c PEMBAUR B. VAN NOORT, thans Oonkersteeg 3 Een speelbal der fortuin J 15 X 5ÜCCQ5 desr fLYSMA bereikt. No. 20574 LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 8 April Vierde Blad Anno 1927 EERSTE KAMER. I w/dö r Vanaf heden wederom Nieuwe Hoeden Geëtaleerd, kwaliteiten solide, prijzen laag TWEEDE KAMER. MAANDAGAVOND FEUILLETON. (Vervolg van gisteren). 1 BEGROOTING 1S27. Binnen!. Zaken. De heer HAFFMANS (K.-K.) juicht het toe, dat de Minister meer beschiküaar heelt gesteld voor den land- en tuinbouw. Er dient groo'e zuinigheid te worden betracht, op dat de gelden zoo goed mogelijk worden besteed, tipr. zegt voorts nog van meening te zijn, dat de stamboekcommissies voor koudbloedhengsten niet behoeven te voldoen aan de wettelijke bepalingen, waaronder de Rijkscommissies werken. Laat de Minister de bevoegdheid, om den hengst voor keu ring aan te wijzen, geven aan het stam boek, dat zeil de commissie kan samen stellen. Deze behoelt dan niet meer dan 3 leden te tellen, onder toezicht van een regeerings-inspecteur. De heer DE GIJSELAAR (C.-H.) geloolt, dat het zal moeten komen tot een nood- uitkeering aan de gemeenten, omdat het Rjjk allerlei lasten aan de gemeenten heelt opgelegd in den vorm van pensioen, enz. Dit zal dan echter samen moeten gaan met de gemeentelijke belastingverlaging. Toezicht van Gedep. Staten en de Kroon op de ge meentelijke uitgaven blijft in den scherpten vorm noodig. Men moet niet te veel scher men met autonomie. Spr. is daarvan een voorstander, maar dat wil nog niet zeggen, dat hjj de uitgaven onttrekken wil aan een goed toezicht. Overigens is het zeer na tuurlijk, dat een kleine gemeente soms uit een leening improductieve uitgaven zal moeten bekostigen. De oorspronkelijke cir culaire van den minister was dan ook wel wat te veel een bureaustuk. Spr. bepleit voorts opklimming, niet mot 50(A), doch met 10.000 inwoners ter bepa ling van het aantal raadsleden eener ge meente. Een groot aantal raadsheeren brengt veel kosten mee. Naar aanleiding van de Potemkin-kwestie vraagt de heer De Gese laar of art. 100 der Gemeentewet alleen slaat op openbare vertooningen. Als dat de bedoeling is, kan men het artikel wel schrappen, daar dan bijv. verboden films door vereenigingen kunnen worden vertoond. De heer HERMANS (S.D.A.P.) bespreekt RECLAME. 770 de subsidieering van de werkverschaffing van gemeentewege. Er doen zich veelal moeiiykneden voor, waarvoor de regeering uit den weg gaat, de oplossing overlatende aan de gemeenten, die daartoe vaak niet in staat zfjn. Vooral grensgemeenten als bjjv. Arnhem worden in groote moeilijkheden gebracht. Daarbij komt, dat by jaremange werkloos heid, de menschen arbeidsschuw worden. Werkverschafling is duurder dan de gewone ondersteuning, maar veel doelmatiger. De aard van de werkverschafling is voor de gemeenten een groote moeilijkheid. Men kan iedereen niet aan grondwerk zetten. Te Arnhem is een mattenvlechterij opgericht, om degenen, wier constitutie niet tegen grondwerk kan, aan werk te helpen. Voor die mattenvlechterij is subsidie gevraagd door B. en W., maar het verzoek is afge wezen. De mattenvlechterij is toen weer opgeheven en daarmee werden weer 20 ge zinnen broodeloos gemaakt Moet het nu zoo maar blijven, dat degenen, die niet tegen grondwerk kunnen, het kind van de rekening worden? Spr. dringt aan op een ruimere Rijkssubsidie. De heer WESTERDIJK (V.