GELDKONINGEN.
Na. 20493
LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 8 Januari
Tweede Blad Anno 19£7
BINNENLAND.
FEUILLETON.
dagelijksch bestuur, de heeren dr. N. M. Jo
sephus Jitta, mr. J. II .de Crane en kape
laan H. A. C. M. Wennen, bij acclamatie
herkozen.
Het verslag" der handelingen over 1925
van den eersten secretaris-penningmeester
werd voor kennisgeving aangenomen.
Mr. .T. H. de Crane werd gedechargeerd
voor zijn financieele beleid.
In 1926 werden ruim 3700 kinderen uit
gezonden. waarvan 332 naar het kinder
kamp te Didam.
OFFICIEELE BERICHTEN.
Bij Kon. besluit is eervol ontslagen als
Hijksveeteeltconsulent ir. J. G. Tukker te
's-Gravenhage en is hij benoemd tot Rijks-
pluimveeteeltconsulent
zijn benoemd tot officier van justitie bij
de rechtbank: te Arnhem mr. E. J. H. M.
van Ryckevorsel, Ihans te Roermondto
Roermond mr. A. F. M. Steenberghe, thans
te Winschoten; te Winschoten mr. E. H.
Hijmans, thans substituut-officier van
justitie bij de rechtbank te Alkmaar; tot
raadsheer-plaatsvervanger in het gerechts
hof te Arnhem, inr. H. C. van Kleffens,
oud-griffier van justitie bij de rechtbank te
Arnhem;
is benoemd voor drie jaar in de Commis
sie voor het muntwezen tot lid-voorzitter
dr. E. Cohen, hoogleeraar in de wis- en
natuurkunde te Utrecht; tot lid-secretaris
dr. F. van Romburgh, hoogleeraar in de
chemie te Utrecht; tot lid mr. dr. C. A. Ver-1
rijn Stuart, boogleeraar te Utrecht;
is op verzoek eervol ontslagen met dank
A. G. v. Wilzinger, adm. bij het Dep. van
Financiën als voorzitter der Bijzondere
Commissie van Overleg Yoor ambtenaren
bij de directe belastingen en der registra
tie enz., en zijn benoemd in die Commissie
tot voorzitter,J. B. v. d. Dries, belasting-
directeur te Rotterdam; tot lid W. J. P. R.
v. Ebbenhorst Tengbergen, idem te Utrecht;
lot plaalsv. lid A. W. Uda. hoofdinspecteur
der directe belastingen Rotterdam.
DE VLEESCHKEURINGSWET.
De Minister van Arbeid heeft aan Gedepu
teerde Staten der provincies medegedeeld,
dat de overgangstermijn van vijf jaren, be
doeld in art. 47 der vleeschkeuringswel, 31
Mei 1927 afloopt.
Naast veel belanghebbenden, die hun in
richting reeds in overeenstemming met de
gestelde eischen hebben gebracht, zijn er ook
die dit nog niet hebben gedaan.
In verband hiermede verzoekt de minister
de gemeentebesturen uit te noodigen de be
langhebbenden er op te wijzen, dat hun in
richtingen aan de gestelde eischen op dien
datum moeten voldoen. Daarbij ware in het
bijzonder nog de aandacht te vestigen op de
gemakkelijke overgangsbepalingen van de
art. 12 en 13 van het koninklijk besluit van
10 Juli 1926, Staatsblad no. 233.
Het ligt in zijn bedoeling de wet ten deze
aanvankelijk met eenige soepelheid toe to
passen. Met name ziet de minister er geen
bezwaar in. dat de particuliere slachterijen
en andere particuliere inrichtingen, genoemd
in art. 19 der vleeschkeuringswet, in di-?
gemeenten, welke op 1 Juni 1927 besloten
zullen hebben tot den bouw van een open
haar slachthuis, onveranderd blijven, in af
wachting van de ingebruikneming van dat
slachthuis.
