HET PAASCH-CONGRES DER S.D.A.P.
t flipf de
Zpemv, dïpr? wij'10
si™
Zód is do Zalióbpic
fLVSAA
Een speelbal der fortuin
ETALEEREN
B, A. DEVILÈ - LEIOEN
No. 20581
LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 19
April
Derde Blad Anno 1927
EERSTE DAG
FEUILLETON.
Openingsrede Polak,
_J Zaterdag, Zondag en Maandag te
Utrecht het 31ste congres van de S.D.A.P.
gehouden.
I Zaterdagmiddag nam het congres een
aanvang met de openingsrede van den
Partijvoorzitter, den heer Henri Polak.
W Spreker sloeg een blik op de voornaam-
fete gebeurtenissen, welke gedurende het
I Verslagjaar in binnen- en buitenland heb
ben plaats gegrepen. Daarbij valt de aan
dacht onmiddellijk op de werkstaking der
kolenmijnwerkers in het Britsche Rijk, die
ingeluid werd door een algemeene werk
staking, welke ten doel had den strijd der
mijnwerkers snel den gewenschten uitslag
te bezorgen. Deze laatste wae een misluk
king en daardoor tevens een waarschu-
ng voor diegenen, die in landen, wa«*r
[de arbeiders veel minder sterk zijn geor-
ïiseerd dan in Groot-Brittannië en er
vam eenheid, als in dat land bestaat, geen
brake is, doorgaan de algemeene werk-
aking aan te bevelen en voor te stellen
J^ls het middel tot het verwezenlijken va-a
llerlei verlangens. De werkstaking in En
geland was wellicht" het voornaamste in
cident in den kamp in alle landen ge-
jKoerd, tegen de pogingen der werkgevers,
*6inds 1920, om de arbeidsvoorwaarden om
laag te drukken.
Noch in het economische, noch in het
politieke leven heerscht rust. De legers en
i yloten zijn er nog steeds, de bewapeningen
zijn niet veiminderd en de wetenschap
wordt misbruikt tot 't uitdenken van steeds
- geduchter verdelgingsmiddelen, die gruwe
len moeten aanrichten van een omvang
en een ijselijkheid, waarbij zelfs die van
den jongsten oorlog verbleeken. De oude
wedloop in oorlogstoerustingen duurt a us
port maar er is alom de wil tot vrede,
fegt men.
Zeker, de Volkenbond is daar en zijn
eteekenis mag niet onderschat worden.
_och men mag deze ook niet overschatten.
Het is en blijft de taak van het socialis-
[iisoh denkende en handelende gedeelte <ier
RECLAME.
-175 bliifl/ 5Cf?Qf7ket7
1390
arbeidersklasse, om alles in het werk te
stellen, wat tot het afwenden van alle
oorlogsgevaar tot het onmogelijke maken
van oorlogvoering, bijdragen kan.
Spr. herinnerde aan de betooging te
's-Gravenhage op 19 September 1926 en
het Ontwapeningscongres
Hij constateerde dat de Partij bij de ver
kiezing van een gedeelte van de Eerste
Kamer, welke in 1926 plaats had, haar po
sitie vermocht te handhaven.
Over den algemecnen gang ran zaken
kan men tevreden zijn.
Sprekende over de verhouding tusschen
het N.V.V. en de S.D.A.P. verklaarde de
heer Polak, dat reden bestaat om de ver
wachting uit te spreken, dat het gewensch-
to resultaat thans bereikt zal worden, en
een vaste, georganiseerde samenwerking
tusschen beide lichamen binnen niet zeer
'langen tijd werkelijkheid zal zijn.
Spr. is over den toestand der organisa
tie optimistisch gestemd, mede in verband
n>et de bij de Provinciale Statenverkiezin
gen bereikte resultaten.
