GELOKONINGEN.
binnenland.
feuilleton.
No. 20501
LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 13 Januari
Tweede Blad Anno 1927
NEDERLANDSCHE
EN BELGISCHE HAVENS.
Vrijstelling tooi surtaxes d'entiepót.
De heer Krijger heeft aan d® Minister
van Buitenlandsche Zak® gevraagd of hg
heeft kennis genomen van een bericht in
de dagbladen, op grond waarvan moet
worden gevreesd, dat de vrijstelling voor
do surtaxes d'ent-repöt ben bat© van de
havenvan Antwerpen alsnog met eenige
artikelen zal worden uitgebreid*
Kan de Minister mededeelen, of, en, zoo
ja, in hoeverre bedoeld bericht juist is?
Is de Minister bereid mede te deel en
en, zoo ja, op welke wijze door de
Belgische Begeering in de laatst gehouden
najaarsvergadering van de Rijnvaartcom-
misaie gevolg is gegeven aan haar too
Belgische
zake de surtaxes d'entrepöt, van welke toe
zegging de Minister aan de Tweede Kamer
mededeeling deed bij de gedachtenwisseling
o\er het Nederlandsch-Belgisch verdrag?
Is de Minister bereid mede te deel en of
op grond van het verhandelde op boveo
bedoelde vergadering van de Rijnvaart-
commissie, althans naar zijn meening, mag
worden verwacht, dat de ter zake van de
Burtaxes d'entrepót gewenschte gelijkstelling
van de Nederlandsche met Belgische havens
hAAr beslag zal krijgen, en. zoo ja, dat
dit spoedig het geval zal zjjn?
DE EERSTE KAMER EN HET NEDERL.-
BELGISCH VERDRAG.
Naar wij van welingelichte zijde verne
men, is de volgende week de verschijning te
verwachten van het voorloopig verslag der
Eerste Kamer in zake het Nederlandsch-Bel-
gisch verdrag, zegt de „Tel."
Op het oogenblik bevindt dit verslag zich
ter definitieve vaststelling in handen der
commissie van rapporteurs.
DE ZETEL VAN BLOEMBOLLEN
CULTUUR.
De beslissing aanstaande.
Dinsdagmiddag heeft het hoofdbestuur
van de Algemeene Vereeniging voor Bloem
bollencultuur een vergadering gehouden om
nog eens de kwestie van het eigen gebouw
te bespreken. In het nummer van het offi-
cieele orgaan dat Vrijdagavond uitkomt zal
zeer waarschijnlijk het prae-advies van het
hoofdbestuur aan de binnenkort te houden
ledenvergadering opgenomen kunnen wor
den.
Het gaat naar wij vernemen zegt „Haar
lem's Dagblad", in het hoofdstadbestuur
voornamelijk over twee punten. Hel aanbod
van Hillegom moet in het hoofdbestuur vrij
wel op den achtergrond gekomen zijn.
Het is nu „Spaar en Hout" te Heem
stede of het terrein der Haarlemsche Ma
chinefabriek aan de Leidscheva-art te Haar
lem.
Zijn wij wel ingelicht, dan zijn er de
laatste dagen nog besprekingen gevoerd tus-
echen het hoofdbestuur en het gemeentebe
stuur van Heemstede.
Niet onmogelijk is het dus. dat alsnog van
den kant van het gemeentebestuur van
Heemstede iels gedaan zal worden, om het
voor Bloembollencultuur alsnog aanlokke
lijker te maken om het aanbod van „Spaar
en Hout" te aanvaarden.
Op onze vraag aan het gemeentebestuur
van Heemstede of daarover iets mede te
deelen is. werd ons geantwoord: op het
oogenblik ligt alleen het bekende aanbod
van Heemstede op tafel om Spaar en Hout
te verkoopen voor f76000 maar de tijd za!
leeren of het gemeentebestuur nog iets ver
der wil gaan.
Besloten is daaromtrent evenwel nog
niets.
ZEGELRECHT EN HYPOTHECAIRTARIEF.
