TENNISBANEN TE KATWIJK. No. 20557 LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 19 Maart Derde Blad Anno 1927 H Buitenl. Weekoverzicht. Leidsctie Begrafenis-Onderneming PARIJSCHE BRIEVEN. Mijn indrukken uit Amerika. De electrische trein, die fisteren is begonnen proef te rijden, op het traject Leiden—'Haarlem, bij het station alhier „genomen". Overeenkomst teT Volkenbonds raadzitting Belgis ontstemd Ontwapeningsconferenties Sjanghai voor den val. De Volkenbondsraad-zitting ia geëin digd met overeenstemming op alle punten. Een oogenblik heeft het nog gedreigd, daar bij de onderonsjes inzake de bezetting van het Saargebied geen compromis was te bereiken, doch ter zitting heeft Stre- eemann zich neergelegd bij het uitgewerk te plan, hetgeen, vooral waar het immer* geen kwestie van al te groot© importantie betrof, heel wat verstandiger was dan zich te laten overstemmen. Vlugger is het ge gaan met het oplossen van het echool- vraagstuk in Opper-Silezië. Waar Duitsch- land en Polen elkaar op dit punt hebben gevonden en ook verder door het praten vaD Stresemann met Zaleski heel wat is opgehelderd tusschen beide rivalen, die in economisch opzicht zoozeer op elkaar zijn aangewezen, zullen de onderhandelingen over een handelsverdrag en alles wat daar- mee annex is, wel spoedig worden hervat. De Duitsche gezant te Warschau ia reeds op zijn post teruggekeerd. Waar de overeenkomsten, te Genève tot stand gebracht, berusten op compromis sen, mag men alleen daaruit reeds coneju- deeren, dat geen der betrokken partijen volledig haar standpunt zag zegevieren Bij nadere beschouwing van het Saarge- bied-oompromis blijkt al heel spoedig, dat Duitschland degene is, die zijn wenschen bet minst in vervulling zag gaan. De Fran sche bezetting blijft immers, zij het tot POO man teruggebracht, tot beveiliging van de verbindingslijnen met het leger, dat Rijnland nog altijd bezet houdt. Dit was een reden voor de Duitsch-nationale pers in Duitschland om een vreeselijken mor 1 op te zetten, waarbij Stresemann het hard te verantwoorden had. Lang heeft dit niet geduurd: de leiders gaven weldra een wenk, daarmee op te houden, want: de Duitsch-nationale ministers, van wie het eerst heette, dat zij niet waren gekend en daarom ging het dus zoo onschul dig waren aan het gebeurde als lammetjes, -keurden het beleid van Stresemann meo goed, gelijk de gansche kabinetsraad deed Wat viel er toen nog te schreeuwen 1 De reden, waarom die Duitsch-nationale mi nisters aldus handelden, is zeer duidelijk. Zij zijn nu eenmaal weer aan het roer nog wel aan zoo'n beJangrijk departement als binnenlandsche zaken zelfs! en om de macht te behouden, moeten zij niet alleen gematigdheid betoonen, doch boven dien in menig opzicht water in hun natio- nalistischen wijn doen. 't Heeft ook geen moeite gekost om weer op het kussen te komen, nadat zij in een bui van overmoed rich zelf daarvan hadden verdreven... Officieel zijn de belangrijkste vraagstuk ken te Genève niet aangevoerd. Officieus echter te meer, dat mag rpen gerust aan nemen. Dat b.v. tusschen Stresemann en Briand de ontruimingskwestie van Rijn land is behandeld, is zeker. Met welk re sultaat dat is niet te zeggen. Zoo Briand cr al iets voor voelt, zal hij zeer voorzich tig hebben te manoeuvreeren, om Frank rijk daartoe te krijgen, want ontruiming van Rijnland vindt daar een zeer krach tig verzet kn tal van invloedrijke kringen. Veel zal afhangen, of de toenadering tus schen Duitschland en Frankrijk ndet al leen bestendigd do* h ook kan worden voortgezet. In dit opzicht verdient het feit, dat er 6chot is gekomen in de po gingen om het voorioopig afgesloten han delsverdrag om te zetten in een vast ac- coord, alle aandacht Te betreureD