PAPIEREN ROZEN No. 20593 LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 3 Mei Tweede Blad Anno 1927 BINNENLAND. FEUILLETON. DE TERJAARDAG TAN PRINSES JULIANA. Het galadiner ten hove. Medegedeeld kan nog worden, dat aan het galadiner ten Hove Zaterdagavond j.l. de Voorzitter der Eerste Kamer, Luitenant- Generaal J. J. G. Baron van Voorst tot Voorst, die de oudste dischgenoot was, met toestemming van H. M. de Koningin een hartelijken heildronk uitbracht op de ge zondheid van Prinses Juliana, waarbij spr., herinnerende aan de ontroerende toespraak, welke de Koningin zoo juist tot Haar Doch ter gericht had, de hoop en verwachting uit sprak, dat al de wenschen, welke de Ko ningin had geuit, voor Prinses Juliana in de beste vervulling mochten komen. Ontvangst door H. E. H. prinses Jnliana. Gisteren heeft H. K. H. Prinses Juliana, gelijk gemeld, in tegenwoordigheid van Ba rones Bentinck, Hare Hofdame, den Groot meester van Haar Huis, Graaf van Lynden en Sandenburg en Baron Baud, Kamerheer, een reeks van deputaties ontvangen, welke Haar geschenken kwamen aanbieden. De audiënties hadden plaats tusschen 9 uur en'kwart voor twaalven. Het eerst werd ontvangen een afvaardi ging van het Internationaal Intermediair Instituut, bestaande uit Mr. Loder, voorzitter van den Raad van Bestuur, den burgemees ter van Den Haag, Mr. Patijn als voorzitter van den Raad van Bescherming, mejuffr. van Manen, lid van den Raad van Bestuur en M. Torley Duwel, directeur. Aangeboden werden de gezamenlijke pu blicaties der nu bijna tien jaar bestaande stichting. Deze publicaties bestaan uit de vijftien tot nu toe verschenen deelen van het Bulle tin, het werk van Prof. Kosters en Mr. Belle mans betreffende de Verdragen van den Haag van 1902 en 1905, van Prof. Verzije over Prijsrecht gedurende den oorlog, van mevr. Kluyver, houdende documenten over den Volkenbond, vervolgens het Repertoire van Verdragen gesloten van 1895 lot 1920 en het Statuut en Reglement van het Perma nente Hof van Internationale Justitie. De bovengenoemde werken zijn gebonden In leder en aan de achterzijde voorzien van het wapen van Hare Koninklijke Hoog heid. Met een korte toespraak overhan digde Mr. Loder het geschenk aan de Prinses. Daarna werden achtereenvolgens door de Prinses ontvangen: een deputatie uit het Bestuur van den Nalionalen Vrouwenraad van Nederland, welke aanbood een lederen schrijfportefeuille; afgevaardigden van 20 Scheveningsche Vereenigingen, door welke deputatie werd aangeboden een model, in zilver, van het Scheveningsche vaartuig, en een model van de Gedenknaald, te Scheveningen geplaatst. een deputatie van de Oranjevereeniging te Delft, die met een oorkonde, een schotel van Delftsch aardewerk, vervaardigd door de Porceleyne Fles, aanbood; een deputatie uit de Oranjeverenigingen te Rotterdam, uit wier handen de Prinses een schilderij, voorstellende een gezicht op de Maas, aanvaardde; gedelegeerden uit de Commissie voor openbare feesten te Gouda, die overbren gers waren van een geschenk bestaande uit een jardinière van aardewerk een deputatie uit de Oranjevereeniging te te Leerdam, aanbiedend een Unica-vaas; afgevaardigden van de Vereeniging voor Penningkunst, die een penning aanboden; een afvaardiging uit de Jonge Geuzen- en Geuzinnen-groep „Kerk, Oranje en Vader land te Amsterdam en Arnhem, door welke deputatie werd aangeboden een afdeeling van de Catharinekerk te Den Briel; twee kinderen van de Boddaert-Tehuizen te Amsterdam, die een fraai bewerkt kussen kwamen brengen een deputatie van de Meisjesvereenigingen op Gereformeerden grondslag in