Spr. besloot: ,,Door rusteloozen, nimmer
verflauwenden en nooit versagenden arbeid
is onze partij in betrekkelijk weinige jaren
gegroeid van een onaanzienlijk groepje tut
een machtige-, invloedrijke organisatie, die
meer dan een vierde deel van het Ncder-
landsche volk achter zich heeft. Door ar
beid van gelijken aard zullen wij haar iü
veel korteren tijd maken tot de sterkst©
politiek partij des lands aldus den weg
banen tot de groote veranderingen die de
eoe.-dem. zal bewerken i-n de economische
structuur der samenleving, die op haar
beurt de ba^n zullen vrijmaken voor de
grootsche metamorphose, die het doel van
ons denken, ons streven en ons strijden
is. In het vertrouwen, dat wij in dc drie
dagen voor onzen arbeid bestemd, er iets
toe zullen bijdragen, om dit doel naoer
te komen, verklaar ik dit 31ste Congres
onzer Partij voor geopend.
Legaat-V.an Kol.
Bij de mededeelingen die de voorzitter
na zijn rede had te doen, las hij een schrij
ven voor van den testaanenteur van wijlen
den heer van Kol, die aan het P. B. een
bedrag van f 16.000 heeft gelegateerd on
der voorwaarde, dat 1/4 deel zal worden
besteed tob oprichting van een monument
•^■er herinnering aan zijn persoon en zulks
volgens zijn idee, terwijl het overige moet
worden aangewend voor de propaganda
van het internationaal socialisme. (Ap
plaus.)
Bijwonen van de opening der
Staten-Generaal.
Een der Haageche afgevaardigden ver
klaart met betrekking tot de opening der
Kamer liever goede vrienden te blijven met
de groote meerderheid der partij dan met
de bourgeoisie.
Hilversum viel de houding van den par-
voorzitter inzake het Ned.-Belg. verdrag
aan en ging heftig te keer tegen het feit,
dat de leiders der partij in comité's met
de burgerlijken zitting hebben genomen,
om te ageeren tegen het verdrag. Omtrent
de opening der Kamer zal de fractie thaDS
in overleg met de partij haar houding moe
ten bepalen aJ zal het nog wel een paar
jaar duren zeide de Hilversumscbe afge
vaardigde voor wc socialistische ministers
hebben.
De afgevaardigde van Amsterdam 4 waar
schuwde tegen defaitisme ten aanzieD van
onderhandelingen over een verdrag met
België. Spr. verdenkt de tegenstanders van
het verworpen verdrag niet van minder
internationaal begrip en gevoel dan de
anderen, doch waar nieuwe onderhande
lingen gevoerd meet en worden en er een
verdrag moet komen, daar verzoekt spr.
om bij de voorbereiding der onderhande
lingen ook de partij te hooren.
Zaandam wenscht het congres afkeuring
te doen uitspreken over het zitting nemen
van partijleiders in burgerlijke comité's
tegen het verdrag Over het bijwonen van
de openingszitting der Kamer door socia
listische Kamerleden moet het congres
zdch uitspreken.
Rotterdam 7 verwijt aan het P. B. zijn
houding inzake de Indische onlusten Het
P. B. is in dezen, zegt spr., laks en ontac
tisch geweest. Spr. keurt ten sterkste het
bezoeken van oorlogsschepen door soci so
listische voormarren af.
De afgevaardigde van Scheveningen wijst
er op, dat het congres zich over het deeJ-
nemen aan de opening der Kamer heeft
kunnen uitspreken, doch daarvan het vo
rig jaar geen gebruik heeft gemaakt en
de kwestie niet van belang achtte, om de
congresvergadenng te rekken. Spr. is van
oordeel, dat er thans geen reden is ora
een motie var afkeuring aan te nemen.
Men moet de Kamerfractie in dezen vrij
laten.
De a f ge vaardigde van Helder meent,
dat het bijwonen der opening van de Ka
mer niets te maken heeft met de republi
kein sche beginselen Het deelnemen door
de S.D.A.P. aan de opening kan ook een
demonstratie zijn tegen het koningschap
en het aureool der monarchie zijn glans
doen verliezen.
