I ONTEGENZEGLIJK Amsterdamsch Heeren-Kleedingmagazijn No. 20579 LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 14 April Derde Blad Anno 1927 BINNENLAND. loiior diQ In-1 A.D.C. ntf jaste, dü5 ziji? Xöls spbekondo or/ fLYSMA Iwoo ConmAMtn ■i 'tiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiüisiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii! ag I HEEREN- OF JONGEHEEREN-COSTUUM REGENJAS OF KINDERPAKJE MiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiniiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii KUNST EN LETTEREN. DE LAKENHAL I OFFICIEELE BERICHTEN. r Bij Kon. Besluit is voor 5 jaren benoemd tot afgevaardigde van de Nederlandsche afdeeling der Souvereine Orde van Malta 5n het dagelijksch bestuur van het Neder landsche Roode Kruis, W. C. J. J. baron pvan Voorst tot Voorst, notaris te 's-Gra- 'enhage; is erkend te behooren tot den Nederland- jfcéhen adel met de praedicaten van jonk heer en jonkvrouw Elisa Ploos van Am- stel, wonende te Weltevreden (Neder- landsch-Indië), met al zijn wettige zoo mannelijke als vrouwelijke afstammelingen. 1 De alphabetische aanbevelingslijst voot rechter in de rechtbank te Leeuwarden, be staat uit: mrs. J. F. van Beeck Calkoen, advocaat-procureur cn kantonrechter-plaats vervanger te Utrecht; H. Diephuis. substi tuut-griffier bij de rechtbank te 's-Herlo- genbosch en J. Meihuizen, substituut-grif fier bij de rechtbank te Leeuwarden; mr. C. Veen, substituut-griffier bij de rechtbank te Winschoten is met het lot afgevallen tegen een van bovengenoemde candidalen. WEGENBELASTING. Verplichtingen van houders van motorrijtuigen. I De Minister van Financiën brengt onder de aandacht van houders van motor rijtuigen, dat zij volgens de met 1 Mei e.k RECLAME. in werking tredende bepalingen der Wegen belastingwet verplicht zijn^ om, vóórdat zij met hun motorrijtuigen op den openbaren weg rijden of doen rijden, dienaangaande aangifte te doen ten kantore van den ont vanger der directe belastingen, tot wiens dienstkring hun woonplaats of plaats van vestiging behoort. Niet binnen het Rijk wonende of geves tigde houders van motorrijtuigen behooren de aangifte te doen ten kantore der invoer rechten, waar de douaneformaliteiten wor den vervuld, of op een kantoor der directe belastingen te hunner keuze. De formulieren voor het doen van aan gifte zijn van 16 April 1927 af verkrijg baar op de hier bovenbedoelde ontvang kantoren. Zij moeten ten kantore worden afge haald. Voor ieder motorrijtuig ook voor de belastingvrije wordt een afzonderlijke aangifte vereischt. Voor de aangifteformulieren zijn 3 ver schillende modellen vastgesteld, t^ weten: Wegenbelasting No. 1 (wit) voor rijwielen met hulpmolor en voor motorrijwielen o> twee wielen. Wegenbelasting No. 2 (geel) voor motor rijtuigen op meer dan twee wielen, inge richt voor personenvervoer. Wegenbelasting No. 3 (blauw) voor mo torrijtuigen op meer dan twee wielen, niet ingericht voor personenvervoer. Na het inleveren van de behoorlijk in gevulde en onderteekende aangiftebiljetten zullen de van 1 Mei 1927 af geldig zijnde Jbelaslingkaarien tegen dadelijke betaling van de verschuldigde belasting in ontvangst kunnen worden genomen. Ter voorkoming van verlraging in de afgifte van de belaslingkaarlen aan de be langhebbenden, .verdient het aanbeveling met het doen van aangifte niet te wachten tot een der laatste dagen. Ten slotte wordt er op gewezen, dat art. 15 der wet, volgens hetwelk- een bestuurder van een motorrijtuig, die daarmtde op den openbaren weg rijdt, verplicht is op de eer ste vordering van de in art 23 der wel ge noemde ambtenaren het rijtuig te doen stil houden, alsmede een bij dat rijtuig behoo- rende, ten name van den houder staande, belasiingkaart te vertoonen, in werking treedt met ingang van 16 Mei e.k. NEDERLAND EN CHINA. Verklaring van den minister van Bnitenlandsche Zaken. De