Ook ligt het in 's ministers bedoeling on-
j gehinderd te laten die particulieren, wier
inrichtingen op 1 Juni 1927 nog niet aan de
gestelde eischen voldoen, doch die op dat
tijdstip ernstige plannen hebben, hun in
richtingen te verbouwen op zoodanige wijze,
dat daaruit blijkt, dat het hun bedoeling ;s
deze inrichtingen binnen redelijken tijd in
overeenstemming (e brengen met de ge
stelde eischen.
Z.-H. BOND VAN VEEHANDELAREN.
De Zuid-Hollandsche Bond van Veehan
delaren heeft gisteren te Rotterdam zijn al-
gemeene vergadering gehouden .De voorzit
ter van den Ned. Bond van Veehandelaren,
de heer A. Trompetter, heeft er een rede go-
houden, waarin hij o.m. heeft gewezen op
de exportmogelijkheden, die voor ons lan-1
op het oogenblik slecht zijn te noemen.
Voorts merkte hij op dat het mond- en
klauwzeer afnemende is. De gegevens, die
daaromtrent den laalslen tijd binnen komen,
geven reden lot blijdschap.
Van de werf van de Amsterdam
Lentsch Jr. liep Dinsdagmiddag
Maarten de Wit en Doedes gebouw
volg te water. Een ioto van het
de a.s. intern, zeilwedstrijden te
vordedigen. In den inzet: links in
(eigenaar). In den inzet: rechts
(eigenaar). In den inzet: in het
Vries Lentsch Jr., (bouwer
sche Scheepswerf G. de Vries
het voor rekening van de heeren
de acht-meter-jacht met goed ge-
achtmeterjacht ..Hollandia" dat op
Genua de Hollandsche kleuren zal
den hoek de heer Maarten de Wit,
in den hoek de heer L. Doedes
midden onderaan de heer G. de
van het nieuwe 8-M.-jacht).
De voorzitter van den provincialen Bond,
de heer De Haas, noemde in zijn overzicht
het afgeloopen jaar pen ongunstig jaar voor
den veehandel. De beperkende bepalingen op
den invoer van Hollandsch vleesch, inge
steld door de regeeringen der ons omrin
gende landen, belemmerden den export ten
zeerste.
NIEUW VER-DRAGEND VELDGESCHUT.
Het Haagsche A neb-kanfoor vernepmt,
dal het nieuwe zeer ver-dragende veldge
schut van 10,5 cM. L (40), bestemd voor
het leger hier te lande, bij de firma Bofors
te Zweden is besleld.
HET ZESDE TEHUIS VAN
„PRO SENECTUTE" GEOPEND.
In de iwee heerenhuizen aan de Vondel
straat (No. 35) te Amsterdam, waarin tot
korten tijd geleden de R.-K. Meisjes-H. B S.
der Zusters Franciscanessen was gevestigd,
heeft de vereeniging „Pro Senectute" haar
zesde tehuis voor bejaarde lieden uit den
„beteren" stand, die financieel niet meer in
slaat zijn om zelfstandig te wonen, geopend.
De voorzitter van „Pro •Senectute", mr. J.
Everts, heeft daarbij 'n toespraak gehouden.
HET CADEAUSTELSEL.
De Rolterdamsche Kamer van Koophan
del en Fabrieken heeft met 22 tegen 3
stemmen besloten een subsidie van f 1250
te verleenen aan het comité van actie tot
bestrijding van bet cadeau-stelsel en daarbij
het vertrouwen uilgesproken, dat het comité
alleen de uitwassen van het cadeau stelsel
zal bestrijden.
De Minister van Waterstaat heeft lot
tweeden plaatsvervanger van het lid van
den Spoorwegraad dr. F. E. Poslhuma tot 14
December 1929 benoemd S. Wouda, direc
teur van de Nederlandsche Tnstrumenten-
en Electrische Apparaten-fabriek Nieaf te
Utrecht.
Onder groole belangstelling heeft de
heer P, J. de Kanter, voorzitter van het Alg.
Ned. Verbond, gisteren te Den Haag het
Slaminuseum geopend.
De audiënties van den minister van
Onderwijs en van Marine zi Hen Maandag
a.s. niet plaats hebben.
-8-
UIT NED. OOST-INDIë.
WAAR DE VERBANNEN COMMUNISTEN
HEENGAAN.