is, dat door een blunder der Pruisische justitie de betere verhou ding tot België een deuk heeft gekregen. Zonder de Belgische regeering er in te kennen, zoodat deze uit persberichten daarvan kennis moest nemen, is toch aan de moordenaars van den Belgischen luite nant Graff, een moord, die zoovee! op schudding heeft veroorzaakt en in België ongeveer als nationale zaak is behandeld, gratie verleend en hun straf omgezet in 10 jaar gev. straf. Daarvoor is wel een be leefd excuus aangeboden, maar^ t was ge beurd en dat zal in menigen kring worden vastgelegd als een bewijs van Duitseü land's slechte gezindheid Ook in Frank rijk, dat België zoo gaarne „bevoogdt. lotusschen begint Maandag te Genève *eer een belangrijke conferentie: die der ontwapening, waaraan Amerika deelneemt fils waarnemer In de sub-comnnssie van voorbereiding is echter al zoo'n antago nisme gebleken tusschen Uncle Sam en de Europeesche grootmachten, dat het be kaken van overeenstemming tusschen oude en nieuwe wereld totaal is buitengesloten. Juist de alles-omvattende uitleg, die Frankrijk c.s. aaD de ontwapening willen geven, zal het groote struikelblok blijken te zijn. Op menig essentieel punt zou wel licht nog tot een vergelijk zijn te komen, gezien het vasthouden aan alles of niets, is dit onbereikbaar. Hoe meer hooi men op zijn vork neemt, des te moeilijker maakt men het zich en zoo doet Frankrijk ook, door het ontwapeningsvraagstuk alleen te willen bezien in den mee<st uitgebreiden zin, zelfs de zg. burgerlijke bewapening incluis. Een nieuwe uitnoodigiDg, door Coolidge tot Frankrijk en Italië gericht, om straks de maritieme ontwapeningsconferentie te Washington tusschen de drie grootste zee mogendheden bij te wonen als toehoorder, zal vermoedelijk dan ook door beide lan den worden geweigerd, zij het natuurlijk zeer beleefd, gelijk ook bij de weigering om deel te nemen aan genoemde confe rentie Van ontwapening heeft men den mond vol, doch komt bet tot daden, dan klinkt het. heel beleefdapres vous Begeren wij ons tot 6lot no geven naar het Hemelsche rijk, waar het nog altijd verre van hemelsch is E)e strijd bij Sjang hai schijnt langzamerhand in 'n beslissend stadium te komen met de Zuidelijken verre in 't voordeel. Van een geregelden veld slag is geen sprake, het zijn blijkbaar losse schermutselingen. Vielen er per slot van rekening toch geen heusche dooden en ge wonden bij, zij het op bescheiden schaal, bij een modernen oorlog gerekend, dan zou het veel van een operette weg hebben. In hoofdzaak gaat het in China toe met gou den kogels. De leiders zijn te koop en vermoedelijk drijft de bij Sjanghai in het nauw gebrachte Tsjoeag ook zoo'n han deltje: voor zooveel trek ik af om mis schien later opnieuw te voorschijn te ko men. Wat in China vandaag boven is, is morgen onder. Eenheid, ho rnaar. Ook on der de Knntonneezen- is het mis tusschen de uiterst linkschen en de meer gematig den. De bolsjewisten schijnen in de meer derheid. Wat er van China nog moet groei ep RECLAME. AUTO-TRANSPORTEN, CREMATIE H. P. H. KEEREWEER TEI.EFOOH 861 - I.EIDEiV 4C30 (Van onzen Parijschen correspondent). (Nadruk verboden). AAN DEN SCHADUWKANT VAN HET NACHTLEVEN. Dien avond was ik weer eens op avon tuur uit gegaan in nachtelijk Parijs. Er zijn menschen die dol zijn op de jacht; anderen zijn verzot op hazard-spel; nog weer ande ren hun liefste bezigheid is te zoeken en te wroeten in het leven als een duiker paarlen vischt onder zee. Mijn strooptochten houden alles in, bie den de aandoeningen, spanningen, verras singen van de jacht, het kansspel en het parelduiken tegelijk. Mijn nieuwe kennis dien avond was niet de eerste de beste. Toen hij één glas naar binnen had, sloeg hij de hakken tegen el kaar, en, de