleine Advertentiën uitsluitend bij vooruitbetaling Woensdags en
Zaterdags 50 Cts. bij een maximum aantal woorden van 30.
Incasso volgens postrecht. Voor eventueele opzending van brieven
10 Cts. porto te betalen. Bewijsnummer 5 Cts.
Bureau Noordelndspleln Telefoonnummers voor
Directie en Administratie 2500 Redactie 1507.
Postchèque- en Girodienst No. 57055 Postbus No. 54
PRIJS DEZER COURANTi
Voor Leiden per 3 maanden ƒ2.35, per week
Bulten Lelden, waar agenten gevestigd zijn, per week
Franco per post 2.35 portokosten.
ƒ0.18
0.18
Dit nummer bestaat uit DRIE Bladen
EERSTE BLAD.
VOOR DEN
Wij ontvingen nog van:
G. M. f 10; wed. v. I". f 2.50. H. K. f 1;
G. H. K. 12.50; W. A. M. fl; dr. A. H. 0.
te O. f 10; H. W. v. d. S. B. (5; D. P. f2.50;
prof. dr. L. K. f 10; M. E. f 5; mevr. A. S.—
P. f lOj Directie en personeel Ned. Roto-
grafure Mij. f 105; J. B. S. f2.50; D. J. J. de
K. 150; Kantoorpersoneel A. W. S. f31.20.
In totaal ontvingen wij f 863 38.
HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders van Leiden,
brengen ter algemeene kennis, dat door hen
vergunning is verleend aan: a. de Vereeni
ging „Het Kaasmerk" en rechtverkrijgenden,
tot het oprichten van een •fabriek voor het
maken van kaasmerken op het perceel kada
straal bekend Gemeente Leiden. Sectie M.
No. 4355. gelegen aan den Roomburgerweg;
b. de Vereeniging tot Christelijke Ziekenver
pleging te Leiden, en rechtverkrijgenden tot
het oprichten van een door electromotoren
gedreven inrichting ten behoeve van het
Diaconessenhuis aan den Witte Singel Nis.
79—80. 382S
A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN,
Burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris.
Leiden, 7 Juni 1927.
DANKDAG SLAG BIJ WATERLOO.
Burgemeester en Wethouders van Leiden,
Gezien de circulaire van den Staatsraad
Gouverneur van Zuid-Holland van den 21 en
Augustus 1831 (Provinciaal blad No. 110)
Brengen ter algemeene kennis, dat ter vol
doening aan het Koninklijk Besluit van den
lsten dier maand No 72, de Dankdag of
Godsdienstige viering der overwinning van
Waterloo, ditmaal op Zondag den 19en de
zer maand, zal worden gehouden. 3827
A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN,
Burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris.
Leiden, den 8sten Juni 1927.
COLLECTE
voor het fonds tot Aanmoediging en Onder
steuning van den Gewapenden
Dienst in de Nederlanden.
Burgemeester en Wethouders van Leiden;
Gelet op de circulaire van den Commis
saris der Koningin in deze provincie d.d.
10 Mei 1927;
BreDgen ter algemeene kennis, dat op
MAANDAG, DINSDAG, WOENSDAG en
DONDERDAG 13 14, 15 en 16 JUNI aan-
etaande door de Districts-Commissie tot
aanmoediging en ondersteuning van den
Gewapenden Dienst in de Nederlanden
langs de huizen de gewone jaarlijksche col
lecte .ingesteld bij Z, M. dispositie van
16 November 1S20 No. 81, zal worden ge
houden
Bevelen deze collecte, die strekt tot in
standhouding van het fonds tot ondersteu
ning van personen, die in hun strijd voor
het vaderland verminkt of invalide zijn ge
worden, dringend in de liefdadigheid der
ingezetenen aan.
A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN.
Burgemeester.
VAN STRIJEN. Secretaris.
Leiden, 8 Juni 1927. 3S29
MAATSCHAPPIJ DER NEDERLANDSCHE
LETTERKUNDE.
