dpVsbppr,
Een speelbal der fortuin
No. 20580
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 16 April
Zesde Blad Anno 1927
VOOR DE HUISVROUW,
I Ze vertelde o.a. dat de meeste menschen
tegenwoordig de eierschalen zoo maar weg
gooien, terwijl die juist een probaat reini
gingsmiddel zijn speciaal voor flesachen.
karaffen, vazen en andere glazen voor
werpen met een nauwe opening. Breek de
schalen in kleine stukjes en droog deze in
den oven. Leg ze dan in een div>pe, aarden
schaal en zet die op een koele plaats. Wilt
u nu iets van glas schoonmaken, dan doet
u er de eierschalen in. giet er wat koud
Sjraler bij, schudt den inhoud flink heen en
weer, spoelt met koud water na en u krijgt
l-ïrjs'alhelder glaswerk.
Modepraatjes van een Parisienne.
C 1
VRAGENRUBRIEK.
die ii7 M H^rdpt?
1—pC
Y dal715 dp Yvor
waarwpp
Qlysma
Reeds Biscuits in Huis voor de Paaschdagen? Neen?? - Mevrouw, laat dan nog hedenavond VERHÜGEN's Parijsche Wafels en „Elita" halen
FEUILLETON.
SCHOONMAAK-NIEUWTJES.
■Natuurlijk klopte ik bij mijn „factotum"
aan, mijn lieve oude vriendin, die mij reed9
zoo vaak met haar beproefde huismiddeltjes
bijstond „U moet me eens helpen," zei ik,
met een paar nieuwtjes voor dien idealen
Schoonmaaktijd je hoeft niets van stof
zuigers of zeilbezems en dergelijke te ver
tellen maar u moet me liever een paar
Aiderwetsche degelijke adviezen gevenI"
i En aanstond was ze bereid.
Email vaatwerk, dat zwart geworden
^van binnen moet u uitkoken in zeepwater.
IJ kunt ook een oplossing maken van 1/4
r:^ond chloorkalk en 1/4 pond polasch in 5
lifpr water; uitkoken in soda (niet te
I^Acherpe oplossing) geeft eveneens beste
r jesul laten. Email heeft bijzondere zorg
[]Bioodig o.a. opdat het glazuur niet springt,
wat kan gebeuren als de inhoud bijna ver-
,~&ookt is. of indien u. als de pan heet is,
er opeens koud water in piet Heeft het
^frater wal aanzetsel in de pannen ?e-
Wormd. dan kookt u er dat met suikerwater
dSvel af.
I Er zullen echter niet zooveel menschen
jmeer email pannen hebben; de meeslen
prefereeren aluminium.
Als dat door een of andere reden grauw
'en dof is geworden, moet u het behandelen
jrir-t bijtende kaliloop. Spoedig wordt het
■Aluminium dan weer wit glanzend. U kunt
,lipt ook poetsen met een oplossing van 30
^Hram borax in 1 liter water, waaraan een
-paar druppels geest van salmiak zijn toe-
^^pevoepd.
Met de schoonmaak zal er wel een en
[ander zijn, dat u even wat bij wilt verven.
)m te voorkomen, dat de verf gaat blad
deren", moet u een beetje glycerine in de
i'erf mengen; deze krijgt hierdoor boven
dien een mooiere glans.
Een van de corvées in dezen tijd is het
beeldjes-wasschen. Marmer en porselein is
nog zoo lastig niet. maar wel het reinigen
van albast. Dat mag niet in het water ge
legd worden, want de onderdeelen zijn ge
lijmd en laten dus spoedig los. Borstel ze
af met wal zeepwater; zuig met een klein
sponsje het overtollige water uit de hoekjes
en wrijf ze heel voorzichtig met epn wil
lapje op. U kunt ze ook schoon borstelen
met slag sodawater; wrijf ze daarna met
een drogen doek goed af. Nog een andere
methode is- bestrijk ze met een dun mag-
nesiapapje. laat dit droog worden en bor
stel het dan af.
Voorwerpen van gips moet u eerst met
een drogen stofdoek en een klein kwastje of
borsteltje (b.v. een tandenborstel) goed
schoonmaken; daarna strijkt u er een op
lossing van zinkwit, waaraan wat Arabi
sche gom is toegevoegd, over heen. Deze
behandeling moet 2 k 3 maal worden her
haald.