minister van Bnitenlandsche Zaken schrijft in de memorie van antwoord aan de Eerste Kamer: De gang van zaken in China wordt door de Regeering nauwlettend en niet zonder 'bekommering gevolgd. Ter Washington- sche Conferentie heeft de Regeering er gaarne toe medegewerkt, aan China de gelegenheid te verschaffen, welke het wenschte om zich vrij en ongestoord te kunnen ontwikkelen. Binnenlandsehe moei lijkheden hebben sindsdien eensdeels een normale ontwikkeling van China tot een land met moderne instellingen gestuit en anderdeels in verschillende streken des lands tegenover het buitenland een hou ding in het leven geroepen, welke met rechtmatige buitenlandsche belangen niet altijd voldoende rekening schijnt te hou den. De Nederlandsche regeering heeft zich, evenals in het verleden, de inachtneming van een strikte onzijdigheid tusschen de elkander bekampende partijen tot taak gesteld en blijft bereid, in overleg met ue andere mogendheden die mek China ver dragen hebben gesloten, aap wat China in redelijkheid kan verlangen zooveel mo gelijk tegemoet te komen Zij rekent er op, dat de Chineesche autoriteiten harer zijds het mogelijke zullen doen om aan do Nederlandsche belangen in China recht te doen wedervaren. In de omstandigheden, welke zich te Sjanghai voordoen, waar onzekerheid be stond in hoever de Chineesche autoriteiten zich ook in de allernaaste toekomst vol doende zouden kunnen doeD gelden, heeft de regeering aanleiding gevonden, ter be scherming van de Nederlandsche belangen in die haven, het verblijf van Harer Ma- jestedts kruiser Sumatra", die zich op reis naar Nederlandsch-Indië te Sjanghai bevond, te verlengen. DE NATIONALE FEESTDAGEN TE GOOR. Werd op 30 Augustus 1926, door den raad der gemeente Goor met 6 tegen 4 stemmen aangenomen het voorstel van het S.D.A.P.-raadslid H. Boswinkel Bznop 31 Augustus lor gelegenheid van den ver jaardag van II. M. de Koningin niet meer te vlaggen, in de gisteravond gehouden raadsvergadering werd met 5 tegen 4 stem men verworpen het voorstel van het R.-K. lid T. G. G. Moormann, om bij gelegenheid van den verjaardag van H. K. II. Prinses Juliana, evenals voorheen op 30 April, van de openbare gebouwen te vlaggen. GOEDE VRIJDAG. Veizoek om gelijkstelling met den Zondag. Het „Comité Goede-Vrijdag-Herdenkings- dag", heeft een adres gezonden aan de Mi nisters en de leden van de Tweede Kamer, waarin het zegt, dat reeds een aantal jaren in de practijk, vooral in de groole steden, de Goede-Vrijdag als Zondag wordt gevierd en allerlei bedrijven op dien dag geheel stil staan; dat er harten zijn die uilgaan naar iets anders dan in de eerste plaats stoffelijke welvaart en daarom den „Goeden-Vrijdag" willen beschouwd zien als een dag van de allergrootste beleekenis. geheel gewijd aan Hem die voor ons Zijn leven gaf; het Co mité doet daartoe een beroep op de regee ring om den Góeden-Vrijdag met.den Zon dag gelijk te stellen. Het Comité heeft voorts een onderhoud ge had met den Minister van Justitie, wien het wederom een bundel (reeds de vierde) met sympathiebetuigingen, uit het geheele land afkomstig, heeft aangeboden. DE HERHALINGSOEFENINGEN. Aan de in 1927 te houden herhalings oefeningen zullen niet deelnemen: a. de dienstplichtigen, die in 1920 herhalingsoefe ningen hebben volbracht; b. de dienstplich tigen, die tot de administratietroepen behoo ren en wier eerste oefening langer dan acht en een halve maand heeft geduurd; c. de dienstplichtigen, die bij de luchtvaartafdee- ling werkzaam zijn op burgerrechtelijke ar beidsovereenkomst en voor wie deze afdee ling ook de mobilisaliebestemming is. UIT DE S.D A.P. Hel partijbestuur van de S. D. A. P. doet aan het aanstaande congres het volgende voorstel inzake de opening van de Staten- Generaal: RECLAME. is zooals van ouds Uw eerste gang voor het koopen van Uw naar het Welbekend staande H Alléén gevestigd HAARLEMMERSTR. 