Nederland, aanbiedend een lederen boekomslag; Een Commissie uit de ingezetenen van Vreeswijk, die medebracht het portret van Koningin en Prins Hendrik:, in zilveren lijst; ten slotte een vertegenwoordiging van Friesche schoolkinderen, die de Prinses een zilveren schrijfgarnituur kwamen schenken. Gistermiddag te halfvijf heeft Prinses Juliana nog ontvangen mevrouw van Boet- zelaer van Dubbeldam, die haar een kan ten kussen aanbood namens de Witte Kruis- kolonie bij Salatiga. Ten slotte ontving de Prinses te 5 uur den heer J. Smit, Hooge Commissaris van Zuid-Afrika te Londen, die vergezeld werd door zijn echlgenoote. Met een kort woord bood de heer Smit een waaier en mantel van Zuid-Afrikaan- sche struisvogelveeren aan namens Regee ring en Volk van Zuid-Afrika. Onder de talrijke fraaie bloemgeschenken welke Prinses Juliana werden toegezonden, behoorde ook een bloemstuk van den Raad van Ministers. H. M. de Koningin, Z. K. H. de Prins en H. K. H. de Prinses gebruikte heden het noenmaal bij H. M. de Koningin-Moeder en zijn daarna tusschen 3 en 4 uur per auto van het paleis Noordeinde naar het Loo ver trokken. Op den Julianadag heeft de H. T. M. ver voerd 300.000 menschen, waarvan 29.000 met de Delftsche lijn en 16.500 met de Was- senaarsche lijn. Op 1 Mei werden 220.000 personen ver voerd, waarvan 23.000 met de Delftsche en 21.000 met de Wassenaarsche lijn. BESTRIJDING VAN KAPITAAL VLUCHT. Belastingheffing van Nederlanders in het buitenland. Een wetsontwerp is ingediend, houdende bepalingen betreffende de belasting van niet binnnen het Rijk wonende Nederlan ders, die niet zijn ingezetenen des Rijks. De Minister van Financiën zegt. in zijn toelichting op dit ontwerp, dat de wetgever bij de Wet op de Inkomstenbelasting 1914 een goede keus deed, door als criterium voor belastingplicht de inwoning en niet de na tionaliteit te bepalen. Daarmede is echter niet gezegd, dat die keus onder alle om standigheden volledig kan worden gehand haafd. En de omstandigheden zijn wel ver anderd, in verschillend opzicht Vooreerst heeft in het algemeen de groote verhooging van het tarief der inkomstenbelasting aan allerlei vragen, die men vroeger niet al3 van veel praclisch belang beschouwde, een sterk toegenomen beteekenis gegeven. Ook heeft het vraagstuk der belastingen de laatste jaren een internationaal aspect ge kregen. Het oplreden van den Volkenbond in de kwestie-der dubbele belasting is daar van een symptoom. Het optreden van den Volkenbond is verder ingegeven door de wcnschelijkheid, dat, wordt eenerzijds dub bele belasting voorkomen, anderzijds al datgene bevorderd worde, wat strekken kan tol een rechtmatige verdeeling der lasten van wederopbouw over allen. Deze laatste gedachte leidt ertoe, aan de nationaliteit een iets groolere plaats in het bela9ling- slelselstelsel in te ruimen, dan zij tot dus ver daarin bekleed heeft. Zonder anteceden ten is dit niet. Als voorbeeld noemt de Mi nister de regeling van de Amerikaansche income-tax. Hieraan zijn (behoudens de toe passing van bepalingen ter voorkoming van dubbele belasting) ook onderworpen de niet in de Vereenigde Staten wonende Ame rikaansche1 burgers wegen9 hun inkomsten uit vermogens, ook al bevinden zich de bronnen dier inkomsten buiten Amerika. De Minister zou een desbetreffende rege ling uitsluitend willen toepasselijk verkla ren op Nederlanders, die het Rijk metter woon verlaten hebben. Voor de toepassing ook op Nederlanders, die nimmer hier te lande gewoond hebben, ziet hij geen reden aanwezig, aangezien hun verhouding tot het land een andere is, dan die van hen, bij