EET MEER CHOCOLADE REEPEN
PAPIEREN ROZEN
EET DAN voors/eebts'
No. 20601
LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 12 Mel
Tweede Blad Anno 1927
BINNENLAND.
'S morgens om 11 en
's middags om -4 uur»,
ZWITSER
TWEEDE KAMER.
FEUILLETON.
officiEele berichten.
Bq Kon. besluit zijn benoemd tot notaris:
te Rotterdam M. Dassen, candidaat-notaris
te Rotterdam; te Gorinchem W. J. Courrech
Staai, candidaat-notaris, wonende te Rhenen;
te Dieren, gemeente Rheden, Q. van de
Velde, candidaat-notaris te Arnhem;
is benoemd tot rechter in de rechtbank
te Tiel mr. E. J. W. Tap, thans substituut-
griffier b|j gemelde rechtbank;
is benoemd tot plaatsvervangend lid van
de Rijkscommissie voor keuring van trek
paarden G. de Wilde, te St. Maartensdijk.
ontwerp
naamlooze vennootschappen.
De Eerste Kamer heeft besloten het
ontwerp op de naamlooze vennootschappen
te stellen in handen van een commissie van
heeren mr. Van der Hoeven, mr. Mondeis,
mr. Janssen, mr. De Veer en S. van den
Eergh.
DE financiering van openbare
werken.
De werkverruiming.
Door den heer Kortenhorst zjjn aan den
Minister van Financiën de volgende vragen
1. Heeft de Minister kennis genomen van
prae-adviezen, uitgebracht voor de aan
staande vergadering van de Nationale Ver-
eeniging tegen de werkloosheid over de
vraag: „Is het wenschelijk, in tijden van
slechte arbeidsmarkt, met het oog op de
verruiming van werkgelegenheid, de uit
voering van openbare werken te bevorderen,
en, zoo ja, hoe moet men dan in de fi
nanciering dier werken voorzien (o.a. leonen
voor productieve, maar niet onmiddellijk
rendabele werken)
2. Is de Minister van meening, dat voor
de uitvoering van openbare werken alleen
mag worden geleend, indien deze werken
onmiddellijk rendabel zijn?
3. Zoo ja, vreest de Minister dan niet,
dat bij de financiering van openbare wer
ken uitsluitend uit de gewone middelen de
uitvoering dier werken in ongewenschte mate
ral worden vertraagd en hierdoor ook de
werkverruiming zal worden belemmerd?
arbeid door 13-jarige kinderen.
Verschenen is het Voorloopig Verslag
over het wetsontwerp tot wijziging van art.
83 der Arbeidswet 1919.
Vele leden verklaarden zich met het
ontwerp niet te kunnen vereenigen. Zij
achtten het onjuist, het hiaat tusschen den
leeftijd, waarop de leerverplichting ein
digt, en dien, waarop met het verrichten
van arbeid in fabrieken en werkplaatsen
mag worden aangevangen, op te heffen of
te verkleinen door verlaging van den laatst
genoemden leeftijd. Zij meenden, dat het
rerbod van kinderarbeid, gelijk de Arbeids
wet dat thans kent, ongerept behoort te
blijven. Allerminst mag h.i. dit heilzame
verbod worden verkort om een einde te
maken aan een ongewenschten toestand,
welke voor het grootste deel zijn ontstaan
te danken heeft aan wijzigingen in ongun-
stigen zin, in de onderwijswétgeving aan
gebracht. .De eenige juiste manier om de
moeilijkheden op te lossen, zagen deze be
den in een spoedige wederinvoering van
de zevenjarige leerverplichting.
Eenige leden waren van oordeel, dat de
organisatie van het Nijverheidsonderwijs
volgens het leerlingstelsel van dien aard
is, dat van een uitbreiding der toepassing
van dat stelsel geen bijzondere moeilijk
heden behoeven te worden gevreesd.
