c
PEMBAUR
B. VAN NOORT, thans Oonkersteeg 3
Een speelbal der fortuin
J 15 X 5ÜCCQ5 desr
fLYSMA
bereikt.
No. 20574
LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 8 April
Vierde Blad Anno 1927
EERSTE KAMER.
I
w/dö r
Vanaf heden wederom Nieuwe Hoeden Geëtaleerd, kwaliteiten solide, prijzen laag
TWEEDE KAMER.
MAANDAGAVOND
FEUILLETON.
(Vervolg van gisteren).
1 BEGROOTING 1S27.
Binnen!. Zaken.
De heer HAFFMANS (K.-K.) juicht het
toe, dat de Minister meer beschiküaar heelt
gesteld voor den land- en tuinbouw. Er dient
groo'e zuinigheid te worden betracht, op
dat de gelden zoo goed mogelijk worden
besteed, tipr. zegt voorts nog van meening
te zijn, dat de stamboekcommissies voor
koudbloedhengsten niet behoeven te voldoen
aan de wettelijke bepalingen, waaronder de
Rijkscommissies werken. Laat de Minister
de bevoegdheid, om den hengst voor keu
ring aan te wijzen, geven aan het stam
boek, dat zeil de commissie kan samen
stellen. Deze behoelt dan niet meer dan
3 leden te tellen, onder toezicht van een
regeerings-inspecteur.
De heer DE GIJSELAAR (C.-H.) geloolt,
dat het zal moeten komen tot een nood-
uitkeering aan de gemeenten, omdat het
Rjjk allerlei lasten aan de gemeenten heelt
opgelegd in den vorm van pensioen, enz.
Dit zal dan echter samen moeten gaan met
de gemeentelijke belastingverlaging. Toezicht
van Gedep. Staten en de Kroon op de ge
meentelijke uitgaven blijft in den scherpten
vorm noodig. Men moet niet te veel scher
men met autonomie. Spr. is daarvan een
voorstander, maar dat wil nog niet zeggen,
dat hjj de uitgaven onttrekken wil aan een
goed toezicht. Overigens is het zeer na
tuurlijk, dat een kleine gemeente soms uit
een leening improductieve uitgaven zal
moeten bekostigen. De oorspronkelijke cir
culaire van den minister was dan ook wel
wat te veel een bureaustuk.
Spr. bepleit voorts opklimming, niet mot
50(A), doch met 10.000 inwoners ter bepa
ling van het aantal raadsleden eener ge
meente. Een groot aantal raadsheeren brengt
veel kosten mee. Naar aanleiding van de
Potemkin-kwestie vraagt de heer De Gese
laar of art. 100 der Gemeentewet alleen
slaat op openbare vertooningen. Als dat
de bedoeling is, kan men het artikel wel
schrappen, daar dan bijv. verboden films
door vereenigingen kunnen worden vertoond.
De heer HERMANS (S.D.A.P.) bespreekt
RECLAME.
770
de subsidieering van de werkverschaffing
van gemeentewege. Er doen zich veelal
moeiiykneden voor, waarvoor de regeering
uit den weg gaat, de oplossing overlatende
aan de gemeenten, die daartoe vaak niet in
staat zfjn.
Vooral grensgemeenten als bjjv. Arnhem
worden in groote moeilijkheden gebracht.
Daarbij komt, dat by jaremange werkloos
heid, de menschen arbeidsschuw worden.
Werkverschafling is duurder dan de gewone
ondersteuning, maar veel doelmatiger. De
aard van de werkverschafling is voor de
gemeenten een groote moeilijkheid. Men
kan iedereen niet aan grondwerk zetten. Te
Arnhem is een mattenvlechterij opgericht,
om degenen, wier constitutie niet tegen
grondwerk kan, aan werk te helpen. Voor
die mattenvlechterij is subsidie gevraagd
door B. en W., maar het verzoek is afge
wezen. De mattenvlechterij is toen weer
opgeheven en daarmee werden weer 20 ge
zinnen broodeloos gemaakt Moet het nu
zoo maar blijven, dat degenen, die niet
tegen grondwerk kunnen, het kind van de
rekening worden? Spr. dringt aan op een
ruimere Rijkssubsidie.
