I ONTEGENZEGLIJK
Amsterdamsch Heeren-Kleedingmagazijn
No. 20579
LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 14 April Derde Blad Anno 1927
BINNENLAND.
loiior diQ
In-1 A.D.C. ntf jaste,
dü5 ziji?
Xöls spbekondo or/
fLYSMA
Iwoo ConmAMtn
■i 'tiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiüisiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii! ag
I HEEREN- OF JONGEHEEREN-COSTUUM
REGENJAS OF KINDERPAKJE
MiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiniiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
KUNST EN LETTEREN.
DE LAKENHAL
I OFFICIEELE BERICHTEN.
r Bij Kon. Besluit is voor 5 jaren benoemd
tot afgevaardigde van de Nederlandsche
afdeeling der Souvereine Orde van Malta
5n het dagelijksch bestuur van het Neder
landsche Roode Kruis, W. C. J. J. baron
pvan Voorst tot Voorst, notaris te 's-Gra-
'enhage;
is erkend te behooren tot den Nederland-
jfcéhen adel met de praedicaten van jonk
heer en jonkvrouw Elisa Ploos van Am-
stel, wonende te Weltevreden (Neder-
landsch-Indië), met al zijn wettige zoo
mannelijke als vrouwelijke afstammelingen.
1 De alphabetische aanbevelingslijst voot
rechter in de rechtbank te Leeuwarden, be
staat uit: mrs. J. F. van Beeck Calkoen,
advocaat-procureur cn kantonrechter-plaats
vervanger te Utrecht; H. Diephuis. substi
tuut-griffier bij de rechtbank te 's-Herlo-
genbosch en J. Meihuizen, substituut-grif
fier bij de rechtbank te Leeuwarden; mr.
C. Veen, substituut-griffier bij de rechtbank
te Winschoten is met het lot afgevallen
tegen een van bovengenoemde candidalen.
WEGENBELASTING.
Verplichtingen van houders
van motorrijtuigen.
I De Minister van Financiën brengt onder
de aandacht van houders van motor
rijtuigen, dat zij volgens de met 1 Mei e.k
RECLAME.
in werking tredende bepalingen der Wegen
belastingwet verplicht zijn^ om, vóórdat zij
met hun motorrijtuigen op den openbaren
weg rijden of doen rijden, dienaangaande
aangifte te doen ten kantore van den ont
vanger der directe belastingen, tot wiens
dienstkring hun woonplaats of plaats van
vestiging behoort.
Niet binnen het Rijk wonende of geves
tigde houders van motorrijtuigen behooren
de aangifte te doen ten kantore der invoer
rechten, waar de douaneformaliteiten wor
den vervuld, of op een kantoor der directe
belastingen te hunner keuze.
De formulieren voor het doen van aan
gifte zijn van 16 April 1927 af verkrijg
baar op de hier bovenbedoelde ontvang
kantoren.
Zij moeten ten kantore worden afge
haald.
Voor ieder motorrijtuig ook voor de
belastingvrije wordt een afzonderlijke
aangifte vereischt.
Voor de aangifteformulieren zijn 3 ver
schillende modellen vastgesteld, t^ weten:
Wegenbelasting No. 1 (wit) voor rijwielen
met hulpmolor en voor motorrijwielen o>
twee wielen.
Wegenbelasting No. 2 (geel) voor motor
rijtuigen op meer dan twee wielen, inge
richt voor personenvervoer.
Wegenbelasting No. 3 (blauw) voor mo
torrijtuigen op meer dan twee wielen, niet
ingericht voor personenvervoer.
Na het inleveren van de behoorlijk in
gevulde en onderteekende aangiftebiljetten
zullen de van 1 Mei 1927 af geldig zijnde
Jbelaslingkaarien tegen dadelijke betaling
van de verschuldigde belasting in ontvangst
kunnen worden genomen.
