KWATT^ DatshWAÏTA Een speelbal der fortuin LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 24 Februari Tweede Blad Anno 1927 BINNENLAND. TWEEDE KAMER. VOLLE MELK REEPLM KERK- EN SCHOOLNIEUWS. FEUILLETON. No. 20537 HOFBERICHT. De Koningin en de Prins zijn gisteravond istreeks halftien per Staatsspoor van Het io in de residentie teruggekeerd. IERN. REGELING VAN DEN ZOMERTIJD Overeenstemming bereikt? Volgens de „Temps" is er overeenstem- ing bereikt tusschen de regeeringen van .)giê, Engeland, Nederland en Frankrijk q aanzien van den datum, waarop de meriijd zal beginnen. Voor dit jaar werd tijd-verandering vastgesteld op den nacht n 9 op 10 April. De terugkeer tot den jttelijken tijd zou plaats hebben in den cht van 1 op 2 October. DE INTERN. TELEGRAFISTEN WEDSTRIJD TE COMO. Mederwerking van de Regeering. In antwoord op de vragen van den heer n Braambeek betreffende deelneming van ïderlandsch personeel der posterijen en egrafie aan den internationalen telegra- ten-wedstrijd te Como, deel de Minister n Waterstaat het volgende mede: Een uitnoodiging tot deelnemen aan den lemationalen telegrafisten-wedstrijd te imo, uitgaande van de Italiaansche tele- lal-administratie' is bij het Hoofdbestuur r Posterijen en Telegrafie ontvangen en or dit Hoofdbestuur met mijn instemming nvaard. Een der bonden heeft schriftelijk aan den recleur-generaal der posterijen en telegra- verzocht, de uitnoodiging niet te aan- Mden en elke medewerking af te wijzen, ivendien hebben de kerkelijke, neutrale moderne bonden in de vergadering van commissie van overleg voor het Staats- drijf van de posterijen, de telegrafie en elonie medegedeeld, dat zij hun leden wekken, zich van medewerking te ont- luden. Aan gezien de overwegingen, waarop de oden hun houding gronden niet in verband lan met den te houden telegrafisten-wed- ijd, bestaat voor de Regeering geen aan- iding om een andere gedragslijn aan te men dan bij den vorigen internationalen egrafisten-wedstrijd, welke in 1922 te rlijn werd gehouden is gevolgd. PERSONEEL LUCHTVAART. Brief van den Minister van Oorlog. Bij de Tweede Kamer is ingekomen een iel van den Minister van Oorlog, hou- nde mededeelingen in verband met de tregging, die de Minister in de vergade- ng der Tweede Kamer van 22 December a den heer Deckers deed nopens de split- ïg van het werkliedenpersoneel der lucht- artafdeeling. De Minister zet uiteen, dat dit personeel splitst is in een groep gespecialiseerden, e werkzaamheden verrichten- waarvoor n meer of minder langdurige scholing bij t luchtvaartbedrijf noodig is en een groep el gespecialiseerden. die ieder oogenblik in de particuliere arbeidsmarkt kunnen orden betrokken. Het personeel der eerste «p ie in vasten dienst en om hen aan de rhvaartafdeeling te binden is een hoogere roldiging voor hen vastgesteld moeten orden. Het personeel van de tweede groep is be- "nd om te worden vervangen door burgers odat dit voor den Staat goedkooper is; zij "den geleidelijk ontslagen onder toeken- at van wachtgeld. De indeeling in de eene of andere groep «rdt geen verband met een meerdere of iedere waardeering van de vakbekwaam st der betrokkenen. DE AMST. HUURVERORDENING. Kaar wjj vernemen, zegt de „Tel.", wordt stadhuize te Amsterdam de laatste hand rlegd aan de samenstelling van een ge- eenteljjke Huurverordening, welke binnen- >rt in het college van B. en W. zal orden behandeld. feodra deze door B. en W. is besproken, 1 jjj in de Commissie voor de Straf- fordeningen worden gebracht, waarna ook oog de Gezondheidscommissie er over van advies moet dienen, alvorens een voor dracht aan den gemeenteraad zal