Ingediend is een wetsontwerp tot wijzi
ging Van de Zegelwet 1917 en van de wet
van 3 April 1922 tot herziening van de ta
rieven voor verrichtingen aan de bewaringen
van de hypotheken, het kadaster en de
«cheepsbewijzen.
In de Memorie van Toelichting wordt op
gemerkt, dat sedert de wet van 3 April 1922
de opbrengst van het hypothecairtarief in
's Rijks schatkist vloeit, zoodat het motief
voor de bestaande dubbele heffing bij de
overschrijving van stukken en bij de in
schrijving van borderellen van hypotheek of
scheepsverband is vervallen. Daar de com
binatie der beide heffingen zegelrecht en
recht voor de verrichting der in- of over
schrijving, volgens het hypothecairtarief
tot vereenvoudiging der administratie, dus
tot bezuiniging za) leiden, wordt thans voor
gesteld de hypotheekregisters vrij van zegel
te verklaren en het hypothecairtarief zooda
nig te verhoogen, dat de schatkist geen na
deel zal lijden.
De beginselen, aan het bestaande tarief
ten grondslag gelegd, zijn onaangetast ge
bleven. De vermindering van recht voor
kleine hypotheken is in stand gehouden. Er
wordt alleen voorgesteld het bedrag van het
zegel op te nemen in het hypothecairtarief.
Daartoe zullen alle bedragen van dat tarief
met 1/3 verhoogd moeten worden.
In een aantal gevallen zal daarvan een
kleine verandering in het bedrag der kosten
van een in- of overschrijving het gevolg zijn.
De verschillen loopen echter over uiterst ge
ringe bedragen, veelal slechts enkele centen.
Een becijfering heeft aan het licht gebracht,
dat de vermeerderingen en verminderingen
vrijwel tegen elkaar opwegen, zoodat voor
den Staat het voorgestelde tarief dezelfde op
brengst zal geven als het bestaande.
Verder wordt voorgesteld, omdat dit even
eens vereenvoudiging medebrengt, de kosten
van de inschrijving van een borderel of van
de overschrijving van een proces-verbaal van
inbeslagneming te verhoogen met f 3. welk
bedrag voor de kleine hypotheken wordt ver
minderd tot f 2 of f 1 (de tegenwoordige
kosten van het royement), om dan later de
doorhaling kosteloos te behandelen.
DE SPOORBAAN
AMSTERDAM—ROTTERDAM.
Geen afwijkingen geconstateerd.
Gisteren hebben de ingenieurs Maas
Geesteranus en Hoekstra, res p. chef van
den weg en chef van tractie der Neder
landsche Spoorwegen, met den trein van
10.03 (trein nr. 5) uit Amsterdam en met
den trein van 12.34 uit Rotterdam (trein
nr. 214) gedeeltelijk op de locomotief, ge
deeltelik in een coupé van den achtersten
wagen, waaruit een vrij gezicht op d© spoor
baan mogelijk was, een inspectiereis Am
sterdamRotterdam vice-versa gemaakt,
gelijk gemeld.
Naar wij uit zeer goede bron vernemen,
zegt het „Vad", ia het resultaat van deam
tocht geweest, dat geen enkele afwijking
op de baan geconstateerd ia.
NEDERL. ONDERDAANSCHAP VAN DE
BEVOLKING IN DE OVERZEESCHE
GEWESTEN.
Ingediend is een onderwerp, strekkende tot
uitbreiding van de toepasselijkheid van de
wet van 10 Febr. 1910, houdende regeling
van het Nederlandsche onderdaanschap van
de bevolking van Nederlandsch-lndië, lot de
bevolking van Suriname en van Curacao.
Tevens wordt voorgesteld, artikel 3 der wet
van 1910 in overeenstemming te brengen met
de nieuwe lezing van artikel 123 der Grond
wet en in de artikelen 7 en 69 van het Suri-
naamsche en 18 van het Curacaosche Re-
geeringsreglement de Nederlandsche onder
danen te vermelden.
