GELDKONINGEN. MENTHAFORM TABLETTEN tegen GRIEP BROCADES No. 20502 LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 14 Januari Tweede Blad Anno 192/ BINNENLAND. PRIJS 60 CTS* P. FLACON BIJ APOTHEKERS S DROCISTEN FEUILLETON. OFFICIEELE BERICHTEN. Bij Kon. besluit is eervol ontheven als directeur der Militaire Gymnastiek- en Sportschool, kapitein dr. W. P. Hubert v. Blyenburgb, der artillerie; zijn benoemd tot reohter in de recht bank: te Amsterdam mr. J. J. ter Maten, rechter te Rotterdam; te Middelburg, mr. J. H. Bybau, idem te Roermond; te Am- hem mr. A. H. van Éeusekom, idem te Alk maar; is benoemd tot kantonrechter: te Apel doorn. mr. C. C. Beelaerta van Emmicho- ven. idem te Doesburg: te Zaandam mr. H. C. Hooft Hasselaer. griffier bij het kan- tongerecht te Tiel; te Tiel mr. dr. G. H. Baale, kantonfcchter te Lemmer; zijn benoemd tot notaris te Bussum I - Seheffelaar Klots, eand.-notaris, lid-secre taris van den Raad van Beroep voor de ■A directe belastingen te Amsterdam 11, wo nende te Bussum; tot notaris te Abcoude M". H. van de Poll, eand. notaris te Har- melen; tot notaris te Bedum F. S olters eand.-notaris te Groningen; tot. notaris te Brummen B .Maatjes, notaris te 't Zandt tot notaris te Amsterdam F. M. Wove, eand.-notaris te Bussuin, en J. B van de Berg, eand.-notaris te Amsterdam; - zijn benoemd in de commissie tot onder zoek en voorlichting betreffende den staat van het uitwendige van het Koninklnke Paleis te Amsterdam: tot voorzitter dier .'commissie prof. dr. ir. S. G. Everts o.id- hoogleeraar Technische Hoogeschool, wo nende te 's-Gravenhage: tot lid prof. A. W. M. Odé, hoogleeranr Technische Hoo geschool te Delft-. HET NEDERLANDSCH—BELGISCH •VERDRAG. Antwoord op vragen van minister Vandervelde. De Belgische Senator Lamborelle had voi- gende vragen gesteld: Zou de Minnisler van Buitenlandsche Za- ken mij willen mededeelen: le. Wal is volgens het Volkenrecht de huidige situatie op de Schelde voor wat b,- f treft de doorvaart van oorlogsschepen in vredestijd en in lijd van oorlog? 2e. Op welke punten is dit statuut mis schien gewijzigd door het, Nederlandsch- Belgisch verdrag? 3e. Bestaan er geen gegevens, die ons in staat stellen na te gaan, welke practische heteekenis die quaestie van de doorvaart der oorlogsschepen langs de Schelde voor *s lands verdediging zou kunnen hebben? 4e. Bestaan er met name geen desbetref fende studies van de marinestaven onz^r Geallieerden uit den oorlog en mogen de conclusies er van worden medegedeeld? Minister Vandervelde heeft daarop geant woord le. De rechten van Nederland op het No- derlandsche gedeelte van de' Schelde zijn die van alle souvereine stalen, in zoover zij niet beperkt worden door internationale overeenkomsten. In de commissie voor de herziening van 4. de verdragen van 1839. de zoogenaamde I commissie van XIV, die in 1919 en 1920 zetelde, heeft de Belgische delegatie de stelling verdedigd, dat een dergelijke beper king bestond; zij steunde daarbij op een feilelijken toestand, betreffende de doorvaart der Belgische oorlogsschepen langs de Ne- der!andsche~Schelde, die jaren lang bestaan i heeft. Die stelling werd echter door de gedele geerden der andere mogendheden in de com missie van XIV (Amerika, Engeland, Frankrijk, Italië en Japan) verworpen, als zijnde niet in overeenstemming mei de be slissing van den Oppersten Raad (4 'uni 1919) waardoor iedere oplossing werd uit- i gesloten, die een overdracht van souveréi- niteit of het schc-ppen van een internalio- m naai servituut insloot. Onder zulke voorwaarden blijkt het dus onbetwistbaar, dal Nederland, daar zijn souverciniteit niet beperkt is door een.g internationaal