INSTALLATIE VAN DEN NIEUWEN BURGEMEESTER. Anno 1927 No, 20529 DINSDAG 15 FEBRUARI Anno 1927 llCIEELE KENNISGEVING STADSNIEUWS. Het voornaamste nieuws van heden. j LEIDSCH m DAGBLAD PRIJS OER ADVERTENTIEN: j 80 Cts per regel. Bi] fegHlahonnement belangrijk lagereD prijs, ■wflnif' Adv^rtentiën uitsluitend bit vooruitbetaling Woeu>dags en «>0 Cts bij n maximum aantal woorden van 30 Wo volgen? postreebt Voor pv^iiIuppIp opzpnding van brieven I norto te befalpn Bewijsnummer 6 Cts Bureau Noordelndsplein Telefoonnummers voor Directie en Administratie 2500 Redactie 1507. Postchèquo- en Girodienst No. 57055 Postbus No. 54 PRIJS DE2.ER COURANT» Voor Leiden per S maanden 2 SR per week ƒ018. Buiten Leiden waar agenten gevestigd zijn, pei week *0.18. Franco per post I 286 portokosten. jit Bummer bestaat uit DRIE Bladen EERSTE BLAD. I OPSLUITING KOOIEENDEN. lommissaris der Koningin in de Pro- Zuid-HoIIand brengt ter kennis van lebbenden, dat Gedeputeerde Slaten, (doening aan het bepaalde bij Art. 34 [chtwet 1923. bij hun besluit van 7 iri 1927 No. 117 hebben bepaald, dat ;e provincie de kooieenden door den fan moeten worden opgesloten of ge- ^^Kedurende hel tijdvak 1 Juli tot en met fptember 1827. kennisgeving zal. in plano gedrukt, «n afgekondigd en aangeplakt waar te doen gebruikelijk is. alsmede in [ederlandsche Staatscourant worden ltsL 8089 immissaris der Koningin voornoemd, SWEERTS. ravenhage, 15 Februari 1927. l OPHAALDIENST BELASTINGEN. den Neutralen bestuurdersbond Ir, wordt, omdat hier nog geen ge- Itelijke ophaaldienst der belastingen let medewerking van den Inspecteur directe belastingen, voor de leden van ongesloten (Neutrale) organisaties een laldienst voor de gemeente en directe |tiDgen opgericht. Een bode zal een f bedrag per week of por maand biL den ophalen. VRAGEN AAN B. EN W. W den heer J. J van Stralen is aan [raad dezer gemeente verlof gevraagd navolgende vragen tot B. en W. jogen richten: I Is door den Minister aan B. en W. laagd of er bezwaar bestaat tegen de kking der Huurwetten of de opheffing Huurcoramissie hier ter plaatse? En [ja, willen B. en VV. dan den Raad hun [oord mededeelen [Willen B. en W. ook mededeelen 'o? f den Minister aan een lid van hun jge of een der ambtenaren persoonlijk is gevraagd omtrent het opheffen Huurcommissie en zoo ja, welk ant- daarop is gegeven IZijn B. en W. niet van meening dat vervallen der Huurwettê-n voor vele Jzetenen beteeken en de huurverhooging ngevolge hebben Zijn B. en VV. bereid ernstig na te of door een gemeentelijke verorde- zoo goed mogelijk de 'nadeelige ge- jen voor de huurders, die door de op- log der Huurwetten zullen ontstaan, voorkomen worden [En zoo dat mogeUik is, zijn B. en W. bereid een dergelijke verordening aan [Kaad ter goedkeuring voor te leggen? TOONSTELLING VAN VERZEND- MATERIAAL. pier de auspiciën van de vereeniging jerlandsch Fabrikaat" werd heden in Per zalen van het gebouw der Kamer jKoophandel en Fabrieken voor Rijnland |den Stationsweg een expositie gehouden [verpakkingsmateriaal. V>r dpze tentoonstelling ook in andere (sen van ons land te houden, beoogt de leniging bij de fabnkanlen meerdere be itelling op te wekken voor onze Kolo- en eens te laten zien, hoe de buiten iche fabrikanten hun producten veizen- fen welken zorg zij besteden aan etiket je enzin tegenstelling met de meeste bndsche industriëelen. die in dat opzicht |el buitenland verre ten achter staan. lvpns worden alle mogelijke inlichtingen [rekt omlreDt den expori naar Ned. Oost- I en gewezen op het belang van de Ned.- jche Jaarbeurs te Randoeng, die iaar- noor ongeveer 150.000 personen bezocht wiJ vernemen heeft zich voor de 11, 12 en 13 Mei a.s. te houden ba- r»ten bate der kweekschool tot opleiding ^■>ewaarschoolhouderessen, aan het Ra- £rp. 131, directrice mei. D. Voltman, leer Haanslra, welke leer door haar lende resultaten, door het geheele [zich een bijzondere vermaardheid jVerworven. met ijver voortzet, en 3^n/e vu^en' Gen dames-comité ge- dat gaarne bereid is cadeaux en I voor de bazaar in ontvangst te ne- Uit comité bestaat uit de dnmes: Yerheij van Wijk—Roem, Burg- _^an 1; mevr. T. VerwmrAkkerman Singel 18; mevr. B. Kuijnljes T £a£weg n-l)- de Amb.school; v.inR~~^ammeraad. Hoogland- ini!