gjKde Bakker,
diQvrsmorlir^d nrat.
J dafisbef fefö-stó
taroaketL
Een speelbal der fortuin
No. 20557
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 19 Maart
Vierde Blad Anno 1927
VOOR DE HUISVROUW.
fLYSm Taza
KERK- EN SCH00LN1EUWS.
RADIO-PROGRAMMA.
FEUILLETON.
We hebben al heel wat afgehandwerkt in
den laatsten tijd. Nu brengt een lezeres een
ander onderwerp ter snrake en vraagt een
recept voor het bereiden van vruchten op
eigen sap. Ik vermoed, dat zij inmaken be
doelt Voorts vraagt zij of hier alleen ver-
sche vruchten of ook gedroogde voor ge
bruikt kunnen worden. Ik zou van mijn
kant willen vragen: „Waar haalt u het
eigen sap van gedroogde vruchten van
daan?" Neen, voor allen inmaak zijn
verscha producten noodzakelijk.
De belangrijkste punten bij den inmaak
zijn, dat u vlug, handig en zéér nauwkeu
rig te werk gaat. De kleinste vergissing of
nonchalance verknoeit minstens de gansche
flesch! Zoo moet u er b.v. goed op letten,
dat de vruchten geducht zijn afgeveegd;
want een enkel vergeten stofje of vuiltje
kan de oorzaak worden van bederf. Ik raad
u ook aan een aparte pot of pan voor het
koken van uw inmaak te houden en aparte
RECLAME.
9629
houten lepels. Want als u die pan b.v. ook
gebruikt om iets vets te koken, dan zult u
er nooit in slagen de sporen hiervan geheel
te verwijderen, zoodat ze verkeerd-voor de
vruchten kunnen zijn.
Tijdens het koken van uw inmaak mag
er niets anders op de kachel staan, want
alles, wat geur verspreidt bij het koken of
braden (groente dus en vleesch) heeft een
nadeeligen invloed op de vruchten. Ook mag
het vuur niet worden opgepookt zoolang de
vruchten opstaan, want de asch en de
walm, die het gevolg van het poken kun
nen zijn, bederven de vruchten eveneens.
Pas op, dat er geen vliegen of andere in
secten bij den inmaak kunnen komen, zij
leveren groot infectie-gevaar. Zoodra u uw
vruchten van het vuur neemt moet u ze
daarom met een schoone, liefst gesteriliseer
de doek bedekken; ook de flesschen en pot
ten, waarin u ze wenscht te bewaren, be-
hooren op die manier te worden afgedekt tot
ze koud zijn geworden; zoodra dat het geval
is, moet u ze spoedig voor goed afsluiten. Al
liet u ze maar twee dagen open staan, dan
zou er reeds een begin van bederf mogelijk
zijn.
Wie geen Weck-flesschen heeft, kan de
inmaakpotten en flesschen met een varkens
blaas of perkament afsluiten. Men legt deze
afsluitvliezen een paar uur in brandewijn en
WTijft ze dan met zemelen af; heeft men
langer den tijd, dan zet men ze gedurende
een dag in lauw water, dat nu en dan ver-
verscht wordt. Blaas of papier moeten nog
vochtig zijn, wanneer men ze om de flesch
of pot bindt. Door het drogen krimpen zij wat
en sluiten daardoor beter af. Wil men de
vruchten op eigen sap lang bewaren, dan
moet men er een beetje geconfijte gember
aan toevoegen; b.v. op 5 ons vruchten een
stuk gember van een halve vinger lengte,
dat men in kleine stukjes snijdt.
Is uw huishouden klein, neem dan kleine
flesschen, want is de flesch eenmaal open
geweest, dan kunt u hem niet lang meer
bewaren.
De flesschen moeten, vóór men ze vult,
goed uitgespoeld worden en daarna ter dege
gedroogd, liefst in de zon of open lucht. Ten
slotte moet men ze uitzwavelen. Hiervoor
smelt men wat zwavel en doopt daarin een
lapje linnen, dat spoedig hard en droog
wordt. Knip er een stukje af en bevestig dit
aan èen eind ijzerdraad voorzien van een
omgebogen haakje; steek het katoen in
brand en laat het brandend in de flesch zak
ken, bedek daarna de halsopening met een
kurk of schoteltje. Na een kwartier trekt u
katoen en ijzerdraad er uit, vult direct de
flesch met vruchten en sluit haar af. De
zwavel laat totaal geen reuk of smaak
achter.