accoord, het recht heeft het Nederlandsche gedeelte van de Schelde voor alle oorlogsschepen, welke ook hunne nationaliteit zij. gesloten te houden behou dens natuurlijk de verplichtingen die voor dit land voortvloeien uit het houvast van den Volkenbond .in het bijzonder art. 10 pa ragraaf 3). Voor het geval Nederland in tijd van oorlog, onzijdig wenscht te blijven en B?l- gië wat een zeer onwaarschijnlijke hypothese is belligerent zou zijn buiten de voorwaarden, voorzien in het handvest van den Volkenbond, zijn de verplichtin gen van de Nederlandsche regeering inzake de gelijke behandeling van alle belligeren- ten vastgelegd in het volkenrecht en bijzon derlijk in art. 9 der beide conventies van den Haag over de rechten en plichten van neutralen in geval van oorlog te land en van maritiemen oorlog. 2e. liet Nederlandsch-Belgisch verdrag brengt geen enkele wijziging in den tegon- woordigen toestand op de Schelde. In d>n brief gericht op 27 October 1926 aan den Nederlandschen gezant te Brussel, wordt, in overeenstemming met de Nederlandsche regeering. verklaard dat ,,de reserve be treffende de Belgische oorlogsschepen op de Schelde in de Toelichtende Memorie bij Int verdrag van 3 April 1925 is opgeno men, ten einde uitdrukkelijk vast te stel len. dat de doorvaart der Belgische oor logsschepen eene materie is, welke buiion het verdrag is geblevendat dit laatste het politieke en militaire statuut van de Scheids niet heeft gewijzigd en de souvereiniteit van heide stalen ieder over zijn deel van de rivier niet aantast. 3e en 4e. België heeft geen oorlogsvloot meer en het vraagstuk van de vaart van vreemde oorlogsschepen door Xederland- sohe wateren, heeft alle practische bete kenis verloren in verband met verplichtin gen, welke aan Nederland, al^ lid van den Volkenbond, door de bepalingen van het handvest, in het bijzonder door art. 1G pa ragraaf 3 zijn opgelegd. Aan den anderen kahl hebben de gedele geerden van de Geallieerde en Geassocieei de mogendheden in de commissie van XIV ter rechtvaardiging van hunne houdirg tegenover de Belgische delegatie, de vol gende verklaring afgelegd: „Van uitsluitend militair en maritiem standpunt uit beoordeeld - zou het verzo-k van België (betreffende de doorvaart van oorlogsschepen) wanneer er gunstig over beschikt ware geweest, tegenover eenige problematische voordeelen, talrijke en ern stige nadeelen hebben ^opgeleverd, welke de militaire deskundigen in hun rapport aan de commissie van XIV naar voren gebracht hebben. Het is niet nutteloos daaraan toe te voe. gen, dat de meening van den Belgisch n generalen staf op dit punt niet afwijkend is. Hel Kamerlid II Vos stelde de volgend" vragen: De reserve, die in den tekst van de toelich tende memorie paragraaf 1 van artikel 4 van het op 3 April 1926 te 's-Gravenhage geslo ten verdrag tusschen Nederland en België wordt gemaakt ohilrent de doorvaart van Belgische oorlogsschepen over de Schelde j ten lijde van oorlog of van vrede, werd door het antwoord van den minister van buiten landsche zaken in den Senaat op 29 Juli op een door mij in de Kamer geslqlde vraag niet voldoende opgehelderd en evenmin door den brief van den minister aan Zijne Excellentie jhr. van Vredenburch, gezant van Neder land te Brussel, d.d. 27 October 1926. Ten einde elke onduidelijkheid over den desbe- Ireffenden (ckst uil te sluiten, verzoek ik den minister mij mee te deelen: le. of hij erkent, dat Nederland het recht bezit, de Schelde te allen tijde, zoowel van oorlog als .van vrede, voor Belgische oorlogs- schepen te sluiten; 2e dat indien Nederland in geval van oor log de Schelde volstrekt of onder zekere voorwaarden sluit, dit land verplicht is. de zelfde sluiting ook ten aanzien van Belgische oorlogsschepen toe te passen, wannc-er Bel gië tot de oorlogvoerenden mocht belmoren, beide behoudens de verplichtingen, die voor Nederland voortvloeien uit het lidmaatschap van den Volkenbond. 