RAPPORTEURS EERSTE KAMER.
De afdeelingen der Eerste Kamer hebben
benoemd tot rapporteurs over:
a. de Algemeene Beschouwingen der
Staatsbegrooting over 1927 en de hoofdstuk
ken: ÏI (Hooge Colleges) III (Buitenland
sche Zaken); IV (Justitie); V (Binnenland -
sche Zaken en Landbouw); VIIB (Finan
ciën) en XI (Koloniën) dier Begrooting- de
heeren Janssen, Westerdijk, De Veer. Polak
en Michiels van Kessenich.
b. de hoofdstukken V A (Onderwijs, Kun
sten en Wetenschappen); VI (Marine); VIII
(Oorlog); IX (Waterstaat) en X (Arbeid,
Handel en Nijverheid) der Staatsbegrooting:
de heeren Ossendorp, De Zeeuw, Van der
Hoeven, van Embden en De Gijselaar.
c. de Indische Begrooting voor 1927 de
heeren Dobbelmann, Haazevoet Fransen,
van Wassenaer van Catwijck en Hermans.
RECLAME.
6416
SINAASAPPEL-FRAMBOZEN-ANANAS-CITROEN
WIJZIGING FORENSENBELASTING.
Bij da wjjziging der forensenbelasting,
welke bij de regeering in overweging is,
zullen, volgens de „L. K.", werkforensen
met een inkomen van f 2000 (wellicht wordt
dit uitgebreid tot f2500) belast worden
voor eenderde in de forensaal-gemeenten en
voor tweederden in de woongemeente.
Werkforensen met een hooger inkomen
zullen aangeslagen worden voor een be
drag van f 2000 (of f 2500) voor eenderde
in de forensaal-gemeente en tweederden in
de woongemeente; voor het verder gedeelte
van hun inkomen voor tweederden in de
forensaal- en voor tweederden in de woon
gemeente.
Heeft een werkforens een inkomen van
f3500 dan wordt hjj voor f2000 (of f2500)
voor eenderde in de forensaal en voor
tweederden in zijn woongemeente aangesla
gen en voor f1500 (of f1000) voor twee
derden in de forensaal- en voor twee
derden in zjjn woongemeente.
HULP AAN DE DRENTSCHE KINDEREN.
Vragen van mevrouw De VriesBruins.
Door mevrouw De VriesBruins zijn aan
den Minister van Arbeid. Handel en Nijver
heid de volgende vragen gesteld:
1. Heeft de minister kennis genomen
van het oordeel van professor Schel lema,
hoogleeraar in de kindergeneeskunde te
Groningen, tevens controleerend deskun
dige van de Regeering van de kinderen, die
in de verschillende vacantiekolonies van
ons land zijn opgenomen, over den gezond
heidstoestand der schoolkinderen in de
veenstreken van Z -O. Drente?
2. Is de minister, na kennisneming van
het oordeel van dezen bij uitstek deskun
dige, die in verband met een bezoek aan
scholen in de gemeente Emmen spreekt van
„de zwaarste vormen van kinderellende",
die hij ooit heeft waargenomen, niet van
meening, dat alles moet worden gedaan,
om hier zoo snel en zoo volledig mogelijk
te helpen, ten einde den algemeenen ge
zondheidstoestand van deze kinderen te ver
beteren
3. Zoo ja, is de minister dan bereid,
om, in overleg met de vereenigingen. die
zich de uitzending van kinderen naar
vacantiekolonies ten doel stellen, welke ver
eenigingen in de afgeloopen maanden met
den steun van particulieren voor het kind
uit de Drenlsche veenstreeken reeds zeer
veel hebben gedaan, maatregelen te
ramen, om meer dan lot nu ïoe mogelijk
was, afdoende en algemeene hulp te ver-
leenen?
