en speelbal der fortuin O. 20529 LEIDSCH DAGBLAp, Dinsdag 15 Februari Tweede Blad Anno 1927 BINNENLAND. LIJSTENMAKERIJ FEUILLETON. STAATSBEGROOTING VOOR 1927. Voorloopig Verslag dei Eerste Kamer. Dat het optreden en voortbestaan van Kabinet aan het parlementair stelsel jstig afbreuk doet, is blijkens het Voor lig Verslag van de Eerste Kamer om- nt de algemeene beschouwingen over Staatsbegrootmg voor het dienstjaar .127, volgens verschillende leden in vol- oende mate gebleken. Onderscheidene leden betreurden het, at het Kabinet met steunt op een meer- rheid, die de democratische beginselen den voorgrond stelt. Eenige dezer leden betreurden het, dat et parlementaire stelsel thans verlamd ordt door het karakter en de houding er R.-K. Staatspartij, welke, heterogeen samenstelling en gedrukt door het over cht van conservatieve elementen, wei vuld is van innerlijke ontevredcnheia er eigen onmac-ht. doch niet dèn moed «zit om, te zamen met de beide demo nische partijen van de linkerzijde, aan en tegen woordigen toestand een einde te laken. Inmiddels wast de macht van de lonomisch "sterken in de samenleving, tegenover deze geen gesloten ecu- id van alle democratische krachten staat. De drie door de Tweede Kamer aange- omen moties (bezoldigingsbesluit, rechts- jsitie ambtenaren en zevende leerjaar), jn van democratische strekking. Ondanks tgesproken wensch der Yolksverte- ?nwoordiging legt het Kabinet deze ino- naast zich neer. Daaruit blijkt duidc- volgens de hier aan het woord zijnde den, dat deze Regeering een belemuie- ig is voor de uitvoering van den volks- en dat ^aar beginselen met overeen- jmmen rac. die van de meerderheid der reede Kamer. Vindt zij dit voor haar et een onhoudbare toestand en acht zij irhalve niet den tijd gekomen om heen gaan 1 Waaraan ontleent zij den moed, ondanks het bcginselverschil, toch aan ft bewind te blijven Het antwoord kan ander zijn, dan dat zij er op vertrouwt it de R.-K. Saatspartij niet wil, dat zij Daarom is de vraag gewettigd, of de «mmen uit deze partij voor bedoelde mo. s wel oprecht en ernstig zijn gemeend. Het recht van tienduizenden ambtenaren :ht, volgens deze leden, de medewer- Dg der R.-K. democraten, die in de Ka- itr voor democratische voorstellen, maar 'laten, dat aan die aldus aangenomen orstellen geen gevolg wordt gegeven. Hen kwam van verschillende zijden tegen ze beschouwingen op. Onderscheidene leden meenden, dat, argelaten de vraag of uitvoerihg dezer Dties op zichzelf wenschelijk is of niet, Regeering zeer zeker niet verplicht is or de Tweede Kamer aangenomen mo- - uit te voeren. Dit zoude alleen het ral kunnen zijn, wanneer bij een motie kwestie van vertrouwen was gesteld- ze leden achtten het standpunt van de geering principieel juist. Regeeren door oties verplaatst de Regeermacht naar Tweede Kamer. Andere leden oordeelden, dat deze Re- znng alleen dan zal terugtreden, wan- ?r zich een andere partij formatie voor at, die zich in dit geval zelve wel zal ndirneD. Zoekt,de S.D.A.P., zoo betoogden deze den verder, naar de oorzaak van het Idwinnend bederf van het parlementaire elsel, dan moge zij, die medo verant- ►ordelijk is voor dén thans zoozeer door tor veroordeelden toestand, beginnen met hand in eigen boezem te steken, in ats van de R.