Kort Rapenburg 2 - Telef. 342.
E. R. BEULINK, Koek- en Banketbakkerij
Een speelbal der fortuin
No. 20543
LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 3 Maart
Tweede Blad Anno 1927
BINNENLAND.
LANGE MARE 6 TELEFOON 1133.
Vanaf hedenmiddag 4 uur
geopend ons eerste filiaal
Neemt U eens een kijkje.
TWEEDE KAMER.
FEUILLETON.
HOFBERICHT.
Naar wij vernemen hebben H. M. de
Koningin en Z. K. H. de Prins aan me-
nouw Gailiard-J on ssen te 's Gravenhage
opgedragen, om aan H. K. H. Prinses Ju
liana eenige lessen te geven in de rhyth-
nnscbe gymnastiek.
OFFICIEELE BERICHTEN.
Bij Kon. besluit is benoemd tot burge
meester van Terschelling F. Chr. H. Hirsch-
DE EERSTE KAMER EN HET VERDRAG
MET BELGIË.
Naar wij vernemen, zegt de „Tel.", zullen
vele Eerste-Kamerleden bij het aanstaand
debat over het Nederlandsch-Bclgisch rér-
drag het woord voeren. Van zestien leden is
reeds bekend, dat zij over het tractaat zul
len spreken.
DE ZOMERTIJD.
Vragen van den heer Braat.
De heer Braat heeft aan den Minister
van Binnenlandsche Zaken en Landbouw
de volgende vragen gesteld:
Is de Minister bereid mee te deelen om
welke redenen hij reeds zoo vroeg (82 da
gen vóór den aanvang) den tijdsduur van
i zomertijd vaststelde?
Wist de Minister, dat er een wetsvoorstel
a tot afschaffing te geraken aanhangig is,
[hetvelk 18 November 1926 is ingeleverd en
I februari daaraanvolgend in de afdee-
fccpo der Kamer is besproken?
Ij Zijn Excellentie niet van oordeel, dat
1 daad aanleiding geven kan tot ver-
nking dat dit gebeurd is om de goede en
jdige behandeling van genoemd wets-
rstel zeer te bemoeilijken?
jAcht de Minister deze Regeeringsdaad in
Bet belang van land- en tuinbouw
WIJZIGING LAND- EN TUINBOUW-
ONGEVALLENWET 1922.
De heeren van den Heuvel en Beumer
(ebben op het wetsontwerp tot wijziging
Land- en Tuinbouwongevallenwet 1922
[en amendement voorgesteld, strekkende om
5 art. II „1925" te veranderen in "1926".
I Blijkens de toelichting is de bedoeling van
pt amendement de wet niet al te lang te
een terugwerken.
I NEDERLAND EN DE VOLKENBOND.
I De Nederlandsche gezant te Bern, mr.
floode van Troostwijk, zal niet alleen
inister Van Karnebeek vervangen in de
istaande zitting van den Volkenbonds-
id, de volgende week, doch zal ook de
iropvolgende week de vertegenwoordiger
ii ons land zgn in de twee Raadscom mis
ses, die zich met ontwapeningsvraagstuk-
bezighouden, namelijk ten eerste die
bespreking van het rapport der sub-
[omraissie-Lord Cecil-de Brouckère-Titulesco
rer de bij voorbaat te treffen of aan te
tevelen maatregelen ter bevordering van een
kipte nakoming van de bepalingen van art.
|l van het Volkenbondsverdrag in het be
ing van de vermijding van oorlogsgevaar
ten tweede die ter voorbereiding van
Volkenbondsconferentie betreffende de
rapenfabricatie door de vaststelling van een
jntaerp-conventie als grondslag harer be-
vlsla gingen.
verband met de behandeling van het
^rlandsch-Belgisch verdrag in de Eerste
zal ook professor Francois ditmaal
P'ff naar Genève gaan. De Nederlandsche
"^gatie in de Raadszitting zal bestaan uit
gezant Doude van Troostwijk en baron
P« Vos van Steenwijk en mevr. Kluyver,
Men van het Departement van BuitenL
faken.
