feu speelbal der fortuin
u
Fijnere
gerechten in1
minder
tijdmet
SUNMAID
ROZIJNEN
LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 25 Februari
Derde Blad Anno 1927
BINNENLAND.
Kr,) Kon. besluit zijn benoemd tot raads-
Her in het gerechtshof te 's-Hertogenbosch
nr. J. B. W. Baron van Hugenpoth, advo-
lt-procureur en raadsheer-plaatsvervan-
tf bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch;
j tot rechter in de rechtbank te Haarlem
ar. dr. W. F. M. Schutte, thans te Leeu-
Irden;
FEUILLETON,
IDp «,„LD-.gemaakt. hoop ik," zeide hij.
maL r,Jyer moei zich altijd verdieDste-
ie-?ens de boste van zijn speel-
OFFICIEELE BERICHTEN.
tijn benoemd tot burgemeesters van Uden,
Tc. Thijssen; van Eibergen J. P. A. Wil-
|lm; van Arkel en Kedichem F. J. Fol-
ïts, secretaris; van Oudewater, J. M. van
torninck; van Bruinisse S. Hage; van
lerongen jhr. H. van den Bosch; van
torn mr. A. Baron Schimmelpenninck van
r Oye; van Staphorst A. H. J. van Wijn-
irden, van Elsloo F. Eussen, secretaris;
i van Vlodrop J. Maessen.
HET NEDERLANDSCH-BELGISCH
VERDRAG.
i antwoord van Minister van Karnebeek.
Minister van Buitenlandsche Zaken
fcft den Voorzitter der Eerste Kamer een
[rijven doen toekomen, waarbij 's minis-
i antwoorden worden ingezonden op de
igen door de Commissie van Rapporteurs
reffende het wetsontwerp tot goedkeuring
1 het Nederlandsch-Belgisch Verdrag als-
t gesteld:
Kd I. De opmerking, dat volstaan werd
|t een verwijzing naar het proefschrift
mr. L. W. Wery, schijnt niet geheel
bt. Zooals in de Memorie van Antwoord
[het Voorloopig Verslag der Kamer opge
lat werd, bedoelde de minister, toen hij
in zijn rede van November j.l. op deze
tmdeling beriep, daarmede te doen blij-
L dat zijn opvatting ingegeven werd door
Ifeschiedenis zelve van het Scheidings-
Jdrag zooals die blijkt uit het Receuil de
les diplomatiques relatives aux affaires
(liHollande et de la Belgique en 1831 et
uit welk geceuil geciteerd werd.
1 II. Er beslaat tusschen de mededee-
dat ingevolge het nieuwe verdrag de
iaande-verbinding tusschen Schelde en
i als conventioneele uitweg vervalt, en
I bepaalde in artikel III van dat verdrag
I het beginsel van de vrije vaart op de
Jrmediaire wateren uit artikel IX S 5 van
loude tractaat herhaalt, geenerlei tegen-
luk. De zaak ligt aldus, dat het inder-
1 de conventioneele verplichting tot het
[n van een uitweg over de dusgenaamde
uediaire wateren vervalt, maar dat,
iang die wateren voor onze scheepvaart
[gebruik zijn, daarop de beginselen van
[vrije scheepvaart en van gelijkheid van
landeling zullen worden toegepast.
|0p de scheepvaart mogen dus op die wa
fer) geen lasten worden gelegd en er moet
Iheid van vlag heerschen, maar wanneer
I wateren voor de scheepvaart onbruik-
Ir zouden worden, zal geen verdragsbe-
ling Nederland meer verplichten ter ver
ging van deze waterwegen andere zoo-
kige aan te wijzen.
Koe de Commissie van Rapporteurs uit
medegedeelde op bladzijde 26 der Me
de van Antwoord, heeft kunnen lezen.
I onder het oude tractaat op Nederland
onderhoudsplicht rust ten opzichte van
intermediaire wateren, is niet duidelijk,
fan zoodanige verplichting wordt ter
[gehaalde plaatse niet gesproken. Er is
[r alleen sprake van de opheffing, door
jnieuwe verdrag van de verplichting van
fcel IX 8 van het oude verdrag, krach-
1' welke Nederland voor alle in dat arti-
1 aangegeven wegen voor de scheepvaart,
[ten zij onbruikbaar worden andere zoo
wegen moet aanwijzen, die even
|li? en even goed en gemakkelijk zijn.