-D.) verheugt zich er over, dat de minister zooveel tijd kan vinden voor plaatselijk, persoonlijk on derzoek op het gebied van landbouwvraag stukken. Daarvoor is spr. dankbaar, maar niet voldaan. De landbouw is een gewichtige tak van ons volksbestaan. De begrooting stelt 3 ton meer beschikbaar voor den landbouw, doch op dien weg moet nog verder worden gegaan. De heer Westerdjjk maakt voorts eenige opmerkingen over het pachtstelsel, dat hem niet zoo sympathiek is, maar dat toch gebleken is, voldoende to werken. 't Stichten van boerderijen op woesten grond is toe ie juichen, maar het moet voorzichtig gebeuren. Wanneer men de stich tingen te groot opzet, zal men voor teleur stellingen niet gespaard blijven. Nog een vrij groote uitgestrektheid woeste grond komt voor cultiveering in aanmerking. Met instemming heeft spreker gelezen het geen de minister in de memorie van ant woord heeft gezegd over de Landarbeiders- wet Dat de rentevoet van 4 pet. behouden blijft, is van hoog belang met het oog op de lage loonen der landarbeiders. De minister passé de wet niet alleen üoeoel toe, maar verbetere die ook. In het bijzonder dient bet bedrag van f4000 in art 4 ««enigszins verhoogd. De bepaling, dal do Kroon in bijzondere gevallen verlof kan verleenen, om van dat bedrag af te wij ken, dient ruimere toepassing te vinden. De beer DE VEER (A.-R.) vraagt, of het o\erleg met den minister van Justitie over de gevolgen van het arrest van den Hoogen Raad betreffende de aansprakelijk heid van gemeenten voor burgerrechtelijke handelingen reeds tot eenig resultaat heeft geieid, zoo ja, tot welk?, zoo neen, of de ministei dan dit overleg wil bespoedigen. De heer Moltmaker (S.D.A.P.) bespreekt de benoeming van burgemeesters. Er zijn in ons land slechts vier socialistische bur gemeesters, terwijl toch, gezien den uitslag van de laatste Kamerverkiezingen, 25 pet. der bevolking socialistisch denkt en be- siuuid wil worden. Het gebeurt vaak, dat de meerderheid eener gemeente socialistisch is en dat toch een burgemeester uit de burgerpartijen wordt benoemd. De MINISTER VAN BINNENLANDSCHE ZAKEN EN LANDBOUW, de heer KAN, beantwoordt de opmerkingen van den beer Westerdijk: Zoodra bet advies van de com missie-Diepenhorst over het pachtvraagstuk zal zijn ingekomen, zal voor de regeering het oogenblik zijn aangebroken de hand in het wespei^iest te stoken. Aangaande het vraagstuk der boerderijen op woesten grond, is een commissie werkzaam, die haar werk zaamheden zal voortzetten, nu dezer dagen omtrent het aantal leden overeenstemming is bereikt. Spreker sluit zich bö den heer Smeenge aan in diens erkentelijkheid voor de vor stelijke schenking van den heer Jansen te Appelscha en hoopt, dat deze schenking een aansporing moge J^jn voor anderen Den heer Haffmans antwoordt spreker, dat het geen wantrouwen jegens de stamboek commissies kan zijn als de eisch wordt ge steld, dat de keuringen op denzelfden voet geschieden als de rijkskeuringen. De heer De Gijselaar heeft gevmagd geen uitbreiding te geven aan het aant3l raads leden. Dit is praematuur, daar de eerste uitbreiding eerst in 1932 zal kunnen ge schieden. Wat art. 188 Gemeentewet betreft, meent spreker, dat men op openbare vertooningen het oog heeft gehad. Er zijn middelen ge noeg te vinden tegen verkapte openbare vertooningen. De circulaire