3e. Indien de minister deze vragen, beves tigend beantwoordt, wil hij mij dan nteêde*- len, wal de bedoeling is van de reserve in de toelichtende memorie? Hier op anlwpordde de minister: „Wat de sub le en 2e gestelde vragen betreft verzoek ik het Kamerlid het ant woord te lezen, dat ik gegeven heb op de meer in bijzonderheden afdalende vragen van den Heer Senator Lamborelle. - Aan'den anderen kant is er op de vraag sub 3e geantwoord in den brief, welken ik op 27 October aan den heer van Vreden burch heb toegezonden." EEN NIEUWE DRANKWET. Voorstel tot invoering van de plaatselijke kenze. De regeering heeft aan Gedeputeerde Sta ten der provinciën en aan eenige burge meesters advies gevraagd over het vooront werp eener nieuwe drankwet. Dit ontwerp heeft, volgens het „Hbl.", een drieledig doel: A. De Drankwet moet op eenige punten aan een technische herzie ning worden onderworpen; B. de veranderde toestanden in de samenleving vorderen eenige verruiming van de grondslagen der wet; G. overeenkomstig de toezegging in de verklaring, door den kabinetsformateur in Maart 1925 afgelegd, wordt een voorstel tot invoering van de plaatselijke keuze gedaan. Deze drie groepen laten het beginsel van de wet, hel maximum-vergunningsstelsel, onverlet. De verplichte splitsing van den verkoop in tappen en slijten wordt omgezet in een fa cultatieve. De voor genieenten boven zeker zielen-aantal verplichte splitsing heeft practisch meer last dan voordeel gegeven. Het toezicht op de naleving van de voor schriften voor lappen en voor slijten is niet gemakkelijk; afdoende controle legen slijten door Uppers en omgekeerd zou voor de po litie een krachtsinspanning vorderen, waar van het nut niet zou opwegen logen de lasten en de moeite. Door de wijziging in 1925, zijn voor de logementsvergunningen, scherpere bepalin gen lot stand gekomen. De werking daarvan, die aanvankelijk gunstig is, moet worden af gewacht. Het nuttig effect zal evenwel wor den verhoogd door dc heffing van een matig jaarlijkseh vergunningsrecht ten bate van 's rijks kas. Door dat recht wordt eensdeels een logementsvergunning minder begeerlijk voor wie liaar slechts voor een zekeren schijn verlangt en worden anderdeels de kosten, die de behandeling van de logements vergunning voor den rijksdienst veroorzaakt door noodzakelijk inspectie-onderzoek ter plaatse vergoed. De vervanging van den vergunninghouder wordt geregeld. De bepaling van art. 24, dat de vergunning uitsluitend geldt voor den persoon des verzoekers sluit uit. dat een an der voof eigen rekening het bedrijf voor den vergunninghouder uitoefent; een derde mag alleen op naam en voor risico van den ver gunninghouder handelen. De practijk heeft met behulp van schijn-eontraclcn zich we ten los te maken van het wettelijk voor schrift. De meeste vervangers handelen op eigen naam en risico, maar zijn door schijn contracten gevrijwaard tegen vervolging. Het persoonlijk karakter van de vergunning is voor het doel van do wel onmisbaar óm dat: le. de vergunning, bleef zij voortbe staan na den dood van den vergunninghou der, bestendig en een vermogensoliject zou worden2e niet ieder kan worden toegela ten tot de uitoefening van hel bedrijf. Deze twee motieven komen evenwel ook tot hun recht, indien de vergunninghouder wordt toegestaan gedurende zijn leven het bedrijf te laten uitoefenen, door dat te verpachten aan een derde, die voldoet aan de eisohen, die nan