GELOKONINGEN. binnenland. feuilleton. No. 20501 LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 13 Januari Tweede Blad Anno 1927 NEDERLANDSCHE EN BELGISCHE HAVENS. Vrijstelling tooi surtaxes d'entiepót. De heer Krijger heeft aan d® Minister van Buitenlandsche Zak® gevraagd of hg heeft kennis genomen van een bericht in de dagbladen, op grond waarvan moet worden gevreesd, dat de vrijstelling voor do surtaxes d'ent-repöt ben bat© van de havenvan Antwerpen alsnog met eenige artikelen zal worden uitgebreid* Kan de Minister mededeelen, of, en, zoo ja, in hoeverre bedoeld bericht juist is? Is de Minister bereid mede te deel en en, zoo ja, op welke wijze door de Belgische Begeering in de laatst gehouden najaarsvergadering van de Rijnvaartcom- misaie gevolg is gegeven aan haar too Belgische zake de surtaxes d'entrepöt, van welke toe zegging de Minister aan de Tweede Kamer mededeeling deed bij de gedachtenwisseling o\er het Nederlandsch-Belgisch verdrag? Is de Minister bereid mede te deel en of op grond van het verhandelde op boveo bedoelde vergadering van de Rijnvaart- commissie, althans naar zijn meening, mag worden verwacht, dat de ter zake van de Burtaxes d'entrepót gewenschte gelijkstelling van de Nederlandsche met Belgische havens hAAr beslag zal krijgen, en. zoo ja, dat dit spoedig het geval zal zjjn? DE EERSTE KAMER EN HET NEDERL.- BELGISCH VERDRAG. Naar wij van welingelichte zijde verne men, is de volgende week de verschijning te verwachten van het voorloopig verslag der Eerste Kamer in zake het Nederlandsch-Bel- gisch verdrag, zegt de „Tel." Op het oogenblik bevindt dit verslag zich ter definitieve vaststelling in handen der commissie van rapporteurs. DE ZETEL VAN BLOEMBOLLEN CULTUUR. De beslissing aanstaande. Dinsdagmiddag heeft het hoofdbestuur van de Algemeene Vereeniging voor Bloem bollencultuur een vergadering gehouden om nog eens de kwestie van het eigen gebouw te bespreken. In het nummer van het offi- cieele orgaan dat Vrijdagavond uitkomt zal zeer waarschijnlijk het prae-advies van het hoofdbestuur aan de binnenkort te houden ledenvergadering opgenomen kunnen wor den. Het gaat naar wij vernemen zegt „Haar lem's Dagblad", in het hoofdstadbestuur voornamelijk over twee punten. Hel aanbod van Hillegom moet in het hoofdbestuur vrij wel op den achtergrond gekomen zijn. Het is nu „Spaar en Hout" te Heem stede of het terrein der Haarlemsche Ma chinefabriek aan de Leidscheva-art te Haar lem. Zijn wij wel ingelicht, dan zijn er de laatste dagen nog besprekingen gevoerd tus- echen het hoofdbestuur en het gemeentebe stuur van Heemstede. Niet onmogelijk is het dus. dat alsnog van den kant van het gemeentebestuur van Heemstede iels gedaan zal worden, om het voor Bloembollencultuur alsnog aanlokke lijker te maken om het aanbod van „Spaar en Hout" te aanvaarden. Op onze vraag aan het gemeentebestuur van Heemstede of daarover iets mede te deelen is. werd ons geantwoord: op het oogenblik ligt alleen het bekende aanbod van Heemstede op tafel om Spaar en Hout te verkoopen voor f76000 maar de tijd za! leeren of het gemeentebestuur nog iets ver der wil gaan. Besloten is daaromtrent evenwel nog niets. ZEGELRECHT EN HYPOTHECAIRTARIEF. Ingediend is een wetsontwerp tot wijzi ging Van de Zegelwet 1917 en van de wet van 3 April 1922 tot herziening van de ta rieven voor verrichtingen aan de bewaringen van de hypotheken, het kadaster en de «cheepsbewijzen. In de Memorie van Toelichting wordt op gemerkt, dat sedert de wet van 3 April 1922 de opbrengst van het hypothecairtarief in 's Rijks schatkist vloeit, zoodat het motief voor de bestaande dubbele heffing bij de overschrijving van stukken en bij de in schrijving van borderellen van hypotheek of scheepsverband is