verjaardag. CORRESPONDENTIE. door C. E. DE LILLE HOGER WAARD. Wiesje speelt: z'is jarig En ze wacht op Jet. 't Mooie theeserviesje Heeft z'al klaargezet. O. wat zit haar Popje Nu toch netjes recht! Béri mag ook meedoen, Is vandaag de knecht. Daar stapt Jetje binnen, Bloemen in de hand, Veel geluk, hoor Wiesje! Roept de kleine klant. Wat is 't hier gezellig! Dolgraag drink ik thee. Even ga 'k naar huis nog. Breng mijn Pop ook mee. Beide Poppenmoedcrs Spelen samen fijn. Morgen zegt Jet oolijk, Zal 't m ij n verjaardag zijn. Dan wacht ik je, Wiesje, Met mijn theeblad op. 'k Heb voor Pop en Béri Ook nog wel een kop. Maar de zaak was hiermede nog niet uit. Drie dagen later, terwijl de kinderen met de hondjes speelden, kwam Piet met een mandje in zijn handen naar beD toe „Ik heb een cadeautje voor jullie," zei hij. „Baas Japiks heeft het gebracht. Ik vertelde hem gisteren van jullie teleur stelling met de poesjes en nu stuurt hij je deze twee. Hij zegt. dat het mooie, lieve diertjes zijn, maar dat ze altiid wegloopen. Je moet er dus goed op passen." Daarop haalde Piet een wit poesje en een zwart poesje uit het mandje. Pim nam het witte 'D zijn arm, bekeek het aanda-chig en slaakte een kreet van verrassing, terwijl Polly, die naar het zwarte poesje keek, plotseling uitriep: „Meneer Wipper-Snapper-Snor I" Pim knikte en zei „Mevrouw Wiesje-Poeseloes 1" Piet scheen er eerst niets van te begrij pen. Plotseling herinnerde hij zich echter de grappige namen, dn- de kinderen aan de poesjes gegeven hadden en zei hij „O. maar het zi.in niet dezelfde poesjes I Dat kan onmogelijk „Het zijn wel dezelfde poesjes!" hield Pun vol. „Is baas Japiks er nog?" Piet knikte en de kinderen renden naar het hek. De boer was juist op het punt weer in zijn karretje te stappen. „Werden uw poesjes eerst ge-stolen en kwamen ze toen weer bij u terug vroeg Pollv „Of had u ze aan een man gegeven vroeg Pim. De boer keek de kinderen aan, alsof hij niet begreep, wat zij vroegen. Eindelijk scheen hem dit echter duidelijk te worden cn zei hij: „Ik heb er heelemaal niet aan gedacht, dat ze gestolen konden zijn, maar nu gaat mij als ik er goed over nadenk een licht op. Mijn dochtertje zei iets van een man, die ze meegenomen had Ik maakte or echter geen werk van, daar de poesjes vóór donker al weer terug waren .Maar dan is dit mevrouw Wiesje-Poe- eeloes!" riep Pim uit „Zij werden gesto len en ik kocht ze van den man. die ze gestolen had; daarna liepen ze weg." ,,Fn dan is dit meneer Wipper-Snapper- SnorP' zei Polly weer „O, wat ben ik blij 1 Dank u wel We zullen nu beter op hen passen en niet meer probeeren, of de hond. jes vriendelijk tegen hen zijn of niet." „Dank u wel," zei ook Pim. De boer reed weg en vroeg zich af, hoe de kinderen toch aan die vreemde namen voor een poes kwamen. Het deed mij genoegen nog zoo'n groote massa brieven te ontvangen; dat was mij een bewijs, dat er onder mijn raadseljeugd niet veel zieken zijn Wel ontbraken er eenige trouwen, ik vrees dus, dat die niet in staat waren om te schrijven, en ook vele briefjes vertellen van zieken thuis, of dat men zelf wat keelpijn en hoofdpijn heeft maar toch niet bepaald ziek te bed. Het is ongezond weer en velen loopen rond en voelen zich toch niet bepaald gezond. Laten we maar hopen, dat de griep spoedig geheel verdwijnt en iedereen zich weer flink en lrisch voelt. Mientje en Nettie van Riessen, ja jullie mogen gerust een nieuw raadsel inzenden. Anecdotes mag ook. Gerda Bakker, nu zijn je beide brieven in mijn bezit; die tweede kwam zoo vlug. Annie Bavelaar, je vroeg of het in de Kerstvacantie in Zeeland ook zulk donker weer was dat men om halfvier soms al het hebt moest opsteken, ja hoor. maar ik vind het dezer dagen weer net zoo somber en donker, vandaag (Dinsdag) kan ik om half vier ook niets meer zien. s W te N.. als je tijd hebt, mag je ge nist wat van die raadsels voor mii od- schrijven Ali de Groot, dus jij hebt al je beurt ge had van de griep, al was het gelukkig maar in lichten graad. Viertal Kouprie, vonden jullie de raad sels deze week zoo prettig en gemakkelijk? Het raadsel ligt bij den voorraad, dien ik kan gebruiken. Nellie en Corrie Broers, hier in den Haag zijn ook zóóveel zieken; hier liggen ook wel heele families allemaal tegelijk met griep, en heeft de dokter een huissleutel om zelf binnen te komen. Leen en Neeltje Oudshoorn, gelukkig dat N. weer hersteld is en naar school mag gaan, maar ik begrijp, dat je door je ziekte veel ten achter bent gekomen. Probeer het maar