Ter voorkoming van verlraging in de
afgifte van de belaslingkaarlen aan de be
langhebbenden, .verdient het aanbeveling
met het doen van aangifte niet te wachten
tot een der laatste dagen.
Ten slotte wordt er op gewezen, dat art.
15 der wet, volgens hetwelk- een bestuurder
van een motorrijtuig, die daarmtde op den
openbaren weg rijdt, verplicht is op de eer
ste vordering van de in art 23 der wel ge
noemde ambtenaren het rijtuig te doen stil
houden, alsmede een bij dat rijtuig behoo-
rende, ten name van den houder staande,
belasiingkaart te vertoonen, in werking
treedt met ingang van 16 Mei e.k.
NEDERLAND EN CHINA.
Verklaring van den minister van
Bnitenlandsche Zaken.
De minister van Bnitenlandsche Zaken
schrijft in de memorie van antwoord aan
de Eerste Kamer:
De gang van zaken in China wordt door
de Regeering nauwlettend en niet zonder
'bekommering gevolgd. Ter Washington-
sche Conferentie heeft de Regeering er
gaarne toe medegewerkt, aan China de
gelegenheid te verschaffen, welke het
wenschte om zich vrij en ongestoord te
kunnen ontwikkelen. Binnenlandsehe moei
lijkheden hebben sindsdien eensdeels een
normale ontwikkeling van China tot een
land met moderne instellingen gestuit en
anderdeels in verschillende streken des
lands tegenover het buitenland een hou
ding in het leven geroepen, welke met
rechtmatige buitenlandsche belangen niet
altijd voldoende rekening schijnt te hou
den.
De Nederlandsche regeering heeft zich,
evenals in het verleden, de inachtneming
van een strikte onzijdigheid tusschen de
elkander bekampende partijen tot taak
gesteld en blijft bereid, in overleg met ue
andere mogendheden die mek China ver
dragen hebben gesloten, aap wat China
in redelijkheid kan verlangen zooveel mo
gelijk tegemoet te komen Zij rekent er
op, dat de Chineesche autoriteiten harer
zijds het mogelijke zullen doen om aan do
Nederlandsche belangen in China recht te
doen wedervaren.
In de omstandigheden, welke zich te
Sjanghai voordoen, waar onzekerheid be
stond in hoever de Chineesche autoriteiten
zich ook in de allernaaste toekomst vol
doende zouden kunnen doeD gelden, heeft
de regeering aanleiding gevonden, ter be
scherming van de Nederlandsche belangen
in die haven, het verblijf van Harer Ma-
jestedts kruiser Sumatra", die zich op
reis naar Nederlandsch-Indië te Sjanghai
bevond, te verlengen.
DE NATIONALE FEESTDAGEN
TE GOOR.
Werd op 30 Augustus 1926, door den
raad der gemeente Goor met 6 tegen 4
stemmen aangenomen het voorstel van het
S.D.A.P.-raadslid H. Boswinkel Bznop
31 Augustus lor gelegenheid van den ver
jaardag van II. M. de Koningin niet meer
te vlaggen, in de gisteravond gehouden
raadsvergadering werd met 5 tegen 4 stem
men verworpen het voorstel van het R.-K.
lid T. G. G. Moormann, om bij gelegenheid
van den verjaardag van H. K. II. Prinses
Juliana, evenals voorheen op 30 April, van
de openbare gebouwen te vlaggen.
GOEDE VRIJDAG.
Veizoek om gelijkstelling met den Zondag.
Het „Comité Goede-Vrijdag-Herdenkings-
dag", heeft een adres gezonden aan de Mi
nisters en de leden van de Tweede Kamer,
waarin het zegt, dat reeds een aantal jaren
in de practijk, vooral in de groole steden, de
Goede-Vrijdag als Zondag wordt gevierd en
allerlei bedrijven op dien dag geheel stil
staan; dat er harten zijn die uilgaan naar
iets anders dan in de eerste plaats stoffelijke
welvaart en daarom den „Goeden-Vrijdag"
willen beschouwd zien als een dag van de
allergrootste beleekenis. geheel gewijd aan
Hem die voor ons Zijn leven gaf; het Co
mité doet daartoe een beroep op de regee
ring om den Góeden-Vrijdag met.den Zon
dag gelijk te stellen.