III. De vraag, waarom de minister
I in het verdrag heeft doen opnemen,
bet Nederlandsch de taal zou zijn van
ISchelderegime en van de desbetreffende
pmissies door het verdrag ingesteld",
jef inderdaad onbeantwoord. Naar aan-
fing van deze vraag moge alsnog de op-
pking worden gemaakt, dat verdragen
pfbij internationale commissies ingesteld
4en niet de taal plegen voor te schrij-
L welke bij het verdrag zal worden ge-
|>iït Eventueel zou het huishoudelijk re-
went daarvoor de aangewezen plaats zijn.
Afd. IV. De hierbedoelde moeilijkheden
bestonden met name daarin, dat de Mogend
heden de formule herstellen wilden van het
Collectief verdrag van 1839. in dien zin dat
het nieuwe verdrag tusschen België en Ne
derland wederom zal worden beschouwd als
woordelijk ingevoegd in het nieuwe collect
tieve verdrag met de Mogendheden, die dan
daarbij partij zouden zijn.
Art. V. Zooals uit het verdrag zelf blijkt,
zijn de Nederlandsche en Fransche tekst
gelijkwaardig.
DE ZOMERTIJD.
Bij Koninkl. besluit .van 22 Febr. is thans
bepaald, dat in 1927 de vervroeging met
één uur van den wettel ijken tijd, bedoeld
in artikel 1 der wet van 23 Juli 1908 CStbl.
no. 236) zal aanvangen 15 Mei en zal ein
digen 2 October.
NEDERLAND EN DE VOLKENBOND.
De Nederlandsche legatie te Bern heeft,
bij het secretariaat van den Volkenbond ter
registratie de nota's ingediend, welke den
23en October 1926 zijn ingewisseld tus
schen Nederland en België te Brussel, in
zake de wederzijdsche overbrenging van
verzoeken om juridisehen steun terzake van
arbeidsongevallen, alsook de kennisgeving
van het feit dal het Protocol van Berlijn van
1889 en het Accoord van Londen van 1889
betreffende de regeling der telegrafische
verbindingen in geval van storing, tusschen
Nederland, België en Engeland anderzijds
van 1 April 1926 af hebben opgehouden van
kracht te zijn.
PERSONEELRAAD NED. SPOORWEGEN.
Een pessimistisch geluid van de directie.
In de jongste bespreking tusschen de
directie der Nederlandsche Spoorwegen eu
den Personeelraad, verklaarde de directie
zich bereid om ten aanzien van schrijvers
op wachtgeld, die als bureau-bedienden in
het bedrijf teruggenomen zijn of worden,
wat do hun toe te kennen bezoldiging be
treft, op dezelfde wijze tehandelen als
geschied is met de conducteurs op wacht
geld, die een aanstelling van" arbeider-
remmer gekregen hebben.
Bij de directie bestaan geen bezwaar de
aamenstelling der personteelkaders ter ken
nis van don Personeelraad te brengen.
Tegen het plegen van voorafgaand over
leg met den Personeelraad of de Vakver-
eenigingen terziake van. van de zijde der
directie in de kaders noodig geachte wijzi
gingen heeft zij echter wèl bezwaar. Dit
sluit evenwel niet uit, dat men op grond
van de werkzaamheden, welke aan den
een of ander van het personeel zijn opge
dragen, bij de directie een wijziging van
de bestaande formatie kan komen beplei
ten. Voor een algemeene herziening dor
kaders of voor een maatregel, die tot
loonsverhooging van sommige groepen van
personeel leidt, bestaat volgens de direc
tie geen grond. Bovendien laten de finau-
cieele uitkomsten van het spoorwegbedrijf
hoogere personeellasten niet toe. Door de
directie werd er met nadruk, op gewezen,
dat men bedrogen zou uitkomen, indien
men, afgaande op do vermoedelijke resul
taten van het jaar 1926, optimistische ver
verwachtingen omtrent den verderen gang
van zaken zou koesferen. Do bevredigende
uitkomsten van 1926 zijn sterk beïnvloed
door een toevallige voor de spoorwegen
gunstige gebeurtenis; op iets dergelijks
mag in het loopend jaar volstrekt niet ge
rekend worden. Vermoedelijk zullen de
ontvangsten sterk achteruit loopenhet
goederenvervoer laat zich slecht aanzien
en op het gebied van het reizigersverkeer
eal men ondanks de gewijzigde wet op
do openbare middelen van vervoer re
kening moeten blijven houden met scherpe
concurrentie van de zijde der autobussen.
