PAPIEREN ROZEN
No. 20593
LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 3 Mei
Tweede Blad Anno 1927
BINNENLAND.
FEUILLETON.
DE TERJAARDAG TAN
PRINSES JULIANA.
Het galadiner ten hove.
Medegedeeld kan nog worden, dat aan het
galadiner ten Hove Zaterdagavond j.l. de
Voorzitter der Eerste Kamer, Luitenant-
Generaal J. J. G. Baron van Voorst tot
Voorst, die de oudste dischgenoot was, met
toestemming van H. M. de Koningin een
hartelijken heildronk uitbracht op de ge
zondheid van Prinses Juliana, waarbij spr.,
herinnerende aan de ontroerende toespraak,
welke de Koningin zoo juist tot Haar Doch
ter gericht had, de hoop en verwachting uit
sprak, dat al de wenschen, welke de Ko
ningin had geuit, voor Prinses Juliana in de
beste vervulling mochten komen.
Ontvangst door H. E. H. prinses Jnliana.
Gisteren heeft H. K. H. Prinses Juliana,
gelijk gemeld, in tegenwoordigheid van Ba
rones Bentinck, Hare Hofdame, den Groot
meester van Haar Huis, Graaf van Lynden
en Sandenburg en Baron Baud, Kamerheer,
een reeks van deputaties ontvangen, welke
Haar geschenken kwamen aanbieden.
De audiënties hadden plaats tusschen 9
uur en'kwart voor twaalven.
Het eerst werd ontvangen een afvaardi
ging van het Internationaal Intermediair
Instituut, bestaande uit Mr. Loder, voorzitter
van den Raad van Bestuur, den burgemees
ter van Den Haag, Mr. Patijn als voorzitter
van den Raad van Bescherming, mejuffr.
van Manen, lid van den Raad van Bestuur
en M. Torley Duwel, directeur.
Aangeboden werden de gezamenlijke pu
blicaties der nu bijna tien jaar bestaande
stichting.
Deze publicaties bestaan uit de vijftien
tot nu toe verschenen deelen van het Bulle
tin, het werk van Prof. Kosters en Mr. Belle
mans betreffende de Verdragen van den
Haag van 1902 en 1905, van Prof. Verzije
over Prijsrecht gedurende den oorlog, van
mevr. Kluyver, houdende documenten over
den Volkenbond, vervolgens het Repertoire
van Verdragen gesloten van 1895 lot 1920
en het Statuut en Reglement van het Perma
nente Hof van Internationale Justitie.
De bovengenoemde werken zijn gebonden
In leder en aan de achterzijde voorzien
van het wapen van Hare Koninklijke Hoog
heid. Met een korte toespraak overhan
digde Mr. Loder het geschenk aan de Prinses.
Daarna werden achtereenvolgens door de
Prinses ontvangen: een deputatie uit het
Bestuur van den Nalionalen Vrouwenraad
van Nederland, welke aanbood een lederen
schrijfportefeuille;
afgevaardigden van 20 Scheveningsche
Vereenigingen, door welke deputatie werd
aangeboden een model, in zilver, van het
Scheveningsche vaartuig, en een model van
de Gedenknaald, te Scheveningen geplaatst.
een deputatie van de Oranjevereeniging
te Delft, die met een oorkonde, een schotel
van Delftsch aardewerk, vervaardigd door
de Porceleyne Fles, aanbood;
een deputatie uit de Oranjeverenigingen
te Rotterdam, uit wier handen de Prinses
een schilderij, voorstellende een gezicht op
de Maas, aanvaardde;
gedelegeerden uit de Commissie voor
openbare feesten te Gouda, die overbren
gers waren van een geschenk bestaande uit
een jardinière van aardewerk
een deputatie uit de Oranjevereeniging te
te Leerdam, aanbiedend een Unica-vaas;
afgevaardigden van de Vereeniging voor
Penningkunst, die een penning aanboden;
een afvaardiging uit de Jonge Geuzen- en
Geuzinnen-groep „Kerk, Oranje en Vader
land te Amsterdam en Arnhem, door welke
deputatie werd aangeboden een afdeeling
van de Catharinekerk te Den Briel;
twee kinderen van de Boddaert-Tehuizen
te Amsterdam, die een fraai bewerkt kussen
kwamen brengen
een deputatie van de Meisjesvereenigingen
op Gereformeerden grondslag in Nederland,
aanbiedend een lederen boekomslag;
Een Commissie uit de ingezetenen van
Vreeswijk, die medebracht het portret van
Koningin en Prins Hendrik:, in zilveren
lijst;
ten slotte een vertegenwoordiging van
Friesche schoolkinderen, die de Prinses een
zilveren schrijfgarnituur kwamen schenken.