ver schijnen. Over het concept-verordening heeft wet houder De Miranda ook de meening ge vraagd van prof. mr. dr. Van der Pot, den Groningschen hoogleeraar in het staatsrecht DIT DE S.D.A.P. Zaterdag heeft het partijbestuur van de S.D.A.P. vergaderd. Aan de mededeelingen in „Het Volk" ontleenen wij: Het partijbestuur nam kennis van de ver klaring, door p.g. Jelles in den gemeente raad van Utrecht afgelegd; sprak, op grond dezer verklaring, afkeuring uit over de handelingen van dezen partijgenoot, droeg het dagelijksch bestuur op een onderzoek in te stellen naar de motieven, op welke de houding van de Utrechtsche raadsfractie er de federatie Utrecht jegens de gedra gingen van Jelles gegrondvest was, ten einde na het onderzoek een eind-oordeel over het geval te kunnen uitspreken. Het partijbestuur besloot in de coivlusies van het Onderwijsrapport eenige wijzigingen en aanvullingen aan te brengen in verband met de behandeling van deze op het a.s. congres. RECLAME. Eczeem, uitslag en alle jeukende huid ziekten behooren afdoend behandeld te wor den, anders komen zij telkens terug. Hoe langer de huidkwaal verwaarloosd wordt, des te moeilijker wordt het om haar te gene zen. Wend onmiddellijk Foster's Zalf aan! deze geeft dadelijk verlichting en voortgezet gebruik doet de kwaal geheel verdwijnen. Foster's Zalf is alom verkrijgbaar f 1.75 per doos, f 1.per tube. 4S91 (Zitting van gisteren). BELASTINGREGELING. Aan de orde is de voortzetting der behan deling van het ontwerp: Nadere voorziening ten aanzien van de heffing van de vermo gensbelasting, de verdedigingsbelasting I en de inkomstenbelasting. De heer J. TER LAAN (S. D.) zegt, tot de conclusie te zijn gekomen, dat een blijvend verzet tegen dit ontwerp niet gemotiveerd is. Men moet de regeering gelegenheid ge ven, de reorganisatie der beide dienstvak ken door te voeren langs de wegen, in de stukken afgebakend, om ten slotte tot een fusie te komen. Spr. zou van de regeering nog willen vernemen, of zij positief verder zal gaan dan de thans voorgestelde reorga nisatie. Verder zou hij willen vernemen,, hoeveel personeel er zal overgaan van de registratie naar de directe belastingen. Hoe zal de Minister voorts de positie van het jongere persoifeel regelen? Deze jongelui hebben een kostbare opleiding gehad, heb ben zich op 'n bepaalden tak gespecialiseerd en voor hen zal het moeilijk zijn, een an dere positie te vinden. Spr. zou de toezeg ging van den Minister wenschen, dat hij persoonlijk de positie en de toekomst van het personeel zal nagaan. De heer VAN GIJN (V. B.) zou willen vasthouden aan de plannen van de Com- missie-Beumer. De Minister is thans een weg opgegalan, waardoor de kennis van het registratie-personeel ten aanzien van de heffing der vermogensbelasting wordt uit geschakeld. Spr. is het eens met den heer Oud en zal tegen het ontwerp stemmen. De heer VAN VUUREN (R.-K.) is ook voorstander van de fusie. Waar nu de regee ring zegt, dat op dit oogenblik een samen smelting der beide dienstvakken nog onge- wenscht is, wil spr. niet afwijzen hetgeen z.i. een stap in die richting beteekent. Hoe verder de Minister gaat, hoe liever het spr. is. De heer SMEEXK (A. R.) sluit zich aan bij den heer Van Vuuren. Ten aanzien van de surnumerairs bij de registratie onder steunt hij het betoog van den lieer Ter Laan. De Minister van Financiën, de heer DE GEER, betreurt de rivaliteit, die sinds jaren bij de beide dienstvakken heeft bestaan en ondersteunt de uitdrukking van den heer Oud. dat beide taJcken van dienst een ge lijkwaardige taak hebben. Dat het ontwerp slecht zou voorbereid zijn en slechts aan