VOOR DE JEUGD LEIDSCH DAGBLAD c* No. 21. Zaterdag 4 Juni Anno 1927 Ill t I t t t I I t I I I lil 'och prettige Pinkster dagen Do Glaskraam bi] den Ouden Toren. Door C. E. DE LILLE HOGERWAARD. „Hè, vrat saai, echt vervelend met Pink eren thuia te blijven 1" had Lock de lerk boos uitgeroepen, toen Moeder op uir vraag, waar ze met Pinksteren heeiv- ngen, geantwoord had „We blijven dit jaar rustig thuis, Loek. reet, Vader heeft hot moeilijk in zaken nu moeten we allen zoo zuinig moge zijn." jioeder zuchtte, maar dat hoorde Look et eens. Ze was geheel vervuld van eigea leurstelling en het ergste was nog, wat op school wel zouden zeggen. Allemaal ngen ze uit, allen behalve zij natuurlijk eer! Alsof dat nu zóóveel kostteI Ellen- toch, die kale boel tegenwoordig. Het 33 alles even zuinig in den laatsten tijdl Loek haatte dat akelige woord,. Zij holde kamor uit. De deur sloeg hard achter at chcht. Moeder zuchtte opnieuw. Niet over da nksterdagen, die zij thuis zouden door engen. Die konden toch gezellig zijn en isschien als ze heel zuinig was kon op haar huishoudgeld wel een kleinig- ;d besparen, om met een tram of bu» ar de bosschen te gaan, de boterhammen te, dan konden ze, afa 't Pinksterzon- tje wilde schijnen, een heerlijken dag bben. Neen, haar zucht gold niet de Pinkster^ gen, doch het boo ze dochtertje, dat maar et scheen te willen begrijpen, dat het le-leventje van vroeger ten eiüde was. i zij zou het toch moeten begrijpen, moe- n ondervinden in elk geval. Hoe veel gemakkelijker was Bertie! Die ?d© zich bij de dingen neer en vond ple in allerlei genoegens, die geen geM Etten en Moeder steeds voor de kinderen dacht. Bertie was opgewekt en vroolijk. at kon het haar schelen, of de anderen Degen: „Waar gaan jullie met Pinksteren "far toe T" Had zij haar gisteren nog niet pend tegen Annie ten Hoet hooren zeg- ,,0, dat is nog een verrassing. Mie- pion blijven we wel thuis, maar gezellig het toch zeker worden fvr werd veTder niet meer over de aan bande Pinksterdagen gesproken, maar den barometer van Loeks humeur, die «ds meer achteruit liep en tegen Pink ten al héél slecht stond: op regen en merkte Moeder wel, hoe het er in thart van haar oudste dochtertje uitzag, po trad op Vrijdag vóór Pinksteren de rte Pinkstervacantie hl proolijk met haar boekentaach zwaaiend, Bertie thuis. J.Dag Moeder! Vacantie, heerlijk!" riep Iblij uit. par zusje kwam met een norsch ge- pt achter haar aan. Alle andere kinde- 1 gingen uit. Zij natuurlijk alleen niet! i domme Bertie scheen er heelemaal niet j te geven. Zij, Loek, kon daar gewoon [Mi- [Weten jullie wel, wat wij met Pinkste- vïeren V vroeg Moeder, krtde dacht even na Loek, die heel d leeren kon en een uitstekend geheu- 1 bezat, antwoordde stug: „Uitstorting van den Heiligen Geest." „O ja!" beaamde haar jonger zusje. „En wat dat beteekent V' vroeg Moeder weer. „Dat de Heilige Geest onder de men- schen verspreid werd, ia niet, Moeder 1" zed Bertie. „Ja, kindje. Gods Heilage Geest werd door de leerlingen van Jezus op dien dag luide aan alle menschen verkondigd. Zij begrepen, dat zij aides, wat Jezus hun ge leerd had, ook aan anderen moesten mede- deelen." „Was dat moeilijk, Moeder?" vroeg Bertie weer. „Die leer te verkondigen was niet moei lijk, wel haar na te leven," antwoordde Moeder. „Ja," zei Bertie met een zucht, „en 't ie zoo vreeselijk veel, dat Jezus ons geleerd heeft. Wat vindt u 't allermooiste, Moe der t" „Dat is moeilijk te zeggen. Voor onze Pinksterdagen zou ik willen kiezen: Draagt elkanders lasten," klonk het van Moeder* lippen. Met een afgewend gezichtje stond Loek voor het raam. Door de bloemen heen tuur de zij m de stille straat. Woord voor woord verstond zij hetgeen Moeder zei: „Draagt elkanders lasten." Zou Moeder haar last bedoelen, den last van vrije Pink sterdag zonder uit te gaan Och, wel nee, dat kon Moeder niet meenen, Moeder scheen het immers net als Bertie niets te vinden om huis te moeten blijven. Zou Moeder somsja, dat moe^ het zijn. Moeder bedoeldehelpt elkan der Vaders last te dragen, Vader, die er tegenwoordig zoo slecht uitzag en toch voor ieder van zijn gezin, ook voor haar, brommige Loek, zooals zij zichzelf in dit oogenblik noemde, altijd nog een vrien- dolijk woord had. Eigenlijk was het toch voor Vader ook heel naar niet uit te gaan met de feestdagen. Hoe vroolijk was Vader andere jaren geweest en hoe had hij geno ten van zijn uitstapje, dat zijn druk, een tonig leven van veel op kantoor zitten, onderbrak. 