Kort Rapenburg 2 - Telef. 342. E. R. BEULINK, Koek- en Banketbakkerij Een speelbal der fortuin No. 20543 LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 3 Maart Tweede Blad Anno 1927 BINNENLAND. LANGE MARE 6 TELEFOON 1133. Vanaf hedenmiddag 4 uur geopend ons eerste filiaal Neemt U eens een kijkje. TWEEDE KAMER. FEUILLETON. HOFBERICHT. Naar wij vernemen hebben H. M. de Koningin en Z. K. H. de Prins aan me- nouw Gailiard-J on ssen te 's Gravenhage opgedragen, om aan H. K. H. Prinses Ju liana eenige lessen te geven in de rhyth- nnscbe gymnastiek. OFFICIEELE BERICHTEN. Bij Kon. besluit is benoemd tot burge meester van Terschelling F. Chr. H. Hirsch- DE EERSTE KAMER EN HET VERDRAG MET BELGIË. Naar wij vernemen, zegt de „Tel.", zullen vele Eerste-Kamerleden bij het aanstaand debat over het Nederlandsch-Bclgisch rér- drag het woord voeren. Van zestien leden is reeds bekend, dat zij over het tractaat zul len spreken. DE ZOMERTIJD. Vragen van den heer Braat. De heer Braat heeft aan den Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw de volgende vragen gesteld: Is de Minister bereid mee te deelen om welke redenen hij reeds zoo vroeg (82 da gen vóór den aanvang) den tijdsduur van i zomertijd vaststelde? Wist de Minister, dat er een wetsvoorstel a tot afschaffing te geraken aanhangig is, [hetvelk 18 November 1926 is ingeleverd en I februari daaraanvolgend in de afdee- fccpo der Kamer is besproken? Ij Zijn Excellentie niet van oordeel, dat 1 daad aanleiding geven kan tot ver- nking dat dit gebeurd is om de goede en jdige behandeling van genoemd wets- rstel zeer te bemoeilijken? jAcht de Minister deze Regeeringsdaad in Bet belang van land- en tuinbouw WIJZIGING LAND- EN TUINBOUW- ONGEVALLENWET 1922. De heeren van den Heuvel en Beumer (ebben op het wetsontwerp tot wijziging Land- en Tuinbouwongevallenwet 1922 [en amendement voorgesteld, strekkende om 5 art. II „1925" te veranderen in "1926". I Blijkens de toelichting is de bedoeling van pt amendement de wet niet al te lang te een terugwerken. I NEDERLAND EN DE VOLKENBOND. I De Nederlandsche gezant te Bern, mr. floode van Troostwijk, zal niet alleen inister Van Karnebeek vervangen in de istaande zitting van den Volkenbonds- id, de volgende week, doch zal ook de iropvolgende week de vertegenwoordiger ii ons land zgn in de twee Raadscom mis ses, die zich met ontwapeningsvraagstuk- bezighouden, namelijk ten eerste die bespreking van het rapport der sub- [omraissie-Lord Cecil-de Brouckère-Titulesco rer de bij voorbaat te treffen of aan te tevelen maatregelen ter bevordering van een kipte nakoming van de bepalingen van art. |l van het Volkenbondsverdrag in het be ing van de vermijding van oorlogsgevaar ten tweede die ter voorbereiding van Volkenbondsconferentie betreffende de rapenfabricatie door de vaststelling van een jntaerp-conventie als grondslag harer be- vlsla gingen. verband met de behandeling van het ^rlandsch-Belgisch verdrag in de Eerste zal ook professor Francois ditmaal P'ff naar Genève gaan. De Nederlandsche "^gatie in de Raadszitting zal bestaan uit gezant Doude van Troostwijk en baron P« Vos van Steenwijk en mevr. Kluyver, Men van het Departement van BuitenL faken. [•N'aar wij vernemen, zegt de „Msbde", Q als afgevaardigden van Nederland naar economische Volkenbondsconferentie op J Mei benoemd de heeren