KWATT^
DatshWAÏTA
Een speelbal der fortuin
LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 24 Februari Tweede Blad Anno 1927
BINNENLAND.
TWEEDE KAMER.
VOLLE MELK REEPLM
KERK- EN SCHOOLNIEUWS.
FEUILLETON.
No. 20537
HOFBERICHT.
De Koningin en de Prins zijn gisteravond
istreeks halftien per Staatsspoor van Het
io in de residentie teruggekeerd.
IERN. REGELING VAN DEN ZOMERTIJD
Overeenstemming bereikt?
Volgens de „Temps" is er overeenstem-
ing bereikt tusschen de regeeringen van
.)giê, Engeland, Nederland en Frankrijk
q aanzien van den datum, waarop de
meriijd zal beginnen. Voor dit jaar werd
tijd-verandering vastgesteld op den nacht
n 9 op 10 April. De terugkeer tot den
jttelijken tijd zou plaats hebben in den
cht van 1 op 2 October.
DE INTERN. TELEGRAFISTEN
WEDSTRIJD TE COMO.
Mederwerking van de Regeering.
In antwoord op de vragen van den heer
n Braambeek betreffende deelneming van
ïderlandsch personeel der posterijen en
egrafie aan den internationalen telegra-
ten-wedstrijd te Como, deel de Minister
n Waterstaat het volgende mede:
Een uitnoodiging tot deelnemen aan den
lemationalen telegrafisten-wedstrijd te
imo, uitgaande van de Italiaansche tele-
lal-administratie' is bij het Hoofdbestuur
r Posterijen en Telegrafie ontvangen en
or dit Hoofdbestuur met mijn instemming
nvaard.
Een der bonden heeft schriftelijk aan den
recleur-generaal der posterijen en telegra-
verzocht, de uitnoodiging niet te aan-
Mden en elke medewerking af te wijzen,
ivendien hebben de kerkelijke, neutrale
moderne bonden in de vergadering van
commissie van overleg voor het Staats-
drijf van de posterijen, de telegrafie en
elonie medegedeeld, dat zij hun leden
wekken, zich van medewerking te ont-
luden.
Aan gezien de overwegingen, waarop de
oden hun houding gronden niet in verband
lan met den te houden telegrafisten-wed-
ijd, bestaat voor de Regeering geen aan-
iding om een andere gedragslijn aan te
men dan bij den vorigen internationalen
egrafisten-wedstrijd, welke in 1922 te
rlijn werd gehouden is gevolgd.
PERSONEEL LUCHTVAART.
Brief van den Minister van Oorlog.
Bij de Tweede Kamer is ingekomen een
iel van den Minister van Oorlog, hou-
nde mededeelingen in verband met de
tregging, die de Minister in de vergade-
ng der Tweede Kamer van 22 December
a den heer Deckers deed nopens de split-
ïg van het werkliedenpersoneel der lucht-
artafdeeling.
De Minister zet uiteen, dat dit personeel
splitst is in een groep gespecialiseerden,
e werkzaamheden verrichten- waarvoor
n meer of minder langdurige scholing bij
t luchtvaartbedrijf noodig is en een groep
el gespecialiseerden. die ieder oogenblik
in de particuliere arbeidsmarkt kunnen
orden betrokken. Het personeel der eerste
«p ie in vasten dienst en om hen aan de
rhvaartafdeeling te binden is een hoogere
roldiging voor hen vastgesteld moeten
orden.
Het personeel van de tweede groep is be-
"nd om te worden vervangen door burgers
odat dit voor den Staat goedkooper is; zij
"den geleidelijk ontslagen onder toeken-
at van wachtgeld.
De indeeling in de eene of andere groep
«rdt geen verband met een meerdere of
iedere waardeering van de vakbekwaam
st der betrokkenen.
DE AMST. HUURVERORDENING.
Kaar wjj vernemen, zegt de „Tel.", wordt
stadhuize te Amsterdam de laatste hand
rlegd aan de samenstelling van een ge-
eenteljjke Huurverordening, welke binnen-
>rt in het college van B. en W. zal
orden behandeld.
feodra deze door B. en W. is besproken,
1 jjj in de Commissie voor de Straf-
fordeningen worden gebracht, waarna ook
oog de Gezondheidscommissie er over
van advies moet dienen, alvorens een voor
dracht aan den gemeenteraad zal ver
schijnen.
