20540
MAANDAG 28 F,EBRUARI
Anno 1927
STADSNIEUWS.
Het voornaamste nieuws
van heden.
EIDSCH
DAGBLAD
prijs der advertentien:
j CU. per regel. Bij regelabonnement belangrijk lageren prijs
fleine Advertenti6n, uitsluitend bij vooruitbetaling Woensdags en
fcrdagt 50 Cts. bij -en maximum aantal woorden van 30.
sso volgens postrecht Voor eventueele opzending van brieven
porto te betalen Bewijsnummer 5 Cts.
Bureau Noordelndspleln Telefoonnummer» voor
Directie en Administratie 2500 Redactie 1507.
Postchèque- en Girodienst No. 57055 Postbus No. 54
PRUS DEZER COURANT! I
Voor Leiden per S maanden 2.35. per week't 0.18,
Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week0.18,
Franco per post 2 35 4* portokosten.
nummer bestaat uit DRIE Bladen
EERSTE BLAD.
beer p. j. coffrie veertig jaar
in de journalistiek.
(orgen, 1 Maart zal het 40 jaar geleden
dat de oudste in dienstjaren van onze
teuren de heer P. J. Coffrie aan ons
rerbonden werd, waaraan hij onafge-
;en verbonden bleef. Hij heeft in al dien
zijn beste krachten gewijd aan ons blad
n den gestadigen vooruitgang er van
gewerkt.
J. Coffrie werd in 1866 te Leiderdorp
iren doch in zijn tweede levensjaar
hij reeds naar Leiden en hier is hij
opgegroeid en heeft er altijd ge-
Aanvankelijk werd hij voor het
ijs opgeleid waarvoor hij echter wei-
-oelde. Niettemin voldeed hij aan het
der familie en volgde een tijdlang
lerwijs op de Kweekschool voor
ijzers (essen) alhier.
duur bleek dit niet te bevallen,
v zich tot de journalistiek voelde
•okken en gedurende zgn kweekeling-
na en dan al iets voor de pers
l Zoo kreeg hg op 1 Maart 1887
tats op de redactie van ons blad.
en met den heer J. van den Dop
hg de eerste jaren de geheele re-
i uit Het was toen nog niet zoo druk
bureau als thans, maar men zal
wel begrgpen, dat de werkkring van
jongen Coffrie zeer druk was, als men
it ook de correctie destgds door
tie gedaan moest worden, 's Daags
p het bureau, moest hg ook des
dikwgls tot laat in den nacht in
ouw zgn, doordat de Courant steeds
talrgke Leidsche vereenigingen mee-
eerste vergadering die 'hij bijwoonde
die van de afdeeling Leiden der Maat-
|tppij tot Bevordering der Bouwkunst,
een zelfstandige vereeniging.
voelde zich vooraL.aangetrokken tot
litenwerk doch was op het bureau te
om zich aan den buitendienst
te kunnen wijden
(ïettemin heeft hij ook op dit terrein zich
geweerd en zich van zijn beste zijde
zien. Men denke b.v. aan zijn verslag
|ons blad over den intocht van Paul Kru-
ons gastvrij Nederland na den Boe-
log Doch dit is slechts één voorbeeld
«Ie, die het ondoenlijk is allemaal op
tmraen.
izonder aangenaam vond hij de zittin-
de Haagsche Rechtbank, die vele
steeds door een lid onzer redactie
bijgewoond, speciaal voor zaken uit
fn en omgeving. Aan deze verslagen
hij een bijzonder cachet te geven, zoo
lij steeds met belangstelling werden ge-
Ook de zittingen van het Leidsche
ongerecht behandelde hij een tijdlang
le prettige wijze,
is in het begin van zijn loopbaan
bij aanbiedingen van RotteTdamsche
doch hij hechtte zich te veel aan
en het „Leidsch Dagblad" om aan
op hem geoefenden aandrang gevolg
de redactie in die jaren weinig
foring onderging was er toch mutatie
'ndien werd zij geleidelijk versterkt,
minzaam karakter van den heer
werkte er toe mede, dat er steeds
een aangename, collegiale verhouding op
het bureau bestond en bleef bestaan.