Vele leden vertel aardem, hun stem aan
het wetsontwerp te kunnen geven. Zij we
ren er o.m. op, dat het totale aantal jon
gens ta.v. wie het hiaat bestfat, tusschen
de 20.000 en 27.000 bedraagt. Een-, grcx.t
deel van dezen zaI nog vrijwillig een ze
vende leerjaar doorloopen, een ander deel
zal arbeid vinden in beroepen, welke niet
onder het bereik van de Arbeidswet vallen.
Enkele leden wijzen op de wenschelijk-
heid van een krachtige bevordering vaü
de vakopleiding.
Verscheiden leden meenden dat de tekst
van de Conventie van Washington in zake
den kinderarbeid zich tegen de toelating
van arbeid krachtens leerovereenkomst
verzet. Eenige leden vroegen in dit ver
band of in een eventueel achterwege blij
ven van de ratificatie van genoemde Con
ventie wel zulk een groot bezwaar zou
zijn gelegen
Enkele leden wezen ten slotte op de
gebrekkige aansluiting van Leerplichtwet
cn Arbeidswet.
BEVORDERING DER NEDERLANDSCHE
INDUSTRIE.
Een circulaire van minister Kan.
De Minister van Binnenlandsche Zaken
en Landbouw heeft een circulaire gezon
den aan de gemeenten, welke met steun
van het Rjjk werk verschaffen, waarin de
Minister mededeelt, dat hij voortaan ernstig
zal hebben te overwegen, verderen steun
in de kosten van werkverschaffing aan die
gemeenten te onthouden, van welke hem
mocht blijken, dat zij niet het hare doen
om baar bestellingen, voor zooveel mogeijjk,
aan de Nederlandsche industrie op te drag-m.
De Minister neemt aan, dat voldoende mede
werking niet wordt verleend, indien het
gemeentebestuur óf niet, óf niet tijdig
dus vóórdat ten aanzien van de gegeven
orders de betrokken gemeente eenige ver
plichting jegens den buitenlandschen leve
rancier op zich heeft genomen overleg
heeft gepleegd met de Rijkscommissie-werk
verruiming, Kloveniersburgwal 70, Amster
dam.
HET MOND- EN KLAUWZEER.
Een circulaire aan de burgemeesters.
In verband met gewijzigde gezichtspun
ten omtrent de bestrijding van het mond
en klauwzeer en met den tegenwoordigen
stand der ziekte hier te lande heeft de Mi
nister van Binnenlandsche Zaken en Land
bouw een circulaire tot de burgemeesters
gericht, waaarin verschillende aanwijzingen
worden gegeven ten aanzien van de toe te
passen maatregelen, zoowel voorloopige als
definitieve, terwijl den inspecteurs van den
Veeartsenijkundigen Dienst dienovereen
komstig door den directeur van genoemden
dienst instructies zijn gegeven.
In gevallen, die daarvoor in aanmerking
komen, zal van Rijkswege behandeling met
immuunserum tegen mond- en 'klauwzeer
worden toegepast.
DE ONLUSTEN IN INDIË.
De politie kende geen details.
Op de vragen van den heer van Boetze-
laer van Dubbeldam betreffende bekend
heid van de plaatselijke politie te Batavia I
in November 1926 met den voorgenomen
aanval der communisten op de gevangenis
te Glodok en het telefoonkantoor te Bata- i
via, heeft mini-ster Koningsberger geant
woord, dat de in de eerste plaats gestelde
vraag, of het juist is, dat aan de Indische
Regeering gegevens ten dienste staan,
waaruit zou blijken, dat de plaatselijke
politie te Batavia inNovember 1926 in
alle bijzonderheden op de hoogte was van
den voorgenomen aanval deT communisten
op de gevangenis te Glodok en het tele
foonkantoor te Batavia, maar dat deze ver
zuimd heeft, de bevoegde autoriteiten
daarmede in kennis te stellen, ontkennend
moet beantwoord worden. Wel waren de
algemeene recherche en de plaatselijke
politie ingelicht, dat er iets broeide en wa-
ren in verband daarmede bijzondere voor
zorgsmaatregelen genomen, maar men was
niet gedetailleerd ingelicht, met name niet
omtrent een voorgenomen aanval op de
gevangenis en het telefoonkantoor.
