en speelbal der fortuin
O. 20529
LEIDSCH DAGBLAp, Dinsdag 15 Februari
Tweede Blad Anno 1927
BINNENLAND.
LIJSTENMAKERIJ
FEUILLETON.
STAATSBEGROOTING VOOR 1927.
Voorloopig Verslag dei Eerste Kamer.
Dat het optreden en voortbestaan van
Kabinet aan het parlementair stelsel
jstig afbreuk doet, is blijkens het Voor
lig Verslag van de Eerste Kamer om-
nt de algemeene beschouwingen over
Staatsbegrootmg voor het dienstjaar
.127, volgens verschillende leden in vol-
oende mate gebleken.
Onderscheidene leden betreurden het,
at het Kabinet met steunt op een meer-
rheid, die de democratische beginselen
den voorgrond stelt.
Eenige dezer leden betreurden het, dat
et parlementaire stelsel thans verlamd
ordt door het karakter en de houding
er R.-K. Staatspartij, welke, heterogeen
samenstelling en gedrukt door het over
cht van conservatieve elementen, wei
vuld is van innerlijke ontevredcnheia
er eigen onmac-ht. doch niet dèn moed
«zit om, te zamen met de beide demo
nische partijen van de linkerzijde, aan
en tegen woordigen toestand een einde te
laken. Inmiddels wast de macht van de
lonomisch "sterken in de samenleving,
tegenover deze geen gesloten ecu-
id van alle democratische krachten staat.
De drie door de Tweede Kamer aange-
omen moties (bezoldigingsbesluit, rechts-
jsitie ambtenaren en zevende leerjaar),
jn van democratische strekking. Ondanks
tgesproken wensch der Yolksverte-
?nwoordiging legt het Kabinet deze ino-
naast zich neer. Daaruit blijkt duidc-
volgens de hier aan het woord zijnde
den, dat deze Regeering een belemuie-
ig is voor de uitvoering van den volks-
en dat ^aar beginselen met overeen-
jmmen rac. die van de meerderheid der
reede Kamer. Vindt zij dit voor haar
et een onhoudbare toestand en acht zij
irhalve niet den tijd gekomen om heen
gaan 1 Waaraan ontleent zij den moed,
ondanks het bcginselverschil, toch aan
ft bewind te blijven Het antwoord kan
ander zijn, dan dat zij er op vertrouwt
it de R.-K. Saatspartij niet wil, dat zij
Daarom is de vraag gewettigd, of de
«mmen uit deze partij voor bedoelde mo.
s wel oprecht en ernstig zijn gemeend.
Het recht van tienduizenden ambtenaren
:ht, volgens deze leden, de medewer-
Dg der R.-K. democraten, die in de Ka-
itr voor democratische voorstellen, maar
'laten, dat aan die aldus aangenomen
orstellen geen gevolg wordt gegeven.
Hen kwam van verschillende zijden tegen
ze beschouwingen op.
Onderscheidene leden meenden, dat,
argelaten de vraag of uitvoerihg dezer
Dties op zichzelf wenschelijk is of niet,
Regeering zeer zeker niet verplicht is
or de Tweede Kamer aangenomen mo-
- uit te voeren. Dit zoude alleen het
ral kunnen zijn, wanneer bij een motie
kwestie van vertrouwen was gesteld-
ze leden achtten het standpunt van de
geering principieel juist. Regeeren door
oties verplaatst de Regeermacht naar
Tweede Kamer.
Andere leden oordeelden, dat deze Re-
znng alleen dan zal terugtreden, wan-
?r zich een andere partij formatie voor
at, die zich in dit geval zelve wel zal
ndirneD.
Zoekt,de S.D.A.P., zoo betoogden deze
den verder, naar de oorzaak van het
Idwinnend bederf van het parlementaire
elsel, dan moge zij, die medo verant-
►ordelijk is voor dén thans zoozeer door
tor veroordeelden toestand, beginnen met
hand in eigen boezem te steken, in
ats van de R.-K. Staatspartij of de
idige Regeering daarvoor aansprakelijk
rtellen.
idanks erkenning van bekwaamheid
bewindslieden, waaruit het Ministerie
samengesteld, konden eenige leden niet
ten er op te wijzen, dat zij, v<ror wie
lhaving en versterking van de Chnsto-
grondslagen der maatschappij in be
en wetgeving een, dringende eisch »s,
•lijk anders dan noodgedwongen deze
peering kunnen steunen.