Over het concept-verordening heeft wet
houder De Miranda ook de meening ge
vraagd van prof. mr. dr. Van der Pot,
den Groningschen hoogleeraar in het
staatsrecht
DIT DE S.D.A.P.
Zaterdag heeft het partijbestuur van de
S.D.A.P. vergaderd. Aan de mededeelingen
in „Het Volk" ontleenen wij:
Het partijbestuur nam kennis van de ver
klaring, door p.g. Jelles in den gemeente
raad van Utrecht afgelegd; sprak, op grond
dezer verklaring, afkeuring uit over de
handelingen van dezen partijgenoot, droeg
het dagelijksch bestuur op een onderzoek
in te stellen naar de motieven, op welke
de houding van de Utrechtsche raadsfractie
er de federatie Utrecht jegens de gedra
gingen van Jelles gegrondvest was, ten
einde na het onderzoek een eind-oordeel
over het geval te kunnen uitspreken.
Het partijbestuur besloot in de coivlusies
van het Onderwijsrapport eenige wijzigingen
en aanvullingen aan te brengen in verband
met de behandeling van deze op het a.s.
congres.
RECLAME.
Eczeem, uitslag en alle jeukende huid
ziekten behooren afdoend behandeld te wor
den, anders komen zij telkens terug. Hoe
langer de huidkwaal verwaarloosd wordt,
des te moeilijker wordt het om haar te gene
zen. Wend onmiddellijk Foster's Zalf aan!
deze geeft dadelijk verlichting en voortgezet
gebruik doet de kwaal geheel verdwijnen.
Foster's Zalf is alom verkrijgbaar f 1.75
per doos, f 1.per tube. 4S91
(Zitting van gisteren).
BELASTINGREGELING.
Aan de orde is de voortzetting der behan
deling van het ontwerp: Nadere voorziening
ten aanzien van de heffing van de vermo
gensbelasting, de verdedigingsbelasting I en
de inkomstenbelasting.
De heer J. TER LAAN (S. D.) zegt, tot de
conclusie te zijn gekomen, dat een blijvend
verzet tegen dit ontwerp niet gemotiveerd
is. Men moet de regeering gelegenheid ge
ven, de reorganisatie der beide dienstvak
ken door te voeren langs de wegen, in de
stukken afgebakend, om ten slotte tot een
fusie te komen. Spr. zou van de regeering
nog willen vernemen, of zij positief verder
zal gaan dan de thans voorgestelde reorga
nisatie. Verder zou hij willen vernemen,,
hoeveel personeel er zal overgaan van de
registratie naar de directe belastingen. Hoe
zal de Minister voorts de positie van het
jongere persoifeel regelen? Deze jongelui
hebben een kostbare opleiding gehad, heb
ben zich op 'n bepaalden tak gespecialiseerd
en voor hen zal het moeilijk zijn, een an
dere positie te vinden. Spr. zou de toezeg
ging van den Minister wenschen, dat hij
persoonlijk de positie en de toekomst van
het personeel zal nagaan.
De heer VAN GIJN (V. B.) zou willen
vasthouden aan de plannen van de Com-
missie-Beumer. De Minister is thans een
weg opgegalan, waardoor de kennis van het
registratie-personeel ten aanzien van de
heffing der vermogensbelasting wordt uit
geschakeld. Spr. is het eens met den heer
Oud en zal tegen het ontwerp stemmen.
De heer VAN VUUREN (R.-K.) is ook
voorstander van de fusie. Waar nu de regee
ring zegt, dat op dit oogenblik een samen
smelting der beide dienstvakken nog onge-
wenscht is, wil spr. niet afwijzen hetgeen
z.i. een stap in die richting beteekent. Hoe
verder de Minister gaat, hoe liever het
spr. is.
De heer SMEEXK (A. R.) sluit zich aan
bij den heer Van Vuuren. Ten aanzien van
de surnumerairs bij de registratie onder
steunt hij het betoog van den lieer Ter
Laan.
De Minister van Financiën, de heer DE
GEER, betreurt de rivaliteit, die sinds jaren
bij de beide dienstvakken heeft bestaan en
ondersteunt de uitdrukking van den heer
Oud. dat beide taJcken van dienst een ge
lijkwaardige taak hebben. Dat het ontwerp
slecht zou voorbereid zijn en slechts aan
één kant advies zou zijn ingewonnen, moet
de Minister ten sterkste ontkennen. Ook de
registratie is gehoord door sprekers ambts
voorganger. En spreker heeft hetzelfde
gedaan.