Waar hier derhalve geen sprake is van
een verzuim om de bevoegde autoriteiten
in te lichten, kunnen de overige vragen
onbeantwoord blijven.
HET INSTITUUT
VAN DEN FABRIEKSARTS.
Een rapport van de commissie van onderzoek
De commissie tot onderzoek naar de
werking van het Instituut van den fabrieks-
arls, ingesteld bij beschikking van den Mi
nister van Arbeid, Handel en Nijverheid
van 11 December 1926, heeft thans haar
rapport uitgebracht. Dit rapport zal bin
nenkort verkrijgbaar worden gesteld.
De commissie resumeert het resultaat,
waartoe zg is gekomen als volgt:
Onder fabrieksarts behoort verstaan te
worden een arts, tegen een vast honorarium
verbonden aan een onderneming, die vol
komen zelfstandig belast is met de leiding
van de ongevalsverzorging, het voorkomen
van ongevallen, de hygiëne, enz., aan die
onderneming, daartoe op geregelde tijden
in de fabriek aanwezig is, waar een goed
ingerichte verbandkamer met het noodige
personeel tot zijn beschikking staat en die
buiten die vaste tjjden gemakkelijk m de
fabriek aanwezig kan zijn.
Hieruit volgt, dat het van de omstandig
heden zal afhangen of meerdere onderne
mingen, die zelf een volledigen ongevallen-
dienst niet kunnen bekostigen, zich zullen
kunnen vereenigen en tezamen een fabrieks
arts aanstellen of^vel, dat een onderneming
zonder fabrieksarts zich aansluit bij ecu
onderneming met een fabrieksarts. Even
eens zal het van de omstandigheden af
hangen of een fabrieksarts al of niet par
ticuliere practjjk kan hebben. Zjjn de fa
brieken dicht bjj elkaar gelegen, dan zal,
zijn zij bovendien van niet te grooten om
vang, een combinatie mogelijk zijn. Even
eens zal, wanneer bijv. een fabriek van
geringen omvang is of de ongevallen over
het algemeen van lichten aard, het uitoefenen
van particuliere practijk mogelijk zijn. Liggen
de ondernemingen op grooten afstand van
elkaar, dan zal die omstandigheid reeds
een beletsel voor samenvoeging van den
ongevallendienst zijn. Het bestuur der Rijks
verzekeringsbank zal tot een dergelijke aan
sluiting of samenvoeging toestemming dienen
te verleenen.
Het oordeel van de commissie is 07er
het instituut fabrieksarts (fabrieksarts dan
opgevat als hiervoor aangeduid) over hex
algemeen met betrekking tot de in de vra
gen gestelde punten gunstig.
De commissie acht het dan ook in het
belang eener goede ongevalsverzorging, 'in
dien de mogelijkheid van verdere ontwik
keling van dat instituut wordt geopend,
waarbij voor nadeelige gevolgen gewaakt
moet worden, dat de belangen van de ver
zekerden in het gedrang raken.
Naar haar meening, is die ontwikkeling
te bereiken door aan ondernemingen, met
een behoorlijk ingerichten geneeskundigen
dienst, eenige faciliteiten te verleenen, o.a.
inzake het doen van ongevalsaangiften.