[•N'aar wij vernemen, zegt de „Msbde",
Q als afgevaardigden van Nederland naar
economische Volkenbondsconferentie op
J Mei benoemd de heeren H. Colijn, Joh.
Merman, dr. H. J. Lovink, mr. R. Zim-
prraan en J. Oudegeest. Verder de heeren
\M. P. L. Steenberghe, eerste technische
Wriseur werkgevers, mr. A. M. Molenaar,
tweede idem, P. J. S. Serrarens, eerste
technische adviseur werknemers, H. Amelink,
tweede idem, en H. J. van Blink, adviseur
voor koloniale zaken.
ONZE GEZANT TE BRUSSEL.
Naar verluidt, zegt het „Vad.". heeft de
regeering van Nederland aan de Belgische
regeering een verzoek gedaan om instem
ming met de benoeming tot Nederlandsch
gezant te Brussel van jhr. Beelaerts van
Blokland, thans werkzaam aan het depar
tement van Buitenlandsche Zaken alhier.
Reeds eerder was gemeld, dat jhr. van
Vredenburch, zoodra de beslissing over het
verdrag zou zijn gevallen, zal aftreden.
VEREENIGING „DE HYACINTH".
De jaarvergadering te Lisse.
De vereeniging „de Hyacinth" hield
Woensdagmiddag in hotel „de Witte
Zwaan" te Lisse, haar jaarvergadering.
De heer M Veldhuysen van Zanten, voor
zitter der vereenigiDg, had de leiding en
heette de aanwezigen welkom. Spr. memo
reert het oprichten van de vereen ïgmg nu
ruim een jaar geleden. Stond de voorzitter
sceptisch bij de opriohtin, thans kan me
degedeeld worden dat alles veel is mede
gevallen. Met groote waardeering noemde
spr. de groote medewerking met den hy-
tophatalogischeD dienst, en het vele werk
van den algemeen secretaris-penningmees
ter den heer Voors. Laatstgenoemde leest
daarop de notulen van de twee voorgaau-
de vergaderingen. Waar deze notulen be
treffen de oprichting deT vcrceniging,
medebrengende ontwerp en wijzigingen
der statuten, namen deze nog al eemgen
tijd in beslag. Het jaarverslag getuigde
van de vele werkzaamheden in het afge-
loopen jaar. De heer W. van der Laan,
directeur van den keuringsdienst, bracht
rapport en jaarverslag uit. Het bleek dat
in het afgeloopen jaar tien vaste contro
leurs de controle uitoefenden, welke later
nog werden bijgestaan door een tweetal
tijdelijke controleurs. O.m. bleek, dat al
leen onder frauduleuze handelingen ver
kregen partijen bollen van inferieure kwa
liteit konden worden uitgevoerd.
Uit het financieel verslag blijkt ebt «r
een tekort is en in verband daarmede,
doet het bestuur een voorstel om naast
het 2 cent per Roefonds voor wetenschap
pelijke doeleinden en onpersoonlijke re
clame, 4 cent per R.R te betalen per op-
geplante oppervlakte Hyaeinthen, en één
gulden als minimum vast te ateIlen. Het
vorig jaar bedroeg dit 3 cent per R.R.
vastgelegd bij huishoudelijk reglement.
Hierover ontstond eenige discussie. Uit do
bespreking blijkt dat de te betalen con
tributie voor 1927 ook voor Amerika te
samen 8 cent per R.R. zal bedragen.
Het bestuursvoorstel wordt aangenomen.
Aan de orde komt een voorstel om zich
met andere vereenigingen solidair te ver
klaren inzake ontzegging van lidmaat
schap aan hen die weigeren om aan het
2 cent per Roefonds te betalen.
Uit de bespreking blijkt dat alle ver
eenigingen en de voüingvereenigingen zich
hebben aangesloten bij het C.B.C., zoodafc
verkoop en controle buitendien uitgesloten
wordt. Besloten werd zich solidair te ver
klaren.
In de plaats van den heer J. W. A. Le-
febcr werd gekozen als lid (kweeker) van
het bestuur de heer Th. van der Vlugt.