Gistermiddag te halfvijf heeft Prinses
Juliana nog ontvangen mevrouw van Boet-
zelaer van Dubbeldam, die haar een kan
ten kussen aanbood namens de Witte Kruis-
kolonie bij Salatiga.
Ten slotte ontving de Prinses te 5 uur
den heer J. Smit, Hooge Commissaris van
Zuid-Afrika te Londen, die vergezeld werd
door zijn echlgenoote.
Met een kort woord bood de heer Smit
een waaier en mantel van Zuid-Afrikaan-
sche struisvogelveeren aan namens Regee
ring en Volk van Zuid-Afrika.
Onder de talrijke fraaie bloemgeschenken
welke Prinses Juliana werden toegezonden,
behoorde ook een bloemstuk van den Raad
van Ministers.
H. M. de Koningin, Z. K. H. de Prins en
H. K. H. de Prinses gebruikte heden het
noenmaal bij H. M. de Koningin-Moeder en
zijn daarna tusschen 3 en 4 uur per auto
van het paleis Noordeinde naar het Loo ver
trokken.
Op den Julianadag heeft de H. T. M. ver
voerd 300.000 menschen, waarvan 29.000
met de Delftsche lijn en 16.500 met de Was-
senaarsche lijn.
Op 1 Mei werden 220.000 personen ver
voerd, waarvan 23.000 met de Delftsche en
21.000 met de Wassenaarsche lijn.
BESTRIJDING VAN KAPITAAL VLUCHT.
Belastingheffing van Nederlanders
in het buitenland.
Een wetsontwerp is ingediend, houdende
bepalingen betreffende de belasting van
niet binnnen het Rijk wonende Nederlan
ders, die niet zijn ingezetenen des Rijks.
De Minister van Financiën zegt. in zijn
toelichting op dit ontwerp, dat de wetgever
bij de Wet op de Inkomstenbelasting 1914
een goede keus deed, door als criterium voor
belastingplicht de inwoning en niet de na
tionaliteit te bepalen. Daarmede is echter
niet gezegd, dat die keus onder alle om
standigheden volledig kan worden gehand
haafd. En de omstandigheden zijn wel ver
anderd, in verschillend opzicht Vooreerst
heeft in het algemeen de groote verhooging
van het tarief der inkomstenbelasting aan
allerlei vragen, die men vroeger niet al3
van veel praclisch belang beschouwde, een
sterk toegenomen beteekenis gegeven. Ook
heeft het vraagstuk der belastingen de
laatste jaren een internationaal aspect ge
kregen. Het oplreden van den Volkenbond
in de kwestie-der dubbele belasting is daar
van een symptoom. Het optreden van den
Volkenbond is verder ingegeven door de
wcnschelijkheid, dat, wordt eenerzijds dub
bele belasting voorkomen, anderzijds al
datgene bevorderd worde, wat strekken kan
tol een rechtmatige verdeeling der lasten
van wederopbouw over allen. Deze laatste
gedachte leidt ertoe, aan de nationaliteit
een iets groolere plaats in het bela9ling-
slelselstelsel in te ruimen, dan zij tot dus
ver daarin bekleed heeft. Zonder anteceden
ten is dit niet. Als voorbeeld noemt de Mi
nister de regeling van de Amerikaansche
income-tax. Hieraan zijn (behoudens de toe
passing van bepalingen ter voorkoming
van dubbele belasting) ook onderworpen de
niet in de Vereenigde Staten wonende Ame
rikaansche1 burgers wegen9 hun inkomsten
uit vermogens, ook al bevinden zich de
bronnen dier inkomsten buiten Amerika.