^C L2t; mevr- A- Grin—Peetoom p f 9. Tu'nstadswïil- moi F. H. P«St. tc OcssUccaL Willi, park. Hedennamiddag te halfdrie kwam de ge meenteraad in buitengewone zitting bijeen voor de installatie van den nieuwbenoemden burgemeester mr. A. van de Sande Bak- huijzen. De belangstelling op de publieke tribune, die voor deze gelegenheid veel te klein bleelji was zeer groot. Velen kwamen te vergeefs een plaats zoeken. Klokke halfdrie werd de nieuwe ambts drager binnengeleid door den oudsten wet houder den heer A. Mulder, het oudste raads lid, den heer J. A. van Hamel en de ge meente-secretaris mr. dr. J C. van Strijen. Hij was vergezeld door zijn echlgenoote, zusters en schoonmoeder. De heer van de Sande Bakhuijzen nam plaats in den wethouderszetel ter rechter zijde van den voorzitter. Deze verzocht nu den secretaris voor te lezen het Koninklijk besluit houdende de benoeming van mr. A. v. d Sande Bak huijzen en de beëediging als burgemeester door den Commissaris der Koningin in Zuid- Holland. Daarna werd de nieuwe burgemeester door den heer Reimeringer als volgt toege sproken: Rede van den heer Reimeringer. Hooggeachte heer v. d. Sande Bakhuijzen, Het heeft H. M. onze geëerbiedigde Ko ningin behaagd U in dé plaats van den heer De Gijselaar te benoemen tot burgemeester der Gemeente Leiden en het is mij een aan gename taak U namens den Raad en den Secretaris hartelijk geluk te wenschen met Uwe benoeming en U hier het welkom toe te roepenhet stemt tot vreugde en goede verwachting dat U de op U uitgebrachte benoeming met opgewektheid heeft aan vaard, wetende en ten volle overtuigd zijnde (fat het geen gemakkelijke taak zal zijn den bekwamen en uiterst populairen burge meester De Gijselaar te vervangen: Toch heeft U niet geaarzeld en direct besloten deze eervolle benoeming te aanvaarden Dat geeft goeden moed voor de toekomst, daarbij Leiden is U bekend, gij hebt Uw jeugd hier doorgebracht en U lTeeft ook hier gestu deerd aan onze aloude Universiteit.' Leiden en de Academie zijn U geen onbekenden De taak van den burgemeester eener gemeente als Leiden is niet licht en zeker niet onder de tegenwoordige omstandigheden. Nog al tijd ligt een zware economische druk op de bevolking, het aantal werkloozen neemt weder toe, er is in vele zaken en industriën hier ter stede een malaise, de belastingen in deze gemeente zijn uitermate zwaar Daarbij vragen alle zaken Uwe voortdurende aan dacht: verkeersmoeilijkheden, nieuwe brug gen die noodzakelijk zijn, de nieuwe markt terreinen, voorziening op onderwijsgebied, nieuwe scholen, het rioleeringsvraagstuk, woningbouw, zorg voor politie en brandweer en de steeds uitbreidende stad. die vooral aan de zijde van den Rijnsburgerweg een grooten omvang heeft genomen. Leiden is een - belangrijke stad door zijn wereldberoemde Academie en zijn ligging in het Rijnland en wij mogen verwachten met een opleving van handel en industrie, ook de terugslag op deze Gemeente zich moge doen gevoelen door zijn mooie ligging te midden van talrijke welvarende dorpen^ Moge het oök U gegeven zijn aan den bloei en de welvaart dezer aloude Gemeente te mogen medewerken. En wij mogen van U verwachten Mijnheer van de Sande Bak- huijzen, dat U door Uw langdurig verblijf in het Buitenland een ruimen blik moet heb ben op zaken en dingen, die men vanuil de verte beter, onpartijdiger kan beoordeelen dan hen die er midden in leven, dat U ook Uwe krachten en talenten zult aanwenden tot waardige vervulling _van het Burge meesterschap. De werkzaamheden op con sulair en diplomatiek gebied hebben -U ge leerd met menschen van allerlei slag om te gaan en in de verschillende hooge ambten waartoe, de Regeering u bij herhaling heeft geroepen, heeft U getoond een vasten wil en een goed doorzicht