Korten tijd werkte de heer C. nog onder
leiding van den heer A. W. Sijthoff, later
zeer vele jaren onder den heer G. Henri
Sijthoff, met wien hij ook steeds op de
meest aangename wijze samenwerkte, even
als tot op heden met den huidigen direc
teur-hoofdredacteur.
40 jaar in de journalistiek met al haar
bedrijvigheid, die dikwijls jachten wordt
om het publiek maar snel genoeg en zoo
volledig mogelijk op de hoogte te brengen
en te houden, misschien kunnen alleen in
het vak ingewijden heelemaal aanvoelen,
wat dit zeggen wil, doch we meenen, dat
langzamerhand ook de lezers wel eenig in
zicht daarin zullen hebben verkregen, om
deze prestatie met voldoende waardeering
te kunnen beschouwen. Tot op het laatst
toe is de heer Coffrie geweest een man van
toewijding voor ons blad en voor de lezers,
die met fijnen tact aanvoelde, hetgeen zij
verlangden en dan geen moeite ontzag om
aan die verlangens te voldoen. We weten
dan ook, dat dit jubileum bij vele abonné's
klanken van oprechte waardeering zal op
wekken, die zoozeer zijn vèrdiend voor de
zen zoo bescheiden gebleven journalist,
waarop onze redactie trotsch is.
Naast deze gevoelens van trots en waar
deering, bekruipen ons thans ook andere,
droevige. Wij kunnen thans toch meedeelen,
dat dit jubileum tevens beteekent een
afscheid. Hoe zwaar het den jubilaris zelf
ook valt, gehecht als hij is aan ons blad en
aan zijn beroep in 't algemeen, zijn gezond
heidstoestand dwingt hem daartoe en deze
reden moeten wij eerbiedigen, al mochten
wij het ook zoo gaarne anders wenschen.
Wij kunnen hem echter onzerzijds de op
rechte verzekering geven, dat wij hem en
zijn werk niet zullen vergeten, dat wij ons
hem als voorbeeld voor oogen zullen blijven
stellen. Trouwens, de banden tusschen ons
en hem zullen nooit geheel worden verbro
ken, daarvoor zijn ze te hecht en te vriend
schappelijk.
Van harte wenschen wij hem. aan de
zijde van zijn echtgenoote en in den kring
van zijn familie, nog tal van gelukkige jaren
van rust toe, hoe zwaar hem deze rust ook
zal vallen.
GEDACHTENISREDE-Ds. BEEKENKAMP.
In de ondanks het ongunstige weer toch
geheel gevulde Pieterskerk heeft ds. G. H.
Beekenkarap, die verleden week zgn 25-jarig
ambtsjubileum vierde, gisteravond een ge
dachtenisrede uitgesproken over „Christus
prediking en haar persoonlijk karakter", naar
aanleiding van II Cor. 4 :5, waar Paulus
schrgft: „Want wg prediken niet onszelf,
maar Christus Jezus, "den Heere, en onszelf,
dat wg uwe dienaren zgn om Jezus' wil".
In zijn voorrede maakt spr. gewag van
de vele zegeningen in deze dagen onder
vonden. Vervolgens ontwikkelt hg een twee
tal gedachten, n.l. de tegenstelling (nist
onszelf, maar Christus) en een nevenstelling
(Christus en onszelf, uwe dienaren, om Jezus'
wil).
De z.g. II Corinthen-brief Is een apologie
van Paulus. Spr. acht het een voórrecht
in dit uur ook een verantwoording te mogen
geven van zijn Evangeliebediening. Hg geeft
een uiteenzetting van het positieve in de
tegenstelling en spreekt over het Christus
beeld als het liefdebeeld Gods, over Christus
als het e#ide der wet, als voorwerp des
geloofs en als Leidsman des levens. In de
de genoemde tegenstelling ziet spr. een com
binatie van de theocentrische gedachte der
protestantsche theologie en de christo-cen-
trische gedachte in de prediking des Woords.
De tegenstelling zal zich echter oplossen
SC t
:CT
«I
168
[CS
in een groote synthese van gemeenschap met
Hem.