één kant advies zou zijn ingewonnen, moet de Minister ten sterkste ontkennen. Ook de registratie is gehoord door sprekers ambts voorganger. En spreker heeft hetzelfde gedaan. De Minister meent, dat het brengen in één hand van de inkomsten- en vermogens belasting reeds een belangrijken stap betee kent in de richting der fusie. Uit één oog punt behooren deze belastingen te worden bezien. Het verkrijgen van de eenheid is het voornaamste. Hoe dat dienstvak dan zal heeten, is van secundair belang. Deze be lastingen zijn meer aangewezen om onder één dienstvak geplaatst te worden dan de vermogens- en de successie-belasting. De voorgestelde eenheid komt ook het publiek ten goede. Het contact tusschen beide dien sten, waarvan de heer Oud sprak, blijft be staan en wel tusschen de vermogens- en de successiebelasting; dus alleen wordt dat contact verplaatst naar een ander punt. Den heeren Ter Laan en Smeenk merkt de Minister op, dat reeds gedurende eenige jaren rekening is gehouden met een moge lijke fusie, ook bij de aanstelling van nieuw personeel. Maar al zouden eenige promotie kansen worden geschaad, dan nog zou dit geen reden mogen zijn. een reorganisatie achterwege te laten. Definitieve fusie is ook voor den Minister een ideaal, mits niet in den geest van de Commissie-Beumer. Naar aanleiding van een amendement- Oud, dat aan de orde komt, deelt de Minis ter mede, dat hij op zijn Departement reeds een ontwerp gereed had dat de mogelijkheid schept voor de administratie, in de richting van fusie werkzaam te zijn. zonder verdere wettelijke voorzieningen. De Minister zal den heer Oud dan ook in overweging geven, zijn amendement in te trekken en het voor stel van den Minister in deze wet op te nemen. De algemeene beraadslagingen worden gesloten. Op art 1 had de heer Oud een amende ment ingediend om te doen uitkomen, dat dit ontwerp een inleiding beteekent tot de fusie. De oplossing van den Minister gaat echter verder dan sprekers amendement. Daarom trekt hij het in. De MINISTER dient hierna de aangekon digde nota van wijziging in. De heer VAN GIJN verdedigt een amen dement van de vaste commissie voor de belastingen, om den inspecteur bevoegdheid te geven, ongewenschte gemachtigden te negeeren en hem het recht te geven te eischen, dat de reclamant zijn gemachtigde vergezelt. Het amendement wordt door den Minister overgenomen. Het wetsontwerp wordt t. h. et. aange nomen. UITKEER ING AAN NAARDER KWEEKERS Aan de orde is het ontwerp betreffende uitkeering aan de Handelsvennootschap onder de firma Jac. Smits en Co. en anderen De heer DUYS (S.D.) zegt dat reeds 8 jaren lang de rechlzoekenden met 'n kluitje in het riet worden gestuurd. Toen de heer Lambooy als minister van Oorlog optrad, is aanstonds erkend, dat het causaal ver band tusschen schade en regeeringsmaatre- gelen, bestond. Daarmee kwam vast te staan dat de regeering plicht had, die schade te vergoeden. Het gaat hier allerminst om tegemoetko ming. De kweekers hebben rech óf op niets óf op alle schadevergoeding. Het is wel krenterig, dat de regeering niet eens heeft willen meewerken om de schade vast te stellen. De fatsoenlijke, Christelijke regee ring. moest door den president van de Haag- sche rechtbank gemaand worden- die scha de vast te doen stellen. Dat zijn fraaie ma nieren! Als er geen recht is voor de kweekers, dan moet het ontwerp worden ingetrokken, want dan kan over het geld niet beschikt worden. Doch kan dat recht worden aange toond, dan is er volledig recht en moet de schade volledig worden uitbetaald. Noodge drongen zal de Kamer dit ontwerp moeien aannemen, hoewel het ergerniswekkend