vingertoppen van de rechter hand aan de slaap, stelde hij zich voor: Maurice Devrieux, doctor in de lette ren, meester in de rechten, oud-chef-kwar tiermeester bij de spahis, gepasporteerd let wel, mijnheer, zeer voornaam punt: ge pasporteerd. Na het tweede glas zag hij mij voor een detective aan. U is door mijn vrouw op mij af ge stuurd. Het derde glas maakte hem week en va derlijk. Hij nam de bewasemde bril af, en, met een knipoogje van wij-verstaan-elkaar: Om een slaapplaats verlegen? Zonder werk? Geneer je niet; ons kent ons. Ik ben maar een drankorgel, maar mijn even- mensch heb ik altijd bijgestaan. Doe je hand eens open. Kijk je vingers goed aan. Er zijn er vijf. niet? De duim, de wijs vinger. de middenvinger, dc ringvinger en de pink. Dal leer je al op de bewaarschool. Ik vraag je niet naar je beroep. Ik vraag alleen: heb je alle vijf je vingers noodig?.. Nonsens.. Ér zit een fortuin in je hand. Een fortuin.- Zoo ben ik met hem meegegaan naar het land der armoede. Het is een uitgestrekt land; het heeft provincies over heel de wereld. Londen is de hoofdstad ervan, zegt men. Maar Parijs liet wist bijna Londen den voorrang. Tienduizend beroepsbedelaars zijn er in j Parijs: openmakers van auto-portieren, op- I rapers van sigaretten-peukjes, sandwich mannen, corvee-zoekers die u een dienst j bewijzen om een liter wijn le verdienen, i inismaakten, verminkten, veniers van half- rotte bloemen of van schoenveters, zwer- vers allen „professionals de la misère". 1 Het is een eigenaardig volkje, even rijk aan illusies als aan ongedierte, en eeuwen zijn j er overheen gegaan zonder iets eraan le veranderen. Trouw leveren zij van geslacht op geslacht tradities en recepten over. j Iedere behoorlijke bedelaar weet hoe je epi- i lepsie simuleert, dollen-hondbeet of koorts aanval. Weet voor „bekeerde" te spelen en kent de voordeelen erin gelegen zich als protestant voor te doen bij de katholieken; katholiek bij de Beilslegermenschen. Hij heeft alle adressen van menschcnvrienden in zijn hoofd en weet op welken toon hun te schrijven. Er zijn twee categorieën onder de bede laars: degenen die een vast adres hebben en zij die dakloos zijn. Vooral de laatsten houden de tradities van het vak hoog. Sla pen bij goed weer op een bank, bij slecht weer onder een brug of in het nacht-asyl. Waarheen zouden dc verloopenen van n 11e soort moeten gaan. als er geen nacht-asyl was? Devrieux ging naar het nacht-asyl, en ik sloot mij dien avond bij hem aan. Aan den ingang der droomenfabriek van de misère maakten de stumpers al queue. Daar stonden er. daar zaten er op de sloep, handen in de zakken, rug gebald tegen den muur Het was als een nachtmerrie. Om vier uur waren er vijftig, huiverend in hun lompen; om halfvijf honderd; tweehonderd een kwartier later. Daarna kwamen dc goo- chemen, degenen die er den vorigen nacht al geslapen hadden met recht op nog twee dagen gastvrijheid; en degenen die des mor gens reeds hun bed hadden gereserveerd. Zoo'n nacht-asyl, het heeft iets van een school en iets van een kazerne. Een bin nenplaats. zware muren, een hoog hek scheiden het van de straat. In het hek zit een roestig luikje En alles is overdekt met een laag vuil. als de gasten. Het hek week open. Deyrieux verdween. Hij had „dienst" in het bureau, zei hij. Dat was de zekerste weg op een bord soep extra des avonds. Dan begon het defilée: orde en wanorde, werkloozen en haveloozen door elkaar, alles zwijgzaam en schier geruischloos. Het is geraden bescheiden te zijn, als men niet onder den blooten hemel wil slapen. Men deelde nummers uit. Namen werden gehoekt die welke men wel geven wilde beroepen erbij geschreven die waar voor men wel uitkomen wou. Elke halve minuut aanvaardde er een