wie de nauwe betrekking van wonen aan wezig is geweest. Het ontwerp bepaalt aus, dat Nederlanders, die het Rijk metterwoon verlaten hebben, aangeslagen worden als woonden zij nog hier te lande, met^ dien verstande dat zij van de naar het Nerier- landsch tarief verschuldigde belasting in aftrek mogen brengen hetgeen zij in de ge lijksoortige belasting van een vreemden staat hebben te betalen. De Nederlander zonder vaste woonplaats zal op die wijze de Nederlandsche belasting ten volle betalen en de overigen betalen het verschil in belasting bij. Op den aldus gestelden regel behooren drie uitzonderingen te worden toegelaten. Vooreerst deze, dat er niet onder zullen val len de Nederlanders, die na het verlaten van het Rijk zich hebben gevestigd in één der Nederlandsche overzeesche gewesten. Voorts mag de bepaling niet van toepassing zijn op hen, die wegens de uitoefening van een bedrijf of beroep genoodzaakt zijn in een vreemd land te wonen. Ten slotte moet een uitzondering gemaakt worden voor hen, die ter zake van 's Lands dienst buiten het Rijk wonen. De gevolgde ratio zal ook moe ten gelden voor de vermogensbelasting, de aan beide belastingen verwante verdedi gingsbelasting en ook voor de successiebe lasting en het recht van schenking. DE STATENVERKIEZINGEN. Hei niet-stemmen door „conscientie-bezwaren". De heer Kersten heeft tot den minister van Justitie de volgende schriftelijke vragen gericht: Is het Uw Excellentie bekend, dat vele vrouwen aan de laatstgehouden stemming voor de Prov. Stalen niet hebben kunnen deelnemen, omdat zij zich ovortuigd achtten dat het deelnemen in strijd is met Gjds Woord? Is Uw Excellentie bereid, zoo noodig in overleg met Uwer Excellentie's ambtgenoot den minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw, te bevorderen, dat consciëntie bezwaarden niet vervolgd worden, maar gerekend onder hen, die om geldige redenen, in den zin der wet, verhinderd waren? RECHERCHEURS OP EEN VERGADERING VAN MARINEPERSONEEL. Door den heer Brauligam zijn tot den Minister van Marine a. i. de volgende schriftelijke vragen gericht; 1. Is het juist, dat een ledenvergadering van Europeesch personeel der bonden van korporaals en van minder marinepersoneel, gehouden te Makasser, door twee recher cheurs is bijgewoond, althans door hen is getracht, het op die vergadering gesprokene af te luisteren? 2. Kan de Minister mededeel en, of het Binnenlandsch Bestuur hierbij handelde in overleg met en op verzoek van den comman dant van de Kweekschool voor Nederland sche schepelingen te Makasser? 3. Is de Minister in dat geval bereid, te gen dit onjuiste oplreden maatregelen te treffen? 4. Is de Minister ingeval het Binnen landsch Bestuur zonder overleg en op eigen verantwoordelijkheid handelde bereid, zijn ambtgenoot van Koloniën op het on juiste van deze handelwijze opmerkzaam te maken? SCHENDING VAN BRIEFGEHEIM? Door den heer .Brauligam zijn aan den Minister van Marine a. i. de volgende schrif telijke vragen gesteld: 1. Is het den Minister bekend, dat op last van den commandant van de Kweekschool voor Inlandsche schepelingen te Makasser voor Europeesche schepelingen bestemde brieven zijn opengemaakt en naar den in houd dezer brieven een onderzoek is inge steld? 2. Is het juist, dat zulks is geschied zon der medeweten, althans zonder voorafgaan de toestemming der geadresseerden? 