H. Colijn, Joh. Merman, dr. H. J. Lovink, mr. R. Zim- prraan en J. Oudegeest. Verder de heeren \M. P. L. Steenberghe, eerste technische Wriseur werkgevers, mr. A. M. Molenaar, tweede idem, P. J. S. Serrarens, eerste technische adviseur werknemers, H. Amelink, tweede idem, en H. J. van Blink, adviseur voor koloniale zaken. ONZE GEZANT TE BRUSSEL. Naar verluidt, zegt het „Vad.". heeft de regeering van Nederland aan de Belgische regeering een verzoek gedaan om instem ming met de benoeming tot Nederlandsch gezant te Brussel van jhr. Beelaerts van Blokland, thans werkzaam aan het depar tement van Buitenlandsche Zaken alhier. Reeds eerder was gemeld, dat jhr. van Vredenburch, zoodra de beslissing over het verdrag zou zijn gevallen, zal aftreden. VEREENIGING „DE HYACINTH". De jaarvergadering te Lisse. De vereeniging „de Hyacinth" hield Woensdagmiddag in hotel „de Witte Zwaan" te Lisse, haar jaarvergadering. De heer M Veldhuysen van Zanten, voor zitter der vereenigiDg, had de leiding en heette de aanwezigen welkom. Spr. memo reert het oprichten van de vereen ïgmg nu ruim een jaar geleden. Stond de voorzitter sceptisch bij de opriohtin, thans kan me degedeeld worden dat alles veel is mede gevallen. Met groote waardeering noemde spr. de groote medewerking met den hy- tophatalogischeD dienst, en het vele werk van den algemeen secretaris-penningmees ter den heer Voors. Laatstgenoemde leest daarop de notulen van de twee voorgaau- de vergaderingen. Waar deze notulen be treffen de oprichting deT vcrceniging, medebrengende ontwerp en wijzigingen der statuten, namen deze nog al eemgen tijd in beslag. Het jaarverslag getuigde van de vele werkzaamheden in het afge- loopen jaar. De heer W. van der Laan, directeur van den keuringsdienst, bracht rapport en jaarverslag uit. Het bleek dat in het afgeloopen jaar tien vaste contro leurs de controle uitoefenden, welke later nog werden bijgestaan door een tweetal tijdelijke controleurs. O.m. bleek, dat al leen onder frauduleuze handelingen ver kregen partijen bollen van inferieure kwa liteit konden worden uitgevoerd. Uit het financieel verslag blijkt ebt «r een tekort is en in verband daarmede, doet het bestuur een voorstel om naast het 2 cent per Roefonds voor wetenschap pelijke doeleinden en onpersoonlijke re clame, 4 cent per R.R te betalen per op- geplante oppervlakte Hyaeinthen, en één gulden als minimum vast te ateIlen. Het vorig jaar bedroeg dit 3 cent per R.R. vastgelegd bij huishoudelijk reglement. Hierover ontstond eenige discussie. Uit do bespreking blijkt dat de te betalen con tributie voor 1927 ook voor Amerika te samen 8 cent per R.R. zal bedragen. Het bestuursvoorstel wordt aangenomen. Aan de orde komt een voorstel om zich met andere vereenigingen solidair te ver klaren inzake ontzegging van lidmaat schap aan hen die weigeren om aan het 2 cent per Roefonds te betalen. Uit de bespreking blijkt dat alle ver eenigingen en de voüingvereenigingen zich hebben aangesloten bij het C.B.C., zoodafc verkoop en controle buitendien uitgesloten wordt. Besloten werd zich solidair te ver klaren. In de plaats van den heer J. W. A. Le- febcr werd gekozen als lid (kweeker) van het bestuur de heer Th. van der Vlugt. Als plaatsvervangende bestuursleden wer den benoemd de heeren G. Nieuwenhuis te Lisse en P. Kramei te Heemstede. Bij de rondvraag vraagt de heer Zijp of het niet mogelijk is, dat de eerste