Maatregelen, die nieuwe lasten op het be
drijf zouden legger), zooals loonsverhoo
ging, uitbreiding van personeel, verkor
ting der diensttijden, kunisen naar de di
rectie meedeelde met het oog op het fi-
nancieele perspectief niet in overweging
genomen worden. De directie zeide er
trouwens geenszins van overtuigd te zijn,
dat bij de Spoorwegen in de arbeidsver
houdingen verbetering noodig is.
INVOERRECHT OP VLEESCH.
De Commissie van deskundigen voor de
samenstelling van de prijscourant ter be
rekening van het invoerrecht op versch
of gekoeld vleescb heeft in haar vergade
ring van 23 dezer bedoelde prijscourant
vastgesteld als volgt: Rund- en kalfsvleeseh
versch of gekoeld 100 K.Q f80; paarden-
vleesch, versch of gekoeld, 100 K.Q. f45.
Gedurende de maand Maart zal mitsdien
het invoerrecht voor de hierboven bedoel
de vleescb soorten bedragen 10 pCt. van
de hiervoor vermelde waarden.
DE TANDPROTHESE.
Het lid der Tweede Kamer mevrouw De
VriesBruins, stelde den minister van
Arbeid, H. en N. de volgende vragen
lo. Heeft de Minister kennis genomen
van het behandelde in de zitting van het
kantongerecht te Rotterdam op 10 Dec.
1926, waarbij de 48-jarige J. M. S. terecht
stond, wien ten laste was gelegd, dat hij
in Juli 1926, zonder toegelaten te zijn tot
de uitoefening van het beroep van genees
kundige, ntoch tot de uitoefening van het
beroep van tandarts, buiten noodzaak het
beroep van tandarts heeft uitgeoefend,
door tandheelkundigen bijstand, niet strek,
kende tot toepassing der tandprothese, te
verleenen, als bedrijf 1
2o. Is het den Minister bekend, dat bij
de verdere behandeling van de in vraag
1 bedoelde'tenlastelegging tot uiting is ge
komen, dat de in de wet van 30 Dec. 1926
tot herziening van de uitvoering van de
wet van 29 Juli 1925 voorkomende straf
bepaling niet vergezeld gaat van de ver
melding of het delict als een misdrijf dan
wel als een overtreding moet worden be
schouwd, zoodat voUrens een uitspraak van
den Hoogen Rand van 6 Juni 1922, in een
dusdanig geval geen bevoegde rechter is
aangewezen en dus vervolging zou zijn uit
gesloten, tenware het delict zou gebracht
kunnep worden onder bereik van art. 435
Wetboek vam Strafrecht
3o. Welke maatregelen denkt de Minis
ter voor te bereiden, om in de eventueelo
lacune te voorzien, ten einde volledige uit
voering van bedoelde wet mogelijk te
maken 1
ZEGELS PLAKKEN VOOR TEWERK-
GESTELDEN?
Het Tweede Kamer-lid de heer Smeenk
heeft den Minister van Arbeid, Handel en
Nijverheid de volgende vragen gesteld:
Heeft de Minister reeds onderzocht of
het aanbeveling zou verdienen aan de uit
voerders van de door het Rijk gesubsidi
eerde of wel geheel gefinancierde werk
verschaffingen de verplichting op te leggen
om, overeenkomstig de bepalingen van de
Invaliditeitswet, voor de te werk gestelde
arbeiders zegels te plakken?
Zoo ja, zou de Minister de resultaten
van dit onderzoek aan de Tweede Kamer
willen mededeelen?
OVERWERKVERGUNNING IN HET
LITHOGRAFISCH BEDRIJF.