Het gekookte vruchtensap moet één nacht
staan koud worden vóór u het in de fles
schen doet, omdat er altijd wat bezinksel is,
dat u kunt achterhouden bij het overgieten.
Een flesch moet gevuld zijn tot drie vingers
breedte onder den rand; giet dan een thee
lepel arak of brandewijn op het nat en sluit
af met een gave. nieuwe kurk, die eenigen
tijd in koud geworden gekookt water heeft
gestaan; nauwe flesschen kunt u dan in een
lakoplossing doopen; flesschen met een wijde
opening: sluit u met een stukje perkament
of varkensblaas af.
Zet direct op een etiketje hoeveel
en wat voor vruchten er in de flesch zitten,
benevens den datum en het j&ar van den
inmaak. Flesschen met vruchten kunnen
rechtopstaand in den kelder bewaard wor
den, mits op planken, niet op steen. Om de
zes weken moet u inspectie houden. Zien
de vruchten er niet mooi uit, kook dan
wat azijn met suiker, schuim dit af, en
laat er de vruchten even in doorkoken.
Soms is het ook voldoende de flesschon
even doorwarm te maken, door ze open
in een pot met water op het vuur te
zetten en kokend heet te laten worden
De inmaak zelf is hoogst eenvoudig: zoek
mooie, gave, goed rijpe, maar vooral niet
t e rijpe vruchten uit, wrijf ze met een
schoenen doek af en kook ze b^jna gaar;
vul dan de flesschen met de vruchten en
het door het koken gevormde sap, zoodat
de vruchten nèt onderstaan. Er gaat dus
geen suiker bij en de vruchten worden
niet geschild. Maar kijk vooral heel goed
na, dat er niet één overrijpe of bijna rotte
vrucht tusschen zit, want deze zou uw
ganschen inmaak kunnen bederven.
Ik heb u hier alleen van inmaken zonder
Weck gesproken; de dames, die een Weck-
toestel rijk zijn, zullen eveneens in het bezit
zijn van het aardige en practische recepten-
boekje, dat hiervoor uitgegeven is.
De niet-Weckende huisvrouwen moeten
den inhoud van hun flesschen nog een9
opkoken voor het gebruiken en er dan zoo
noodig (proeven 1) suiker aan toevoegen.
Verschillende vruchten zijn echter uit
zichzelf reeds zoet genoeg.
U zult door dit artikel wel begrepen heb
ben, dat het inmaken van vruchten op
eigen sap veel tijd en zorg vereischt en dus
niet maar zoo even haast-je rep-je klaar
kan komen.
Kersen kunt u van te voren pitten, doch
bewaar het hierdoor wegloopende sap goed
en doe het met de vruchten in de pan,
waarin u ze kookt.
NED. HERV KERK.
Drietal; Te Delft (vac.-P. Zandt): G.
Bolkesteyn, te Apeldoorn; N. G. Veldhoen,
te Alphen aan den Rijn, en P. G. de Vey
Mestdagh, te Rotterdam.
Beroepen: Te Norg (toez.)B. Peyssel-
te Wolfersum (Gr.); Te Visvliet; II. Wier-
sum, te Weslerwytwerd.
GEREF KERKEN.
Tweetal: Te Surhuislerveen: J. H.
Meuleman, te Hoogersmilde, en S. J. Popma,
te Engwierum.
Beroepen: Te Hoek van Holland: C.
W. Keur, te Heinkenszand.
SAMENWERKENDE ZENDINGS-
CORPORATIES.
Door de Synode uer Ned. Herv. Kerk was
de wensch kenbaar gemaakt het oordeel dei
Zendingscorporalies te vernemen over het
concept-reglement voor de Zending, dat bij
haar aanhangig gemaakt is. De Samenwer
kende Corporaties hebben daartoe een spe
ciale vergadering der Hoofdbesturen belegd,
waaraan ook afgevaardigden van het Java-
Comité en de zendelingen-met-verlof en de
oud-zendelingen deelnamen. Deze vergade
ring werd belegd te Utrecht en werd gepre
sideerd door den voorzitter van het Ned.
Zend. Gen. dr C. W. Th. Baron van Boetze
laer van Dubbeldam.
