ten speelbal der fortuin Vaseline Chesebrougjj M LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 10 Maart Tweede Blad Anno 1927 GEMEENTEZAKEN. Èk BINNENLAND. FEUILLETON. 10. 20549 BENOEMINGEN EN ONTSLAG. Iter benoeming van een lid der Commissie Vr het Stedelijk Museum „De Lakenhal" Ue vacature ontslaan door het overlijden 3 den heer Floris Verster, worden ter he ining voorgedragen prof. dr. W. Martin, Ctengewoon hoogleeraar in de Kunslge- Wedenis aan de Universiteit alhier en di- Cteur van het Mauritshuis te 's Gravenhage f den heer A. H. Dros, kunstschilder en in- «trieel te Leiden, wonende te Oegstgeest [Tengevolge van verleend eervol ontslag en rerplaatsing zijn aan eenige o. 1. scholen icatures ontstaan. Het komt voor dat het leveling verdient thans in een tweetal jatures te voorzien door benoeming van Cee onderwijzers aan de school aan de liverstraat B. TVolgende voordrachten bieden zij aan: 11. 0. L. School aan de Haverstraat B: II. R. van Kammen, onderwijzer te Ees renthe) |2. M. J. van den Ende, onderwijzer te lilland Bath; J3. H. Jongbloed, onderwijzer te Enschedé. III. 0. 1. School aan de Haverstraat B: 11. M. J. van den Ende, onderwijzer te Mand Bath; 12. H. Jongbloed, onderwijzer te Enschedé. 13. W. A. P. de Kramer, onderwijzer te Blewoutsdijk. |Door B. en W, wordt voorgesteld op haar >ek aan mej. H. Ph. Mesenig wegens i benoeming tot directrice aan de ge- leente-kweekschool voor onderwijzeressen [sGroningen met ingang van 1 Aug. a.s. eer- J ontslag te verleenen als leerares in het insch aan de H.B.S. met vijfjarigen cur- EEN VERZOEK VAN DE DOEZASTRAAT-BEWONERS. |.'a een schrijven verzoeken een aantal be tters van de Doezastraat den Raad om de ikertrottoirs in deze straat, nu de boomen >oid zijn, te vervangen door basaltine- jeltrottoirs. Naar aanleiding hiervan dce- qB. en W. mede, dat de bestaande klinker- (ottoirs in de Doezastraat, nadat de nieuwe comen aldaar zullen zijn gepoot, verstraat leten worden, terwijl ook de trottoirban- opnieuw moeten worden gelegd, al welke jrkzaamheden uit den gewonen onder- mdsdienst kunnen worden bekostigd. Het ateriaal zelve echter verkeert over het al- meen nog in bruikbaren toestand, zoodat f naar hun meening geen aanleiding be klat dit thans reeds door geheel nieuw ma teriaal van basaltinetegels te vervangen, te meer waar alleen reeds met den aankoop hiervan, dus ongerekend nog het arbeidsloon, een extra-uitgave van f 5000 zou zijn ge boeid. VOORSTEL TOT ONDERHANDSCHE VERPACHTING DER TOLHEFFING LEIDERDORPSCHE BRUG. Nadat B. en W. den Raad het voornemen hadden kenbaar gemaakt, de heffing van tol- en bruggeld aan de Leiderdorpsche brug in het openbaar te verpachten, berichtte de te len woordige pachter, de heer Ramaker, als- sog bereid te zijn den huurprijs, nu f 1250 ;er jaar bedragende, te verhoogen tot f 1500. Aangezien B. en W. meenden, dat met den lader geboden huurprijs genoegen kon wor- ien genomen, achtten zij redenen aanwezig op het voornemen tot het houden van *ne openbare verpachting terug te komen >n de tolheffing alsnog onderhands aan den heer Ramakers te gunnen, 't geen zij aan den betrokkene meedeelden, terwijl belang hebbende berichtte dat hij evenals de borgen met die verhoogde pachtsom accoord ging. Intusschen kwam van een derde, den heer |L van Harte velt alhier, een aanbieding in van f 2700. B. en W. meenen nu dat zij moreel gebon den zijn, hoewel daardoor een belangrijk be drag te loor gaat, zich aan dat accoord te houden. Ook de Commissie van Fabricage, wier ge- hoelen B. en W. inwonnen, heeft, zonder [kpaald te adviseeren tot handhaving