De Minister meent, dat het brengen in
één hand van de inkomsten- en vermogens
belasting reeds een belangrijken stap betee
kent in de richting der fusie. Uit één oog
punt behooren deze belastingen te worden
bezien. Het verkrijgen van de eenheid is
het voornaamste. Hoe dat dienstvak dan zal
heeten, is van secundair belang. Deze be
lastingen zijn meer aangewezen om onder
één dienstvak geplaatst te worden dan de
vermogens- en de successie-belasting. De
voorgestelde eenheid komt ook het publiek
ten goede. Het contact tusschen beide dien
sten, waarvan de heer Oud sprak, blijft be
staan en wel tusschen de vermogens- en de
successiebelasting; dus alleen wordt dat
contact verplaatst naar een ander punt.
Den heeren Ter Laan en Smeenk merkt
de Minister op, dat reeds gedurende eenige
jaren rekening is gehouden met een moge
lijke fusie, ook bij de aanstelling van nieuw
personeel. Maar al zouden eenige promotie
kansen worden geschaad, dan nog zou dit
geen reden mogen zijn. een reorganisatie
achterwege te laten. Definitieve fusie is ook
voor den Minister een ideaal, mits niet in
den geest van de Commissie-Beumer.
Naar aanleiding van een amendement-
Oud, dat aan de orde komt, deelt de Minis
ter mede, dat hij op zijn Departement reeds
een ontwerp gereed had dat de mogelijkheid
schept voor de administratie, in de richting
van fusie werkzaam te zijn. zonder verdere
wettelijke voorzieningen. De Minister zal
den heer Oud dan ook in overweging geven,
zijn amendement in te trekken en het voor
stel van den Minister in deze wet op te
nemen.
De algemeene beraadslagingen worden
gesloten.
Op art 1 had de heer Oud een amende
ment ingediend om te doen uitkomen, dat
dit ontwerp een inleiding beteekent tot de
fusie. De oplossing van den Minister gaat
echter verder dan sprekers amendement.
Daarom trekt hij het in.
De MINISTER dient hierna de aangekon
digde nota van wijziging in.
De heer VAN GIJN verdedigt een amen
dement van de vaste commissie voor de
belastingen, om den inspecteur bevoegdheid
te geven, ongewenschte gemachtigden te
negeeren en hem het recht te geven te
eischen, dat de reclamant zijn gemachtigde
vergezelt.
Het amendement wordt door den Minister
overgenomen.
Het wetsontwerp wordt t. h. et. aange
nomen.
UITKEER ING AAN NAARDER KWEEKERS
Aan de orde is het ontwerp betreffende
uitkeering aan de Handelsvennootschap
onder de firma Jac. Smits en Co. en anderen
De heer DUYS (S.D.) zegt dat reeds 8
jaren lang de rechlzoekenden met 'n kluitje
in het riet worden gestuurd. Toen de heer
Lambooy als minister van Oorlog optrad,
is aanstonds erkend, dat het causaal ver
band tusschen schade en regeeringsmaatre-
gelen, bestond. Daarmee kwam vast te staan
dat de regeering plicht had, die schade te
vergoeden.
Het gaat hier allerminst om tegemoetko
ming. De kweekers hebben rech óf op niets
óf op alle schadevergoeding. Het is wel
krenterig, dat de regeering niet eens heeft
willen meewerken om de schade vast te
stellen. De fatsoenlijke, Christelijke regee
ring. moest door den president van de Haag-
sche rechtbank gemaand worden- die scha
de vast te doen stellen. Dat zijn fraaie ma
nieren!
Als er geen recht is voor de kweekers, dan
moet het ontwerp worden ingetrokken,
want dan kan over het geld niet beschikt
worden. Doch kan dat recht worden aange
toond, dan is er volledig recht en moet de
schade volledig worden uitbetaald. Noodge
drongen zal de Kamer dit ontwerp moeien
aannemen, hoewel het ergerniswekkend is.