De heer Van der Goes 'bespreekt uitvoe
rig de kwestie deT Kamer-opening. Spr. is
van oordeel, dat men door de politieke
constellatie op het oogeublik gedwongen
is om deel te nemen aan de Karaerope-
ning. Spr. betoogt dat een plechtige ope
ning niet noodig ia door er op te wijzen,
dat Koning Willem 111 verschillende ma
len de opening aan een commissie opdroeg
Het resultaat zou dan ook te verkrijgen
zi.in, dat de plechtige opening wordt afge
schaft-, hetgeen door socialistische minis
ters, naar spr.'s inzicht, is te bereikeu.
Zoolang we echter nog geen socialistische
ministers hebben doet de partijfractie be
ter zich buiten de pis dithrheid te houden.
Spr. schetst de historische ontwikkeling
der Kameropening om tot de conclusie te
komen, dat aan die schiinvertooning een
einde moet worden gemaakt.
De motie, die door het P. B. in dezen
is voorgesteld noemt spr. onaannemelijk.
Deze molie luidt:
Het congres,
overwegende, dat de parl+j hel recht der
sociaal-democratische Kamerleden, om zelf
te beslissen, of zij bij de opening der Ka
mers zullen tegenwoordig zijn, nooit door
eenig besluit heeft beperkt.;
overwegende, dat het partijcongres v#n
1926 te Rotterdam aan de fracties de vrij
heid heeft gelaten om daarover zelfstandig
te beslissen.
constateert, dal dc fracties derhalve ten
volle het recht hadden in September 1926
tot bijwoning van de openingsvergadering
te besluiten,
bevestigt het congresbesluit van 1926,
om aan de fracties de beslissing over de
bijwoning van dé opcningsvergadcring over
te laten,
en gaat over tol de orde van den dag
In afwijking van deze motie dringt de
heer Van der Goes er bij het congres op
aan de Kamerfractie te verzoeken de vroe
ger toegepaste tactiek te herstellen. Spr.
hoopt en verwacht, dat de fractie aan dat
verzoek zal willen voldoen, waar het op
het vorig congres genomen besluit bij ver
rassing is gevallen. Spr. stelt een motie
voor. waarbij de fractie wordt uilgenoodigd
terug te keeren tot de houding van vóór
September 1926.
Het congres werd geschorst lot 's avonds
8 uur.
In de avondvergadering werd de discussie
over het deelnemen der S. D. A. P. fractie
aan de plechtige opening der Slalcn-Gene-
raal voortgezet.
De afgevaardigden van Leiden en Bus-
sum spraken zich uit voor de motie-Van der
Goes. Door Bussum werd er de Kamerfractie
een grief van gemaakt, dal zij aan de
communisten overliet om een interpellatie
lot de Regeering te richten over lmt zenden
van de „Sumatra" naar China. De afdce-
ling Bussum diende daarover een molie in.
Amsterdam 4 besprak de kwestie van de
organisatie der partij. Bij groote politieke
vraagstukken worden de partijleden te wei
nig gekend. Politieke leiding ontbreekt. Spr.
verzocht een commissie te willen instellen
tol reorganisatie van den partijraad.
De afgevaardigde van Schiedam zeide het
verkeerd te achten wanneer de houding der
Kamerfractie in zake de opening der Sta
ten-Generaal door het congres werd ver
oordeeld.
Mr. Van Eek, lid van het Partijbestuur,
verklaarde het niet eens te zijn met de
motie van het Partijbestuur.
Amsterdam 9 wenschte een beslissing ge
nomen te zien, die leiders en congres be
vredigt. De Kamerfractie kan op haar be
sluit niet terugkomen. De fractie moet dan
echter beloün om de hulde, die geregeld
aan het slot der openingsplechtigheid van
de Kamers aan de monarchie wordt ge
bracht te beantwoorden met den uitroep:
Leve de socialistische republiek. Op die
voorwaarden-wil Amsterdam zijn molie te
rugnemen, vertrouwende dat ook de andere
afdeelingen dit zullen doen.