betreffende de gemeenle- financiên, waartegen de heer Wibaut is op gekomen, neemt spr. nog geheel voor zijn verantwoording. De aansporing om de rijks regeling inzake leeningen na te volgen, is in voorzichtige woorden gesteld en spr. kan die uitlating niet zoo ongelukkig achten. Wat aangaat de noodlijdende gemeenten, spr. mag daaraan geen hulp verleenen zon der overeenstemming met den Minister van Financiën. De heer Wibaut heeft pok de kwestie van de werkverschaffing ter sprake gebracht en gevraagd of spr. het standpunt zal handhaven, dat het rijk slechts raad gevend optreedt. Indien dit standpunt werd ingenomen, zou de felste critiek op haar plaats zijn, doch er is 4.000.000 op de Staatsbegrooting uitgetrokken, die tot don laatsten cent wordt uitgegeven. Evenw°l wordt als regel aan de steunverleningen niet bijgedragen, wel echteT voor werkver schaffing. De Arnhemsche mattenvlechterij is een korte tragedie geweest, daar zij on economisch was en f 20 per week en per man kostte. Spr. kan dan ook den heer Hermans geen uitzicht openen op verande ring van het afwijzende standpunt der re geering. Spr. komt tot de opmerking van den heer Moltmaker, dat er slechts 4 soc. democratische burgemeesters zijn en 25 pet. der kiezers socialistisch stemt. Spr. kan dit verwijt niet treffen, daar van de 4 burge meesters 50 pet. op zijn voordracht is be noemd. Er moet evenwel met de omstan digheden rekening gehouden worden en niet alleen met het aantal stemmen. Zoo zou de heer Moltmaker' zeker niet willen vrap.n, dat in Den Haag een soc.-dem. burgemees ter zou worden benoemd, terwijl spr, voor Hoogezand. waar de soc. democraten niet de meerderheid hadden wel een soc.-demo craat voorstelde, van welke benoeming hij geen oogenblik spijt heeft gehad. In het al gemeen meent hij. dat het zeer gewenscht is, dat juist die partij, waar het mogelijk is, de verantwoordelijkheid in hoogste instantie te dragen krijgt. Hoofdstuk V wordt vervolgens z.h.sl. aan genomen. Eveneens wordt aangenomen het wetsontwerp tot onteigening van eigendom men, erfdienstbaarheden of andere zake lijke rechten, noodig voor de verbreeding van den IJsseldijk, het Poldersche dijkje en den Yeendam te Krimpen aan den IJssel. ONDERWIJS KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN. Aan de orde is hoofdstuk V A, der Staats begrooting voor 1927 (Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen). De heer OSSExDÓKP (S. D. A. P.) be treurt het, dat deze minister de verwach tingen, dat hij het onderwijs zou brengen op het peil, waarop het volgens de oorspronke lijke plannen zou staan, indien dq bezuini ging niet gekomen was, heeft teleurgesteld. Het bezuinigingsplan der regeering belse- kende niets. De methode van zooveel pro cent-op eiken tak van Staatsdienst te bezui nigen, kan ieder toepassen. Spr. heeft er bezwaar tegen, dat de arbeidersklasse tot 1930 moet wachten op herstel van het ze vende leerjaar en andere verbeteringen en pleit voor afschaffing van het instituut der assistenlen. dat een gansch ander gewor den is dan de wetgever zich gedacht heeft. Hij dacht zich deze assistenlen niet als onderwijzers, maar als jongens en meisjes van 16 jaar. Wat is daarvan terecht geko men? Uit het staafje, door den minister overgelegd, blijkt, dal van 1 Januari 1924 tot het eerste halfjaar van 1926 406 assis tenten rijn benoemd, waarvan slecht9 32 onbevoegd waren. Maar dat waren dan nog niet de jongens en meisjes van 16 jaar; hun leeftijden varieeren van 20 tot 62 jaar. De assistenten zijn in de praclijk volledig bevoegde leerkrachten. De vergadering werd te 5 uur verdaagd tot Vrijdag 11 uur. RECLAME. 