-K. Staatspartij of de idige Regeering daarvoor aansprakelijk rtellen. idanks erkenning van bekwaamheid bewindslieden, waaruit het Ministerie samengesteld, konden eenige leden niet ten er op te wijzen, dat zij, v<ror wie lhaving en versterking van de Chnsto- grondslagen der maatschappij in be en wetgeving een, dringende eisch »s, •lijk anders dan noodgedwongen deze peering kunnen steunen. Dat de Regeering alle zaken laat rusten, welke liggen buiten de grenzen der strikte neutraliteit, konden deze leden niet goed keuren. De leden, die de Regeering verweten, dat zij niet in democratischeD zin het beleid voert, wezeD er^ op, dat zij bij voortdu ring tegen de wenschen der democratie ingaat. Op het stuk der arbeidswetgeving had tuen veel meer activiteit mogen verwach ten. Bij het doei) van benoemingen gaat de. Regeering de S.D A.P. dikwijls voorbij. Er werd o.a. op gewezen, dat er in ons geheele land slechts vier s d. burgemees ters zijn, terwijl 35 a 30 pCt. der bevol king de sociaal-democratie is toegedaan. Hiertegenover werd opgemerkt, dat de S.D.A.P. deze behandeling voor een groot deel aan zichzelf te wijten heeft. Daarnaast werd o.a. nog op gewezen, of de wijze, waarop de socialistische burge meester van Goor in het openbaar is op getreden, het op zijn minst twijfelachtig maakt of men zich op dergelijke burge meesters in tijden van nood wel onvoor waardelijk kan verladen. Als ernstige grieven tegen het beleid der Regeering werd door vele leden aan gevoerd, dat zij in zake voorzieningen, het onderwijs betreffende, nalaat de in den loop der laatste jaren ingevoerde wijzigin gen, welke van nadeeligen invloed zijn, ongedaan te maken, en dat zij haar hou ding tegenover het ambtenarencorps niet verandert. Deze grieven bleven echter niet onweer sproken. Enkele leden konden het niet goedkeuren, dat de regeering alle zaken laat rusten, welke liggen buiten de grenzen der strikte neutraliteit. Tevens betreurden zjj het, dat de Zon dagswet niet wordt gehandhaafd of ver schillend wordt uitgevoerd, redenen waarom wijziging der wet noodzakelijk is. Een wij ziging van de wettelijke regeling der echt scheiding behoorde volgens hen eveneens ter hand te worden genomen. Voorts keur en zij het af, dat de lijkverbranding wordt toegelaten. Andere leden verweten de regeering. dat zij bij voortduring tegen de wenschen der democratie ingaat. Op het stuk der arbeids wetgeving had men veel meer activiteit mogen verwachten. Een voorstel tot invoe ring der plaatselijke keuze, aangekondigd in de Troonrede, blijft nog maar steeds ach terwege. Als ernstige grief tegen het beleid der re geering werd voorts door vele leden aan gevoerd, dat zij in* zake voorzieningen, het onderwijs betreffende, nalaat de in den nood der laatste jaren ingevoerde wijzigin gen, welke van nadeeligen invloed zijn, on gedaan te maken, en dat zij haar houding tegenover het ambtenarenkorps niet veran dert. Ten aanzien van de rechtspositie der ambtenaren en werklieden in overheids dienst werd opgemerkt, dat reeds in 1918 de commissie-Dresselhuys over deze zaak een rapport met voorstellen heeft ingediend en dat een wetsontwerp reeds lang gereed ligt ter behandeling. Bij de financieele be schouwingen werd er aan herftinerd. dat in September 1923 de toenmalige •minister van Financiën aankondigde, dat de begrooting voor het jaar 1924 afgesloten werd met een tekort van f 140 millioen Het is echter ge bleken, dat de dienst 1924 afgesloten werd met een overschot van ruim f 1 millioen. Naar aanleiding daarvan werd gevraagd of de regeering kan mededeelen, welke facto ren tot dit resultaat medegewerkt hebben, met name: 