Als plaatsvervangende bestuursleden wer
den benoemd de heeren G. Nieuwenhuis
te Lisse en P. Kramei te Heemstede. Bij
de rondvraag vraagt de heer Zijp of het
niet mogelijk is, dat de eerste keuring in
ter gebeurt, daar het is voorgekomen dat
bollen op de veilingesn welke eenmaal ge
controleerd zijn, later bij inkoop werden
afgekeurd. Prof. Van Slogteren antwoordt
daarop dat de laatste keuring de meeste
waarde heeft, daaT het keuren van droge
bollen zeer moeilijk is, doordat het visi-
teeren van bollen toch altijd zeer betrek
kelijk is. In dat verband zou de heer Zijp
de eerste keuring op wat later tijdstip
bepaald willen zien.
Tenslotte had een langdurige bespreking
plaats over leden welke geboycot of ge
weigerd werden door de aigemeene ver-
eeniging van Bloembollencultuur. Uit een
en ander bleek, dat dit een zeer netelig
vraagstuk is. Uit de bespreking werd deze
conclusie getrokken, dat het beter is, de
hier bedoelde leden onder controle te heb
ben dan ze geheel los te laten, daar mede
met het oog op de geelziektewet goede
controle mogelijk is. Hierop sluit de voor
zitter de vergadering.
DE K.L.M.-VLUCHT NAAR CAIRO.
Te Belgrado aangekomen.
Men meldt aan het Haagsche Aneta-kan-
toor d.d. 2 Maart:
De H-NACT is hedenmorgen om 7 uur 50
Duitschen tijd uit Neurenberg vertrokken en
hedenmiddag om 2 uur 10 Duitschen tijd te
Belgrado aangekomen, daarbij een afstand
van ruim 1000 K.M. afleggend in 6 uur
20 min., dus met een gemiddelde snelheid
van 157 K.M. per uur.
Hoewel de dag nog lang genoeg was om
de reis voort te zetten, althans tot Sofia,
gaf de Amerikaansche reiziger er de voor
keur aan in Belgrado te blijven en morgen
ochtend den tocht naar Constantinopel voort
te zetten.
DE „SUMATRA" TE SHANGHAI.
De versterking van de bemanning.
Men deelt van bevoegde zijde mede, dat
de versterking van de bemanning van Hr.
Ms. kruiser „Sumatra" te Shanghai ge
schiedt op verzoek van den commandant
van dien bodem, teneinde naar bchooren
in den dienst te voorzien.
De sterkte der bemanning i« thans be
duidend zwakker dan de normaal benoo-
digde.
Voor de reis naar Oost-Indië toch was
slechts een beperkte bemanning aan boord
geplaatst, die in Indië met inlandsche
schepelingen zou worden aangevuld; bo
vendien zijn te Son Francisco plm. 20 op
varenden, verlokt door hooge loonen al
daar, gedeserteerd.
Daar het zich nu laat aanzien, dat het
langer zal duren eer Ned. Indië wordt be
reikt, dan aanvankelijk berekend, bleek
het wenschclijk. mode gelet op den druk
keren dagelijkschen dienst in de haven
van Shanghai, in meerdere mate de nor
male sterkte der bemanning te benaderen.
BANK VOOR NED. GEMEENTEN.
Sedert de opheffing van de functie der
rijksbetaalmeesters is de Bank voor Neder
landsche gemeenten aangewezen als beta
lingsgelegenheid tusschen rijk en gemeenten
voor verschillende betalingen.
Tot nog toe waren tusschen rijk en ge
meenten over de Bank voor Nederlandsche
gemeenten de volgende betalingen toegela
ten. De rijksuitkeeringen krachtens de wet
van 1897, de uitkeering der belastingen en
opcenten, die voor de gemeenten worden
geïnd, de annuïteiten van rijkswoningvoor-
schotten, de uitkeering van woningvoor
schotten krachtens de Landarbeiderswet, de
verrekening der kwade belastingposten, enz.
In een rondschrijven aan de burgemees
ters heeft de minister van binnenlandsche
zaken thans, naar het „Hdbl." meldt, be
richt, dat hij de betalingsregeling via de
Bank voor Nederlandsche gemeenten met
ingang van 1 April a s. zal uitbreiden en
van toepassing zal verklaren „voor alle
rechtstreeksche betalingen tusschen rijk en
gemeenten, die niet op privaalrechtelijken
grondslag steunen".