De Minister van Arbeid, Handel en Nij
verheid, beschikkende op een verzoek van
de gecombineerde besturen voor het litho
grafisch bedrijf, daartoe strekkende, dat in
de ondernemingen van werkgevers, aange
sloten bp den Nederlandschen bond van
steendrukkerijen, te Amsterdam, door arbei
ders, aangesloten bij den Nederlandschen
litho-, foto- en chemigrafenbond, te Am
sterdam, den Nederlandschen K.-K. grafi-
schen bond, te Utrecht, of den Nederland
schen christelijken grafischen bond, te
Amsterdam, benevens door de hulparbeiders,
bedoeld in art. 2, derde alinea, tweeden
en derden volzin, der collectieve arbeids
overeenkomst, arbeid raag worden verricht
in afwijkingen van het bepaalde bij de art.
23 en 24 der Arbeidswet 1919, heeft de
gevraagde vergunning voor het tijdvak van
1 Januari tot en met 30 April 1927 ver
leend, onder bepaalde voorwaarden, die
vermeld zijn in de Stct. No. 39.
AMERIKAANSCHE BELANGSTELLING.
De Alg. Ned. Vereeniging voor Vreem
delingenverkeer heeft bericht gekregen
van de Amerikaansche Legatie, dat op 16
Juli te New-York zullen scheep gaan 30
journalisten, vertegenwoordigende de aller
voornaamste bladen in de Ver. Staten,
tot het maken van een reis van 6 weken
naar Engeland, Frankrijk, Nederland,
Duitschland en Zwitserland. Deze reis
heeft plaats onider de auspiciën van de
Carnegie Endowment for International
Peace, waarvan dr. Nichols Butler, een
der meest inwloedrijke Amerikanen, voor
zatter is. De heeren zullen van 18 Augus
tus in ons land verblijven.
GYMNASTIEK.
UITVOERING VAN „CONCORDIA".
Een avond, die verrassend snel voorbijging.
De Leidsche dames-gymnasliekvereem-
ging „Concordia", die* gisteravond in de
groote Stadszaal haar jaarlijksche uitvoe
ring gaf, heeft het dezen keer gewaagd te
breken met de oude en fnuikende sleur,
welke „na afloop bal" eischt, en wij kunnen
deze daad niet anders dan van harte toejui
chen. Die sleur toch was fnuikend omdat ze
er toe leidde dat er heel dikwijls niet de ge-
wenschte aandacht van het publiek was voor
de oefeningen en veelal zelfs den indruk
wekte dat de gymnastiek bijzaak en het bal
hoofdzaak was. Vandaar ook dat vrijwel al
leen de christelijke gymnastiekverenigingen
hier ter stede ieder jaar weer prat kunnen
gaan op een volle zaal terwijl bij de andere
de aanwezigen gewoonlijk zijn te tellen, tot
dathet tijdstip van den aanvang van
het bal in aantocht isl
Wij hebben dat steeds als een ernstig be
zwaar gevoeld en het is dus begrijpelijk dat
deze poging van Concordia om tot een meer
gezonden toestand terug te keeren onze alge-
heele instemming kan verwerven, en wij ons
tevens verheugen dat do Stadszaal gister
avond op een dermate bevredigende wijze
was bezet. Concordia kan daarmede onge
twijfeld tevreden zijn. Moge haar goede voor
beeld thans navolging vinden
De heer Ant. Metz sprak, namens „Con
cordia", een openingswoord, daarbij in het
bijzonder welkom heetende bestuur en tech
nische commissie van den LeidSchcn Turn
kring en de afgevaardigden van vele zuster
verenigingen, zoowel uit Leiden als uit de
omgeving. Hij betuigde z'n spijt dat de bur
gemeester en de heer Van Spall verhinderd
waren aanwezig te zijn, maar zeide des
ondanks toch voldaan te zijn over de vrij
groote opkomst van het publiek, waarvan
men nu weet dat het enkel en alleen voor
de gymnastiek is gekomen. Spreker herin
nerde aan de successen, door de verpeniging
in het afgeloopen jaar behaald, en bracht
tenslotte een woord van dank en hulde aan
den heer Nievaart. onder wiens uitstekende
leiding de vereeniging zoo snel in bloei is
toegenomen.
Komen wij nu tol de uitvoering zelf dan
constateeren wij met genoegen dat Concor
dia aan de goede verwachtingen ten volle
heeft voldaan Zij heeft haar goeden naam
op het gebied der rythmische gymnastiek ge
heel gehandhaafd, ja, eerlijk gezegd, nog
versterkt.
