No. 20517 LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 1 Februari Tweede Blad Anno 1927 UIT DE PERS. BINNENLAND. Aspirin-Tabletten „Soyrt" FEUILLETON. DE BANKDIEFSTAL. Keen minderheidsregeering. (Mr. II. P.) Merchant schrijft in ie fcz.-Dem." over de artikelen van den Schaper in „Het Volk": ■Vat den heer Schaper voor oogen staat, J worden een roomsch-kalholiek kabinet eenige vrijzinnige democraten erin ge- T»gd- foor de vrijzinnig-democraten zou dit niet stig zijn. Hun partij kan niet, zonder itig gevaar voor haar beslaan, als aan- igsel van een viermaal grootere partij de regeering gaan deelnemen. De samen ging met katholieken op zich zelf. in ter verband, is reeds niet zonder be ar. Om deze reden, dat wij. behalve de- iralen, vrijzinnigen zijn. Maar in grooter iand is dat bezwaar geringer. De ver- oordelijkheid wordt dan met anderen teld. Steun in het kabinet is geheel iets rs dan steun alleen daarbuiten. [aar wij nemen nu eens aan. dat de vrij- ig-democraten, ter wille van het parle- laire stelsel, voor zich zelf over dit be- (anr konden heenstappen. Dan blijft reke- V te houden met de werking van dit isch-katholieke kabinet, zij het met iele vrijzinnig-democraten, naar builen. |n Nederland leeft nu eenmaal een sterk i-papisme. Tegen zoodanig kabinet zou Bonmiddellijk worden gemobiliseerd. Zelfs de sociaal-democraten zou dan niet zijn •rgen. laat staan te verwachten, dat zij olie wapenrusting dien vijand zouden loet treden. Meer behoeven wij hier- niet te zeggen. edaar de eerste reden, waarom zoodanig linet geen levenskracht zou hebben. 'aar in de tweede plaats: welke positie afgescheiden van het genoemde be- ir, dit minderheidskabinet in de Kamers iben? ie heer Schaper formuleert zijn gedachte, zijn standpunt, aldus: „het toestaan zou ere burgerlijke partijen om te regeeren l haar steun (van de S. D. A. P V'. Dit ■i zijn een „welwillende steun onder be- Klde voorwaarden." Biet is voor een kabinet van veel waarde, hfliet Parlement welwillend te worden be nd. Maar wanneer dit kabinet plaats imt met den geloofsbrief in de hand. haar ilrekt door een fractie, die zelf zich vrij l van regeeringsverantwnordplijkheid. iboudende dat deze fractie aan de leden het kabinet „toestaat" om te regeeren, It de positie van dat kabinet -toch wei eigenaardig. lok een minderheidskabinet van s.-d. en |d. verwerpt schr. Aan een minderheids- binet van r.-k. en a.-r. zullen, meent hij. laatstcn, vooral in den minder gunstigen tnndheidstoesland van hun partij hun bewerking wel niet verleen en. SVij zien derhalve op dit oogenblik geen bt. Maar dat is ook geen onoverkomelijk waar. Wij moeten niet „eischen" De Bo?sing zal niet door eenige partij, maar Hor den loop van de omstandigheden, door dl staatkundige ontwikkeling worden opge- diprigen Dat komt vanzelf. ■In afwachting daarvan is er geen reden ■p met aanwending van kunstmiddelen het ■krmezzo-De Geer te verkorten. hofbericht. De Koningin heeft met ingang van 12 April jkvr. I. G. Baronesse Sloet van Marxveld, eerste hofdame der Koningin, belast met de opvoeding van prinses Juliana der Nederlanden, op haar verzoek op de meest eervolle wijze van laatstge noemde functie ontheven onder warme dankbetuiging voor de vele en belangrijke diensten welke zij met de grootste toewij ding en plichtsbetrachting aan Rarer Ma- jesteit's Huis in het belang der Prinses heeft bewezen en hierna op haar verzoek eervol ontslag verleend als eerste hofdame, onder dankbetuiging voor de vele diensten in die betrekking aan Hare Majesteit be wezen en benoemd tot Dame du Palais honoraire. Tevens heeft de Koningin