795 v.h. HAARLEMMERSTRAAT U WEET TOCH AL ONS NIEUWE ADRES Voor Der toe overgaat ean nieuwen Hoed of Pet te koopen, ziet s.v.p eerst onze étalage (Zitting van gisteren"). HERSTEL VAN WONINGEN IN DRENTE EN MAAS EN WAAL. Aan de ordo is het wetsontwerp tot aanvulling en verhooging van hoofdsiuk X der Staatsbegrooting lt'26 (verschillende onderwerpen). De heer SCHAPER (S.-D.) betoogt, dut ten aanzien van de verbetering der wo ningtocstanden in Drente de' minister beno den zijn taak is gebleven De krotwonin gen in Emroen en omstreken kunnen niet langer worden gehandhaafd. Het gemeen tebestuur van Enunen en in het bijzonder de burgemeester, heeft ten deze veel gc daan. doch do fin meien der gemeente la ten geen krachtiger ingrijpen toe. Daarom moet do regeenng te hulp komen en wel op royalere manier dan tot nu toe is ge schied. Spr. zou de aanstelling van een woning- mspecteur, speciaal voor Drente, willen aanbevelen. Mevr. BAKKER-NORT (V.-D.) sluit zich bij den vorigen spreker aan. Wat betreft de selectie der gezinnen dio voor een betere womng uit overheidshulp in aanmerking komen, is spreekster niet gerust. Kunnen we zoo vraagt zij vt zeker van zijn, dat het gemeentebestuur van Emmen deze selectie met de noodige zorg zal verrichten De minister van Arbeid, Handel en Nij verheid, dr. SLOTEMAKEH DE BRUINE antwoordt, dat de verplaatsing van gezin nen uit Emmen naat andere streken nog niet den omvang heeft verkregen, dien zij in het belang van de verbetering der wo ningtoestanden zou moeten hebben. In 1921 wa-s het aantal inwoners 41392, in 1924 44835 en in 1926 slechts weinig lager dan in 1924; het bedroeg toen nog 42.557. Selectie is inderdaad noodzakelijk; vc.e krotbewoners hebben nooit geleerd woning- huur te betalen zij vinden zulks absurd. Wanneer men dit weet blijft slechts «lo vraag of f2000 genoeg is De selectie zal door een bijzondere commissie worden toe gepast, waarin het gemeentebestuur zal zijn vertegenwoordigd. Het desbetreffende art. wordt z.h.s. goedgekeurd. Bij het volgende artikel- van het ont werp, herstel van woningen in het land van Maas en Waal, wijst de heer VAN RAPPARD (V.-B.) er op, dat het meeren- deels arme gezinnen zijn die reeds een hypotheek op hun eigendom hadden Nu wil de minister hun nog een hypotheek opleggen hetgeen velen niet zullen kunne-n dragen. Aan dit bezwaar wil spr. tegemoet gekomen zien, bijv. door te bepalen, dat de schuld ten gevolge van Staatshypofcheek alleen bij verkoop opvorderbaar zal zijn. Voorts zou de hypotheek renteloos moe ten zijn eD aflosbaar in 15 a 20 jaren. Nog vraagt epr of het voorschot zal worden gegeven via het bouwbureau of via de stichting Maas en Waal Hij heeft. n.l. over het bouwbureau diverso klachten vernomen. De heer VAN VOORST TOT VOORST (R.-K.) betoogt, dat velen de verplichting tegenover de Regeering niet aandurven en daarom de aangeboden hulp niet aan vaarden. Aan waardevermeerdering hunner wo ningen hebben zij niets zoolang zij hun woningen niet vorkoopen. Hot staat volgens spr. wel vast, dnt de Regeering van de rentelooze voorschotten weinig terug zal zien. Daarom verdient het volgens hem aanbeveling een stapje verder to gaan en alleen bijdragen te geven. De heer BULTEN (R.