149 t.o. de Janvossensteeg EE Beleefd aanbevelend, H. SCHEFFER 1097 v.h. Pil. CIIOTTEL. Het congres, overwegende, dat de partij hel recht der sociaal-democratische Kamer leden, ora zelf te beslissen, of zij bij de ope ning der Kamer9 zullen tegenwoordig zijn, nooit door eenig besluit heeft beperkt; overwegende, dat het partijcongres van 1926 te Rotterdam aan de fracties de vrij heid heeft gelaten om daarover zelfstandig te beslissen; constateert, dat de fracties derhalve ten volle het recht hadden in September 1926 tot bijwoning van de openingsvergadering te besluiten bevestigt het congresbesluit van 1926, om aan de fracties de beslissing over de bijwo ning van de openingsvergadering over te laten; en gaat over lot de orde van den dag. Te Hilversum is overleden, 69 jaar oud, de heer J. II. Iluisken, gepens. gene- raal-majoor der infanterie. In de Memorie van Antwoord (Eerste Kamer) betreffende de begrooting van Bui tenlandsche Zaken, deelt de Minister mede, dat het in het voornemen ligt, den geldig heidsduur der Nederl. paspoorten van één op twee jaar te brengen, met de mogeliik- heil van verlenging telkens voor gelijken duur. UIT NED. OOST-INDIë. MOTORONGELUK. SEMARA.NG, 13 April. (Aneta). De commissaris van politie, de heer Van deD Nieuwenhuizen, heeft op zijn motorfiets den fietsenden 14-jarigen Sillevis aange reden, den zoon van den hoofdvertegen woordiger van de Semarang-Joana-Stoom- tram-Maatschappij en haar zustermaat schappijen. De jongen werd levensgevaar lijk gewond. DE LUCHTPOSTBESTELLINGEN. Het Hoofdbestuur der Posterijen en Tele grafie deelt mede, dat het in het voorne men ligt van de Indische postadministra tie om gedurende de maand Mei a.s. de brieven en briefkaarten, bestemd voor 8e- marang en Soerabaja zonder heffing van luchtrecht por vliegtuig van Tandjong Priok naar genoemde plaatsen over to brengen. Voor zooveel de uit Nederland afkom stige correspondentie betreft zal dit voor dc eerste maal plaats nnden met de mail, die in den loop dezeT weck via Marseillo per s.s. „Insulindo" wordt verzonden. H. LINNEBANK O.Cr. In een klooster te Uden is op 52-jarigen leeftijd overleden pater II. Linnebank. lee- raar aan het R.-K. College te 's-Hertogen- bosch. Hij schreef o.a.: Van Nederlandsche Letteren. Willem Kloos, Dagboek van mijn. Roomsche reis. Letteren en Leven. Vijf jaar Esperanto in Nederland. De wonderen van de Udensehe hei. Geleerden, dichters en heiligen. Vijf dagen in Vlaanderen, Inleiding tot Vondels verzen, enz. DE VERMEENDE REMBRANDT TE DELFT. De Delftsche Crt. publiceert thans een schrijven van Henk ten Cale, kunslexpert, die té Delft het schilderij, dat een Rem brandt zou zijn, heeft bezichtigd en tot de conclusie is gekomen dat het doek hoogstens 150 jaar oud en buitengewoon Rembrandt- tiek geschilderd is en zoo waarde vertegen woordigt. RECLAME. vMenschen, die veel op reis zijn, behooren Foster's Zalf bij zich te hebben Zij is uit stekend tegen uitslag, doorloopen, kneuzin gen, brandwonden en jeukende huidziekten. De buitengewone verzachtende, heelende en antiseptische eigenschappen van Foster's Zalf maakten haar over de heele wereld beroemd. Gij hebt haar het meest noodig, als gij er het minst op verdacht zijt. Foster's Zalf is alom verkrijgbaar f 1.75 per doos. f 1.per tube. 1142 De tentoonstelling van werken van wijlen Floris Verster. II. Met de aquarel van de geplukte hanen is een later komende groep van stillevens ingeleid, waarin zrjn palet rijker en die per is geworden; ze is ont-staan onder den drang van een nauwbedwongen kleuren- artstocht, die we in het werk, dat direct op deze aquarel volgt, nog niet vinden, ooals in de kunst door de eeuwen, ge- ~hiedt ook de ontwikkeling van den kun stenaar volgens een golvende lijn. liet is misschien hier de plaats te wyzen op een voor een kunstenaar bijzondere eigenaardig heid, Verster heeft n.l. byna al zijn