van kt voorstel tot onderhandsche gunning, oog rior de positie van het College van B. en W. l^enover den heer Ramaker. Hoewel niet blind zijnde voor hel finan- cieele voordeel, dat aanneming van het later ingekomen bod voor de gemeente kan mede brengen, meenen B. en W., dat het gegeven woord hun de verplichting oplegt, zonder eenig voorbehoud de aan den heer Ramaker gedane bereidverklaring gestand te doen niet alleen, maar ook om de bekrachtiging daar van door den Raad met aandrang aan te bevelen. KOSTELOOZE OVERDRACHT VAN GROND AAN DE GEMEENTE BLOEMENDAAL. In verband met een voorgenomen verbe tering van den weg ter plaatse wenscht het Gemeentebestuur van Bloemendaal den eigendom te bekomen van een gedeelte van den Haarlemmertrekvaartweg. Terwijl een gedeelte geheel aan de ge meente Haarlem toebehoort, is het andere gedeelte, kadastraal bekend gemeente Hil- 'legom Sectie A No. 263i en gemeente Bloe mendaal Sectie D No. 892, hoewel in onder houd bij Haarlem, gemeenschappelijk eigen dom van die gemeente en van Leiden, en is voor de overdracht van dit stuk weg mits dien ook de medewerking van de gemeente Leiden vereischt. Aangezien tegen afstand van bedoelde strook weg geenerlei bezwaar bestaat en onder mededeeling, dat de Raad van Haar lem reeds een daartoe strekkend besluit heeft genomen, geven B. en W. in overeen stemming met het advies van de Commissie van Fabricage in overweging te besluiten den eigendom, voorzooveel het aandeel van de gemeente Leiden betreft, om niet aan de gemeente Bloemendaal over te dragen, onder voorwaarde, dat alle kosten vallende op deze overdracht voor rekening van de ge meente Bloemendaal komen. OVERNEMING VAN EEN STROOKJE GROND AAN DEN STATIONSWEG. In verband met de voorgenomen verbou wing van het perceel Stationsweg 17 heeft de eigenaresse, de N. V. Crediet en Admi nistratie-Maatschappij „Uitgebreid Bezit", gevestigd te Leiden, zich bereid verklaard aan de gemeente in eigendom over te dragen den haar toebehoorenden grond, gelegen vóór de bestaande voorgevellijn. B. en W. stellen nu, overeenkomstig het advies van de Commissie van Fabricage, voor, om dit zonder eenige kosten bij de ge meente in eigendom en onderhoud over te VERHURING VAN EEN PAKHUIS. Eenigen tijd geleden deelde de heer J. Verhoog Jzn. B. en W. mede, dat hij de huur van het pakhuis aan de Vliet No. -15, dat hem laatstelijk bij raadsbesluit van den 29en Maart 1920 werd verhuurd voor f 200 per jaar, wenschte te beëindigen. Als gegadigde voor dit pakhuis heeft zich aangemeld de heer A. Delmeer, aan wien de metselzaak van den heer Verhoog inmid dels is overgegaan. Adressant is bereid de huur legen denzelfden huurprijs en onder dezelfde voorwaarden te aanvaarden, waar tegen bij B. en W. geen bedenkingen be staan. Zooals steeds behoudt de gemeente zich de bevoegdheid voor de huur tusschen- iijds met een termijn van drie maanden op te zeggen. NOG EEN PAKHUIS VERHUREN. Eenigen tijd geleden verzocht de heer H. J. J. M. Daraen hem van de huur van het pakhuis aan de Burgsteeg No. 6, dat aan hem laatstelijk bij raadsbesluit van den 18en December 1922 werd verhuurd voor f300 per jaar, tusschentijds te willen ontslaan. Vermits de gemeente !n de gelegenheid is het perceel onmiddellijk weder te ver huren, bestaat tegen inwilliging van het verzoek bij B. en W. geen bezwaar. Als gegadigden voor het pakhuis hebben zich namelijk aangemeld de heeren H. J. W. Feeters en H. Stol, alhier, die bereid zijn de huur onder de bestaande voorwaarden te aanvaarden, terwijl zij er voorts genoegen mede nemen, dat de huurprijs wordt ver hoogd tot f350 per