vervallen. Daar de com binatie der beide heffingen zegelrecht en recht voor de verrichting der in- of over schrijving, volgens het hypothecairtarief tot vereenvoudiging der administratie, dus tot bezuiniging za) leiden, wordt thans voor gesteld de hypotheekregisters vrij van zegel te verklaren en het hypothecairtarief zooda nig te verhoogen, dat de schatkist geen na deel zal lijden. De beginselen, aan het bestaande tarief ten grondslag gelegd, zijn onaangetast ge bleven. De vermindering van recht voor kleine hypotheken is in stand gehouden. Er wordt alleen voorgesteld het bedrag van het zegel op te nemen in het hypothecairtarief. Daartoe zullen alle bedragen van dat tarief met 1/3 verhoogd moeten worden. In een aantal gevallen zal daarvan een kleine verandering in het bedrag der kosten van een in- of overschrijving het gevolg zijn. De verschillen loopen echter over uiterst ge ringe bedragen, veelal slechts enkele centen. Een becijfering heeft aan het licht gebracht, dat de vermeerderingen en verminderingen vrijwel tegen elkaar opwegen, zoodat voor den Staat het voorgestelde tarief dezelfde op brengst zal geven als het bestaande. Verder wordt voorgesteld, omdat dit even eens vereenvoudiging medebrengt, de kosten van de inschrijving van een borderel of van de overschrijving van een proces-verbaal van inbeslagneming te verhoogen met f 3. welk bedrag voor de kleine hypotheken wordt ver minderd tot f 2 of f 1 (de tegenwoordige kosten van het royement), om dan later de doorhaling kosteloos te behandelen. DE SPOORBAAN AMSTERDAM—ROTTERDAM. Geen afwijkingen geconstateerd. Gisteren hebben de ingenieurs Maas Geesteranus en Hoekstra, res p. chef van den weg en chef van tractie der Neder landsche Spoorwegen, met den trein van 10.03 (trein nr. 5) uit Amsterdam en met den trein van 12.34 uit Rotterdam (trein nr. 214) gedeeltelijk op de locomotief, ge deeltelik in een coupé van den achtersten wagen, waaruit een vrij gezicht op d© spoor baan mogelijk was, een inspectiereis Am sterdamRotterdam vice-versa gemaakt, gelijk gemeld. Naar wij uit zeer goede bron vernemen, zegt het „Vad", ia het resultaat van deam tocht geweest, dat geen enkele afwijking op de baan geconstateerd ia. NEDERL. ONDERDAANSCHAP VAN DE BEVOLKING IN DE OVERZEESCHE GEWESTEN. Ingediend is een onderwerp, strekkende tot uitbreiding van de toepasselijkheid van de wet van 10 Febr. 1910, houdende regeling van het Nederlandsche onderdaanschap van de bevolking van Nederlandsch-lndië, lot de bevolking van Suriname en van Curacao. Tevens wordt voorgesteld, artikel 3 der wet van 1910 in overeenstemming te brengen met de nieuwe lezing van artikel 123 der Grond wet en in de artikelen 7 en 69 van het Suri- naamsche en 18 van het Curacaosche Re- geeringsreglement de Nederlandsche onder danen te vermelden. RAPPORTEURS EERSTE KAMER. De afdeelingen der Eerste Kamer hebben benoemd tot rapporteurs over: a. de Algemeene Beschouwingen der Staatsbegrooting over 1927 en de hoofdstuk ken: ÏI (Hooge Colleges) III (Buitenland sche Zaken); IV (Justitie); V (Binnenland - sche Zaken en Landbouw); VIIB (Finan ciën) en XI (Koloniën) dier Begrooting- de heeren Janssen, Westerdijk, De Veer. Polak en Michiels van Kessenich. b. de hoofdstukken V A (Onderwijs, Kun sten en Wetenschappen); VI (Marine); VIII (Oorlog); IX (Waterstaat) en X (Arbeid, Handel en Nijverheid) der Staatsbegrooting: de heeren Ossendorp, De Zeeuw, Van der Hoeven, van Embden en De Gijselaar. c. de Indische Begrooting voor 1927 de heeren Dobbelmann, Haazevoet Fransen, van Wassenaer van Catwijck en Hermans. RECLAME. 