Ter voorkoming van mogelijke nadeelige
gevolgen zon de inrichting van dien dienst,
waaronder zoowel te verstaan de aanstelling
van den arte, de inrichting van de ver
bandkamer, als de hulp in die verbandkamet
enz. aan bij de wet of algemeenen maatregel
van bestuur te stellen eischen moeten vol
doen en goedgekeurd moeten worden dooi
het bestuur der Rijksverzekeringsbank, waar
bij de commissie voorop stelt, dat voren
bedoelde inrichting zoodanig moet zijn, dat
dat de fabrieksarts het gansche medische
bedrijf in de fabriek beheerscht, regelt en
onder zijn persoonlijk toezicht houdt en aan
de arbeiders zooveel mogelijk het recht van
vriie artsenkeus gelaten moet worden voor
de behandeling na de eerste hulpverleening.
Bij vrijstelling van het doen van onge-
vals-aangiften, wat betreft ongevallen, die
geen verdere gevolgen hebben dan arbeids
ongeschiktheid van ten hoogste zes weken,
behoort een inschrijving in een register,
waaraan rechtskracht ware te verleenen, ver
plichtend gesteld te worden.
SUFPLETOIRE JUSTITIE-BEGROOTING
VOOR 1927.
Ingediend is een wetsontwerp tot ver
hooging van het IVe Hoofdstuk der Slaats-
begrooting voor 1927.
De voorgestelde verhooging strekt tot uit
breiding van den Hoogen Raad met twee
raadsheeren en van de rechtbank te 's-Gra-
venhage met twee rechters.
Bij den Hoogen Raad is uitbreiding noo-
dig geworden door de toename, die de werk
zaamheden van dat college met name ook
door de opdracht van belastingzaken heb
ben ondergaan en tengevolge waarvan een
geregelde afdoening zonder uitbreiding niet
kan worden bereikt.
Bij de Haagsche rechtbank is de toestand
RECLAME.
2477
wanneer c/e maag begint te vragent
neemt c/e arbe/dskraebt af;
M.V.HDLLAN^
CHOCOLADE-F,
voec/zaa m
vanstenkenc/
thans zoo, dat een uitbreiding onvermijde
lijk is, indien men den goeden gang der
reohtsbedeeling wcnscht te blijven waarbor
gen.
GEORGANISEERD OVERLEG.
De Centrale Commissie voor Georgani
seerd Overleg in Ambtenarenzaken heeft,
naar wij vernemen, in haar jongste verga
dering besloten de haar door de regeering
tot advies toegezonden voorstellen tot het
aanbrengen van eenige wijzigingen in de
classificatie van gemeenten in handen le
stellen van een sub-commissie.
In een vermoedelijk op Woensdag 8 Juni
a.s. te houden eerstvolgende vergadering
zal dan hoogstwaarschijnlijk het advies der
Centrale Commissie kunnen worden vast
gesteld.
NEDERLANDSCHE SPOORWEGEN.
Met ingang van heden zullen reizigers,
die onderweg in een hoogere klasse willen
overgaan of verder willen reizen dan het
station van bestemming van hun plaatskaart,
wederom aan den conducteur kunnen bij
betalen; men moet echter, vóór dat men in
de hoogere klasse stapt of vóór dat men
doorreist-, den conducteur waarschuwen, an
ders is men strafbaar.
ZUIVERING VAN AFVALWATER.
Een Instituut te 's-Gravenhage opgericht.
Bij Kon. besluit van 5 dezer is ingesteld
een Instituut voor Zuivering van Afvalwa
ter, gevestigd te den Haag. Het staat recht
streeks onder den minister van Arbeid. Han
del en Nijverheid.
Het Instituut heeft tot taak: a. het uit
brengen van adviezen in zake zuivering van
afvalwater, die aan het Instituut door den
minister van Arbeid, Handel en Nijverheid
of ingevolge een door dien minister getrof
fen regeling worden gevraagd; b. het we
tenschappelijk bestudeeren van het vraag
stuk der zuivering van afvalwater en wat
daarmede samenhangt en het geven van pu
blicaties op dit gebied, dit laatste na beko
men machtiging van den minister van Ar
beid, Handel en Nijverheid.