De Minister zou een desbetreffende rege
ling uitsluitend willen toepasselijk verkla
ren op Nederlanders, die het Rijk metter
woon verlaten hebben. Voor de toepassing
ook op Nederlanders, die nimmer hier te
lande gewoond hebben, ziet hij geen reden
aanwezig, aangezien hun verhouding tot het
land een andere is, dan die van hen, bij
wie de nauwe betrekking van wonen aan
wezig is geweest. Het ontwerp bepaalt aus,
dat Nederlanders, die het Rijk metterwoon
verlaten hebben, aangeslagen worden als
woonden zij nog hier te lande, met^ dien
verstande dat zij van de naar het Nerier-
landsch tarief verschuldigde belasting in
aftrek mogen brengen hetgeen zij in de ge
lijksoortige belasting van een vreemden
staat hebben te betalen.
De Nederlander zonder vaste woonplaats
zal op die wijze de Nederlandsche belasting
ten volle betalen en de overigen betalen het
verschil in belasting bij.
Op den aldus gestelden regel behooren
drie uitzonderingen te worden toegelaten.
Vooreerst deze, dat er niet onder zullen val
len de Nederlanders, die na het verlaten
van het Rijk zich hebben gevestigd in één
der Nederlandsche overzeesche gewesten.
Voorts mag de bepaling niet van toepassing
zijn op hen, die wegens de uitoefening van
een bedrijf of beroep genoodzaakt zijn in
een vreemd land te wonen. Ten slotte moet
een uitzondering gemaakt worden voor hen,
die ter zake van 's Lands dienst buiten het
Rijk wonen. De gevolgde ratio zal ook moe
ten gelden voor de vermogensbelasting,
de aan beide belastingen verwante verdedi
gingsbelasting en ook voor de successiebe
lasting en het recht van schenking.
DE STATENVERKIEZINGEN.
Hei niet-stemmen
door „conscientie-bezwaren".
De heer Kersten heeft tot den minister
van Justitie de volgende schriftelijke vragen
gericht:
Is het Uw Excellentie bekend, dat vele
vrouwen aan de laatstgehouden stemming
voor de Prov. Stalen niet hebben kunnen
deelnemen, omdat zij zich ovortuigd achtten
dat het deelnemen in strijd is met Gjds
Woord?
Is Uw Excellentie bereid, zoo noodig in
overleg met Uwer Excellentie's ambtgenoot
den minister van Binnenlandsche Zaken en
Landbouw, te bevorderen, dat consciëntie
bezwaarden niet vervolgd worden, maar
gerekend onder hen, die om geldige redenen,
in den zin der wet, verhinderd waren?
RECHERCHEURS OP EEN VERGADERING
VAN MARINEPERSONEEL.
Door den heer Brauligam zijn tot den
Minister van Marine a. i. de volgende
schriftelijke vragen gericht;
1. Is het juist, dat een ledenvergadering
van Europeesch personeel der bonden van
korporaals en van minder marinepersoneel,
gehouden te Makasser, door twee recher
cheurs is bijgewoond, althans door hen is
getracht, het op die vergadering gesprokene
af te luisteren?
2. Kan de Minister mededeel en, of het
Binnenlandsch Bestuur hierbij handelde in
overleg met en op verzoek van den comman
dant van de Kweekschool voor Nederland
sche schepelingen te Makasser?
3. Is de Minister in dat geval bereid, te
gen dit onjuiste oplreden maatregelen te
treffen?
4. Is de Minister ingeval het Binnen
landsch Bestuur zonder overleg en op eigen
verantwoordelijkheid handelde bereid,
zijn ambtgenoot van Koloniën op het on
juiste van deze handelwijze opmerkzaam te
maken?
SCHENDING VAN BRIEFGEHEIM?
Door den heer .Brauligam zijn aan den
Minister van Marine a. i. de volgende schrif
telijke vragen gesteld:
1. Is het den Minister bekend, dat op last
van den commandant van de Kweekschool
voor Inlandsche schepelingen te Makasser
voor Europeesche schepelingen bestemde
brieven zijn opengemaakt en naar den in
houd dezer brieven een onderzoek is inge
steld?
2. Is het juist, dat zulks is geschied zon
der medeweten, althans zonder voorafgaan
de toestemming der geadresseerden?
3. Indien de onder 1 en 2 gestelde vragen
bevestigend moeten worden beantwoord,
wil de Minister dan van zijn afkeuring over
deze schending van het briefgeheim doen
blijken en maatregelen treffen, die herha
ling voorkomen?
VERLAGING POSTTARIEVEN.
Brieven met 1 Juli voor 7Vï cent.