Het Comité heeft voorts een onderhoud ge
had met den Minister van Justitie, wien het
wederom een bundel (reeds de vierde) met
sympathiebetuigingen, uit het geheele land
afkomstig, heeft aangeboden.
DE HERHALINGSOEFENINGEN.
Aan de in 1927 te houden herhalings
oefeningen zullen niet deelnemen: a. de
dienstplichtigen, die in 1920 herhalingsoefe
ningen hebben volbracht; b. de dienstplich
tigen, die tot de administratietroepen behoo
ren en wier eerste oefening langer dan acht
en een halve maand heeft geduurd; c. de
dienstplichtigen, die bij de luchtvaartafdee-
ling werkzaam zijn op burgerrechtelijke ar
beidsovereenkomst en voor wie deze afdee
ling ook de mobilisaliebestemming is.
UIT DE S.D A.P.
Hel partijbestuur van de S. D. A. P. doet
aan het aanstaande congres het volgende
voorstel inzake de opening van de Staten-
Generaal:
RECLAME.
is zooals van ouds Uw eerste gang voor het koopen van Uw
naar het Welbekend staande
H Alléén gevestigd HAARLEMMERSTR. 149 t.o. de Janvossensteeg EE
Beleefd aanbevelend, H. SCHEFFER
1097
v.h. Pil. CIIOTTEL.
Het congres, overwegende, dat de partij
hel recht der sociaal-democratische Kamer
leden, ora zelf te beslissen, of zij bij de ope
ning der Kamer9 zullen tegenwoordig zijn,
nooit door eenig besluit heeft beperkt;
overwegende, dat het partijcongres van
1926 te Rotterdam aan de fracties de vrij
heid heeft gelaten om daarover zelfstandig
te beslissen;
constateert, dat de fracties derhalve ten
volle het recht hadden in September 1926
tot bijwoning van de openingsvergadering te
besluiten
bevestigt het congresbesluit van 1926, om
aan de fracties de beslissing over de bijwo
ning van de openingsvergadering over te
laten;
en gaat over lot de orde van den dag.
Te Hilversum is overleden, 69 jaar
oud, de heer J. II. Iluisken, gepens. gene-
raal-majoor der infanterie.
In de Memorie van Antwoord (Eerste
Kamer) betreffende de begrooting van Bui
tenlandsche Zaken, deelt de Minister mede,
dat het in het voornemen ligt, den geldig
heidsduur der Nederl. paspoorten van één
op twee jaar te brengen, met de mogeliik-
heil van verlenging telkens voor gelijken
duur.
UIT NED. OOST-INDIë.
MOTORONGELUK.
SEMARA.NG, 13 April. (Aneta). De
commissaris van politie, de heer Van deD
Nieuwenhuizen, heeft op zijn motorfiets
den fietsenden 14-jarigen Sillevis aange
reden, den zoon van den hoofdvertegen
woordiger van de Semarang-Joana-Stoom-
tram-Maatschappij en haar zustermaat
schappijen. De jongen werd levensgevaar
lijk gewond.
DE LUCHTPOSTBESTELLINGEN.
Het Hoofdbestuur der Posterijen en Tele
grafie deelt mede, dat het in het voorne
men ligt van de Indische postadministra
tie om gedurende de maand Mei a.s. de
brieven en briefkaarten, bestemd voor 8e-
marang en Soerabaja zonder heffing van
luchtrecht por vliegtuig van Tandjong
Priok naar genoemde plaatsen over to
brengen.
Voor zooveel de uit Nederland afkom
stige correspondentie betreft zal dit voor
dc eerste maal plaats nnden met de mail,
die in den loop dezeT weck via Marseillo
per s.s. „Insulindo" wordt verzonden.