den tocht naar douche, vaccinatie, refectoire, slaapzaal. Deyrieux riep de nummers af aan de deur van de douches. Fluisterend blies hij mij in 't oor: Er is een mooi zaakje voor een vinger vanavond. Ik heb het van ei^n ziekenhuis- looper. Twintigduizend francs te verdienen en een goed aanbrenggeld voor mij, als ik den man vind. Een zaakje voor een vinger? Wal kon hij daarmee bedoelen?.Weldra zou ik het weten. Toen de groote zaal bijna leeg was. kwa men er een man en een vrouw binnen. Niet om te slapen; dat zag je dadelijk. Trou wens, vrouwen worden niet toegelaten in de mannen-asvls. De man was mager en bleek, vel over been. De vrouw mooi, volrijp, vleezig. Zij sprak, de stem dempend zooveel zij kon: Mijnheer de directeur, wij wilden een vinger koopen. Haar echtgenoot, gegéneerd, volgde met aandacht het defilée. Keek naar de handen die zich strekten om het nummertje in ont vangst te nemen. Een vinger? Zij verklaarde zich nader: Mijn man, dien ik hier bij mij heb, is een groot pianist. Hij is Italiaan, maar zijn naam is overbekend in Parijs. Hij is be roemd. En nu is hem een groot ongeluk overkomen: de pianisten-verlamming. De directeur zweeg. Zij trachtte hem over te halen: Zijn middenvinger is stijf. Misschien zou hij nog wel in het publiek kunnen spe len, maar hij durft niet meer. Een chirurg heeft ons gezegd, dat als hij hem een an deren vinger kon inplanten, alles nog wel weer zou kunnen terechtkomen. Zou een van uw ongelukkigen erin kunnen toestem men? Wij hebben graag twintig, dertig duizend francs er voor over Wat moest de directeur antwoorden? Hij vond een uitvlucht. Laat mij uw hand eens kijken. De pianist trok zijn handschoen uit. De inspanning deed hem de vingers een weinig krommen. Slanke, lenige vingers, lang en met platte toppen, als vingers van men schen die veel pianospelen gewoonlijk zijn. Alleen de middelste vinger bleef stijf recht. AI deze stakkers hebben zware, ruwe vingers, zei de directeur, gedrukt. U zoudt beter doen een vrouwenvinger te zoeken. Nauwelijks was het echtpaar het hek uit of Deyrieux hield hen aan. En achter hem aan allen die wel een vinger wilden ver- koopen. Een zei er: Ik heb drie groote stoplappen op mijn lichaam: een op eiken arm en de derde op mijn rug. De eerste twee hebben gediend om neuzen te maken, de derde om het ge zicht te verjongen van een mooie vrouw. Een ander had een stuk van zijn rug af gestaan aan een dokter-verzamelaar, die liefhebberij had gehad in een zijner ge kleurde tatouages een kruisiging naar Rubens geteekend beweerde hij door een beroemden schilder. Een derde zei: Ik heb mijn body al verkocht aan de Ook Katwijk aan Zee krijgt thans haar tennisbanen, en wel dank zij hel initiatief van den heer H. Scholborg, te Noord wijk aan Zee. De banen, met den aanleg waarvan m-n druk bezig is, worden in de onmiddellijke nabijheid van Rijnlandsch Stoomgemaal en sluizen, dus direct buiten het dorp en op een paar minuten van den zeeboulevard aange legd. Op den achtergrond onzer foto ziet men links het zeedorp. Hel terrein waarop de ba nen worden aangelegd, is door hooge dijken afgeschut, waardoor de toeschouwers het spel gemakkelijk kunnen gadeslaan. Naar men ons verzekert heeft de heer Scholborg. die aan het „Huis ter Duin" te Noordwijk aan Zee tennis-instrucleur is, voor deze banen, die begin April zullen worden geopend, de beste materialen doen gebruiken. Een advertentie in dit blad geeft nog nadere bijzonderheden/ snijkamer; ik kan best nog een vinger ver- koopen. Anderen drongen er omheen. Toen zij nog jong cn sterk waren, hadden zij van hun bloed verkocht en stukkenvan hun li chaam. Nu restte hun niets meer: geen thuis, geen eer, geen waardigheid, en allen stonden gereed hun ledematen aan