De bespreking werd ingeleid door ds. J.
Pannebakker, pred. te Amersfoort. Spr. wees
er op, dat de Herv. Kerk zich sedert 1905.
rechtstreeks met de Zending heeft ingelaten.
In dat jaar ontstonden de eerste classicale
Zendingscommissies. In het algemeen regle
ment werd de Zending opgenomen onder de
zaken, die de voortdurende zorg vereischen
van degenen, die in kerkelijke besturen zit
ting hebben. Eenige jaren geleden vroegen ie
classicale commissies öanctioneering van
hare positie en taak.
Voor haar werk hebben de Corporaties de
hulp der keric gezocht, bv. bij preekbeurten
en collecten en in de Zendingsweek. De kerk
heeft in toenemende mate die hulp verleend.
Wij kunnen niet op een bepaald moment
hiermee ophouden. De kerk doet niet alleen
slappen op ons verzoek. Men zoekt tegen
woordig steeds meer sajhenbinding. De gees
tesstroming gaat in organische en steeds
meer in kerkelijke richting. De kerk organi
seert haar diakonalen arbeid, haar jeugd
werk. het is onafwendbaar, dat zij ook h°t
zendingswerk gaat ter hand nemen. Het kan
korter of langer duren, maar eenmaal komt
het zeker. De Corporaties moeten zich hierop
bezinnen en er zich tijdig naar richten. Dat
voorkomt wrijvingen. Wij hebben den stroom
te volgen en als het kan er leiding aan te
geven. Al is een zaak goed, daarom kan toch
de regeling nog niet goed zijn. Wat hebben
wij nu in dit reglement? De kerk eischt hier
niets. Zij verklaart zich bereid om te dienen
en zendingswerk over te nemen. De leiding
van dit werk blijft daarbij in handen van
onze eigen mannen; zij zullen dan alleen in
een ander kader werken. Als deze zaak door
gaat wint de Zending aan eenheid. De Zen
ding krijgt daardoor ook een breedere basis.
Het reglement zorgt daarbij voor de noodige
soepelheid. Het werk krijgt ook meer achter
grond. Wij doen hel werk omdat het nood
zakelijk is, maar ook omdat de kerk hel ons
opdraagt.
De moeilijkheden bij de wijze van orde
ning worden ondervangen. De zendelingen,
die uit Indië moeten terugkeeren kunnen een
plaats in de Kerk vinden. Dat de opleiding
op hooger plan komen moet, is niet onvrien
delijk tegenover de opleiding van heden en
die van vroeger. Nieuwe toestanden in Indië
doen nieuwe eischen stellen.
De bezwaren, die geopperd worden, komen
volgens spr. voornamelijk voort uit vrees.
Men vreest voor partijschappen, voor onge-
wenschte inmenging, voor de financiën, voor
de onmacht der kerk, enz. Ilij meent echter,
dat er geen reden is voor vrees, maar wel
voor vertrouwen.
Na deze inleiding volgde een breed© dis
cussie.
Ds. Gouverneur (Rosendaal) vraagt of het
in het belang der Zending zal zijn, als zij
aan de kerk komt. De classicale vergaderin
gen, die de menschen moeten kiezen, reke
nen niet met bekwaamheid, maar met de
male van rechtzinnigheid.
Ds. Van Schaik (Kampen) deel mee, dat de
classicale commissie Kampen met algemeene
stemmen geadviseerd heeft dit reglement te
verwerpen. Men vreest er voor den rich-
lingsstrijd.
Dr. Schokking (Leiden) gevoelt alles voor
de idee, die aan dit reglement ten grondslag
ligt. Toch vraagt hij, of de toestand der Herv.
Kerk zoo is, dat zij het werk der Zending kan
overnemen. Kerk en Zending moeten met
elkaar in nauwe relatie blijven.
Ds. Rauws (Oegstgeest) wijst er met enkele
voorbeelden op, hoe de Zending een breeder
basis behoeft. Nu zijn de corporaties reeds
voor 9/10 Zending der Herv. Kerk. Het is
noodig den band met de Kerk te versterken.
Hij wijst er op, hoe ook in het buitenland le
zendingsbeweging in de kerkelijke richting
geleid wordt. Dit reglement geeft, wat de
Zending noodig heeft en is in overeenstem
ming met het karakter der Ned. Herv. Kerk.