Marmer-vlekken gaan weg als u er direct
"benzine in wrijft, maak dan een deeg van
twee deelen zeepziedtrsloog. één deel ter
pentijn. één deel rundergal. Roer dit go*>d
dooreen en leg het papje op de vlekken,
na een poosje wascht u het af. Dan zijn
de vlekken ook verdwenen.
Petroleum, mits overvloedig in het vuile
marmer gesmeerd, is eveneens een goed
reinigingsmiddel; na eenigen tijd kunt a
de olie afwasschen en het marmer met
een wollen lap opwrijven. Voorts krijgt u de
vlekken uit het marmer met een mengsel
van twee deelen natrium-carbonaat, een
deel puimsteenbrij en één deel kalk, tol een
papje gewreven. Leg dit op het vieze mar
mer; laat het er even in werken en wascht
het dan af.
Inktvlekken zijn wel uit gepolijst mar
mer te verwijleren. doch minder gemak
kelijk uit ruw marmer; dit laatste gelukt
als u het een poosje blootstelt aan de in
werking van wijnsteen of citroenzuur.
Petroleumvlekken krijgt u er uit door een
mengseltje van twee deelen soda. één deel
puimsteenpoeder, één deel kalk en water.
Wrijf hier de vlekken mee in en wasch het
na eenigen tijd met water en zeep weer af.
Wijnsteenzuur of citroenzuur zijn ook goed
om wijnvlekken uit gepolijst marmer te
halen.
Marmeren waschtafelbladen worden
prachtig als u er 20 k 30 seconden een
dunne brij van kalk en zeepsop op legt, deze
daarna afwascht en met witte was of talk
napoetst en -wrijlt.
Ijzerroest haalt u er het best af met
benzine en krijt, bedek hier de vlekken dik
mee en ververseh het papje om dp zes uur.
tot ze verdwenen zijn Wasch de pap er
daarna af. Soms als de vlekken erg oud
zijn helpt de benzine niet; probeer het
dan met chloroform.
Is uw marmer spierwit, dan is het zeer
lastig er de vlekken uit te halen. U kunt
dat met zwavel-elher of zwavel-magnesia
probeeren. doch meestentijds zal er een
vakman aan te pas moeten komen; die kan
het zoo noodig ook voor u politoeren.
Terra-cotta voorwerpen krijgt u het beste
schoon met lauw water vermengd met zout
zuur: 1 liter water op één k twee lepels
zoutzuur (denk er om; dat is zwaar ver
gift!) Doop een zochten borstel in deze op
lossing en borstel het voorwerp voorzichtig
af. Pas vooral goed op, dat u niet spat,
want op uw kleeren een drupje gemorst,
maakt er een gaatje in! Wasch dan de
terra-cotta na met een linnen lapje in
schoon, lauw watpr gedoopt en wrijf het
droog met een zachten doek Op deze ma
nier kunt u alleen onbeschilderd terra
cotta reinigen.
Zijn uw ruiten ondoorzichtig geworden,
wrijf ze dan in met fijn geschuimde kalk
aarde. waar alle zand uit verwijderd is en
droog ze af. Ilelpt dit niet. wasch ze dan
met verdund salpeterzuur en spoel ze met
water na.
Gelakte theebladen worden weer als
nieuw, indien u ze opwrijft met een zalfje
van meel en olie op een zachten wollen lap
En als u nu klaar en schoon bent Al
uw kasten en ganseh uw huis. dan
heeft u vermoedelijk zelf pijn in uw leden
van 't sjouwen en de vermoeienis. Wrijf
uw botten en spieren dan met wat spiritus,
waarin een theelepel arnika (dat hebben
dp drogisten"* en na eenige herhalingen bent
u weer heelemaal fit!
(Nadruk verboden).
Parijs, voorjaar 1927.