6416 SINAASAPPEL-FRAMBOZEN-ANANAS-CITROEN WIJZIGING FORENSENBELASTING. Bij da wjjziging der forensenbelasting, welke bij de regeering in overweging is, zullen, volgens de „L. K.", werkforensen met een inkomen van f 2000 (wellicht wordt dit uitgebreid tot f2500) belast worden voor eenderde in de forensaal-gemeenten en voor tweederden in de woongemeente. Werkforensen met een hooger inkomen zullen aangeslagen worden voor een be drag van f 2000 (of f 2500) voor eenderde in de forensaal-gemeente en tweederden in de woongemeente; voor het verder gedeelte van hun inkomen voor tweederden in de forensaal- en voor tweederden in de woon gemeente. Heeft een werkforens een inkomen van f3500 dan wordt hjj voor f2000 (of f2500) voor eenderde in de forensaal en voor tweederden in zijn woongemeente aangesla gen en voor f1500 (of f1000) voor twee derden in de forensaal- en voor twee derden in zjjn woongemeente. HULP AAN DE DRENTSCHE KINDEREN. Vragen van mevrouw De VriesBruins. Door mevrouw De VriesBruins zijn aan den Minister van Arbeid. Handel en Nijver heid de volgende vragen gesteld: 1. Heeft de minister kennis genomen van het oordeel van professor Schel lema, hoogleeraar in de kindergeneeskunde te Groningen, tevens controleerend deskun dige van de Regeering van de kinderen, die in de verschillende vacantiekolonies van ons land zijn opgenomen, over den gezond heidstoestand der schoolkinderen in de veenstreken van Z -O. Drente? 2. Is de minister, na kennisneming van het oordeel van dezen bij uitstek deskun dige, die in verband met een bezoek aan scholen in de gemeente Emmen spreekt van „de zwaarste vormen van kinderellende", die hij ooit heeft waargenomen, niet van meening, dat alles moet worden gedaan, om hier zoo snel en zoo volledig mogelijk te helpen, ten einde den algemeenen ge zondheidstoestand van deze kinderen te ver beteren 3. Zoo ja, is de minister dan bereid, om, in overleg met de vereenigingen. die zich de uitzending van kinderen naar vacantiekolonies ten doel stellen, welke ver eenigingen in de afgeloopen maanden met den steun van particulieren voor het kind uit de Drenlsche veenstreeken reeds zeer veel hebben gedaan, maatregelen te ramen, om meer dan lot nu ïoe mogelijk was, afdoende en algemeene hulp te ver- leenen? 4. Indien van deze meer algemeene hulp verleening de geldmiddelen uit de gewone subsidies en de particuliere bijdragen niet gevonden kunnen worden, is de minister dan vooremens, eon voorstel bij de Tweede Kamer in te dienen, ten einde het he- noodigde bedrag van Rijkswege beschik baar te kunnen stellen? DE WIJZIGING DER ZIEKTEWET. De bezwaren der Christ, arbeiders. Te Utrecht is het algemeen bestuur van het Chr Nat. Vakverbond in buitengewone vergadering bijeen geweest. Aanwezig waren verschillende aan het C. N. V. geest verwante leden van den Hoogen Raad van Arbeid, eenige Voorzitters van Raden van Arbeid en vertegenwoordigers van de A.-R. en C.-H Kamerfracties. Hel onderwerp: Voorontwerp van wet, betreffende wijziging der Ziektewet, werd ingeleid door den penningmeester, den heer J. S Ruppert Jr., die als lid van Com missie XI de voorbehandeling van dit on derwerp heeft medegemaakt en zal mee maken. Hij uitte zijn waardeering dat Je min. van Arbeid zoo spoedig door de indie ning van dit voorontwerp zijn bij de troon rede gegeven belofte heeft ingelost. Als vorm is gekozen- Wijziging der Ziektewet, maar ondanks dezen vorm wordt het wezen der Ziektewet-Talma ra dicaal aangetast. De groote gedachte, in Talma's wet: een groot territoriale kas en contact met de ziekenfondsen, gaat ver loren. Tegen dit ontwerp zijn zeer ernstige be zwaren: le. Vergaande versplintering van de or ganisatie; hel aantal organisaties bij ie uitvoering betrokken, zal ontelbaar zijn. waardoor de uitvoering omslachtig en las tig zal zijn, terwijl vooral de controle op de naleving buitengewoon moeilijk, zoo niet onuitvoerbaar zal zijn. 2e De sterke beperking van het aantal verzekerden. 