Buiten de regeling vallen derhalve, aldus
de minister, bepalingen over en weer voort
vloeiende uit leveringscontracten of andere
speciale overeenkomsten, zooals wegens
verstrekkingen, huren, grond-, personeele-
en straatbelasting, recognitiën en alle der
gelijke heffingen, die partijen elkander als
particulieren verschuldigd ziin. vergoeding
voor afzonderlijk bewezen diensten, enz.
Mede vallen buiten de regeling betalingen
aan en door rijks- en gemeente-instellingen
welke een afzonderlijk geldelijk beheer voe
ren, lot welke instellingen behooren staats-
en gemeentebedrijven en voorts diensten als
het Slaatsboschbeheer, de comptabiliteit van
de Nederlandsche Staatscourant, de Rijks
krankzinnigengestichten, de Rijkspostspaar
bank. de korps-administratiën en militaire
inrichtingen, de Pensioenraad, terwijl hier
onder eveneens gerekend worden gemeente
lijke ophaaldiensten, die mede ten behoeve
van het rijk functioneeren.
RECLAME.
6816
Voor betalingen aan en door dergelijke
instellingen blijft dus de gewone wijze van
vereffening, welke tot dusver werd toege
past. van kracht. Van 1 April 1927 af zullen
derhalve alle rechtstreeksche betalingen
tusschen rijk en gemeenten, die in het /oor-
gaande niet zijn uitgezonderd, geschieden
door tusschenkomst van de Bank voor Ne
derlandsche gemeenten. Daarmede is de
grootste uitbreiding aan deze nieuwe beta
lingsregeling tusschen rijk en gemeenten
gegeven, welke voorshands mogelijk was.
De audiëntie van den Minister van
Financiën zal Maandag niet plaats hebben.
(Zitting van gisteren.)
HET ONTWAPENINGSVOORSTEL
DER SOCIAAL-DEMOCRATEN.
Bij de voortzetting van de behandeling
van het ontwapeningsvoorstel-Ter Laan,
zegt de heer VERAART (R.-K.) dat hij in
zijn beschouwingen een drietal onderwer
pen wenscht te behandelen:
le. het oorlogs- en ontwapeningsvraag-
sluk in het algemeen; 2e. de ontwikke
ling der ontwapeningsgedachte bij het Ne
derlandsche Katholieke volk; 3e. de waarde
van de oplossing, die hier wordt aan
boden.
De heer Veraart schetst de verwording
van den modernen oorlog, waarbij niet
alleen de legers maar ook de volken zelf
betrokken worden. In dit verband herin
nert spr. aan een artikel van zichzelf in
Sociale Voorzorg, waarin hij betoogde dat
de offers, die de moderne oorlog eischt
noch cultureel, noch economisch, noch gees
telijk gerechtvaardigd zijn. Ook zedelijk is
de verdedigingsoorlog veroordeeld. Tegen
deze stelling wordt in de eerste plaats het
zonde-argument aangevoerd. Dit probleem
mag men niet stellen als de heer Duymaer
v. Twist deed. Spr. aanvaardt niet het fata
lisme, volgens hetwelk wegneming van den
oorlog een illusie is.
Een tweede objectie is, dat ons volk niet
zou verdragen, dat ons grondgebied ge
schonden werd. Maar ons grondgebied kan
niet meer worden verdedigd met het ge
weer in de vuist. Ook is opgemerkt, dat
een volk, dat zich niet verdedigt, geen aan
spraak mag maken op den naam van mo
gendheid. Spr. heeft echter meer eerbied
voor een volk, dat afziet van het systeem
van geweld, dan voor een volk, dat mee
helpt, het machtsapparaat te vervolmaken.