-K.) spreekt in den zelfden geest als de heer Van Voorst tot Voorst. Het is wcnschclijk, de betrok kenen niet te zwaar te belasten en in tal van gevallen zal de Regeering goed han delen, de gelden h fonds perdu te ver schaffen. De heer KLEEREKOPER (S.-D.) wijst er op, dat de uitlating in het voorloopig verslag over dit ontwerp, dat bepaalde personen eerder zijn geholpen dan anderen wier huisjes geheel waren verwoest en die tot de armst en behoorden, door den mi nister grievend is genoemd, iopr. kan h*t grievende hiervan niet inzien. Gcoonsta- teerd is slechts dat velen, wier woningen slechts ten deele waren vernield, dadelijk worden geholpen en dat degenen wier wo ningen geheel zijn verwoest, gedwongen 'worden hypotheek te nemen. Ook spreker wensoht deze hvpotheck- lastcn den betrokkenen, die toch al zoo zwaar getroffen werden, niet te zien op gelegd. Het Nederlandsch volk is vrijwillig begonnen de menschen in het overstroom de gebied aan geld en goederen te hel pen. Do Regeering zal in den geest van het volk handelen wanneer zij dit werk op dezelfde wijzo voortzet en voltooit, n.l. door het geld te schenken. De heer RUTTEN (R.-K.) zet eveneens uiteen, dat verzwaring van lasten niet behoort plaats te hebben. Do minister van Arbeid, Handel en Nij verheid, dr. SLOT EAl AKER DE BRUINE licht toe dat van de woningen, die moes ten worden hersteld, er ruim 600 zijn her steld zonder dat 't Rijk er een cent aan ten koste behoefde te leggen, terwijl een ander groot gedeelte is hersteld met oij- dragen van kleiner of grooter percentage door de belanghebbenden zelf. Geholpen is op zoo praotisoh mogelijke wijze. Den heer Van Rappard antwoordt spr. dat de uitvoering met is opgedragen aan het Bouwbureau, dooh aan de Stichting Maas en Waal. Het is spr.'s ernstige wil, dat liet bestuur in dc lijn blijft voortgaan, welke bet tot nu toe volgde, door n.l. alle gevallen op zichzelf te beschouwen en geen lasten op te leggen, wanneer de be trokkenen deze niet zouden kunnen dra gen. De vraag of het doenlijk is de hypothe ken niet te laten aflossen, zoolang geen verkoop plaats heeft, wil epr. in overwe ging nemen. Hij acht echter de methode om de hypotheek na bijv. 20 jaren verval len te verklaren niet juist, omdat daarvan ook zij, die best tot betalen iü staat zijn, zouden profiteeren. Na re- en dupliek wordt het ontwerp z.h.s. goedgekeurd, ovenals de oonclusie van het verslag omtrent de inlichtingen op het adres van P. A. v d. Pol en an dere bewoners van Maas en Waal. De VOORZITTER zegt, de Kamer 10 Mei weer te zullen bijeenroepen. Te 3.10 wordt do vergadering gesloten. RECLAME. DE GROOTE PIANIST 797 Naar het Engelsch RAFAEL SABAT1NI. Geautoriseerde vertaling van A. T. 53) „Niels ergers mevrouw. De kolonel heeft in een heele week zijn oogen niet dicht ge had. De natuur heeft ze nu medelijdend voor hem gesloten. Ge behoeft u ora hem niet be zorgd te maken. Slaap is nu alles, wat hij noodig beeft. Houd u dus rustig, en stel niet te veel etschen aan de weinige kracht, die u overgebleven is." Zij keek hem scherf aan. „Ik heb de pest, niet waar?" „Zeg liever, dat u ze gehad hebt, me vrouw. Ge hebt ze niet meer Zij is uit u ver dreven. Ze heeft u zwak gemaakt; maar dat is het eenige, wat u nu scheelt. En ge