Zeker, het was niet smetloos, wat ons op
dien avond is geboden, maar het was toch
van dikwijls zeer goede hoedanigheden,
waardoor de avond .vooral ook door de vlot
heid. waarmede de nummers elkaar opvolg
den, verrassend snel is voorbijgegaan.
De aardige algemeene vrije oefeningen,
als openingsnummer, werden gevolgd door
een dansje en oefeningen in het voortbewe
gen van de jongste adspiranten, waarbij
blijk werd gegeven van ernstig Opgevatte
voorbereiding.
Iets minder goed waren de slaafoefenin
gen der leden, doordat niet steeds het juiste
tempo werd bijgehouden, doch de dames
herstelden zich bij de oefeningen, naar het
systeem van Niels Bukh en een keurig
dansje, waarin de ideeën van Loges hoogtij
vierden. Een correct uitgevoerd nummertje
paardspringen werd voor de pauze nog gege
ven door de oudste adspiranten. De heer
Nievaart had voor een rijke afwisseling in
de oefenstof gezorgd en oogstte met z'n leer
lingen thans veel succes. Dezelfde groep gaf
gedurende de tweede helft uitstekende vrije
RECLAME.
8535
oefeningen en vervolgens rythmische oefe
ningen, doch de algemeene indruk hiervan
had nog beter kunnen zijn indien het aan-
marcheeren en opetien beter gericht ware
geschied.
De jongste meisjes demonstreerden nog
met het springriet, terwijl de werkende leden
op duidelijke wijze aan brug en paard blijk
gaven dat ook het toestelturnen bij Concor-
die niet wordt vergeten, ondanks de iiefdc
voor de nieuwere richtingen in hel vrouwen-
turnen. Er werd inderdaad hoogst verdien
stelijk gewerktl Met een fraai ballet werd
deze interessante uitvoering besloten. Con
cordia mag er met tevredenheid op terug
zien
Er rest ons thans nog mede te deelen dat
de leden het niet gelalen hebben bij de
woorden van hulde voor den heer Nievaart,
doch haar leider als stoffelijke blijken van
waardeering een pianolamp en een porte
feuille hebben geschonken.
VOETBAL.
DE VOORLOOPIGE OLYMPISCHE
ELFTALLEN.
Naar de ..Sportkroniek" meldt, ligt het in het
voornemen der technische commissie om op
6 Maart behalve den oefenwedstrijd Neder
landsch XIAjax, nog een wedstrijd te
doen spelen tusschen twee der Olympische
ploegen op een nader aan te wijzen plaats.
Slechts voor spelers, wier clubs noodzake
lijk voor de competitie moeten spelen, zul
len invallers en wel voornamelijk zij. die
in de laatste „jeugd" wedstrijden naar voren
zijn gekomen'worden opgesteld.
Naar bekend is. let de Technische Com
missie bij haar keuze vooral ook op de men
taliteit der spelers. Als typisch voorbeeld
hiervoor moge gelden, dat Bul als spil in
het blauwe elftal vervangen is door Van
Boxtel (N. A. C.) De Eeyenoorder had nl.
Zondag j.l. geen zin meer om 's middags te
spelen, aangezien hij het veld te hard vondl
Zulke spelers hebben wij aldus de
„Sportkroniek" op de Oympischo Spelen
natuurlijk juist niet noodig.
WIJZIGING ZWALUWEN-ELFTAL
Naar de „Sportkroniek" bericht, is Thij»-
sen (Stormvogels) verhinderd a.s. Dinsdag
in de Zwaluwenploeg uit te komen tegen de
Roode Duivels. Zijn plaats onder de lat zal
worden ingenomen door De Boer (Ajax).
HET ZWOLSCHE INCIDENT.
Geen reden tot ingrijpen.
De Nederlandsche Voetbalbond heeft van
den minister van Justitie naar aanleiding
van het adres van dien Bond aangaande het
voorgevallene bij den wedstrijd Z. A. C.
Naar het Engelsch
van
RAFAEL SABAT1NI.
I Geautoriseerde vertaling van A. T.