In de nevenstelling (Christus en onzelf)
ziet spr. de hoogste eer van den predikant:
bedienaar des goddelgken woords. Alle na
druk valt hier op de woorden: om Jezus*
wil. Dat is de samenvatting van al ons
werk. Het schoone van den protestantschen
eeredienst is, dat het persoonlijk element
tot zgn recht kan komen. Ook hier ligt
in de pluriformiteit de rgkdom.
In 't tweede gedeelte van zgn rede richtte
ds. Beekenkamp zich tot bgzondere per
sonen en colleges, tot de stedelgke overheid,
tot zgn collega's, tot ds. Jongebrenr, van
Veenendaal, wien spr. dank bracht voor de
vriendelijke woorden, die hg in de morgen
godsdienstoefening tot hem gericht had, tot
den kerkeraad, gemeente-commissie, catechi
santen, wijkbroeders, Voordorp-personeel en
ten 6lotte tot de gemeente. Nogmaals brengt
hij dank voor de overstelpend vele bewijzen
van hartelijkheid in deze dagen ondervonden.
Het is spr. een eer, dienaar der Leidsche
gemeente te mogen zgn.
Ten slotte herinnert spr. aan de gewoonte
van heidensche volken om zand te strooien
op de kist hunner gestorvenen en dan te
roepen: vaarwel!
Zullen wij zoo ook doen met onzen arbeid?
Zand erover en roepen :vaarwel? Of zal ik
doen als de eerste christenen, die in de
catacomben het uitriepen: Gg leeft".
Het is sprekers innige overtuiging, dat
het gestrooide t3rwegraan van zgn 25jarige
ambtsbediening in de aarde gelegd is en
sterven moet om straks vrucht voort te
brengen.
Nadat de zegen uitgesproken was, zong
de gemeente den jubilaris toe het eerste
gedeelte van Psalm 67: „De algoecle God
zg U genadig".
Na afloop van den dienst kwamen de
heeren De Ggselaar en Schokking hem in
de kerkeraadskamer hem complimenteeren
en heeft ds. Hartwigsen hem namens den
Kerkeraad toegesproken.
JACOB SCHOTS Jbzn.
Morgen 1 Maart zal onze stadgenoot, de
heer Jb. Schots Jbzn. den dag herdenken
waarop bij vóór 35 jaar in dienst trad bij
den toenmaligen eigenaar van de Distilleer
derij „de. Franse Kroon", den beer J.
Harteveld Azn.
Op 1 Maart 1892 ving zijn werkzaamheid
als reiziger in genoemd bedrijf aan. Het
bleek spoedig dat de heer Hartevelt in den
heer Schots een man had gevonden met
eigenschappen, welke hem tot een uitste
kend reiziger stempelden. Hij was een man
van initiatief en zakenkennis en werd dan
ook spoedig de rechterhand van zijn patroon
die hem in alle aangelegenheden het bedrijf
betreffende, raadpleegde. Formeel bleef
Schots de reiziger, maar inderdaad wa9 hij
met den heer Hartevelt, de leider. Jaren
lang heeft hij hard gewerkt met het succes,
dat de Distilleerderij „de Fransche Kroon"
voortdurend in bloei toenam. Dit was zeker
voor een niet onbelangrijk deel te danken
aan de werkzaamheid van den heer Schots.
Toen de heer Hartevelt in 1317 overleed
en het bedrijf in eene Naaml. Venn, werd
omgezet, behoefden de oprichters niet naar
een directeur te zoeken. De heer Schots was
de aangewezen man. Zij hebben zich niet
vergist. Onder zijn leiding is het bedrijf nog
voortdurend in bloei toegenomen. Zijn ijver,
zakenkennis en zaken-inzicht hebben het
gemaakt tot één der bloeiendsten in de Sleu
telstad, die de heer Schots, sedert hij direc
teur is, onder haar ingezetenen rekent. Te
voren woonde hij in Krommenie, waar hij
jarenlang lid van den gemeenteraad en wet
houder-waarnemend burgemeester is ge
weest. In Leiden heeft de tijd hem ontbro
ken, zich aan de publieke taak te wijden
maar toch vond hij gelegenheid voor het
waarnemen van verschillende functies bui
ten het bedrijf der Distilleerderij. Hij is pre
sident-commissaris der Leidsche Broodfa
briek, en heeft deel uitgemaakt van het be
stuur der 3-October Ver. Hij is een ener
giek werker, wien het op den dag van
morgen zeker niet aan belangstelling zal
ontbreken.
schreven en zijn arbeid wordt zeer gewaar
deerd. Het overige tuinpersoneel houdt ook
veel van hun jovialen makker en vriend.