keuring in ter gebeurt, daar het is voorgekomen dat bollen op de veilingesn welke eenmaal ge controleerd zijn, later bij inkoop werden afgekeurd. Prof. Van Slogteren antwoordt daarop dat de laatste keuring de meeste waarde heeft, daaT het keuren van droge bollen zeer moeilijk is, doordat het visi- teeren van bollen toch altijd zeer betrek kelijk is. In dat verband zou de heer Zijp de eerste keuring op wat later tijdstip bepaald willen zien. Tenslotte had een langdurige bespreking plaats over leden welke geboycot of ge weigerd werden door de aigemeene ver- eeniging van Bloembollencultuur. Uit een en ander bleek, dat dit een zeer netelig vraagstuk is. Uit de bespreking werd deze conclusie getrokken, dat het beter is, de hier bedoelde leden onder controle te heb ben dan ze geheel los te laten, daar mede met het oog op de geelziektewet goede controle mogelijk is. Hierop sluit de voor zitter de vergadering. DE K.L.M.-VLUCHT NAAR CAIRO. Te Belgrado aangekomen. Men meldt aan het Haagsche Aneta-kan- toor d.d. 2 Maart: De H-NACT is hedenmorgen om 7 uur 50 Duitschen tijd uit Neurenberg vertrokken en hedenmiddag om 2 uur 10 Duitschen tijd te Belgrado aangekomen, daarbij een afstand van ruim 1000 K.M. afleggend in 6 uur 20 min., dus met een gemiddelde snelheid van 157 K.M. per uur. Hoewel de dag nog lang genoeg was om de reis voort te zetten, althans tot Sofia, gaf de Amerikaansche reiziger er de voor keur aan in Belgrado te blijven en morgen ochtend den tocht naar Constantinopel voort te zetten. DE „SUMATRA" TE SHANGHAI. De versterking van de bemanning. Men deelt van bevoegde zijde mede, dat de versterking van de bemanning van Hr. Ms. kruiser „Sumatra" te Shanghai ge schiedt op verzoek van den commandant van dien bodem, teneinde naar bchooren in den dienst te voorzien. De sterkte der bemanning i« thans be duidend zwakker dan de normaal benoo- digde. Voor de reis naar Oost-Indië toch was slechts een beperkte bemanning aan boord geplaatst, die in Indië met inlandsche schepelingen zou worden aangevuld; bo vendien zijn te Son Francisco plm. 20 op varenden, verlokt door hooge loonen al daar, gedeserteerd. Daar het zich nu laat aanzien, dat het langer zal duren eer Ned. Indië wordt be reikt, dan aanvankelijk berekend, bleek het wenschclijk. mode gelet op den druk keren dagelijkschen dienst in de haven van Shanghai, in meerdere mate de nor male sterkte der bemanning te benaderen. BANK VOOR NED. GEMEENTEN. Sedert de opheffing van de functie der rijksbetaalmeesters is de Bank voor Neder landsche gemeenten aangewezen als beta lingsgelegenheid tusschen rijk en gemeenten voor verschillende betalingen. Tot nog toe waren tusschen rijk en ge meenten over de Bank voor Nederlandsche gemeenten de volgende betalingen toegela ten. De rijksuitkeeringen krachtens de wet van 1897, de uitkeering der belastingen en opcenten, die voor de gemeenten worden geïnd, de annuïteiten van rijkswoningvoor- schotten, de uitkeering van woningvoor schotten krachtens de Landarbeiderswet, de verrekening der kwade belastingposten, enz. In een rondschrijven aan de burgemees ters heeft de minister van binnenlandsche zaken thans, naar het „Hdbl." meldt, be richt, dat hij de betalingsregeling via de Bank voor Nederlandsche gemeenten met ingang van 1 April a s. zal uitbreiden en van toepassing zal verklaren „voor alle rechtstreeksche betalingen