Aan het Hoofd van dit Instituut staat een
directeur, die bij Kon. besluit wordt be
noemd en ontslagen.
Er wordt ingesteld een commissie van
toezicht op het Instituut. Deze commissie
bestaat uit een voorzitter en twee leden, die
bij Kon. besluit worden benoemd en ont
slagen. De leiding der werkzaamheden aan
het Instituut geschiedt in voortdurend over
leg met den voorzitter van de commissie.
De voorzitter en de leden der commissie
hebben steeds toegang tot de lokaliteiten
van het Instituut en worden, op hun ver
zoek, over al hetgeen het werk van het In
stituut raakt, door den directeur en de
ambtenaren van het Instituut ingelicht. De
voorzitter van de commissie heeft voorts het
recht van alle stukken van het Instituut
inzage te nemen. De commissie van toezicht
houdt zich geregeld op de hoogte van de
werkzaamheden van het Instituut.
De verdere organisatie en de werkzaam
heden van het Instituut en van de commis
sie van toezicht, benevens de verhouding en
de wijze van samenwerking tusschen het
Instituut en andere Rijksdiensten, worden
door den minister van Arbeid. Handel en
Nijverheid geregeld.
De gewone audiëntie van den Minister
van Financiën zal ""Maandag niet plaats
hebben.
Naar uit Parijs van bevoegde zijde
wordt gemeld, heeft de Fransche Regeering
in het tariefonlwerp, dat voor het einde van
deze maand bij de Fransche Kamer in be
handeling zal komen, alsnog eenige wijzi
gingen aangebracht.
O.a. zijn de tarieven voor gloeilampen
met 25 pCt. verlaagd en is het invoerrecht
voor cacaopoeder en cacaoboter van 450
francs tot 320 franco per 100 K G. vermin
derd.
Ook in tarief voor sanitair aardewerk is
een kleine wijziging aangebracht.
(Zitting van gisteren.)
INTERPELLATIE-DE VISSER.
De heer L. L. H. DE VISSER (C.-P.)'
verzoekt te mogen inlerpelleeTen over het
dooden van Chineezen in Samarinda .en
over het antwoord van den minister van
Builenlandsche Zaken op de vragen van
den heer Albarda over den inval in de ge
bouwen van de Sovjet-legatie te Peking.
.Op dit verzoek zal in een volgende ver
gadering worden beslist.
CURACAO.
Voortgezet wordt de behandeling der
CuraQaosche begrooting.
De Minister van Koloniën, de heer KO
NINGSBERGER, zet zijn rede voort. Hij
wijst er op, dat het onvermijdelijk is, dat
de Gouverneur vaak langen tijd afwezig is
door zijn reizen naar andere plaatsen in zijn
eilandenrijk. Voor het brengen van beleefd
heidsbezoeken en in verband met havenbe-
langen zijn deze reizen van belang. De mi
nister moet toegeven, dat ook zijnerzijds
van den gouverneur meer voortvarendheid
De Roman vaü een Circusmeisje.
Vit het Engelsch van RYBY M. AYRES.
Vertaald door J. van der Sluys.
(Nadruk verboden).
15)
0 ja..., Roric stond een beetje on
zeker op, maar toen Blunt hem wilde onder
steunen, duwde hij hem boos op zij.
Ik liet den wagen in Alperton achter.
Ik ben teruggewandeld. Hij keek achter
dochtig naar Blunt Ik mag toch zeker
V®1 wandelen als ik er zin in heb?
Blunt schrok. Mr. Roric was niet nor
maal! Roric schopte zijn schoenen uit en
stamelde zwaar naar de trap. Hij scheen
Blunts aanwezigheid vergeten te zijn; hij
"ield zich aan de leuning vast, toen hij
naar boven liep. Boven gekomen draaide hij
zich om en keek naar den man beneden.
Wel, drommels kerel, waarom sta je
me zoo aan te staren? vroeg hij geïrriteerd.