Spr. wenscht zich niet te begeven in de
vraag of het ontwerp in strijd is met de
Grondwet Is men werkelijk zoo naïef le
gelooven, dat als onze Grondwet gewijzigd
zou worden en om met den heer Sannes
te spreken in overeenstemming met den
geest van den tijd werd gebracht, men in
het buitenland zou gelooven, dat wij onze
veiligheidswacht niet zouden omzetten in
een militair apparaat, wanneer er oorlog
dreigt
Dit ontwerp brengt dan ook geen^ ont
wapening. Ontwapening behoeft ook niet
het logisch gevolg te zijn van sprekers pre
misse, dat ook een verdedigingsoorlog
waanzinnig is. Het opzienbarend vermin
deren van ons contingent in dezen hoek
van Europa zou echter door andere mo
gendheden niet worden geduld en. als een
goed bedoelden maatregel, juist gevaar op
leveren voor hel land.
Wordt er door de sociaal-democraten in
deze omstandigheden niel ©en hoog spel ge
speeld? Preventieve werking heeft onze be
wapening niet, maar ontwapening zou ons
land in een gevaarlijke positie kunnen
brengen. Dit ontwerp treft niet alleen geen
doel, maar het sluit gevaar in zich voor het
geval andere volken onze ontwapening niet
zouden dulden.
Men is hier op samenwerking aangewe
zen om een betere oplossing te krijgen, dan
dit voorstel biedt. We moeten ons losmaken
van het oude-sysleem, en van iedere specu
latie op een militair bondgenootschap, doch
ons oriënteeren in het buitenland en bij den
Volkenbond, hoe men over onze ontwape
ning denkt.
De heer VAN DER HEIDE (S. D.) be
spreekt de religieuse-zedelijke zijde van het
ontwapeningsvraagstuk. Hij bestrijdt d* op
vatting dat de oorlog een gevolg zou zijn van
de zonde. Men zij voorzichtig met zijn on-
machlsprediking, want die heeft nog nooit
iets goeds lol stand gebracht. Het is interes-
Sant te lezen, wat Christenen schreven over
de pestziekte, toen die in Europa epidemisch
was. Deze ziekte werd beschouwd als een
gevolg van de zonde. Toch heelt men de
ziekte overwonnen. Dat leed de mensch,
door zijn bacteriënstudie. Een dogmatisch
geloof is in de practijk dikwijls ongeloof De
opvatting, dat de socialisten meer aan dit
leven, dan aan het leven hiernamaals zou
den hechten, is niet juist. In sprekers krin
gen is volledige vrijheid van godsdienst en
daarom wordt er over dat vraagstuk ver
schillend gedacht. Het ergste i9 dan ook niet
pijn en leed te moeien ondergaan, maar zich
bloot te moeten stellen aan de verschrikkin
gen van den oorlog. Daartegen verzet zich
de rede. De oorlog is zedelijk onduldbaar.
Hier spreekt de stem van het geweten. Dit
is geen utopie, maar realiteit. Een concessie
aan het geweten, is hier niet mogelijk. Mag
voor de verdediging van het land ieder mid
del gelden?
Als dat zoo was. zouden we ook meest
satanische middelen moeten aanwenden. Er
kan geen zedelijk doel worden gediend door
een volstrekt onzedelijk middel De gevaren
bij ontwapening acht spreker minder groot
dan bij bewapening. Hij wil niet speculee-
ren bij ons volk op gemakzucht of vrees.
Als bij tijdelijke opoffering van de zelf
standigheid van ons land men den sociaal
democraten verwijten mocht stellen, dan
zouden zij eenvoudig hebben te antwoor
den dat zij niet anders konden en mochten
doen en dat bij militair verzet de gevolgen
nog véél ernstiger zouden zijn geweest.
De heer ARTS (R.-K.) sluit zich aan bij
die leden, die hulde brachten aan de Soc,
Naar het Engelsch
van
RAFAEL SABAT1NI.
Geautoriseerde vertaling van A. T.
I Dat maakte hem stil. Hij keek haar een
Nenblik aan de pijp tusschen zijn vingers.
1 zij zou een zwerver trouwen Goede
Ntèl, scheelt aan haar?"
lyViets scheelt aan haar. Als ge het ern-
p meent, kan ik haar u toonen."
•■Op mijn woord! ge maakt me ernstig,
prti? duizend pond! Nu, dat is ernstig ge-
Ik zou dan landheer kunnen worden."