Ongetwijfeld zal het tuinpersoneel in
medewerking met andere, in dienst der ge
meente zijnde personen hem morgen hun
beste wenschen aanbieden en zal hij ook
van hel hooger personeel blijken vai\ be
langstelling ontvangen.
DE HEER P. J. COFFRIE,
25-JARIG JUBILEUM TAN DEN
HOOFDTUINMAN LAGERBERG.
Morgen, 1 Maart, zal het 25 jaar geleden
zijn dat onze stadgenoot, de heer J. Lager-
berg, als tuinman bij de gemeente in be
trekking kwam en mede belast werd met de
zorg der plantsoenen. Hij wist zich de gunst
en het vertrouwen van zijn superieuren
spoedig waardig te maken en toonde zich
een knap tuinman, die met overleg en smaak
het werk dat hem opgedragen werd, ver
richtte en ook zelfstandig kon wdrken, Dlan-
nen ontwerpen en keurig uitvoeren. Daar
aan had hij het te danken dat hij op 1 Ja
nuari 1908. tot hoofdtuinman werd bevor
derd, nadat hij eerst een diploma op het ge
bied van tuinaanleg had verworven. Spe
ciaal werd hij belast met het onderhoud van
het Van der Werfpark. waarbij hij de leiding
kreeg over de werklieden die hem bij dit
werk terzijde staan. Menigeen zal op een
wandeling door het Park hem wel eens heb
ben gezien en hebben opgemerkt met welk
een animo hij zijn mooien arbeid verricht en
zijn raedehp'pers lot ijverig en smaakvol
werken weet aan te sporen.
De jubilaris staat bij zijn superieuren om
i 4020 goede eigenschappen boog aange*
EERE-AVOND VAN
.WERKMANS WILSKRACHT".
De jubileerende Muziekvereeniging „Werk-
mans Wilskracht" heeft Zaterdagavond de
reeks van feestelijkheden ter viering van
haar 25-jarig bestaan besloten met een eere-
avond in de groote Stadsgehoorzaal, waartoe
de afdeeling „Tooneel" van de R.-Kath. Mu
ziek-, Zang- en Tooneelvereeniging „St.
Mathias" te Warmond hare medewerking
verleende.
De zaal was ook nu weder geheel bezet,
zoowel op de galerij als beneden en zag er,
evenals voorgaande avonden, keurig uit. De
eereteekenen der vereeniging en hare banie
ren prijkten ook nu weer voor het podium
tusschen de groene palmen.
De voorzitter, de heer Verver opende deze
laatste bijeenkomst met een opgewekt woord.
Daarvoor bestond zeker alle reden. Alle fees
telijkheden waren immers voorbeeldig ge
slaagd; geen enkele wanklank werd verno
men, het was alles hartelijkheid en sym
pathie wat de vereeniging ervoer. Bijna alle
zusterverenigingen in de stad vierden een
of meerdere avonden mee, waaronder ook
„Polyhymnia", de vereeniging wier naam
bij vorige gelegenheid ten onrechte niet was
genoemd.
De voorzitter wierp nog eens een terugblik i
op de verloopen kwarteeuw waarin het
steeds bergopwaarts ging en greep daarbij
de gelegenheid aan een misverstand uit den
weg te ruimen dat nog altijd blijkt te be
slaan, n.l., als zou de vereeniging de vorige
directeur, den heer Noordanus hebben be
dankt. Hij constateerde nadrukkelijk dat
deze, waaraan de vereeniging inderdaad veel
heeft te danken gehad, zelf ontslag heeft ge
nomen. Dat hij daartoe kwam heeft het be
stuur steeds bevreemd.