den meestbiedende te verkoopen. Zij reikten de handen. Inderdaad, zei de jonge vrouw. De directeur heeft gelijk. Wij moesten liever een vrouwenvinger zien te krijgen. Gisteren las ik in de courant, dat de pia nist den koop gesloten heeft met een zekere Marie Durbaut Zij was voddenraapster op den boulevard Gambetla, 'toen een aanne mer haar voor Père-Lnchaise had geënga geerd. In Februari begint men op het be roemde kerkhof de zerken te wasschen. De dooden moeten netjes liggen tegen dat de lente komt. Voor twaalf francs per dag had men haar aangenomen om de zerken te boenen en te schrobben. Toen bekend werd. dat men een vinger zocht, zeiden de oude vrouwen, die met haar werkten, lot haar: Ga kijken. Daar kan een lijfrente voor je in zitten, meid. Zij werd aangenomen. Ze trok in een kliniek. Eerst werd ze gedurende eenige dagen goed verzorgd en gevoed. Toen heeft men haar op de operatietafel gojegd naast den musicus. Ze werd in slaap gebracht en beroofd van een vinger. Een vinger is er gauw af. De operatie zonder eenig gevaar. Men plukte de spiertjes eruit en entte ze op den vinger van den ander. Marie Durbaut werd wakker met haar rechterhand in een verband. En tien dagen later verliet zij de kliniek. Een kapitaaltje is vastgezet op haar naam. Aan het geld zelf kan zij niet raken. Maar ze heeft viei en een halven franc rente per dag ge noeg om te eten en te slapen in de „Grappe d'Or". bedelaarsholel bij de Hallen. LEO FAUST. door Dr NEIL VAN AKEN. New-York, 1 Maart. Toen in 1921 President Harding de Euro peesche mogendheden bijeen riep voor de Washington Conferentie, stond Europa te genover tallooze, ingewikkelde problemen, die de verwarring deden toenemen en waar voor oogenschijnlijk geen oplossing kon gevonden worden. Europa vreesde tevens, dal Amerika met de immense middelen, waarover het te beschikken had, een mach tige Armada zou bouwen en zoodoende de sterkste Potentaat ter zee worden. Het scheen voor een oogenblik, dat de droom van vele Amerikanen zou bewaarheid zou wor den. namelijk, dal Amerika de alleenheer- scher zou worden op de wereldzee. Gretig namen toen de Continental* mogendheden het voorstel van vlootbeperking aan, omdat zij er eerder bij winnen dan verliezen kon den onder de toen voor hen ongunstige om standigheden. Hel nieuwe middel van Coolidge de vorige maand voor een uitbrei ding dier beperking is met minder geest drift ontvangen. Het is niet mijn bedoe'ing in dit schrijven het voor en tegen van deze beperking-voorstellen te overwegen, omdat ik vermoed, dal u daarover wel in voldoende male door de pers zult ingelicht zijn. Maar naar aanleiding hiervan heb ik gelegenheid gehad om op te merken, dat de geschiedenis van de Amerikaansche vloot met zeer veel noodlottige gebeurtenissen doorweven is. Zij heeft met ontzettend veel tegenspoed te kampen gehad, veel meer dan eenige andere zeevarende mogendheid. Bonze tongen heb ben natuurlijk herhaaldelijk gerept van Amerikaansche onbekwaamheid, nalatigheid en andere gebreken, die allerminst het Amerikaansche volk eigen zijn. De oorzaken van deze noodloltig* rampen, waarover ik het hebben zal. zijn moeilijk te bepalen. De feiten zijn deze Uitgezonderd de mijn-vis- scherijon van 1919 in dp Noordzee, doch met inbegrip van het luchtschip de Shenandoah, heeft de Amerikaansche marine na den we reldoorlog niet minder dan 46 ongelukken geleden. Daarvan hebben 16 rampen be trekking op torpedojagers, 19 op onder-, zeeürs; al de andere zijn ontijdige kanon ontploffingen, het spoorloos verdwijnen van een schip en route naar het verre Oosten, groote schade toegebracht aan twee kruisers, en de ontploffing van de kruit-» magazijnen in Lake Denmark. Daarbij scho-> ten 259 man bet leven er bij in; do be manning van 43 koppen werd als vermist geboekt, toen de „Conestoga" niet meer opdaagde, 150 verloren het leven bij do ontploffingen. 