den vergunninghouder gesteld worden. Wanneer de wet zal toelaten, dat beide par tijen een eerlijk contract van vervanging, van verpachting van een zaak aangaan, moet hel aan belanghebbenden worden over gelaten hoe zij hun verhoudingen willen re gelen. De overbrenging der vergunning naar een ander huis zal ook in den loop van een ver gunningsjaar kunnen geschieden. Zonder schade voor de werking der wet kan de mogelijkheid worden geopend, dat een vergunning op de weduwe van den houder wordt overgeschreven, mits dit geschiedde vóór 1 Mei en zij voldoe aan de eisehen. De gezondheidscommissies worden in ver schillende artikelen van de wet opgenomen ter adviseering aan de gemeentebesturen. De plaatselijke commissies volgens art. 49 der wet worden opgeheven. Dit instituut moet als mislukt worden beschouwd. RECLAME. 6625 ZUIVEREN MOND EN KEEL - VOOR KOMEN DE KWAAL Alle verkoop van alcoholhoudcnden. niet sterken drank, wordt gebonden aan een ver lof, ook voor gebruik elders. Voor bier is de grens, waarbinnen verlof noodig is, 10 liter, waardoor oinvat wordt de verkoop bij flesch- jes voor gebruik op straat, voor wijn 5 liter. De verloven worden gebonden aan een maximum, dat gelijk is aan het maximum der vergunningen. Voorgesteld is de heffing van een verlofs- recht van f 10. De gemeente moet de helft hiervan aan het rijk afdragen. Voorschriften zijn opgenomen met betrek king lot plaatselijke keuze. Het wetsontwerp wijkt op twee punlen af van het voorstel-Rulgers. Dat voorstel om vatte ook de vergunningen, verleend vóór 1 Mei 1904, voor welker vervallen een schade loosstelling onvermijdelijk was Met hot oog op den toestand van 's lands financiën en de vele, zeker nief minder dringende behoeften, die onvervuld moeten blijven, is afgezien v. het vervallen dier vergunningen. Hel voorstel-Rutgers omvatte ook de so- cicteils- en logemer\lsvergunningen. Het wetsontwerp gaat niet verder dan de wet gaat, die deze beide soorten van vergunnin gen niet onder art. 4, tweede lid, 3o, heeft begrepen. Waar schadevergoeding is uitge sloten, moet aan deze Jiinrn worden vastge houden. Ten slofte valt te overwegen of de plaatse lijke keuze ook zal golden voor de leerhui zen. Waar de geest des volks wellic ht rijp is voor een beslissing over vergunningsinrioh- lingen, isf het voorzichtig, eerst de ervaring daarmede en met hel verlr.f^inaximum af le wachten. Het minimum van het vergunningsrecht is veilioogd op f40, wegens de veranderde waarde van het geld Verboden wórdt sterken drank of zwalc alcoholischen drank fc verkoopen terwijl ïn do localifeit gelegenheid wordt gegeven tot dansen. Er zijn met name in de steden ver schillende gelegenheden, waar do moderne dansen en alcohol samenwerken in een zeer bedenkelijke richting Over het dansen wordt hier niet geoordeeld maar hel is zaak den verderfelijken wederkeerigen invloed van danson en alcohol fe breken. De verkoop Van wijn en bier in allerlei winkels, speciaal in groenten- en kruide- i nierswinkels wordt geweerd. Er schuilt een niet gering gevaar in verkoop, zelfs npdrin gen aan het publiek van allerlei alcoholica in gelegenheden, die daarvoor tol voor kor ten tijd niet gebezigd werden eh waarin jong en nud publiek voor gansrh andere doejein- j den moet komen. Bovendien wordf aldus een concurrentie aangedaan aan verlofhou ders die aan allerlei wettelijke verplichtin gen moeien voldoen. MIDDENSTANDSWONINGEN VOOR RIJKSAMBTENAREN. Bij 't toekennen van rijksbijdragen voor i middenslandswoningen is aan de eigenaars van groolcre complexen als regel de ver- plirhting opgelegd, om zoolang de minisler i van financiën zulks wenschelijk acht, een aantal woningen beschikbaar te