3e De geringere rechtszekerheid. Bi) zooveel organisaties kan de Staat zich niet langer garant stellen. 4e. De kans op het treffen van een be hoorlijke geneeskundige voorzorg is vrij wel uitgesloten. 6e. Van het voornemen van den Minis ter om le komen tot meerdere unificatie van de sociale verzekering zal na de tot standkoming van deze wet niet veel meer kunnen komen. Stonden wij voor het eerst voor een der gelijk ontwerp, dan zou spr.'s advies zijn: verwerpen. Maar wij staan nu reeds li jaar voor deze materie. Ondanks alles zul len wij er daarom naar moeten streven, dat thans iets lot stand komt. Daartoe moeten we allerlei concessies doen, opdat de ziekteverzekering tot stand komt, vóór dit Ministerie heen gaat. Er moet een wet tol stand komen, al ware het een slechte. De wet moet door amendementen zoo aannemelijk mogelijk gemaakt worden. Wat de organisatie der verzekeringsin stellingen betreft, staat de erkende bijzon dere ziekenkas op den voorgrond. Tegen de ondernemingskassen maakte spr. bij zonder bezwaar, daar onpartijdige samen stelling der besturen, ook al moeten ze voor de helft uit arbeiders bestaan, niet ge waarborgd is. De bedrijfsvereniging ier wet is geen bedrijfsvereniging, ook al wor den eenige arbeiders in het bestuur be noemd. Bij de regeling voor de uilkeeringen in gevolge collectieve contracten voorziet spr. overdracht aan winst-beoogende instellingen Het aantal instellingen betrokken bi) Je uitvoering der wet. zal met 1000 niet te hoog geraamd zijn. Daarnaast zal een even groot aantal onafhankelijke lichamen ge steld moeten worden voor de beslechting van geschillen. Voor de organisatie moet de eisch ge steld, dat het aantal verzekerden op een grooler aantal per kas moet worden bepaald. Onverbiddelijke eisch moet zijn- directe inschrijving bij den Raad van Arbeid. Wie meer verdienen dan f 8 per dag worden uitgeschakeld bij de verzekering. Ook zij. die niet in dienst van een onder neming staan vallen er buiten. Dit geldt het vrij talrijke huispersoneel en de losse arbeiders Een verder gaande wijziging in den geest van de Ziekte- en Ongevallenwet 1925 van minister Aalherse is noodig Tegen de regeling halve premiebetaling door de arbeiders is geen bezwaar. De ge dachte van- de heerschappij van den werk gever over de sociale verzekering worJt hierdoor tegengegaan. De uilkeering moet niet op 30 doch min stens op 70 pCl. beginnende op den der den dag. loopende over zes maanden, ge steld worden. De voorzorg en de geneeskundige ver zorging loopt vrij ernstig gevaar Tegen afzonderlijke regeling van de ziekenfond sen is geen bezwaar, maar bij het zoo groot aantal kassen is een regeling vrijwel onmo gelijk. Reserveering door de kleine kassen is vrijwel uitgesloten Misschien zou kun nen worden voorgeschreven, dat een be paald percentage wordt gestort in een groot fonds, waaruit allerlei voorzorgsmaatregelen zouden worden bekostigd. Ten slotte heeft de heer Ruppert de be perking van de bevoegdheden van den Ver zekeringsraad gewraakt. CHR. VERZORGING VAN KRANKZINNIGEN IN NEDERLAND. Door de Vereeniging Chr. verzorging van Krankzinnigen in Nederland zal op de terreinen van het Lokhorster-duin een ge slicht worden gebouwd voor derde klas pa tiënten, dat den naam zal dragen van het Gesticht Vogelenzang. Tot directeur van deze inrichting is be noemd de heer A. J. de Blinde, geneesheer aan de slichting „Bloemendaal" te Loos duinen. Er zullen op deze terreinen ongeveer 26 gebouwen worden geplaatst, waarvan de ontwerpen reeds in gereedheid zijn gebracht. Volgens de plannen moeten deze ybou* wen binnen twee jaar in gereedheid zijn. ONZE BANKBILJETTEN. Naar het Utr. Dghl. verneemt, zullen dt bankbiljetten van f 40 en f 60 mettertijd ver vallen, en nog een nieuw biljet van f 50 worden ingevoerd. Hiermede in verhand staat de invoering van biljetten van f 20. R.