Zoo ging het andere jaren en soo ral hel
ook dit jaar gaan.
Maar vandaag mag Moeder Aarde niets
doen Zg wordt als een Koningin gehuldigd.
Haar stoel is versierd met bloemen en
groene slingers, ook 't kopje, waaruit tg
driDkt De kamers staan vol kinderen van
Flora, 't Is feest, de verjaardag van Moeder
Aarde, Lentefeest!
April doet nu alles voer Moeder en dat
is een beele taak! Zg brengt het er goed
ai. maar als zg 's avonds slapen gaat en
Mi>eder goedennacht zegt, kan zg de oogen
bgna niet meer openhouden. Ze is ook zoo
vreeseiijk moei
„Moeder, wat doet u toch veel voor
ons eiken dag!" zegt ze nog, slaperig. „Ik
wist met, dat u het zóó druk hadt Voortaan
zal ik a zooveel neipen, als ik maar kan."
„Dat is goed, lieve kind," antwoordt Moe
der Aarde. „Maar ga ou lekker slapen."
Weten wg, kinderen, wel, wat April
ai et wist?
leder naar zijn aard.
Op een mooi en voorjaarsmorgen rwora
een Zwaan in don vijver van bot park rond.
Telkens dook hg met zijn kop onder wa
ter, oen daar ailer'ei waterplantjes en an
dere lekkere hapjes te bemachtigen.
Toen hij eindelijk ai et meer dook, zag
hg een Roodborstje zitten op een tak, die
over hot water hirg. Het Roodborstje lach.
te spottend met zijd kleine, heldere oogjes.
,,W&t zijd jullie toch dwaze rogels," zei
bet, „om je kop zoc maar 121 de modder te
•teken."
,,Hct zou nog veel dwazer van ons zijn
als we het niet drden. zei de Zwaan, ter
wijl hij v&d verontwaardiging met de vleu
gels sloeg. „Waarom, dacht je, kunnen wij
zoo zoodar ee>nge inspanning op het wa
ter ótoen en waarvoor, meende je, heb
ben wij onze sierlijke. Lange halzen en
onze platte snavels gekregen, als het met
was, om er ons voedsel mee uit het water
te haJen
„Daar heb je gelijk aan," zei het Rood
borstje nu. „'1 ttpgt mg, dat ik daar beele-
maal niet aan dacht Je zult het wel heel
dwaas van mij v nden dat ik den gaDscbea
dag achter aJlerleo insecten aanvlieg
„Zoo is bet," hewnain de Zwaan. „Wij
gijn alle vogels en ieder» vain ons heeft
een andere bijzonderheid, die hem m
staat stelt, dat voedsel te bemachtigen,
hetwelk hij noocfee heeft Sommige vogels
hebben spitse snavels en lange vleugels,
eooaJa bijvoorbeeld de Zwaluwen, die al
vhegerde insecten kunnen vangenande
re hebben lange poolen oro er mee door
het water te waden e® Lange snavels, zoo
als de Reigers, om er nsehjes mee te
vangen. Weer andere vogels, zooals de
Penguins, hebben vleaigels. die eigenlijk
meer op vinnen gelijken zoodat zij ge
makkelijk onder water kunnen zwemmen
om hun buit te bemachtigen l>eze en hon
derd amdere kleine verschillen tusscheo
ona, vo-gcAs, zijn noodzakelijk, alleen maar
als je bodenkt. dat wg onmogelijk alle
maal voedsel zouden kunnen vinden en in
het leven blijven, ai* we allen jacht maak
ten op dezelfde dieren Stel je nu eens
even voor, dat alle vogels m dit park in
secten aten. Hoe lang zou do voorraad
dan strekken, dmk je
Ik truug er dan in jouw oogen dwaas uit
zienals ik met mijn kop onder water duik,
fik nou er n#»g veel dwazer mtnen. als »k
zoo'n kort halsje je kunt nauwelijks van
een hals spreken had als jij. Ik zou er
maar net mee orvder water kunnen komen.
Om je de waar hoi dte zeggen.ping hij
voort, „wij Zwanen zijn worrdrrliik mooi
geschapen voor onze leefwijze Daar heb je
in de eerste plaats onve veeretv die geen
dnippedtje water doorlaten zoodat onze
huid nooit nat wordt Ze houden ons zelfs
lekker warm.
Verder zijn onze pooten zóó gevormd
dat wij eT heel handig mee kunrven roeien
onze snavel is breed en plat. opdat wij er
gemakkelijk de plantjes, die in het water
groeien, mee kunnen ophalen
„Ja, Jullie hebt wel precies gekregen,
Wat je Goedig hebt." gaf het Roodborstje
toe. „En och, met ons ia dat eigenlijk
precies zoo. De natuur beeft ons zóó ge
bouwd, als bet bost overeenkomt met ouzo
leefwijze."
Maar nu moet ik naar bum begon de
Zwaan weer. ..Mgn vrouw zat op mg te
wachten, ik moet baar namelijk bg het
broeden aflossen Wg hebben vijf mooie
eieren, die wg om beurt-en warm houden.