4. Indien van deze meer algemeene hulp
verleening de geldmiddelen uit de gewone
subsidies en de particuliere bijdragen niet
gevonden kunnen worden, is de minister
dan vooremens, eon voorstel bij de Tweede
Kamer in te dienen, ten einde het he-
noodigde bedrag van Rijkswege beschik
baar te kunnen stellen?
DE WIJZIGING DER ZIEKTEWET.
De bezwaren der Christ, arbeiders.
Te Utrecht is het algemeen bestuur van
het Chr Nat. Vakverbond in buitengewone
vergadering bijeen geweest. Aanwezig
waren verschillende aan het C. N. V. geest
verwante leden van den Hoogen Raad van
Arbeid, eenige Voorzitters van Raden van
Arbeid en vertegenwoordigers van de A.-R.
en C.-H Kamerfracties.
Hel onderwerp: Voorontwerp van wet,
betreffende wijziging der Ziektewet, werd
ingeleid door den penningmeester, den heer
J. S Ruppert Jr., die als lid van Com
missie XI de voorbehandeling van dit on
derwerp heeft medegemaakt en zal mee
maken. Hij uitte zijn waardeering dat Je
min. van Arbeid zoo spoedig door de indie
ning van dit voorontwerp zijn bij de troon
rede gegeven belofte heeft ingelost.
Als vorm is gekozen- Wijziging der
Ziektewet, maar ondanks dezen vorm
wordt het wezen der Ziektewet-Talma ra
dicaal aangetast. De groote gedachte, in
Talma's wet: een groot territoriale kas en
contact met de ziekenfondsen, gaat ver
loren.
Tegen dit ontwerp zijn zeer ernstige be
zwaren:
le. Vergaande versplintering van de or
ganisatie; hel aantal organisaties bij ie
uitvoering betrokken, zal ontelbaar zijn.
waardoor de uitvoering omslachtig en las
tig zal zijn, terwijl vooral de controle op
de naleving buitengewoon moeilijk, zoo niet
onuitvoerbaar zal zijn.
2e De sterke beperking van het aantal
verzekerden.
3e De geringere rechtszekerheid. Bi)
zooveel organisaties kan de Staat zich niet
langer garant stellen.
4e. De kans op het treffen van een be
hoorlijke geneeskundige voorzorg is vrij
wel uitgesloten.
6e. Van het voornemen van den Minis
ter om le komen tot meerdere unificatie
van de sociale verzekering zal na de tot
standkoming van deze wet niet veel meer
kunnen komen.
Stonden wij voor het eerst voor een der
gelijk ontwerp, dan zou spr.'s advies zijn:
verwerpen. Maar wij staan nu reeds li
jaar voor deze materie. Ondanks alles zul
len wij er daarom naar moeten streven,
dat thans iets lot stand komt. Daartoe
moeten we allerlei concessies doen, opdat
de ziekteverzekering tot stand komt, vóór
dit Ministerie heen gaat. Er moet een wet
tol stand komen, al ware het een slechte.
De wet moet door amendementen zoo
aannemelijk mogelijk gemaakt worden.
Wat de organisatie der verzekeringsin
stellingen betreft, staat de erkende bijzon
dere ziekenkas op den voorgrond. Tegen
de ondernemingskassen maakte spr. bij
zonder bezwaar, daar onpartijdige samen
stelling der besturen, ook al moeten ze voor
de helft uit arbeiders bestaan, niet ge
waarborgd is. De bedrijfsvereniging ier
wet is geen bedrijfsvereniging, ook al wor
den eenige arbeiders in het bestuur be
noemd.
Bij de regeling voor de uilkeeringen in
gevolge collectieve contracten voorziet spr.
overdracht aan winst-beoogende instellingen
Het aantal instellingen betrokken bi) Je
uitvoering der wet. zal met 1000 niet te
hoog geraamd zijn. Daarnaast zal een even
groot aantal onafhankelijke lichamen ge
steld moeten worden voor de beslechting
van geschillen.
Voor de organisatie moet de eisch ge
steld, dat het aantal verzekerden op een
grooler aantal per kas moet worden bepaald.