Commissie voor Geschied- en
Oudheidkunde.
Aan den vooravond van de Jaarlijksche
Vergadering van de Maatschappij der Ne-
derlandsche Letterkunde, welke vergadering
vanmorgen begonnen is, heeft Mr. Henri
Obreen, uit Brussel, een lezing gehouden
over: de Geschiedenis der Heerschappijen
van Putten en Strijen.
Eenige jaren geleden, aldus ving spr.
aan, wees een medewerker er in de Nieuwe
Rotterdamsche Courant op, bij het bespre
ken van een nieuw-verschenen werk, dat
in Holland, het stedenland bij uitnemend
heid, de beschrijvingen van dorpen en plat
telands-districten zoo zeldzaam zijn. Hij
3chreef dit voor een deel toe aan het ge
brek aan bronnen.
Deze opmerking en de rijkdom aan oude
stukken maakten spr. opmerkzaam op de
Seschiedenis der heerschappijen van Putten
en Strijen; doordat deze reeds vroegtijdig
aan het Gravenhuis kwamen (15e eeuw
door uitsterven der oude leenhouders), ble
ven de archieven bewaard en bevinden zich
nu nog in ons Rijksarchief.
De heerschappijen waren gelegen in het
waterrijke land aan de monden der Maas,
waar de geographische toestand zich sedert
dien zoozeer gewijzigd heeft. Putten strekte
zich uit over gedeelten der tegenwoordige
eilanden: de westelijke helft van IJsel-
monde, het eiland Putten beoosten Geer
vliet, de westelijke punt van de Hoeksche
Waard en de meest oostelijke punt van
Overflakkee; Strijen omvatte de Zuidooste
lijke punt van de Hoeksche waard en het
noordwestelijk deel van Noord-Brabant, be
noorden een lijn WillemstadKlundert
ZevenbergenOosterhout. De bekende over
strooming van 1425 scheidde Putten en
Strijen voorgoed.
Eerst in vrij late tijden (10e eeuw) ver
neemt men- zoo nu en dan wat over deze
streken; sporen van Romeinsche of Ger-
maansche beschaving zijn er niet gevonden.
Het stichten van den tol te Geervliet op
het einde der 12e eeuw, maakte Putten lot
een belangrijk centrum. Van de heeren is
heen Nicolaas wel de voornaamste figuur
doordat hij de held was van een onzer
eerste vrijheids-oorlogen, die in 1304 met
Witte van Haemstede het vaderland van de
Vlaamsche en Brabantsche indringers ver
loste. Door zijn huwelijk werden Putten en
Strijen in één hand vereenigd. Zijn graf
tombe bevindt zich nog in de kerk te Geer
vliet; hoewel het een onzer oudste monu
menten is, verkeert het in een staat van
groote verwaarloozing. Het oude stamhuis
§tierf met heer Nicolaas' dochter uit en de
heerschappijen vervielen na verloop van
tijd aan de Kroon.
De positie der heeren van Putten was
staatsrechtelijk een zeer bijzondere, hetgeen
spr. nader trachtte uiteen te zetten; ook de
economische toestanden der heerschappijen
waardoor in de middeleeuwen druk bevaren
waterwegen liepen, werden uitvoerig door
spr. besproken.
Ten slotte vermeldde spr. nog een en an
der over de rechterlijke en kerkelijke ver
houdingen in deze zoo in alle opzichten
merkwaardige landstreek, zoodat een volle
dig beeld werd gegeven van de geschiedenis
der heerschappijen van Pullen en Strijen in
de middeleeuwen.
Het geheel vormde een belangrijke, ge
heel onuitgegeven bijdrage voor de kennis
onzer oude geschiedenis.
De jaarvergadering.
Hedenvoormiddag te elf uur werd de jaar
lijksche vergadering in de-groote Nutszaal
geopend met een toespraak van den voor
zitter den heer Frits Hopman.