Zij moet nu voedsel gaan zoeken
Ea met een pa*r ferme slagen was de
Zwaan weldra «chter het eilandje in den
vijver verdwenen Een klem eindje land
waarts in was zijn nest, dat uit takken
bestond en waar mevrouw Zwaan met een
paar venijnige oogjes zat te broeden, eLk
oogenblik tot den aanvaJ gereed, zoodra
de éan of an dere indringer te dicht bij
baar nest mocht kooien.
Na van plaars verwisseld te hebben, ging
mevrouw Zwaan nu op zoek naar voedsel.
In de verte zag zij een vmendisx aan den
rand van den vijver staan, die uit de band
van een meisje stukken brood at Zij zwom
vlug naar haar toe en beide vogels werden
heerlijk onthaald, want zooaJs jullie
allen wel weten zult vinden zwanen
brood altijd een beele traktatie.
Indiaantje Spelen.
door
C. E. DE LILLE HOGER WA AR
Klein Jantje speelt voor „Roodhuid"?
Moes naaid' op éénen dag
Een mooie muts met veeren,
Zooals je nooit nog zag.
Het regent hard. bij straaltjes,
't Deert 't ..Indiaantje" niet.
Omdat hij van den regen
Geen enkel drupje ziet
Wat geven Indianen
Om storm, onweer, orkaan?!
Die zijn toch geen beletsol
Voor hen om uit te gaan!
Een Indiaan is dapper.
Voor niets en niemand bang.
Dal weet Jan uit zijn boeken.
Och. immers al zoo lang!
Hij gaat op onderzoeking
Bij gindschen poot zit wat
Zou het de vijand wezen.
Die daar te loeren zat?
Hé. zegl Wordt jij eens wakker!
Roept 't Indianen-Hoofd
Was jij 'I niet die mij gist'ren
Mijn schatten hebt geroofd? L
Verschrikt wordtMoortje
wakker,
Wat is er aan de hand?
Hij kreeg een por geweidigi
't Huis staat toch niet in brand?!
Moor ziet nu plots'ling Jantje
En wordt versohrikk'lijk kwaad,
Omdat die .jiare jongen"
Hem weer niet 9lapen laat!
Moor, nijdig, blaast natuurlijk
En zet een hoogen rug
De Indianen-Hoofdman
Vlucht naar zijn „kamp" terug.
Verschanst zich achter 9toelen,
Waar Moorlje hem niet ziet
De Poes miauwt meelijdend:
Een held. Jan. ben je niet!
Geen Indianen-Hoofdman
Nam zoo gauw ooit de vluchtl
-*k Vergat mijn rol heel even,
Zegt Jantje met een zucht.
Maar morgen ben k weer Hoofdman,
*k Trek dapper er op uit:
Niet eerder keer ik huiswaarts
Dan met een Hinken buit!
De Slimme Haas.
In het warme land. dk&r waar de Kokos»
noten groeien, was eens een haas 't Was
misschien de eenige haas in dit land en
hij hoorde er dan ook niet thuis Maar hij
vond het er best. omdat er altijd volop te
eten was Op een middag toen hpt haasje
zijn buikje had gevuld met heerlijk malsch
groen ging hij een 9laapje doen onder een
kokospalm Hij was nauwelijks ingeslapen,
of er viel een overrijpe kokosnoot op ziin
kopje Natuurlijk schrok ons haasje en de
schrik was zóó geweldig dat hij met alle
vier zijn nootjes een luchtsprong maakte en
daarbij heel hard schreeuwde .Nu ver
gaat de wereld! O. de wereld vergaat'" en
toen rende hij zoo vlug hij kon verder het
bosoh in 't Eerste dier dat ons haasje daar
ontmoette, was een jakhals en hij begon
dadelük tot dit dier- ,,Je zult mij niet wil
len gelooven, vriend Jakhals, maar ik zeg
je. dat het eind der wereld is gekomen Ik
voelde het. terwijl ik sliep onder den palm
boom! Wat ben ik geschrokken! En als ik
je een goeden raad mag geven, vlucht dan
met mij!"
De jakhals, dde ook niet heel dapper was,
zei dadelijk:
„Wel ik zou wel eens willen zien. hoe
de wereld vergaat, maar dat is misschien
niet goed voor mijn oogen Weet je wal,
vriend Haas laten wij eerst de andere die
ren het nieuws vertellen Kijk. daar komt
juist vriendin Schildpad aan
„Die leelijke. oude schildpad is altijd uit
haar humeurzei de haas. „Haar wil ik
nie's vertellen
Doch de jakhals kop de schildpad niet
laten voorbijgaan, zonder haar het groots
nieuws te vertellen. ,,Fk weet een nieuwtje,
vriendin Schildpad," begon hij
„Dat wil ik niet eens weten," bromde de
schildpad
,,'t I9 alles slecht nieuws, wat je tegen
woordig hoort
.Maar dit moet je hooren." drong de
jakhals aan. en hij schreeuwde haar to«J
„De wereld vergaat!"