H. LINNEBANK O.Cr.
In een klooster te Uden is op 52-jarigen
leeftijd overleden pater II. Linnebank. lee-
raar aan het R.-K. College te 's-Hertogen-
bosch. Hij schreef o.a.: Van Nederlandsche
Letteren. Willem Kloos, Dagboek van mijn.
Roomsche reis. Letteren en Leven. Vijf jaar
Esperanto in Nederland. De wonderen van
de Udensehe hei. Geleerden, dichters en
heiligen. Vijf dagen in Vlaanderen, Inleiding
tot Vondels verzen, enz.
DE VERMEENDE REMBRANDT TE DELFT.
De Delftsche Crt. publiceert thans een
schrijven van Henk ten Cale, kunslexpert,
die té Delft het schilderij, dat een Rem
brandt zou zijn, heeft bezichtigd en tot de
conclusie is gekomen dat het doek hoogstens
150 jaar oud en buitengewoon Rembrandt-
tiek geschilderd is en zoo waarde vertegen
woordigt.
RECLAME.
vMenschen, die veel op reis zijn, behooren
Foster's Zalf bij zich te hebben Zij is uit
stekend tegen uitslag, doorloopen, kneuzin
gen, brandwonden en jeukende huidziekten.
De buitengewone verzachtende, heelende
en antiseptische eigenschappen van Foster's
Zalf maakten haar over de heele wereld
beroemd. Gij hebt haar het meest noodig,
als gij er het minst op verdacht zijt.
Foster's Zalf is alom verkrijgbaar f 1.75
per doos. f 1.per tube. 1142
De tentoonstelling van werken van wijlen
Floris Verster.
II.
Met de aquarel van de geplukte hanen
is een later komende groep van stillevens
ingeleid, waarin zrjn palet rijker en die
per is geworden; ze is ont-staan onder den
drang van een nauwbedwongen kleuren-
artstocht, die we in het werk, dat direct
op deze aquarel volgt, nog niet vinden,
ooals in de kunst door de eeuwen, ge-
~hiedt ook de ontwikkeling van den kun
stenaar volgens een golvende lijn. liet is
misschien hier de plaats te wyzen op een
voor een kunstenaar bijzondere eigenaardig
heid, Verster heeft n.l. byna al zijn werk,
behalve gesigneerd, ook gedateerd; wijlen
zijn echtgenoote had een, we kunnen wel
zeggen, volledige beschrijvende lijst van zijn
werk aangelegd; deze lijst is van groot
gemak by enkele niet gedateerde schilde
rijen en bovendien kunnen we nagaan welke
schilderijen naast de hier aanwezige in den
loop der jaren ontstonden. (Wenschelyk zou
het zijn, als meer kunstenaars tot een der-
gt-lyke nauwkeurige catalogiseering van
hun oeuvre overgingen, het voorkomt ver
warring en sluit bedrog uit). Met behulp
van deze gegevens constateeren we hoe hij
in'91 opnieuw twee geplukte hanen als
onderwerp neemt, nu voor een schilderij,
waarin de kleuren, niet als in de aquarel,
heldere bloesems - weer op een zilvergrijs
zijn afgestemd. Het jaar te voren heeft
hij weer in Kortenhoef eu Noorden ge
werkt. Het landschap „Na den regen"
uit de collectie van Mevr. H. Kröller
Müller verraadt onmiskenbaar Weissen
bach's invloed. In dat zelfde jaar schildert
hij ook de kaartspelende boeren om een
tafel. Met kleine pittige, toch soepele zet
jes in ;*kaar gezet, draagt dit doekje al
hel kenmerk van zijn latere schilderswyze,
zooals ook de crayonteekeningen, tonalisti-
sche krabbels van landschappen, een vaart
met schuiten, en dorpsgezichten meest (zie
Katwijk aan Zee No. 183) zijn persoonlijk
heid in het aparte handschrift doen zien.