Dat de Regeering alle zaken laat rusten,
welke liggen buiten de grenzen der strikte
neutraliteit, konden deze leden niet goed
keuren.
De leden, die de Regeering verweten, dat
zij niet in democratischeD zin het beleid
voert, wezeD er^ op, dat zij bij voortdu
ring tegen de wenschen der democratie
ingaat.
Op het stuk der arbeidswetgeving had
tuen veel meer activiteit mogen verwach
ten. Bij het doei) van benoemingen gaat
de. Regeering de S.D A.P. dikwijls voorbij.
Er werd o.a. op gewezen, dat er in ons
geheele land slechts vier s d. burgemees
ters zijn, terwijl 35 a 30 pCt. der bevol
king de sociaal-democratie is toegedaan.
Hiertegenover werd opgemerkt, dat de
S.D.A.P. deze behandeling voor een groot
deel aan zichzelf te wijten heeft.
Daarnaast werd o.a. nog op gewezen, of
de wijze, waarop de socialistische burge
meester van Goor in het openbaar is op
getreden, het op zijn minst twijfelachtig
maakt of men zich op dergelijke burge
meesters in tijden van nood wel onvoor
waardelijk kan verladen.
Als ernstige grieven tegen het beleid
der Regeering werd door vele leden aan
gevoerd, dat zij in zake voorzieningen, het
onderwijs betreffende, nalaat de in den
loop der laatste jaren ingevoerde wijzigin
gen, welke van nadeeligen invloed zijn,
ongedaan te maken, en dat zij haar hou
ding tegenover het ambtenarencorps niet
verandert.
Deze grieven bleven echter niet onweer
sproken.
Enkele leden konden het niet goedkeuren,
dat de regeering alle zaken laat rusten,
welke liggen buiten de grenzen der strikte
neutraliteit.
Tevens betreurden zjj het, dat de Zon
dagswet niet wordt gehandhaafd of ver
schillend wordt uitgevoerd, redenen waarom
wijziging der wet noodzakelijk is. Een wij
ziging van de wettelijke regeling der echt
scheiding behoorde volgens hen eveneens
ter hand te worden genomen. Voorts keur
en zij het af, dat de lijkverbranding wordt
toegelaten.
Andere leden verweten de regeering. dat
zij bij voortduring tegen de wenschen der
democratie ingaat. Op het stuk der arbeids
wetgeving had men veel meer activiteit
mogen verwachten. Een voorstel tot invoe
ring der plaatselijke keuze, aangekondigd
in de Troonrede, blijft nog maar steeds ach
terwege.
Als ernstige grief tegen het beleid der re
geering werd voorts door vele leden aan
gevoerd, dat zij in* zake voorzieningen, het
onderwijs betreffende, nalaat de in den
nood der laatste jaren ingevoerde wijzigin
gen, welke van nadeeligen invloed zijn, on
gedaan te maken, en dat zij haar houding
tegenover het ambtenarenkorps niet veran
dert.
Ten aanzien van de rechtspositie der
ambtenaren en werklieden in overheids
dienst werd opgemerkt, dat reeds in 1918
de commissie-Dresselhuys over deze zaak
een rapport met voorstellen heeft ingediend
en dat een wetsontwerp reeds lang gereed
ligt ter behandeling. Bij de financieele be
schouwingen werd er aan herftinerd. dat in
September 1923 de toenmalige •minister van
Financiën aankondigde, dat de begrooting
voor het jaar 1924 afgesloten werd met een
tekort van f 140 millioen Het is echter ge
bleken, dat de dienst 1924 afgesloten werd
met een overschot van ruim f 1 millioen.