De voorbereidende werkzaamheden voor
herziening van het briefposttarief zijn thans
zoover gevorderd, dat waarschijnlijk reeds
tegen 1 Juli a.s. kan worden tegemoet
gezien:
a. Verlaging van het port der binnen
landsche brieven van enkelvoudig gewicht
tot 7l/a cent;
b. idem van het onmiddellijk daarmede
samenhangende port der brieven voor
Nederlandsch-Indië, Suriname en Curacao,
alsmede van het port der in het grensver
keer naar Duitschland en België verzonden
brieven.
De mindere ontvangst tengevolge hiervan
wordt geraamd op f 4.100.000 per jaar.
In verband met den stand van de be-
drijfsrekening der P. T. T. en de eischen
der schatkist, zal voor het loopende jaar,
voor zoover thans kan worden voorzien,
met de aangegeven tariefsverlagingen moe
ten worden volstaan.
WERKVERRUIMING.
De Rijkscommissie voor werkverruiming
vergaderde 26 April te 's-Gravenhage, ouder
voorzitterschap van prof. dr. W. H. Nolens.
Het verslag van de werkzaamheden der
commissie, loopende over het tijdvak vaD
22 Dec. 1922 tot 31 Dec. 1926, werd vast
gesteld. Uitvoerig werden van gedachten ge-
wisselo over den toestand der Maastrichtsche
ceraraische- en glas-industrie. Besloten werd
het rapport omtrent het vanwege de com
missie ingestelde onderzoek ter kennis van
de regeering te brengen.
Vastgesteld werd het antwoord op een
van den Minister van Binnenlandsche Zaken
en Landbouw ontvangen brief met betrek
king tot de levering van materialen door
tusschenkomst van de Nederlandsche Hoog
ovens en Staalfabrieken.
Voorts werd behandeld een ingekomen
verzoek om de spoedige uitvoering van een
groot Waterstaatswerk te bevorderen. De
commissie vond, gezien het stadium, waarin
de voorbereiding van het werk verkeert,
geen aanleiding om voorshands op het ver
zoek in te gaan.
Mededeeling werd gedaan van een 25-tal
gevallen, waarin de commissie haar bemid
deling had verleend om te bevorderen, dat
opdrachten aan de Nederlandsche nijverheid
zonden ten deel vallen.
Tot haar leedwezen moest de commissie
vaststellen, dat er in den laatsten tijd weder
belangrijke orders, welke, indien bij de op
drachtgevers de noodige goede wil aanwezig
ware geweest, voor de Nederlandsche nij
verheid hadden kunnen zjjn behouden, aan
de buitenlandsche nijverheid waren ten deel
gevallen. In dit verband werd er op gewezen,
dat er gemeenten zijn, die, eenerzijds ten
behoeve van de werkloozengroep een beroep
doen op 's Rgks schatkist, doch die ander
zijds orders, welke uit een oogpunt van
werkverruiming van belang zijn, in het
buitenland plaatsen, ook wanneer zij zonder
geldelijke offers aan de Nederlandsche nij
verheid hadden kunnen ten deel vallen.
GENOOTSCHAP NEDERLAND—BELGIË.
Zaterdag heeft de oprichting plaats ge
vonden van een genootschap Nederland
België, hetwelk, evenals andere dergelijke
vereenigingen, zich ten doel stelt, de cultu-
reele banden tusschen de beide landen te
versterken en het geven van grootere en
wederzjjdsche bekendheid aan alle uitingen
op kunstgebied. De oprichters zijn de heeren
C. H. W. Baard, mr. J. C. de Beaufort,
R F. P. de Beaufort, jhr. F. Teding van
Berkhout, Tyo H. van Eeghen, ^mr. J. B.
de la Faille, W. A. van Konijnenburg, E.
S. Labouchère, M. A. G. van der Leeuw,
Huib. Luns, Joh. de Meester, J. Sluyters,
Jan Stuyt en Jan Th. Toorop. Voorzitter
is mr. J. B. de la Faille en secretaris
mr. J. C. de Beaufort, te Bloemendaal.
In België is men bezig met de zuster
vereniging BelgiëNederland te stichten.
BOND VAN AMBTENAREN BIJ DE
WATERSCHAPPEN IN NEDERLAND.
De Bond van Ambtenaren bij de water
schappen in Nederland heeft te Amsterdam
zijn algemeene vergadering gehouden on
der voorzitterscrap van den heer M. J.
van Heumen.