zijt nu veilig. Als ge uw krachlen terug hebt, kunt ge gaan. waarheen ge wilt, zonder eenige vrees voor besmetting. De pest zal u niet weer treffen. Voor de groote genade, u zoo geschonken, moogt ge God danken, en naast God, uw echtgenoot." Zij fronste verward hel voorhoofd. „Mijn echtgenoot?" „Uw echtgenoot, mevrouw. En een echt genoot uit duizenden ja uit tienduizenden Ik heb in den laatsten tijd mpnig echtgenoot gezien, en ik spreek uit ervaring, helaas! De schrik voor de pest kan ieder ander gevoel Verdrijven. Ik heb dat herhaaldelijk zien gebeuren Maar kolonel Holles behoort niet tot hen. Hij heeft een toewijding, die hem tot een held maakt; en omdat hij zonder vrees was, is hij gespaard. Het geluk is mei de dapperen, mevrouw." „Maarmaar hij is mijn echtgenoot niet." „Niet uw echtgenoot?" zei de dokter, stom verbaasd En hij herhaalde „niet uw echt genoot!" Daarna met een voorgewend cynis me, dat in waarheid den vriendelijken klei nen man heel vreemd lag; „o zoo." riep hij uit, „misschien is dat de verklaring er van. Maar wat is hij dan. die bijna zijn leven voor u gegeven heeft?" Zij aarzelde, niet wetend, hoe zij hun ver houding moest noemen. Eindelijk ant woordde zij- „Hij was vroeger mijn vriend." „Vroeger?" De dokter trok zijn borstelige wenkbrauwen op. ..En wanneer hield hij dan wel op, met uw vriend te zijn deze man die met u in dit besmette huis bleef, toen hij had kunnen vluchtendeze man, die zich gedurende al deze dagen allen slaap of rust ontzegd heeft, om altijd bij de hand 4e zijn, als gij hem noodig zoudt hebben, deze man, die met den dood om u geworsteld, en u gered heeft, op gevaar af van om uwent wil de pest te krijgen?" „Heeft hij dit alles voor mij gedaan?" vroeg zij. Dr. Bpamish vertelde haar al de bijzon derheden van deD heldenmoed en de zelf opoffering. die Holles getoond had. Toen hij klaar was, en zij stil en pein zend daar lag, veroorloofde de dokter zich een slimmen. vroolijken glimlach. „Hij kan vroeger uw vriend geweesl zijn. moals ge zegt." zei hij. glimlachend. ..Maar k kan niet denken dat hij i jit meer uw vriend is geweest dan hij nu is. HOOFOSTUK XXIII. De muren van den hots. Dien avond keerde Dr. Beamish terug, en hij bracht, evenals bij zijn eerste bezoek, een openbaar onderzoeker mede. Deze be ambte kwam zich officieel vergewissen van de verzekering van den dokter, dat een ge nezing bereikt was, zoodat hij er rapport van opmaken kon. en na verloop van acht en twintig dagen ten minste als er in- lusschen geen nieuw pestgeval bij een der 3ndere bewoners zich had voorgedaan het huis weder geopend mocht worden. Holles, die ontwaakt was uit een ononder broken .diepen slaap van elf uren, maar nog stijf van vermoeidheid was, stond er sufferig bij. terwijl de onderzoeker zijn for- meele vragen deed naar den toestand van de patiënte, juffrouw Dallows en van Ho-les zelf. Toen de kolonel daar stond, mager, bleek, ongeschoren en haveloos, keken Nan cy's oogen hem zeer ernslig aan. terwij! hij zelf geen enkelen blik in haar richting durfde doen. Toen de onderzoeker $n de dokter einde lijk de kamer verlieten, sleepte Holles zich afgemat achter hen aan. Hij volgde hen naar beneden, en bleef daar alleen, naiat zij vertrokken waren Hij was veroordeeld tot acht en twintig dagen gevangenschap ;n dit huis. en hij nam zijn maatregelen. Dien nacht sliep hij iD een