3. Indien de onder 1 en 2 gestelde vragen bevestigend moeten worden beantwoord, wil de Minister dan van zijn afkeuring over deze schending van het briefgeheim doen blijken en maatregelen treffen, die herha ling voorkomen? VERLAGING POSTTARIEVEN. Brieven met 1 Juli voor 7Vï cent. De voorbereidende werkzaamheden voor herziening van het briefposttarief zijn thans zoover gevorderd, dat waarschijnlijk reeds tegen 1 Juli a.s. kan worden tegemoet gezien: a. Verlaging van het port der binnen landsche brieven van enkelvoudig gewicht tot 7l/a cent; b. idem van het onmiddellijk daarmede samenhangende port der brieven voor Nederlandsch-Indië, Suriname en Curacao, alsmede van het port der in het grensver keer naar Duitschland en België verzonden brieven. De mindere ontvangst tengevolge hiervan wordt geraamd op f 4.100.000 per jaar. In verband met den stand van de be- drijfsrekening der P. T. T. en de eischen der schatkist, zal voor het loopende jaar, voor zoover thans kan worden voorzien, met de aangegeven tariefsverlagingen moe ten worden volstaan. WERKVERRUIMING. De Rijkscommissie voor werkverruiming vergaderde 26 April te 's-Gravenhage, ouder voorzitterschap van prof. dr. W. H. Nolens. Het verslag van de werkzaamheden der commissie, loopende over het tijdvak vaD 22 Dec. 1922 tot 31 Dec. 1926, werd vast gesteld. Uitvoerig werden van gedachten ge- wisselo over den toestand der Maastrichtsche ceraraische- en glas-industrie. Besloten werd het rapport omtrent het vanwege de com missie ingestelde onderzoek ter kennis van de regeering te brengen. Vastgesteld werd het antwoord op een van den Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw ontvangen brief met betrek king tot de levering van materialen door tusschenkomst van de Nederlandsche Hoog ovens en Staalfabrieken. Voorts werd behandeld een ingekomen verzoek om de spoedige uitvoering van een groot Waterstaatswerk te bevorderen. De commissie vond, gezien het stadium, waarin de voorbereiding van het werk verkeert, geen aanleiding om voorshands op het ver zoek in te gaan. Mededeeling werd gedaan van een 25-tal gevallen, waarin de commissie haar bemid deling had verleend om te bevorderen, dat opdrachten aan de Nederlandsche nijverheid zonden ten deel vallen. Tot haar leedwezen moest de commissie vaststellen, dat er in den laatsten tijd weder belangrijke orders, welke, indien bij de op drachtgevers de noodige goede wil aanwezig ware geweest, voor de Nederlandsche nij verheid hadden kunnen zjjn behouden, aan de buitenlandsche nijverheid waren ten deel gevallen. In dit verband werd er op gewezen, dat er gemeenten zijn, die, eenerzijds ten behoeve van de werkloozengroep een beroep doen op 's Rgks schatkist, doch die ander zijds orders, welke uit een oogpunt van werkverruiming van belang zijn, in het buitenland plaatsen, ook wanneer zij zonder geldelijke offers aan de Nederlandsche nij verheid hadden kunnen ten deel vallen. GENOOTSCHAP NEDERLAND—BELGIË. Zaterdag heeft de oprichting plaats ge vonden van een genootschap Nederland België, hetwelk, evenals andere dergelijke vereenigingen, zich ten doel stelt, de cultu- reele banden tusschen de beide landen te versterken en het geven van grootere en wederzjjdsche bekendheid aan alle uitingen op kunstgebied. De oprichters zijn de heeren C. H. W. Baard, mr. J. C. de Beaufort, R F. P. de Beaufort, jhr. F. Teding van Berkhout, Tyo H. van Eeghen, ^mr. J. B. de la Faille, W. A. van Konijnenburg, E. S. Labouchère, M. A. G. van der Leeuw, Huib. Luns, Joh. de Meester, J. Sluyters, Jan Stuyt en Jan Th. Toorop. Voorzitter is mr. J. B. de la Faille en secretaris mr. J. C. de Beaufort, te Bloemendaal. In België is men bezig met de zuster vereniging BelgiëNederland te stichten. BOND VAN AMBTENAREN BIJ DE WATERSCHAPPEN IN NEDERLAND. De Bond van Ambtenaren bij de water schappen