Hij heette de leden der Maatschappij wel
kom en richtte een woord van dank tot
prof. dr. J. W. Muller, die gedurende een
deel van het vereenigingsjaar het werk van
den bibliothecaris en later van den secre
taresse op zich genomen heeft, en ook den
voorzitter herhaaldelijk verving. Spr. ge
dacht vervolgens de binnen- en buitenland-
sche leden, welke sedert de vorige jaarver
gadering zijn overleden: dr. F. H. Prick van
Wely, Jan Koopmans. dr. H. F. R. Hubrecht,
jhr. dr. Jan Six, mr. H. C. Dresselhuys, dr.
D. F. Scheurleer, dr. G. E. Opstelten, prof.
mr. W. F. C. van den Berg, dr. Joh. C.
Breen, A. F. J. Reiger von Braunhorst, J.
F. hertog van Loubat, Ph. H. Wicksteed en
prof. dT. Jan te Winkel.
De voorzitter verontschuldigde zich voor
het feit, dat hij geen Nederlandsch schrijver
tot onderwerp van zijn verhandeling had
gekozen. Hij vertelde daarna iets over het
leven en de novellen van Rudyard Kip
ling. Deze schepper van de short story
werd den 30en September 1865 te Bombay
geboren, maar in Engeland opgevoerd. Na
dat hij daar eenigen lijd gewoond had in het
huis van een Puriteinsche dame, werd hij
op kostschool gedaan in het noorden van
Devonshire, welke hij later herhaaldelijk
beschreven heeft. Op zijn zeventiende jaar
in lndië teruggekeerd, kreeg hij een betrek
king aan de redactie van een dagblad te
Lahore. Later werd hij onderredacteur* van
de „Pioneer" te Allahabad, waaraan hij tot
1889 verbonden bleef. Vele van zijn bekende
verhalen werden in deze periode geschre-
ven.
Spr. herinnerde vervolgens aan de wereld
gebeurtenissen van die dagen, welke men
alle in Kipling's werk terugvindt. Zijn stu
die van het leven der inboorlingen en zijn
zwerftochten door Radspotana werden
voorts besproken. In 1889 reisde hij naar
Engeland over Japan, San Francisco en
New-York, waar hij levensgevaarlijk ziek
werd. In Londen moest hij zich met groots
inspanning een plaats veroveren onder de
jonge schrijvers. Hij bleef halve nachten
werken en overspande zich. Van een lange
reis teruggekeerd, trouwde hij in 1892 met
Caroline Balestier, met wie hij aanvankelijk
in Amerika en later in Engeland woonde.
In 1900 maakte hij als noncombattant een
deel van den Boerenoorlog mee. Daarna was
zijn weg gebaand, zijn werken brachten
hem roem, fortuin en eervolle onderschei
dingen.
Tenslotte behandelde spr. Kipling's stijl
en de| techniek van zijn novelle. Aanvan
kelijk is de novelle bij Kipling niet veel
meer dan een anecdote, gehoord in de rook
zaa! van de club. in de cantine, in de kara-
vansara. Maar deze anecdote is verleid
met een verwonderlijke speelsche zekerheid
van toets. Zijn specifieke humor is moeilijk
te ontleden, maar ontstaat o.m. uit de tegen
stelling van ontróerenden inhoud en opzet
telijk naakt gehouden voTm. De spelers van
zijn tooneel zijn grootendeels geharde, moe
dige jonge mannen die in moeilijke om
standigheden arbeid moeten verrichten.
Kipling's werk uit dit tijdperk verheerlijkt
het stoere leven en de stöisch ridderlijke
levenshouding.
Jaarverslagen.
Aan het jaarverslag, uitgebracht door prof.
dr. J. W. Muller, bleek, dat de maandverga
deringen over 't algemeen goed bezocht wer
den. Het bestuur vond steeds leden, hetzij
uit eigen beweging, hetzij op uitnoodiging
bereid om de spreekbeurten op deze bijeen
komsten te vervullen.