De minister doet geen gelijke behandeling
toekomen aan hen, die onder gelijke om
standigheden gedupeerd zijn. De kweekers
in het natte vak hebben 100 pCt. gehad,
waarom krijgen degenen in het droge vak
slechts 60 pCt. De kweekers zijn voor een
groot deel nog de dupe geworden van hun
goede trouw in deze Christ, regeering. Er zijn
er heel wat. die door deze schadevergoeding
niet geholpen worden. Wat zal de regeering
doen ten opzichte van het kweekerscrediet?
Een schrapping van het kweekerscrediet
zou voor die menschen nog iets kunnen be-
teekenen. Betalen kunnen zij toch niet. In
dat geval zouden de kweekers met een
schoone lei kunnen beginnen.
De heer LOVTNK (C.-H.) betreurt dat de
minister slechts 60 pCL van de geleden
schade wil vergoeden. Dit gaat ook lijnrecht
in tegen de uitspraak van de Kamer. De
zaak heeft reeds zóó lang gesleept, dat er
nog wel eenigen tijd bij kan voor een des
kundig onderzoek naar de geleden schade.
Het zou spr. verheugen als de ministers in
de Kamer zouden kunnen meewerken om
alsnog een zoodanig onderzoek te doen in
stellen.
De heer OUD (V.-D.) spreekt er zijn te
leurstelling over uit, dat de minister zóó
weinig rekening heeft gehouden met een
weloverwogen uitspraak der Kamer. De mi
nister schijnt een zucht te hebben, iets
anders te doen, dan de Kamer wil.
MINISTER DE GEER zegt van meening
te zijn, dat na het debat van verleden jaar,
het huidige debat achterwege had kunnen
blijven op eenige opmerkingen na De heer
Duys schijnt zich niet meer te herinneren,
wat er op 18 Juni in de Kamer is gesproken,
De minister van Oorlog heeft toen duidelijk
gezegd, dat er geen sprake van recht was,
maar dat er wel aanleiding zou zijn voor
schadevergoeding in den vorm van tege
moetkoming.
Spr. heeft die woorden toen onderstreept.
Hij ziet geen recht, omdat de kweekers de
zelfde nadeelen hebben ondervonden als alle
anderen, tengevolge van regeeringsmaatre-
gelen in den mobilisatietijd. Spr. heeft ge
meend, toch schadeloosstelling te moeten
geven, omdat de regeering eenmaal een com
missie had ingesteld en schadevergoeding
was toegezegd, wanneer het causaal verband
tusschen de regeeringsmaatregelen en de
schade zou kunnen worden vastgesteld. Het
kweekers-crediet zal niet van de uilkoering
worden afgetrokken. Tot een schenking van
het kweekerscrediet is thans geen aanlei
ding, al worden telkens dispensaties ver
leend en schikkingen getroffen.
De heer BEUMER (A.-R.) merkt op, dat
ieder, die de beraadslaging op 18 Juni heeft
gevolgd, kon weten wat te wachten stond,
daar de minister een ander standpunt in
nam dan spreker, die deze zaak er een vindt
voor den rechter en niet voor de Kamer. De
logica brengt dus mee, dat spr. tegen het ont
werp stemt.
De MINISTER repliceert Aan hel verzoek
van den heer Lovink om een nieuw onder
zoek, kan hij niet voldoen.
Het ontwerp wordt z. h st. aangenomen.
Z. h. st. worden aangenomen de ontwer
pen tot wijziging der Wet op de Inkomsten
belasting 1914 en tol afschaffing van de col
leges van zetters voor 's Rijks directe belas
tingen.
afschaffing van de Zondagsrust is onbegrij
pelijk.
Spr. wijst verder op den slechten gezond
heidstoestand op Suriname. De bestrijding
der parasitaire volksziekten dient veel krach
tiger ter hand le worden genomen. Er kan
reeds een stap in de goede richting worden
gedaan door het zenden van een deskundige
in de tropische hygiëne.
De grens tusschen Suriname en Brilsch
Guyana is nog steeds niet geregeld. Het is
van meer belang, dat die grens geregeld
wordt, dan wel hoe die regeling plaats heeft.