met denzeif- dc-n datum aan mej, A. E. Oosterlee, gou vernante van Prinses Juliana, op haar ver zoek op de meest eervolle wijze ontslag ver- Ipend, onder warme dankbetuiging voor de belangrijke diensten aan Harer Majes- ieit's Huis in hel belang van de Prinses bewezen. DE HOOGE BELASTINGEN. Een adies van het Verbond van Ned. werkgevers. Het Verbond van Nederl. Werkgevers heeft zich, naar aanleiding van de aanne ming der motie Bulten, met een adres tot de Tweede Kamer gewend, waarin wordt gezegd, dat het Verbond deze aanneming met ontsteltenis heeft vernomen. Adressant vleide zich met de hoop, dat langzamerhand ook tot het Parlement was doorgedrongen het besef, dat de uitvoering van de Staats taak te kosLbaar is geworden en dat de be lastingen, die van de onderscheiden groepen der samenleving geheven worden, exorbi tant hoog zijn. Van welk een geheel andere mentaliteit heeft de Kamer echter op 13 November 1.1. blijk gegeven. Wanneer men zich rekenschap geeft van de bedragen, die ons volk aan directe en in directe belastingen moet opbrengen, kan men volgens adressant niet ontkennen, dat ook ni de verlaging van de Successiebelas ting en de afschaffing van de 25 opcenten op de Rijksinkomstenbelasling ten behoeve van het Leeningfonds de belastingen in Ne derland nog geweldig hoog blijven. Wanneer men bijv. neemt de belasting aanslagen van de leiders van groote be drijven, wier kapitaal voor een groot deel in eigen zaak is gestoken, ervaart men. dat deze industrieelen nog steeds circa 40 pCt. en meer van hun inkomen aan belasting be talen. Wanneer men het geval neemt van den Directeur eener N.V. te Hengelo, die ge huwd en zonder kinderen beschikt over een vermogen f 1.000.000 en een inkomen van f 100.000 dan ervaart men, dat deze fa brikant in 1925/26 slechts weinig minder belasting betaalt dan in 1923/24 het geval was. De gemeentebelasting is n.l. sedert dat jaar van 19258.20 tot f 10.184 gestegen, waardoor het totaal-bedrag aan belasting op f 40.970.32 of 38 1/2 pet. van het inko men komt. Inlusschen de hooge belastingen drukken. niet alleen den ondernemer, ook de arbei der gaat er onder gebukL Iemand, die een weekloon van f 30.80 heeft, in Dordrecht, moet Ijehalve zijn indirecte belastingen, we kelijks plm f2.50 aan directe belasting be talen, indien hij gehuwd is en geen kinde ren heeft. Eene verhooging van het Staats budget ten behoeve der Staatsambtenaren, werklieden en onderwijzers, beteekent dan ook een onduldbare nieuwe belasting voor den in particulieren dienst werkenden ar beider. En waartoe leidt deze verzwaring van lasten nu mei betrekking lot de nijverheid? Vooreerst mag men aannemen, dat een verhooging van 4e bezoldiging van werk lieden en ambtenaren in 's Rijks dienst voor talrijke andere groepen van ambtena ren en werklieden het sein zou zijn. om op hun beurt salarisverhooging Ie vragen Zoo blijkt uit een bericht uit De Strijd van 15 Januari j.l., dal reeds de onuitgevoerde motie-Bullen een bedenkelijken terugslag heeft gehad. Daar lezen wij immers, dat de Vereen igmgsraad van de Nederlandsche Vereeniging van Spoor- en Tramwegper soneel met algemeene stemmen een motie aannam, waarin er bij de Regecring op werd aangedrongen, de verhoogingen, welke het Rijkspersoneel door de aanneming van de motie-Bullen zou verkrijgen, ook aan het spoorwegpersoneel toe te kennen. Zoo trekt de eene loonsverhooging de andere met zich mee. Althans in het beschutte bedrijf. In het onbeschutte bedrijf stelt de buitenlandsche mededinging een grens aan de mogelijkheid tot loonsverhooging. Elke verhooging van staatsuitgaven en dus