I »'Vaar°ro doet ge dat dan niet?"
I was inderdaad verbijsterend, vond hij,
Fe' haar kalme zekerheid, dal hij het
pchls te zeggen had.
"Omdat zulk een vrouw er niet is."
u a'9 er we' was?"
i ..Maar zij is er niet."
I w ZeZ.u. dat zij er wel is."
J ,.aar '6 zij dan?"
L mtrouw Quinn ging van de tafel weg én
am naar hem toe.
hier."
ftP" herhaalde hij.
Izii k arn een Paar stappen nader, zoodat
I u-Da naast hem stond.
■bMMler' m deze kamer," hield zij
cRbi]es vol.
gjj? haar aan, nog steeds niet begrij-
^oen hij den verlegen glimlach zag.
nj haai onrust trachtte te verber
gen, brak de waarheid eindelijk bij hem
door.
De steel van zijn pijp brak tusschen zijn
vingers, en hij bukle naar de stukken, blij
met een voorwendsel, om zijn oogen van
haar gelaat af te wenden, en een oogenblik
te hebben, om zijn gedrag te overwegen in
deze nieuwen en verrassenden toestand.
Toen hij weer opstond, zag zijn galaat
rood, wat door het bukken gekomen kon zijn.
Hij had lust om te lachen, maar hij begreep,
dat dit volstrekt onvergeeflijk zou zijn. Hij
stond op en legde de stukken van de gebro
ken pijp op tafel Zoo staande, met zijn ge
zicht afgewend, sprak hij zachtjes, vreeselijk
verlegen.
„Ik.ik had geen begrip van.van
uw bedoeling.En toen hield hij op.
Maar zijn verlegenheid moedigde baar
aan. Zij kwam weer dicht bij.
„En nu u het weet, kolonel?" fluister
de zij.
„Ik.ik weet niet, wat te zeggen."
Hij begon zich weer te herstellen. Hij be
greep, nu eindelijk, waarom iemand met zijn
armzalig voorkomen en blijkbaar armoede,
onbeperkt crediet in dit huis gekregen had.
„Zeg dan niets, beste kolonel," vleid* zij.
„Alleen, dat ge alle plannen, om naar
Indië te gaan. op zijde wilt zetten."
„Maar maar ik heb mijn woord reeds
gegeven." Hij hield zich krampachtig aan
dezen stroohalm En hij was hier niet geluk
kig in. omdat het scheen, alsof zijn gegeven
woord de eenige hinderpaal was
De uitwerking er van was. dat zij nog
dichter bij kwam Zij raakte hem bijna aan,
terwijl hij daar. half afgewend, stond, en
eindelijk leunde zij zelfs tegen hem aan. en
legde een hand op zijn schouder, terwijl zij
vleiend, overredend sprak.
„Maar het werd gegeven voordat
voordat ge dit wist. Zijn Genade zal hel wel
begrijpen. Hij zal er u zeker niet aan hou
den. Ge hebt het maar te vertellen."
„Ikik zou het niet kunnen," riep hij
zwak uit
„Dan kan ik het."
„Gij?" Hij keek haar aan.
Zij was bleek, maar vastberaden.
„Ja, ik," antwoordde zij hem. „Als dit het
eenige is, wat u weerhoudt, zal ik dadelijk
een rijtuig nemen en naar Whitehall gaan.
George Monk zal mij ontvangen, of als hij
het niet doet, zal zijn Hertogin het doen Ik
heb haar vroeger goed gekend, toen ik een
jong meisje was, en zij naaister, die blij was
een duit le verdienen, waar zij kon. Nan
Clarges zal een oude kennis zeker niet ver
loochenen. Als ge hel dus wilt, zal ik u wel
dra vaD dit gegeven woord ontslaan."
Zijn gezicht werd lang. Hij wendde
zich af.
„Dat is niet alles, juffrouw Quinn, zeide
hij heel zacht. „De waarheid isdat ik
niet. den aard heb, om een vrouw ge
lukkig te maken."
Dit noemde zij bescheidenheid en zij wilde
er niets van hooren.
„Daar wil ik het op wagen."