LMevrouw," zei hij. „ik zou u gelukwen
st. als ik mij zelf niet meer moest geluk-
Nchen. dat ik getuige heb mogen zijn van
f spel, en nog meer Lord Orrery, den
prijver van het stuk. Hem wensch ik niet
|een geluk, maar ik benijd hem een
|Cnt, voortwoekerend gevoel, dat ik niet zal
jj-^'innen, voordat ik een rol voor u ge-
F®ven heb, die minstens even groot is als
F KMharina. Glimlacht u daarom?"
Kjet is uit blijdschap over de belofte van
'Genade."
1 zou wel willen weten," zei hij, zijn
■fD 9arüentrekkend. zijn lippen even g!im-
k-V'^ zou wel willen weten, of dit de
Ik k S' of dat u denkt, dat ik bluf; dat
L buiten mijn bereik is, Ik wil eer-
^nnen dat het zoo was, totdat ik u
cht U *16e^ binnen mijn bereik ge
ilge^aan heb, zal ik mij inder-
^erdienslelijk gemaakt hebben jegens
fn .^f^ouwers." antwoordde zij. luchtig
^pm' 8 aIs om het hoogdravend com-
S, i vern?in<feren.
hS a'9 mij verdienstelijk jegens u
„VerdiensteÜjk ja. Maar hoe zelden krijgt
hij. wat hij verdientI"
„Nu Bucks, gij hebt weinig reden om te
klagen," spotte Etheredge. „In mijn geval is
het heel wat anders.
„Dal is zoo George geheel iets anders,
gaf Zijn Genade toe. ontevreden over de on
derbreking „Gij zijl een zeldza^nheid. Gij
hebt altijd beter gekregen dan ge verdiendet.
Ik heb het nooit gevonden tot dit oogenblik."
En zijn oogen gericht op juffrouw Farquhar-
son zetten kracht bij aan zijn woorden.
Toen zij haar eindelijk verlieten, was al
haar opgewondenheid verdwenen. Zij had
niet kunnen zeggen, waarom, maar de goed
keuring van den Hertog van Buckingham
verhief haar niet meer. Zij wenschte bijna ze
niet gehoord te hebben. En toen Betterton
glimlachend haar goedhartig feliciteerde
met deze verovering, vond hij haar peinzend
en onrustig
Etheredge vond den Hertog ook peinzend,
toen zij samen naar Wellingford House te
rugreden.
„Ik geloof bijna," zei nij glimlachend, „dat
ge mijn veracht recept reeds naar uw smaak
vindt. Als ge er van doordrongen wordt, kan
het u misschien zelf iels wan uw verloren
jeugd teruggeven."
„Wat ik mijzelf afvraag," zei Bucking
ham. „is. waarom ge haar aan mij voorge
schreven hebt. in plaats van aan u zelf."
„Zoo ben ik nu eenmaal," zei Etheredge
„De verpersoonlijking van zelfopoffering.
Daarenboven wil zij niets van mij weten
ofschoon ik tien jaren jonger ben dan gij.
„Werkelijk?'* zei Buckingham. „Dan moet
ik het op mij nemen."
En hij ondernam het met al den ijver van
iemand, die van leeren hield en van de stu
die van ongewone onderwerpen. .1
Dagelijks kon men hem zien in de loge van
den schouwburg in Lincoln's Inn Fields, en
dagelijks zond hij haar, als teeken van zijn
eerbiedige hulde, geschenken in den vorm
van bloemen en lekkernijen. Hij zou er
gaarne juweelen bijgevoegd hebben, als de
wijzere Etheredge hem niet teruggehouden
had
„Overhaast de zaak toch niet," was de
raad van den jongeren man. „Ge zult haar
door overijlings verschrikken en zoo alles
bederven. Een verovering als deze vereischt
geduld."
Zijn Genade liet zich raden, legde zijn
vurigheid den teugel aan, en toonde de
uiterste voorzichtighoid bij de bezoeken die
hij haar bijna dagelijks na de voorstelling
bracht. Ilij bepaalde de uitdrukkingen van
bewondering tot haar tooneelspeelkunst, en
als hij aanduidingen maakte over haar per
soonlijke schoonheid en bevalligheid, was
het altijd in verband met haar spel, zoodat
het gerechtvaardigd was door de rol. die hij,
volgens zijn zeggen, bezig was voor haar te
schrijven.