in Nederland heeft te Amsterdam zijn algemeene vergadering gehouden on der voorzitterscrap van den heer M. J. van Heumen. Aan het jaarverslag is ontleend, dat als nieuw lid is toegetreden de Bond van Amb_ tenaren bij de Zeewerende Waterschappen in Nederland. Besloten werd een audiëntie aan te vra gen bij den minister van financiën teneinde te trachten een wijziging der Pensioenwet te verkrijgen, wat de toepassing van art. 150 betreft. Het hoofdbestuur werd herbenoemd. In RECLAME. Ziet gij ouder uit dan gij zijt? L Slechte spljsverte^ ring, verstopping, maagkwalen enz., werken nadeelig op uw humeur en ge stel, Foster's Maag- pillen zijn een zacht* werkend laxeermid* del, dat uw kwaal doet verdwijnen. Roster's Maagpillen Alom verkrijgbaar f 0.65 per flacon. 1956 de plaats van den heer D. Fonkert te Oud- Beijerland, die niet weder in aanmerking wenschte te komen, werd benoemd de heer C. B. Koole te Lemmer, ale vertegenwoor- diger der nieuw toegetreden afdeeling. Bij de verdere behandeling der agenda, werd nog een vacantieregeling in het werk program opgènomen. Besloten werd de volgende algemeen® vergadering zoo mogelijk te Leeuwarden te houden. PRIJSVERLAGING DER PASPOORTEN. Het hoofdbestuur der Nederlandsche Reisvereeniging heeft een adres gezonden aan de Tweede Kamer, in verband met de indiening vam het wetsontwerp, waarbij de kosten der paspoorten belangrijk worden verlaagd en de duur der paspoorten aan-» merkelijk wordt verlengd, in welk adres het hoofdbestuur er op aandringt de behan-. deling van dit wetsontwerp, met het oog op het aanstaande reisseizoen, zooveel mo-» gelijk te bespoedigen. VEREENIGING VOOR ACTIEVE HANDELSPOLITIEK. Ongeveer 400 personen hebben instem-* ming betuigd bij den ministerraad aan een adres, dat door de Vereeniging voor Actieve Handelspolitiek bij dien Raad werd ingezonden en waarbij verzocht wordt on-» verwijld te breken met de lijdelijkheid, die onze handelspolitiek tot dusver te zeer ken merkte, en de middelen te treffen, die ons tot afweer van buitenlandsche belemmerin gen, beter dan thans, in staat stellen. PATROONSBOND VOOR DE BOUWBEDRIJVEN IN NEDERLAND. Dezer dagen heeft te Amsterdam de Pa-» troonsbond voor de bouwbedrijven in Neder-» land vergaderd onder voorzitterschap van den heer G. H. Kieviet te Rotterdam. Uit het jaarveslag over 1926 bleek o.ra. dat het ledental toenam van 969 tot 1067. Rekening en verantwoording over 1926 en begrooting voor 1927 werden goedge keurd. Het kassaldo nam toe van f 8379 tot f 9365. Hiernaast bestaat nog een afzonder lijk propagandafonds. De bestuursverkiezingen hadden lot ro^ sultaat. dat herkozen werden de heeren G, J. Ooiman, Leeuwarden, A. de Vries Hzn., Assen, W. van Gent. Amersfoort en A. Ver-» steeg, Utrecht. In de plaats van den heer C. P. Sluy te Baarn, die zich niet herkiesbaar stelde, werd gekozen de heer A. C. Mulder, Oosterbeêk. In plaats van den heer C. P. Stuy werd tot lid van het dagelijksch bestuur gekozen de heer F. H. Ringers te Alkmaar. De voorzitter, de heer G. H. Kieviet, Rot terdam, werd bij acclamatie herkozen. De alphabetische aanbevelingslijst voor griffier van de rechtbank te Almelo luidt: mrs. C. W. Andreae, G. Felix en A. van der Hoop, allen subst.-griffier bij de rechtbank, resp. te Groningen, Arnhem en Rotterdam; mr. A. B. Somer, griffier van het kantongerecht te Goes, is met het lot afgevallen tegen een van bovengenoemde candidaten. De collecte voor het Drentsche Veen- kind, die Zaterdag j.l. te Amsterdam ge houden werd, heeft een totaalbedrag van f24.750 opgebracht. De Roman van een Circusmeisje. Uit het Engelsch van RYBY M. AYRES. Vertaald door J. van der Sluys. (Nadruk verboden). 