HET PAASCH-CONGRES DER S.D.A.P. t flipf de Zpemv, dïpr? wij'10 si™ Zód is do Zalióbpic fLVSAA Een speelbal der fortuin ETALEEREN B, A. DEVILÈ - LEIOEN No. 20581 LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 19 April Derde Blad Anno 1927 EERSTE DAG FEUILLETON. Openingsrede Polak, _J Zaterdag, Zondag en Maandag te Utrecht het 31ste congres van de S.D.A.P. gehouden. I Zaterdagmiddag nam het congres een aanvang met de openingsrede van den Partijvoorzitter, den heer Henri Polak. W Spreker sloeg een blik op de voornaam- fete gebeurtenissen, welke gedurende het I Verslagjaar in binnen- en buitenland heb ben plaats gegrepen. Daarbij valt de aan dacht onmiddellijk op de werkstaking der kolenmijnwerkers in het Britsche Rijk, die ingeluid werd door een algemeene werk staking, welke ten doel had den strijd der mijnwerkers snel den gewenschten uitslag te bezorgen. Deze laatste wae een misluk king en daardoor tevens een waarschu- ng voor diegenen, die in landen, wa«*r [de arbeiders veel minder sterk zijn geor- ïiseerd dan in Groot-Brittannië en er vam eenheid, als in dat land bestaat, geen brake is, doorgaan de algemeene werk- aking aan te bevelen en voor te stellen J^ls het middel tot het verwezenlijken va-a llerlei verlangens. De werkstaking in En geland was wellicht" het voornaamste in cident in den kamp in alle landen ge- jKoerd, tegen de pogingen der werkgevers, *6inds 1920, om de arbeidsvoorwaarden om laag te drukken. Noch in het economische, noch in het politieke leven heerscht rust. De legers en i yloten zijn er nog steeds, de bewapeningen zijn niet veiminderd en de wetenschap wordt misbruikt tot 't uitdenken van steeds - geduchter verdelgingsmiddelen, die gruwe len moeten aanrichten van een omvang en een ijselijkheid, waarbij zelfs die van den jongsten oorlog verbleeken. De oude wedloop in oorlogstoerustingen duurt a us port maar er is alom de wil tot vrede, fegt men. Zeker, de Volkenbond is daar en zijn eteekenis mag niet onderschat worden. _och men mag deze ook niet overschatten. Het is en blijft de taak van het socialis- [iisoh denkende en handelende gedeelte <ier RECLAME. -175 bliifl/ 5Cf?Qf7ket7 1390 arbeidersklasse, om alles in het werk te stellen, wat tot het afwenden van alle oorlogsgevaar tot het onmogelijke maken van oorlogvoering, bijdragen kan. Spr. herinnerde aan de betooging te 's-Gravenhage op 19 September 1926 en het Ontwapeningscongres Hij constateerde dat de Partij bij de ver kiezing van een gedeelte van de Eerste Kamer, welke in 1926 plaats had, haar po sitie vermocht te handhaven. Over den algemecnen gang ran zaken kan men tevreden zijn. Sprekende over de verhouding tusschen het N.V.V. en de S.D.A.P. verklaarde de heer Polak, dat reden bestaat om de ver wachting uit te spreken, dat het gewensch- to resultaat thans bereikt zal worden, en een vaste, georganiseerde samenwerking tusschen beide lichamen binnen niet zeer 'langen tijd werkelijkheid zal zijn. Spr. is over den toestand der organisa tie optimistisch gestemd, mede in verband n>et de bij de Provinciale Statenverkiezin gen bereikte resultaten. Spr. besloot: ,,Door rusteloozen, nimmer verflauwenden en nooit versagenden arbeid is onze partij in betrekkelijk weinige jaren gegroeid van een onaanzienlijk groepje tut een machtige-, invloedrijke organisatie, die meer dan een vierde deel van het Ncder- landsche volk achter zich heeft. Door ar beid van gelijken aard zullen wij haar iü veel korteren tijd maken tot de sterkst© politiek partij des lands aldus den weg banen tot de groote veranderingen die de eoe.