is. De minister doet geen gelijke behandeling toekomen aan hen, die onder gelijke om standigheden gedupeerd zijn. De kweekers in het natte vak hebben 100 pCt. gehad, waarom krijgen degenen in het droge vak slechts 60 pCt. De kweekers zijn voor een groot deel nog de dupe geworden van hun goede trouw in deze Christ, regeering. Er zijn er heel wat. die door deze schadevergoeding niet geholpen worden. Wat zal de regeering doen ten opzichte van het kweekerscrediet? Een schrapping van het kweekerscrediet zou voor die menschen nog iets kunnen be- teekenen. Betalen kunnen zij toch niet. In dat geval zouden de kweekers met een schoone lei kunnen beginnen. De heer LOVTNK (C.-H.) betreurt dat de minister slechts 60 pCL van de geleden schade wil vergoeden. Dit gaat ook lijnrecht in tegen de uitspraak van de Kamer. De zaak heeft reeds zóó lang gesleept, dat er nog wel eenigen tijd bij kan voor een des kundig onderzoek naar de geleden schade. Het zou spr. verheugen als de ministers in de Kamer zouden kunnen meewerken om alsnog een zoodanig onderzoek te doen in stellen. De heer OUD (V.-D.) spreekt er zijn te leurstelling over uit, dat de minister zóó weinig rekening heeft gehouden met een weloverwogen uitspraak der Kamer. De mi nister schijnt een zucht te hebben, iets anders te doen, dan de Kamer wil. MINISTER DE GEER zegt van meening te zijn, dat na het debat van verleden jaar, het huidige debat achterwege had kunnen blijven op eenige opmerkingen na De heer Duys schijnt zich niet meer te herinneren, wat er op 18 Juni in de Kamer is gesproken, De minister van Oorlog heeft toen duidelijk gezegd, dat er geen sprake van recht was, maar dat er wel aanleiding zou zijn voor schadevergoeding in den vorm van tege moetkoming. Spr. heeft die woorden toen onderstreept. Hij ziet geen recht, omdat de kweekers de zelfde nadeelen hebben ondervonden als alle anderen, tengevolge van regeeringsmaatre- gelen in den mobilisatietijd. Spr. heeft ge meend, toch schadeloosstelling te moeten geven, omdat de regeering eenmaal een com missie had ingesteld en schadevergoeding was toegezegd, wanneer het causaal verband tusschen de regeeringsmaatregelen en de schade zou kunnen worden vastgesteld. Het kweekers-crediet zal niet van de uilkoering worden afgetrokken. Tot een schenking van het kweekerscrediet is thans geen aanlei ding, al worden telkens dispensaties ver leend en schikkingen getroffen. De heer BEUMER (A.-R.) merkt op, dat ieder, die de beraadslaging op 18 Juni heeft gevolgd, kon weten wat te wachten stond, daar de minister een ander standpunt in nam dan spreker, die deze zaak er een vindt voor den rechter en niet voor de Kamer. De logica brengt dus mee, dat spr. tegen het ont werp stemt. De MINISTER repliceert Aan hel verzoek van den heer Lovink om een nieuw onder zoek, kan hij niet voldoen. Het ontwerp wordt z. h st. aangenomen. Z. h. st. worden aangenomen de ontwer pen tot wijziging der Wet op de Inkomsten belasting 1914 en tol afschaffing van de col leges van zetters voor 's Rijks directe belas tingen. afschaffing van de Zondagsrust is onbegrij pelijk. Spr. wijst verder op den slechten gezond heidstoestand op Suriname. De bestrijding der parasitaire volksziekten dient veel krach tiger ter hand le worden genomen. Er kan reeds een stap in de goede richting worden gedaan door het zenden van een deskundige in de tropische hygiëne. De grens tusschen Suriname en Brilsch Guyana is nog steeds niet geregeld. Het is van meer belang, dat die grens geregeld wordt, dan wel hoe die regeling plaats heeft. De heer DROOGLEEVER FORTUYN (V.B.) ziet de inmenging van den Ond^rne- mersraad