De heer WESTERDIJK (V.-D.) verheugt
zich er over, dat de minister zooveel tijd
kan vinden voor plaatselijk, persoonlijk on
derzoek op het gebied van landbouwvraag
stukken. Daarvoor is spr. dankbaar, maar
niet voldaan. De landbouw is een gewichtige
tak van ons volksbestaan. De begrooting
stelt 3 ton meer beschikbaar voor den
landbouw, doch op dien weg moet nog
verder worden gegaan. De heer Westerdjjk
maakt voorts eenige opmerkingen over het
pachtstelsel, dat hem niet zoo sympathiek
is, maar dat toch gebleken is, voldoende
to werken.
't Stichten van boerderijen op woesten
grond is toe ie juichen, maar het moet
voorzichtig gebeuren. Wanneer men de stich
tingen te groot opzet, zal men voor teleur
stellingen niet gespaard blijven. Nog een
vrij groote uitgestrektheid woeste grond
komt voor cultiveering in aanmerking.
Met instemming heeft spreker gelezen het
geen de minister in de memorie van ant
woord heeft gezegd over de Landarbeiders-
wet Dat de rentevoet van 4 pet. behouden
blijft, is van hoog belang met het oog
op de lage loonen der landarbeiders. De
minister passé de wet niet alleen üoeoel
toe, maar verbetere die ook. In het bijzonder
dient bet bedrag van f4000 in art 4
««enigszins verhoogd. De bepaling, dal do
Kroon in bijzondere gevallen verlof kan
verleenen, om van dat bedrag af te wij
ken, dient ruimere toepassing te vinden.
De beer DE VEER (A.-R.) vraagt, of
het o\erleg met den minister van Justitie
over de gevolgen van het arrest van den
Hoogen Raad betreffende de aansprakelijk
heid van gemeenten voor burgerrechtelijke
handelingen reeds tot eenig resultaat heeft
geieid, zoo ja, tot welk?, zoo neen, of de
ministei dan dit overleg wil bespoedigen.
De heer Moltmaker (S.D.A.P.) bespreekt
de benoeming van burgemeesters. Er zijn
in ons land slechts vier socialistische bur
gemeesters, terwijl toch, gezien den uitslag
van de laatste Kamerverkiezingen, 25 pet.
der bevolking socialistisch denkt en be-
siuuid wil worden. Het gebeurt vaak, dat
de meerderheid eener gemeente socialistisch
is en dat toch een burgemeester uit de
burgerpartijen wordt benoemd.
De MINISTER VAN BINNENLANDSCHE
ZAKEN EN LANDBOUW, de heer KAN,
beantwoordt de opmerkingen van den beer
Westerdijk: Zoodra bet advies van de com
missie-Diepenhorst over het pachtvraagstuk
zal zijn ingekomen, zal voor de regeering
het oogenblik zijn aangebroken de hand in
het wespei^iest te stoken. Aangaande het
vraagstuk der boerderijen op woesten grond,
is een commissie werkzaam, die haar werk
zaamheden zal voortzetten, nu dezer dagen
omtrent het aantal leden overeenstemming
is bereikt.
Spreker sluit zich bö den heer Smeenge
aan in diens erkentelijkheid voor de vor
stelijke schenking van den heer Jansen te
Appelscha en hoopt, dat deze schenking
een aansporing moge J^jn voor anderen
Den heer Haffmans antwoordt spreker, dat
het geen wantrouwen jegens de stamboek
commissies kan zijn als de eisch wordt ge
steld, dat de keuringen op denzelfden voet
geschieden als de rijkskeuringen.
De heer De Gijselaar heeft gevmagd geen
uitbreiding te geven aan het aant3l raads
leden. Dit is praematuur, daar de eerste
uitbreiding eerst in 1932 zal kunnen ge
schieden.
Wat art. 188 Gemeentewet betreft, meent
spreker, dat men op openbare vertooningen
het oog heeft gehad. Er zijn middelen ge
noeg te vinden tegen verkapte openbare
vertooningen.