slellen voor en te verhuren aan rijksambtenaren. De minister van arbeid heeft (hans aan gemeentebesturen meegedeeld, dal de minis ter van financiën op die beschikbaarstelling geen prijs meer steil, zoodat bedoelde ver plichting als opgeheven kan worden bc- schomvd. TAALZUIVERING. De minister van Onderwijs heeft aan B. en W der gemeenten, in welke gemeen telijke inrichtingen voor middelbaar (en gymnasiaal) onderwijs bestaan, meegedeeld dat het streven der taalcommissie van het j Algemeen Nederhindsoh Verbond in Lev j algemeeD zijn instemming heeft en hij ia verband daarmee den directeuren der Rijks hoogere burgerscholen heeft opgedragen, het boekje Taalzuivering, lijst van woor den en uitdrukkingen ter vervanging van ismen, met ingang van den cursus 1926/ ]927 op de in het programma voorkomende boekenlijst te plaatsen. Willen ook B. ea W. het doel van die commissie helpen be vorderen, dan geeft hij hun in overweging te bevorderen, dat het gebruik van het bedoelde boekje eveneens wordt voorge schreven bij het onderwijs in de Neder landsche taal aan de genoemde gemeente lijke inrichtingen. MOTOR- EN RÏJWIELWET. Ged. Staten in de provincie Zuid Hol land vestigen de aandacht van houders van vracht-auto's er op, dat de in hun bezit zijnde ontheffingen (ingevolge art. 1, eerste lid, sub b, der Motor, en Rijwicl- wet) met ingang van 1 Februari 1927 hun geldigheid hebben verloren. Van heden af kunnen de ontheffingsbe- wijzen worden ingezonden aan het prov. bestuur van Zuid-Holland te 's-Graven hage. Korte Voorhout 9, teneinde van een bewijs van verlenging te worden voorzien. DE ALG. RAAD VAN HET I. V. V. Op de vergadering van den generalen raaa van het I. V. V. zijn allereerst de rapporten over do verrichtingen van het bureau behandeld. Een uitvoerige discussie werd gevoerd over het Internationaal Arbeidsbureau en de verhouding van het I. V. V. tot deze organisatie. Verder kwam de Moxicaansche reis van do Europeesche vakbondsleiders in discussie. Zonder eenige discussie en met algemeene stemmen werd een resolutie aangenomen, waarbij de generale raad van het I. V. V. verklaart met groote belangstelling de ge beurtenis e.i in Mexico te volgen on het Mexicaansche volk de verzekering geMt van den steun van het I. V. V. in zijn strqd tegen vreemde aanvallers on bemoeiingen. Met voldoening word kennis genomen van het verslag van de reis van Oudegeest naar de Slavische en Baltische landen. Zeer uitvoerig werd vervolgens gesproken over de algemene staking en de mqmvcr- kersuitsluitïng in Engeland. Tot 3 December is door* cle continentale vakbeweging f 1.354.000 bijeengebracht voor de mijn werkers, voor de algem. staking f 374.000. Aan het Trade Union congres is een leaning van f 950.000 verstrekt. De verhouding van de tweede vakver- een igings-intemn tin na le tot de Russisch® vakbeweging vormt daarna een punt van bespreking. I'e Engelsche vertegenwoordiger Hicka stelde de volgende motie voor: In verband met het herhaalde ernstige verzoek van het Britsche vakverbond en de noodzakelijkheid van een geunifieerde vakvertegenwoordiging verklaart de gene rale raad der I. V. V. zich acooord met het houden van een conferentie van beide partijen zonder eenige voorwaarde en wel onder de uitdrukkelijke bepaling, dat zulk een conferentie uitsluitend zal bestaan uit vertegenwoordigers van het I. V. V. en var. den al-Russische i vakvoreenigingsraad. De betekenis van deze laatste toevoeging is. dat de minoriteiten uit de verschillende landen niet vertegenwoordigd zullen zijn. Een voorstel Stenhuis om deze resolutie zon der discussie in stemming te brengen, werd aangenomen rnet -9 tegen 8 stemmen. De resolutie zelf werd