De eerste maandvergadering van het
nieuwe vereenigingsjaar die op 1 October
1.1. plaats had. benoemde den heer H. Hop
man tot voorzitter der Maatschappij. Deze
nam de benoeming aan en aanvaardde de
leiding met een toespraak, waarin hij dank
oracht aan zijn voorganger prof. dr. H. T.
Colenbrander, voor het vele. waarmede hij
gedurende zijn voorzitterschap de Maat
schappij aan zich verplicht heeft.
De 26 in Juni van het vorige jaar geko
zen gewone leden namen allen hunne be
noeming aan, van de 5 buitenlandsche kwam
dr. J. F. Gie geen antwoord in, de overigen
gevoelden zich vereerd door de onderschei
ding en aanvaardden do benoeming gaarne.
Prof. dr. J. H. Kern Hzn. in dezelfde ver
gadering tot bestuurslid benoemd, nam deze
benoeming aan.
Gebruik makende van art. 16 der sinds
de vorige jaarlijksche vergadering gewijzigde
wet heeft het bestuur in zijne .vergadering
van 27 Sept. 1926 den heer, dr. H. D. Benja
mins, te 's-Gravenhage tot lid der Maat
schappij benoemd.
De nieuwe bundel Handelingen en Le
vensberichten 19251926 verscheen in het
najaar. Hij hield een vijftiental levensbe
richten in, waaronder eenige bijzonder be
langrijke.
Omtrent andere uitgaven, door de Maat
schappij uitgegeven of gesteund, werd ver
meld, dat het Supplement 19101920 op 't
Repertorium, betreffende de geschiedenis
des Vaderlands ter perse is en waarschijn
lijk binnenkort zal verschijnen. Aan prof.
dr. P. J. Blok werd erkentelijkheid betuigd
voor zijn ruime bijdrage, waardoor deze
nuttige en sinds lange jaren gewenschte
uitgave tot stand is gekomen.
De Maatschappij nam van de afdeeling
Letterkunde van de Kon. Academie van We
tenschappen de uitnoodiging aan, om deel
uit te maken van een groep lichamen, die
een representatief karakter bezitten op his
torisch gebied en zich ten doel stellen twee
afgevaardigden aan te wijzen om zitting te
nemen in het op 14 en 15 Mei 1926 te Ge-
nève opgerichte Comité International des
Sciences historiques.
De Maatschappij werd dit jaar getroffen
door het overlijden van 12 gewone en 5
buitenlandsche leden.
Op dit oogenblik telt de Maatschappij 1
eerelid, 540 gewone leden in Nederland, 10
in onze Overzeesche gewesten, 26 in het
buitenland en 162 buitenlandsche leden, van
wie de rechten en verplichtingen der ge
wone leden aanvaard hebben, een totaal
cijfer van 738 tegenover 692 in het vorig
jaar.
Het verslag werd onder dankbetuiging aan
den secretaris goedgekeurd.
Aan het verslag der Commissie voor Taal
en Letterkunde, uitgebracht door den secre
taris prof. dr. Kern zij ontleend, dat de
Commissie achtmaal vergaderde. Van het
door de Commissie geredigeerde Tijdschrift
voor Nederlandsche Taal en Letterkunde
kwam het 45ste deel gereed en van het 46ste
deel verschenen twee afleveringen.
De Commissie voor Geschied- en Oudheid
kunde vergaderde blijkens het uitgebracht
verslag zeven maal. Een aantal onderwerpen
werden behandeld o.a. door prof. dr. P. J.
Blok, prof. Knappert, dr. Overvoerde, prof.
Huizing, prof. De Blecourt, prof. Eekhof, dr.
Kleynfjes en den heer Bijleveld.
De arbeid der Commissie voor Schoone
Letteren heeft zich. blijkens haar verslag er
toe bepaald de letterkundige werken te be-
studeeren en te vergelijken, die verschenen
zijn sedert de vorige maal de jaarlijksche
prijs van f 1000 is uitgereikt.