ook een verhooging van de bezoldiging van 's Rijks werklieden en ambtenaren betee kent dus voor de werklieden in de onbe schutte bedrijven een vermindering van hun werkelijke verdiensten. Dit wekt na tuurlijk ontevredenheid en levert een nieu we bron van moeilijkheden op voor het on beschutte bedrijf, dat zelve toch reeds le tc lijden heeft van de verhoogde belastingen. Want het onbeschutte bedrijf moet zelve ook weer bijdragen aan de verhoogde be lastingen en niet alleen direct doordat het eigen aanslagbiljet een hooger cijfer ver toont, doch ook indirect doordat de be schutte bedrijven de hun opgelegde hoogere belastingen trachten af te wentelen op hun afnemers. Het onbeschutte bedrijf zal wel op zijn beurt ook weer trachten al die op- i cengestapelde nieuwe lasten af te wentelen \op zijn afnemers, maar juist omdat het een onbeschut bedrijf is. zal hier de noodwen dige prijsverhooging van fabrikaat of dien den in vele gevallen een directe vermindo- i;ng van clientèle beteekenen. Gebrek aan werkgelegenheid, onbevre digde financieele resultaten bij de produe- t;i; en inkrimping van talrijke Nederland- s.jhe afzetgebieden, zijn voldoende aan wijzingen, dat onze productiekosten voor etji loonende productie te hoog zijn. Daar om behoort alles, wat die productiekosten oi gunstig kan beinvloeden. nauwgezet te worden, vermeden. En van hel parlement m^ent het Verbond in dit ernstig tijdsge wicht te mogen verwachten, dat het daar bij het bedrijfsleven den cmniisbaren steun verleent. Dit acht hel Verbond de roeping van onze Slaten-Generaal en daarom heeft de aanneming van de Motie-Bullen ook al voert de Regeering haar niet uit zeer teleur gesteld. VRIJSTELLING VAN WACHTDIENST. In de eerstvolgende Legerorders zal eea ministerieel© beschikking zijn opgenomen inzake vrijstelling van wachtdienst. De Minister heeft bepaald, dat de in het garnizoen aanwezige sergeanten (wacht meesters), behoorende tot een korps of on derdeel ter plaatse dan wel (van hetzelfde wapen) daarbij gedetacheerd, ook wanneer zij buiten het rechtstreeksche korpsverband dienst doen, van het verrichten van wacht dienst all m dan mogen worden vrijgesteld, warmeei zij: den dien3t van den sergeant-majoor (opper-wachtmeester)-administrateur ot van den fourier waarnemen; h. diensten hebben te verrichten bij of in opdracht van het Departement van Oorlog (secretarissen van keuringsraden. werkzaam heden bij inlevering van goederen door dienstplichtigen, die naar de aanvullings reserve overgaan, enz.); c. in het garnizoen opleiJingen van hoo- aeren rang of cursussen (N. S. S., Storni- school, enz.) volgen, waarvan onderbreking niet gewenscht is. POSTERIJEN EN TELEGRAFIE. In de jongstgehouden vergadering van de postale commissie voor georganiseerd over leg werden de volgende, meer belangrijke bc-sluiten genomen: 1 .den Directeur-Generaal te verzoeken le mogen vernemen of deze bereid is om nadere voorstellen van de C. v. O. met betrekking tot de rangbevordering voor het technisch personeel in overweging te nemen. (Dit ver zoek is gegrond op het inzicht der C. v. O dat het om verschillende redenen gewenscht ware geweest om vóór de definitieve vast stelling der nieuwe rangbevordering nader hel advies der C. v. O. in te winnen). Den Directeur-Generaal te adviseeren om: 2. ook de bestellers toe te laten lot het examen ter verkrijging van het postradicaal. 3. op elk radio-slation een ex. van den lei draad, in gebruik bij de opleiding tol r.idi•>- telegrafist bij de Marine (D.o. 711/1926), voor het personeel ter inzage aanwezig :e doen zijn. Voorts om dit boekwerk voor hal ven prijs voor alle ambtenaren verkrijgbaar le doen stellen. 