*- Ga naar bed.
Ja, mr. Roric
En, Blunt je houdt je mond er
0Vet dat ik zoo thuis gekomen ben. Ik heb
fen ontzettende schrik gehad. BluDt, een
I arden schok. Ga nu maar gauw naar bed.
I Maar Blunt bleef roerloos aan den voet
I van de trap staan, totdat hij Roric's slaap-
I aJerdeur hoorde lichlslaan
I tJiï vie' onmi(Jdellijk in slaap. Hij had
I •eöacul, dat hij nooit weer zou kunnen
slapen, maar hij was totaal uitgeput door de
emoties.
Toen hij wakker werd, scheen de bleeke
herfstzon in zijn kamer. Hij sprong in een
soort paniekstemming uit bed; voor een
oogenblik had hij de tragedie van gister
avond vergeten; hij herinnerde zich alleen
dat hij Rosalie bij het aanbreken van den
dag zou ontmoetendat hij twee plaatsen
besproken had in een boot, die dien middag
zou vertrekken.
Hij greep naar zijn horloge; het was
negen uur. Dan, plotseling schoot hem alles
weer te binnen; hij zuchtte zwaar. Het was
alsof zijn hoofd barstte; hij had een gevoel
alsof hij doodziek zou worden.
Zijn kleeren lagen in een verwarden hoop
op den vloer, zooals hij ze had neergewor
pen. Op een kleinen afstand lag een verfrom
melde papieren roos, waar de zon op scheen.
Scherper dan iets anders had kunnen doen,
bracht dit hem den afgeloopen avond met al
zijn verschrikking weer voor den geest; het
drassige veld, de menschenmenigte, het gele
licht van de lampen. Rosalie*zooal9 zij keek,
toen hij haar den eersten keer 's avonds had
gesproken, de lichte blos op haar wangen,
de vroolijke tinteling in haar oogen. In zijn
verbeelding voelde hij weer den zachten
druk van haar handen op zijn arm en op
eens sloeg hij zijn handen voor de oogen om
haar gezicht niet te zien, zooals hij dat
later gezien had; hulpeloos tegen de schou
ders van den gebrekkige.
Dood! Doodl En zij waren met bitterheid
in het hart van elkaar gegaan. Zij zou nu
nooit welen hoeveel berouw hij had. Nooit
zou hij haar dit meer kunnen zeggen
Hij nam de kleine roos op en sloot die
weg in le lade. Hij moest zichzelf dwingen
om zich aan te kleeden en ging naar bene
den. Hij merkte dat Blunt hem met mee
warige oogen aankeek. Om den schijn te be
waren, probeerde hij iets te eten, maar de
happen bleven hem in de keel steken. Toen
Blunt de kamer wilde verlaten, riep hij hem
terug.
Ik ga voor zaken naar Londen. Je
kunt wel iemand naar Alperton sturen om
den wagen te halen. Hij staat op de binnen
plaats van het „Witte Hert."
Goed, mr. RoricBlunt aarzelde.
Er is gisterenavond een vreeselijk onge
luk gebeurd, in Alperton, mr. Roric.
Zoo?
Een vrouw viel tijdens de voorstelling
in het circusgebouw van een trapezium,
mr. Roric.
Ik heb er iets van gehoord. Zwaar
gewond, is 'tniet?
Elk woord viel hem onnoemelijk zwaar,
en tooh. ten kostte van alles moest hij
voorkomen, dat Blunt iels van de waarheid
zou vermoeden.
Ik geloof van wel. mr. Roric
Blunt veegde eenige in zijn verbeelding
aanwezige kruimels van het tafelkleed.
Ik heb hooren vertellen, mr. Roric, dat zij
de vrouw was van dien man, die hier om
het huis rondzwierf.
Roric sprong op; zijn bleek gezich werd
vuurrood. Dat is een laffe leugen!....
schreeuwde hij woedend.
Blunt keek verwonderd op.