Ds. Barger (Utrecht) meent, dat het Zen
dingswerk steunt in de officieuze kerk en
vraagt of de officieele kerk een breedere
basis dan deze zou kunnen bieden. Waarom
begint de Kerk zelf niet het Zendingswerk?
De heer Langevoort (Haarlem) vraagt,
waarom in bet reglement geen sprake is van
de Indische Kerk?
Mr. Van der Hoop van Slochteren (Breuke-
len) vreest, dat de buitenlandsche corporaties
bij deze verbinding in het gedrang komen.
Hij vraagt ook, wat gebeuren moet met de
Zendingsschool en het Zendingsconsulaat.
De heer Hoekendijk (Heemstede) acht het
gevaarlijk het werk der Zending te gebrui
ken als geneesmiddel voor de Kerk. De Kerk
is niet geschikt om het over te nemen.
Ds. Verwey9 (Breukelen) meent, dat de
Kerk als instituut geenbelijdend geluid laat
hooren; en dat zij nog niet vraagt om haar
zendingslaak terug te krijgen.
De heer Neumann (Deli) vraagt of niet
een regeling mogelijk is waarbij de zelfstan
digheid der Corporaties gehandhaafd blijft?
Ds. Coenraad (Beek) is bevreesd, dat com
binatie van Kerk en Zending een geweldige
anticipatie is, zij zal de geestdrift van het
individualisme dooden en aan de Kerk geen
heil brengen.
Ds. Wagenaar (Rotterdam) merkt op, dat
dit reglement het resultaat is van den loop
der dingen. In 1921 hebben de Corporaties al
uitgesproken, dat zij een organisch verband
tusschen Kerk en Zending willen leggen. In
dit reglement wordt aan de Zending gege
ven, wat zij maar wenschen kan. Het zou
schade voor de Zending zijn, als zij dit regle
ment onaanneembaar verklaart.
Ds. Crommelin (Oegstgeest) vraagt, of er
geen moeilijkheden in Indië zullen ontstaan,
als men zich te veel bindt aan besluiten, die
door eeft kerk in Nederland moeten worden
genomen?
Dr. Brouwer (Oegstgeest) meent, dat als
het werk niet in zijn geheel moet worden
overgedragen, men toch de concurrentie van
naast elkaar werkende corporaties zal krij
gen.
Dr. Fokkema (Oegstgeest), zou gaarne iets
vernemen omtrent de buitengewone classi
cale vergaderingen en hoe het ontwerp daar
ontvangen is. Hij meent, dat er meer behoef
te is aan federatie dan aan eenheid. Wij zijn
nu in de goede richting door naar de Kerk
toe te werken. Het besef moet eerst levendig
gemaakt worden, dat de Kerk het doen
moet. Een grootere elasticiteit dan dit regle
ment biedt acht hij noodig.
Ds. Rijnders (Oegstgeest) merkt op, dat er
twee kwesties zijn: hoe staan wij principieel
tegenover de vraag om nauw contact tus
schen Kerk en Zending, en hoe staan wij
tegenover dit reglement? De argumenten
tegen hebben zich uitsluitend bepaald bij het
tweede. Welen raeenen, dat het nu de tijd
nog niet js, maar dit een subjectieve mee
ning.
Ds. Pannebakker beantwoordt de sprekers
uitvoerig, dankbaar dat men niet over de
tails, maar alleen over de hoofdzaken ge
sproken heeft.
In den namiddag werden de besprekingen
voortgezet. Deze leidden niet tot 'een be
paald besluit, daar deze vergadering slechts
adviseerende bevoegdheid had. In de be
stuursvergaderingen zal nu elke Corporatie
zich kunnen uitspreken.
Het advies zal zijn om deze zaak in ver
dere studie te nemen en daartoe een com
missie te benoemen. Verder acht men wel
gewenscht te vernemen, hoe de kerk in hare
classicale vergaderingen zich er over uit
spreekt.
VOOR ZONDAG, 20 MAART.
Hilversum, 1060 M. 9.45 v.m.: Dienst
in de Geref. Kerk te Kralingscheveer. Voor
ganger: Ds. II. Veldkamp. 1. Orgelspel. 2.
Votum en zegen. 3. Zang: Ps 100 1, 2. 4.