4. in verband met klachten over bestel lerslantaarns te doen uilzien naar een an der, meer aan de eischen der practijk vol doend type en om, alvorens ten aanzien van de invoering van een bepaalde andere lan taarn een beslissing le nemen, daarmede in de practijk een proef te doen nemen. 5. te bepalen, dat alle vacatures in den rang van schrijver ter kennis gebracht moe ten worden van het personeel ter plaatse. te bevorderen dat de volgende wijzigin gen worden aangebracht in het Koninklijk besluit van 30 December 1921, gewijzigd bij dat van 13 October 1926: a. In artikel 3. punten 1, 2 en 3, telkens de voorlaatste alinea, „1 October" te lezen: „1 Januari". b. Jn artikel 3, punten 1 en 2, telkens laat ste alinea, de woorden: „van hel daarop vol gende jaar" te vervangen door: „van dat zelfde jaar". c. In artikel 3, punt 3, le, 2e en 3e alinea, voor „geabonneerden" te lezen: „hoofd-aan- sluitingen". Van den Directeur-Generaal werd o.a. be richt ontvangen dat hij zich om verschillen de redenen genoopt heeft gezien, de herzie ning van de verlofsregeling voor het tegen- RECLAME. ^''■y£w I els Gij verzuim! spit in den rug rheumalischc pijnen I Ie genezen mei In orlglneele verpakking mei den oranjen band. Masseert bovendien mei Spirosal' oplossing „Sayrt", het eenige wrijf- middel, da! diep in de huid dringt. Want Aspirin en Spirosal-Genezen U I geheet en al! 7424 woordig le laten rusten, doch dat dit hem er niet van zal weerhouden om de beoogde ver betering in de verlofregeling te bevorderen, zoodra zich omstandigheden voordoen, die de bestaande belemmeringen tot voldoend ge ringe proporties hebben doen slinken. BOND VAN WIJKVERPLEEGSTERS. Te Utrecht is Zaterdag opgericht de Ne derlandsche Bond van Wijkverpleegsters, met aanvankelijk 103 leden. Het bestuur werd als volgt samengesteld: J. J. J. Schutte, Zuilen, voorzitster; W. G. Scrton, Utrecht, secretaresse; J. Greidanus, Utrecht, penningmeesleresse; A. G. v. Hulst, Harlingen, en D. G. Cis, Ooslvoome. REDDING VAN ALCOHOLISTEN. Zaterdag heeft de in het vorige jaar op gerichte federatie voor reddingswerk van alcoholisten een algemeene vergadering te Utrecht gehouden. In deze federatie zijn samengebracht algemeene Nederlandsche vereenigingen en plaatselijke organisaties, die zich rechtstreeks bezig houden met het genezen van alcoholisten. Vele consultatie- bureaux en afdeelingen van vereenigingen waren vertegenwoordigd. Benoemd werd een commissie van admi nistratie, waarin zitting zullen hebben mej. Grommel in en de heeren T. W. van der Woude, W. H. F. Vloeijberghs, ds. R. de Boer en pater Ildefonsus Kraan. „ZONNESTRAAL". Dezer dagen werd te Amsterdam onder leiding van den voorzitter, den heer Jan A« van Zutphen, de algemeene ledenvergade ring gehouden van „Zonnestraal", Ned. Ver- Door W. KERREMANS. Eindelijk was Kaasmin's dag gekomen volmaakt rustig besloot hij tot de uit dring. Dat hij zoo kalm was bij het vol- ren van het feit, dat over zijn verder en beslissen zou, kwam, omdat hij [cnlang aan de voorbereiding had ge- 'kt en nu zoo zeker was van zijn voor- Ifelijke organisatie dat hij voor geen lukking vreesde. [Kaasmin was procuratiehouder op een 'k en de bovenbedoelde voorbereiding organisatie betrof het zich toeëigenen daarmee zich uit de voeten maken van [n ?root bedrag. Een heel groot bedrag st het zijn, dat hem zekerheid gaf om royaal renteniersleven tc kunnen leiden had dikwijls genoeg gelegenheid gekre- !n om met eenige tienduizenden guldens verdwijnen, maar dat was lang niet ge- Hij wachtte geduldig op den dag arop