Na de talrijke feestavonden en de mooie
receptie nog eens de revue te hebben iaten
passeeren, besloot de voorzitter met het uit
spreken van den wensch dat deze laatste
avond een voor de vereeniging waardig slot
mocht vormen, (luid applaus).
De muziek zette daarop in met de „Feest-
marsch" van J. H. Brouwer, gevolgd door
„Grande Ouverture Poete et Payson" van
Suppe en „La Grande via Spanischer Wal-
zer" van H. Lineke, die voortreffelijk ten
gehoore werden gebracht, waarna „Die
Post im Walde" (solo voor piston) van
Schaffer, waarmede men Woensdagavond
zoo'n succes had op verzoek nog eens werd
herhaald. Het succes wa9 nu, zoo mogelijk,
nog grooter en de solist, de heer Stikkelorum
werd tot tweemaal ^e voor het voerlicht ge
roepen.
De muziek besloot met de nog altijd even
frissche „Werkmans Wilskrachtmarsch"
van Noordanus.
Nu zou de beurt komen aan het tooneel
doch dit kon nog niet direct optreden, omdat
enkele sprekers het woord verzochten. Al
lereerst trad naar voren de voorzitter der
Huldigingscommissie uit de donateurs, de
heer H. W. van Zijp, die met een waardee-
rende toespraak de vereeniging een tweetal
waardevolle muziekstukken in portefeuille
aanbood, daarbij den wensch uitsprekend,
dat de vereeniging deze met animo zou in-
studeeren en met de uitvoering er van succes
zou hebben.
Het zoo gepaste cadeau werd met dank
aanvaard door den voorzitter, die op zijn
beurt werd toegesproken door den tweeden
voorzitter, den heer S. Simons, die namens
de geheele vereeniging de verdiensten van
den heer Verver voor de vereeniging schetste
en in hel bijzonder wees op diens prestaties
ter gelegenheid van dit jubileum, dat niet
zoo goed geslaagd zou zijn, indien hij niet de
leiding had gehad Met waardeering daar
voor bood hij onder luid applaus der geheele
zaal den voorzitter een prachtige klok aan.
Dat de heer Verver met dit stoffelijk blijk
van waardeering zeer ingenomen was en er
op zijn gewone welsprekende wijze voor
dankte, behoeven we nauwelijks te zeggen.
Hierna zong het meisjeskoor onder leiding
van mej. Jo Spendel nog eens de op den
Oudejaarsavond gezongen Feestcantate, op
den vleugel begeleid door mej. Greta Spen
del.
De uitvoering was ook nu weder voortref
felijk en verwierf grooten bijval. Daarop
werden in lichtbeelden een aantal foto's ver
toond en toegelicht door den voorzitter van
personen leden der vereeniging, die zich in
den loop der jaren verdienstelijk hebben ge
maakt en waarvan eenigen reeds door den
dood den vereeniging zijn ontvallen. Een
mooi conterfeitsel van den fegenwoordigen
directeur, den heer Dik besloot de reeks.
Toen deze foto op het doek verscheen da
verde de zaal.
Daarop ging de pauze in, die niet 'ang
mocht duren omdat „St. Mathias" nog met
twee tooneelstukken moest uitkomen.
Eerst werd gegeven „Het kostbare leven",
blijspel in vier bedrijven, gevolgd door het
kluchtspel in één bedrijf: „Bij Cisse in den
Scheerwinkel".
Wij kunnen de?e twee fotneelstukken
hier niet bespreken veel minder er een re-
censia van geven* maar verklaren gaarne
BINNENLAND. 1
Uitslag van den tooneel wedstrijd ter ge
legenheid van het 9de lnatrnm der Leidsche
Dilettantenclnb.
Groote ontploffing en brand te Amsterdam.
De tweede ontmoeting tusschen de ver
tegenwoordigende hockey-elftallen van Ne
derland en BelgiB blijft onbeslist.
Groote brand bij Eindhoven; ses huizen
een prooi der vlammen.
BUITENLAND.
Het Russische
Biitsche nota.
antwoord op de jongstd
Een motie in de Poolsche legercommissie
tegen 't „Dnitsche gevaar".