29 bij de torpedojagerrampen, 39 bij de onderzeeërbotsingen en 14 bij het verongelukken van do Shenandoah. Als deze lange lijst van noodlottige gebeurte nissen ter sprake komt, dan wordt de ernstige vraag gesteld of deze ongelukken hadden voorkomen worden, of dat zij moe ten aanvaard worden als een noodzakelijk kwaad. Is het onbekwaamheid van de ge zagvoerders? Het moet evenwel gezegd worden, dat deze ongelukken plaats grepen terwijl het bevel gevoerd werd door zeer hoog aangeschreven officieren, die een lange ervaring achter den rug hadden. A1-. leen langs een doornigen en langen hierar-» chieken weg bereikt men in de Amerikaan sche marine hooge rangen. Men mag dus aannemen, dal deze rampen, zonder te rep pen van een paar geschamperde boegen, eenige schrammen en wat ontvelde duimen, deze bijna moeten toegeschreven worden aan abnormaliteiten, hetzij van oordeel of taktiek, oftewel gerangschikt worden onder de eenigszins onbepaalde klassificalie „niets aan te doen". Bovendien mag niet uit het oog verloren worden, dat Amerika een jonge natie is en niet zulk een lange historische ervaring in zeemanswezen achter den rug heeft als En geland, Frankrijk, Holland, hoewel ik moet toegeven, dat naar verhouding Japan veel minder ongelukken heeft dan Amerika. He ontwikkeling van het scheepvaartwezen heeft den ouden zeekapitein op den achler- grond geschoven. De zeeofficier van de Twintigste Eeuw moet een eerste klas inge-» nieur zijn, en zijn „heldenmoed" vooral ge-» meten worden naar zijn technische kennis en bekwaamheid. Als men bij de Amerikaansche vlootoefe-, ningen een rij hooge, majesteitelijke dread noughts door de golven van een wilde zee ziet klieven, de lichte kruisers aan beide flanken naar voren schieten, de zigzag-be wegingen- van de snelle torpedojagers, het geheimzinnig opduiken en wegzinken van de onderzeeërs, de acrobatiek van de vlieg tuigen boven deze stalen trein van Oceaan-» ploegers, dan moet men wel lot de overtui-» ging komen, dat zee-oflicieren in dezen mo dernen tijd vooral behooren te zijn, zeer knappe en competente strategen en technici. Het kan dan ook geen groote verbazing wek ken. dat in dit ingewikkelde vraagstuk een kleine fout sluipt, die noodlottige gevolgen, met zich brengt. Volmaaktheid is gepn men-» schelijke eigenschap, en zee-officieren wor den ook onder on 9 gerecruteerd. Er ra re hu- manum est! Ilct moreel van de Amerikaansche vloot staat goed aangeschreven. Toen een paar jaar geleden bij Honda Point zeven lorr«do- jagers op de Californische kustrotsen te r let ter gejaagd werden, was het dank zij het heldhaftig gedrag van de manschappen, dat er slechts 22 menschenlevens le betreurn waren in plaats van 800. Er hing een zware mist dien dag. De bevelvoerende offiei r had de opdracht om zijn divisie op bepaal den tijd voor anker te brengen, en voor de eerste maal in zijn kapiteinsleveri verliet hij het pad der voorzichtigheid, versnelde de vaart en joeg de schepen naar den onder gang. Toen het kruit ontplofte op de Missis sippi". hetgeen bijna den dood bracht aan de gansche bemanning, bleven de manschap pen in de kruitmagazijnen op hun post n!o- ten de toegangen af om de vlammen buiten te houden en deden al het mogelijke om de kniitvonken. die toch nog doordrongen uit le dooven. Een hunner stak zijn stervende hand uit om den hefboom van den Mus- - scher over te trekken. Zoodat het water kon binnenstroomen en voorkwam zoodoende, dat verscheidene honderden ponden kruit in brand schoten, die als dat gebeurd zijn, de

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1927 | | pagina 9