hij een greep zou kunnen doen naar ln paar ton. Zoo iets kwam niet dikwijls en nu de kans en de kas openstonden Jr,r f 180.000 aarzelde hij niet, te minder ■Priat het lot hem nu een dag voorsprong ■af 't Was Zaterdag, als hij straks met het fri heenging, zou hij 1 'h dag voor zich jp'bben voor de diefstal werd geconstateerd. Hij bleef aan het werk tot ieder hel kan- r had verlaten, deed toen het geld in Pn tasch en trok voor de laatste maal de lllr van 't bankgebouw achter zich dicht. Mei blijdschap constateerde Kaasmin dat [feen zweem van angst of zenuwachtig- b hem was. Hij had het gevoel of hij let verlof ging en hij verheugde zich er dat hij nu zijn tot in de uiterste details ^rbereid plan kon gaan volvoeren fTij M dat hij niets vergeten had, dat alles reed lag en dat hij door zijn herhaalde 'Petities en oefeningen geen fouten kon «ken. kaasmin wandelde naar zijn kamer, at jnri smaak zijn tweede ontbijt en zeide L?an zijn hospita dat hij tot Maandag naar ■nisterdam ging. Nadat de juffrouw zich had verwijderd, ■'ooi hij de deur achter haar en haalde uit ■»jn bureau eenige honderden gulden® mn ■fnkpapier. dat daar altijd renteloos gele ten had voor de volvoering van het plan. R an het geld van de bank. dat hij zich had Moeget-igend. wilde hij in de eerste weken Ble.5 uH?even, hoewel hij zorg gedragen <h:'v' k°ek waarin de nummers ankhiljetten en de titels der effecten ilenoteerdrOP onrechlmati" bczit <5,r'nd Bij het geld lag een lijstje, waarop in alleen voor hem begrijpelijke woorden de werkzaamheden geschreven stonden, die hij achtereenvolgens moest doen en waaraan hij nu begon. Hij sloot twee maanden huur in een briefje aan zijn hospita en plaatste den brief tusschen de boeken op zijn schrijftafel. Pas als die boeken werden weg gehaald 'zou de hospita den brief met het geld vinden. Nu ging hij zijn koffer pakken. Het was een koffer in een overtrek, dat hij onderweg zou wegwerpen in een of ander water. De steen om het overtrek te laten zinken, lag gereed. In de koffer deed hij een licht ros- tuum, waarin nooit een bekende Kaasmin, die altijd donkere kleeding droeg, had ge zien. Toch had hij gezorgd, dat het niet door zijn nieuwigheid opviel; buitenslands had hij het elk jaar eenige dagen gedragen. Een bruine deukhoed ging er bij. om rijn tradilioneele dophoed te vervangen, bige schoenen in plaats van hooge, een hair- kleurmiddel. een zwarte snor en Henri I\- baardje, een uilcnbril, een klcurmiddel om zijn huid eenigszins bruin te tinten, visite kaartjes, waarop gedrukt stond W. L. Harmscn. een horloge met ketting, een an der soort boord dan hij gewoon was te dra gen, een das. handschoenen alles stond gereed in een zorgvuldig gesloten kist en al die artikelen waren gekocht in tal van verschillende plaatsen. Dp zijn wandelin gen had hij zich geregeld geoefend in ten anderen gang en ook zijn stem had hij in bedwang om die een nieuwen klank te geven. Kaasmin ging naar 't slation. vertelde onderweg aan twee kennissen, dat hij tot Maandag naar Amsterdam ging en nam ook een kaartje naar die stad. Van de hoofdstad reisde hij naar Utrecht, kocht daar een plaatsbewijs le klasse voor Zwolle Op het avonduur, waarop hij langs den trein liep die hem naar Zwolle zou brengen, waren er weinig reizigers voor die richting en Kaasmin kreeg wat hij hebben moest, een coupé zonder medereizigers. Toen hij in Zwolle den trein verliet, zou niemand in hem den voortvluehtigen procuratiehouder hebben herkend. Kaasmin overnachtte in Zwolle, reisde den volgenden dag. Zondag, naar Maas tricht en "keerde van daar vroeg terug naar ziin woonplaats. Zijn