De circulaire betreffende de gemeenle-
financiên, waartegen de heer Wibaut is op
gekomen, neemt spr. nog geheel voor zijn
verantwoording. De aansporing om de rijks
regeling inzake leeningen na te volgen, is
in voorzichtige woorden gesteld en spr. kan
die uitlating niet zoo ongelukkig achten.
Wat aangaat de noodlijdende gemeenten,
spr. mag daaraan geen hulp verleenen zon
der overeenstemming met den Minister van
Financiën. De heer Wibaut heeft pok de
kwestie van de werkverschaffing ter sprake
gebracht en gevraagd of spr. het standpunt
zal handhaven, dat het rijk slechts raad
gevend optreedt. Indien dit standpunt
werd ingenomen, zou de felste critiek op
haar plaats zijn, doch er is 4.000.000 op de
Staatsbegrooting uitgetrokken, die tot don
laatsten cent wordt uitgegeven. Evenw°l
wordt als regel aan de steunverleningen
niet bijgedragen, wel echteT voor werkver
schaffing. De Arnhemsche mattenvlechterij
is een korte tragedie geweest, daar zij on
economisch was en f 20 per week en per
man kostte. Spr. kan dan ook den heer
Hermans geen uitzicht openen op verande
ring van het afwijzende standpunt der re
geering. Spr. komt tot de opmerking van
den heer Moltmaker, dat er slechts 4 soc.
democratische burgemeesters zijn en 25 pet.
der kiezers socialistisch stemt. Spr. kan dit
verwijt niet treffen, daar van de 4 burge
meesters 50 pet. op zijn voordracht is be
noemd. Er moet evenwel met de omstan
digheden rekening gehouden worden en niet
alleen met het aantal stemmen. Zoo zou de
heer Moltmaker' zeker niet willen vrap.n,
dat in Den Haag een soc.-dem. burgemees
ter zou worden benoemd, terwijl spr, voor
Hoogezand. waar de soc. democraten niet
de meerderheid hadden wel een soc.-demo
craat voorstelde, van welke benoeming hij
geen oogenblik spijt heeft gehad. In het al
gemeen meent hij. dat het zeer gewenscht
is, dat juist die partij, waar het mogelijk is,
de verantwoordelijkheid in hoogste instantie
te dragen krijgt.
Hoofdstuk V wordt vervolgens z.h.sl. aan
genomen. Eveneens wordt aangenomen het
wetsontwerp tot onteigening van eigendom
men, erfdienstbaarheden of andere zake
lijke rechten, noodig voor de verbreeding
van den IJsseldijk, het Poldersche dijkje
en den Yeendam te Krimpen aan den
IJssel.
ONDERWIJS KUNSTEN EN
WETENSCHAPPEN.
Aan de orde is hoofdstuk V A, der Staats
begrooting voor 1927 (Onderwijs, Kunsten
en Wetenschappen).
De heer OSSExDÓKP (S. D. A. P.) be
treurt het, dat deze minister de verwach
tingen, dat hij het onderwijs zou brengen op
het peil, waarop het volgens de oorspronke
lijke plannen zou staan, indien dq bezuini
ging niet gekomen was, heeft teleurgesteld.
Het bezuinigingsplan der regeering belse-
kende niets. De methode van zooveel pro
cent-op eiken tak van Staatsdienst te bezui
nigen, kan ieder toepassen. Spr. heeft er
bezwaar tegen, dat de arbeidersklasse tot
1930 moet wachten op herstel van het ze
vende leerjaar en andere verbeteringen en
pleit voor afschaffing van het instituut der
assistenlen. dat een gansch ander gewor
den is dan de wetgever zich gedacht heeft.
Hij dacht zich deze assistenlen niet als
onderwijzers, maar als jongens en meisjes
van 16 jaar. Wat is daarvan terecht geko
men? Uit het staafje, door den minister
overgelegd, blijkt, dal van 1 Januari 1924
tot het eerste halfjaar van 1926 406 assis
tenten rijn benoemd, waarvan slecht9 32
onbevoegd waren. Maar dat waren dan nog
niet de jongens en meisjes van 16 jaar;
hun leeftijden varieeren van 20 tot 62 jaar.