Naar aanleiding daarvan werd gevraagd of
de regeering kan mededeelen, welke facto
ren tot dit resultaat medegewerkt hebben,
met name:
1. in hoeverre de nieuwe belastingen
daaraan deel hebben;
2. wefke maatregelen tijdens het bewind
van den betrokken minister genomen, zoo
wel van wettelijken aard als berustende op
koninklijke besluilen. geleid hebben tot ver
mindering der uitgaven:
3. hoe groot de opbrengst was van de ge
wone middelen. en in hoeverre deze de ra
ming te boven gingen, onafhankelijk van
bemoeiingen van regeeringswege:
4. welke uilgaven verminderden, onaf
hankelijk van bemoeiingen van regeerings
wege, en in welke mate deze verminderd
waren:
5. in welke mate lasten op de gemeenten
gelegd of naar de gemeenten overgebracht
werden.
Ook zou men gaarne vernemen of de
financieele toestand sedert de millioenen-
not£ van September 1.1. naar het oordeel van
den minister ten gunste of ten ongunste is
gewijzigd, en of, wanneer de ontvangsten
in 1927 blijven vloeien, zooals dat in 1926
het geval was. niet op een aanzienlijk over
schot over 1927 kan worden gerekend,
grooter dan waarmede bij het opmaken der
begrooting is rekening gehouden.
Van verschillende zijden werd aange
drongen op een spoedige en behoorlijke
regeling van de financieele betrekking tus-#
schen Rijk en gemeenlen Men vroeg waar
om het rapport der Staatscommissie zoo
lang uitbleef Eenige leden betreurden de
lijdelijkheid onzer handelspolitiek en be
toogden, dat een meer actieve politiek, die
zich o.a. zou hebben te uiten in differen-
tieele tarieven, dringend noodig is in ver
band met de welvaart des lands.
Anderen betoogden daarentegen, dat zij
van een handelspolitiek van dezen aard
geen voordeelen, doch wel aanzienlijke
economische nadeelen verwachten.
Eenige leden achtten het nog wenschelijk,
dat de regeéring een onderzoek instelt naar
het bestaan van prijskartels en dergelijke
vereenigingen, welker voornaamste oogmerk
bestaat in het opdrijven van verkoop
prijzen.
Verschillende leden waren van oordeel,
dat er op de onderwijsuitgaven veel te veel
is bezuinigd.
Gevraagd werd, welke maatregelen de
minister denkt te agmen om, nu het wets
ontwerp inzake het 'onderwijs in vreemde
talen op .de lagere scholen is verworpen,
een einde te maken aan den verwarden toe
stand, die is ontstaan na de aanneming van
de wet van 1920 en de verwachting, sinds
dien bij velen is opgewekt, dat ten slotte
het Fransch weder als leervak op de lagere
school zou worden ingevoerd.
Aangedrongen werd op spoed bij de op
lossing van het spellingvraagstuk.
De vraag werd gesteld, of de minister be
reid is te doen nagaan, wat tot vereenvou
diging van het M. O. kan worden gedaan.
Verbetering zou mbeten worden gezocht in
beperking van het aantal vakken.
Aangedrongen werd op wijziging van het
K. B. in zake den leeftijd van toelating der
leerlingen voor de lagere school. Men
achtte .de grens van 5Va jaar te laag.
Vele leden hadden bezwaar tegen het
assislentenstelsel en zouden het gaarne zien
verdwijnen.
Met klem werd aangedrongen op uitvoe
ring van de motie-Bullen.
Eenige leden bepleitten het verleenen van
meer "steun aan letterkundigen en beeldende
kunstenaars. Ook achtten zij het droevig en
beschamend, dat kunstenaars, die buiten
hun toedoen in nood verkeeren, geenérlei
onderstand genieten.
Diep werd betreurd, dat de regeering nog
nog steeds niet heeft ingegrepen, in zake de
kwestie van de afgraving van den SL Pie
tersberg.
BEZOLDIGINGSBESLUIT 1925.
De persoonlijke toelagen en de classificatie
der gemeenten.
Bij Kon. besluit is het volgende bepaald:
In het eerste lid van artikel 27 van het
Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambte
naren' 1925, zooals dit luidt volgens het
Koninklijk besluit van 9 December 1925,
Staatsblad No. 467, wordt tusschen de
woorden „regeling" en „op" ingevoegd:
behoudens de op dien datum ingaande
wijzigingen in de als bijlage B aan dit be
sluit gehechte lijst.