berekening was. dat men overal zou zoeken, behalve daar en hij wilde daar één genoteerd stonden, de bladzijde le scheu- of twee weken blijven, tot de waakzaam heid wat zou zijn verslapt, omdat geen spoor van hem te vinden was. Voor hij het perron verliet om de be kende stad in le gaan, herhaalde hij nog eens nadrukkelijk bij zich zelf de suggestie dat hij niemand mocht kennen, nooit vrees loonen, van niets verschrikken en dat hij zich volmaakt veilig moest gevoelen. Hij riep een witkiel en droeg dien op zijn valies te brengen naar hel hotel „De Kroon" Aan den besteller vroeg Kaasmin ook den weg naar het hotel. Nu nam hij zijn kunstmaligen gang aan en betrad de stad. Een politie-agent stond bij den uitgang en Kaasmin's eerste indruk was, dat die hem scherp opnam, maar on bevangen kijkend liep Kaasmin voort en repeteerde volgens de Coué-methode: Ik ben veilig, want niemand kent mij hier. Hij had dien geestelijken steun wel noo- dig, wa'nt 't leek of een aantal zijner beste kennissen afgesproken had om hem op den weg naar het hotel le ontmoeten. Nie mand echter lette op hem en het onbehage lijke gevoel dat, trots Coué, hem in keel en borst hinderde, week geleidelijk. Een wis- sellooper van zijn bank, een man dien hij dagelijks sprak, keek hem bij 't passeeren aan, maar zonder eenige blijk van herken ning op zijn gelaal. Een oogenblik was Kaasmin van plan zijn bank binnen le gaan om een of andere inlichting te vragen, maar dit gevaarlijke experiment wilde hij toch eenige dagen uit stellen. Als een vreemdeling die voor 't eerst de stad zag, ging hij door de straten, bleef voor eenige winkels slaan en bekeek aandach tig de groote gebouwen die hij passeerde. In het hotel gaf hij op een of twee we ken te zullen blijven. Hij wilde, vertelde Kaasmin aan den eigenaar, op het gemeen te-archief eenige onderzoekingen doen naar, den daar geboren 17en eeuwgehen zeeheld Volckertsz. De hotelier gaf hem inlichtin gen over den archivaris en over een assis tent die zich bijzonder met Volckertsz' leven had bezig gehouden en Kaasmin antwoordde, dat hij dan maar dadelijk naar het archief zou gaan. Hij deed zoo en verveelde zich uren lang met het lezen van oude folianten over iemand, die hem niet interesseerde. Om 3 uur werd het archief gesloten en de assistent bood Kaasmin aan jm een der boeken mee le nemen, dan kon bij in zijn hotel de studie over den zeeheld vooit- Tettèn Dankbaar aanvaardde hij dat vaor. stci en zcide voorloopig genoeg daaraan tc hebbeD Kaasmin had zich zoodanig m zijn ro] gedacht dat hij in een prettige onbevrees de stemming door de stad wandelde, later in een café ging zitten en daar voor- l.et eerst zijn naam hoorde noemen, zonder dat 't hem eenigszins aandeed. Hij zat bij het raam en aan een naburig tafeltje kwameo twee heeren zitten, die hij vlucn- tig kende. Kennelijk hadden zij onderweg reeds van hem gesproken. ,,Ik had 't nooit van dien «ecuren, be daarden Kaasmin kunnen denken", zei de een. „Stomme streek", antwoordde de ander. „Die lui worden immers altijd gepakt. Waar kan hij heen 1 Binnen een week zit hij in de nor?" „Als Kaasmin", hernam de eerste, „deze onderneming heeft opgezet met de nauw gezetheid waarmede hij altijd werkte, dan zal het een toer zijn hem te achterhalen." Kaasmin glimlachte gevleid. „Weet jc hoeveel hij meegenomen heeft" vroeg de bewonderaar van zijn accura tesse. „Ik heb gehoord van drie ton." „Allemachtig, wat een slag voor de bank. Hoe is 't met hun reserve." Het gesprek ging verder over deu finan- ciecleu toestand van de bank, waarbij Kaasmin gaarne op eenige onjuistheden zou hebben