7) Even was er stilte. Zoo, zou je dat zoo heerlijk vinden, zei de jonge Briton. Hij lachte nerveus. U wel, dan zal je ze hebben, Rosalie. Voor mij heeft het geld toch geen waarde heusch, niet meer dan een shilling voor jou zou zijn. Hartelijk nam hij haar hand. Het zal ie in staat stellen dit leven vaarwel te zeg gen en weg te gaan, naar Amerika of waar je wilL Ik zou je zoo graag helpen. Op deze manier kan ik het doen; twee honderd pond is voor een meisje als jij een heel bedrag, dat je langen tijd op de been kan houden. Zij stond heel stil zij liet haar hand even in de zijne liggen. Als ik er mee rond kan komen, kunt u dat ook. zei ze langzaam Je begrijpt het heusch niet; er is een enorm verschil Je bent jong, je hebt niet ge leerd veel eischen aan het leven te stellen, weet weinig van de wereld. Neen, u weet weinig, viel ze hem haas- "g in de rede Het is dom om te pratc-n als n doet, terwijl u jong en sterk bent Uw heele leven ligt nog voor u en u praat alsof u een oude man bent, die niets van het leven te verwachten heeft. Ik wil u nooit weer zien. Zij draaide zich om en liep weg over het modderige veld. De jonge Briton bleef haar sprakeloos ach- keloos achterna staren. Hij was boos. hoe durfde zij zoo lot hem spreken een piep jong ding. een armoedig circusmeisje 1 Ver achting had in haar stem geklonken. Ver achting voor hem! Plotseling werd hij er zich bewust van dat het geen toorn was. het gevoel, dat hem de vuisten deed ballen, maar schaamte! Hij was dwaas en laf geweest. Als een zwakkeling had hij zich door den eersten den besten klap van het noodlot laten neer slaan Ze had gelijk, dat ze hem verachtte, hij verdiende het 1 Hij rende haar na en riep haar naam. Zij stond stil en zei verschrikt: Sherny kan u hooren, wees toch voor zichtig! Laat heml Ik ben niet bang voor Sherny! Neen, zei zij bevend. Maar ik wel. Jou arm. klein ding, zei de jonge Bri ton. Hij tastte door de duisternis en legde zijn hand op haar schouder. Hoe oud ben je, Rosalie? Achttien. Pas achttien? Ik ben drie-en-twintig. Hij voelde zich jaren ouder en toch was zij dapperder dan hij; zij had hem beschaamd gemaakt, zij had hem zijn mannelijk gevoel van eigenwaarde teruggegeven. Hij zou dóór zetten; hij zou zich niet onder den voet la ten loopen door het noodlot hij zou zijn eigen weg zoekenen vindenhij zou zijn teleurstelling te boven komenmaar zij hij zou haar moeten achterlaten in het ruwe leven, dat zij haatte, hij dien deugniet Sherny en bij dien gebrekkige, tenzij...,. Zijn vingers omklemden haar hand zij stonden een oogenblik zwijgend stil in de duisternis. Lilian Fane zou nooit zijn vrouw worden, zij zou al lang getrouwd zijn als hij zijn weg gevonden had dat hoofdstuk van zijn leven was afgesloten voorgoed. Toen hij sprak klonk zijn stem ouder, ernstiger. Rosalie, wij hebben geen van beiden vrienden. Ik ben nu net als jij, alleen op de wereld. Ik moet mijn leven van voren af aan beginnen. Zou je niet denken,-dat het 't beste was als wij samen konden gaan, ver weg? De hand, die haar vasthield, was nu rus tig; hij koos zijn woorden met overleg. Hij voelde haar vingers trillen in zijn greep; zij week achteruit, voor zoover zijn greep dat toeliet. Wat bedoelt u, vroeg zij; de woorden klonken hijgend en heesch-gefluisterd. Roderick gunde zich niet den tijd te den den; hij was als bezeten door zijn plotselin- gen, heftigen impuls. Trouw met mij en laten wij samen naar een vreemd, nieuw land gaan! rv. Hel was bijna middernacht, toen Roderick Briton de auto