In het tweede lid onder a van dit artikel
27 wordt in plaats van de woorden; „met
uitzondering echter van het bedrag der ver
hooging als gevolg van tewerkstelling in
een gemeente of onderdeel van een ge
meente, in de als bijlage B aan dit besluit
gehechte lijst, gerangschikt in een hoogere
klasse": gelezen: met uitzondering van een
zoodanige verhooging, als uitsluitend het
gevolg is, hetzij van de plaatsing van een
gemeente of een onderdeel van een ge
meente, waar de ambtenaar werkzaam is,
in een hoogere klasse, hetzij van de over
plaatsing van den ambtenaar naar een ge
meente of een onderdeel van een gemeente
van de hoogere klasse.
Dit besluit wordt geacht op 1 Januari
1927 in werking te zijn getreden, met dien
verstande, dat het van dien datum af mede
van toepassing zal zijn op de ambtenaren,
wier persoonlijke toelage reeds verminderd
is gewprden wegens de plaatsing van een
gemeente of onderdeel eener gemeente in
een hoogere klasse, welke vóór 1 Januari
1927 tot stand ^wam.
WACHTGELD RIJKSAMBTENAREN.
Art. 8 van het Kon. Besl. van den 3den
Aug. 1922 tot regeling van de toekenning
van wachtgeld aan burgerlijke Rijksambte
naren, zooals dat laatstelijk is gewijzigd
en aangevuld bij Kon. Besl. van 21 Mei
1926, wordt aangevuld als volgt:
de dubbele punt aan het slot vai^ de
eerste zinsnede van het eerste lid wordt
vervangen door een komma. Aan die zin
snede wordt toegevoegd: „behoudens hel
bepaalde in het tweede lid van dit artikel."
Na het eerste lid wordt ingevoegd een
nieüw lid, luidende: „In geval van inkom
sten uit overwerk in dienst van openbare
lichamen kan worden bepaald, dat de in
het voorgaande lid onder a en c bedoelde
vermindering geheel of (en deele tot weder
opzegging achterwege blijft."
DE ELECTRIFICATIE DER SPOORWEGEN
Verschillende proefritten.
Naar wij vernemen zegt de „Tel." vorde
ren de werkzaamheden voor de electrifica-
tie der spoorwegen op dusdanige wijze, dal
men met ingang van Maandag 28 Februari
a.s kan gaan proefrijden- op het baanvak
Delft-NoordwijkerhoutMet ingang van
Maandag 7 Maart wordt er proefgereden op
het baanvak Rotterdam-Haarlem. Hiervoor
zijn verschillende proefrittreinen ingelegd,
die op alle dagen kunnen rijden Zooals wij
vroeger reeds berichtten, bestaat het voor
nemen met ingang van 15 Maart a.s. de
locaaltreinen op het baanvak Rotterdam-
Haarlem electrisch te laten rijden, zij het
dan nog met de snelheid van stoomtreinen.
ARBEID VAN VROUWEN VOOR EN NA
HAAR BEVALLING.
Het Verbond van Nederlandsche Werk
gevers heeft zich tot de Tweede Kamer ge
wend naar aanleiding van het ontwerp,
houdende voorbehoud der bevoegdheid tot
toetreding tot het ontwerp-verdrag van
Washington, betreffende den arbeid van
vrouwen vóór en nA haar bevalling. Terwijl
het Verbond vooropstelt dat het zich niet
zal verzetten tegen een vrijgevige regeling
der moederschapszorg, heeft het toch tegen
eenige bepalingen van #it verdrag be
zwaren.
Deze richten zich in de eerste plaats
tegen het voorschrift van artikel 4 vati het
ontwerp-verdrag, dat een patroon niet ge
rechtigd zal zijn aan een vrouw ontslag
aan te zeggen, zoolang zij uit hoofde van
haar zwangerschap of bevalling haar werk
zaamheden niet vervult, noch om dat ont
slag aan te zeggen op zoodanig tijdstip,
dat de termijn van opzegging afloopt bin
nen den duur van bedoelde afwezigheid.