Lezen: De Wet des Heeren, daarna Jes. 53.
5. Gebed. 6 Zingen Ps. 116 2, 3, 5. 7. Tekst
1 Petrus 1 17b, 18. 19. 8. le ged. preek. 4a
Lijdenspredikatie. Thema: Verlossing door.,
een lamp. of menschelijke krachten en god
delijke onmacht. 9. Zingen Ps. 116 6. 10.
2e ged. preek. 11. Dankgebed. 12 Zingen Ps.
2 7. 13. Zegen. 14. Orgelspel 1.30: Het
Hawaiian Radio-vijital. bestaande uit da
heeren Chris de Vos Jr., Hawaiian guitaar.
Iiug. Scholten, Hawaiian guitaar. Jan ds
Vos, Bas-guitaar. Chris Soeger, I^kelele
2.30: Namiddagconcert, te geven door do
Amslerdamsche Orkestvereen. in „Artis" to
Amsterdam. Dirigent: Frans v. Diepenbeek
6.45: Vrijz. Uitzending u. h. Gebouw v. d,
N.P.B. te Hilversum. Spr.: Ds. O. v. d.
Veen. Wieringen. Ferd. Kloek, orgel en het
V.PJLO.-koor. 1. Preludium en Fuga in
E, Bach. 2. Votum. 3. Lied 257 1 en 2
(Ps. 42 1 en 3). 4. Voorlezing. 5. Lied 47
1 en 7 (Gez. 273 1 en 11). 6. Preek. 7. Im
provisatie (orgel). 8. Lied 185 3 (Gez.
180 5. 9. Sluiting 8: Persber. en sport
uitslagen 8.10: Concert door het H.D.O.-
orkest, o. 1. v. Willem v. Warmelo. Werken
van Schubert. St. Saëns en Mendelssohn.
Coba Rijneke, piano.
Daventry, 1600 M. 3 50: Licht orkest-
programma. Orkest en A. K. Winter, sopraan
E. Isaacs, piano 5.35: Vertelling uit het
Oude Testament: The flight from Egypt.
5 50620: Kinder-kerkdienst 8.20: Stu
dio-kerkdienst. Het Acton Brotherhood man
nenkoor. Hel Hammersmith Brotherhood
Orkest 9.15: Causerie: The „Gold Digger"
9.20: Tijds., weerb., nieuws 9.35:
Beethoven's Mis in D (2e helft). Koor en
symphonie-orkest van Cardiff. E. Suddaby-
sopraan; M. Foster, contra alt; P. Jones,
tenor; II Heyner, bariton 10.35: Orgel
concert door R. Goss Custard 10.55: Epi
loog.
Parijs ..Radio-Paris", 1750 M. 12.20i
1.05: Koorzang en preek 1.052.10: Or
kestconcert 5.065.56: Concert door da
Jazz Symphonic 8.5010.50: Concert.
Dansmuziek en zang.
Langenberg, 4699 M. 8.209.20: Con
cert 10.50—11.50: Koorzang 12.20—t
I.20: Kamermuziek (piano-viool-cello) i
4.20—5.20: Zitherconcert 7.35—9.20:
De vogelkoopman", operette in 3 acten van
Zeiler 9.4011.20: Dansmuziek.
Königswusterhausen, 1250 M en Berlijn
484 en 566 M. 8.20—9.40- Relig. Morgen-
concert 10.5011.40: Militair concert i
II.'1012.30: Max en Paul, humoristen
12 301.50: Concert (piano en fluit)
3504.50Orkestconcert 5.20: „Sieg
fried", van Rioh. Wagner 9.5011.50:
Dansmuziek.
Hamburg. 394.7 M. 8 35: Morgenwij
ding 105011.50: Openluchtconcert
12 251.05: Orkestconcert 1.05150:
Kamermuziek 3.254.25: Vroolijk con
cert 4.50—6.50: Orkestconcerl7.20
Naar het Engelsch
van
RAFAEL SABAT1NI.
Geautoriseerde vertaling van A. T.
36)
Het was een vrij ruime en uitmun
tend ingerichte woning in Knight Ryders
Street, pas open gekomen, omdat de be
woner naar buiten was gegaan uil vrees
voor de pest. De eigenaar was een zeker
koopman in Fenchurch Street, die zeer blij
zou zijn het huis op gemakkelijke voorwaar
den te verhuren, in aanmerking genomen,
hoe onmogelijk het juist nu was, huurders te
viDden voor huizen in de stad of haar rechts-,
gebied.