Onverbiddelijke eisch moet zijn- directe
inschrijving bij den Raad van Arbeid.
Wie meer verdienen dan f 8 per dag
worden uitgeschakeld bij de verzekering.
Ook zij. die niet in dienst van een onder
neming staan vallen er buiten. Dit geldt
het vrij talrijke huispersoneel en de losse
arbeiders Een verder gaande wijziging in
den geest van de Ziekte- en Ongevallenwet
1925 van minister Aalherse is noodig
Tegen de regeling halve premiebetaling
door de arbeiders is geen bezwaar. De ge
dachte van- de heerschappij van den werk
gever over de sociale verzekering worJt
hierdoor tegengegaan.
De uilkeering moet niet op 30 doch min
stens op 70 pCl. beginnende op den der
den dag. loopende over zes maanden, ge
steld worden.
De voorzorg en de geneeskundige ver
zorging loopt vrij ernstig gevaar Tegen
afzonderlijke regeling van de ziekenfond
sen is geen bezwaar, maar bij het zoo groot
aantal kassen is een regeling vrijwel onmo
gelijk. Reserveering door de kleine kassen
is vrijwel uitgesloten Misschien zou kun
nen worden voorgeschreven, dat een be
paald percentage wordt gestort in een groot
fonds, waaruit allerlei voorzorgsmaatregelen
zouden worden bekostigd.
Ten slotte heeft de heer Ruppert de be
perking van de bevoegdheden van den Ver
zekeringsraad gewraakt.
CHR. VERZORGING VAN
KRANKZINNIGEN IN NEDERLAND.
Door de Vereeniging Chr. verzorging van
Krankzinnigen in Nederland zal op de
terreinen van het Lokhorster-duin een ge
slicht worden gebouwd voor derde klas pa
tiënten, dat den naam zal dragen van het
Gesticht Vogelenzang.
Tot directeur van deze inrichting is be
noemd de heer A. J. de Blinde, geneesheer
aan de slichting „Bloemendaal" te Loos
duinen.
Er zullen op deze terreinen ongeveer 26
gebouwen worden geplaatst, waarvan de
ontwerpen reeds in gereedheid zijn gebracht.
Volgens de plannen moeten deze ybou*
wen binnen twee jaar in gereedheid zijn.
ONZE BANKBILJETTEN.
Naar het Utr. Dghl. verneemt, zullen dt
bankbiljetten van f 40 en f 60 mettertijd ver
vallen, en nog een nieuw biljet van f 50
worden ingevoerd.
Hiermede in verhand staat de invoering
van biljetten van f 20.
R.-K. VOLKSPARTIJ.
In een te Utrecht gehouden vergadering
der R.K. Volkspartij is medegedeeld, dat de
R.K. Staatspartij schriftelijk gevraagd heeft,
besprekingen te houden. Het Kamerlid Kui
per is daarbij bemiddelaar geweest. Sedert
bestaat er contact tusschen eenige personen
wederzijds. Eigenlijke besprekingen werden
niet gevoerd. Volkspartijmannen geven al
leen antwoord op van de zijde der Staats
partij door personen gestelde vragen. Een
en ander heeft geen bindende kracht. Be-
Geautoriseerde vertaling naar het Engelsch
van E. PHILIPS OPPENHE1M.
door
W. M. D. SPIES—VAN DER LINDEN
89)
„Ik stel u misschien wel wat op de
proef,'" zei hij. „maar er is reden voor, wat
ik u later wel uit zal leggen. Ik heb een
meisje meegebracht, om kennis met u te
maken, juffrouw Virginia Longworth. Ik zou
graag willen, dat u veel van haar ging hou
den. want zij heeft beloofd, mijn vrouw te
worden.
Lady Medlincourt stak Virginia een lange,
«malle, goedgevormde hand toe en maakte
plaats voor haar op de sofa.
„Hoe gaat het. lieve?" vroeg zij, heel be
daard. „Wil je thee? Ze is afschuwelijk,
want ze heeft al uren gestaan, maar Guy
kan om nieuwe bellen. Dus ben je heusch
van plan met mijn neef te gaan trouwen?"