-dem. zal bewerken i-n de economische structuur der samenleving, die op haar beurt de ba^n zullen vrijmaken voor de grootsche metamorphose, die het doel van ons denken, ons streven en ons strijden is. In het vertrouwen, dat wij in dc drie dagen voor onzen arbeid bestemd, er iets toe zullen bijdragen, om dit doel naoer te komen, verklaar ik dit 31ste Congres onzer Partij voor geopend. Legaat-V.an Kol. Bij de mededeelingen die de voorzitter na zijn rede had te doen, las hij een schrij ven voor van den testaanenteur van wijlen den heer van Kol, die aan het P. B. een bedrag van f 16.000 heeft gelegateerd on der voorwaarde, dat 1/4 deel zal worden besteed tob oprichting van een monument •^■er herinnering aan zijn persoon en zulks volgens zijn idee, terwijl het overige moet worden aangewend voor de propaganda van het internationaal socialisme. (Ap plaus.) Bijwonen van de opening der Staten-Generaal. Een der Haageche afgevaardigden ver klaart met betrekking tot de opening der Kamer liever goede vrienden te blijven met de groote meerderheid der partij dan met de bourgeoisie. Hilversum viel de houding van den par- voorzitter inzake het Ned.-Belg. verdrag aan en ging heftig te keer tegen het feit, dat de leiders der partij in comité's met de burgerlijken zitting hebben genomen, om te ageeren tegen het verdrag. Omtrent de opening der Kamer zal de fractie thaDS in overleg met de partij haar houding moe ten bepalen aJ zal het nog wel een paar jaar duren zeide de Hilversumscbe afge vaardigde voor wc socialistische ministers hebben. De afgevaardigde van Amsterdam 4 waar schuwde tegen defaitisme ten aanzieD van onderhandelingen over een verdrag met België. Spr. verdenkt de tegenstanders van het verworpen verdrag niet van minder internationaal begrip en gevoel dan de anderen, doch waar nieuwe onderhande lingen gevoerd meet en worden en er een verdrag moet komen, daar verzoekt spr. om bij de voorbereiding der onderhande lingen ook de partij te hooren. Zaandam wenscht het congres afkeuring te doen uitspreken over het zitting nemen van partijleiders in burgerlijke comité's tegen het verdrag Over het bijwonen van de openingszitting der Kamer door socia listische Kamerleden moet het congres zdch uitspreken. Rotterdam 7 verwijt aan het P. B. zijn houding inzake de Indische onlusten Het P. B. is in dezen, zegt spr., laks en ontac tisch geweest. Spr. keurt ten sterkste het bezoeken van oorlogsschepen door soci so listische voormarren af. De afgevaardigde van Scheveningen wijst er op, dat het congres zich over het deeJ- nemen aan de opening der Kamer heeft kunnen uitspreken, doch daarvan het vo rig jaar geen gebruik heeft gemaakt en de kwestie niet van belang achtte, om de congresvergadenng te rekken. Spr. is van oordeel, dat er thans geen reden is ora een motie var afkeuring aan te nemen. Men moet de Kamerfractie in dezen vrij laten. De a f ge vaardigde van Helder meent, dat het bijwonen der opening van de Ka mer niets te maken heeft met de republi kein sche beginselen Het deelnemen door de S.D.A.P. aan de opening kan ook een demonstratie zijn tegen het koningschap en het aureool der monarchie zijn glans doen verliezen. De heer Van der Goes 'bespreekt uitvoe rig de kwestie deT Kamer-opening. Spr. is van oordeel, dat men door de politieke constellatie op het oogeublik gedwongen is om deel te nemen aan de Karaerope- ning. Spr. betoogt dat een plechtige ope ning niet noodig ia door er op te wijzen, dat Koning Willem 111 verschillende ma len de opening aan een commissie opdroeg Het resultaat zou dan ook te verkrijgen zi.in, dat de plechtige opening wordt afge schaft-, hetgeen door socialistische minis ters, naar spr.'s inzicht, is te bereikeu. Zoolang we echter nog geen socialistische ministers hebben doet de partijfractie be ter zich buiten de pis dithrheid te houden. Spr. schetst de historische ontwikkeling der Kameropening om tot de conclusie te komen, dat aan die schiinvertooning een einde moet worden gemaakt. De motie, die door het P. B. in dezen is voorgesteld noemt spr. onaannemelijk. Deze molie luidt: Het congres, overwegende, dat de parl+j hel recht der sociaal-democratische Kamerleden, om zelf te beslissen, of zij bij de opening der Ka mers zullen tegenwoordig zijn, nooit door eenig besluit heeft beperkt.; overwegende, dat het partijcongres v#n 1926 te Rotterdam aan de fracties de vrij heid heeft gelaten om daarover zelfstandig te beslissen. constateert, dal dc fracties