'a Middags aan tafel moest Loek ^ader er telkens weer op aankijken. Wat zag Vader er vermoeid uit en wat had hij 'n kringen onder de oogen! 't Was alsof Moeder Loeks gedachten ried. Zoo, meende Loek ten minste, keek Moeder haar aan. Haastig wendde zij haat blik af en tuurde op haar bord. Er viel een traan in haar spinazie. Niemand zou toch iete gezien hebbent! Vervelend, dat haar oogen nu zoo kriebelden- Gelukkig babbel de Bertie ongedwongen voort en misschien voor het .eerst in haar leven was Loek haar zusje dankbaar voor de haar aangeboren vroolijkbeid, waarmee zg aller aandacht van Loek afwendde. ,,'k Wou, dat ik wat voor Vader zou kunnen doen," dacht Loek voortdurend. „Maar hoe kan ik Vader nu helpen, als Moeder het niet eens kan?" En terwijl Loek dien nacht sliep, droom de zij, dat zij Moeder vroeg, hoe zg Vader zou kunnen helpen en dat Moeder ant woordde: „Door een big, zonnig gezichtje te zetten, niet te mokken over het gemis van allerlei pleziertjes, die je niet hebt, maar dankbaar te genieten van allerlei, wat wel onder je bereik ligt en toch ook pret tig is." Toen Loek wakker werd, stond haar be sluit vast: zg wilde doen wat Moeder haar in haar droom aangeraden had. Moeder zag dadelijk aan het ontbjjt, dat Loek een heel andere uitdrukking op haaat gezichtje had. Nu stond de barojpeter op „mooi weer". Zou het Pinksterzonnetje dan toch nog schgnen, ook in het hartje van Loek? Er viel dien dag van allerlei te doen. Denk eens aan: een Zaterdag vóór twee Zondagen I Wat had moeder het druk! Maar zij had twee trouwe helpstertjes en alles ging als vanzelf. Zoo braken dj? Pinksterdagen aan. 't Was prachtig weer en de beide dagen trokken meneer en mevrouw De Klerk er met hun dochtertjes op uit. De tram bracht hen in een ommezientje naar het bosch, dat nu zoo mooi was met het teere groen, hetwelk frisch afstak tegen de donkere den nen. Er werden groote wandelingen ge maakt, allerlei spelletjes gespeeld en toen zg moe waren van het stoeien en ravotten, rustten ze uit op het mos, terwgl Vader hun uit een mooi boek voorlas. De stapels boterhammen, die Moeder meegenomen had, smolten weg als sneeuw voor de zon. Ook Loek genoot van haar vrge dagen; misschien wel het meest, omdat zg Vader weer zoo jong en vroolgk zag, Vader weer geheel als vroeger was. Met krijgertje spelen kon zg nóch Bertie het van Vaders lange beenen winnen. „Wat hebben we dicht bg huis toch 'o mooie plekjes," zei Moeder, die genoot van het heerlgke, rustige buiten-zijn „Zoo moeten we meer op Zondag uit gaan, Moeder," zei Vader. „Ik knap er weer heelemaal van op. En toen de kinderen op den avond van tweeden Pinksterdag in hun bedjes lagen en Moeder ze nog eens kwam toedekken, vertelde Loek Moeder alles van haar droom. „Het waren toch prettige Pinksterdagen," zei ze, terwgl ze haar arm om Moeders bala sloeg. „Dat zal ik aan iedereen zeggen, die er op school naar vraagt. Ik ik geloof, dat ik nog nooit zulke heerlgke Pinksterdagen gehad heb." Het duurde niet lang, of Loek en Bertie vertoefden in het land der droomen, nog na-genietend van de heerlgke bosschen. Zg sliepen als rozen, een wgzerfje rondk PINXSTERVERHAAL door HERMANNA. Frits stormde de huiskamer binnen, op den voet door zijn zusje Betty gevolgd. „Moest Ze zijn al zoo'n eind met de kra men I Druk dat 't op de markt isl Eenigl En „O Moekie, we hebben zoo'n pret gehad. Toos en Rie en Hermien en ikmoet u 's hooren: bij den toren, u weet wel „Och kind, hou jij je nou stil; ik ben met Moes aan 't pralen. Moes, Moes, luis- ster u nou naar mij.... er komt ook een

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1927 | | pagina 17