Aan het jaarverslag is ontleend, dat als
nieuw lid is toegetreden de Bond van Amb_
tenaren bij de Zeewerende Waterschappen
in Nederland.
Besloten werd een audiëntie aan te vra
gen bij den minister van financiën teneinde
te trachten een wijziging der Pensioenwet
te verkrijgen, wat de toepassing van art.
150 betreft.
Het hoofdbestuur werd herbenoemd. In
RECLAME.
Ziet gij ouder uit dan gij zijt?
L Slechte spljsverte^
ring, verstopping,
maagkwalen enz.,
werken nadeelig op
uw humeur en ge
stel, Foster's Maag-
pillen zijn een zacht*
werkend laxeermid*
del, dat uw kwaal
doet verdwijnen.
Roster's Maagpillen
Alom verkrijgbaar f 0.65 per flacon.
1956
de plaats van den heer D. Fonkert te Oud-
Beijerland, die niet weder in aanmerking
wenschte te komen, werd benoemd de heer
C. B. Koole te Lemmer, ale vertegenwoor-
diger der nieuw toegetreden afdeeling.
Bij de verdere behandeling der agenda,
werd nog een vacantieregeling in het werk
program opgènomen.
Besloten werd de volgende algemeen®
vergadering zoo mogelijk te Leeuwarden
te houden.
PRIJSVERLAGING DER PASPOORTEN.
Het hoofdbestuur der Nederlandsche
Reisvereeniging heeft een adres gezonden
aan de Tweede Kamer, in verband met de
indiening vam het wetsontwerp, waarbij de
kosten der paspoorten belangrijk worden
verlaagd en de duur der paspoorten aan-»
merkelijk wordt verlengd, in welk adres
het hoofdbestuur er op aandringt de behan-.
deling van dit wetsontwerp, met het oog
op het aanstaande reisseizoen, zooveel mo-»
gelijk te bespoedigen.
VEREENIGING VOOR ACTIEVE
HANDELSPOLITIEK.
Ongeveer 400 personen hebben instem-*
ming betuigd bij den ministerraad aan een
adres, dat door de Vereeniging voor
Actieve Handelspolitiek bij dien Raad werd
ingezonden en waarbij verzocht wordt on-»
verwijld te breken met de lijdelijkheid, die
onze handelspolitiek tot dusver te zeer ken
merkte, en de middelen te treffen, die ons
tot afweer van buitenlandsche belemmerin
gen, beter dan thans, in staat stellen.
PATROONSBOND VOOR DE
BOUWBEDRIJVEN IN NEDERLAND.
Dezer dagen heeft te Amsterdam de Pa-»
troonsbond voor de bouwbedrijven in Neder-»
land vergaderd onder voorzitterschap van
den heer G. H. Kieviet te Rotterdam.
Uit het jaarveslag over 1926 bleek o.ra.
dat het ledental toenam van 969 tot 1067.
Rekening en verantwoording over 1926
en begrooting voor 1927 werden goedge
keurd. Het kassaldo nam toe van f 8379 tot
f 9365. Hiernaast bestaat nog een afzonder
lijk propagandafonds.
De bestuursverkiezingen hadden lot ro^
sultaat. dat herkozen werden de heeren G,
J. Ooiman, Leeuwarden, A. de Vries Hzn.,
Assen, W. van Gent. Amersfoort en A. Ver-»
steeg, Utrecht. In de plaats van den heer
C. P. Sluy te Baarn, die zich niet herkiesbaar
stelde, werd gekozen de heer A. C. Mulder,
Oosterbeêk.
In plaats van den heer C. P. Stuy werd
tot lid van het dagelijksch bestuur gekozen
de heer F. H. Ringers te Alkmaar.
De voorzitter, de heer G. H. Kieviet, Rot
terdam, werd bij acclamatie herkozen.
De alphabetische aanbevelingslijst
voor griffier van de rechtbank te Almelo
luidt: mrs. C. W. Andreae, G. Felix en A.
van der Hoop, allen subst.-griffier bij de
rechtbank, resp. te Groningen, Arnhem en
Rotterdam; mr. A. B. Somer, griffier van
het kantongerecht te Goes, is met het lot
afgevallen tegen een van bovengenoemde
candidaten.
De collecte voor het Drentsche Veen-
kind, die Zaterdag j.l. te Amsterdam ge
houden werd, heeft een totaalbedrag van
f24.750 opgebracht.