De „Tel." geeft nog eenige bijzonderheden
over het volkje der boven-Digoel-streken,
dat straks „gastheer" zal moeten spelen
voor de verbannen communisten.
Pater Vertenlen, de welbekende missio
naris in Zuid-Nieuw-Guinea, heeft jaren
geleden eens met den assistent-resident
Van Ilaaslert en een troep politie-soldatcn
een tocht gemaakt naar dat eenzame ge
bied, van uit het plaatsje Assike, dat er als
het ware de toegangspoort toe vormt
De lieden rondom Assike, zoo vertelt hij
ongeveer in zijn verslag van dien tocht,
zijn nog wel menscheneters. maar toch
reeds „tam" door de nabijheid van ons be
stuur. 't Is een uiterst schuw, vreesachtig
volkje, vóór onze komst blootgesteld aan
de vreeselijkste koppesnellerstochten der
kust-Kaja-Kaja's, die in hun prauwen de
Digoel-reis maakten om hier de nederzet
tingen uit te moorden. Zoodoende zijn de
Assike-ers er toe gekomen hun huizen te
bouwen in boomen of op palen van wel
8 10 M. hoog, waarin ze betrekkelijk
veilig waren, tot de Kaja-Kaja's op 't idee
kwamen om die hooge nesten met brand-
pijlen te beschieten en zoodoende de bewo
ners te dwingen er uil te komen!
De bewoners der bovenstreken zijn heel
ander» dan die veelgeplaagde Assike-ers.
Kwiek, stevig, ineengedrongen, schichtig
rondkijkend, immer waakzaam, immer ge
wapend, zijn ze we! het oertype van den
echten primitieven oerwoudbewoner.
Het zijn menscheneters uit principe; een
smakelijk boutje van den „homo sapiens"
CHRISTELIJKE ZEELIEDENBOND.
De algemeene vergadering.
De Christ. Zeeliedenbond in Nederland
Vergaderde in het gebouw Volksbelang te
Bcheveningen, onder presidium van den
heer J. van der Steen van Voorburg.
De voorzitter opende de vergadering
ïnefc het doen zingen van Ps. 25 8 en
JO en gebed.
Daarna hield spr. de openingsrede.
Hij wees er op, dat deze jaarvergade
ring in het teeken van soberheid staat.
Allereerst hangt de zwarte schaduw van
'den laatsten October-storm over onzen ar
beid, daar wij thans, meer zelfs nog dan
in die droeve dagen, staren op de ledige
plaatsen en wij eerst nu het gemis van
onzen onvergetelijken vriend Penning m
den kring van ons Hoofdbestuur gevoelen
in haar vollen omvang.
Dan trekken verder onze aandacht de
bedrijfstoestanden, die er ook niet naar
zijn om ons hoopvol op de toekomst te
werpen.
Met uitzondering van het Stoomtrawler-
bedrijf, dat, hoewel het misschien aan alle
verwachtingen niet voldaan heeft, toch be
vredigend geacht kan worden, zien we
daar, waar we onze afdeelingen aan de
Zuiderzee hebben, het bedrijf wegsterven.
Dit moge verdediging vinden in groo-
tere belangen die hierbij op het spel staan,
niet tegen te spreken is, dat onze Zuider-
eeevisschers worden ten offer gebracht op
bet altaar dat men belieft te noemen ,,het
algemeen belang."
Richten wij voorts onze blikken naar die
Kfdeelingen, waar de visscherij op de gar
nalen de bron van inkomsten is, dan ook
©vervalt ons hier een gevoel van somber
heid, omdat de vangsten zoo abnormaal
Igering zijn geweest, dat zelfs bij een be
hoorlijken prijs van het product, onze vis-
zchers geen behoorlijk bestaan hadden.
Dan richt ons oog zich op bot haring-
yisscherijbedrijf. Het bedrijf, waarin de
meeste onzer leden hun brood trachten te
verdienenmaar helaas, voor het over-
groote deel althans hebben ze dit niet kun-
pen vinden.