De assistenten zijn in de praclijk volledig
bevoegde leerkrachten.
De vergadering werd te 5 uur verdaagd
tot Vrijdag 11 uur.
RECLAME.
795
v.h. HAARLEMMERSTRAAT
U WEET TOCH AL ONS NIEUWE ADRES
Voor Der toe overgaat ean nieuwen Hoed of Pet te koopen, ziet s.v.p eerst onze étalage
(Zitting van gisteren").
HERSTEL VAN WONINGEN IN DRENTE
EN MAAS EN WAAL.
Aan de ordo is het wetsontwerp tot
aanvulling en verhooging van hoofdsiuk X
der Staatsbegrooting lt'26 (verschillende
onderwerpen).
De heer SCHAPER (S.-D.) betoogt, dut
ten aanzien van de verbetering der wo
ningtocstanden in Drente de' minister beno
den zijn taak is gebleven De krotwonin
gen in Emroen en omstreken kunnen niet
langer worden gehandhaafd. Het gemeen
tebestuur van Enunen en in het bijzonder
de burgemeester, heeft ten deze veel gc
daan. doch do fin meien der gemeente la
ten geen krachtiger ingrijpen toe. Daarom
moet do regeenng te hulp komen en wel
op royalere manier dan tot nu toe is ge
schied.
Spr. zou de aanstelling van een woning-
mspecteur, speciaal voor Drente, willen
aanbevelen.
Mevr. BAKKER-NORT (V.-D.) sluit
zich bij den vorigen spreker aan.
Wat betreft de selectie der gezinnen dio
voor een betere womng uit overheidshulp
in aanmerking komen, is spreekster niet
gerust. Kunnen we zoo vraagt zij vt
zeker van zijn, dat het gemeentebestuur
van Emmen deze selectie met de noodige
zorg zal verrichten
De minister van Arbeid, Handel en Nij
verheid, dr. SLOTEMAKEH DE BRUINE
antwoordt, dat de verplaatsing van gezin
nen uit Emmen naat andere streken nog
niet den omvang heeft verkregen, dien zij
in het belang van de verbetering der wo
ningtoestanden zou moeten hebben. In
1921 wa-s het aantal inwoners 41392, in 1924
44835 en in 1926 slechts weinig lager dan
in 1924; het bedroeg toen nog 42.557.
Selectie is inderdaad noodzakelijk; vc.e
krotbewoners hebben nooit geleerd woning-
huur te betalen zij vinden zulks absurd.
Wanneer men dit weet blijft slechts «lo
vraag of f2000 genoeg is De selectie zal
door een bijzondere commissie worden toe
gepast, waarin het gemeentebestuur zal
zijn vertegenwoordigd.
Het desbetreffende art. wordt z.h.s.
goedgekeurd.
Bij het volgende artikel- van het ont
werp, herstel van woningen in het land
van Maas en Waal, wijst de heer VAN
RAPPARD (V.-B.) er op, dat het meeren-
deels arme gezinnen zijn die reeds een
hypotheek op hun eigendom hadden Nu
wil de minister hun nog een hypotheek
opleggen hetgeen velen niet zullen kunne-n
dragen. Aan dit bezwaar wil spr. tegemoet
gekomen zien, bijv. door te bepalen, dat
de schuld ten gevolge van Staatshypofcheek
alleen bij verkoop opvorderbaar zal zijn.
Voorts zou de hypotheek renteloos moe
ten zijn eD aflosbaar in 15 a 20 jaren.
Nog vraagt epr of het voorschot zal
worden gegeven via het bouwbureau of via
de stichting Maas en Waal Hij heeft. n.l.
over het bouwbureau diverso klachten
vernomen.
De heer VAN VOORST TOT VOORST
(R.-K.) betoogt, dat velen de verplichting
tegenover de Regeering niet aandurven en
daarom de aangeboden hulp niet aan
vaarden.
Aan waardevermeerdering hunner wo
ningen hebben zij niets zoolang zij hun
woningen niet vorkoopen.
Hot staat volgens spr. wel vast, dnt de
Regeering van de rentelooze voorschotten
weinig terug zal zien. Daarom verdient
het volgens hem aanbeveling een stapje
verder to gaan en alleen bijdragen te
geven.