1. in hoeverre de nieuwe belastingen daaraan deel hebben; 2. wefke maatregelen tijdens het bewind van den betrokken minister genomen, zoo wel van wettelijken aard als berustende op koninklijke besluilen. geleid hebben tot ver mindering der uitgaven: 3. hoe groot de opbrengst was van de ge wone middelen. en in hoeverre deze de ra ming te boven gingen, onafhankelijk van bemoeiingen van regeeringswege: 4. welke uilgaven verminderden, onaf hankelijk van bemoeiingen van regeerings wege, en in welke mate deze verminderd waren: 5. in welke mate lasten op de gemeenten gelegd of naar de gemeenten overgebracht werden. Ook zou men gaarne vernemen of de financieele toestand sedert de millioenen- not£ van September 1.1. naar het oordeel van den minister ten gunste of ten ongunste is gewijzigd, en of, wanneer de ontvangsten in 1927 blijven vloeien, zooals dat in 1926 het geval was. niet op een aanzienlijk over schot over 1927 kan worden gerekend, grooter dan waarmede bij het opmaken der begrooting is rekening gehouden. Van verschillende zijden werd aange drongen op een spoedige en behoorlijke regeling van de financieele betrekking tus-# schen Rijk en gemeenlen Men vroeg waar om het rapport der Staatscommissie zoo lang uitbleef Eenige leden betreurden de lijdelijkheid onzer handelspolitiek en be toogden, dat een meer actieve politiek, die zich o.a. zou hebben te uiten in differen- tieele tarieven, dringend noodig is in ver band met de welvaart des lands. Anderen betoogden daarentegen, dat zij van een handelspolitiek van dezen aard geen voordeelen, doch wel aanzienlijke economische nadeelen verwachten. Eenige leden achtten het nog wenschelijk, dat de regeéring een onderzoek instelt naar het bestaan van prijskartels en dergelijke vereenigingen, welker voornaamste oogmerk bestaat in het opdrijven van verkoop prijzen. Verschillende leden waren van oordeel, dat er op de onderwijsuitgaven veel te veel is bezuinigd. Gevraagd werd, welke maatregelen de minister denkt te agmen om, nu het wets ontwerp inzake het 'onderwijs in vreemde talen op .de lagere scholen is verworpen, een einde te maken aan den verwarden toe stand, die is ontstaan na de aanneming van de wet van 1920 en de verwachting, sinds dien bij velen is opgewekt, dat ten slotte het Fransch weder als leervak op de lagere school zou worden ingevoerd. Aangedrongen werd op spoed bij de op lossing van het spellingvraagstuk. De vraag werd gesteld, of de minister be reid is te doen nagaan, wat tot vereenvou diging van het M. O. kan worden gedaan. Verbetering zou mbeten worden gezocht in beperking van het aantal vakken. Aangedrongen werd op wijziging van het K. B. in zake den leeftijd van toelating der leerlingen voor de lagere school. Men achtte .de grens van 5Va jaar te laag. Vele leden hadden bezwaar tegen het assislentenstelsel en zouden het gaarne zien verdwijnen. Met klem werd aangedrongen op uitvoe ring van de motie-Bullen. Eenige leden bepleitten het verleenen van meer "steun aan letterkundigen en beeldende kunstenaars. Ook achtten zij het droevig en beschamend, dat kunstenaars, die buiten hun toedoen in nood verkeeren, geenérlei onderstand genieten. Diep werd betreurd, dat de regeering nog nog steeds niet heeft ingegrepen, in zake de kwestie van de afgraving van den SL Pie tersberg. BEZOLDIGINGSBESLUIT 1925. De persoonlijke toelagen en de classificatie der gemeenten. Bij Kon. besluit is het volgende bepaald: In het eerste lid van