Steeds donkerder teekent dit bedrijf zich
Voor onze oogen af en mot een angstig
hart wordt de toekomst tegemoet gegaan.
Onomstootelijk schijnt vast te staan a at
bet zeilschip zijn tijd gehad heeft en om
vorming van het bedrijf de eenigste weg*
toeschijnt-, die \oot de opvarenden eenigen
waarborg biedt voor een bescheiden stukje
brood.
Het aantal schepen dat aan de haring-
visscherij deelneemt, neemt gestadig af,
waardoor het werkeloozenvraagstuk steeds
ernstiger karakter gaat vertoonen in die
plaatsen, waar het bedrijf zich aan de
veranderde toestanden niet heeft weten
aan te passen.
Het centralisatie-proces, dat voorzeker
ook zijn eigenaardige bezwaren en moeilijk
heden medebrengt, schijnt een onafwijs
bare eisch des tijde geworden te zijn.
Zoolang we hier niet overheen zijn, zal
het steeds moeilijker worden, om de ar
beidsvoorwaarden op te voeren, tot aan
het redelijke.
Verblijdend mag genoemd worden, de
energie van vele onzer menschen, die in
een ander bedrijf trachten werk te vinden.
Daardoor wordt de groep onzer koop
vaarders, het moge dan met geen reuzen
sprongen gaan, steeds grooter en wijzen
zelfs de voorteekenen bij een enkele af-
deeling er op, dat dit aantal overwegend
zal worden.
Ten slotte stelt de financieele toestand
onzer Werkloozenkas, mede door de treu
rige bedrijfsuitkomsten, ons voor gToot©
moeilijkheden. We hebben reeds meerma
len gewezen op het onsociale van ons
Werkloosheids-verzekeringssysteem, maar
het zal niet baten daar thans diep op in
te gaan.
De voorzitter verwelkomde voorts den
vertegenwoordiger van het Chr. Nat. Vak
verbond, waarna de jaarverslagen aan de
orde kwamen.
Het jaarverslag van den secretaris vangt
aan met teleurstelling uit te spreken over
Geautoriseerde vertaling naar het Engelsch
van E. PHILIPS 0PPENHE1M.
door
W. M. D. SPIES—VAN DER LINDEN
33)
„Natuurlijk zal ik niel blijven," ant
woordde Virginia," steeds met luider stem.
„Voor wat ter wereld, zou ik blijven als de
man nog dagen lang niet terug komt. Ik ga
heen vóór de politie kan komen. Bel als
't u blieft af."
„Ik weet niet wie u bent," kwam de stem
weer, maar ik zal 't aardig gauw le weten
komen. Je zult haast moeten maken, mijn
vriend, als je weg wilt komen. Ik zal den
portier opbellen."
Virginia wierp den hoorn neer. Zij bleef
een oogenblik voor den spiegel staan alsof
zij haar hoed goed zette in werkelijkheid
om den luisteraar tijd te geven naar zijn
schuilplaats terug'te gaan. Toen liep zij, nvt
bonzend hart ferm naar de deur. Zij opende
die moedig. Het kleine portaal was leeg, de
deur van de kamer aan de overzijde, die
dicht was geweest, toen zij kwam, stond nu
op een kier, maar er was geen levende zier
te bekennen. Zij opende de deur, die naar de
gang en naar de bevrijding voerde. Zij
merkte nu voor 't eerst, dat de sleutel aan
de binnenzijde stak Zij nam 'm er uit. ging
naar buiten, sloot de deur en bevond zich
veilig in de gang. Verschillende gedachten
vlogen haar door het hoofd. Zij had de deur
joaar aan de fcui(enzijde af te sluiten, om
het feit dat de afschrijving vah leden zoo
groot is, om daarna met weemoed de jong
ste zeerampen en hun gevolgen te memo-
reeren.
De bond telt nu 1619 leden tegen 1599 in
heb voorgaande jaar, waarvan er 933 in
den Zeeliedenbond en 696 in den Zeemans
bond (de organisatie zonder werkloozen
kas) georganiseerd zijn Tegen 523 inschrij
vingen staan 503 afschrijvingen van leden.