derhalve ten volle het recht hadden in September 1926 tot bijwoning van de openingsvergadering te besluiten, bevestigt het congresbesluit van 1926, om aan de fracties de beslissing over de bijwoning van dé opcningsvergadcring over te laten, en gaat over tol de orde van den dag In afwijking van deze motie dringt de heer Van der Goes er bij het congres op aan de Kamerfractie te verzoeken de vroe ger toegepaste tactiek te herstellen. Spr. hoopt en verwacht, dat de fractie aan dat verzoek zal willen voldoen, waar het op het vorig congres genomen besluit bij ver rassing is gevallen. Spr. stelt een motie voor. waarbij de fractie wordt uilgenoodigd terug te keeren tot de houding van vóór September 1926. Het congres werd geschorst lot 's avonds 8 uur. In de avondvergadering werd de discussie over het deelnemen der S. D. A. P. fractie aan de plechtige opening der Slalcn-Gene- raal voortgezet. De afgevaardigden van Leiden en Bus- sum spraken zich uit voor de motie-Van der Goes. Door Bussum werd er de Kamerfractie een grief van gemaakt, dal zij aan de communisten overliet om een interpellatie lot de Regeering te richten over lmt zenden van de „Sumatra" naar China. De afdce- ling Bussum diende daarover een molie in. Amsterdam 4 besprak de kwestie van de organisatie der partij. Bij groote politieke vraagstukken worden de partijleden te wei nig gekend. Politieke leiding ontbreekt. Spr. verzocht een commissie te willen instellen tol reorganisatie van den partijraad. De afgevaardigde van Schiedam zeide het verkeerd te achten wanneer de houding der Kamerfractie in zake de opening der Sta ten-Generaal door het congres werd ver oordeeld. Mr. Van Eek, lid van het Partijbestuur, verklaarde het niet eens te zijn met de motie van het Partijbestuur. Amsterdam 9 wenschte een beslissing ge nomen te zien, die leiders en congres be vredigt. De Kamerfractie kan op haar be sluit niet terugkomen. De fractie moet dan echter beloün om de hulde, die geregeld aan het slot der openingsplechtigheid van de Kamers aan de monarchie wordt ge bracht te beantwoorden met den uitroep: Leve de socialistische republiek. Op die voorwaarden-wil Amsterdam zijn molie te rugnemen, vertrouwende dat ook de andere afdeelingen dit zullen doen. De heer Vliegên beantwoordde de spre kers over de internationale besluiten. De uitvoering van besluiten, zeide spr hangt af van de activiteit der partijen, waaruit de internationale beslaat. Het P. B. kan daar aan weinig veranderen. In zake de ontwa pening is de Nederlandsche arbeiderspartij, naar sprekers meening, niet tekort gescho ten. Voor de handhaving van den acht uren-dag is én door de partij èn door het N V. V. een krachtige actie gevoerd. Aan de bestrijding der werkloosheid is thans in ternationaal niets te doen en in deze is zeker de Nederlandsche S. D. A. P. niet in gebreke gebleven. Daar de Sumatra" Ier bescherming van Nederlanders in China verblijft en niet deel neemt aan de demonstratie der mogendhe den zooals de Regeering verzekerde, daar noemde spr. het onverantwoordelijk thans te eischen, dat deze kruiser wordt terugge roepen. De heer Wibaut gaf vervolgens een uit eenzelling over zijn bezoek aan een ïta- liaansch oorlogsschip, waarover hem op dit congres een verwijt is gedaan. Spr. was, toen het Ilaliaansch oorlogsschip in Am sterdam kwam. waarnemend burgemeester en moest als zoodanig een extra-bezoek brengen aan den commandant van het oor logsschip. Spr. zeide verder het conflict te betreuren in de partij-fractie over het Ned - Belgisch Verdrag, doch hij verwachtte, dat het middel zal worden gevonden om voor taan bij beslissingen van zoo groote betee- kenis een en dezelfde lijn te kunnen trekken. De heer Albarda betoogde, dat de pari ij niet onvoorbereid is komen te slaan tegen over het Verdrag Ook aan de Indische on lusten is steeds de aandacht gewijd, gelijk spr. uil de behandeling in de Kamer kan aanloonen. De partij en haar organen hob- hen zich van den beginne af ingelaten met den toestand in Tndië. Wat