De heer Vliegên beantwoordde de spre
kers over de internationale besluiten. De
uitvoering van besluiten, zeide spr hangt
af van de activiteit der partijen, waaruit de
internationale beslaat. Het P. B. kan daar
aan weinig veranderen. In zake de ontwa
pening is de Nederlandsche arbeiderspartij,
naar sprekers meening, niet tekort gescho
ten. Voor de handhaving van den acht
uren-dag is én door de partij èn door het
N V. V. een krachtige actie gevoerd. Aan
de bestrijding der werkloosheid is thans in
ternationaal niets te doen en in deze is
zeker de Nederlandsche S. D. A. P. niet in
gebreke gebleven.
Daar de Sumatra" Ier bescherming van
Nederlanders in China verblijft en niet deel
neemt aan de demonstratie der mogendhe
den zooals de Regeering verzekerde, daar
noemde spr. het onverantwoordelijk thans te
eischen, dat deze kruiser wordt terugge
roepen.
De heer Wibaut gaf vervolgens een uit
eenzelling over zijn bezoek aan een ïta-
liaansch oorlogsschip, waarover hem op dit
congres een verwijt is gedaan. Spr. was,
toen het Ilaliaansch oorlogsschip in Am
sterdam kwam. waarnemend burgemeester
en moest als zoodanig een extra-bezoek
brengen aan den commandant van het oor
logsschip. Spr. zeide verder het conflict te
betreuren in de partij-fractie over het Ned -
Belgisch Verdrag, doch hij verwachtte, dat
het middel zal worden gevonden om voor
taan bij beslissingen van zoo groote betee-
kenis een en dezelfde lijn te kunnen trekken.
De heer Albarda betoogde, dat de pari ij
niet onvoorbereid is komen te slaan tegen
over het Verdrag Ook aan de Indische on
lusten is steeds de aandacht gewijd, gelijk
spr. uil de behandeling in de Kamer kan
aanloonen. De partij en haar organen hob-
hen zich van den beginne af ingelaten met
den toestand in Tndië.
Wat samenwerking met de Kalh. partij
aangaat, zeide spr., dat deze partij daartoe
op hot oogenblik nog niet geschikt is. Er
zal in de Katholieke partij nog voel moeten
veranderen. Tegenover den heer Veraart en
consorten moet men onbarmhartig optreden,
omdat men hen niet ter wille van een coa
litiepolitiek naar de oogen wenschte te zien.
Al is de Katholieke partij nu nog niet voor
een samenwerking bereid en geschikt, toch
moet zij in de toekomst daarvoor geschikt
worden, doordat wij den Katholieken ar
beiders voortdurend toeroepen, dat zij de
Katholieke par!ij lot democratische samen
werking geschikt moeten maken.
Ten aanzien van het Nod.-Belgisch Ver
drag, zeide spr., de oncenigheid le betreu
ren, doch evenals Wibaut vertrouwt hij bij
eventueele nieuwe onderhandelingen over
eenstemming onder de Kamerleden te zullen
bereiken. De houding der Kamerfractie ten
aanzien van de opening der Kamers werd
door spr. verdedigd door aan het Koning
schap in Nederland iedere waarde te ont
zeggen en ook de eerste bijeenkomst der
Stafen-Generaal als een vergadering van het
parlement te kenschetsen. Spr. kwam tot
de conclusie, dat, nu aan de parlijfraclie
door hel congres vrijheid in deze is ver
leend en de fractie daarvan gebruik heeft
gemaakt, men haar ook thans die vrijheid
moet laten. Wijl het nu eenmaal gebeurd
is. zou ook door de vriendelijke motie Van
der Goes de Kamerfractie geblameerd wor
den, doordat haar. zij het in den vorm van
een verzoek, toch het formeel verbod door
het congres wordt opgelegd om aan de ope
ning der kamers deel te nemen. Hel roepen
RECLAME.
Instalieeren van te openen zaken,
Wedstrijd- of Winkelweek-Etalages, J
Tensloonstellings-Uitslallingen, i sr
Wekelijksche Etalages (abonnement) ||-
Zoo noodig: met byleverlng: (huur)
van Etalagestot en Hulpmiddelen.