De heer BULTEN (R.-K.) spreekt in
den zelfden geest als de heer Van Voorst
tot Voorst. Het is wcnschclijk, de betrok
kenen niet te zwaar te belasten en in tal
van gevallen zal de Regeering goed han
delen, de gelden h fonds perdu te ver
schaffen.
De heer KLEEREKOPER (S.-D.) wijst
er op, dat de uitlating in het voorloopig
verslag over dit ontwerp, dat bepaalde
personen eerder zijn geholpen dan anderen
wier huisjes geheel waren verwoest en die
tot de armst en behoorden, door den mi
nister grievend is genoemd, iopr. kan h*t
grievende hiervan niet inzien. Gcoonsta-
teerd is slechts dat velen, wier woningen
slechts ten deele waren vernield, dadelijk
worden geholpen en dat degenen wier wo
ningen geheel zijn verwoest, gedwongen
'worden hypotheek te nemen.
Ook spreker wensoht deze hvpotheck-
lastcn den betrokkenen, die toch al zoo
zwaar getroffen werden, niet te zien op
gelegd. Het Nederlandsch volk is vrijwillig
begonnen de menschen in het overstroom
de gebied aan geld en goederen te hel
pen. Do Regeering zal in den geest van
het volk handelen wanneer zij dit werk
op dezelfde wijzo voortzet en voltooit, n.l.
door het geld te schenken.
De heer RUTTEN (R.-K.) zet eveneens
uiteen, dat verzwaring van lasten niet
behoort plaats te hebben.
Do minister van Arbeid, Handel en Nij
verheid, dr. SLOT EAl AKER DE BRUINE
licht toe dat van de woningen, die moes
ten worden hersteld, er ruim 600 zijn her
steld zonder dat 't Rijk er een cent aan
ten koste behoefde te leggen, terwijl een
ander groot gedeelte is hersteld met oij-
dragen van kleiner of grooter percentage
door de belanghebbenden zelf. Geholpen
is op zoo praotisoh mogelijke wijze. Den
heer Van Rappard antwoordt spr. dat de
uitvoering met is opgedragen aan het
Bouwbureau, dooh aan de Stichting Maas
en Waal. Het is spr.'s ernstige wil, dat
liet bestuur in dc lijn blijft voortgaan,
welke bet tot nu toe volgde, door n.l.
alle gevallen op zichzelf te beschouwen en
geen lasten op te leggen, wanneer de be
trokkenen deze niet zouden kunnen dra
gen.
De vraag of het doenlijk is de hypothe
ken niet te laten aflossen, zoolang geen
verkoop plaats heeft, wil epr. in overwe
ging nemen. Hij acht echter de methode
om de hypotheek na bijv. 20 jaren verval
len te verklaren niet juist, omdat daarvan
ook zij, die best tot betalen iü staat zijn,
zouden profiteeren.
Na re- en dupliek wordt het ontwerp
z.h.s. goedgekeurd, ovenals de oonclusie
van het verslag omtrent de inlichtingen
op het adres van P. A. v d. Pol en an
dere bewoners van Maas en Waal.
De VOORZITTER zegt, de Kamer 10
Mei weer te zullen bijeenroepen.
Te 3.10 wordt do vergadering gesloten.
RECLAME.
DE GROOTE PIANIST
797
Naar het Engelsch
RAFAEL SABAT1NI.
Geautoriseerde vertaling van A. T.
53)
„Niels ergers mevrouw. De kolonel heeft
in een heele week zijn oogen niet dicht ge
had. De natuur heeft ze nu medelijdend voor
hem gesloten. Ge behoeft u ora hem niet be
zorgd te maken. Slaap is nu alles, wat hij
noodig beeft. Houd u dus rustig, en stel niet
te veel etschen aan de weinige kracht, die u
overgebleven is."
Zij keek hem scherf aan. „Ik heb de pest,
niet waar?"