geheel anders. De minister heeft eenvoudig advies gevraagd en de maatrege len, die werden aanbevolen, zijn van finan- cieel belang. Doch de toevoeging, dat die maatregelen voor twee jaar zouden gelden, heeft wel sterk den indruk gewekt, dal er sprake is van een compromis. Echter wil spr. aannemen, dat dit niet is gesloten Spr verwacht wel, dat de groote laud- bouw op Suriname tot- grooter bloei zal komen en dat Nederlandsche instellingen zich daar zullen vestigen. Hii hoopt ech ter, dat als een beroep wordt gedaan op do schatkist, de regeenng niet zal weige ren, desnoods tot de instelling van een gemengd bedrijf over te gaan. Er is reden, de toekomst niet mismoe dig in te zien. De laatste onderzoekingen hebben immers bevestigd, dat de grond er goed is. Er is echter, groote behoefte aan voorlichting voor den grootcn, zoowel als voor den kleinen landbouw. De minister heeft niet den indruk gewekt, dat hij den kleinen landbouw flink zal steunen. De geneeskundige verzorgvng kost een belangrijk bedrag, doch het resultaat is onbevredigend. Dat komt, omdat men zijn aandacht concentreert op het ziekenhuis wezen en er niets gedaan wordt ter voor koming van ziekten. Is het niet mogelijk in Suriname in te voeren het verplichte lidmaatschap van een ziekenfonds 1 Men zou dan geregelder toestanden krijgen, doordat niet al het verdiende geld bij ziek te weer verteerd wordt. Spr. waarschuwt tegen te groote verwachtingen van decen tralisatie. Wel is het van belang, bekwame en goed bezoldigdo ambtenaren uit te zenden. Ten slotte dringt spr aan op het maken van haast met de grensregeling, om moe>- lijkheden te voorkomen. De vergadering wordt verdaagd tot he den 1 uur. RECLAME. Slechts een merit kan aan de spits staa» 7831 BEGROOTING VAN SURINAME. Aan de orde is de begrooting van Suri name over 1927. De heer IJZERMAN (S.-D.) zegt, dat het eenige, dal Nederland voor Suriname doet, het uitspreken van de hoop is, dat het Ne- 'derlandsche kapitaal als reddingsbrigade zal optreden. Of dit gebeuren zal. staat nog te bezien. Het initiatief der regeering benerkt zich tot het bouwen op het particulier initia tief. Op de bijde boodschap van den Onder- nemersraad heeft de regeering nu een richt snoer voor haar politiek gevonden. De eischen, die de Ondernemersraad stelt, he ilrijken vrijwel het geheele terrein van het (iverheidsterrein. Wil de regeenng aan die qischen voldoen, dan zal de Ondernemers- mad adviseeren, kapitaal in Suriname te be lagen. Niet alles, wat de Ondernemersraad vraagt, behoeft geweigerd te worden. Maar de mi nister gaat veel te ver door te zeggen, dat de invloed van den Ondernemersraad in de arbeidstijden ook zijn instemming heeft. De instemming van den minister met de NGD. HERT KERK. Beroepen- Te Zoelen: A. A. van Stipriaan Luiscius, te Wel Ammerzoden, te Gouderak: G. Enkelaar. te Ter Aar; te Cad- zand (toez.): M. D Gijsman. te Zunderdorp. Aangenomen: Naar Soest: J. I. van Schaick, te Nieuwe Pekela. Bedankt: Voor Putten: I. Kieviet, te Baarn-, voor Burum: J. Langman, te Voor burg. GEREF KERKEN. Beroepen: Te Baarland: B. A. Bos, cand. le Uithuizen; te Oltoland: P. D. Kui per, cand. te Kampen. CHR. GEREF. KERK. Beroepen: Te Zwijndrecht (2de maal): J. P. Meyering, le Nieuwpoort. Naar het Engelsch van RAFAEL SABATINI. I Geautoriseerde vertaling van A'. T. 16) En de hoofdzaak van haar nieuws was paar al te waar. De Lord Mayor was op feizelfde oogenblik in Whitehall om aan te |P°ren tol onmiddellijke en afdoende maal- *Men, om de verspreiding der pesl te be lijden en een van deze maatregelen was c ^ogenblikkelijke sluiting der schouwbur- Jn. Maar