Mij is nog een zeer levendige karakteris
tieke zwartkrijtteekening van de kaartspelers
bekend. Weinig heeft deze ervaren stil
leven-schilder aan dergelijke notities achter
gelaten. We kunnen nog wijzen op de beide
studieuze pcrtloodteekeningetjes van de jacht
honden en op de kleine verzameling etsen,
iwaaronder de felgebeten ets naar de liggende
geplukte hanen van '88 is, (ontstaan naar
aanleiding van het hier niet aanwezige
schilderij van hanen met emmer), de im
pressie van de drie kastanjeboomen, de
luchtig geëtste ruimteverbeelding van het
tuinpad met wilgen, de vaart met pramen,
waar de licht- en donker-partijen uit het
schilderij in de ets worden benaderd, de
schepen in de haven, als een levendig spel
van brusque lijnen, in '91, niet in 1919,
zooals een drukfout in den catalogus aan
geeft, ontstaat dan nog de ets van de
rozen. Vier jaar later maakt hij, de eenige
mij bekende litho, vol aandacht voor de
vegetatie van planten en heesters, in dat
hoekje van een tuin. Tot op ongeveer 30-
jarigen leeftijd is bij Verster de traditie
van de Haagsche School en meer in het
bijzonder de invloed van Weissenbruch, die
hij altijd, ook later, zoo hoog stelde, nog
merkbaar. Het sneeuwgezicht in olieverf en
de aquarel, die hij van hetzelfde geval
maakt, zijn beide, evenals het avondland
schap te Kortenhoef, slemmingsmomenten.
In 1891 ontstaat dan het stilleven van de
„Bloemen in Serre" de gloedwarme harts
tochtelijke colorist zegeviert. De groote
kleurgeheelen, de rooden en gelen, de groe
nen en blauwen, krijgen voor het eerst
een laaiende werking, een sterken, diepen
kiank, maar zijn niet zwoel en broeiend
als bij den geweldigen Breitner soms, die
bijv. nooit, als later Verster zoo vaak deed,
een cobaltviolet ongemengd zou gebruiken.
In den achtergrond, die als een Kleed ,aaD-
doet, zet hjj een diep oranje naast het
warme grijs van den onderkant van de
geelgroene blaren, de bloemen vormen don
kere, bijna zwarte toefen met hier en daar
gloeiend roodbruin. Twee stillevens met roode
lelies volgen, het eene met eeD steeneD doof
pot is voltooid, het andere, met de rood
koperen pan, een aanzet gebleven, beide
hebben weer de diepe, warme kleur. Het
jaar daarop schildert hij den merkwaardigen
stoet van flesschen. Dit doek ontstond naar
aanleiding van een prijsvraag, uitgeschreven
door de directie van de Sla-olie-fabriek Calve
te Delft. De glanzen en spiegelingen, de
tailooze variaties van gelen en groenen,
blauwen en violetten, het vuurrood van
lakken, het duistere paars van de enorme
rcniuurflesch, waren juist iets voor hem;
gaf hem gelegenheid zich uit te spreken
in rijke, diepe kleuren. De beide pastellen
„Endc-geest" en „Warmonderhek" zijn als
een intermezzo te beschouwen. De phan-
t.asie, hoe die ook later vooral in zijn
bloemstukken is te vinden, hier is ze veel
positiever en gewilder, verband met Toorop's
werk (Tuin der Weeën en Jonge generatie,
beide uit 1892) is wel duidelijk te zien.