te hebben. Wij mo gen dus veel van U verwachten en dan zult U. gesteund door den voortreffelijken Secre taris. Mr. van Strijen. uitstekend jurist en bekend met alle voorkomende zaken, om geven door een voortreffelijk ambtenaren corps. met de voor hun taak volkomen be rekende hoofden van dienst in aangename samenwerking met de Wethouders en me dewerking van den Raad. zeer zeker veel goeds voor_pnze Gemeente, tot stand kunnen .brengen en den bloei en de welvaart bevor deren Moge* U ook met Uw gezin in deze goede stad gelukkige dagen hebben en U in de behartiging der aan Uwe zorgen toever trouwde belangen een schoone voldoening vinden. En thans verklaar ik U. Mr. Adriaan van de Sande Bakhuijzen geïnstalleerd als bur germester der Gemeente Leiden Ik verzoek U den ambtsketen als teeken Uwer waar digheid te omhangen, den voorzittershamer te aanvaarden en de voor U bestemde zetel in te nemen (Appteus van den Raad). T *.ma reikte de wethouder den ketting dei* waardigheid burgemeester uua den nieuwen burgemeester over die hierop plaats nam op des voorzitters stoel. Het oudste raadslid, de heer J. A. van Hamel verzocht daarop het woord en sprak ongeveer in den volgenden geest. Rede van den heer v. Hamel. Mijnheer de Burgemeesterl Namens den Raad kwijl ik mij. als oudste Raadslid volgaarne van de taak U welkom te heeten in ons midden en U de verzeke ring te geven, dat wij l). zooveel als maar mogelijk is, gaarne onze méde werking zul ten verleenen in en bij het volvoeren van Uwe niet gemakkelijke taak. Uwe naamgenooten behoorden tol de aristocratie van den geest; zij blonken uit in kennis der natuur, laat mij slechts noe men één uit velen Uw hoogvereerden Vader, man van Europeesche vermaard heid; voort9 waren zij op letterkundig eo kunstgebied erkende sieraden, en. „bon sang ne peut mentir" zoo koesteren wij de gegronde verwachting, dat ook U die tra ditie zult levendig houden en de U toe vertrouwde Gemeentebelangen naar eisch zult dienen. Uw verleden is ons te dien aanzien bovendien een goede waarborg De .in het buitenland opgedane ervaring. Uw verkeer en nm_mg met verschillende vo>- ken, natiën, diplomaten, mannen van den handel en de industrie, dat alles zal U on getwijfeld in de uitoefening van Uw be stuurstaak. al zal deze ook van geheel an deren aard zijn dan die. welke tot dusverre U dagelijks bezig hield, te stade komen. Tact en be'eidvol optreden w?s U ook in Uw vroegere loopbaan niet vreemd. Vermoedelijk zal dit ten gevolge kunnen hebben, dat in menigerlei opzicht, door U het initiatief zal worden genomen. Uw ver dienstelijke ambtsvoorganger heeft vin dingrijk a's hij was in vele zaken U hel gras voor de voeten weggemaaid en zoo oogenschijnlijk heeft het er wel wat van, dat in den eersten tijd niet veel nieuws kan uitgedacht worden. Evenwel als ik let op hetgeen door Jhr. De Gijselaar, bij zijn intrederede werd gezegd op 1 Maart 1910 „in de naaste toe komst zullen eleclrische trams Leiden met Katwijk en Noordwijk verhinden en wel licht duurt het ook niet lang meer of een dergelijk vervoermiddel leidt naar de Rijn streek. wat waarschijnlijk de demping van het Levendaal tengevolge zal hebben" dan wil het mij toeschijnen, dat die profetie, on der Uw burgemeesterschap, naar ik van harte hoop en hier spreek ik slechts miin persoonlijk gevoelen uit al meen ik in dien wensch en hoop niet alleen te staan, doch ook de meening te vertolken van een groot aantal Raadsleden en van de ingeze tenen ik zeg dat die voorspelling kans heeft in vervulling te komen, ten spijt van hen, die mirtÖer rekening hpudende met dringende verkeersbelangen, in dat stille stinkende grachtje een idyllische schoonheid meenen te ontdekken: een natuurmonu ment. M. de Voorzitter. Er is een spreekwoord „dat een profeet in zijn geboorteland zel den wordt geëerd"; moge Uw burgemeester schap een glansrijk démentie geven aan die- spreuk. Het zielental van Leiden moge in de eerstvolgende kwarteeuw nog wel niet als Groningen eerlang de 100.000 