jaar. Zooals steeds, behoudt de gemeente zich de bevoegdheid voor, de huur tusschentijds met een termijn van drie maanden op te zeggen. MEDEWERKING DER GEMEENTE VOOR DEN BOUW VAN EEN GYMNASTIEKLOKAAL. Het bestuur van de Vereeniging tot op richting en instandhouding van scholen voor lager- en meer uitgebreid lager onderwijs op Gereformeerden grondslag alhier verzoekt de benoodigde gelden beschikbaar te stellen voor de uitbreiding van zijn schoolgebouw aan de Hooglandsche Kerkgracht No. 20a. Deze uitbreiding zal bestaan in het bouwen en inrichten van een gymnastieklokaal. Bij kennisneming van de stukken zal blij ken, zeggen B. en W., dat daarin sprake is van afstand van gemeentegrond, waar omtrent echter nog nadere onderhandelingen zullen worden gevoerd. Aangezien evenwel met het nemen van een beslissing op het verzoek om de voor den bouw benoodigde gelden beschikbaar te stellen niet langer kon worden gewacht, die beslissing boven dien in geen enkel opzicht praejudicieert op een met betrekking tot eventueelen afstand var grond te nemen besluit en het school bestuur bij zijn aanvrage de wettelijke voor schriften in acht genomen heeft, geven B. en W. in overweging deze medewerking te verleenen. GASPRIJSVERLAGING VOOR DE GEMEENTE VOORSCHOTEN. Met ingang van 1 Januari 1926 werd een nieuw contract voor de levering van gas en gros aan de gemeente Voorschoten met deze gemeente afgesloten. De prijs van het gas is in dit contract bepaald als volgt: 6Vs cent per M3. voor de eerste 250.000 M3. per kalenderjaar. 5Vs cent per M3. voor alle volgende M3. per kalenderjaar. Verplichting om een zeker minimum per jaar af te nemen, bestaat voor Voorschoten ingevolge dit contract niet. Eveneens met ingang van 1 Januari 1926 werd met Voorschoten een contract afge sloten voor de levering van electriciteit en gros. Het bljjkt thans, dat de snelle toeneming van het aantal aansluitingen voor electrici teit, welke van laatstvermeld contract het gevolg is geweest, het gasdebiet heeft doen achteruitgaan. Het gasverbruik, dat vóór de electrificatie ruim 600.000 M3. per jaar bedroeg, zal thans, indien geen tegenmaat regelen worden genomen, vermoedelijk tot beneden 550.000 M3. dalen. Het is der halve gewenscht aldus de commissie der Sted. Fabrieken voor Gas en Electriciteit het gebruik boven dit aantal door lager prijs aantrekkelijker te maken, hetgeen mo gelijk is, omdat brj gTooter verbruik alleen de variabele kosten stijgen. Hiertegenover is het dan echter billijk, dat Voorschoten de verplichting op zich neemt, om de afneming van een zeker minimum per jaar te garan deeren. Onderhandelingen op dezen grondslag met B. en W. van Voorschoten gevoerd, hebben tot overeenstemming geleid over het vol gende nieuwe artikel 7 „De prijs van het aan Voorschoten ge keverde gas zal, onverminderd het bepaalde „in artikel 8, bedragen: „61/2 cent per M3. voor de eerste 250.000 „M3. per kalenderjaar; „51/3 cent per M3. voor de volgende „300.000 M3. per kalenderjaar; „3 cent per M3. voor alle daaropvolgende M3. per kalenderjaar. „Voorschoten garandeert een minimura-af- „name van 500.000 M3. per kalenderjaar, „de niet-verbruikte M3. tegen R1/» cent per „M3. by te betalen." Deze wijziging wordt geacht te zijn in gegaan op 1 Januari 1927. GELDLEENING DOOR DE GEMEENTE De gevoteerde kapitaals-uitgaven, waarin nog niet door leening werd voorzien, be dragen na aftrek van gedane of te verwachten kapitaalsontvangsten. rond f 3.755.000. Hiervan werd reeds uitgegeven ruim f2.000.000, welk bedrag voorshands kon worden bestreden uit de vlottende middelen der gemeente en uit een