artikel 27 van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambte naren' 1925, zooals dit luidt volgens het Koninklijk besluit van 9 December 1925, Staatsblad No. 467, wordt tusschen de woorden „regeling" en „op" ingevoegd: behoudens de op dien datum ingaande wijzigingen in de als bijlage B aan dit be sluit gehechte lijst. In het tweede lid onder a van dit artikel 27 wordt in plaats van de woorden; „met uitzondering echter van het bedrag der ver hooging als gevolg van tewerkstelling in een gemeente of onderdeel van een ge meente, in de als bijlage B aan dit besluit gehechte lijst, gerangschikt in een hoogere klasse": gelezen: met uitzondering van een zoodanige verhooging, als uitsluitend het gevolg is, hetzij van de plaatsing van een gemeente of een onderdeel van een ge meente, waar de ambtenaar werkzaam is, in een hoogere klasse, hetzij van de over plaatsing van den ambtenaar naar een ge meente of een onderdeel van een gemeente van de hoogere klasse. Dit besluit wordt geacht op 1 Januari 1927 in werking te zijn getreden, met dien verstande, dat het van dien datum af mede van toepassing zal zijn op de ambtenaren, wier persoonlijke toelage reeds verminderd is gewprden wegens de plaatsing van een gemeente of onderdeel eener gemeente in een hoogere klasse, welke vóór 1 Januari 1927 tot stand ^wam. WACHTGELD RIJKSAMBTENAREN. Art. 8 van het Kon. Besl. van den 3den Aug. 1922 tot regeling van de toekenning van wachtgeld aan burgerlijke Rijksambte naren, zooals dat laatstelijk is gewijzigd en aangevuld bij Kon. Besl. van 21 Mei 1926, wordt aangevuld als volgt: de dubbele punt aan het slot vai^ de eerste zinsnede van het eerste lid wordt vervangen door een komma. Aan die zin snede wordt toegevoegd: „behoudens hel bepaalde in het tweede lid van dit artikel." Na het eerste lid wordt ingevoegd een nieüw lid, luidende: „In geval van inkom sten uit overwerk in dienst van openbare lichamen kan worden bepaald, dat de in het voorgaande lid onder a en c bedoelde vermindering geheel of (en deele tot weder opzegging achterwege blijft." DE ELECTRIFICATIE DER SPOORWEGEN Verschillende proefritten. Naar wij vernemen zegt de „Tel." vorde ren de werkzaamheden voor de electrifica- tie der spoorwegen op dusdanige wijze, dal men met ingang van Maandag 28 Februari a.s kan gaan proefrijden- op het baanvak Delft-NoordwijkerhoutMet ingang van Maandag 7 Maart wordt er proefgereden op het baanvak Rotterdam-Haarlem. Hiervoor zijn verschillende proefrittreinen ingelegd, die op alle dagen kunnen rijden Zooals wij vroeger reeds berichtten, bestaat het voor nemen met ingang van 15 Maart a.s. de locaaltreinen op het baanvak Rotterdam- Haarlem electrisch te laten rijden, zij het dan nog met de snelheid van stoomtreinen. ARBEID VAN VROUWEN VOOR EN NA HAAR BEVALLING. Het Verbond van Nederlandsche Werk gevers heeft zich tot de Tweede Kamer ge wend naar aanleiding van het ontwerp, houdende voorbehoud der bevoegdheid tot toetreding tot het ontwerp-verdrag van Washington, betreffende den arbeid van vrouwen vóór en nA haar bevalling. Terwijl het Verbond vooropstelt dat het zich niet zal verzetten tegen een vrijgevige regeling der moederschapszorg, heeft het toch tegen eenige bepalingen van #it verdrag be zwaren. Deze richten zich in de eerste plaats tegen het voorschrift van artikel 4 vati het ontwerp-verdrag, dat een patroon niet ge rechtigd zal zijn aan een vrouw ontslag aan te zeggen, zoolang zij uit hoofde