naderen, on denkbaar acht ik hel niet, dat het over een tiental jaren 80.000 zal bereiken. Moogt U dat als Burgemeester beleven! Wij wenschen U van harte toe geluk en voorspoed in Uw huisgezin, een gelukkig familieleven is een zeer belangrijke, onmis bare factor bij dagelijkschen arbeid, ge zondheid voor Uzelven en dat de illusiën, die U zich maaktet bij de aanvaarding van Uw nieuwe ambt,ten volle moge groeien en bloeien en dat de vervulling van Uw ambt U moge schenken de voldoening, die elke nauwgezette plichtsbetrachting geeft. Daarop hield de nieuwe burgemeester de navolgende rede. Rede van den nienwen burgemeester. Op het punt staande het ambt van burge meester van onze gemeente te aanvaarden en voor het eerst de gelegenheid hebbend als zoodanig voor U, vertegenwoordigers der burgerij het woord te voeren, zult U mij wil len toestaan, dat ik aanvang met het uit spreken van mijnen dank aan Hare Majesteit de Koningin en Haar raadgevers, die door mijne benoeming toonden in mij vertrouwen te stellen. Wanneer ik tot God bid dat Hij mij de kracht moge geven voor Leiden een goed burgemeester te zijn. ben ik bezield door den vurigen wensch dat Hij mij in mijn oprecht slreven het welzijn van stad en bur gerij te behartigen moge leiden en mij hel pen het in mij gestelde vertrouwen te recht vaardigen. U, mijnheer Reimeringer, dank ik voor de hartelijke woorden waarmede Gij mij met mijn nieuwe waardigheid hebt bekleedt; ik dank U voor de hulp die U mij reeds „t- leend heeft, ik dank U voor de opofferingen die Gij U getroost hebt door zoo langen tijd naast tte behartiging Uwer talrijke andere belacs?n ook dc 'Jjiroovende arbeid van het burgemeesterschap op U te nemen De vrien delijke ontvangst die U mi] hier bereid heeft is voor mij daarom zoo oneindig veel waard omdal ge mij daardoor bemoedigd hebt. be moedigd op een oogenblik waarop ik daar aan zepr. groote behoefte gevoel. U allen zult mij toestemmen dat zelfs hel grootste zèlf- verl rouwen bij het aanvaarden dezer be trekking op zeer zware proef gesleld zou worden en dit in mijn geval nog Ie meer wanneer men daartoe geroepen wordt uil een werkkring als die welke ik' nu verlaat. En eerst dubbel sterk gevoel ik behopfle aan bemoediging wanneer ik de:ik aan de wijze waarop mijn voorganger dit ambt bekleed de. Jhr. De Gijselaar toch hééft een voor beeld gesleld waaraan Gij en de bi rgerij mij toetsen gaat en Uwe verwachtingen zijn dus wel zeer hoog gespannen. Moge ik niet al te zeer te kort schieten I Het past mij niet van deze plaats den roem van den afgetreden burgemeester le verkondigen, zijn daden, zijn takt le prijzen nadat dit door U met zooveel meer 1* nnis van zaken en zoo van harte gedaan is Hel past mij wèl te zeggen dat ik er mij volop re kenschap van geef, dal zijn weggaan voor de stad en voor U een groot verlies is. dat niet geheel kan worden go-d gemaakt, do'eh dat ik moet en wil trachten U zoo min mogelijk te laten gevoelen. Jhr. De Gijsplaar gaf aan Leiden groote gaypn en een sterk sprekende persoonlijk heid Ik zal mij niet ten doel stellen die per soonlijkheid na fp bootsen, maar zal wij wel laten bezielen door het voorbeeld dal hij gaf van toewijding aan Leiden's belang, onver moeide werkzaamheid en hartelijke hulp vaardigheid Méér dan ppd voorrecht acht ik hel dat hij mij toestond om wanneer ik daar aan behopfle mag gevoelen, een beroep te doen op zijn rijpe ervaring, zijn grondige kennis van het bestuur der s! id. Gelukkig mogen wij ons allen achten dat zijn band met de Academie blijft voortbestaan pn dat onze stad in hem ook behoudt een onover trefbaar pleitbezorger in de volksvertegen woordiging, die in de bres springt wanneer de belangen van gemeenten in het gedrang dreigen te geraken. Hel is verbazingwekkend te zien boe pro ductief de jongst verloopen periode voor Leiden geweest is in degelijke verbeterin gen, in nieuwe uitrusting, in nieuwen bouw, nieuwe regelingen, nieuwe organisatie. Een frissche wind heeft gewaaid door de stad en