„Zeg liever, dat u ze gehad hebt, me
vrouw. Ge hebt ze niet meer Zij is uit u ver
dreven. Ze heeft u zwak gemaakt; maar dat
is het eenige, wat u nu scheelt. En ge zijt nu
veilig. Als ge uw krachlen terug hebt, kunt
ge gaan. waarheen ge wilt, zonder eenige
vrees voor besmetting. De pest zal u niet
weer treffen. Voor de groote genade, u zoo
geschonken, moogt ge God danken, en naast
God, uw echtgenoot."
Zij fronste verward hel voorhoofd.
„Mijn echtgenoot?"
„Uw echtgenoot, mevrouw. En een echt
genoot uit duizenden ja uit tienduizenden
Ik heb in den laatsten tijd mpnig echtgenoot
gezien, en ik spreek uit ervaring, helaas! De
schrik voor de pest kan ieder ander gevoel
Verdrijven. Ik heb dat herhaaldelijk zien
gebeuren Maar kolonel Holles behoort niet
tot hen. Hij heeft een toewijding, die hem
tot een held maakt; en omdat hij zonder
vrees was, is hij gespaard. Het geluk is mei
de dapperen, mevrouw."
„Maarmaar hij is mijn echtgenoot
niet."
„Niet uw echtgenoot?" zei de dokter, stom
verbaasd En hij herhaalde „niet uw echt
genoot!" Daarna met een voorgewend cynis
me, dat in waarheid den vriendelijken klei
nen man heel vreemd lag; „o zoo." riep hij
uit, „misschien is dat de verklaring er van.
Maar wat is hij dan. die bijna zijn leven
voor u gegeven heeft?"
Zij aarzelde, niet wetend, hoe zij hun ver
houding moest noemen. Eindelijk ant
woordde zij- „Hij was vroeger mijn vriend."
„Vroeger?" De dokter trok zijn borstelige
wenkbrauwen op. ..En wanneer hield hij dan
wel op, met uw vriend te zijn deze man
die met u in dit besmette huis bleef, toen
hij had kunnen vluchtendeze man, die
zich gedurende al deze dagen allen slaap of
rust ontzegd heeft, om altijd bij de hand 4e
zijn, als gij hem noodig zoudt hebben, deze
man, die met den dood om u geworsteld, en
u gered heeft, op gevaar af van om uwent
wil de pest te krijgen?"
„Heeft hij dit alles voor mij gedaan?"
vroeg zij.
Dr. Bpamish vertelde haar al de bijzon
derheden van deD heldenmoed en de zelf
opoffering. die Holles getoond had.
Toen hij klaar was, en zij stil en pein
zend daar lag, veroorloofde de dokter zich
een slimmen. vroolijken glimlach.
„Hij kan vroeger uw vriend geweesl zijn.
moals ge zegt." zei hij. glimlachend. ..Maar
k kan niet denken dat hij i jit meer uw
vriend is geweest dan hij nu is.
HOOFOSTUK XXIII.
De muren van den hots.
Dien avond keerde Dr. Beamish terug, en
hij bracht, evenals bij zijn eerste bezoek,
een openbaar onderzoeker mede. Deze be
ambte kwam zich officieel vergewissen van
de verzekering van den dokter, dat een ge
nezing bereikt was, zoodat hij er rapport
van opmaken kon. en na verloop van acht
en twintig dagen ten minste als er in-
lusschen geen nieuw pestgeval bij een der
3ndere bewoners zich had voorgedaan
het huis weder geopend mocht worden.
Holles, die ontwaakt was uit een ononder
broken .diepen slaap van elf uren, maar
nog stijf van vermoeidheid was, stond er
sufferig bij. terwijl de onderzoeker zijn for-
meele vragen deed naar den toestand van
de patiënte, juffrouw Dallows en van Ho-les
zelf. Toen de kolonel daar stond, mager,
bleek, ongeschoren en haveloos, keken Nan
cy's oogen hem zeer ernslig aan. terwij! hij
zelf geen enkelen blik in haar richting
durfde doen.