In een volgende reeks stillevens is de kieur
meest tot enkele hoofdmomenten terugge
bracht, karmijn en veronere groen bijv. het
zrjn de pioenrozen en de maandrozen, de
chrysanten, de darwintulpen en de begonia's
en Oost-Indische kers. Ze zijn minder heftig
dan de voorgaande, eerder pralend en deftig,
eu toch, een van deze schilderijen, die het
kleurscala van een opengebarsten granaat
appel bezitten, sloeg, toen hij het indertijd
in „Arti" exposeerde, alles in de omgeving
dood, ten overvloede had men als naaste
buren, een werk van Bauer en van Dijsselhof
gekozen. In den winter van 1895 schildert
hü weer eens een sneeuwgezicht, zoo spon
taan als nog nooit te voren. Het is duidelijk,
dat tusschen de oudere winters en dit rijke
kleurgeheel een grooten afstand in ontwik
keling ligt. Onverwachts komt nu een her
nieuwde studietijd, om den nauwkeurig be
paalden vorn) van de dingen en analyseering
van de kleur. Zonder de groote beteekenis
van de periode in de kunst van Verstor,
waarin, we kunnen wel zeggen, aitsluitend
het waskrijt gehanteerd werd, te onder
schatten, mogen we veilig aannemen, dat
de oudere Verster, ook zonder dit, tot
verdieping zou zyn gekomen. Zyn groote
ernst moest hem tot concentratie brengen.
Hoe hartstochtelijk hij ook altijd geweest
was, zrjn werkelijke beschaving deed be-
heersching boven onstuimigheid gaan. In deze
jaren is over de geheele linie in de schilder
kunst een kentering op te merken, het uit
fluitende impressionisme had vervluchtiging
gebracht, een diepere aanleiding was er
dus wel, en toch, het contrast was wel
heel sterk, uit sommige dezer waskrijt-
teekeningen spreekt een uiterlijke, een be
wuste drang, geen innerlijke drang, het
moet in strijd geweest zijn met Verster's
aard. Hoe men ook tegenover deze periode
mag staan, het resultaat was een winst aan
weten en kunnen. In dien tyd schreef iemand
„Hel ware te wenschen, dat Verster, na
zijn zelfoverwinning in ontzegging, weer
kwam, met buit verrijkt van veel weten en
veel kunnen en veel geduld, tot nieuwere
overwinning in weeldevolle uitbundigheid....
wat wel in zijn aard geweest is. Want heer-
lrjktr dan statige gang is hoog rhythmische
dans.' We lateD deze bespiegeling voor wat
het is en geven het slechts als een oordeel
van een tijdgenoot, alleen waar er sprake van
geduld is, willen we opmerken, dat daaruit
nooit kunst ontstond, geduld is .spanningloos,
zelfs toewijding lijkt ons bij deze buiten
gewone concentratie een te zwak woord.
De weinig toegepaste techniek van het
waskrrjt laat een veel mindere vrijheid toe
dan by het werken in olieverf. Een eens
gezette kleur laat zich maar ln een zeer
geringe mate door een kleur, die daar
overheen aangebracht wordt, wyzigen.
Hoogstens kan het vlijmscherpe scheermes
voor het wegnemen van fouten diensten
bewyzen. Een groote nauwgezetheid is dus
geboden. Verster maakte dan ook eerst
meestal een zeer gedetailleerde nauwkeurige
teekening (een voorbeeld vinden we in de
superbe kristalheldere potloodteekening van
hel dorpshuis te Borger. Hier en daar schreef
hij aanwijzingen voor de kleur en ook den
vorm. Zoo slaat op het dak bijv. „smaragd
groen", op den muur „minder vierkant van
do steenen. (Een ten deele voltooide was-
krylteekening is het schuurtje in Zwitser
land, waaruit we de werkwijze zien). Verster
schilderde vervolgens een studie in olieverf,
waarin hij de kleur analyseerde eu op het
doek noteerde, dan pas begon hy met het
waskryt. Aan een hoek van het papier
bijv. ring hij aan, zette het eene kleur-
partikeltje naast het andere en vulde zoo
allengs het heele vlak tot den laatsten blan
ken vierkanten centimeter. Als altijd was
ook hier zyn werkwjjze feilloos. Het was
krijt is een materie, die alleen in de hand
van een groot kunstenaar als Verster, die
haast wond er baar] ij ke kristalle-klaarte be
houdt en het vergt een lang aanhoudende
gespannenheid; werkte Verster, de kort aan
gebonden colorist, niet 9 maanden lang aan
het huis te Borger. Telkens breekt dan ook
de herige schildersdrift door, kort nu het
„buurte in Oegstgeest", deze misschien wel
meest verklaarde vau alle teekeningen, dat
reine en zoo zuivere meesterwerk, waarin
Verster tot z'n groote hoogte steeg, boven
het rumoer der tijden, komen de beide stil
levens met de phloxen en de beide voor
treffelijke bokkingstillevens en liij schildert
in één snelle vaart net van kleur maar
ook van plastiek schitterende portret van
zyn vader. In de jaren, dat deze werken
ontstonden, hadden ze op het publiek een
andere uitwerking dan nu, de „m e n" vond
de schilderyen werk van een woesteling,
van die waskrytteekeningen begrepen ze
heelemaal niets. Hij werd zoo goed als
Toorop die evenals Verster lid was van
„Les Vingts" de internationale kunst rer-
eeniging, die de groote schilders onder haar
leden telde (voor België noem ik byv. lames
Ensor) in het begin beschouwd al3 een
revolutionair.