-B-
Nu wij. Parisiennes. „hel seizoen" lege-
moet gaan en daarvoor onze garderobe kie
zen uit of naar het voorbeeld van de
collecties van onze grands couturiers, is er
maar één onderdeel, dat de flollandsche le
zeres persoonlijk interesseeren aal: de jfetite
robe en de petit tailleur. AJ het andere: ge-
kleede. middagtoilletten van mousseline de
soie, met groote bloempatronen of breede
broderies, avondjaponnen van taffetas met
echt gouddraad doorweven, dat bijna 1000
francs per meter kost, capes en avondman
tels van rose-goud-lammet kragen van
witte vos wat zoudt ge er mee doen iii
Holland, terwijl alleen het cadre te vinden
is voor al die pracht in de „Ville Lumière"
met haar courses, mondaine restaurants,
gala-avonden in de opéra, etc etc.
Gelukkig is er een sloffen-fabrikant: Ro-
dier, die zulke verleidelijke wollen weefsels
uitvindt, dat de couturiers er wel „petites
robes" van moeten maken, van die jurkjes,
die niet aan tijd of plaats gebonden zijn. be
halve dat èn wollen sloffen èn de kleuren
van Rodier en zijn vele navolgers, het niet
doen hij avondlicht Kasha" is een naam
geworden als vroeger serge, laken, gabar
dine. en Jiet is ontelbare malen nagemaakt;
het Mongoolsche geitje had trouwens nooit
zóóveel wol kunnen .Voortbrengen, dat alle
„kasha's" echt konden zijn. Nu weer heeft
Rodier nieuwe weefsels van zijn zijige vacht
gemaakt; geïnspireerd op shantung en tu9-
sor zijn tassakasha en tuslikasha 't eene
van wol alleen, 't andere wol met zijde. De
natuurlijke tint van kasha wol lijkt
trouwens precies op de natuur-kleur van die
Chineesche zijde. De „haïks" van de Maro-
kaansche vrouwen hebben een wollen
mousseline: mouslilcasha doen ontstaan en
al die fijne weefsels zijn gedecoreerd met
dessins, geïnspireerd 'op oude Perzische bock
versieringen of op de kleine bloempatroon-
tjes, waarmee de mantels en andere gewa
den van de Fransche koninginnen waren be
zaaid. Al die bloempjes en fijne heraldische
figuurtjes zijn van wol en metaal en gpwe
ven in het fond Maar de heeren Rodier heb
ben ook moderne patronen laten teekenen en
laten weven en ze hebben al hun oude weef
sels veredeld en nóg mooiere namen gege
ven. Wat dunktu van „mouslidjersakasha";
om dat in een stoffenwinkel te vragen, moogt
ge den naam wel opgeschreven meenemen.
Ik spaar u de rest van de namen en vertel u
liever, wat ge maken kunt van deze slofjes
en van die erop lijken.
Monsieur Rodier heeft ook een nieuw fijn
crépella bedacht, waarvan een zwart japon
netje zou kunnen zijn. dat gegarneerd is met
tres, om de beurt een .zwart en een wit fijn
tres-bandje, die samen een breede band
maken langs het V-vormig décolleté, en
waarvan ook de ceinture is. die vele malen
om heupen en taille is gewonden en van
achteren een platte strik vormt. De voor
jaarsmode legt het accent op de garneering
tusschen heupen en taille, en er is dan ook
geen jurkje zonder een héél breede of heel
smalle ceinture. De laillelijn wordt nu. zon
der dat we het merken, naar boven verlegd
of weggewerkt door b.v. een bolero, die be
dekken moet. dat de rok in de taille als een
heeren-pantalon is afgemaakt. We dragen
nu onze blouse ook weer in de rok. maar
dat alleen maar bij de tailleur of bij andere
combinaties, waar een jasje of vest den
overgang overbrugt Een heel breede band,
effen als het jurkje is gcplisseerd. met plooi
tjes als het japonnetje glad is. vormt ook het
brugje, dat we nog steeds niet kunnen mis
sen. gewend als we zijn, dat onze heupen en
taille even smal lijken Soms dragen we mid
den op dien band een smal ceintuurtje van
reptielen-leer. Ook hebben we jurkjes in drie
tinten, de donkerste om de taille en onder
aan de mouwen, de lichte bovenaan en on
deraan de rok. De halsuitsnijdingen zijn
klein, dikwijls vierkant en dan omgeven
door een plat lint of tresband.
dat links aan den hoek is gestrikt, de man
chetjes aan de van onderen wijde mouwen
zijn van 't zelfde lint, met een strikje en
tamelijk lange einden.