De Roman van een Circusmeisje.
Uit het Engelsch van RYBY M. AYRES.
Vertaald door J. van der Sluys.
(Nadruk verboden).
7)
Even was er stilte.
Zoo, zou je dat zoo heerlijk vinden, zei
de jonge Briton. Hij lachte nerveus.
U wel, dan zal je ze hebben, Rosalie.
Voor mij heeft het geld toch geen waarde
heusch, niet meer dan een shilling voor jou
zou zijn.
Hartelijk nam hij haar hand. Het zal
ie in staat stellen dit leven vaarwel te zeg
gen en weg te gaan, naar Amerika of waar
je wilL Ik zou je zoo graag helpen. Op deze
manier kan ik het doen; twee honderd pond
is voor een meisje als jij een heel bedrag,
dat je langen tijd op de been kan houden.
Zij stond heel stil zij liet haar hand even
in de zijne liggen.
Als ik er mee rond kan komen, kunt u
dat ook. zei ze langzaam
Je begrijpt het heusch niet; er is een
enorm verschil Je bent jong, je hebt niet ge
leerd veel eischen aan het leven te stellen,
weet weinig van de wereld.
Neen, u weet weinig, viel ze hem haas-
"g in de rede Het is dom om te pratc-n als
n doet, terwijl u jong en sterk bent Uw
heele leven ligt nog voor u en u praat alsof
u een oude man bent, die niets van het
leven te verwachten heeft. Ik wil u nooit
weer zien.
Zij draaide zich om en liep weg over het
modderige veld.
De jonge Briton bleef haar sprakeloos ach-
keloos achterna staren. Hij was boos. hoe
durfde zij zoo lot hem spreken een piep
jong ding. een armoedig circusmeisje 1 Ver
achting had in haar stem geklonken. Ver
achting voor hem!
Plotseling werd hij er zich bewust van
dat het geen toorn was. het gevoel, dat
hem de vuisten deed ballen, maar schaamte!
Hij was dwaas en laf geweest. Als een
zwakkeling had hij zich door den eersten
den besten klap van het noodlot laten neer
slaan Ze had gelijk, dat ze hem verachtte,
hij verdiende het 1 Hij rende haar na en riep
haar naam. Zij stond stil en zei verschrikt:
Sherny kan u hooren, wees toch voor
zichtig!
Laat heml Ik ben niet bang voor
Sherny!
Neen, zei zij bevend. Maar ik wel.
Jou arm. klein ding, zei de jonge Bri
ton. Hij tastte door de duisternis en legde
zijn hand op haar schouder. Hoe oud ben
je, Rosalie?
Achttien.
Pas achttien? Ik ben drie-en-twintig.
Hij voelde zich jaren ouder en toch was zij
dapperder dan hij; zij had hem beschaamd
gemaakt, zij had hem zijn mannelijk gevoel
van eigenwaarde teruggegeven. Hij zou dóór
zetten; hij zou zich niet onder den voet la
ten loopen door het noodlot hij zou zijn
eigen weg zoekenen vindenhij zou
zijn teleurstelling te boven komenmaar zij
hij zou haar moeten achterlaten in het
ruwe leven, dat zij haatte, hij dien deugniet
Sherny en bij dien gebrekkige, tenzij...,.
Zijn vingers omklemden haar hand zij
stonden een oogenblik zwijgend stil in de
duisternis.
Lilian Fane zou nooit zijn vrouw worden,
zij zou al lang getrouwd zijn als hij zijn
weg gevonden had dat hoofdstuk van zijn
leven was afgesloten voorgoed. Toen hij
sprak klonk zijn stem ouder, ernstiger.
Rosalie, wij hebben geen van beiden
vrienden. Ik ben nu net als jij, alleen op de
wereld. Ik moet mijn leven van voren af
aan beginnen. Zou je niet denken,-dat het
't beste was als wij samen konden gaan,
ver weg?
De hand, die haar vasthield, was nu rus
tig; hij koos zijn woorden met overleg. Hij
voelde haar vingers trillen in zijn greep; zij
week achteruit, voor zoover zijn greep dat
toeliet.
Wat bedoelt u, vroeg zij; de woorden
klonken hijgend en heesch-gefluisterd.
Roderick gunde zich niet den tijd te den
den; hij was als bezeten door zijn plotselin-
gen, heftigen impuls.