daar hij niet terzelfder tijd de lulling der kerken beval, waar de verzame ld? van menschen minstens even gevaar- was als in de schouwburgen, beweerde len het bof. dat Sir John het werktuig ir Puriteinen was. die munl trachtten te aan ujl de pest Daarenboven bepaalde de ■proeving zich tot de armerp wijken en de standen De hemel zou nooit toelaten, deze vreeselijke ziekte menschen van R a^°tastte En daarbij waren de hoof- an lD h'tehaN op dal oogenblik overvol t Hn j dingen. er liepen geruchten, dal 0 'andsche vloot uitgeloopen was. en dit in(j!n?er .^an ?pnoeg om zooveel tijd en en p bes'a2 te nemen van de hoog- ln 3n hel volk. als zij overhielden van ¥tm-tern\a^en in het voetspoor van hun e uii- e? en k°ning. Ook werden veel van len enen volks in beslaS ?eno" 0001 Persoonlijke grieven in verband met de vloot en den oorlog. Van deze was misschien de meesl ontevredene zooals hij zeker de voornaamste was Zijn Ge nade van Buckingham, die merkte, dat het volk geen notitie van het feit nam, dat hij heelemaal van York gekomen was, om zijn kostbare diensten in dezen tijd van nood aan le bieden. Hij had het bevel over een schip gevraagd, een positie, waartoe in zijn eigen oogen zijn rang en talenten hem alle recht gaven. Dat zulk een verzoek geweigerd zou worden, was nooit bij hem opgekomen. Maar geweigerd was het. Er waren twee factoren, die hem tegenwerkten. De eerste was, dat de Hertog van York het land aan hem had en geen kans voorbij liet gaan, om hem le vernede ren. de tweede was, dat de Hertog van York, als Lord Admiraal van de vloot, niets wilde wagen. Er waren veel goede plaatsen, waar bekwame zeelieden uitgesloten konden wor den, om plaats te maken voor adellijke heertjes. Maar het bevel over een oorlog schip behoorde daar niet toe. Buckingham werd een kanonneerbrik aangeboden. Aangezien het aanbod van den broeder van den koning kwam, kon hij er zich niet zóó beleedigd door toonen, als hij in zijn boosheid wel wilde. Maar wal hij kon doen, om zijn minachting te doen blijken, dat deed hij Hij weigerde de kanonneerboot, en nam als vrijwilliger diensl op een vlagge- schip Maar hier deed zich opnieuw een ver wikkeling over Als lid van den Raad van State eischte hij het recht op om zitting en stem te hebben in alle krijgsraden, in welke hoedanigheid hij waarschijnlijk nog meer kwaad had kunnen doen dan als beve heb ber van een der groote schepen. Hij werd weer gedwarsboomd door hef verzet van den Hertog van York, waarop hij woedend van Portsmouth naar Whitehall reisde, om zijn klacht le brengen voor zijn boezemvriend, den koning. De vroolijke vorst heeft misschien gewan keld; het heeft hem mogelijk gehinderd, dat hij den mooien schelm niet kon tevreden stellen, die zoo goed de kunst verstond, hem te doen lachen; maar tusschen zijn eigen broeder en den Hertog van Buckingham had hij geen keus. En dus kon Karei hem niet helpen. Buckingham was daarom aan het hof ge bleven om zijn verdriet te koesteren, en langs een omweg betrokken te worden bij de vreemde geschiedenis van kolonel Randal Holles. Zijn Genade had, zooals men weet, een levendigen aard, die tot nu toe ofschoon hij bijna veertig jaar was niets van zijn vurigheid verloren had. Zulke naturen zijn gemakkelijk te troosten, omdat zij gauw af leiding vinden. Het duurde niet lang, of hij had in nieuwe en minder eervolle bezig heden niet alleen de kwetsing van zijn waardigheid vergeten, maar ook zelfs de om standigheid dat zijn land in oorlog was Dryden heeft hem in een enkelen regel ge- teekend: ..Hij was alles a3n het begin, en niets lang." De regel is even toepasselijk op Buckingham's