met het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds ge sloten kasgeldleening ad f 800.000. De aflos sing van deze tijdelijke leening werd echter bepaald op 1 Mei a.s. Aangezien nu in de naaste toekomst boven het genoemde be drag van f 2.000.000 nog verdere betalingen voor buitengewone werken zullen zijn te doen, en het daarenboven niet mogelijk zal zijn de sommen, die aan de vlottende mid delen onttrokken werden, daaraan ten volle onttrokken te houden, achten B. en W het oogenblik aangebroken een vaste leening te sluiten. Met een bedrag van f 1.500 000 zal, althans voorloopig, in de behoefte kunnen worden voorzien. Van het Algemeen Burgerlijk Pensioen fonds ontvingen B. en W. een offerte voor een vaste leening tegen den koers van 96 3/1 pCt. bij een rente van -U/s pCt. of tot den parikóers bij een rente van -13/1 pCt Mede met het oog op eventueele latere conversie geven B. en W. de voorkeur aan een lec- ning pari. Vermits echter als datum van opneming der gelden door het Pensioenfonds werd bedongen 15 Maart 1927 en de tijdelijke leening ad f 800.000, gelijk werd opge merkt, eerst aflosbaar was op 1 Mei d.a.v., heeft het Pensioenfonds bewilligd in een tusschentijdsche aflossing van de kasgeld leening op 15 Maart. Aangezien de aanbieding B. en W. alles zins aannemelijk voorkomt, geven zij in overweging tot deze leening te besluiten. De rente zal worden voldaan in halfjaar- lijksche termijnen, verschijnende 2 Januari en 1 Juli van ieder jaar, voor het eerst op den lsten Juli 1927 over het tijdvak van den datum van opneming van de gelden tot en met 30 Juni 1927. De leening wordt afgelost in -10 jaren, telken jare 1/-10 gedeelte of f 37.500 op den eersten Juli van ieder jaar. De eerste aflos sing heeft plaats op 1 Juli 1928. De gemeente is bevoegd telken jare op den 2den Januari en den lsten Juli een extra bedrag af te lossen, mits van het voornemen daartoe ten minste één maand te voren aan den schuldeischer wordt ken nis gegeven. De sommen, welke buitenge woon worden afgelost, zullen worden afge schreven van de laatste termijnen der perio dieke aflossing. De gemeente zal bij het doen van een zoodanige buitengewone aflossing, indien deze binnen 5 jaren na het sluiten van de overeenkomst van geldleening plaats heeft, van het bedrag der buitengewone af lossing 1 percent vergoeding betalen aan het Pensioenfonds. ONDERSHANDSCHE AANBESTEDING. Aan een zestal firma's is ondershands prijsopgave gevraagd voor het uitvoeren van beton- en gewapend betonwerken ten be hoeve van de nieuwe openbare lagere school aah de Driftstraat. Laagste inschrijfsfer is de N.V. Rijnlandsche Betonhouw-Maat schappij te Leiden, die zich bereid heeft verklaard het werk uit te voeren voor f 11.200. Aangezien deze aanbieding B. en W. alleszins aannemelijk voorkomt, stellen B. en W, voor deze te aanvaarden. RECLAME. In het da- gelljksche leven komen vaak kwetsuren, brand-, snijwonden,enz. voor. Verwaarloozing baart dan dikwijls groote zorg. Behoedt U daarvoor mei VAS ELI NE-CHESEB ROUGH (spreek uit: Tschiesbro) want deze is de eenige zurenvrije fer wereld, 'n Doosje, tube of fleschje in huis is een hulp in den nood. Vraagt nooit Amerikaansche „Vaseline", maar met nadruk Vaseline-Chesebrough Het beste middel voor de huid! Gebruikt ook Chesebrough Cold Cream en Chesebrough Vanishing Cream de Ideale vetvrije huid-cream 9140 DE INSTELLING VAN HET DEPARTEMENT VAN DEFENSIE. De voorzitter der Tweede Kamer heeft in de plaats van de heeren Lely. Juten en de Monté VerLoren benoemd tot leden van de Commissie van Rapporteurs voor het wets ontwerp houdende