Zoodanig verbod is in strijd met de in ons
land gevestigde rechtsopvatting, dat zoowel
werkgever als arbeider ten allen tijde onder
alle omstandigheden de dienstbetrekking
kan doen eindigen. Gewezen wordt op de
Memorie van Toelichting op de wet op het
Arbeidscontract, dat de dienstbetrekking
ten gevolge van arbeidsovereenkomst ont
staan, meestal zoo diep in het leven, zoo
wel van den arbeider als van den werk-
góver ingrijpt, dat het partijen open moet
staan ten allen tijde van een te zeer knel
lenden band, zij het ook soms met opoffe
ring van een schadeloosstelling van de we
derpartij, bevrijd te geraken.
In" de tweede plaats wordt de aandacht
gevestigd op het recht op kostelooze medi
sche behandeling en op ziekengeld, dat aan
elke zwangere arbeidster wordt toegekend.
Het Verbond meent, dat deze regeling te
ver gaat. Nog afgezien van het feit, dat
hierdoor te zware verplichtingen worden
gelegd op de ziekenkassen in plaatsen,
waar zeer veel vrouwelijke arbeiders in
dienst zijn, rijzen bezwaren van algemeen
maalschappëlijken aard tegen een regeling,
RECLAME.
Vreemde voorwerpen
in een uurwerk
brengen hef direct tof staan. De organen,
welke aan Uw lichaam kracht en bewe
gingsvermogen geven, nl. de spieren,
worden ook onbruikbaar zoodra «tof-
wisselings-producten, welke uit het lichaam
verwijderd moetenworden, bet normale
verloop der functies verstorendat Is de
rheumatiek met zijn ondragelijke pijnen.
Aspirin-Tabletten jSay*" geven direct
opluchting, terwijl zij de bij de stofwisse
ling ontstane onzuiverheden bestrijden en
daardoor de pijn doen verdwijnen. 4 5
Lei U er op, dai U de echte
Aspirin-Tabletten
ontvangt, kenbaar aan het
„Bayer"-kraii en den oranje
band.
volgens welke ook naar de interpretatie
van onze Regeering geen onderscheid
mag worden gemaakt in het recht op uit-
keering en kostelooze geneeskundige behan
deling van de gehuwde en de ongehuwde
moeder.
Aan de Kamer wordt daarom verzocht
geen goedkeuring te hechten aan het ont
werp-verdrag, betreffende den arbeid van
vrouwen vóór en nè. haar bevalling.
DE WERKVERSCHAFFING IN DRENTE.
Vertegenwoordigers der gemeentebesturen
van de vier groote steden zullen Donder
dagavond naar Drente vertrekken, waar zij
Vrijdag, onder leiding van de heeren Meyer
de Vries, hoofdcommies aan het Dep. van
Binnenlandsche Zaken en Landbouw, en
Jongbloed, inspecteur der .werkverschaffing
in Drente .een bezoek zullen brengen aan
het Witteveen.
De wethouders Vos uit Amsterdam en
Smulders uit Utrecht zijn door ambtsbezig
heden verhinderd. Uit Amsterdam zullen
aan het bezoek deelnemen de heeren Deti-
ger, directeur van de arbeidsbeurs, en Jur-
rema, directeur van het armbestuur; uit
Rotterdam de wethouder de heer Nivard en
de directeur van het armbestuur de heer
Fortanier; uit Utrecht de heer Breur, hoofd
ambtenaar der werkloosheidsvoorziening, en
uit Den Haag de wethouder de heer Drees
en de directeur van Maatschappelijk Hulp
betoon de heer Hoejenbos.
Den heeren J. v. d. Akker en L. J. v. d.
Akker te Delft is vanwege het Carnegie-hel-t
denfonds een loffelijk getuigschrift toege
kend voor een door hen verrichte redding
op 27 December j.l. van den 63-jarigen J. J.
K te Delft. die. door de duisternis misleid,
in de gracht aan de Geer was gevallen,
De gemeenteraad van Groningen heeft
gisteren met 17 tegen 15 stemmen besloten
het Poortershuisje te laten bestaan.
De audiëntie van den Minister van Kolo
niën zal Vrijdag niet plaats hebben.
RECLAME.
Profiteert nog van onze extra aanbieding
voor het omlijsten van Platen, Foto's enz.