werk, behalve gesigneerd, ook gedateerd; wijlen zijn echtgenoote had een, we kunnen wel zeggen, volledige beschrijvende lijst van zijn werk aangelegd; deze lijst is van groot gemak by enkele niet gedateerde schilde rijen en bovendien kunnen we nagaan welke schilderijen naast de hier aanwezige in den loop der jaren ontstonden. (Wenschelyk zou het zijn, als meer kunstenaars tot een der- gt-lyke nauwkeurige catalogiseering van hun oeuvre overgingen, het voorkomt ver warring en sluit bedrog uit). Met behulp van deze gegevens constateeren we hoe hij in'91 opnieuw twee geplukte hanen als onderwerp neemt, nu voor een schilderij, waarin de kleuren, niet als in de aquarel, heldere bloesems - weer op een zilvergrijs zijn afgestemd. Het jaar te voren heeft hij weer in Kortenhoef eu Noorden ge werkt. Het landschap „Na den regen" uit de collectie van Mevr. H. Kröller Müller verraadt onmiskenbaar Weissen bach's invloed. In dat zelfde jaar schildert hij ook de kaartspelende boeren om een tafel. Met kleine pittige, toch soepele zet jes in ;*kaar gezet, draagt dit doekje al hel kenmerk van zijn latere schilderswyze, zooals ook de crayonteekeningen, tonalisti- sche krabbels van landschappen, een vaart met schuiten, en dorpsgezichten meest (zie Katwijk aan Zee No. 183) zijn persoonlijk heid in het aparte handschrift doen zien. Mij is nog een zeer levendige karakteris tieke zwartkrijtteekening van de kaartspelers bekend. Weinig heeft deze ervaren stil leven-schilder aan dergelijke notities achter gelaten. We kunnen nog wijzen op de beide studieuze pcrtloodteekeningetjes van de jacht honden en op de kleine verzameling etsen, iwaaronder de felgebeten ets naar de liggende geplukte hanen van '88 is, (ontstaan naar aanleiding van het hier niet aanwezige schilderij van hanen met emmer), de im pressie van de drie kastanjeboomen, de luchtig geëtste ruimteverbeelding van het tuinpad met wilgen, de vaart met pramen, waar de licht- en donker-partijen uit het schilderij in de ets worden benaderd, de schepen in de haven, als een levendig spel van brusque lijnen, in '91, niet in 1919, zooals een drukfout in den catalogus aan geeft, ontstaat dan nog de ets van de rozen. Vier jaar later maakt hij, de eenige mij bekende litho, vol aandacht voor de vegetatie van planten en heesters, in dat hoekje van een tuin. Tot op ongeveer 30- jarigen leeftijd is bij Verster de traditie van de Haagsche School en meer in het bijzonder de invloed van Weissenbruch, die hij altijd, ook later, zoo hoog stelde, nog merkbaar. Het sneeuwgezicht in olieverf en de aquarel, die hij van hetzelfde geval maakt, zijn beide, evenals het avondland schap te Kortenhoef, slemmingsmomenten. In 1891 ontstaat dan het stilleven van de „Bloemen in Serre" de gloedwarme harts tochtelijke colorist zegeviert. De groote kleurgeheelen, de rooden en gelen, de groe nen en blauwen, krijgen voor het eerst een laaiende werking, een sterken, diepen kiank, maar zijn niet zwoel en broeiend als bij den geweldigen Breitner soms, die bijv. nooit, als later Verster zoo vaak deed, een cobaltviolet ongemengd zou gebruiken. In den achtergrond, die als een Kleed ,aaD- doet, zet hjj een diep oranje naast het warme grijs van den onderkant van de geelgroene blaren, de bloemen vormen don kere, bijna zwarte toefen met hier en daar gloeiend roodbruin. Twee stillevens met roode lelies volgen, het eene met eeD steeneD doof pot is voltooid, het andere, met de rood koperen pan, een aanzet gebleven, beide hebben weer de diepe, warme kleur. Het jaar daarop schildert hij den merkwaardigen stoet van flesschen. Dit doek ontstond naar aanleiding van een prijsvraag, uitgeschreven door de directie van de Sla-olie-fabriek Calve te Delft. De glanzen en spiegelingen, de tailooze variaties van gelen en groenen, blauwen en violetten, het vuurrood van lakken, het duistere paars van de enorme rcniuurflesch, waren