De heer DROOGLEEVER FORTUYN
(V.B.) ziet de inmenging van den Ond^rne-
mersraad geheel anders. De minister heeft
eenvoudig advies gevraagd en de maatrege
len, die werden aanbevolen, zijn van finan-
cieel belang. Doch de toevoeging, dat die
maatregelen voor twee jaar zouden gelden,
heeft wel sterk den indruk gewekt, dal er
sprake is van een compromis. Echter wil
spr. aannemen, dat dit niet is gesloten
Spr verwacht wel, dat de groote laud-
bouw op Suriname tot- grooter bloei zal
komen en dat Nederlandsche instellingen
zich daar zullen vestigen. Hii hoopt ech
ter, dat als een beroep wordt gedaan op
do schatkist, de regeenng niet zal weige
ren, desnoods tot de instelling van een
gemengd bedrijf over te gaan.
Er is reden, de toekomst niet mismoe
dig in te zien. De laatste onderzoekingen
hebben immers bevestigd, dat de grond er
goed is. Er is echter, groote behoefte aan
voorlichting voor den grootcn, zoowel als
voor den kleinen landbouw. De minister
heeft niet den indruk gewekt, dat hij den
kleinen landbouw flink zal steunen.
De geneeskundige verzorgvng kost een
belangrijk bedrag, doch het resultaat is
onbevredigend. Dat komt, omdat men zijn
aandacht concentreert op het ziekenhuis
wezen en er niets gedaan wordt ter voor
koming van ziekten. Is het niet mogelijk
in Suriname in te voeren het verplichte
lidmaatschap van een ziekenfonds 1 Men
zou dan geregelder toestanden krijgen,
doordat niet al het verdiende geld bij ziek
te weer verteerd wordt. Spr. waarschuwt
tegen te groote verwachtingen van decen
tralisatie. Wel is het van belang, bekwame
en goed bezoldigdo ambtenaren uit te
zenden.
Ten slotte dringt spr aan op het maken
van haast met de grensregeling, om moe>-
lijkheden te voorkomen.
De vergadering wordt verdaagd tot he
den 1 uur.
RECLAME.
Slechts een merit kan aan de spits staa»
7831
BEGROOTING VAN SURINAME.
Aan de orde is de begrooting van Suri
name over 1927.
De heer IJZERMAN (S.-D.) zegt, dat het
eenige, dal Nederland voor Suriname doet,
het uitspreken van de hoop is, dat het Ne-
'derlandsche kapitaal als reddingsbrigade zal
optreden. Of dit gebeuren zal. staat nog te
bezien. Het initiatief der regeering benerkt
zich tot het bouwen op het particulier initia
tief. Op de bijde boodschap van den Onder-
nemersraad heeft de regeering nu een richt
snoer voor haar politiek gevonden. De
eischen, die de Ondernemersraad stelt, he
ilrijken vrijwel het geheele terrein van het
(iverheidsterrein. Wil de regeenng aan die
qischen voldoen, dan zal de Ondernemers-
mad adviseeren, kapitaal in Suriname te be
lagen.
Niet alles, wat de Ondernemersraad vraagt,
behoeft geweigerd te worden. Maar de mi
nister gaat veel te ver door te zeggen, dat
de invloed van den Ondernemersraad in de
arbeidstijden ook zijn instemming heeft.
De instemming van den minister met de
NGD. HERT KERK.
Beroepen- Te Zoelen: A. A. van
Stipriaan Luiscius, te Wel Ammerzoden, te
Gouderak: G. Enkelaar. te Ter Aar; te Cad-
zand (toez.): M. D Gijsman. te Zunderdorp.
Aangenomen: Naar Soest: J. I. van
Schaick, te Nieuwe Pekela.
Bedankt: Voor Putten: I. Kieviet, te
Baarn-, voor Burum: J. Langman, te Voor
burg.
GEREF KERKEN.
Beroepen: Te Baarland: B. A. Bos,
cand. le Uithuizen; te Oltoland: P. D. Kui
per, cand. te Kampen.
CHR. GEREF. KERK.
Beroepen: Te Zwijndrecht (2de maal):
J. P. Meyering, le Nieuwpoort.
Naar het Engelsch
van
RAFAEL SABATINI.
I Geautoriseerde vertaling van A'. T.