Het van ouds bekende adres: 2623a
OE CONCURRENT, 62 Haarl straat 62
Naar het Engelsch
van
RAFAEL SABATINI.
I Geautoriseerde vertaling van A'. T.
Hertog keek Holles aan met schitte-
- oogen.
LWat zou je daarvan zeggen. Randal?"
Lis daar plaats voor me?" vroeg de ko-
pl gretig.
J.0p dit oogenbük niet. Maar er komen
|wijls vacatures. De mannen sterven in
afgelegen streken, of hebben genoeg
het leven, of vinden het klimaat on-
drageBjk en keeren terug. Er zijn ge-
aan verbonden, natuurlijk, en...."
Holles viel hem vol vuur in de rede.
heb gezegd, dat ik van gevaren ge-
heb. En zij zullen minder zijn. 'dan
,Ee tegt. dat mij hier wachten, als ik
E blijt. o. ik wil met vreugde de kans
Isen. En ik heb weinig reden om zoo aan
rwereld gehecht te zijn. dat .ik niet
de nieuwe zou willen ruilen."
zu"en dus zien. Een weinig
en misschien kan ik je een Diaals
eeven."
peduld, zen Holles, en zijn moed zakte
Ha zeker, zulke plaatsen groeien maar
-ar appe's Houd me op de hoogte.
A a/ Joon'en ik zal je bericht zenden,
f" eigenheid zich voordoet,"
„En als hij niet gauw bericht zendl, kom
mij dan weer eens opzoeken, Randal," zei
Haar Genade, „we zullen hem wat vlugger
maken. Hij is *vel goed; maar hij wordt
oud, en zijn geest werkt langzaam."
En de groote man, wiens oog legers ver
schrikt had, glimlachte zachtmoedig tegen
zijn feeks.
HOOFDSTUK IV.
Kersenbloesems.
Kolonel Holles knielde op het kozijn van
het open raam van zijn zitkamer in Paul's
Head Hij scheen naar den kleinen zonni-
gen tuin te zien met de twee kersenboomen
waaraan nog enkele bloesems hingen. Hij
dacht aan kersenbloesems, maar niet aan
die daar voor hem De twee boomen van
deze oase in de stad Londen hadden zich
vermenigvuldigd tot een kersenboomgaard
in Devon uit de jaren, die onherroepelijk
voorbij waren.
Hel verschijnsel was niet nieuw voor hem.
■Kersenbloesems hadden altijd dien invloed
op hem. Hun aanblik gaf hem altijd weer
hel visioen, dat zich nu ook voor zijn pein
zende oogen ontrolde. De kleine tuin van
juffrouw Quinn was een uitgestrekte,
bloeiende boomgaard gewordpn. Door een
opening links zag hij een met klimop heklee-
den muur. die boven aan afbrokkelde Hier
klom een jongen stil over een jnpgen met
lange beenen en golvend blond baar. in
wiens trekken de zijne ie herkennen waren,
als men van deze laatste de scherpe lijnen
wegdacht, die de jaren en een moeilijk leven
er in gegroefd hadden Zacht en vlug als een
kat liel hij zich aan de andere zijde op den
grond vallen, en daar stond hij half gebogen
een glimlach om zijn jonge lippen, en een
lach in zijn grijze oogen. Hij keek' naar een
meisje, dal geheel onbewust van zijn aan
wezigheid heen en weer zwaaide op een
schommel, gemaakt van een louw tusschen
twee boomen.
Zij was geen kind meer, maar had een
volwassen, slanke bevalligheid, waardoor de
menschen haar ouder schatten, dan de vijf
tien jaren, die zij werkelijk telde. Zij had
een gezonde, verbrande iinl, die verkregen
wordt door een leven in de open lucht, ver
van de steden. Maar één blik in de langwer
pige diepblauwe oogen, die de roem van
haar lief gezichtje waren, was voldoende om
u te zeggen, dat zij niet eenvoudig was, al
was zij landelijk.
Onder hel schommelen, was haar bruin
haar losgeraakt en viel als een wolk om
haar heen Zooveel mogelijk in de maat met
het schommelen zong zij:
„He, jonge liefdel Ho, jonge liefdel
Waar blijft ge?