tusschen rijk en gemeenten, die niet op privaalrechtelijken grondslag steunen". Buiten de regeling vallen derhalve, aldus de minister, bepalingen over en weer voort vloeiende uit leveringscontracten of andere speciale overeenkomsten, zooals wegens verstrekkingen, huren, grond-, personeele- en straatbelasting, recognitiën en alle der gelijke heffingen, die partijen elkander als particulieren verschuldigd ziin. vergoeding voor afzonderlijk bewezen diensten, enz. Mede vallen buiten de regeling betalingen aan en door rijks- en gemeente-instellingen welke een afzonderlijk geldelijk beheer voe ren, lot welke instellingen behooren staats- en gemeentebedrijven en voorts diensten als het Slaatsboschbeheer, de comptabiliteit van de Nederlandsche Staatscourant, de Rijks krankzinnigengestichten, de Rijkspostspaar bank. de korps-administratiën en militaire inrichtingen, de Pensioenraad, terwijl hier onder eveneens gerekend worden gemeente lijke ophaaldiensten, die mede ten behoeve van het rijk functioneeren. RECLAME. 6816 Voor betalingen aan en door dergelijke instellingen blijft dus de gewone wijze van vereffening, welke tot dusver werd toege past. van kracht. Van 1 April 1927 af zullen derhalve alle rechtstreeksche betalingen tusschen rijk en gemeenten, die in het /oor- gaande niet zijn uitgezonderd, geschieden door tusschenkomst van de Bank voor Ne derlandsche gemeenten. Daarmede is de grootste uitbreiding aan deze nieuwe beta lingsregeling tusschen rijk en gemeenten gegeven, welke voorshands mogelijk was. De audiëntie van den Minister van Financiën zal Maandag niet plaats hebben. (Zitting van gisteren.) HET ONTWAPENINGSVOORSTEL DER SOCIAAL-DEMOCRATEN. Bij de voortzetting van de behandeling van het ontwapeningsvoorstel-Ter Laan, zegt de heer VERAART (R.-K.) dat hij in zijn beschouwingen een drietal onderwer pen wenscht te behandelen: le. het oorlogs- en ontwapeningsvraag- sluk in het algemeen; 2e. de ontwikke ling der ontwapeningsgedachte bij het Ne derlandsche Katholieke volk; 3e. de waarde van de oplossing, die hier wordt aan boden. De heer Veraart schetst de verwording van den modernen oorlog, waarbij niet alleen de legers maar ook de volken zelf betrokken worden. In dit verband herin nert spr. aan een artikel van zichzelf in Sociale Voorzorg, waarin hij betoogde dat de offers, die de moderne oorlog eischt noch cultureel, noch economisch, noch gees telijk gerechtvaardigd zijn. Ook zedelijk is de verdedigingsoorlog veroordeeld. Tegen deze stelling wordt in de eerste plaats het zonde-argument aangevoerd. Dit probleem mag men niet stellen als de heer Duymaer v. Twist deed. Spr. aanvaardt niet het fata lisme, volgens hetwelk wegneming van den oorlog een illusie is. Een tweede objectie is, dat ons volk niet zou verdragen, dat ons grondgebied ge schonden werd. Maar ons grondgebied kan niet meer worden verdedigd met het ge weer in de vuist. Ook is opgemerkt, dat een volk, dat zich niet verdedigt, geen aan spraak mag maken op den naam van mo gendheid. Spr. heeft echter meer eerbied voor een volk, dat afziet van het systeem van geweld, dan voor een volk, dat mee helpt, het machtsapparaat te vervolmaken. Spr. wenscht zich niet te begeven in de vraag of het ontwerp in strijd is met de Grondwet Is men werkelijk zoo naïef le gelooven, dat als onze Grondwet gewijzigd zou worden en om met den heer Sannes te