Roderick liep weg. Zijn zenuwen waren
tot het uiterste gespannen; hij kneep zijn
handen om het niet als waanzinnige uit
te schreeuwen.
Dat is in elk geval niet waar. zei hij
met geforceerde kalmte. Het meisje was
wel getrouwd, maar niet met dien man.
Vergeet niet den wagen te laten halen,
Hij verdween uit de kamer. Een uur
later was hij in Londen.
Hij nanj een taxi en gaf den chaffeur
het adres op van Feggerson in Kilburn;
hij had een gevoel, alsof hij nooit meer
onbelemmerd zou kunnen ademhalen als
hij de heele geschiedenis niet opbiechtte.
De tragedie van gisteravond had hem
volkomen geschokt. Als het vroeger op den
avond gebeurd was. voordat het onedele
van zijn gedrag klaar tot zijn bewust was
doorgedrongen, zou hij het misschien ge
makkelijker hebben kunnen dragen; maar
sinds het oogenblik, dat de man hem gezegd
had. dat ze dood was, stonden zijn harde
liefdekooze woorden als met letters van
vuur in zijn herinnering gegrift:
Alles wat hij nu weer verliezen zou, door
den ouden Fergerson de waarheid te be
kennen. scheen hem van weinig belang
meer. Het noodlot had zwaar zijn hand op
hem gelegd en hij voelde zich jaren ouder
na dien ecnen nachtr
De oude Fergerson zat nog aan het ont
bijt. Hij nam het leven gemakkelijk op; hij
had veertig jaar hard gewerkt en nu was de
beurt aan anderen, vond hij, om vroeg op te
staan. Hij kwam pas later op den dag op
kantoor; hij was nu enkel het decoratief en
algemeen als' autoriteit erkende hoofd van
de advocaten firma, die hij door zijn groote
bekwaamheid en jarenlange inspanning
zoo'n uitstekende reputatie had bezorgd.
Roric werd direct in de kleine gezellige
kamer gelaten. De oude Fergerson was een
goed man; hij trachtte een oudere vriend te
zijn voor den zoon van zijn gestorven
cliënt.
Zoo, Roderick zei hij vriendelijk.
Hij stond op en legde zijn servet op tafel.
Hij kwam met uitgestrekte hand naar hem
toe, maar bleef opeens staan. Wat scheelt
er aan? vroeg hij bezorgd. Wat scheelt er
aan, jongen? Er klonk bezorgdheid in zijn
stem.
Roderick beet zich op de lippen. Hij ging
bij de tafel zitten en liet zijn bonzend hoofd
op zijn handen rusten.
Het spijt mij, dat ik u al zoo vroeg kom
storen. Maar sedert gisteravond lijkt het
wel of de geheele wereld op zijn kop staat,
mr. Fergerson. Ik.ik weet niet waar ik
beginnen moet.
Je hebt niets geen haast.... zei de
oudere man rustig. Neem kalm den lijd.
Kan ik je iels aanbieden?
Neen. dank u. Het ishet is.Ik
heb u gisteren voorgelogen, (oen u mij de
voorwaarde van mijn vader9 testament....
Er kwam een belangstellende trek op het
gezicht van den ouden jurist, maar toch
fronste hij onwillekeurig de wenkbrauwen.
U vertelde, dat de conditie van de erfe
nis was, dat ik ongetrouwd zou zijn....
Maar dat ben ik niet.
Mr. Fergerson keek naar het verwilderde
gezicht van den jongen man.
Miss Fane? vToeg hij.
Roric zuchtte diep: Neen.
De oude Fergerson schoof een sloe! bij en
ging naast hem zitten. Een oogenblik liet hij
zijn hand vriendelijk op die van Roderick
rusten.
Is het niet beter, dat je me alles maar
vertelde?
En daarop kwam het verhaal, gejaagd,
hortend en onsamenhangend.
(Wordt vervolgd).