met 12 tegen 6 stem men verworpen. Besloten werd ten slotte geen zomerschool voor vakvereenigir.g laders te houden. Geautoriseerde vertaling naar het Engeisch van E. PHILIPS OPPENHE1M. door W. M. D. SPIES—VAN DER LINDEN L 40> I Denk niet, dat ik een bruut ben, lieve," vervolgde zij, zich niet onvrien delijk tot Virginia wendend. „Je staal me heel erg aan en ik geloof, dat we vrien den zouden kunnen zijn. Maar als je wenscht hier ontvangen te worden als de toekomstige vrouw van mijn neef. dan moet je niet vergeten, dat de plaats in de maatschappij, die mijn neef je aanbiedt, zijn verplichtingen heeft, zoowel als zijn genoegens. Je moet dien aardigen, kleinen mond van je open doen, anders ben ik bang dat ik je niet van dienst kan zijn." Virginia keerde zich naar Guy. „Je tante heeft volkomen gelijk." zeide zij. „Ik weet, dat het heel dwaas moet klinken, maar ik kwam hierh°en met een bepaald doel. waar ik op 't oogenblik nog niets over kan vertellen „Dat is natuurlijk aan je zelf, om le be slissen, zei ladv Medlineourt opstaande, „maar ik zou maar oppassen als ik jou ^as. Ik moet me gaan verkleeden. want er "omen een paar menschen bridgen: Als. je naar t huis eens liet zien. Guy. en als ik oan lenig kom. zijn jullie misschien tot Andere gedachten gekomen en valt er beter met je te redeneeren. Vergeet niet." vervolgde zij tegen Vir ginia. ..dat het me volkomen ernst is. wat ik zeg. Het,zal me heel veel genoegen doen. om de toekomstige vrouw van mijn liefsten neef zoovee! mogelijk van dienst te zijn, maar er moeten geen geheimen wezen. Ik haat geheimen, vooral als 't vrouwen be treft. Als je vader een groentenman is. dan is 't uitstekend, als je maar precies kan zeggen, wie je bent en waar je vandaan komt; maar niet iets geheimzinnigs. Praat er met haar over. Guy. Ik kom nog even terug, als ik klaar ben." Zij gaf een kort. maar niet onvriendelijk knikje en stevende op de deur af, die Guy voor haar open hield en daarna sloot. Toen kwam hij langzaam terug en. zijn arm om Virginia's middel slaand, kuste hij haar. ..Je hebt zeker geen lust om 't huis te zien?" vroeg hij. „Niet in 't minst," antwoordde zij. „Ik geloof, dat 't beste is. dal we weggaan." „Daar is geen haast bij," antwoordde hij Langzaam. We kunnen net zoo goed blijven en er nog eens over pralen. Als je er goed over denkt, is 't een heel iets voor de oude dame. vind je niet? Laten we nog een? e\en allps precies nagaan. Misschien valt ons iels in.'.' irginia leunde achterover legen de kussens. „Uitstekend." zeide zij. „Jij somt op en ik luister." „Goed, antwoordde Guy. „Ik ontmoette je dus voor t eerst, 't doet er niet toe hoe lang geleden, op de boot. toen we van Amerika kwamen. Je was heelemaal al leen. zonder gezelschap, zonder geleide. Dat is op zichzelf al. dat weet j° natuurlijk, j een buitengewoon iets. Maar je zult toe- geven, dat 't m? niet afschrikte. We wer- deanu, erge gi.ede vrienden, werden we niet0" „Ik meen van wel." stemde zij toe. „Naderhand." vervolgde hij. „ontmoetten we elkaar weer in Réstauranl Luigi. Daar trof ik je weer alleen, in een restaurant, waar een vrouw, die weet wat ze doet. niet over zou donken heen le gaan zonder be hoorlijk geleide. Vergeef me, maar ik wilde, dat je precies in zag, hoe de zaak in elkaar zit. Ik zag daar natuurlijk, hoe 't je hin derde. dat bijna iedere man. die binnen kwam. naar je keek en op de keurigste ma nier die ik bedenken kon. ging ik naar je toe en deed ie een voorslel." Virginia zuchfte. „Je dfcedt het in de puntjes." zei ze zacnl. „Ik vlei me er heusch me?," zei hij. „dal ik "t met beleid deed. Ik vroeg eenvoudig, of ik aan je tafeltje mocht komen zitten. Vóór we klaar waren