Totaal heeft de bond nu 18 afdeelingen en
4 correspondentschappen. Buiten de ver
liezen cfoor de jongste rampen, verloor de
bond 3 leden door den dood.
Aan het financieel verslag ontleenen wij,
dat de verlies- en winstrekening sluit met
een eindcijfer van f 44.901.96. Er is een
batig saldo in kas van f 5268.03.
De verslagen werden na eenige discus
sie goedgekeurd, waarna de heer D. v. d.
Niet rapporteerde namens de commissie
van controle. Als nieuwe leden dezer com
missie werden gekozen de heeren Joh. v.
Veelen van Pernis en J. Verzijden van
Maassluis en als hun plaatsvervangers A.
v Dijk van IJmuiden en C. Taal, van
Scheveningen.
Gisteravond hield d». J. de Waard, uit
Rjjnsburg, een rede, waarna ee© geheime
zitting plaats had.
ROTTERDAM ZETEL VAN DEN
RUSSISCHEN GRAAN-EXPORT.
De Russische sovjet-regeering heeft, naar
het Dagbl. v. Rotterdam meldt, voor den
export van graan een Naamlooze A ennoot-
schap gesticht, waarvan de hoofdzetel te
Rotterdam gevestigd is.
Deze vennootschap zal, naar het blad ver
neemt, zich vestigen in het nieuwe kantoor
gebouw van de Amsterdamsehe Bank aan
den Coolsingel.
De Russische regeering heeft reeds eenige
jaren lang in ons land en speciaal te Rotter
dam een uitgangspunt gezocht voor haar
graanvcrschepingen.
Wat tot dusver op initiatief van de sovjet-
regeering aan graanexport naar Rotterdam
heeft plaats gehad, is geschied onder directe
controle van Moskou.
Kopenhagen schijnt als distributiepunt
niet aan de verwachtingen beantwoord te
hebben, zoodat het zoo goed als zeker is, dat
de Russische regeering de Deensche hoofd
stad als uitvoerstation verder zal uitschake
len.
Waar gebleken is dat Rotterdam een uit
stekend afzetgebied voor het Russische graan
is, heeft de sovjetregeering besloten daar
een vasten zetel te vestigen.
De zaken, welke ze er tot dusver gedreven
heeft, zullen belangrijk worden uitgebreid.
Daartoe is dezer dagen opgericht een Neder
landsche Naamlooze Vennootschap met een
niet al te groot kapitaal, omdat Moskou
blijkbaar eerst eens wil zien, hoe groot het
afzetgebied in de naaste toekomst zal zijn.
KINDEREN NAAR BUITEN.
De Centrale commissie voor uitzending
van Nederlandsche kinderen naar buiten,
heeft dezer dagen onder leiding van haar
eersten voorzitter, dr. N. M. Josephus Jitta,
te Utrecht haar jaarlijkschg vergadering ge
houden.
De voorzitter herdacht de groote verdien
sten van dr. G. A. M. van Wayenburg °n
den oud-hoofdinspecteur van de volksge
zondheid G. Oostorbaan, in 1926 overleden.
In hun plaats zijn benoemd tot leden der
centrale commissie mevrouw de wed. dr. G.
A. M. van Wayenburg-Povel, lid van het
plaatselijk comité te Amsterdam, en mevr.
dr. Chr. Bader, inspectrice van de volksge
zondheid te Arnhem. Het hoofdbestuur der
Nederl. maatschappij tot bevordering der
geneeskunst heeft in plaats van den heer
Oosterbaan als vertegenwoordiger in de cen
trale commissie aangewezen dr. A. J. A.
Thomas te Baarn.
De periodiek aftredende leden, de heeren
dr. N. M. Josephus Jitta, mr. J. II. de Crane,
mevrouw A. BlomLoyens, zuster S. C. B.
Nieboer, de heeren A. S. Onderwijzer en H.
C. van Ruyven, werden herkozen. Op voor
stel van het dagelijksch bestuur werden tot
nieuwe leden benoemd mevrouw S. van den
BerghWilling te Wassenaar en arts J. A.
Pulfo, w.n inspecteur van de volksgezond
heid te 's-Gravenhage.