-K. VOLKSPARTIJ. In een te Utrecht gehouden vergadering der R.K. Volkspartij is medegedeeld, dat de R.K. Staatspartij schriftelijk gevraagd heeft, besprekingen te houden. Het Kamerlid Kui per is daarbij bemiddelaar geweest. Sedert bestaat er contact tusschen eenige personen wederzijds. Eigenlijke besprekingen werden niet gevoerd. Volkspartijmannen geven al leen antwoord op van de zijde der Staats partij door personen gestelde vragen. Een en ander heeft geen bindende kracht. Be- Geautoriseerde vertaling naar het Engelsch van E. PHILIPS OPPENHE1M. door W. M. D. SPIES—VAN DER LINDEN 89) „Ik stel u misschien wel wat op de proef,'" zei hij. „maar er is reden voor, wat ik u later wel uit zal leggen. Ik heb een meisje meegebracht, om kennis met u te maken, juffrouw Virginia Longworth. Ik zou graag willen, dat u veel van haar ging hou den. want zij heeft beloofd, mijn vrouw te worden. Lady Medlincourt stak Virginia een lange, «malle, goedgevormde hand toe en maakte plaats voor haar op de sofa. „Hoe gaat het. lieve?" vroeg zij, heel be daard. „Wil je thee? Ze is afschuwelijk, want ze heeft al uren gestaan, maar Guy kan om nieuwe bellen. Dus ben je heusch van plan met mijn neef te gaan trouwen?" Virginia hief haar oogen op en keek een oogenblik in het gelaat van de vrouw, die daast haar zat. ,.Ja, Lady Medlincourt," antwoordde zij, #,Ik hoop, dal u niet boos zult zijn." „Boos! Mijn lieve kind. ik ben nooit doos.' verklaarde Lady Medlincourt. Ik pen op een punt in mijn leven gekomen, dat me de luxe van aan mijn emoties toe te teven niet meer permitteeren kan. Maar je zult me, jullie tweeën, toch zeker niet kwa- J nemen, dat ik je een paar vragen doe?" „Om te beginnen weet ik je naam nog niet. Hoe heet je?" Guy leunde wat naar voren „Zij zal over een heel korten lijd de her togin van Nowbray zijn. Toe, vergeet u dal niet." Lady Medlincourt trok haar wenkbrau wen op. „Hoor me nu dien jongen!" riep zij uit. „Alsof ik dat zou kunnen 1 Ik heb aldo>r koude rillingen. Wachten jullie even. Ik zal zelf even aan Jameson order geven, om niemand binnen te laten. Zij liep de karner door en zij waren een oogenblik alleen. Zij keken elkaar aan en Guy lachte om de ontsteltenis op Virginia's gezicht. „Wees niet bang, klein vrouwtje," zei hij. ..Je zult best met mijn tante kunnen op schieten, daar ben ik zeker van. Zij is een beetje eigenaardig in het begin en ze heeft een gloeienden hekel om ergens haar gevoel m te toonen, maar ze is de bovenste beste. ..Zij doet oppervlakkig, vind je niet?" vroeg Virginia, „net alsof we gewoon een visite komen maken." „Trek 't je maar niet aan, lieveling," ant woordde hij glimlachend. „Drink je thee dat zal je goed doen." Virginia schudde het hoofd. „Ik kan niet, Guy," verklaarde zij ,Ze i9 te bitter." „Ik zal om nieuwe bellen," zei hij, naar de bel gaande. „Toe. doet het niet." smeekte zij, ..ik vind thee a'tijd naar. Guy je hebt geen spijt, heb je wel?" Hij nam haar hand en lachte geruststel lend. „Jou klein gansje," zei hij. „Mag ik je kussen „Ik weet het niet goed," antwoordde Vir ginia. „Ik heb een soort gevoel in mijn keel, of ik het wel prettig zou vinden dat iemand me kuste Ben je er heel zeker van, dat je nooit spijt zal krijgen, wat je tante ook zeggen zal?" „Volkomen, absoluut zeker!" verklaarde hij. „En jij?" „Voor mij is het niet hetzelfde," ant woordde Virginia, haar hoofd schuddend. „Ik ga niet trouwen met een kat in den zak." „Dan toch een erg lief klein katje," zei hij. zijn hand voor een oogenblik op haar schouder leggend. Lady Medlincourt kwam terug. Zij ging weer