spreken in overeenstemming met den geest van den tijd werd gebracht, men in het buitenland zou gelooven, dat wij onze veiligheidswacht niet zouden omzetten in een militair apparaat, wanneer er oorlog dreigt Dit ontwerp brengt dan ook geen^ ont wapening. Ontwapening behoeft ook niet het logisch gevolg te zijn van sprekers pre misse, dat ook een verdedigingsoorlog waanzinnig is. Het opzienbarend vermin deren van ons contingent in dezen hoek van Europa zou echter door andere mo gendheden niet worden geduld en. als een goed bedoelden maatregel, juist gevaar op leveren voor hel land. Wordt er door de sociaal-democraten in deze omstandigheden niel ©en hoog spel ge speeld? Preventieve werking heeft onze be wapening niet, maar ontwapening zou ons land in een gevaarlijke positie kunnen brengen. Dit ontwerp treft niet alleen geen doel, maar het sluit gevaar in zich voor het geval andere volken onze ontwapening niet zouden dulden. Men is hier op samenwerking aangewe zen om een betere oplossing te krijgen, dan dit voorstel biedt. We moeten ons losmaken van het oude-sysleem, en van iedere specu latie op een militair bondgenootschap, doch ons oriënteeren in het buitenland en bij den Volkenbond, hoe men over onze ontwape ning denkt. De heer VAN DER HEIDE (S. D.) be spreekt de religieuse-zedelijke zijde van het ontwapeningsvraagstuk. Hij bestrijdt d* op vatting dat de oorlog een gevolg zou zijn van de zonde. Men zij voorzichtig met zijn on- machlsprediking, want die heeft nog nooit iets goeds lol stand gebracht. Het is interes- Sant te lezen, wat Christenen schreven over de pestziekte, toen die in Europa epidemisch was. Deze ziekte werd beschouwd als een gevolg van de zonde. Toch heelt men de ziekte overwonnen. Dat leed de mensch, door zijn bacteriënstudie. Een dogmatisch geloof is in de practijk dikwijls ongeloof De opvatting, dat de socialisten meer aan dit leven, dan aan het leven hiernamaals zou den hechten, is niet juist. In sprekers krin gen is volledige vrijheid van godsdienst en daarom wordt er over dat vraagstuk ver schillend gedacht. Het ergste i9 dan ook niet pijn en leed te moeien ondergaan, maar zich bloot te moeten stellen aan de verschrikkin gen van den oorlog. Daartegen verzet zich de rede. De oorlog is zedelijk onduldbaar. Hier spreekt de stem van het geweten. Dit is geen utopie, maar realiteit. Een concessie aan het geweten, is hier niet mogelijk. Mag voor de verdediging van het land ieder mid del gelden? Als dat zoo was. zouden we ook meest satanische middelen moeten aanwenden. Er kan geen zedelijk doel worden gediend door een volstrekt onzedelijk middel De gevaren bij ontwapening acht spreker minder groot dan bij bewapening. Hij wil niet speculee- ren bij ons volk op gemakzucht of vrees. Als bij tijdelijke opoffering van de zelf standigheid van ons land men den sociaal democraten verwijten mocht stellen, dan zouden zij eenvoudig hebben te antwoor den dat zij niet anders konden en mochten doen en dat bij militair verzet de gevolgen nog véél ernstiger zouden zijn geweest. De heer ARTS (R.-K.) sluit zich aan bij die leden, die hulde brachten aan de Soc, Naar het Engelsch van RAFAEL SABAT1NI. Geautoriseerde vertaling van A. T. I Dat maakte hem stil. Hij keek haar een Nenblik aan de pijp tusschen zijn vingers. 