Nieuwe Rijn 26, Telefoon 1994
1409
op commando van het congres van: „Leve
du socialistische republiek", zooals hier is
voorgesteld, komt spr. als iets belachelijks
voor en wat hemzelf betreft, laat hij zich
daartoe geen opdracht geven.
Aan de motie van het Partijbestuur, die
door spr. werd aanbevolen, wenschte hij
tusschen de beide laatste alinea's de zin
snede te voegen: overtuigd, dat uit dal be
sluit der Kamerfractie en uit de aanwezig
heid van een aantal harer leden bij de ope
ning geenszins mag worden afgeleid, dat dc
fractie of een deel der fractie zou hebben
verlaten het standpunt, dat de partij onver
anderd tegenover het Koningschap in
neemt".
De met deze zinsnede aangevulde molie
van het Partijbestuur kwam hierop in stem
ming en werd aangenomen met 478 tegen
368 stemmen
Oin half een werd het congres geschorst
tot Zondagmorgen kwart voor tien.
TWEEDE DAG.
Bij de heropening van 't congres op
Paaschmorgen werd het woord gegeven aan
den heer Schaper, die als lid van de com
missie van toezicht van „Het Volk" de ad
ministratieve aangelegenheden van het
partij-orgaan besprak.
De heer Ankersmit (Volksredactic^ beant
woordde de critick, die door enkele sprekers
op den inhoud van „Het Volk" en de re
dactie was uitgeoefend.
Nadat de partij secretaris, de heer Werk
hoven. de opmerkingen over de verslagen en
de administratie van het partij-secretariaat
had beantwoord, werd door den voorzitter,
den beer H. Polak, de op zijn beleid en zijn
houding in zake liet Ned.-Belgisch verdrag
geoefende criliek afgewezen.
De voorzitter verklaarde zich niet bewust
te zijn ecnigerlei partijbesluit overlieden te
hebben Over het lid zijn van een burger
lijk comité tegen het Ned. Belgisch verdrag
heeft de partij nooit een besluit genomen,
liet stond iedere partijgenoot vrij, zeide spr.,
ten opzichte van het verdrag te handelen
zooals hij wilde.
Spr. gaf verder le verslaan, dal de partij
niet telkens opgeroepen kan worden om
over belangrijke aangelegenheden gehoord
te worden. Eerst zou dan uitgemaakt moeten
worden, wat belangrijk is en wat niet, cn
zoo zou het kunnen gebeuren, dat het con
gres permanent bijeen gehouden moet wor
den. De mogelijkheid daarvan ziet spr. voor
alsnog niet in.
Door Amsterdam 4 werd hierop, mede
namens al de Amsterdamsche, een groot deel
der Rotterdamsche en een aantal Friesche
afdeelingen een molie ingediend, waarbij
aan het P.B werd opgedragen een commis
sie te benoemen, die een onderzoek zal in
stellen naar een wijziging van de parlij in
dien zin, dal het overleg meer over de partij-
instanties zal zijn verdeeld.
Deze' motie werd aangenomen.
In behandeling kwam vervolgens het ont
werp gemeente-program, dat werd ingeleid
door den weihouder van Amsterdam, den
heer Ed. Polak.
De onderscheiden paragrafen van het so
cialistisch gemeenteprogram werden door
inleider nader toegelicht.
Middelerwijl werd ook nog een bespreking
Naar het Engelsch
van
RAFAEL SABAT1NI.
Geautoriseerde vertaling van A. T.
60)
Maar Holles had hun hulp niet meer noo
dig. Hun woorden en wat hij zag van die
sombere lading, waarvan hij een deel uit
maakte. deden hem eindelijk zijn afschuwe-
lijk^n toestand begrijpen. De schrik maakte
hem niet alleen volkomen nuchter, maar
gaf hem ook buitengewone kracht. Hij
maakte zich vrij, en zag kans om op zijn
knieën le komen. Toen greep hij den zijkant
van den wagen, kwam te staan, sloeg er een
been over heen en sprong naar beneden,
zoodat hij languit op den grond viel.