Terwijl ik hier op u wacht
Gereed om te trouwen.
„He, jonge lietdei.Ho, jonge
Het lied eindigde in een gil. Zonder ge
hoord, zender vermoed te worden, was dj
jongeling vooruit door de boomen gekropen.
Terwijl zij schommelde had hij haar rnht
zijn jonge, sterke armen om het middel ge
grepen. Zij maakle zich los uil zijn greep
met een woede, die eehi of voorgewend was
en kwam buiten, adem op den grond met blo-
zpnde wangen en schilferende oogen.
„Ge neemt zonderlinge vrijheden, jonge
Randal." zeide zij en zij sloeg hem om de
ooren „Wie heeft u gevraagd, hier to
komen?"lj1 ii
,,Ik.ik dacht, dat je me riep," zei hij
lachend, niet het minst uit het veld geslagen
door slag of blik.
„Kom nu Nan. Beken het maar!"
„Ik je geroepen? Ik?" Zij lachte veront
waardigd. „Dal zal wel waar ^ijn, zekerl"
„Je zult het natuurlijk onlkennen, omdai
je een vrouw in den dop bent. Maar ik heb je
gehoord. En hij haalde, zingende aan:
„He jonge liefdel Ho, jonge liefde!
Waar verbergt ge u?"
„Ik verborg me aan den anderen kant van
den muur. Ik ben dadelijk gekomen. En
ailes, wat ik krijg voor mijn moeite en het
gevaar, dal mijn nieuwe broek geloopen
heeft, is een slag en een ontkenning."
„Je kuni nog meer krijgen, als je blijft."
„Dat hoop ik. Anders was ik niet geko
men."
„Maar dat zal evenmin naar je zin zijn."
„Dat is wel mogelijk. Maar nu eerst over
den slag. Een slag is iets. dat ik van nie
mand neem .Voor een man heb ik mijn
zwaard.
„Je zwaardl" zij begon hard te lachen.
„En je bezit niel eens een pennemes."
„O ja, ik heb er een. Ik bezit een zwaard
Hel was een geschenk van mijn vader van
daag een verjaarsgeschenk. Ik ben negen
tien jaar, vandaag, Nan."
Zij leunde legen een boomslam, en keek
hem plagend aan.
„Dat was heel onvoorzichlig van je vader,
je zuil je snijden."
Hij glimlachte, maar was wal minder
zeker dan in hel begin.
„Je dwaalt af van het punt"
„Van de punt van je zwaard, waarde
Leer?"
„Het punt van mijn woorden. Het liep
over dien slag. Als je een man was. vrees ik,
dat ik je zou moeten dooden. Mijn eer zou
niets minder eischen."
„Met je zwaard?" vroeg zij onnoozel,
„Natuurlijk met mijn zwaard."
01 Jack, de reuzendooder in een kersen-
boomgaardl Je moest begrijpen, dat je hier
niet op je plaats bent. Ga heen, kind. Ik ge
looi niet, dal ik ooit van je gehouden heb,
Randal. Nu weet ik het zeker. Je bent een
bloeddorstig wezen ondanks je jeugd. Wat je
zijn zult, als je een man bent.daar aan
durf ik niet te denken."
Hij slikte de beleediging op.
„En wat jij zijn zuil, als je een vrouw
bent, dat is iets. waarover ik gaarne denk.
Daar komen we op terug. Lnlusschen, die
slag
„Och, je bent vervelend."
„Je houd! me op, dat is de reden. Wat ik
doen zou, ais een man me sloeg, heb ik je
gezegd."
„Maar je kunl (och niet denken, dat ik je
geloof."
Ditmaal liet hij zich niet meer afleiden.
„De vraag is. wat moet ik tegen een
vrouw doen."
Hij naderde haar.
„Als ik je aanzie, lijkt mij maar één straf
mogelijk."
Hij nam haar bij de schouders en hield
haar stevig vast Haar oogen. die tol nu toe
zoo spol|fnd hadden gekeken, waren ver
schrikt.
„Randall" riep zij, zijn ondeugend voor
nemen radend.
("Wordt vervolgd.)
•A