samenwerking met de Kalh. partij aangaat, zeide spr., dat deze partij daartoe op hot oogenblik nog niet geschikt is. Er zal in de Katholieke partij nog voel moeten veranderen. Tegenover den heer Veraart en consorten moet men onbarmhartig optreden, omdat men hen niet ter wille van een coa litiepolitiek naar de oogen wenschte te zien. Al is de Katholieke partij nu nog niet voor een samenwerking bereid en geschikt, toch moet zij in de toekomst daarvoor geschikt worden, doordat wij den Katholieken ar beiders voortdurend toeroepen, dat zij de Katholieke par!ij lot democratische samen werking geschikt moeten maken. Ten aanzien van het Nod.-Belgisch Ver drag, zeide spr., de oncenigheid le betreu ren, doch evenals Wibaut vertrouwt hij bij eventueele nieuwe onderhandelingen over eenstemming onder de Kamerleden te zullen bereiken. De houding der Kamerfractie ten aanzien van de opening der Kamers werd door spr. verdedigd door aan het Koning schap in Nederland iedere waarde te ont zeggen en ook de eerste bijeenkomst der Stafen-Generaal als een vergadering van het parlement te kenschetsen. Spr. kwam tot de conclusie, dat, nu aan de parlijfraclie door hel congres vrijheid in deze is ver leend en de fractie daarvan gebruik heeft gemaakt, men haar ook thans die vrijheid moet laten. Wijl het nu eenmaal gebeurd is. zou ook door de vriendelijke motie Van der Goes de Kamerfractie geblameerd wor den, doordat haar. zij het in den vorm van een verzoek, toch het formeel verbod door het congres wordt opgelegd om aan de ope ning der kamers deel te nemen. Hel roepen RECLAME. Instalieeren van te openen zaken, Wedstrijd- of Winkelweek-Etalages, J Tensloonstellings-Uitslallingen, i sr Wekelijksche Etalages (abonnement) ||- Zoo noodig: met byleverlng: (huur) van Etalagestot en Hulpmiddelen. Nieuwe Rijn 26, Telefoon 1994 1409 op commando van het congres van: „Leve du socialistische republiek", zooals hier is voorgesteld, komt spr. als iets belachelijks voor en wat hemzelf betreft, laat hij zich daartoe geen opdracht geven. Aan de motie van het Partijbestuur, die door spr. werd aanbevolen, wenschte hij tusschen de beide laatste alinea's de zin snede te voegen: overtuigd, dat uit dal be sluit der Kamerfractie en uit de aanwezig heid van een aantal harer leden bij de ope ning geenszins mag worden afgeleid, dat dc fractie of een deel der fractie zou hebben verlaten het standpunt, dat de partij onver anderd tegenover het Koningschap in neemt". De met deze zinsnede aangevulde molie van het Partijbestuur kwam hierop in stem ming en werd aangenomen met 478 tegen 368 stemmen Oin half een werd het congres geschorst tot Zondagmorgen kwart voor tien. TWEEDE DAG. Bij de heropening van 't congres op Paaschmorgen werd het woord gegeven aan den heer Schaper, die als lid van de com missie van toezicht van „Het Volk" de ad ministratieve aangelegenheden van het partij-orgaan besprak. De heer Ankersmit (Volksredactic^ beant woordde de critick, die door enkele sprekers op den inhoud van „Het Volk" en de re dactie was uitgeoefend. Nadat de partij secretaris, de heer Werk hoven. de opmerkingen over de verslagen en de administratie van het partij-secretariaat had beantwoord, werd door den voorzitter, den beer H. Polak, de op zijn beleid en zijn houding in zake liet Ned.-Belgisch verdrag geoefende criliek afgewezen. De voorzitter verklaarde zich niet bewust te zijn ecnigerlei partijbesluit overlieden te hebben Over het lid zijn van een burger lijk comité tegen het Ned. Belgisch verdrag heeft de partij nooit een besluit genomen, liet stond iedere partijgenoot vrij, zeide spr., ten opzichte van het verdrag te handelen zooals hij wilde. Spr. gaf verder le verslaan, dal de partij niet telkens opgeroepen kan worden om over belangrijke aangelegenheden gehoord te worden. Eerst zou dan uitgemaakt moeten worden, wat belangrijk is en wat niet, cn zoo zou het kunnen gebeuren, dat het con gres permanent bijeen gehouden moet wor den. De mogelijkheid daarvan ziet spr. voor alsnog niet in. Door