Toen hij weer opgestaan was, -was de wa
gen alweer verder gegaan, en de klank van
het schorre gelach der mannen klonk akelig
door de stille straal.
Holles vluchtte voor dat geluid weg, terug
langs den weg, dien hij gebracht was, en
pas. toen hij een eind geloopen had. en de
akelige vroolijkheid der mannen en het ge
ratel van den vervloekten wagen hem niet
meer in de ooren klonk, begon zij zijn toe
stand te begrijpen Hij was zonder mantel,
hoed, wambuis of laarzen.
Eindelijk bleef hij slaan, zonder te weten
of er om le geven waar hij was: volkomen
uitgeput zonk hij neer op den drempel van
yan een leeg huis, en daar yiel hij in slaap.
Toen hij ontwaakte, lag hij in den vollen
gloed van de zon, die reeds hoog aan den
hemel slond. Hij keek om zich heen, en zag
in een geheel vreemde omgeving, zoodat hij
zich geen denkbeeld kon vormen, waarheen
hij gedwaald was.
Midden op de straat stond een man met
epn punthoed in het zwart, leunend op een
rooden stok en hem opmerkzaam aanziende.
„Wat scheelt u." vroeg de man hem. toen
bij zag. dat Holles ontwaakt en bij bewust
zijn was.
Holles staarde hem brommig aan.
„Dat ik jou zie," snauwde hij. en hij slond
met moeite op. „Anders niets."
Terwijl hij op de been kwam, overviel
hem een duizeling. Hij ging even tegen de
deurpost staan. Toen wankelde hij en viel
weer ileer op de stoep, die zijn legerstede ge
weest was. Enkele oogenblikken zat hij daar
droomerig, en verwonderde zich over zijn
toestand. Toen, als met een plotselinge in
geving, trok hij zijn hemd open.
„Ik heb gelogen." riep hij woest. Toen hij
weer opkeek, lachte hij. een tuiden, opge
wonden lach.
„Ik heb gelogen. Er is iets anders. Kijk
maar!" en hij trok zijn hemd verder-open.
zoodat de man zien kon. wat hij ontdekt
had. En dat was het laatste, wat hij zich
herinnerde.
Op zijn borst was de bloem der pest ont
loken, terwijl hij sliep.
HOOFDSTUK XXVII.
Het Pesthuis.
Er volgde voor kolonel Holles op een
andere plek dan die van hef gewdne leven,
een tijdperk van koortsachtige werkzaam
heid, van gevreesde ontmoetingen en vree-
selijke gevechten, van voortdurenden strijd
met een onmeedoogend tegenstander, die in
zwart en wit satijn gekleed was, en het ge
laat van Zijn Genade van Buckingham had,
en die altijd op het punt was, hem te doo
den, maar. omdat hij geen genade kende, het
nooit deed. Deze gevechten hadden gewoon
lijk plaats in een donkere kamer i et lam-
brizeering, bij het licht van eenige kaarsen
op een zilveren kandelaar, en werden bijge
woond door een vrouw in het wit gekleed,
met een bleek gelaat, met bange blauw
groene oogen en dik, kastanjebruin haar, die
van pret lachte en telkens in haar handen
klaple. Somslijds echter was hel gevechts
terrein een kersenboomgaard, dan weer het
bescheiden binnenhuisje van een boerenhut
in de buurt van Worcester. Maar de spelers
waren altijd dezelfde drie personen.
De zaak was, dat Holles in een droom
wereld leefde, waaruit bij eindelijk op een
dag helder ontwaakle ontwaakte om te
sterven, zooals hij dacht, toen hij zijn om
geving opgenomen had en ze begreep met
behulp der herinneringen, die hij verzamel
de van de laatste uren. dat hij bij kennis
was. Hij merkte, dal hij op een streohed,
dicht bij een raam lag, waardoor hij eenige
hoornen en een stukje lucht zag Boven zijn
hoofd waren de kale balken van een dak
zonder zoldering. Hij keerde zijn hoofd op de
kussen om en zag 'inks van hem een lange,
op een schuur gelijkende kamer, waarin een
half dozijn dezelfde stroozakken stonden cn
op ieder lag een lijder zooals hij zelf was.