Toen de onderzoeker $n de dokter einde
lijk de kamer verlieten, sleepte Holles zich
afgemat achter hen aan. Hij volgde hen
naar beneden, en bleef daar alleen, naiat
zij vertrokken waren Hij was veroordeeld
tot acht en twintig dagen gevangenschap ;n
dit huis. en hij nam zijn maatregelen. Dien
nacht sliep hij iD een slaapkamer aan de
achterzijde gelijkvloers, 's Morgens, naiat
hij in de keuken hel ontbijt voor zich zelf
had klaargemaakt, waarbij juffrouw Dal
lows hem kwam helpen, ging hij de eet
kamer in orde maken, zoodat hij daar kon
wonen in den tijd van gevangenschap, die
voor hem lag.
Hij vond de kamer geheel in duisternis.
Er was niemand binnen geweest sedert dm
avond, dat Nancy hier gekomen was. Hij
voelde den weg naar de blinden, die hij zi«*h
herinnerde, gesloten te hebben op verzoek
van den onderzoeker, nadat hij Nancy uit
de kamer gedragen had op dien vreeselijken
avond een week geledeD. Hij rukte ze open
en een stroom van licht viel in de kamer,
waarvan alle bijzonderheden hem scherp
herinnerden aan de gebeurtenissen van
dien avond.
Hij wierp de ramen wijd open, en ge
bruikte eenigen lijd om de kamer in orde te
brengen.
Daarna ging hij op het rustbed liggen,
rookend en peinzend, en zeer lusteloos. En
in de dageD, die volgden, werden de meeste
uren zoo door hem doorgebracht. Zoo hij
zich zelf al niet als bepaald dood beschouw
de, beschouwde hij zich ten minste wel ais
iemand, wiens leven voorbij was. iemand,
wien de dood een welkome, verlossende rust
zou geven.
In de eerste drie dagen was zijn bestaan
van de meest volkomen, lustelooze luihdd
Er waren boeken in huis; maar hij had geen
lust om te lezen Hij was tevreden met daar
te liggen rooken en kniezen. lederen morgen
vertelde juffrouw Dallows hem dpn toestand
van de patiënte, die steeds vooruitging, e/i
dit werd bevestigd door den dokter. d;e
tweemaal kwam in die drie dagen Bij zijn
tweede bezoek bleef hij een poos praten m-t
Holles, en deed hem verslag van den vree
selijken staat van zaken in de buitenwereld
Alleen de Hertog van Albemarle was nu
nog in Whitehall gebleven.
Vol hoop vroeg Holles aan Beamish, of
hij iets van Buckingham wist. Hoopvol, dat
wil zeggen omdat hij verwachtte te hooren,
dat de Hertog ook de pest gekregen had.
„Die is met de anderen weggegaan," zei
de dokter hem. „Hij heeft de stad een week
geledeD voor het Noorden verlaten, op eens
opgewekt tot zijn plicht als gouverneur van
Vork door het feit, dat een van zijn Fran-
sche lakeien de pest kreeg. Hij zal zeker in
York veilig genoeg zitten."
Een plotselinge ingeving volgend, verliet
Dr. Beamish de kamer, en klom de trap
weer op ofschoon hij niet veel tijd en
veel patiënten had. Juffrouw Dallows met
een boodschap naar de keuken sturend,
bleef hij vijf minuten alleen met juffrouw
Sylvester. Dat was de naam, waaronder hij
haar kende, den naam .waarmede zij zich
bij den dokter en de verpleegster bekeni
had gemaakt. Of het een gevolg was van
wat hij haar in die vijf minuten gezegd
had. of dat er andere invloeden aan het
werk waren, binnen een uur na het vertrek
van den dokter, kwam juffrouw Dallows
met een boodschap bij Holles, dat juffrouw
Sylvester opgestaan was en hem wenschte
te spreken.
De oogen van die vriendelijke verpleeg
ster. door zorg verscherpt, zagen hem bleek
worden en beven bij die boodschap. Zijn
eprstp ingeving was er geen gehoor aan te
goven Maar voordat hij eenig antwoord
gaf. liep hij even op en neer in die donkere
kamer. Toen zei hij met een zucht van ge
latenheid. dat hij gaan zou Juffrouw Dal
lows opende de deur en hield die voor hem
open. terwijl zij tactvol hem niet volgde.
f
(Wordt vervolgd).