haar bestuur, het uitzicht der burgerij., haar werkingssfeer is verruimd, het voorkomen van de stad verjongd. De stad heeft zich tot een onmisbaar cen trum gemaakt van een steeds wijder zich uitbreidend district waaraan Leiden tal van diensten bewijst van algemeen belpng, dat van Leiden meer dan ooit tevoren afhanke lijk geworden is en dat omgekeerd aan deze veste welvaart en voorspoed brengt. Ik weet dat dit ten allen tijde de verhouding van Leiden tot het Rijnland geweest is, doch onder geen mijner voorgangers heeft Leiden in de omligeende landbouw zoo ver en diep wortel geschoten als onder den laatste hunner. Ik zal een opsomming van al wat in die nu afgesloten periode gewrocht werd aan U die daaraan een zoo werkdadig aandeel ge nomen heeft, besparen. Het zal mijn voorrecht zijn mede te mo gen werken aan de afwerking van wat reeds ondernomen werd of waartoe reeds besloten is en waaronder ik noem het nieuwe politie bureau, het rioleringsstelsel, het markt wezen, veel verkeersverbeteringen en den Leidschen Hout. Aan het uitspreken van een programma BINNENLAND. De installatie van Leiden's nieuwen bur gemeester mr. A. van de Sande Bakhuijzen. Het Voorloopig Verslag der Eerste Kamer over da Staatsbegroting 1927. Meeningen van mr. R. J. H. Patijn en nit EelgiS over het Nederlandsch—Belgisch verdrag. Uitspraak inzake de mishandeling met doodelijken afloop te Noordwijkerhout. BUITENLAND. Het Enqelsche Lagerhuis kenrt het ant woord op de troonrede goed. Een nienwe partij in Dnitschland? De onderhandelingen tnsschen Engeland en Kanton heeten algebroken. van hetgeen nu verder in het gemeentelijk belang zal moeten worden nagestreefd en ondernomen, wil ik mij niet wagen. Het leven gaal gestadig voort nieuwe eischen naar voren te brengen, het aantal gerechte wenschen naar veranderingen, vernieuwin gen, verbeteringen groeit op onrustbarende wijze en al bestaat er helaas vocfr den bestuurder onontkoombare noodzakelijk heid de rem dikwijls aan te zetten waar het zoo prettig zoude zijn vrij van zorg een toe lachend verschiet tegemoet te ijlen, de ge meente kan toch ook niet stil zitten, zij moet zich blijven aanpassen aan het leven zooals zich dat om en in haar ontwikkelt. Voor Leiden zijn en blijven drie groote levensbelangen die ik mij zeer bewust ben en waarvan ik het oog niet zal afwenden. Daar is de Academie. Wel verre van een bron van zorgen voor het gemeentebestuur te zijn; is zij het die alma mater die zij altijd blijft aan Leiden overvloedig goeds brengt. Een zoete roem voor de stad, een schoon doel waarvoor zij mag blijven leven. Ik behoet niet uit te weiden over de betee- kenis der academie voor Leiden. Zelf had ik het Voorrecht dicht in haar buurt op te groeien, zelf werd ik tenslotte door haar gevormd en ge begrijpt dus dat ik besef hoe noodig het is dat het gemeentebestuur niets verzuime wat haar tot nut en voordeel kan strekken. Aan Leiden is de Academie toe vertrouwd, Leiden zal harerzijds alles doen wat zij kan om een waardige behuizing te zijn voor zoo'n roemruchte bewoonster. Meer aandacht vergt van het gemeente bestuur een ander levensbelang onzer goede slad, haar industrie, een ouder maar teerder plant. Meer nog dan met den voorspoed der Academie is het wel en wee der burgerij samengeweven met den bloei der nijver heid. Niet één der talrijkehier gevestigde bedrijven, hetzij groot of klein, kan worden gemist; niet één kan in moeilijkheid ver-' keeren of de geheele burgi voelt het mede. Al klonk de nieuwjaars de fan den voorzitter van de Kamer van Koophandel niet somber waar hij de industrie besprak, op volle-capaciteit werken nog niet alle fa brieken. zorgelijk ziet het er hier en daar uit en het aantal werkloozen is niet dalende helaas. Wie verantwoordelijk'zich gevoelt voor het welvaren der stad kan nooit zon- BURGEMEESTER A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN. die hedenmiddag als zoodanig werd geïnstalleerd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1927 | | pagina 1