van haar zwangerschap of bevalling haar werk zaamheden niet vervult, noch om dat ont slag aan te zeggen op zoodanig tijdstip, dat de termijn van opzegging afloopt bin nen den duur van bedoelde afwezigheid. Zoodanig verbod is in strijd met de in ons land gevestigde rechtsopvatting, dat zoowel werkgever als arbeider ten allen tijde onder alle omstandigheden de dienstbetrekking kan doen eindigen. Gewezen wordt op de Memorie van Toelichting op de wet op het Arbeidscontract, dat de dienstbetrekking ten gevolge van arbeidsovereenkomst ont staan, meestal zoo diep in het leven, zoo wel van den arbeider als van den werk- góver ingrijpt, dat het partijen open moet staan ten allen tijde van een te zeer knel lenden band, zij het ook soms met opoffe ring van een schadeloosstelling van de we derpartij, bevrijd te geraken. In" de tweede plaats wordt de aandacht gevestigd op het recht op kostelooze medi sche behandeling en op ziekengeld, dat aan elke zwangere arbeidster wordt toegekend. Het Verbond meent, dat deze regeling te ver gaat. Nog afgezien van het feit, dat hierdoor te zware verplichtingen worden gelegd op de ziekenkassen in plaatsen, waar zeer veel vrouwelijke arbeiders in dienst zijn, rijzen bezwaren van algemeen maalschappëlijken aard tegen een regeling, RECLAME. Vreemde voorwerpen in een uurwerk brengen hef direct tof staan. De organen, welke aan Uw lichaam kracht en bewe gingsvermogen geven, nl. de spieren, worden ook onbruikbaar zoodra «tof- wisselings-producten, welke uit het lichaam verwijderd moetenworden, bet normale verloop der functies verstorendat Is de rheumatiek met zijn ondragelijke pijnen. Aspirin-Tabletten jSay*" geven direct opluchting, terwijl zij de bij de stofwisse ling ontstane onzuiverheden bestrijden en daardoor de pijn doen verdwijnen. 4 5 Lei U er op, dai U de echte Aspirin-Tabletten ontvangt, kenbaar aan het „Bayer"-kraii en den oranje band. volgens welke ook naar de interpretatie van onze Regeering geen onderscheid mag worden gemaakt in het recht op uit- keering en kostelooze geneeskundige behan deling van de gehuwde en de ongehuwde moeder. Aan de Kamer wordt daarom verzocht geen goedkeuring te hechten aan het ont werp-verdrag, betreffende den arbeid van vrouwen vóór en nè. haar bevalling. DE WERKVERSCHAFFING IN DRENTE. Vertegenwoordigers der gemeentebesturen van de vier groote steden zullen Donder dagavond naar Drente vertrekken, waar zij Vrijdag, onder leiding van de heeren Meyer de Vries, hoofdcommies aan het Dep. van Binnenlandsche Zaken en Landbouw, en Jongbloed, inspecteur der .werkverschaffing in Drente .een bezoek zullen brengen aan het Witteveen. De wethouders Vos uit Amsterdam en Smulders uit Utrecht zijn door ambtsbezig heden verhinderd. Uit Amsterdam zullen aan het bezoek deelnemen de heeren Deti- ger, directeur van de arbeidsbeurs, en Jur- rema, directeur van het armbestuur; uit Rotterdam de wethouder de heer Nivard en de directeur van het armbestuur de heer Fortanier; uit Utrecht de heer Breur, hoofd ambtenaar der werkloosheidsvoorziening, en uit Den Haag de wethouder de heer Drees en de directeur van Maatschappelijk Hulp betoon de heer Hoejenbos. Den heeren J. v. d. Akker en L. J. v. d. Akker te Delft is vanwege het Carnegie-hel-t denfonds een loffelijk getuigschrift toege kend voor een door hen verrichte redding op 27 December j.l. van den 63-jarigen J. J. K te Delft. die. door de duisternis misleid, in de gracht aan de Geer was