juist iets voor hem; gaf hem gelegenheid zich uit te spreken in rijke, diepe kleuren. De beide pastellen „Endc-geest" en „Warmonderhek" zijn als een intermezzo te beschouwen. De phan- t.asie, hoe die ook later vooral in zijn bloemstukken is te vinden, hier is ze veel positiever en gewilder, verband met Toorop's werk (Tuin der Weeën en Jonge generatie, beide uit 1892) is wel duidelijk te zien. In een volgende reeks stillevens is de kieur meest tot enkele hoofdmomenten terugge bracht, karmijn en veronere groen bijv. het zrjn de pioenrozen en de maandrozen, de chrysanten, de darwintulpen en de begonia's en Oost-Indische kers. Ze zijn minder heftig dan de voorgaande, eerder pralend en deftig, eu toch, een van deze schilderijen, die het kleurscala van een opengebarsten granaat appel bezitten, sloeg, toen hij het indertijd in „Arti" exposeerde, alles in de omgeving dood, ten overvloede had men als naaste buren, een werk van Bauer en van Dijsselhof gekozen. In den winter van 1895 schildert hü weer eens een sneeuwgezicht, zoo spon taan als nog nooit te voren. Het is duidelijk, dat tusschen de oudere winters en dit rijke kleurgeheel een grooten afstand in ontwik keling ligt. Onverwachts komt nu een her nieuwde studietijd, om den nauwkeurig be paalden vorn) van de dingen en analyseering van de kleur. Zonder de groote beteekenis van de periode in de kunst van Verstor, waarin, we kunnen wel zeggen, aitsluitend het waskrijt gehanteerd werd, te onder schatten, mogen we veilig aannemen, dat de oudere Verster, ook zonder dit, tot verdieping zou zyn gekomen. Zyn groote ernst moest hem tot concentratie brengen. Hoe hartstochtelijk hij ook altijd geweest was, zrjn werkelijke beschaving deed be- heersching boven onstuimigheid gaan. In deze jaren is over de geheele linie in de schilder kunst een kentering op te merken, het uit fluitende impressionisme had vervluchtiging gebracht, een diepere aanleiding was er dus wel, en toch, het contrast was wel heel sterk, uit sommige dezer waskrijt- teekeningen spreekt een uiterlijke, een be wuste drang, geen innerlijke drang, het moet in strijd geweest zijn met Verster's aard. Hoe men ook tegenover deze periode mag staan, het resultaat was een winst aan weten en kunnen. In dien tyd schreef iemand „Hel ware te wenschen, dat Verster, na zijn zelfoverwinning in ontzegging, weer kwam, met buit verrijkt van veel weten en veel kunnen en veel geduld, tot nieuwere overwinning in weeldevolle uitbundigheid.... wat wel in zijn aard geweest is. Want heer- lrjktr dan statige gang is hoog rhythmische dans.' We lateD deze bespiegeling voor wat het is en geven het slechts als een oordeel van een tijdgenoot, alleen waar er sprake van geduld is, willen we opmerken, dat daaruit nooit kunst ontstond, geduld is .spanningloos, zelfs toewijding lijkt ons bij deze buiten gewone concentratie een te zwak woord. De weinig toegepaste techniek van het waskrrjt laat een veel mindere vrijheid toe dan by het werken in olieverf. Een eens gezette kleur laat zich maar ln een zeer geringe mate door een kleur, die daar overheen aangebracht wordt, wyzigen. Hoogstens kan het vlijmscherpe scheermes voor het wegnemen van fouten diensten bewyzen. Een groote nauwgezetheid is dus geboden. Verster maakte dan ook eerst meestal een zeer gedetailleerde nauwkeurige teekening (een voorbeeld vinden we in de superbe kristalheldere potloodteekening van hel dorpshuis te Borger. Hier en daar schreef hij aanwijzingen voor de kleur en ook den vorm. Zoo slaat op het dak bijv. „smaragd groen", op den muur „minder vierkant van do steenen. (Een ten deele voltooide was- krylteekening is het schuurtje in Zwitser land, waaruit we de werkwijze zien). Verster schilderde vervolgens een studie in olieverf, waarin hij de kleur analyseerde eu op het doek noteerde, dan pas begon hy met het waskryt. Aan een hoek van het papier bijv. ring