De „petite robe" is nog dikwijls een
„deux-pièces". rokje en corsage apart, maar
dan óók is er meestal een ceintuurtje om de
taille. Zelfs maken sommige couturiers
avondmantels uit twee gedeelten bijv. La-
nain, die een wijde, bouffante zwart flu-
weelen rok combineert met eeD nauw slui
tend jacquet van goud-lamé of gcpailleleerde
zijde.
Bijna alle jurkjes in twee deelen zijn ook
van 2 stoffen of in 2 kleuren gemaakt. Dik
wijls is een gedeelte effen en 't andere ge
bloemd of met geometrische figuurtjes be
drukt Een voorbeeld is: een rokje en kort
manteltje van effen lussakasha. de rok heeft
drie plooien; opzij en van voren; van ge
bloemde toillikasha zijn de jumper en een
fichu.
Een typische Parij9che petite robe" is
van groene reps, heeft stiksels, die een strik
vormen en een bolero en die laag-afhan
gende armsgaten aangeven en ook midden
om den onderarm terugkomen. De tot bo
venaan gesloten japon heeft een klein
kraagje, manchetten en een biais van boven
tot onder langs de sluiting van crêpe ge
orgelf*. waarlangs overal cpd biais van
zwarte satijn loopt, smal ceintuurtje en in
de rok twee zakken.
COLINE.
W. V., te A. a. d. R. Het hoofdkantoor
van de firma Jamin bevindt zich te Rotter
dam. Een nader adres is niet noodig. De
firma is daar voldoende bekend.
M. B., te B. In lederen goeden boek- en
kantoorhandel kunt u de „Onolo" vulpen
houders bestellen. Wie de hoofdvertegen
woordiger in Nederland is kunnen wij u niet
zeggen. Tnformeprt maar eens in een zaak
waar deze vulpenhouder te koop is.
P. van D., te W. We zouden u ernstig
raden om de tafel niet zelf met schuur
papier of puimsteen te bewerken voor de ver
wijdering van het zwart. Als u het hout be
derft is u nog verder van huis. Laat het een
meubelmaker doen.
A. H. te L. U kunt u eikenhouten meu
belen door beitsen donker krijgen. U zult
er hel meeste succes mee hebben wanneer
u het door een knap meubelmaker laat doen.
RECLAME.
1281
M. K-, te L. Het Rijksmuseum te Am
sterdam is kosteloos toegankelijk op alle
werkdagen: van 1 Mei tot 30 September van
105 uur. van 1 October tot 15 Novem
ber van 10 tot 4 uur, van 16 November tot
15 Februari van 10 tot 3 uur en van 16 Fe
bruari tot 30 April van 10 tot 4 uur. Op
Zon- en feestdagen is de tijd van opening te
één uur. Gesloten op Nieuwjaarsdag.
B. N. te W. ,Oude inktvlekken zijn
hardnekkig en bij het gebruik van scherp
bijtende middelen verdwijnt met de vlek
ook de kleur der slof. Los de vlek in uw kar
pet op, door haar herhaaldelijk nat te ma
ken met een oplossing van citroensap en
zout. Daarna uitwasschen met een zeep
oplossing.
Losse nummers van ons Blad zijn
behalve aan ons bureau
ook verkrijgbaar bij de
Firma A. HILLEN, Breestraat 154.
Firma A. HILLEN, Stationsweg.
J. J. RIJSBERGEN, Sigarenhandel
Heerenstraat 2,
Fa.A. SOMERWIL Azn. Hoogew. 24
Firma A. J. H. WIJTENBURG,
Haarlemmerstraat 2.
A. M. VAN ZWICHT,
Kiosk Prinsessekade.
en bij
JOH. HOGERVORST, Haarl.str. 128
en des Zaterdaes bij
A. H. v. d. VOOREN, H. Rijndijk 74.
RECLAME.
1276
Naar het Engelscb
van
RAFAEL KABATINI.
Geautoriseerde vertaling van A. T.
59)
Hij hoorde van een rondzwervend zee
man, met wien hij sprak, dat Albemarle nog
in de Cockpit was. Trouw aan zijn karakter,
bleef de eerlijke George Monk hardnekkig op
zijn post, onbewogen door het gevaar; inte
gendeel liep hij vrij rond, zonder er acht op
te slaan, vervuld van de menschlievende
taak, om te doen. wat een man in zijn posi
tie doen kon, om het algemeene leed te ver
zachten.