zitten en wees Guy een stoel tegenover zich aan. „Nu zullen we voor tenminste een kwar tier niet gestoord worden," zeide zij, „en ik wil er alles van weten. Je ziet er heel lief uit, daar ben ik blij om, lieve," zeide zij, Virginia aandachtig aanziend. „Ik heb een hekel aan leelijke meisjes, Hoé zei je ook weer dat je naam was?" „Virginia Longworth!" antwoordde Vir ginia. terwijl zij bloosde. „Wat een lieve naam," zei Lady Medlin court, haar lorgnon toeknijpend. „Vertel me alles van haar, Guy." „Lieve tante." zei hij lachend, „we zijn nog niet getrouwd." Lady Medlincourt knikte. „Zoo!" zeide zij. „Ongetwijfeld zal er later nog heel wat te ontdekken blijven. Laat ik het anders inkteeden. Vertel me alles wat ik weten moet van de Hertogin van Nowbray!" „Bijvoorbeeld?" vroeg hij rustig. „Je bent een Amerikaansche. is 't niet, kind?" vervolgde zij. „Je hebt heel weinig accent, maar ik dacht, dat ik 't toch even hoorde en zulke oogen als de jouwe zien we hier in Engeland niet." „Ja, ik ben een Amerikaansche, Lady Medlincourt," antwoordde Virginia. „Wie zijn je ouders dan?" vroeg Lady Medlincourt. .tWaar heb je elkaar ontmoet? Wie heeft je voorgesteld? Zit elkaar niet als een paar dwazen aan te kijken Denk er aan. dat. al klinken mijn vragen wal op den man af. dit dingen zijn. die ik weten moet. als ik jullie van dienst wil zijn." Virginia werd een beetje bleek. „Lady Medlincourt," zeide zij. „het spijl me, maar ik kan nu nog op ge«i> enkele vraag antwoorden. Lady Medlincourt ging wat dieper in haar stoel zitten; zij keek het meisje in stomme verbazing aan. „Wat!" riep zij uil. Guy leunde wal naar voren. „Lieve tante." zei hij. „gaat u alsjeblieft niet denken, dat we allebei gek zijn. maar ik heb Virginia beloofd, dat zij voor een kort tijdje niet met vragen lastig gevallen zal worden. Ik ontmoette haar op de boot. toen we van Amerika kwamen en dat is alles wat ik u op 't oogenblik vertellen kan." Lady Medlincourt keek van den een naar den ander. Zij was meer dan een klein beetje verbijsterd. „Hoor me dien jongen!" riep zij uit. ..Dat noemt hij met vragen lastig vallen! Zij kan me toch over haar familie vertellen, kan ze niet?" „Haar familie," antwoordde hij ferm, zal ook mijn familie worden." Lady Medlincourt zat met open mond. „Dus je kent haar sedert drie weken?" vroeg zij. „Ik ken haar lang genoeg om te beseffen, dat zij 't meisje is, waar ik mijn heele leven op gewacht heb." Lady Medlincourt haalde de schouders op. „Je heele leven!" riep zij ongeduldig uit. „Acht en twintig dwaze jaren. Heb jullie geen van beiden ie!<s anders tegen me te zeggen, dan dit alles? Is 't in ernst je be doeling. deze hoogst beminnelijke jonge dame hier le brengen en me le vragen, haar te ontvangen als je verloofde, zonder een enkel woord tot verklaring van haar fa milie-relatie, wie zij is of waar zij vandaan komt?" Virginia stond op. „Guy," zeide zij, „zich tot hem keerend. „we hadden hier nooit moeten komen Lady Medlincourt heeft volkomen 't recht, deze vragen te stellen. We hooren weg te gaan, totdat we ze beantwoorden kunnen." Guy nam haar hand in de zijne. „Tante," zei hij, „kunt u niet een beetje op mijn oordeel vertrouwen? Kijkt u haar eens aan? Zij is 't meisje, dat ik liefheb en dat ik mijn naam ga toevertrouwen. Kunt u daar voor 't oogenblik geen genoegen mee nemen?" „Neen Guy. dat kan ik niet." antwoordde zij. „En ais je geen onnoozele dwaas was zou je me dat niet vragen De toekomstige Hertogin van Nowbray moet zeggen, wie ze is. 't zij dat ze een edelvrnuw is of, een korislje. Er wordt haar tegenwoordig heel vat speling gelaten. Zij mag zoowat alles wat ze wil, maar ze moet tenminste iemand zijn. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1927 | | pagina 5