Trouw met mij en laten wij samen
naar een vreemd, nieuw land gaan!
rv.
Hel was bijna middernacht, toen Roderick
Briton de auto terugreed in de stallen van
het groote donkere huis.
De staljongen kwam hem tegemoet, sla
perig en geeuwend. Hij keek nieuwsgierig
naar zijn jongen meester; zijn gezicht was
zoo rood en zijn oogeD hadden zoo'n vreem
den glans 's Morgens vertelde hij den stal
meester dat Mr. Roric dronken van Alperton
teruggekomen was.
De stalmeester gaf hem een klap om zijn
ooren.
Jij zoudt al dronken thuiskomen, denk
ik, als je ook maar half zooveel zorgen zoudt
hebben, als Mr. Roric, zei hij. Het gebeurt
niet iederen dag, dat een jonge man een for
tuin verliest. Neem je tong een beetje in
acht!
uMaar het waren opwinding en een gevoel
van ellende geweest, waardoor in Roric's
oogen zoo'n glans en op zijn gezicht zoo veel
kleur waren geweest. Het was hem alsof
een nachtmerrie hem bekroop, toen hij van
de stallen naar het groote huis terugkeerde.
De bedienden waren allen al lang naar
bed; één licht brandde laag in de hall; een
grijze, kortharige herdershond op de mat
onder aan de trap hief zijn kop op en bromde
toen de jonge Briton de deur opende.
Daarop kwam het dier kwispelstaartend
naar hem toe. Roderick streek hem met een
afwezigen blik liefkozend over den kop, hij
hield van dieren en dat schenen zij te mer
ken. Scott stond naast hem en jankte
zachtjes van vreugde. De jonge Briton trok
zijn schoenen uit en hing zijn overjas op; hij
duwde zijn koude natte neus tegen de hand
van den jongen baas als om diens aandacht
te trekken.
Toen Roric de trap opliep, kwam de hond
hem nahij bleef op de onderste treden van
de trap staan, terwijl hij hem met zijn ver
standige oogen nakeek.
Roderick keek naar het dier.
Koest, jongen! blijf liggen, Scott. De
aanhankelijkheid van het beest gaf hem een
vreemd gevoel van dankbaarheidI Hij had
er nog wel altijd op beroemd meer vrienden
te hebben dan hij wenschte.
Boven aan de trap hing een levensgroot
portret van zijn vader; het was kórt geleden
daar opgehangen; de zwaarvergulde lijst
stak door haar glanzende nieuwheid sterk
tegen de andere portretten af. Roderick bleef
staan. Hij lichtte den kandelaar, dien hij in
zijn hand had, op, zoodat de kleine flikken
rende vlammetje spookachtige glanzen wierp»
op het grimmige, geschilderde gelaat. Zooals
hij daar stond, was de gelijkenis tuschen de
beide mannen, vader en zoon, die de oude
Fergerson ook opgemerkt had, wel heel
sterk, strenge oogen keken in strenge oogen
beiden hard, bitter en zonder genade.
Roderick begon onverschillig te lachen*
Hij had het gevoel, alsof de loode wist, wat
hij de laatste paar uren gedaan had en hij
was blij blij, dat hij in staat geweest was,
een flinken klap tegen den familietrots te
geven. Hij had het gevoel, dat zij het allen
wisten, die lange statige rij van voorvaderen,
die nu op hem, den laatsten van hun ge-»
slacht, neerzagen, met grimmige afkeuring*
Weer lachte hij onverschillig, toen: hij den
kandelaar liet zakken; hij blies het kleine
vlammetje uit en ging in het donker verder
naar boven.
Blunt, de stijf-deftige huisknecht, bracht
de koffie binnen en trok zich naar het buf
fet terug, met een sphinxachtige uitdrukking
in de oogen.
Roric had den heelen nacht geen oog
dicht gedaanzijn hoofd barsttehij had het
gevoel als een man, die op een mooie lente
morgen gewekt wordt door gouden zonne
stralen, die op zijn gezicht schijnen en tot
het besef komt, dat het de dag van zijn
executie is!
Hij dronk zijn kop koffie in één teug leeg
en keek naar Blunt.
Deze zag het raam uit met een eigenaar
dige waakzame uitdrukking op zijn gewoon
lijk strak gezicht.
(Wordt vervolgd).