Zijn avonden bracht hij altijd door in hel
uithangbord de Flesch. in die donkere steeg
bij Waiting Street, waar een zuiver toeval
hem het eerst heen gevoerd had De fortuin,
wier speelbal hij altijd geweest was. had
hem tusschen die menschelijke wrakken ge
worpen; en daar bleef hij. omdal de plaats
hem de eenige zaak gaf die hij verlangde,
totdat de dood hem zooals hij hoopte
eindelijk vrede zou brengen.
Het eind kwam onverwachts. Op een
avond den zevenden, dien hij doorbracht
in die verachtelijke verblijfplaats dronk hij
zeifs meer dan zijn gewoonte was. Als een
gevolg daarvan waren zijn zinnen geheel
beneveld: toen hij op verzoek van den
waard de donkere steeg inwaggelde. als de
aatste van al die drinkebroers, die vertrok.
Hij bewoog zich als een automaat, op bee-
nen, die werktuigelijk hun dienst deden.
Zonder vrees of zorg bmlrent de richting,
waarin hij zich bewoog kwam hij in Wat-
ling Street, stak die over. ging in een nauwe
steeg aan den zuidkant en waggelde blinder
lings verder totdat zijn voelen een struikel
blok op hun onvaslen weg ontmoetten.
Hij struikelde er over en viel zwaar voor
over op zijn gezicht. Daar het hem'aan den
wil en de kracht ontbrak, om weer op te
staan, bleef hij liggen, waar hij gevallen
was en zonk daar in een gevoelloozen
slaap. Een half uur ging voorbij. Hel was
het halve uur onmiddellijk voor den dage
raad. Er klonk een bel. luidend op een af
stand. Langzaam kwam zij nader en een
roep, die bij tusschenpoozen herhaald werd,
had verstaanbaar en begrijpelijk voor Holles
kunnen zijn. als hij bij bewustzijn geweest
was. Weldra klonken andere geluiden daar
nevens: het sombere gekraak van wielen,
die gesmeerd moeten worden, en het lang
zame stampen van hoeven op de steenen.
Naderbij klonk de roep door den stillen
nacht:
„Breng uw dooden naar buiten!"
Het voertuig hield stil aan den ingang van
de steeg, waar de kolonel lag, en een nan
naderde, een vlammende toorts boven zijn
hoofd houdende, zoodat die haar rossen
gloed aan weerszijden kon werpeD iD de
donkere hoeken van die steeg. Deze man zag
twee lichamen op den grond uitgestrekt dat
van den kolonel en dat waarover de kolonel
gestruikeld was.
De man slak zijn toorts in een houdeT. die
voor aan den dooden wagen was vastge
maakt
..Er is hier niet veel bijzonders, Larry,"
zei de een.
„Neen," bromde Larry. „Ze zijn wel heel
zeker dood. Kom Nick. Late/i wij ze op den
wagen brengen."
Zij stonden op, kregen hun haken, en het
lichaam daarmee opnemend, gooiden zij het
in het voertuig.
Kom wat dichterbij met den wagen," zei
Nick, terwijl hij zich omkeerde en naar
Holles toeging. Het paard werd een paar
stappen vooruit geleid, zoodat het licht van
den wagen nu voller op de lange, slappe ge
daante van den kolonel viel.
Nick viel op een knie naast hem neer, en
liet een tevreden gebrom hooren.
„Deze is beter."
Zijn kameraad kwam over zijn schouder
kijken.
„Een heer, voor den duivel I" vloekte hij
met akelige blijdschap. Hun vaardige roof-
vingers gingen vlug over Holles heen, en zij
lachten akelig bij het zien van het half do
zijn goudstukken, die nu op Larry's vuile
hand lagen.
„Niet veel meer," bromde de een na ver
der onderzoek.
„Daar is zijn zwaard een kostbaar ge
vest; kijk Larry."
„En een paar mooie laarzen," zei Larry,
die al bezig was met de voeten van den ko
lonel.
„Help een handje. Nick."