Een of rivee van hen lagen onhewpeglijk,
alsof zij dood waren: de anderen woelden
en kreunden terwijl er een heftig worstelde
mei zijn oppassers.
Het was geen prettig gezicht voor iemand
in zijn toestand, daarom legdp hij het hoofd
weer als in het begin en keerde weer terug
lot de beschouwing van dat stukje lucht.
Tranen vulden zijn oogen en rolden over
zijn ingevallen wangen, liet waren tranen
van lichamelijke zwakte en dankbaarheid,
meer dan van zelfbeklag.
Schreden naderden zachtjes zijn bed.
Iemand boog zich over hem heen Hij keerde
zijn hoofd weer om en keek op. En toen
maakte een groote angst zich van hem
meester, zoodat zijn harl zich een oogenblik
scheen samen le trekken. Hardop gaf hij.
zichzelf een verklaring van die verschij
ning.
..Ik droom weer!" klaagde hij fluisterend.
Naast zijn bed slond een vrouw, jong en
bevallig in grijs wollen slof. met de wille
banden, kap en schortje, die de kleeding der
Purileiten uitmaakte, tiaar gelaal was klein
en bfeek en ovaal, haar oogen waren lang.
van een kleur tusschen blauw en groen,
zeer ernstig van uitdrukking nu en uit haar
kap onlsnaplen een paar dikke, kastanje
bruine krullen, die over haar blanken hals
vielen. Een mooie, koele hand zocht de zijne,
die op de deken lag. een stem vol zachte mu
ziek anlwoorddp hem.
„Neen, Randal. Je bent eindelijk ont
waakt.
En nu zag hij. dat die ernstige oogen vol
tranen stonden.
„Waar ben ik dart." vroeg hij. in zijn
eerste werkelijke verwarring, sedert dat hij
ontwaakt was.
„In het pesthuis in Bunhill Fields." zeide
zij hpm. wat de verwarring in zijn hoofd
nog slechts grooter maakle Dat is dat
kan ik begrijpen Ik heb de pest. dat weet ik.
Ik herinner me dat ik er door aangetast
werd Maar gij? Hoe komt gij hier.in een
pesthuis?"
,Ik kon nergens anders heen, nadat
nadat ik hel huis in Knight Ryder Street
verlaten had." En heel in het kort vertelde
zij de bijzonderheden. „Zoo bracht dr.
Beamish mij hier. En hier verzorg ik, door
de genade van de Voorzienigheid, de arme
slachtoffers der pest," eindigde zij.
„En ge hebt mij opgepast?" Gij?" Cnge-
loovige verbazing maakle zijn verzwakte
9lem krachtig.
„Hebt gij mij niet opgepast," antwoordde
ze hem.
Hij maakle een afwerende beweging niet
een zijner handen, die zoo wit en mager
geworden waren. Toen zuchtte hij en glim
lachte tevreden.
Zooals' ik hier nu lig, was het eenige, dat
ik verlangde, dat gij. nu ge de volle waar
heid bmtrent mijn schurkenslreek en de ver
leiding, waardoor ik bezweek, weel, een
enkel woord van medelijden pn vergeving
tot me zoudt spreken. om mij hel sterven
gemakkelijk te maken."
„Uw sterven? Waarom spreekt ge over
den dood?"
„Omdat die eindelijk komt. Aan de pest te
sterven is, wal ik het meest verdien. Ik heb
ze gezochl en zij ontvluchtte me. Maar ein
delijk heb ik ze toevallig toch nog gekregen.
Zoo is het mijn gebeele leven door gegaan.
Dat wat ik wensch en najaag, ontgaat me.
Als ik de jacht opgeef, overvalt hel me on
verwachts. In alle opzichten ben ik de speel
bal van het geluk geweest, zelfs bij mijn
dood. naar het schijnt."
Zij had hem in de rede willen vallen,
maar hij sprak vlug door, bedrogen door zijn
eigen zwakheid.
(Wordt vervolgd