Een prachtig voorbeeld van wat hij in
waskryt wist te bereiken is ook het simpele
bakje met appelen, mede een van zijn vol-
inaakste en gaafste uitingen en tevens is
bel merkwaardig hoe hy datzelfde blikken
verfpanuetje met appelen en tinnen kitje
direct daarop breed, ja, we kunnen wel
zeggen geniaal schildert in één gróóte passie.
Overal en altyd is een schijnbare monotone
zilverheid van een gevel, de gedempte half-
tonen in blik of tin, in het blanke wit
van een Delftsch vaasje, zag hy rijke kleu
ren fonkelen van leven. Noemen we het
j tot nu toe weinig bekende schaaltje met
j eieren, van Mevr. Wolfskehl, uit Kittings-
I bergen, dat zeker eens algemeen beschouwd
zal worden als een der hoogtepunten in de
llollandsche kunst, dan is daar in die se
reniteit schijnbaren eenvoud van kleur, voor
wie aandachtig ziet een summum van schit
terenden rykdom van kleuren; daarom was
het ook voor hem van zoo'n groot belang
het versche ei te geven, omdat daarin nog
was bet leven, in tegenstelling met het
doodelijke wit in de kalk van een oud ei.
Af eD toe werden dus nieuwe versche
eieren in het bakje gelegd, die de eieren,
waarin de kleur te versterven begon, moes
ten vervangen. Met groote zorg werden de
versche eieren telkens gekeurd tot de juiste
iu kleur en vorm weer gevonden was. Wie
hem. ook later, in overeenkomstige werken,
bezig mocht zien, hoe hij driftig zich kon
uiten, wanneer een detail hem niet lukte
en hy palet en penseelen neerwiep om ze
direct daarop weer ter hand te nemen,
wis dat vechten heeft bijgewoond, om met
een ontstellende veelheid van kleuren, de
klcurdiepte te bereiken, die alleen h ij in
zoo'n tinnen bord zag, beseft dat ook hier
in dit bakje met eieren de kleur heimelijk
diep en nauwbedongen leeft. Of by zich
geserreerd toont als in dit werk, of zich
laat gaan in uitbundiger kleurenvreugd als
bijv. in de „Phloxen" (met die later veel
vuldig toegepaste melodieuze achtergronden,
die hij in de lichtspiegelingen en reflexies
van het bolle glas van een groote lichtgele
fiesch speurde, die achtergronden, waarin
de kleurvervoeringen van de bloemen, als
echo's nog naklinken) of bijv. in de on
overtroffen schets van de gouden bokkingen,
die hij maakte na bet complete schilderij,
gedrieën liggend op het tinnen bord, dat
heerlijk van kleur den grooten zwaai heeft,
die we ook in de hoeden van Frans 'Ials
vinden, altyd en altyd is de felle emotie
merkbaar.