gauw weer in te halen. Cor Stafleu. je mag wel tante boven je brieven zetten. Suzanna de Graaf, neen, toen je de heele vacantie in Steenwijk logeerde, kon je on mogelijk met de raadsels meedoen, ga dan nu maar weer trouw meedoen in dit nieuwe jaar Drietal Elderhorst, nu 2 brieven van jul lie gevonden in het pakket, dus van allerlei weer gehoord over je allen. Ik hoop, dat jullie niet ziek zult worden. Wordt Cornelis ook al zoo groot dat hij naar de Zondags school gaat en met Maart naar de groote school? Natuurlijk hebben jullie op Oude jaar veel gedacht aan wat er dit jaar was gebeurd. Louise en Beppie Planje, ik hoop van harte L., dat je niet mee zoo erg aan het hoesten bent. Zoodra ik die anecdote tegen kom in het stapeltje, zal ik die plaatsen. Aardig dat B. er ook weer wat bijschreef. Jaap Bronsgeest, proheer maar om trouw de raadsels in te zenden. Drietal Koevoet, dank voor al het inge- zondene. Jaap Graamans, ben jij in het Acade misch Ziekenhuis? En waar woon je? Ben je er pas gekomen in het ziekenhuis? Toos de la Bije, de wensch is dus nu vervuld, daar ben ik blij om voor je. Corrie Wagemans. ja zeker, mag jij ook nieuwe raadsels en anecdotes aan mij stu ren, ik kijk ze dan na en als ze goed zijn en er nog niet hebben ingestaan, plaats ik ze een voor een. Carel Hansen, veel plezier met je speel goed, maar speel er maar vroolijke dingen mede. Annie Diebets, zeker mag je meedoen, noem mij gerust tante zooals alle anderen doen. Jo Annie Mader, ik ontving in dit pakket alleen een ouden brief van je met nog Nieuwjaarswenschen: dank daarvoor. Jacobus Favier, aardig raadsel, ik zal het bij gelegenheid eens plaatsen. Jo de Jongh, jij ook al ziek geweest, dat deed zeker erg veel pijn en hinderde je erg bij het eten. Is het nu heelemaal genezen? Lena Oostveen, dat hoop ik ook van harte hoor, dat ik niet ziek zal worden. Ik ken nog weer heel andere quartetspellen, die Deutsche van jou ken ik niet. Nelly van der Voet, je behoeft volstrekt niet altijd zoo'n langen brief er bij te schrijven; met een paar regel ties ben ik ook tevreden. Waren de appelbeignets zoo lek ker? O, daar houd ik ook dolveel van. Annie de l'Ecluse, neen ik heb nu nog geen griep gehad, en ik hoop hartelijk er bevrijd van te blijven. Ben jij weer heele maal beter? Nico en Wim Vavier, dat denk ik ook dat iemand jullie brief heeft gevonden en dien toen maar op de post heeft gedaan. Jan Evers, o, die mecano's vind ik zóó aardig, ik hoor altijd dat kinderen er zoo veel plezier mee hebben en het is heel nuttig ook, je kunt er allerlei door leeren. Piet van der Voort, ik ben geen miinheer maar de Leidsohe raadsel tante, aan wie de raadsels en brieven worden geschreven. Jo Aalbersberg, ik heb allerlei in voor raad liggen, dus al plaatste ik .deze week nog niets van je, je beurt zal ook wel eens komen. Koos v. d. Mark, ik zie wel uit je briefje, dat jullie thuis veel van dieren houdt, dat hoor ik graag. Is die mooie zwarte poes van jou, en doet die geen kwaad aan de vogels, of kan ze er toch niet bijkomen? Wim Omelaar. is ie va^er ^eter? Woon je zoo ver van de school af? En ook ver van het bureau Leidsch Dagblad? Ansie Hoope, was het weer zoo aardig versierd bij jullie thuis? Daar schreef Cobie mij vroeger ook wel over, als zij dat met Peter samen had gedaan. Niets erg hoor, dat je met die feestdagen geen zin had om te schrijven. Jan van Veen, wel ja, het went wel; je merkt nu zelf al, dat het steeds beter gaat en je er steeds meer plezier in krijgt. Koos v. d. Linden, was het de eerste keer dat je muziek hoorde door de radio? Je gaat zeker wel graag op visite bij dien oom? Cornelis Blaauw, het raadsel, dat ie mij stuurde, heeft al eens in de kindercourant gestaan, ik kan het dus niet nog eens plaatsen. Thomas en Koos Hofstra, ik ontving nu alleen de brieven van jullie van de vorige week, dank voor de nieuwjaarswenschen. Prettig voor Thomas, dat hij het boek zoo mooi vindt. Hannie Mieloo, die brief over de post met die mooie Nieuwjaarskaart er in kreeg ik pas Vrijdag 7 Januari en die was 1 Ja nuari uit Leiden gegaan zag ik. Dus nu kan ik er pas voor bedanken. Nelly van Dijk, er stond geen naam op je brief of op je couvert, ik begreep later van wie de brief was, want vond er de oplossing in van dat nieuwe raadsel. Je behoeft alleen de oplossingen van de raad sels, die ik opgeef, te schrijven, je had er nu de raadsels zelf ook biicezet, dal hoeft niet, dat is veel te veel werk.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1927 | | pagina 17