Virginia hief haar oogen op en keek een
oogenblik in het gelaat van de vrouw, die
daast haar zat.
,.Ja, Lady Medlincourt," antwoordde zij,
#,Ik hoop, dal u niet boos zult zijn."
„Boos! Mijn lieve kind. ik ben nooit
doos.' verklaarde Lady Medlincourt. Ik
pen op een punt in mijn leven gekomen, dat
me de luxe van aan mijn emoties toe te
teven niet meer permitteeren kan. Maar je
zult me, jullie tweeën, toch zeker niet kwa-
J nemen, dat ik je een paar vragen doe?"
„Om te beginnen weet ik je naam nog
niet. Hoe heet je?"
Guy leunde wat naar voren
„Zij zal over een heel korten lijd de her
togin van Nowbray zijn. Toe, vergeet u
dal niet."
Lady Medlincourt trok haar wenkbrau
wen op.
„Hoor me nu dien jongen!" riep zij uit.
„Alsof ik dat zou kunnen 1 Ik heb aldo>r
koude rillingen. Wachten jullie even. Ik zal
zelf even aan Jameson order geven, om
niemand binnen te laten.
Zij liep de karner door en zij waren een
oogenblik alleen. Zij keken elkaar aan en
Guy lachte om de ontsteltenis op Virginia's
gezicht.
„Wees niet bang, klein vrouwtje," zei hij.
..Je zult best met mijn tante kunnen op
schieten, daar ben ik zeker van. Zij is een
beetje eigenaardig in het begin en ze heeft
een gloeienden hekel om ergens haar gevoel
m te toonen, maar ze is de bovenste beste.
..Zij doet oppervlakkig, vind je niet?"
vroeg Virginia, „net alsof we gewoon een
visite komen maken."
„Trek 't je maar niet aan, lieveling," ant
woordde hij glimlachend. „Drink je thee
dat zal je goed doen."
Virginia schudde het hoofd.
„Ik kan niet, Guy," verklaarde zij ,Ze i9
te bitter."
„Ik zal om nieuwe bellen," zei hij, naar
de bel gaande.
„Toe. doet het niet." smeekte zij, ..ik vind
thee a'tijd naar. Guy je hebt geen spijt, heb
je wel?"
Hij nam haar hand en lachte geruststel
lend.
„Jou klein gansje," zei hij. „Mag ik je
kussen
„Ik weet het niet goed," antwoordde Vir
ginia. „Ik heb een soort gevoel in mijn keel,
of ik het wel prettig zou vinden dat
iemand me kuste Ben je er heel zeker van,
dat je nooit spijt zal krijgen, wat je tante
ook zeggen zal?"
„Volkomen, absoluut zeker!" verklaarde
hij. „En jij?"
„Voor mij is het niet hetzelfde," ant
woordde Virginia, haar hoofd schuddend.
„Ik ga niet trouwen met een kat in den
zak."
„Dan toch een erg lief klein katje," zei
hij. zijn hand voor een oogenblik op haar
schouder leggend.
Lady Medlincourt kwam terug. Zij ging
weer zitten en wees Guy een stoel tegenover
zich aan.
„Nu zullen we voor tenminste een kwar
tier niet gestoord worden," zeide zij, „en ik
wil er alles van weten. Je ziet er heel lief
uit, daar ben ik blij om, lieve," zeide zij,
Virginia aandachtig aanziend. „Ik heb een
hekel aan leelijke meisjes, Hoé zei je ook
weer dat je naam was?"
„Virginia Longworth!" antwoordde Vir
ginia. terwijl zij bloosde.
„Wat een lieve naam," zei Lady Medlin
court, haar lorgnon toeknijpend. „Vertel me
alles van haar, Guy."
„Lieve tante." zei hij lachend, „we zijn
nog niet getrouwd."
Lady Medlincourt knikte.