slaapkamer aan de achterzijde gelijkvloers, 's Morgens, naiat hij in de keuken hel ontbijt voor zich zelf had klaargemaakt, waarbij juffrouw Dal lows hem kwam helpen, ging hij de eet kamer in orde maken, zoodat hij daar kon wonen in den tijd van gevangenschap, die voor hem lag. Hij vond de kamer geheel in duisternis. Er was niemand binnen geweest sedert dm avond, dat Nancy hier gekomen was. Hij voelde den weg naar de blinden, die hij zi«*h herinnerde, gesloten te hebben op verzoek van den onderzoeker, nadat hij Nancy uit de kamer gedragen had op dien vreeselijken avond een week geledeD. Hij rukte ze open en een stroom van licht viel in de kamer, waarvan alle bijzonderheden hem scherp herinnerden aan de gebeurtenissen van dien avond. Hij wierp de ramen wijd open, en ge bruikte eenigen lijd om de kamer in orde te brengen. Daarna ging hij op het rustbed liggen, rookend en peinzend, en zeer lusteloos. En in de dageD, die volgden, werden de meeste uren zoo door hem doorgebracht. Zoo hij zich zelf al niet als bepaald dood beschouw de, beschouwde hij zich ten minste wel ais iemand, wiens leven voorbij was. iemand, wien de dood een welkome, verlossende rust zou geven. In de eerste drie dagen was zijn bestaan van de meest volkomen, lustelooze luihdd Er waren boeken in huis; maar hij had geen lust om te lezen Hij was tevreden met daar te liggen rooken en kniezen. lederen morgen vertelde juffrouw Dallows hem dpn toestand van de patiënte, die steeds vooruitging, e/i dit werd bevestigd door den dokter. d;e tweemaal kwam in die drie dagen Bij zijn tweede bezoek bleef hij een poos praten m-t Holles, en deed hem verslag van den vree selijken staat van zaken in de buitenwereld Alleen de Hertog van Albemarle was nu nog in Whitehall gebleven. Vol hoop vroeg Holles aan Beamish, of hij iets van Buckingham wist. Hoopvol, dat wil zeggen omdat hij verwachtte te hooren, dat de Hertog ook de pest gekregen had. „Die is met de anderen weggegaan," zei de dokter hem. „Hij heeft de stad een week geledeD voor het Noorden verlaten, op eens opgewekt tot zijn plicht als gouverneur van Vork door het feit, dat een van zijn Fran- sche lakeien de pest kreeg. Hij zal zeker in York veilig genoeg zitten." Een plotselinge ingeving volgend, verliet Dr. Beamish de kamer, en klom de trap weer op ofschoon hij niet veel tijd en veel patiënten had. Juffrouw Dallows met een boodschap naar de keuken sturend, bleef hij vijf minuten alleen met juffrouw Sylvester. Dat was de naam, waaronder hij haar kende, den naam .waarmede zij zich bij den dokter en de verpleegster bekeni had gemaakt. Of het een gevolg was van wat hij haar in die vijf minuten gezegd had. of dat er andere invloeden aan het werk waren, binnen een uur na het vertrek van den dokter, kwam juffrouw Dallows met een boodschap bij Holles, dat juffrouw Sylvester opgestaan was en hem wenschte te spreken. De oogen van die vriendelijke verpleeg ster. door zorg verscherpt, zagen hem bleek worden en beven bij die boodschap. Zijn eprstp ingeving was er geen gehoor aan te goven Maar voordat hij eenig antwoord gaf. liep hij even op en neer in die donkere kamer. Toen zei hij met een zucht van ge latenheid. dat hij gaan zou Juffrouw Dal lows opende de deur en hield die voor hem open. terwijl zij tactvol hem niet volgde. f (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1927 | | pagina 13