gevallen, De gemeenteraad van Groningen heeft gisteren met 17 tegen 15 stemmen besloten het Poortershuisje te laten bestaan. De audiëntie van den Minister van Kolo niën zal Vrijdag niet plaats hebben. RECLAME. Profiteert nog van onze extra aanbieding voor het omlijsten van Platen, Foto's enz. Het van ouds bekende adres: 2623a OE CONCURRENT, 62 Haarl straat 62 Naar het Engelsch van RAFAEL SABATINI. I Geautoriseerde vertaling van A'. T. Hertog keek Holles aan met schitte- - oogen. LWat zou je daarvan zeggen. Randal?" Lis daar plaats voor me?" vroeg de ko- pl gretig. J.0p dit oogenbük niet. Maar er komen |wijls vacatures. De mannen sterven in afgelegen streken, of hebben genoeg het leven, of vinden het klimaat on- drageBjk en keeren terug. Er zijn ge- aan verbonden, natuurlijk, en...." Holles viel hem vol vuur in de rede. heb gezegd, dat ik van gevaren ge- heb. En zij zullen minder zijn. 'dan ,Ee tegt. dat mij hier wachten, als ik E blijt. o. ik wil met vreugde de kans Isen. En ik heb weinig reden om zoo aan rwereld gehecht te zijn. dat .ik niet de nieuwe zou willen ruilen." zu"en dus zien. Een weinig en misschien kan ik je een Diaals eeven." peduld, zen Holles, en zijn moed zakte Ha zeker, zulke plaatsen groeien maar -ar appe's Houd me op de hoogte. A a/ Joon'en ik zal je bericht zenden, f" eigenheid zich voordoet," „En als hij niet gauw bericht zendl, kom mij dan weer eens opzoeken, Randal," zei Haar Genade, „we zullen hem wat vlugger maken. Hij is *vel goed; maar hij wordt oud, en zijn geest werkt langzaam." En de groote man, wiens oog legers ver schrikt had, glimlachte zachtmoedig tegen zijn feeks. HOOFDSTUK IV. Kersenbloesems. Kolonel Holles knielde op het kozijn van het open raam van zijn zitkamer in Paul's Head Hij scheen naar den kleinen zonni- gen tuin te zien met de twee kersenboomen waaraan nog enkele bloesems hingen. Hij dacht aan kersenbloesems, maar niet aan die daar voor hem De twee boomen van deze oase in de stad Londen hadden zich vermenigvuldigd tot een kersenboomgaard in Devon uit de jaren, die onherroepelijk voorbij waren. Hel verschijnsel was niet nieuw voor hem. ■Kersenbloesems hadden altijd dien invloed op hem. Hun aanblik gaf hem altijd weer hel visioen, dat zich nu ook voor zijn pein zende oogen ontrolde. De kleine tuin van juffrouw Quinn was een uitgestrekte, bloeiende boomgaard gewordpn. Door een opening links zag hij een met klimop heklee- den muur. die boven aan afbrokkelde Hier klom een jongen stil over een jnpgen met lange beenen en golvend blond baar. in wiens trekken de zijne ie herkennen waren, als men van deze laatste de scherpe lijnen wegdacht, die de jaren en een moeilijk leven er in gegroefd hadden Zacht en vlug als een kat liel hij zich aan de andere zijde op den grond vallen, en daar stond hij half gebogen een glimlach om zijn jonge lippen, en een lach in zijn grijze oogen. Hij keek' naar een meisje, dal geheel onbewust van zijn aan wezigheid heen en weer zwaaide op een schommel, gemaakt van een louw tusschen twee boomen. Zij was geen kind meer, maar had een volwassen, slanke bevalligheid, waardoor de menschen haar ouder schatten, dan de vijf tien jaren, die zij werkelijk telde. Zij had een gezonde, verbrande iinl, die verkregen wordt door een leven in de open lucht, ver van de steden. Maar één blik in de langwer pige diepblauwe oogen, die de roem van haar lief gezichtje waren, was voldoende om u te zeggen, dat zij niet eenvoudig was, al