16)
En de hoofdzaak van haar nieuws was
paar al te waar. De Lord Mayor was op
feizelfde oogenblik in Whitehall om aan te
|P°ren tol onmiddellijke en afdoende maal-
*Men, om de verspreiding der pesl te be
lijden en een van deze maatregelen was
c ^ogenblikkelijke sluiting der schouwbur-
Jn. Maar daar hij niet terzelfder tijd de
lulling der kerken beval, waar de verzame
ld? van menschen minstens even gevaar-
was als in de schouwburgen, beweerde
len het bof. dat Sir John het werktuig
ir Puriteinen was. die munl trachtten te
aan ujl de pest Daarenboven bepaalde de
■proeving zich tot de armerp wijken en de
standen De hemel zou nooit toelaten,
deze vreeselijke ziekte menschen van
R a^°tastte En daarbij waren de hoof-
an lD h'tehaN op dal oogenblik overvol
t Hn j dingen. er liepen geruchten, dal
0 'andsche vloot uitgeloopen was. en dit
in(j!n?er .^an ?pnoeg om zooveel tijd en
en p bes'a2 te nemen van de hoog-
ln 3n hel volk. als zij overhielden van
¥tm-tern\a^en in het voetspoor van hun
e uii- e? en k°ning. Ook werden veel van
len enen volks in beslaS ?eno"
0001 Persoonlijke grieven in verband
met de vloot en den oorlog. Van deze was
misschien de meesl ontevredene zooals
hij zeker de voornaamste was Zijn Ge
nade van Buckingham, die merkte, dat het
volk geen notitie van het feit nam, dat hij
heelemaal van York gekomen was, om zijn
kostbare diensten in dezen tijd van nood aan
le bieden.
Hij had het bevel over een schip gevraagd,
een positie, waartoe in zijn eigen oogen zijn
rang en talenten hem alle recht gaven. Dat
zulk een verzoek geweigerd zou worden, was
nooit bij hem opgekomen. Maar geweigerd
was het. Er waren twee factoren, die hem
tegenwerkten. De eerste was, dat de Hertog
van York het land aan hem had en geen
kans voorbij liet gaan, om hem le vernede
ren. de tweede was, dat de Hertog van York,
als Lord Admiraal van de vloot, niets wilde
wagen. Er waren veel goede plaatsen, waar
bekwame zeelieden uitgesloten konden wor
den, om plaats te maken voor adellijke
heertjes. Maar het bevel over een oorlog
schip behoorde daar niet toe.
Buckingham werd een kanonneerbrik
aangeboden. Aangezien het aanbod van den
broeder van den koning kwam, kon hij er
zich niet zóó beleedigd door toonen, als hij
in zijn boosheid wel wilde. Maar wal hij kon
doen, om zijn minachting te doen blijken,
dat deed hij Hij weigerde de kanonneerboot,
en nam als vrijwilliger diensl op een vlagge-
schip Maar hier deed zich opnieuw een ver
wikkeling over Als lid van den Raad van
State eischte hij het recht op om zitting en
stem te hebben in alle krijgsraden, in welke
hoedanigheid hij waarschijnlijk nog meer
kwaad had kunnen doen dan als beve heb
ber van een der groote schepen. Hij werd
weer gedwarsboomd door hef verzet van den
Hertog van York, waarop hij woedend van
Portsmouth naar Whitehall reisde, om zijn
klacht le brengen voor zijn boezemvriend,
den koning.
De vroolijke vorst heeft misschien gewan
keld; het heeft hem mogelijk gehinderd, dat
hij den mooien schelm niet kon tevreden
stellen, die zoo goed de kunst verstond, hem
te doen lachen; maar tusschen zijn eigen
broeder en den Hertog van Buckingham had
hij geen keus. En dus kon Karei hem niet
helpen.
Buckingham was daarom aan het hof ge
bleven om zijn verdriet te koesteren, en
langs een omweg betrokken te worden bij de
vreemde geschiedenis van kolonel Randal
Holles.
Zijn Genade had, zooals men weet, een
levendigen aard, die tot nu toe ofschoon
hij bijna veertig jaar was niets van zijn
vurigheid verloren had. Zulke naturen zijn
gemakkelijk te troosten, omdat zij gauw af
leiding vinden. Het duurde niet lang, of hij
had in nieuwe en minder eervolle bezig
heden niet alleen de kwetsing van zijn
waardigheid vergeten, maar ook zelfs de om
standigheid dat zijn land in oorlog was
Dryden heeft hem in een enkelen regel ge-
teekend: ..Hij was alles a3n het begin, en
niets lang." De regel is even toepasselijk op
Buckingham's aard al9 op zijn talenten; hij
typeert het geheele karakter van den man
Zijn vriend. George Etheredge, die andere
begaafde deugniet, die een jaar te voren plot
seling beroemd geworden was door zijn blij
spel ..Th* Comic Revenge." had hem de
ooren doof gepraat met loftuitingen over de
schoonheid en het taient van die algemeen
bewonderde en betrekkelijk pas ontdekte
toonee!speelster, Sylvia Farquharso. Eerst
had Buckingham gelachen om de geestdrift
van zijn vriend.