hij aan, zette het eene kleur- partikeltje naast het andere en vulde zoo allengs het heele vlak tot den laatsten blan ken vierkanten centimeter. Als altijd was ook hier zyn werkwjjze feilloos. Het was krijt is een materie, die alleen in de hand van een groot kunstenaar als Verster, die haast wond er baar] ij ke kristalle-klaarte be houdt en het vergt een lang aanhoudende gespannenheid; werkte Verster, de kort aan gebonden colorist, niet 9 maanden lang aan het huis te Borger. Telkens breekt dan ook de herige schildersdrift door, kort nu het „buurte in Oegstgeest", deze misschien wel meest verklaarde vau alle teekeningen, dat reine en zoo zuivere meesterwerk, waarin Verster tot z'n groote hoogte steeg, boven het rumoer der tijden, komen de beide stil levens met de phloxen en de beide voor treffelijke bokkingstillevens en liij schildert in één snelle vaart net van kleur maar ook van plastiek schitterende portret van zyn vader. In de jaren, dat deze werken ontstonden, hadden ze op het publiek een andere uitwerking dan nu, de „m e n" vond de schilderyen werk van een woesteling, van die waskrytteekeningen begrepen ze heelemaal niets. Hij werd zoo goed als Toorop die evenals Verster lid was van „Les Vingts" de internationale kunst rer- eeniging, die de groote schilders onder haar leden telde (voor België noem ik byv. lames Ensor) in het begin beschouwd al3 een revolutionair. Een prachtig voorbeeld van wat hij in waskryt wist te bereiken is ook het simpele bakje met appelen, mede een van zijn vol- inaakste en gaafste uitingen en tevens is bel merkwaardig hoe hy datzelfde blikken verfpanuetje met appelen en tinnen kitje direct daarop breed, ja, we kunnen wel zeggen geniaal schildert in één gróóte passie. Overal en altyd is een schijnbare monotone zilverheid van een gevel, de gedempte half- tonen in blik of tin, in het blanke wit van een Delftsch vaasje, zag hy rijke kleu ren fonkelen van leven. Noemen we het j tot nu toe weinig bekende schaaltje met j eieren, van Mevr. Wolfskehl, uit Kittings- I bergen, dat zeker eens algemeen beschouwd zal worden als een der hoogtepunten in de llollandsche kunst, dan is daar in die se reniteit schijnbaren eenvoud van kleur, voor wie aandachtig ziet een summum van schit terenden rykdom van kleuren; daarom was het ook voor hem van zoo'n groot belang het versche ei te geven, omdat daarin nog was bet leven, in tegenstelling met het doodelijke wit in de kalk van een oud ei. Af eD toe werden dus nieuwe versche eieren in het bakje gelegd, die de eieren, waarin de kleur te versterven begon, moes ten vervangen. Met groote zorg werden de versche eieren telkens gekeurd tot de juiste iu kleur en vorm weer gevonden was. Wie hem. ook later, in overeenkomstige werken, bezig mocht zien, hoe hij driftig zich kon uiten, wanneer een detail hem niet lukte en hy palet en penseelen neerwiep om ze direct daarop weer ter hand te nemen, wis dat vechten heeft bijgewoond, om met een ontstellende veelheid van kleuren, de klcurdiepte te bereiken, die alleen h ij in zoo'n tinnen bord zag, beseft dat ook hier in dit bakje met eieren de kleur heimelijk diep en nauwbedongen leeft. Of by zich geserreerd toont als in dit werk, of zich laat gaan in uitbundiger kleurenvreugd als bijv. in de „Phloxen" (met die later veel vuldig toegepaste melodieuze achtergronden, die hij in de lichtspiegelingen en reflexies van het bolle glas van een groote lichtgele fiesch speurde, die achtergronden, waarin de kleurvervoeringen van de bloemen, als echo's nog naklinken) of bijv. in de on overtroffen schets van de gouden bokkingen, die hij maakte na bet complete schilderij, gedrieën liggend op het tinnen bord, dat heerlijk van kleur den grooten zwaai heeft, die we ook in de hoeden van Frans 'Ials vinden, altyd en altyd is de felle emotie merkbaar.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1927 | | pagina 9