wettelijke voorzieningen naar aanleiding van de opheffing van de Departementen van Marine en van Oorlog en van de instelling van een Departement van Defensie de heeren Boissevain, Tilanus en de Wilde. BINNENL. ZAKEN EN LANDBOUW. De memorie van antwoord aan de Eerste Kamer. Aan de Memorie van Antwoord aan de Eerste Kamer over hoofdstuk V der Staats begrooting-1927 (Binnenlandsche Zaken en Landbouw) is o.a. het volgende ontleend: Het denkbeeld, om het einde van den zomertijd te vervroegen, is door den mi nister overwogen, maar gebleken, niet vatbaar te zijn voor verwezenlijking, in verband met overwegende bezwaren van het spoorwegbestuur. De bedoeling van de circulaire van 19 Juli 1926 in zake het financieel beheer der gemeenten is, naar de minister nogmaals betoogt, misverstaan. Er blijft ook binnen baar kader voldoende gelegenheid om, waar noodig, van de Rijksleeningpolitiek af te wijken. De moeilijkheden van de gemeenten, dio niet-converteerbare leeningeD hebbeD ge sloten op langen termijn en tegen hoogo rente, hebben de bijzondere aandacht van den minister. Welken weg te kiezen om te trachten tot een oplossing te komen, die partijen kan bevredigen, maakt nog een punt van overweging uit. Op de opmerkingen, gemaakt met be trekking tot de Potemkin-film, merkt de minister op, dat de bepaling van artikel 183, tweede lid, dei' Gemeentewet zich be perkt tot „openbare vertooningen.Over vertoon in gen, welke de burgemeester niet aanmerkt als „openbaar", strekt zich de werking van de wetsbepaling niet uit. Voorziening in de euvelen bij het bezi gen van den hand als trekkracht is naar de meening van den minister te zoeken m verscherping van de voorschriften tot uit voering van de trekhondenwet-1910. De minister vleit zich de daartoe strekkende aanvulling van het K. B. van 6 Februari 1911 weldra te kunnen bevorderen. In de verhouding tusschen den ex-keizer en de Nederlandsche regeering zijn, sedert de mededeeling door de regeering, datee- rende 16 Maart 1920 aan de Eerste Kamer gedaan, geenerlci wijzigingen gebracht. Bij de afdeeling Landbouw wordt opge merkt, dat de vraag of het aanbeveling verdient om een regeling van credietver- leening op roerende have aan landbouweTS- pachters, gelijk is neergelegd in de Duit- eche wet van 9 Juli 1926, voor ons land toe te passen, niet met een enkel woorct te beantwoorden is. De minister is bereid ter zake nader overleg te plegen met de landbouworganisaties. De Landarbeiderswet is niet ingetrok ken, doch de behandeling er van is slechts op verzoek van den minister uitgesteld. Met zijn ambtgenoot van Financiën heeft' de minister overlegd of het niet meer in overeen stemming met de tijdsomstandig heden zou zijn, van wijziging op het punt van rentevoet en bijdrage ook in den eenig8zins verzachten vorm van het gewij zigd ontwerp, geheel af te zien. Dit over leg heeft geleid tot bevestigende beant woording van de vraag. De minister meent geen stappen te moeten doen, die eventueel herstel van het directoraat-generaal van den Land bouw zouden bemoeilijken. Daarom wordt thans het ambt waargenomen door een der inspecteurs, aan welke waarneming geen kosten zijn verbonden. Het ligt in de bedoeling, indien de Rijks middelen dit ten minste zulleD toelaten, ook in de volgende jaren voort te gaan Naar het Engelsch van RAFAEL SABATINI. Geautoriseerde vertaling van A. T. En toch was het misschien om dezen Verschrikkelijker! nood, misschien was het, ^t hij zijn leven kon redden want J) maakte hem duidelijk, dat nu niets min- jer op het spel stond dat hij in al deze j^ren dat juweel tegen iederen slag