Het verslag van den Slaat der Boekver
zameling. uitgebracht door dr. R.'van der
Meulen maakt melding dat deze verzame
ling vermeerderde met ongeveer 400 boe
ken. circa 1000 overdrukken, verscheidene
brieven en eenige fragmenten van Middel-
Nederlandsche Handschriften benevens tal
rijke tijdschriften.
Eene omvangrijke verzameling werd ont
vangen van wijlen prof. dr. Verdam, be
staande uit een aantal boeken, welke tot
nog toe gebruikt werden voor de voltooiing
van hel Middel-Nederl. Woordenboek; ver
der waardevolle verzamelingen worden,
zooals die der vereeniging tot uitgave der
bronnen van het Oud-Vaderlandsch Recht,
deelen van de Recueils des Anciens coutu-
mes de Belgique en van de Inventair des
Archives de la Ville de Bruges; twee Incu
nabelen en een afschrift van het hand
schrift van prof Mathes van de Renoui
van Monalbaan en eenige fragmenten vaa
een handschrift van de Middel-Nederl.
Ridderroman Lo^ hier en Malaert.
Van het eerelid prof. dr. S. G. de Vries
werd ontvangen een verzameling brieven
van prof. dr. H. Kern aan prof. dr. M. de
Vries.
De goede gewoonte getrouw zonden vele
leden der Maatschappij him werken in, ter
wijl werden aangekocht een aantal werken
op het gebied der Nederl. Taal- en Letter
kunde en werken van moderne Nederl. en
Vlaamsche schrijvers en schrijfsters, een
Afrikaansch spreuk- en woordenboek en
een verzameling werken van Friesche
auteurs.
Nieuwe leden.
Medegedeeld werd de uitslag der gehouden
stemming over de te benoemen leden.
Benoemd bleken: Gewone leden: Th. Baar
der, Njjmegen; mr. L. G. N. Brouwer, Delft,
H. G. Cannegieter, Haarlem; dr. J. C. A,
Fetter, Rotterdam; mevr. W. FruinMees,
W el tevreden; dr. C. P. Gunning, Amsterdam;
D. Hans, 's-Gravenhage; Th. Jaarsma, Am
sterdam; A. M. de Jong, Nieuw-Bergvliet;
mr. A. v. d. Leeuw, Voorburg; H. Marsman,
Zeist; dr. A. Noordtz^j, Utrecht; dr. H. Th.
Obbink, Utrecht; ir. dr. J. H. Plantenga,
Wassenaar; dr. A. van Rijnbach, Leiden;
dr. N. J. H. Royen, Heerlen; G. W. van
Tak, 's-Gravenhagedr. A. Verschuur, Am
sterdam; A. M. Waszink, 's-Gravenhage; D.
Wouters, Velp; A. Zoetmulder, Eindhoven.
Buitenlandsche leden: dr. E. Blancquert,
Gent; B. Rackham, Londen; dr. Th. Siehs,
Breslau; dr. A. Shacke, Alhen, en Karei
v. d. Woestjjne.
De prijs van f 1000 en
steun giften.
Hierna werd door het bestuur medegedeeld
in het vereenigingsjaar 19261927 op
advies van de meerderheid der Commissie
voor Schoone Letteren met den jaarlijks
uitgeloofden aanmoedigingsprijs van flOOO,
werd bekroond Herman de Man, met zjjn
roman: „Het Wassende Water".
Uit het advies der commissie bleek, dat
haar taak niet gemakkelijk is geweest, waat
z(j zich bij haar keuze had te beperken bij
d9 letterkundige werken, in de laatste twee
jaar verschenen, en tot schrijvers, wier
bekendheid nog niet voldoende tot het pu
bliek is doorgedrongen en die een bijzondere
aanmoediging verdienen. Bovendien was de
commissie van oordeel, dat een roman dit*
maa. bij voorkeur in aanmerking moest
komen. Binnen déze grenzen nu vond zij
geen werk zoodanig uitstekend boven alle
andere, dat het onmiddellijk en ontwijfel
baar voor een toekenning van den prijs
was aangewezen. Ten slotte vereenigde zich
de keuze van de meerderheid der commissie
op den bovengenoemden roman.