1 zij zou een zwerver trouwen Goede Ntèl, scheelt aan haar?" lyViets scheelt aan haar. Als ge het ern- p meent, kan ik haar u toonen." •■Op mijn woord! ge maakt me ernstig, prti? duizend pond! Nu, dat is ernstig ge- Ik zou dan landheer kunnen worden." I »'Vaar°ro doet ge dat dan niet?" I was inderdaad verbijsterend, vond hij, Fe' haar kalme zekerheid, dal hij het pchls te zeggen had. "Omdat zulk een vrouw er niet is." u a'9 er we' was?" i ..Maar zij is er niet." I w ZeZ.u. dat zij er wel is." J ,.aar '6 zij dan?" L mtrouw Quinn ging van de tafel weg én am naar hem toe. hier." ftP" herhaalde hij. Izii k arn een Paar stappen nader, zoodat I u-Da naast hem stond. ■bMMler' m deze kamer," hield zij cRbi]es vol. gjj? haar aan, nog steeds niet begrij- ^oen hij den verlegen glimlach zag. nj haai onrust trachtte te verber gen, brak de waarheid eindelijk bij hem door. De steel van zijn pijp brak tusschen zijn vingers, en hij bukle naar de stukken, blij met een voorwendsel, om zijn oogen van haar gelaat af te wenden, en een oogenblik te hebben, om zijn gedrag te overwegen in deze nieuwen en verrassenden toestand. Toen hij weer opstond, zag zijn galaat rood, wat door het bukken gekomen kon zijn. Hij had lust om te lachen, maar hij begreep, dat dit volstrekt onvergeeflijk zou zijn. Hij stond op en legde de stukken van de gebro ken pijp op tafel Zoo staande, met zijn ge zicht afgewend, sprak hij zachtjes, vreeselijk verlegen. „Ik.ik had geen begrip van.van uw bedoeling.En toen hield hij op. Maar zijn verlegenheid moedigde baar aan. Zij kwam weer dicht bij. „En nu u het weet, kolonel?" fluister de zij. „Ik.ik weet niet, wat te zeggen." Hij begon zich weer te herstellen. Hij be greep, nu eindelijk, waarom iemand met zijn armzalig voorkomen en blijkbaar armoede, onbeperkt crediet in dit huis gekregen had. „Zeg dan niets, beste kolonel," vleid* zij. „Alleen, dat ge alle plannen, om naar Indië te gaan. op zijde wilt zetten." „Maar maar ik heb mijn woord reeds gegeven." Hij hield zich krampachtig aan dezen stroohalm En hij was hier niet geluk kig in. omdat het scheen, alsof zijn gegeven woord de eenige hinderpaal was De uitwerking er van was. dat zij nog dichter bij kwam Zij raakte hem bijna aan, terwijl hij daar. half afgewend, stond, en eindelijk leunde zij zelfs tegen hem aan. en legde een hand op zijn schouder, terwijl zij vleiend, overredend sprak. „Maar het werd gegeven voordat voordat ge dit wist. Zijn Genade zal hel wel begrijpen. Hij zal er u zeker niet aan hou den. Ge hebt het maar te vertellen." „Ikik zou het niet kunnen," riep hij zwak uit „Dan kan ik het." „Gij?" Hij keek haar aan. Zij was bleek, maar vastberaden. „Ja, ik," antwoordde zij hem. „Als dit het eenige is, wat u weerhoudt, zal ik dadelijk een rijtuig nemen en naar Whitehall gaan. George Monk zal mij ontvangen, of als hij het niet doet, zal zijn Hertogin het doen Ik heb haar vroeger goed gekend, toen ik een jong meisje was, en zij naaister, die blij was een duit le verdienen, waar zij kon. Nan Clarges zal een oude kennis zeker niet ver loochenen. Als ge hel dus wilt, zal ik u wel dra vaD dit gegeven woord ontslaan." Zijn gezicht werd lang. Hij wendde zich af. „Dat is niet alles, juffrouw Quinn, zeide hij heel zacht. „De waarheid isdat ik niet. den aard heb, om een vrouw ge lukkig te maken." Dit noemde zij bescheidenheid en zij wilde er niets van hooren. „Daar wil ik het op wagen." „Maar. maar ziet u, ik heb dit