Amsterdam 4 werd hierop, mede namens al de Amsterdamsche, een groot deel der Rotterdamsche en een aantal Friesche afdeelingen een molie ingediend, waarbij aan het P.B werd opgedragen een commis sie te benoemen, die een onderzoek zal in stellen naar een wijziging van de parlij in dien zin, dal het overleg meer over de partij- instanties zal zijn verdeeld. Deze' motie werd aangenomen. In behandeling kwam vervolgens het ont werp gemeente-program, dat werd ingeleid door den weihouder van Amsterdam, den heer Ed. Polak. De onderscheiden paragrafen van het so cialistisch gemeenteprogram werden door inleider nader toegelicht. Middelerwijl werd ook nog een bespreking Naar het Engelsch van RAFAEL SABAT1NI. Geautoriseerde vertaling van A. T. 60) Maar Holles had hun hulp niet meer noo dig. Hun woorden en wat hij zag van die sombere lading, waarvan hij een deel uit maakte. deden hem eindelijk zijn afschuwe- lijk^n toestand begrijpen. De schrik maakte hem niet alleen volkomen nuchter, maar gaf hem ook buitengewone kracht. Hij maakte zich vrij, en zag kans om op zijn knieën le komen. Toen greep hij den zijkant van den wagen, kwam te staan, sloeg er een been over heen en sprong naar beneden, zoodat hij languit op den grond viel. Toen hij weer opgestaan was, -was de wa gen alweer verder gegaan, en de klank van het schorre gelach der mannen klonk akelig door de stille straal. Holles vluchtte voor dat geluid weg, terug langs den weg, dien hij gebracht was, en pas. toen hij een eind geloopen had. en de akelige vroolijkheid der mannen en het ge ratel van den vervloekten wagen hem niet meer in de ooren klonk, begon zij zijn toe stand te begrijpen Hij was zonder mantel, hoed, wambuis of laarzen. Eindelijk bleef hij slaan, zonder te weten of er om le geven waar hij was: volkomen uitgeput zonk hij neer op den drempel van yan een leeg huis, en daar yiel hij in slaap. Toen hij ontwaakte, lag hij in den vollen gloed van de zon, die reeds hoog aan den hemel slond. Hij keek om zich heen, en zag in een geheel vreemde omgeving, zoodat hij zich geen denkbeeld kon vormen, waarheen hij gedwaald was. Midden op de straat stond een man met epn punthoed in het zwart, leunend op een rooden stok en hem opmerkzaam aanziende. „Wat scheelt u." vroeg de man hem. toen bij zag. dat Holles ontwaakt en bij bewust zijn was. Holles staarde hem brommig aan. „Dat ik jou zie," snauwde hij. en hij slond met moeite op. „Anders niets." Terwijl hij op de been kwam, overviel hem een duizeling. Hij ging even tegen de deurpost staan. Toen wankelde hij en viel weer ileer op de stoep, die zijn legerstede ge weest was. Enkele oogenblikken zat hij daar droomerig, en verwonderde zich over zijn toestand. Toen, als met een plotselinge in geving, trok hij zijn hemd open. „Ik heb gelogen." riep hij woest. Toen hij weer opkeek, lachte hij. een tuiden, opge wonden lach. „Ik heb gelogen. Er is iets anders. Kijk maar!" en hij trok zijn hemd verder-open. zoodat de man zien kon. wat hij ontdekt had. En dat was het laatste, wat hij zich herinnerde. Op zijn borst was de bloem der pest ont loken, terwijl hij sliep. HOOFDSTUK XXVII. Het Pesthuis. Er volgde voor kolonel Holles op een andere plek dan die van hef gewdne leven, een tijdperk van koortsachtige werkzaam heid, van gevreesde ontmoetingen en vree- selijke gevechten, van voortdurenden strijd met een onmeedoogend tegenstander, die in zwart en wit satijn gekleed was, en het ge laat van Zijn Genade van Buckingham had, en die altijd op het punt was, hem te doo den, maar. omdat hij geen genade kende, het nooit deed. Deze gevechten hadden gewoon lijk plaats in een donkere kamer i et lam- brizeering, bij het licht van eenige kaarsen op een zilveren kandelaar, en werden bijge woond door een vrouw in het wit gekleed, met een bleek gelaat, met bange blauw groene oogen en dik, kastanjebruin haar, die van pret lachte en telkens in haar handen klaple. Somslijds echter was hel gevechts terrein een kersenboomgaard, dan weer het bescheiden binnenhuisje