der for- toin beschermd had. Hij boog het hoofd. ..Dat had ik vergeten," zei hij. "Vergelen?" Zij herhaalde het woord op eeo toon, die hem een leugenaar en bedrie- 6er schold. „Nu, ge zijt er nu aan herinnerd," »Jk dank u voor de herinnering. Het zal dadelijk verkocht worden, uw reke- ^ln? zal vandaag betaald worden. Hel.... et spijt me, dat, datOch het komt er toet op aan." Hij ging been. om een jood te zoeken, die inwisseling van juweelen in goud in prak- bracht HOOFDSTUK Xïï. heldendaden van Buckingham. Juffrouw Sylvia Farquharson bewoonde er aardige kamers in Salisbury Court VerriZ u roem kwam en wat vermogend jjr: bad Betterton haar die bezorgd, die een huis aan de overzijde woonde. En aan den ingang van Betterton's huis zag zij voor het eerst het magere wolfsgezicht van Bales. Dit gebeurde op den zelfden morgen, dat kolonel Holles teleurgesteld werd door Albe marle en daarop de moeilijkheden met juf frouw Quinn had. Juffrouw Farquharson had enkele dingen voor haar kleeding noodig, die, zooals men haar gezegd had, bij een koopman in Cheap- side te krijgen waren. Op die boodschap ging zij dien bewusten dag uit, en stapte in den draagstoel die haar aan haar deur wachtte. Toen de dragers hun last opnamen, en zij uit het raampje aan haar linkerhand naar het huis van haar vriend Betterton keek, zag zij dat sluwe, onaangename gezicht in de schaduw van de deur, alsof het haar be spiedde. Dit gezicht deed haar een oogenblik rillen, en instinctmatig trok zij zich achter in den stoel terug. Een oogenblik later lachte zij om haar dwaze denkbeelden en daarna dacht zij niet meer aan dien bespieder met het onaangename gezicht. Zij had ruim een half uur noodig om den winkel met het uit hangbord van den Zilveren Engel in Cheap- side te bereiken, want de dragers liepen langzaam. Het zou onmenschelijk geweest zijn. hen tot harder loopen aan te sporen in de drukkende hitte, en onmenschelijkheid lag niet in den aard van juffrouw Farquhar son Daarenboven had zij geen haast. Toen haar stoel eindelijk neer werd gezet aan de deur van den Zilveren Engel, stapte zij uit en begon een bezigheid, waarmede geen enkele vrouw zich haast. Het is wel mogelijk, dal Bales die achter dien stoel aan was geslopen met drie kerels, die hem op eenigen afstand volgden, en drie anderen op een nog grooter afstand ach Ier hem een juist beoordeelaar van de vrouwelijke natuur was, en daarom tot het besluit kwam, dat het misschien wel bijna een uur zou du ren, voordat juffrouw Farquharson weer uit den winkel kwam. Hij had donkere onaan gename oogjes, die veel opmerkten, en was zeer sluw en scherpzinnig. Hij had de me nigte opgemerkt bij de treden van St. Paul's hij had het hoofdthema van de woorden des predikers gehoord, en sluw als hij was, had hij hier een zeer geschikt tooneel ontdekt voor de gemeene, kleine komedie, dio hij ten behoeve van zijn Genade van Buckingham op touw zette. Er bleef slechts over den voor- naamslen speler den Hertog zelf dade lijk op behoorlijken afstand van het tooneel hier te brengen. Als dit segchieden kon, zou alles zoo vroolijk en wel afloopen, als het luiden van huwelijksklokken. Bates, sloop als een schaduw in een por tiek, kreeg een potlood en papier, en krab belde met groote moeite drie of vier regels. Hij vouwde het briefje op, toen een der kerels, door een onopvallend teeken aange roepen, daar in die portiek bij hem kwam. Gelijk met het briefje liet Bates een kroon in de hand van den man glijden. „Dit zoo gauw mogelijk naar Zijn Ge nade." zei hij. „Neem een wagen, man, en haast je. Gauwl" De kerel was in een oogenblik