Vervolgens werd op voorstel van de Maa>
delijksche vergadering besloten, om uit de
rente van het Vaste Fonds een som van
f250 af te staan aan den heer J. Cor-
nelissen, te Deurne (bij Antwerpen) als bij
drage voor zijn te wachten uitgave: „Neder
landsche Volkshumor op Stad en Dorp, Land
en Volk".
Benoemingen.
Tot bestuurslid in de plaats van prof. dr.
H. T. Colenbrander, die aan de beurt vao
aftreden en niet herkiesbaar was, werd be
noemd prof. dr. N. J. Krom, hoogleeraar
airier, tot leden der commissie voor laai
en Letterkunde in de plaat3 van wijlen prol
dr. J. te Winkel werd benoemd prof. dr.
J. de Vries, terwijl dr. G. J. Boekenoogen
als zoodanig werd herbenoemd, voorts wer
den tot leden voor Geschied- en Oudheid
kunde herbenoemd de heer P. C. Molhuysen
en prof. dr. A. Eekhof, terwijl eindelijk tot
lid der Commissie voor Schoone Letteren,
in de plaats van den heer Hopman, die
door zjjn benoeming tot voorzitter van de
Maatschappij wenseht af te treden, werd
benoemd de heer C. L. Schepp.
Oogstfilm.
Na afloop der vergadering begaven be
stuur en leden zich naar de Casino-bioscoop
aan de Hoogewoerd, waar de folkloristische
film: „Neerlands Volksleven in den Oogst
tijd, van den heer D. J. van der Ven, werd
vertoond, waarbij de samensteller een folklo
ristische toelichting gaf, terwijl prof. Julius
Röntgen daarbij zijn op oud-vaderlandsche
zang- en danswijzen gecomponeerde muziek
ten gehoore bracht.
Deze vertooning en vooral ook de toe
lichting van den heer Van der Ven zoowel
als de muziek van prof. Röntgen werd mei
groote belangstelling gevolgd.
Vooral de uitvoerige toelichting van den
heer Van der Ven trok de bijzondere aan
dacht. De spreker greep deze gelegenheid
aan om openlijk een woord van .erkentelijk
heid uit te spreken voor de door de ver
gadering toegekende subsidie van f250 ter
tegemoetkoming in de kosten der voorbe
reiding en vervaardiging van de Nederland
sche Oogstfilm.
Na afloop der bijeenkomst Vereenigden
de aanwezigen zich aan den gemeenschap-
peljjken maaltijd in „Zomerzorg".
STORMRAMP-COMITE 1927.
Op uitnoodiging van het voorloopig Storm
ramp-Comité zooab het geconstitueerd was
in 1925, waren gistermiddag ruim een twin
tigtal personen bijeengekomen, tot het offi
cieel samenstellen van een comité tot leni
ging van den nood in de geteisterde streken
in den Achterhoek.
BINNENLAND.
Vergadering van de Ml), roor Letter,
kunde te Lelden (Stadsn., Ie blad).
Een plan roor een vliegtocht van Neder-
land naar Snxiname (Binnenland, 2e blad),
De stemgelegenheld tooi militairen (Bin
nenland, 2e blad).
Anlo-ongelnkken mei doodelijken afloop
bij Veendam en Haarlo (Gemengd, 2e blad).
De loting voor de roeiwedetrljden Tan
Hollandia (Sport, 2e blad).
BUITENLAND.
Chambeilin 1» te Berlijn aangekomen (le
blad).
De moord op den aoTjol-gezani le War-
schan, Notawisseling (Buitenl. en Tel. le
blad).
Italië achter Albanië Inzake het conflict
met Zuid-SlaTië (Builenl., le blad).