aard al9 op zijn talenten; hij typeert het geheele karakter van den man Zijn vriend. George Etheredge, die andere begaafde deugniet, die een jaar te voren plot seling beroemd geworden was door zijn blij spel ..Th* Comic Revenge." had hem de ooren doof gepraat met loftuitingen over de schoonheid en het taient van die algemeen bewonderde en betrekkelijk pas ontdekte toonee!speelster, Sylvia Farquharso. Eerst had Buckingham gelachen om de geestdrift van zijn vriend. „Wat een woordenrijkdom om een tooneel- speelster te beschrijven," had hij gegeeuwd. „Ba! Een actrice! Een geverfde pop aan touwtjes. „Zoowaar ik leef, dit is geen geverfde pop. Dit is de incarnatie van schoonheid en talent." „Dat heb ik van anderen gehoord, die geen van beide bezaten." „En laat ik er bijvoegen, dat zij deugd zaam is." Buckingham keek hem aan, zijn vadsige oogen wijd open. „Wat kan dat zijn," vroeg hij. „Het voornaamste bestanddeel van mijn recept." „Maar beslaat dit dan, of is je groenheid grooter dan ik dacht?" vroeg Buckingham. ,,Kom en zie," de heer Etheredge hem uit „Deugd," wierp Buckingham tegen, „is niet zichtbaar." „Evenals schoonheid, ligt zij in de oogen van den aanschouwer Dat is de reden waar om jij ze nooit gezien hebt, Bucks." Eindelijk stemde zijn brommige Genade toe. gebracht te worden naar het Herlogs- theater in Lincoln's Inn Fields. Hij ging er heen, om te spotten. Hij bleef, om te aanbid den. Men weet reeds daar wij den babbel- achtigen heer Pepys beluisterd hebben dat de hertogelijke schrijver uit zijn loge. voor zijn metgezel in het bijzonder en den geheelen schouwburg in het algemeen tuide verklaarde, dal hij zijn muze niet met rust zou laten voordat hij een tooneelspel had voortgebracht met een rol, die de schitteren de talenten van juffrouw Farquharson waar dig was. Zijn woorden werden haar overgebracht. Zij bevatten een zekere vleierij waarvoor het onmogelijk was. dat zij ongevoelig zou blij ven. Zij voelde zich nog niet geheel thuis in dat kleed van roem. dat over haar heen geworpen was Zij bleef onbedorven en zij verwaardigde zich nog niet zulke uitlatin gen van de grooten aan te nemen, als niet meer dan een behoorlijke schatting aan haar talenten. Zulk een lof van iemand, die zoo boog, zelf een bekend schrijver en een goede vriend van den koning was, zelte een climax op de lauweren, die zij in den laatsfen tijd geoogst had. Hel was haar een voorbereiding voor het bezoek van den Hertog aan den foyer, dat spoedig daarop volgde. Zij werd voorgesteld door Etheredge, dien zij reeds kende, en zij stond verlegen voor den lan gen. zeer eleganten Hertog onder den blik van zijn vermetele oogen. Met zijn goudblonde pruik leek hij nu nog niets ouder dan dertig jaar Tot nu toe had hij nog niet die gezetheid, die men ziet op het portret, dat Sir Peter Lely eenige jaren later van hem schilderde. Hij was nog de mooiste man aan het hof van Karei, met zijn langwerpige, donkerblauwe oogen onder zeer gelijk geteekende wenkbrauwen zijn mooie neus en kin en zijn geestigen, gevoeligen, zinnelijken mond. Toch op den eersten blik had juffrouw Farquharson bij instinct een afkeer van hem. Zij vermoedde onder al dat lichamelijke móóis iets onheilspellends. Zij schrikte inwendig en bloosde even onder den goedkeurenden blik van die stoutmoe dige. mooie oogen, die al te diep schenen door te dringen Versland en eerzucht hiel pen haar. dien instinctmatigen afkeer te ver drijven. Zijn Genade maakte een diepe buiging, waarbij de krullen vaD zijn pruik voorover vielen als de ooren van een waterhond. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1927 | | pagina 5