„Wat een woordenrijkdom om een tooneel-
speelster te beschrijven," had hij gegeeuwd.
„Ba! Een actrice! Een geverfde pop aan
touwtjes.
„Zoowaar ik leef, dit is geen geverfde pop.
Dit is de incarnatie van schoonheid en
talent."
„Dat heb ik van anderen gehoord, die
geen van beide bezaten."
„En laat ik er bijvoegen, dat zij deugd
zaam is."
Buckingham keek hem aan, zijn vadsige
oogen wijd open. „Wat kan dat zijn,"
vroeg hij.
„Het voornaamste bestanddeel van mijn
recept."
„Maar beslaat dit dan, of is je groenheid
grooter dan ik dacht?" vroeg Buckingham.
,,Kom en zie," de heer Etheredge
hem uit
„Deugd," wierp Buckingham tegen, „is
niet zichtbaar."
„Evenals schoonheid, ligt zij in de oogen
van den aanschouwer Dat is de reden waar
om jij ze nooit gezien hebt, Bucks."
Eindelijk stemde zijn brommige Genade
toe. gebracht te worden naar het Herlogs-
theater in Lincoln's Inn Fields. Hij ging er
heen, om te spotten. Hij bleef, om te aanbid
den. Men weet reeds daar wij den babbel-
achtigen heer Pepys beluisterd hebben
dat de hertogelijke schrijver uit zijn loge.
voor zijn metgezel in het bijzonder en den
geheelen schouwburg in het algemeen tuide
verklaarde, dal hij zijn muze niet met rust
zou laten voordat hij een tooneelspel had
voortgebracht met een rol, die de schitteren
de talenten van juffrouw Farquharson waar
dig was.
Zijn woorden werden haar overgebracht.
Zij bevatten een zekere vleierij waarvoor het
onmogelijk was. dat zij ongevoelig zou blij
ven. Zij voelde zich nog niet geheel thuis
in dat kleed van roem. dat over haar heen
geworpen was Zij bleef onbedorven en zij
verwaardigde zich nog niet zulke uitlatin
gen van de grooten aan te nemen, als niet
meer dan een behoorlijke schatting aan haar
talenten. Zulk een lof van iemand, die zoo
boog, zelf een bekend schrijver en een goede
vriend van den koning was, zelte een climax
op de lauweren, die zij in den laatsfen tijd
geoogst had. Hel was haar een voorbereiding
voor het bezoek van den Hertog aan den
foyer, dat spoedig daarop volgde. Zij werd
voorgesteld door Etheredge, dien zij reeds
kende, en zij stond verlegen voor den lan
gen. zeer eleganten Hertog onder den blik
van zijn vermetele oogen.
Met zijn goudblonde pruik leek hij nu nog
niets ouder dan dertig jaar Tot nu toe had
hij nog niet die gezetheid, die men ziet op
het portret, dat Sir Peter Lely eenige jaren
later van hem schilderde. Hij was nog de
mooiste man aan het hof van Karei, met zijn
langwerpige, donkerblauwe oogen onder zeer
gelijk geteekende wenkbrauwen zijn mooie
neus en kin en zijn geestigen, gevoeligen,
zinnelijken mond. Toch op den eersten blik
had juffrouw Farquharson bij instinct een
afkeer van hem. Zij vermoedde onder al dat
lichamelijke móóis iets onheilspellends.
Zij schrikte inwendig en bloosde even onder
den goedkeurenden blik van die stoutmoe
dige. mooie oogen, die al te diep schenen
door te dringen Versland en eerzucht hiel
pen haar. dien instinctmatigen afkeer te ver
drijven.
Zijn Genade maakte een diepe buiging,
waarbij de krullen vaD zijn pruik voorover
vielen als de ooren van een waterhond.
(Wordt vervolgd).