De vergadering werd gepresideerd door
den heer A. L. Reimeringer, die na een
woord var. welkom tol de aanwezigen een
korte uiteenzetting gai van het doel dezer
bijeenkomst en voorstelde den burgemeester
mr. A v. d. Sande Bakhuyzen, ook ter ver
gadering aangewezig tot eere-voorzitter le
benoemen, waartoe bij acclamatie werd be
sloten. Vervolgens weid de heer Reimeringer
tot voorzitter aangewezen. Verder werd het
Dag. Besluur aldus samengesteld: J. F. X.
Sanders, vice-voorzitler, dT. J. C. M. Tim
mermans. F. Muys v. d. Moer, penningmees
ter en F. G. Rosier secretaris.
De voorzitter stelde vervolgens aan de
orde de vraag, op welke wijze gelden zou
den moeien worden verzameld. Gedachtig
aan het spreeekwoord dat zegt dat^.men het
ijzer smeden moet als het heet is had bet
voorloopig bestuur reeds besloten heden
Woensdag, een schaalcollecte te houden
waarvoor 60 meisjes zich bereid hadden
verklaard mee te helpen.
De vergadering schonk aan dat besluit
gaarne adhaesie.
De voorzitter vroeg nu wat er verder nog
moest worden gedaan.
Bij vorige gelegenheden waren ook nog
aan vele ingezetenen circulaires met in
schrijvingsbiljetten toegezonden. Wilde men.
dit ook nu doen?
De heer H. J. Cohen achtte dit niet wen-
schelijk. De heer Sijtsma daarentegen beval
het zeer aan. Zeer groote bedragen worden
gewoonlijk niet in de collecteschaal gestort.
Men krijgt dan gelegenheid deze aan den
penningmeester af te dragen.
De voorzitter deelde mede dat deze circu
laires bij de vorige gelegenheid inderdaad
veel succes hadden opgeleverd. Er werd
daartoe vervolgens besloten.
Mevrouw Eerdmans bepleitte de wen9che-
lijkheid om ook circulaires te geven aan
personen, die dit wenschten om daarmede
onder vrienden en kennissen te werken. In
verband met deze opmerking deed de secre
taris de toezegging, dat hij aan hen die dit
wenschten gaarne circulaires zou toezenden.
Men had daarvoor slechts tot hem te wenden
en op te geven hoeveel circulaires men be
geerde.
De voorzitter zeide mij nog dat tal van
vereenigingen reeds den wensch hadden te
kennen gegeven, liefdadiglu-idsuitvoeringen
te houden voor dit doel. Het besluur achtte
dit goed. doch wenseht daarvoor geenerlei
risico op zich te nemen waarmede de ver
gadering zich geheel vereenigde.
De heer Eikerbout bepleitte nog muzikale
ommegangen door de stad bij voorkeur op
Zaterdag waarbij dan zou kunnen worden
gecollecteerd. Tenslotte sprak de voorzitter
den wensch uit dat de burgerij ook nu we
der hare offervaardigheid op milde wijze
zou toonen.
Ds. W. DEN HENGST t
Gisteren is alhier overleden ds. W. den
Hengst emeritus predikant bij de Gerefor
meerde gemeente hier ter slede. Hoewel ds.
Den II. reeds eenigen tijd lijdende was. werd
zijn dood nog niet zoo spoedig verwacht.
Ds. W. don Hengst werd den 4den Sept.
1860 te Delft geboren en bereikte dus den
ouderdom van 66 jaar. Na geslaagd te zijn
voor het eindexamen Gymnasium, te Doe-
linchem, werd hij ingeschreven als student
in de theologie aan de Vrije Universiteit te
Amsterdam. In 1888 werd hij toegelaten als
predikant bij de Geref. Kerken en deed den
2en September van dat jaar zijn intrede te
Den Helder In J894 nam hij een beroep
aan te Veenendnnl.,
Omdat hij zieb .ni^t kor veseenigen met