Bates had zijn onderzoekingen met de
noodige voorzichtigheid gedaan, zooals hij
Z'jn Genade verzekerde, zonder te laten
doorschemeren, op wiens last hij handelde.
Zijn Genade lachte hartelijk over die ver
zekering en over alles, wat Bates blijkbaar
als zeker had aangenomen.
„Je wordt een zeer handige schelm in mijn
dienst."
Bales boog met iets van spotternij. ..Ik
hen blij. dat ik de goedkeuring van uw Ge
nade verdien," zei hij droogweg. De kerel
had een trek van grappige onbeschaamdheid,
dien de Hertog verdroeg, misschien omdat
niets anders mogelijk was tegenover iemand,
die zoo intiem bekénd was mei zijn geweten^
„Ja. Je bent een betrouwbare schurk. Het
huis is uitstekend, al had ik een minder
volkrijke buurt gewenscht."
„Als le zaken verder gaan zooals tot nu
toe, zal uw Genade daarover niet te klag°n
hebben. De stad zal heel gauw de leegste
plek van Engeland zijn. Reeds meer dan de
helft van de huizen in Knight Rvder Street
zijn leeg. Ik vermoed, dat uw Genade er niet
over denkt, daar le gaan wonen."
„Neen.... niet bepaald." zijn Genade
fronste peinzend het voorhoofd. „Er is, hoop
ik, geen besmetting in de straat?"
„Nog niet. Maar zij hebben er groote
angst voor, zooals overal in de stad. Die
koopman in Fenchurch Street deed geen
moeite de gedachte te verbergen, dat ik gek
was. om in dezen tijd een huis in Londen
te zoeken."
„Nu. nu!" Zijn Genade sloeg verachtelijk
de gedachte aan vrees af. „Die burgers ma
ken door hun angst, dat zij de pest krijgen.
Het is juist van pas. Het zal maken dat de
menschen zich niet met de zaken van hun
buren bezig houden. Ik verlang niet be-
snionneerd te worden in Knight Ryder Street.
Morgen Bates, moet je naar dien koopman
toe gaan en het huis huren en je moet het
huurconlrart op je eigen naam laten zetten.
Je begrijpt het? Mijn naam moet niet ge
noemd worden. Om vragen te vermijden,
moet je hem dadelijk zes maanden huur
vooruit geven."
Bates boog. „Uitstekend, uwe Genade."
Zijn Genade kunde achterover in zijn
groolen stoel en keek zijn dienaar aan met
half gesloten, half lachende oogen.
„Je hebt natuurlijk geraden, mei welk doel
ik dat huis wil hebben."
„Ik zou nooü nuar een doel van uw Ge
nade durven raden."
„Hetgeen beteekent, dat mijn doel je ver
baast. Dat is een bekentenis van domheid.
Je herinnert je de kleine komedie, die we
een maand geleden speelden ten behoeve van
juffrouw Farquharson?
„Daar heb ik alle reden toe. M'n beende
ren dben nog pijn van de slagen die ik kreeg.
Het was zeer realistisch spel van de Fran-
sche lakeien van uw Genade."
„Dat vond de dame niet. Ten minste het
overtuigde haar niet. We moeten het dit
maal beter doen."
„Ja, uw Genade." Er klonk eenige onze
kerheid in den toon yan den schurk.
„We zullen een ernstiger klank in de ko
medie brengen. Wij zullen de dame ontvoe
ren. Dat is het doel, waarvoor ik dat huis
noodig heb."
„Maar ontvoeren?" zei Bates, en zijn ge
laat werd plotseling zeer ernstig.
„Dat eisch ik van je, mijn goede Bates.
„Van mij?" Bates hijgde. Zijn gelaat werd
lang. en zijn wolfsmond viel openi„Van mij,
uw Genade?" Het was heel duidelijk, dat het
vooruitzicht hem bang maakte.
„Zeker. Verbaast je dat zoo?"
„Maar, uw Genade. Hetbol is
heel gevaarlijk."
„Ba!" zei zijn Genade.
„Men.kan er voor opgehangen wor
den.