In de Znid-Afrikaansche vlaggenkwestie
wordt naar een compromis gezocht
In Hongarije is een bolsjewistisch complot
ontdekt.
dat zij, die na de pauze vertrokken met do
twijfelende vraag: Kan er uit het kleine
Warmond op tooneelgebied iets goeds ko
men? ongelijk hebben gehad. Er werd zeer
goed spel geleverd. „Mathias" zou menig
liefhebberij tooneelvereeniging in Leiden
zeer beschaamd kunnen maken.
Er volgde op het 9pel dat ver na midder
nacht duurde een druk bal.
CURSUS IN AUTOGENISCH LASSCHEN.
Door den Ned. Bond van Smedenpatroons
worden in verschillende plaatsen van ons
land cursussen in autogenisch lasschen ge-«
organiseerd, welke niet alleen ten doel heb
ben de vakkennis zoowel van patroons als
van knechts op dit gebied te verrijken, maar
vooral om hem door theoretisch en prac-
tisch onderricht vertrouwd te maken met
de gevaren voor leeken aan het bedienen
van laschapparaten verbonden en zoodoen
de het exhorbitant hooge aantal ongelukken
met doodelijken afloop, dat het gevolg van
deze onvoldoende vakkennis is, zooveel
mogelijk te beperken. Immers, terecht zag
het bestuur van genoemden bond in, dat
juist door dat groot aantal ongelukken het
autogenisch lasschen, dat in den modernen
tijd te beschouwen is als een onmisbaar
en uiterst voornaam onderdeel van het
smidsvak, bij het publiek in discrediet dreig
de te geraken. De groote moeilijkheid was
nu het onderwijs zoo neutraal mogelijk te
verstrekken zonder daarbij patroon of knecht
uit te schakelen. Het bestuur zocht daartoe
contact met de diverse instellingen van
nijverheidsonderwijs hier te lande, o.a met
het bestuur van de Ambachtsschool alhier,
met verzoek gedurende eenige uren per
week een lokaal beschikbaar te stellen ten
behoeve van bedoeld onderwijs. Het bestuur
der Leidsche Ambachtsschool toonde zich
daartoe bereid op voorwaarde, dat de eerste
cursus o.m. zou worden gevolgd door een
drietal leeraren der school, die later op hun
beurt zich met het geven van het onderricht
zouden kunnen belasten benevens door een
zestal bij den Gemeentelijken Dienst voor
Sociale Zaken ingeschreven werkloozen,
daartoe door den directeur van genoemden
dienst, den heer P. C. J. Wijkmans, aan te
wijzen.
Deze voorwaarde werd ingewilligd en zoo
had Zaterdagmiddag j.l. voor een twintigtal
deelnemers de eerste cursus plaats, welke
werd bijgewoond door den heer Wijkmans,
den directeur der school den heer Kuyntjes,
alsmede door een aantal leeraren.
De voorzitter van den landelijken Bond,
de heer D. Rozenschoon, uit Utrecht, heette
de aanwezigen welkom en zette in het kort
doel en streven dezer cursussen uiteen, om
vervolgens eenige bijzonderheden mede to
deelen met betrekking tot den cursus zelve.
De cursus zal dertien Zaterdagmiddagen,
elk van drie lesuren in beslag nemen De
heer Wunder Jr., uit Den Haag, zal de
theorie onderwijzen, terwijl de heeren
Ooykaas uit Den Haag en Wildschut alhier
gedurende twee uren de cursisten in do
praktijk zullen voorlichten.
Aan het einde van den cursus zal den
deelnemers, die daarvoor in aanmerking
komen, een diploma worden uitgereikt, dat
hen geenszins den titel van „volslagen las-
scher" verleent, doch een bewijs is, dat zij
met goed gevolg den cursus hebben door-
loopen.
Na nog den heer Wijkmans dank gebracht
Ie hebben voor zijn bemoeiingen, verklaarde
cpr. den cursus voor geopend, daarbij den
wensch uitsprekende, dat de cursus zich zou
mogen kenmerken door een goede verstand
houding tusschen docenten en leerlingen*