was zij landelijk. Onder hel schommelen, was haar bruin haar losgeraakt en viel als een wolk om haar heen Zooveel mogelijk in de maat met het schommelen zong zij: „He, jonge liefdel Ho, jonge liefdel Waar blijft ge? Terwijl ik hier op u wacht Gereed om te trouwen. „He, jonge lietdei.Ho, jonge Het lied eindigde in een gil. Zonder ge hoord, zender vermoed te worden, was dj jongeling vooruit door de boomen gekropen. Terwijl zij schommelde had hij haar rnht zijn jonge, sterke armen om het middel ge grepen. Zij maakle zich los uil zijn greep met een woede, die eehi of voorgewend was en kwam buiten, adem op den grond met blo- zpnde wangen en schilferende oogen. „Ge neemt zonderlinge vrijheden, jonge Randal." zeide zij en zij sloeg hem om de ooren „Wie heeft u gevraagd, hier to komen?"lj1 ii ,,Ik.ik dacht, dat je me riep," zei hij lachend, niet het minst uit het veld geslagen door slag of blik. „Kom nu Nan. Beken het maar!" „Ik je geroepen? Ik?" Zij lachte veront waardigd. „Dal zal wel waar ^ijn, zekerl" „Je zult het natuurlijk onlkennen, omdai je een vrouw in den dop bent. Maar ik heb je gehoord. En hij haalde, zingende aan: „He jonge liefdel Ho, jonge liefde! Waar verbergt ge u?" „Ik verborg me aan den anderen kant van den muur. Ik ben dadelijk gekomen. En ailes, wat ik krijg voor mijn moeite en het gevaar, dal mijn nieuwe broek geloopen heeft, is een slag en een ontkenning." „Je kuni nog meer krijgen, als je blijft." „Dat hoop ik. Anders was ik niet geko men." „Maar dat zal evenmin naar je zin zijn." „Dat is wel mogelijk. Maar nu eerst over den slag. Een slag is iets. dat ik van nie mand neem .Voor een man heb ik mijn zwaard. „Je zwaardl" zij begon hard te lachen. „En je bezit niel eens een pennemes." „O ja, ik heb er een. Ik bezit een zwaard Hel was een geschenk van mijn vader van daag een verjaarsgeschenk. Ik ben negen tien jaar, vandaag, Nan." Zij leunde legen een boomslam, en keek hem plagend aan. „Dat was heel onvoorzichlig van je vader, je zuil je snijden." Hij glimlachte, maar was wal minder zeker dan in hel begin. „Je dwaalt af van het punt" „Van de punt van je zwaard, waarde Leer?" „Het punt van mijn woorden. Het liep over dien slag. Als je een man was. vrees ik, dat ik je zou moeten dooden. Mijn eer zou niets minder eischen." „Met je zwaard?" vroeg zij onnoozel, „Natuurlijk met mijn zwaard." 01 Jack, de reuzendooder in een kersen- boomgaardl Je moest begrijpen, dat je hier niet op je plaats bent. Ga heen, kind. Ik ge looi niet, dal ik ooit van je gehouden heb, Randal. Nu weet ik het zeker. Je bent een bloeddorstig wezen ondanks je jeugd. Wat je zijn zult, als je een man bent.daar aan durf ik niet te denken." Hij slikte de beleediging op. „En wat jij zijn zuil, als je een vrouw bent, dat is iets. waarover ik gaarne denk. Daar komen we op terug. Lnlusschen, die slag „Och, je bent vervelend." „Je houd! me op, dat is de reden. Wat ik doen zou, ais een man me sloeg, heb ik je gezegd." „Maar je kunl (och niet denken, dat ik je geloof." Ditmaal liet hij zich niet meer afleiden. „De vraag is. wat moet ik tegen een vrouw doen." Hij naderde haar. „Als ik je aanzie, lijkt mij maar één straf mogelijk." Hij nam haar bij de schouders en hield haar stevig vast Haar oogen. die tol nu toe zoo spol|fnd hadden gekeken, waren ver schrikt. „Randall" riep zij, zijn ondeugend voor nemen radend. ("Wordt vervolgd.) •A

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1927 | | pagina 5