terugreed in de stallen van het groote donkere huis. De staljongen kwam hem tegemoet, sla perig en geeuwend. Hij keek nieuwsgierig naar zijn jongen meester; zijn gezicht was zoo rood en zijn oogeD hadden zoo'n vreem den glans 's Morgens vertelde hij den stal meester dat Mr. Roric dronken van Alperton teruggekomen was. De stalmeester gaf hem een klap om zijn ooren. Jij zoudt al dronken thuiskomen, denk ik, als je ook maar half zooveel zorgen zoudt hebben, als Mr. Roric, zei hij. Het gebeurt niet iederen dag, dat een jonge man een for tuin verliest. Neem je tong een beetje in acht! uMaar het waren opwinding en een gevoel van ellende geweest, waardoor in Roric's oogen zoo'n glans en op zijn gezicht zoo veel kleur waren geweest. Het was hem alsof een nachtmerrie hem bekroop, toen hij van de stallen naar het groote huis terugkeerde. De bedienden waren allen al lang naar bed; één licht brandde laag in de hall; een grijze, kortharige herdershond op de mat onder aan de trap hief zijn kop op en bromde toen de jonge Briton de deur opende. Daarop kwam het dier kwispelstaartend naar hem toe. Roderick streek hem met een afwezigen blik liefkozend over den kop, hij hield van dieren en dat schenen zij te mer ken. Scott stond naast hem en jankte zachtjes van vreugde. De jonge Briton trok zijn schoenen uit en hing zijn overjas op; hij duwde zijn koude natte neus tegen de hand van den jongen baas als om diens aandacht te trekken. Toen Roric de trap opliep, kwam de hond hem nahij bleef op de onderste treden van de trap staan, terwijl hij hem met zijn ver standige oogen nakeek. Roderick keek naar het dier. Koest, jongen! blijf liggen, Scott. De aanhankelijkheid van het beest gaf hem een vreemd gevoel van dankbaarheidI Hij had er nog wel altijd op beroemd meer vrienden te hebben dan hij wenschte. Boven aan de trap hing een levensgroot portret van zijn vader; het was kórt geleden daar opgehangen; de zwaarvergulde lijst stak door haar glanzende nieuwheid sterk tegen de andere portretten af. Roderick bleef staan. Hij lichtte den kandelaar, dien hij in zijn hand had, op, zoodat de kleine flikken rende vlammetje spookachtige glanzen wierp» op het grimmige, geschilderde gelaat. Zooals hij daar stond, was de gelijkenis tuschen de beide mannen, vader en zoon, die de oude Fergerson ook opgemerkt had, wel heel sterk, strenge oogen keken in strenge oogen beiden hard, bitter en zonder genade. Roderick begon onverschillig te lachen* Hij had het gevoel, alsof de loode wist, wat hij de laatste paar uren gedaan had en hij was blij blij, dat hij in staat geweest was, een flinken klap tegen den familietrots te geven. Hij had het gevoel, dat zij het allen wisten, die lange statige rij van voorvaderen, die nu op hem, den laatsten van hun ge-» slacht, neerzagen, met grimmige afkeuring* Weer lachte hij onverschillig, toen: hij den kandelaar liet zakken; hij blies het kleine vlammetje uit en ging in het donker verder naar boven. Blunt, de stijf-deftige huisknecht, bracht de koffie binnen en trok zich naar het buf fet terug, met een sphinxachtige uitdrukking in de oogen. Roric had den heelen nacht geen oog dicht gedaanzijn hoofd barsttehij had het gevoel als een man, die op een mooie lente morgen gewekt wordt door gouden zonne stralen, die op zijn gezicht schijnen en tot het besef komt, dat het de dag van zijn executie is! Hij dronk zijn kop koffie in één teug leeg en keek naar Blunt. Deze zag het raam uit met een eigenaar dige waakzame uitdrukking op zijn gewoon lijk strak gezicht. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1927 | | pagina 5