„Zoo!" zeide zij. „Ongetwijfeld zal er
later nog heel wat te ontdekken blijven.
Laat ik het anders inkteeden. Vertel me
alles wat ik weten moet van de Hertogin
van Nowbray!"
„Bijvoorbeeld?" vroeg hij rustig.
„Je bent een Amerikaansche. is 't niet,
kind?" vervolgde zij. „Je hebt heel weinig
accent, maar ik dacht, dat ik 't toch even
hoorde en zulke oogen als de jouwe zien
we hier in Engeland niet."
„Ja, ik ben een Amerikaansche, Lady
Medlincourt," antwoordde Virginia.
„Wie zijn je ouders dan?" vroeg Lady
Medlincourt. .tWaar heb je elkaar ontmoet?
Wie heeft je voorgesteld? Zit elkaar niet
als een paar dwazen aan te kijken Denk
er aan. dat. al klinken mijn vragen wal op
den man af. dit dingen zijn. die ik weten
moet. als ik jullie van dienst wil zijn."
Virginia werd een beetje bleek.
„Lady Medlincourt," zeide zij. „het spijl
me, maar ik kan nu nog op ge«i> enkele
vraag antwoorden.
Lady Medlincourt ging wat dieper in haar
stoel zitten; zij keek het meisje in stomme
verbazing aan.
„Wat!" riep zij uil.
Guy leunde wal naar voren.
„Lieve tante." zei hij. „gaat u alsjeblieft
niet denken, dat we allebei gek zijn. maar
ik heb Virginia beloofd, dat zij voor een
kort tijdje niet met vragen lastig gevallen
zal worden. Ik ontmoette haar op de boot.
toen we van Amerika kwamen en dat is
alles wat ik u op 't oogenblik vertellen
kan."
Lady Medlincourt keek van den een naar
den ander. Zij was meer dan een klein
beetje verbijsterd.
„Hoor me dien jongen!" riep zij uit. ..Dat
noemt hij met vragen lastig vallen! Zij kan
me toch over haar familie vertellen, kan ze
niet?"
„Haar familie," antwoordde hij ferm, zal
ook mijn familie worden."
Lady Medlincourt zat met open mond.
„Dus je kent haar sedert drie weken?"
vroeg zij.
„Ik ken haar lang genoeg om te beseffen,
dat zij 't meisje is, waar ik mijn heele
leven op gewacht heb."
Lady Medlincourt haalde de schouders
op.
„Je heele leven!" riep zij ongeduldig uit.
„Acht en twintig dwaze jaren. Heb jullie
geen van beiden ie!<s anders tegen me te
zeggen, dan dit alles? Is 't in ernst je be
doeling. deze hoogst beminnelijke jonge
dame hier le brengen en me le vragen, haar
te ontvangen als je verloofde, zonder een
enkel woord tot verklaring van haar fa
milie-relatie, wie zij is of waar zij vandaan
komt?"
Virginia stond op.
„Guy," zeide zij, „zich tot hem keerend.
„we hadden hier nooit moeten komen Lady
Medlincourt heeft volkomen 't recht, deze
vragen te stellen. We hooren weg te gaan,
totdat we ze beantwoorden kunnen."
Guy nam haar hand in de zijne.
„Tante," zei hij, „kunt u niet een beetje
op mijn oordeel vertrouwen? Kijkt u haar
eens aan? Zij is 't meisje, dat ik liefheb en
dat ik mijn naam ga toevertrouwen. Kunt u
daar voor 't oogenblik geen genoegen mee
nemen?"
„Neen Guy. dat kan ik niet." antwoordde
zij. „En ais je geen onnoozele dwaas was
zou je me dat niet vragen De toekomstige
Hertogin van Nowbray moet zeggen, wie ze
is. 't zij dat ze een edelvrnuw is of, een
korislje. Er wordt haar tegenwoordig heel
vat speling gelaten. Zij mag zoowat alles
wat ze wil, maar ze moet tenminste
iemand zijn.
(Wordt vervolgd.)