„Och. die dwaasheid van je. Opgehangen,
aJs ik achter je sta?"
„Daarom juist. Zij zullen nooit uw Genade
durven ophangen. Maar zij moeten een zon
debok hebben, als^er moeilijkheid komt en
zij zullen uw werktuigen ophangen, ten
einde den eisch van het volk om gerechtig
heid le bevredigen."
„Ben ie heelemaa! gek?"
„Ik heb niet alleen mijn versland, uw Ge
nade; ik ben ook slim. En als ik het wagen
mag, uw Genade te raden
v „Dat zou inderdaad aanmatigénd zijn, jij
onbeschaamde schurkI" De slem van den
Hertog verhief zich, zijn voorhoofd toonde
diepe rimpels. „Ik geloof, dat je vergeet, wie
je bent."
„Ik vraag uw Genade vergiffenis." Maar
hij ging toch verder ..Uw Genade weet mis
schien niet, hoe groot de paniek in de stad is
over de pest en
„Maar," donderde Buckingham, je schijnt
me, ondanks alles, toch raad te durven
geven."
Bates zweeg, maar uit zijn geheele uiter
lijk sprak verzet, toen hij zijn meester aan
keek. Rustiger ging Buckingham voort:
„Luister eens, Bates. Zoo wij aan den
eenen kant slecht gediend zijn door de pest,
worden wij er aan den anderen kant goed
door gediend. Juffrouw Farquharson te ont
voeren, terwijl zij in den schouwburg speelt,
zou dadelijk een geroep van moord en brand
geven, dat tot ontdekking zou kunnen leiden
en onaangename gevolgen zou kunnen heb
ben. Maar de lord-mayor heeft bevolen, dat
Zaterdag alle schouwburgen gesloten moeten
worden, en daarom moet het gedaan worden.
Zaterdag na den schouwburg, dan wordt juf
frouw Farquharson niet gemist, en geeft
haar verdwijning geen aanleiding tot opwin
ding vooral-in een lijd dat juist deze vrees
voor de pest den menschen genoeg te denken
geeft."
„En daarna, uwe Genade?"
„Daarna?"
„Als die dame een klacht indient."
Buckingham glimlachte als kenner van
de wereld. „Dienen dames ooit zulke klach
ten in later? Bovendien, wie zal het
geloo'ven, als zij vertelt, dat zij legen haai
wil naar mijn huis is gegaan? Zij is een
actrice, denk daaraan, geen prinses. En ik
heb nog wel iets te zeggen in dit land."
Maar Bates schudde plechtig het hoofd.
„Ik' twijfel er aan, of uw Genade genoeg to
zeggen heeft, om mijn nek te redden, als er
moeilijkheid komt, en die zal er komen.
Wees daar zeker van, uw Genade. Er zijn
overal te veel ontevredenen, die op de ge
legenheid wachten, om onrust te stoken."
„Maar wie zal je beschuldigen?" riep de
Hertog boos.
„Da dame zelf, als ik haar voor u ont
voer. Bovendien, heeft uw© Genade niet
gezegd, dat het huis op mijn naam gehuurd
moet worden. Als er nog meer noodig was,
zou dit genoeg zijn. Ik ben de zeer onderr
danige dienaar van uw Genade, maar....
dit niet, uw Genade! Ik durf het niet."
Verbazing vermengd met minachting
waren op Buckingham's gezicht te lezen.
Hij wilde in woede uitbarsten en tegelijker
tijd lachen over de dwaasheid, dat hij iu
Bates een hinderpaal vond Hij trommelde
met zijn vingers op de tafel, terwijl hij na
nacht. Toen besloot hij korte metten t9
maken, door zijn troeven uit te spelen. „Ho©
lang ben je bij mij in dienst. Bates?"
„Deze maand is het vijf jaar, uw
Genade."
„En heb je er genoeg van, zeg?"
„Uw Genade weet wel, dat het niet zoo
is. Ik heb u in alles trouw gediend...."
„Maar je vindt, dat de tijd gekomen is,
dat je de zaken kunt uitkiezen, waarin je
me nog dienen wilt. Bates, ik geloof, dat
je te lang in mijn. dienst bent geweest."
„Uw GenadeI"
„Misschien vergis ik me. Maar ik moet
eèn bewijs hebben, voordat ik het geloof.
(Wordt vervolgd.).