van een boerenhut in de buurt van Worcester. Maar de spelers waren altijd dezelfde drie personen. De zaak was, dat Holles in een droom wereld leefde, waaruit bij eindelijk op een dag helder ontwaakle ontwaakte om te sterven, zooals hij dacht, toen hij zijn om geving opgenomen had en ze begreep met behulp der herinneringen, die hij verzamel de van de laatste uren. dat hij bij kennis was. Hij merkte, dal hij op een streohed, dicht bij een raam lag, waardoor hij eenige hoornen en een stukje lucht zag Boven zijn hoofd waren de kale balken van een dak zonder zoldering. Hij keerde zijn hoofd op de kussen om en zag 'inks van hem een lange, op een schuur gelijkende kamer, waarin een half dozijn dezelfde stroozakken stonden cn op ieder lag een lijder zooals hij zelf was. Een of rivee van hen lagen onhewpeglijk, alsof zij dood waren: de anderen woelden en kreunden terwijl er een heftig worstelde mei zijn oppassers. Het was geen prettig gezicht voor iemand in zijn toestand, daarom legdp hij het hoofd weer als in het begin en keerde weer terug lot de beschouwing van dat stukje lucht. Tranen vulden zijn oogen en rolden over zijn ingevallen wangen, liet waren tranen van lichamelijke zwakte en dankbaarheid, meer dan van zelfbeklag. Schreden naderden zachtjes zijn bed. Iemand boog zich over hem heen Hij keerde zijn hoofd weer om en keek op. En toen maakte een groote angst zich van hem meester, zoodat zijn harl zich een oogenblik scheen samen le trekken. Hardop gaf hij. zichzelf een verklaring van die verschij ning. ..Ik droom weer!" klaagde hij fluisterend. Naast zijn bed slond een vrouw, jong en bevallig in grijs wollen slof. met de wille banden, kap en schortje, die de kleeding der Purileiten uitmaakte, tiaar gelaal was klein en bfeek en ovaal, haar oogen waren lang. van een kleur tusschen blauw en groen, zeer ernstig van uitdrukking nu en uit haar kap onlsnaplen een paar dikke, kastanje bruine krullen, die over haar blanken hals vielen. Een mooie, koele hand zocht de zijne, die op de deken lag. een stem vol zachte mu ziek anlwoorddp hem. „Neen, Randal. Je bent eindelijk ont waakt. En nu zag hij. dat die ernstige oogen vol tranen stonden. „Waar ben ik dart." vroeg hij. in zijn eerste werkelijke verwarring, sedert dat hij ontwaakt was. „In het pesthuis in Bunhill Fields." zeide zij hpm. wat de verwarring in zijn hoofd nog slechts grooter maakle Dat is dat kan ik begrijpen Ik heb de pest. dat weet ik. Ik herinner me dat ik er door aangetast werd Maar gij? Hoe komt gij hier.in een pesthuis?" ,Ik kon nergens anders heen, nadat nadat ik hel huis in Knight Ryder Street verlaten had." En heel in het kort vertelde zij de bijzonderheden. „Zoo bracht dr. Beamish mij hier. En hier verzorg ik, door de genade van de Voorzienigheid, de arme slachtoffers der pest," eindigde zij. „En ge hebt mij opgepast?" Gij?" Cnge- loovige verbazing maakle zijn verzwakte 9lem krachtig. „Hebt gij mij niet opgepast," antwoordde ze hem. Hij maakle een afwerende beweging niet een zijner handen, die zoo wit en mager geworden waren. Toen zuchtte hij en glim lachte tevreden. Zooals' ik hier nu lig, was het eenige, dat ik verlangde, dat gij. nu ge de volle waar heid bmtrent mijn schurkenslreek en de ver leiding, waardoor ik bezweek, weel, een enkel woord van medelijden pn vergeving tot me zoudt spreken. om mij hel sterven gemakkelijk te maken." „Uw sterven? Waarom spreekt ge over den dood?" „Omdat die eindelijk komt. Aan de pest te sterven is, wal ik het meest verdien. Ik heb ze gezochl en zij ontvluchtte me. Maar ein delijk heb ik ze toevallig toch nog gekregen. Zoo is het mijn gebeele leven door gegaan. Dat wat ik wensch en najaag, ontgaat me. Als ik de jacht opgeef, overvalt hel me on verwachts. In alle opzichten ben ik de speel bal van het geluk geweest, zelfs bij mijn dood. naar het schijnt." Zij had hem in de rede willen vallen, maar hij sprak vlug door, bedrogen door zijn eigen zwakheid. (Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1927 | | pagina 9