„Maar. maar ziet u, ik heb dit
zwerversleven zoo lang geleid, dat ik nie' ge
loof. dat ik mij ooit zou kunnen vestigen
ergens Bovendien, juffrouw, wat heb ik aan
te bieden?"
„Als ik mei mijn koop tevreden ben, wat
behoeft gij er dan over te denken
„Dat moet ik toch. De zaak is, dat ik ge
troffen ben. diep getroffen Ik dacht niet, dat
ik iets in mij had om de liefde, of zelfs de
aandacht van een vrouw op te wekken.
Maar hoe diep ik getroffen ben, verandert
het aan mijn voornemen niets. Ik ben geen
man, om te trouwen."
„Maar
Hij hief zijn hand gebiedend op, orri haar
tegen te houden. Hij had eindelijk de goede
woorden gevonden, en daaraan wilde hij
zich houden.
„Onnoodig verder te redeneeren, juffrouw.
Ik weet wat ik wil. Mijn redenen zijn zooals
ik gezegd heb, en daar blijft het bij. Ik ben
getroffen, diep getroffen en dankbaar. Maar
daarmede houdt het op."
Zijn vastbeslotenheid deed haar verblee-
ken van spijt. Zich zelf aangeboden te heb
ben en geweigerd le zijnl Dezen bedelaar
haar den rug te zien toekeeren, en zich zoo
weinig naar zijn smaak te vinden, dat zelfs
haar dertigduizend pond haar aantrekke
lijkheid niet konden verhoogen! Het was
een bittere pil, en het verwekte bitterheid tot
in het diepste van haar ziel. Toen zij hem
nu aanzag met haar levendige, blauwe
oogen. werd haar gelaat donker. Zij ging
hem plotseling haten. Zij had het gevoel, dat
zij dien kwellenden haat kon stillen alleen
door hem te dooden.
Zij voelde aandrang, om in hevige verwij
ten uit te barsten, maar kon niets vinden,
dat zij hem verwijlen kon.
Eindelijk haalde zij diep adem, en bewoog
zich.
„Ik zie het," zei ze kalm. „Het spijt me te
hebben
„01" riep hij uit, zijn hand opheffende om
haar tegen te houden, terwijl een oneindig
medelijden hem bekroop.
Zij ging naar de deur maar bewoog zich
met moeite Zij opende de deur. en bleef toen
op den drempel staan. Zij sprak weer tot
hem over haar schouder heen.
„Nu de zaken zoo staan, zult ge wel wil-
len trachten niet later dan morgen een ander
onderkomen te vinden."
Hij boog zijn hoofd even ten teeken van
instemming.
„Natuurlijk...." begon hij, toen de deur
met een slag achter dicht viel, en hij alleen
bleef.
„Phoet" zei hij, foen hij zich weer in zijn
stoel liet vallen. Hij streek zijn hand ver
moeid over zijn voorhoofd en merkte dal dit
vochtig was.
HOOFDSTUK X.
Buckingham beschikt.
Kolonel Holles neuriede zachtjes hij zich
zelf, toen hij zich met zorg kleedde voor zijn
belangrijke afspraak in de Cockpit, en roen
zijn toilet voltooid was, zoudt ge hem nau
welijks als den armzaligen avonturier van
den vorigen dag herkend hebben, zoo knap
zag hij er uit.
Vroeg in den morgen had hij den inhoud
van zijn beurs op zijn bed geledigd, en den
staal van zijn vermogen opgemaakt. Dit be
droeg vijf en dertig pond en eenige shillings.
En Albemarle bad hem beloofd, dat hij dien
morgen gelijk met zijn aanstelling een chè-
que op de schatkist voor dertig pond zou
krijgen, om de onkosten van zijn uitrusiing
en verdere dingen te bestrijden. Hij vond,
dat hij zijn beschermer eer moest aandoen.
Hij redeneerde, dal dit zijn plicht was /ach
in zijn lompen in Whitehall te vertoonen.
zou den Herlog van Albemarle schande aan
doen, misschien werd hij aan anderen voor
gesteld. en hij wilde niet, dal Zijn Genade
moest blozen over den man. dien hij be
schermde,
(Wordt vervolgd).