Zij trokken de laarzen uit. en maakten er
een pak van met den hoed en mantel van
den kolonel Dit pak liel Larry vallen in een
mand. die achter aan den wagen hing. ter
wijl Nick Holles zijn wambuis uittrok Plot
seling hield hij daarmee op.
„Hij is nog warm. Larry." zei hij klagend.
Larry kwam nader, aan zijn pijp trek
kend.
„Wat doet dat er toe?" zei hij cynisch.
„Hij zal wel koud zijn, als we aan Old-
gate komen." En hij lachte to^n hij het wam
buis greep, dat Nick hem toewierp.
Het volgend oogenblik staken zij hun vuile
haken in de kleeren. die zij Holles gelalen
hadden, en zij voegden hem bij de vreese-
lijke lading die hun wagen reeds voor de
helft vulde.
Zij duwden het voertuig uit de steeg, en
trokken toen oostwaarts, daar hun doel de
put te Oldgate was. Telkens hielden zij stil,
óf op den aanroep van een bewaker, óf om
hetgeen zij zelf vonden. Bij elke halte voeg
den zij iets bij hun lading, die zij weg
brachten, om in de pestput te Oldgate voor-
loopig begraven te worden.
Zij naderden reeds hun bestemming, en
het eerste licht van den dageraad, bleek,
koud en kleurloos als een maansteen, begon
de duisternis te verdrijven, toen hetzij door
het slooten van den wagen, of door het bloed,
waar een der haken zijn dijbeen geraakt
had, of door de reddende natuur, die zijn
zinnen scherpte, zoodat hij zich van ver
stikking kon redden, de kolonel uit zijn
dronken verdooving opgewekt werd.
Hij ontwaakte, snakte naaT lucht, en
trachtte een zware mas9a op zijde te duwen,
die over zijn gezicht lag.
Hij spande zich in. richtte zich sterker op,
totdat bij eindelijk zooveel gewonnen had,
dat zijn hoofd vrij was gekomen.
Hij zag de bleeke sterren, boven zich en
kon eindelijk vrij en zonder moeile adem
halen. Maar de last dien hij van zijn noofd
afgewenteld had. la? nu dwar9 over zijn
borst, en het gewicht er van was lastig en
deed pijn Hij stak een hand uit en toen hij
merkte, dat wat hij greep, pen menschen-
arm was. schudde hij dipn heftig. Geen ant
woord krijgend, werd hij boos,
„Sta op, dronken lap," bromde hij met èen
dikke stem. „Sta op zeg ik. sta op! Denk je,
dat ik een bed ben. dat je over me heen lrgt
-te slapen? Sta op!" brulde hij, want zijn
worde werd grooter, toen hij maar steeds
geen antwoord kreeg.
„Sta op. of ik
Hij hield plotseling stil, en zag in „het
licht, dat op eens in zijn oogen flikkerde van
de fakkel, die opgehouden werd. De wagen
was blijven 9taan, en boven de kanten er
van zoodat hij ze zien kon. kwamen de twee
afschuwelijke gezichten van de vrachtrijders
te voorschijn, die op den klank van zijn
stem op de wielen van hun wagen geklom
men waren.
Et lag zoo iets gemeens en duivelsch' in
die gezichten, zooals hij zich vertoonden in
den rossigen gloed van de fakkel, dat het
zien van hen den kolonel nog wat nuchter
der maakte. Hij ging opzitten, en keek ver
bijsterd en onrustig om zich heen, - en
trachtte woedend te ontdekken, waar hij
wel zijn kon.
Klagend boos klonk de neusklank van do
stem van een der schelmen:
„Ik heb je nog gezegd, dat de edelman nog
warm was Larry."
„Zoo! Nu? En wat zou dat?" vroeg do
ander boos.
„Gooi hem er uit. natuurlijk."
„Bal Laat hij maar blijven, waar hij is.
A!s hij no? niet stijf is. zal hij het wel gauw
zijn. Wal doet het er toe?"*
„En hoe moet het dan met den pers
onderzoeker. jij dwaas? Zie je niet. dal het
maar een dronken kerel is. die zijn roes uit
sliep? En wat zal hij tegen ons zeggen?
Hier! Help een handje. Laten we hem er uit
halen." -
(Wordt vervolgd