met den. had ik je voor den tweeden keer gevraagd, om met me te 1 rouwen „Dat was ontegenzeglijk voortvarend," verklaarde zij. „Je zult je herinneren, dal je (oen ner gens over wilde redoneeren Ik vertelde je, dal ik je den volgenden morgen zou komen halen en ik zei je. wat ik van plan was mpe te brengen. Toen ik aan je pension kwam. was je wei. Je liet faal noch toeken achter Ik kan niet zeggen, dat ie m* aardig behandelde." ,,'t Was niet aardig," ga' zij toe. „Maar ie hebt 't me vergeven." Hij knikte. „Natuurlijk. Wel. een paar avonden later zie ik je dineeren met een man. dien ik oppervlakkig ken, een intelligente kerel, ontegenzeglijk een man van de wereld. Je bent alleen mei hem. Ik volg je naar huis. naar Coniston Mansions. Daarna was ik jn dubio wat ik doen zou, me dronken drin ken of een bad in de Theems neinpn. Met terdaad 6en ik naar hu;s en naar bed ge gaan." „Dat was heel verstandig van je," mur melde zij „Den volgenden avond," ging hij verder, „dineerde je weer met denzelfden man. alleen dezen keer ging hij niet met je terug naar Gonislon Mansions Ik wel en voor ik van je weging, had je me beloofd mijn vrouw te worden. Ik mocht je geen vragen doen en ik deed ze niet Ik weel nu even weinig van je als op de bool. Ik weet, dat dip man. Nórris Vin-, appartementen heefi op enkele meiers afstand van de jouwe en j in het zelfde gebouw, maar ik doe geen vra gen. Ik vind, dat je moet erkennen. da( >k me niet schuldig maak aan wal ook maar in de verste verte lijkt op misplaat?»- nieuwsgierigheid. Ik stelde er me, tevreden mee, dat ik het liefste meisje veroverd had, dat ik ooit had gezien." Zij drukte zij-n hand pn zuchtte: „Guy, je bent een schat.' zeide zij „Het is volkomen voldoende voor me." ging hii verder „dal je bent. wat je bent. Dat is ook nu nog voldoende voor mi f. fit- i laslige is. dal hel nief voldoende zal zijn voor iedereen Dal kan je zelf toch wel in- zien, lieveling, is het niet?" i Virginia trok zich wat terug. Hij meende, dat de hand die nog in de zijne rustte, kou- der werd. „Ik geloof het wel." zei ze zacht. „Ik ben blij. dal je het inziet." zei Guv ernstig. „Luister nu eens. Virginia. Je zag, 1 waar mijn tante heen wilde. Er is geen twijfel aan. of ze heeft van haar standpunt gelijk Ik vraag me af, of het onder deze om standigheden niet beter zou zijn" bij aar zelde en bleef haar een oog-nblik aankijken, .beter zou zijn ie begrijpt, wat ik bedopj, doe jp niet?' .Ik weel het niet zeker." zei ze. „Ik wildp liever, dat je 't me zei." Hij keek haar verbaasd aan. „En ik dacht, dat ik dat nu juist gedaan had," vprklaarde hij. „Wat ik bedoel is, dat hét op stuk van -zaken, al zou ik voor me zelf geen enkele vraag doen. misschien wel beter voor je zou zijn. als je mijn tante ver telt, wat ze weten wil. 'I Zou alles zooveel makkelijker maken." „Ik geloof, dat je gelijk hebt," zei Vir ginia zacht Guy boog zich over haar heen en kuste haar. „Lieve kleine engel!" zei hij. „Ik zal het haar gaan zeggen en haar hier brengen." Hij kwam zijn tante op de trap tegen, maar ioen zij in de kamer terug kwamen, was die leeg. Guy keek verbaasd rond en ging de hall in. Jameson kwam snel op hem toe. „Die dame is net weggegaan, mijnheer," zei hij eerbiedig. „Ik heb zelf een taxi voor haaf geroepen. Zij scheen haast te hebben. Guy stond epn oogenblik onbewpegüjk. „Herinner je jp misschien het adres, dat zij opgaf?" vroeg hij den man. ,,'t Spijt mij. uwe Genade, maar ik heb 't niet verstaan." Lady Medlineourt opende de deur van de zitkamer. „Ik geloof, Guy, dat je beter deedl, bin nen le komen, om wat met me (e praten" (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1927 | | pagina 5