zwerversleven zoo lang geleid, dat ik nie' ge loof. dat ik mij ooit zou kunnen vestigen ergens Bovendien, juffrouw, wat heb ik aan te bieden?" „Als ik mei mijn koop tevreden ben, wat behoeft gij er dan over te denken „Dat moet ik toch. De zaak is, dat ik ge troffen ben. diep getroffen Ik dacht niet, dat ik iets in mij had om de liefde, of zelfs de aandacht van een vrouw op te wekken. Maar hoe diep ik getroffen ben, verandert het aan mijn voornemen niets. Ik ben geen man, om te trouwen." „Maar Hij hief zijn hand gebiedend op, orri haar tegen te houden. Hij had eindelijk de goede woorden gevonden, en daaraan wilde hij zich houden. „Onnoodig verder te redeneeren, juffrouw. Ik weet wat ik wil. Mijn redenen zijn zooals ik gezegd heb, en daar blijft het bij. Ik ben getroffen, diep getroffen en dankbaar. Maar daarmede houdt het op." Zijn vastbeslotenheid deed haar verblee- ken van spijt. Zich zelf aangeboden te heb ben en geweigerd le zijnl Dezen bedelaar haar den rug te zien toekeeren, en zich zoo weinig naar zijn smaak te vinden, dat zelfs haar dertigduizend pond haar aantrekke lijkheid niet konden verhoogen! Het was een bittere pil, en het verwekte bitterheid tot in het diepste van haar ziel. Toen zij hem nu aanzag met haar levendige, blauwe oogen. werd haar gelaat donker. Zij ging hem plotseling haten. Zij had het gevoel, dat zij dien kwellenden haat kon stillen alleen door hem te dooden. Zij voelde aandrang, om in hevige verwij ten uit te barsten, maar kon niets vinden, dat zij hem verwijlen kon. Eindelijk haalde zij diep adem, en bewoog zich. „Ik zie het," zei ze kalm. „Het spijt me te hebben „01" riep hij uit, zijn hand opheffende om haar tegen te houden, terwijl een oneindig medelijden hem bekroop. Zij ging naar de deur maar bewoog zich met moeite Zij opende de deur. en bleef toen op den drempel staan. Zij sprak weer tot hem over haar schouder heen. „Nu de zaken zoo staan, zult ge wel wil- len trachten niet later dan morgen een ander onderkomen te vinden." Hij boog zijn hoofd even ten teeken van instemming. „Natuurlijk...." begon hij, toen de deur met een slag achter dicht viel, en hij alleen bleef. „Phoet" zei hij, foen hij zich weer in zijn stoel liet vallen. Hij streek zijn hand ver moeid over zijn voorhoofd en merkte dal dit vochtig was. HOOFDSTUK X. Buckingham beschikt. Kolonel Holles neuriede zachtjes hij zich zelf, toen hij zich met zorg kleedde voor zijn belangrijke afspraak in de Cockpit, en roen zijn toilet voltooid was, zoudt ge hem nau welijks als den armzaligen avonturier van den vorigen dag herkend hebben, zoo knap zag hij er uit. Vroeg in den morgen had hij den inhoud van zijn beurs op zijn bed geledigd, en den staal van zijn vermogen opgemaakt. Dit be droeg vijf en dertig pond en eenige shillings. En Albemarle bad hem beloofd, dat hij dien morgen gelijk met zijn aanstelling een chè- que op de schatkist voor dertig pond zou krijgen, om de onkosten van zijn uitrusiing en verdere dingen te bestrijden. Hij vond, dat hij zijn beschermer eer moest aandoen. Hij redeneerde, dal dit zijn plicht was /ach in zijn lompen in Whitehall te vertoonen. zou den Herlog van Albemarle schande aan doen, misschien werd hij aan anderen voor gesteld. en hij wilde niet, dal Zijn Genade moest blozen over den man. dien hij be schermde, (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1927 | | pagina 5