verdwenen, en Bates, in de schaduw achteroverleunend, vulde rustig een pijp en bleef op wacht zit ten. Hij was k'ein. had ingevallen kaken, tanige, geschoren wangen en lang. piekerig, zwart haar, dat als zeewier om zijn gezicht en mageren hals hing. Hij was in rossig zwart gekleed, bijna als een geestelijke, het geen met zijn-wreemd gezicht en ronden, vrij hoogen hoed, hem het uiterlijk van dweep zieke vroomheid gaf. Juffrouw Farquharson maakte geen haast. Een uur ging voorbij, en de helft van het tweede voordat zij eindelijk verscheen, ge volgd door den winkelier, beladen met pak jes, die met haar zelf in den draagstoel ge pakt werden. De dragers namen den stoel weer op, en terwijl de winkelier zich haast dubbel boog in gedienstige dankbaarheid voor de beroemde tooneelspeelster, gingen zij weer westwaarts, den weg op, dien zij geko men waren. Het scheen bijna of de Voorzienigheid dien morgen de zijde van den Hertog geko zen had om den listigen Bates te helpen in de komedie vertooning. Want het was niet meer dan een half uur, sedert die burger weggebracht was, die aan den voet van de treden van St. Paul's door de pest was ge troffen, toen de draagstoel van juffrouw Farquharson langs de plek kwam, midden door een bevreesde menigte, die in groepen verdeeld was en het voorval besprak. Zij bemerkte het gevoel van vrees rondom haar. De ernstige, bezorgde gezichten van do mannen en vrouwen, die daar stonden te praten met nu en dan een luid uitgesproken klacht trokken haar aandacht en dit deed haar onruslig en verwonderd vragen, wat de reden wel kon zijn. Zij zag de groepen, waar zij langs kwam, ophouden met praten, en hen, wier ruggen naar haar toegekeerd waren, omkeeren en staan kijken toldat hel haar scheen, alsof alle oogen van die bonte menigte burgers op haar gericht waren. Maar haar dragers, flinke, stevige kerels, die haar de achting .toedroegen, welke zij allen die haar van nabij kenden, inboezem den. liepen gesladig voort, ondanks dit du wen; en wat nog beier was. zij bleven rustig en deden of hef hun niet aanging. „Het is Sylvia Farquharson van het Hex- togstheater," riep de prediker een schaamlc- looze vrouw. Het is ora haar en haarsgelij ken, dat wij lijden en zullen lijden, totdat deze stad gereinigd is. Hij liep nu naast den stoel, een korten knuppel zwaaiend, en de beangste oogen van juffrouw Farquharson kregen een glimp van zijn boosaardig gezicht. Tol haar verba zing herkende zij het als het gezicht, dat twee uren geleden haar begluurd had uil de schaduw van Betterton's huis in Salisbury Square. Ondanks al de vrees, die haar van nature dappere geest in het tengere lichaam koes terde, behield juffrouw Farquharson haar verstand. Deze dweper te oordeelen naar de taal, die hij gebruikte deed zich voor als tot toorn tegen haar opgezet door iels, dat pas in Paul's Yard gebeurd was. Maar daar hij in Salisbury Court op wacht had ge staan, om haar uit te zien gaan, en haar den geheelen weg gevolgd was, was het duide lijk, dat de feilen geheel anders waren, en dat hij handelde naar een vooruit beraamd plan. En nu duwden de schavuiten, die zich bij hem gevoegd hadden, de dragers nog meer. De stoel schommelde vreeselijk, en juffrouw Farquharson rolde van den eenen kant naar den anderen. Anderen van de toeschouwers van hen. op wie zij gerekend had, als zij bescherming mocht noodig hebben be gonnen achter haar onmiddellijke aanvallers op te dringen, en enkele vrouwen uil de raenigle riepen haar sche'dwoordpn 'oe. Ingesloten door dien vijandigen troep, (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1927 | | pagina 5