gewezen. Er kwamen meer be zoekers op het bitteruur en Kaasmin zat zich te verkneuteren over de algemeene belangstelling die zijn persoon genoot. Tegen het uur van dineeren keerde hij terug naar zijn hotel en toen hij de eet zaal binnentrad was de eerste, dien hij aan een tafel bij 't raam zag zittendo president-commissaris van zijn bank, wiens felle blik Kaasmin even deed schrikken. Kaaspiin hoestte even om zich een figuur te geven eD nam toen bedaard plaats aan een tafeltje achter den gevreesden man. Gedurende het maal, zoo dicht bij iemand die hem goed kende en die naar hem zocht, merkte Kaasmin dat zijn hand beefde en hij had alle hulp van Coué noo- dig om zich te herstellen. Dc president was eerder klaar met eten dan Kaasmin. Als hij opstaat, had Kaasmin zich voor genomen, kijk ik hem onbevreesd aan en eet kalm door. De president wierp een vluchtigen blik naar den onbekende, achteloos keek Kaas min even in zijn richting en boog zich toen weer over zijn bord. 's Avonds begaf hij zich naar het café, waar fcij gewooD was te komen en waar zijn' vrienden zouden zijn. Hij zette zich aan een tafeltje fcij het raam. welke plaat- wen door ecD gordijn wareD afgescheiden van het overige deel van het café. Zoo kon hij beluisteren wat er over hem gezegd werd en den geheclen avond bijna ging het gesprek over Kaasmin's diefstal. Glimlachend en welgemoed hoorde Kaas min de beoordeelingen en voorspellingen en toen de gesprekken naar andere on derwerpen overgingen, riep hij den kell- ner, betaalde en ging door het café naar buiten. Op den derden dag van zijn verblijf als Harmsen in zijn woonstad ging Kaasmin naar zijn bank. Hij deed het niet als bra- vourstukje, maar om door dat bezoek zijn gevoel van veiligheid nog te doen toene men. Zijn veranderde stem was hem reeds zoo tot gewoonte geworden dat hij daarvan geeD herkenning vreesde. Aan het loket „Inlichtingen" vroeg hij aaD den bediende die hem te woord stond, een zakelijke in formatie. Niemand keek op toen hij sprak en de bediende, dien hij zoo goed kende, richtte het woord tot hem als tot een vreemdeling. „De zaak is gezond, de slag is gewon nen", zei Kaasmin bij zichzelf toen hij het gebouw verliet. Op dat oogenblik passeerde hem de ge meente-archivaris. Kaasmin groette den ambtenaar. Daarbij beging hij de fout, het verzuim, ie nalatigheid, waaraan geen enkele mis dadiger schijnt te kunnen ontkomen. Aan alles had Kaasmin gedacht, alleen niet aan zijn wijze van hoed afnemen en die was juist nogal ongewoon. Als Kaaamin na den groet zijn hoed weer op het hoofd zette, Het hij zijn arm niet recht omlaag vallen, maar zwaaide dien eenigszins wuivend. Zoo deed hij ook nu en dat zag de directeur van de bank die voor het raam met iemand in gesprek was. „Alle duivels", riep hij en liet zijn be zoeker onthutst staan. De directeur greep zijn hoed en volgde Kaasminfiguur, hals en ooren van den man voor hem deden den directeur sterk aan zijn ontvluchten procuratiehouder denken. „Hij is 't", mompelde het hoofd van de bank. „Ik ben zelf Kaasmin als hij dat niet is." Kaasmin had er geen vermoeden van dat hij gevolgd werd en zotte blijmoedig zijn weg naar het hotel voort. Eenige minuten later kwam de kellner hem zeggen, dat er twee heeren waren om hem te spreken. De twee heeren stonden in zijn nabijheid, 't waren de directeur en een inspecteur van politie. De verstijvende schrik op Kaasmin's ge laat was zooveel als eeD bekentenis. „Meneer Kaasmin", zei de directeur vrooiijk, „wilt u zoo goed zijn met ons mee te gaan V' -Q

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1927 | | pagina 5