Er lag hierin iets meer dan een denkbeeld
van een geestelijke vereeniging, het zou een
bond zijn tusschen hun beider kunsten, om
leven te geven aan zijn dramatische inspi
ratie, zoo verheven boven stoffelijke en per
soonlijke overwegingen, dat zij althans de
helft van het lokaas innam. Het was ook niet
vaag. Zijn Genade liet niet na er een zekeren
vorm aaD te geven Zijn onderwerp, zeide hij
haar, was de onsterfelijke geschiedenis van
Laura en haar Petrarca in den warmen
gloed van een oude Italiaansche omlijsting
Dit was niet het eenige, wat hij haar ver
telde. Hij scherpte zijn verstand met opzet
011 gaf haar in groote omtrekken een schels
van een eerste bedrijf vol teederheid en
kracht.
Aan het einde van een week zeide hij
haar, dat dit eerste bedrijf reeds geschreven
was.
„Ik heb dag en nacht gewerkt," zeide hij,
„onophoudelijk gedreven door de bezieling,
die gij mij gegeven hebt. Die is zóó groot,
dat ik dit werk meer als hel uwe dan al3
het mijne beschouwen moet, of, dat zal ik
zeker doen, als gij er het zegel van uw goed
keuring aan gehecht hebt."
Op eens vroeg hij haar, alsof het een voor-
uitgemaakte voorwaarde was:
„Wanneer wilt u het mij hporen voor
lezen?"
„Zou het niet beter zijn, dat Uwe Genade
eerst het werk voltooide?" vroeg zij hem.
Ilij was verschrikt, bijna verslagen, te oor-
deelen naar de uitdrukking van zijn gelaat.
„Voltooien!" riep hij, „zonder te welen,
of het den vorm aanneemt, dien gij
wenscht."
„Maar het is niets, wat ik wensch. Uwe
Genade.
„Wat is het dan anders? Is het niet iets,
dat ik in het bijzonder voor u doe, door u
zelf er toe gedreven? En moet ik het vol
tooien, terwijl ik door twijfel gekweld word,
of gij het uw talenten waardig zult achten,
wanneer het gereed is? Neen. als ik zal
voortgaan, moet ik uw hulp hebben, zooals
ik gezegd heb.
„Nu, daar Uwe Genade mij zooveel eer
aandoet, wanneer u wilt."
Deze huldiging van haar talent was be
dwelmend, nu zij kwam van iemand van
zijn gaven en stand, den vertrouwde van
vorsten, den inliemen vriend van koningen,
en het verdoofde tijdelijk tenminste
de laatste twijfeling van haar gevoelens, die
haar legen dezen schitterenden edelman ge
waarschuwd hadden. Zij waren in dezo
week zoo vriendschappelijk en vertrouwelijk
geworden, en toch was zijn houding zoo eer
biedig en omzichtig, dat haar instinct haar
blijkbaar bij die eerste ontmoeting bedro
gen had.
„Wanneer ik wil," zei hij. „Dat is inder
daad een groote eer voor mij. Zullen wij
dan morgen zeggen?"
„Als het Uw Genade behaagt, en U het be
drijf wilt medebrengen
„Medebrengen?"
Hij trok de wenkbrauwen op. Zijn lippen
krulden zich even, toen hij den schatnelen
foyer rondkeek.
„Ge denkt toch niet, dat ik het hier zou
voorlezen?" Hij lachte bij die veronderstel
ling.
„Maar waar dan anders?" vroeg zij. een.
beetje verward.
„Waar anders dan in mijn eigen huis?
Welke andere plaats zou passend zijn?
„Oh I" zij was een beetje ontdaan. Een ge-
heel instinctmatige onrust overviel haar Zij
drong haar zich terug te trekken, zich te ver
ontschuldigen. Maar het verstand streed met
het instinct Het zou dwaasheid zijn, hem
door een weigering te bdeedigen. Zoo iels
zou beleedigend zijn. omdat er wantrouwen
uit sprak: en zij was er ver van &f, om te
wenschen hem te beleedigen.
Ilij zag de onrust in haar blauwe oogen,
toen zij hem nu aankeek maar deed. of hij
het niet merkte en wachtte op hptgeön zij
zeggen zou. Na een oogenblik stilte, sprak zij
een beetje stamelend:
„Maar in uw huis.... Wat zou er
van mij gezegd worden, uw Genade? Daar
alleen te komen.
(Wordt vervolgd).