Op voorstel van ds. E. W. ten Oever wer
den de periodiek aftredende leden van het
hulp te roepen en de man, die met haar op
Norris Vine's terugkomst gewacht had, zou
in de val zitten. Zou daar eenig voordeel aan
verbonden zijn? Zou zij zichzelf vrij kunnen
pleiten?
Met tegenzin kwam zij tot het besluit, dat
het beter was, hem vrij te laten gaan. Zij
belde om de lift en bleef toen met gespan
nen blik de deur, die naar Norris' apparte
menten voerde, in 't oog houden. Wat te
doen, als die open zou gaan voordat de lift
kwam! Zij belde weer, hield haar vinger op
het knopje; toen hoorde zij, tot haar groote
opluchting, het knarsen van de stalen kabi-
len zag zij den bovenkant van de lift opstij
gen. Haar portaal was bereikt en de lift-
jongen wierp de ijzeren deur open. Bijna op
datzelfde oogenblik zag zij de deur van Nor
ris Vine's appartementen langzaam open
.gaan. Zij zonk neer op de kussens van de
bank.
„Naar beneden, alsjeblieft 1" zeide zij en
de lift begon te dalen. Zij was veilig. Zij
wendde zich tot den jongen. „Komt mijnheer
Vine gewoonlijk rnet deze lift naar boven?"
vroeg zij.
„Altijd 's avonds laat, juffrouw," ant
woordde de jongen. „De andere lift gaat na
elven niet meer."
Zij bereikte de vestibule. De portier
opende de deuren en zij ging naar buiten.
Zij stak den weg over en bleef toen dood
stil staan. met den blik op den ingang geves
tigd. ijf. tie»n minuten verstreken, toen
kwam er een man uit in „evening dress
met een hoogen hoed op en een witte das
om den hals. Hij rookte een cigaret en had
een stok in de hand met zilveren knop. Vir
ginia stak den weg weer over en zich met
de menigte voort bewegend, bleef zij op een
paar meter afstand yan hem. Hij ging naar
den rand van het trottoir en riep een taxi.
„Clandge Hotel," zei hij, „zoo snel moge
lijk!"
Zij kreeg een schok .Niet alleen had zij de
stem herkend van den mam, die 's middags
in 't café achter haar gezeten had, maar zij
wist opeens, dat dit ook één van de drie
mannen was. die nog slechts een uur zo>-
wat geleden tegenover haar zaten te eten!"
HOOFDSTUK IX.
Ondankbaarheid.
Norris Vine stond in 't midden van de
kamer met zijn hoed nog op en zijn jas over
zijn arm. Voor hem stonden de portier en de
nachtwaker van het gebouw.
„Tien minuten geleden waren er vreemde
menschen in mijn kamers, menschen die
hier niets te maken hadden. Ik heb er het
stellige bewijs van. Heeft iedereen, die wil,
het recht om dit gbouw binnen te komen en
de lift te gebruiken en elk appartement, dat
hij verkiest, binnen te gaan?"
„We kunnen geen detectives in onzen
dienst nemen," antwoordde de portier en
iedereen, die hier woont, ontvangt bezoeken.
Er werd zacht op de deur geklopt en bijna
dadelijk daarop werd die geopend. Virginia
kwam binnen en begreep oogenblikkelijk Ie
beteekenis van wat zij voor zich zag.
,.U verlangt zeker een verklaring van dat
telefoongesprek." zeide zij rustig. „Ik hen
gekomen, om u die te geven. Indien u deze
menschen weg wilt zenden, zal ik alles uit
leggen."
Norris Vine keek vol verbazing naar haar.
Haar gezicht leek hem bekend, maar hij kon
haar toch eerst niet thuisbrengen. De (wee
mannen, die Vine aan het ondervragen was,
waren maar al te blij, dat zij gelegenheid
kregen, le vertreden, .ji
..Kan ik hieruit opmaken," vroeg Vine,
„dal het uw stem was, die ik door de tele
foon hoorde?"
..Dat kunt u," zei Virginia ,..en u mag °r
mij wel heel dankbaar voor zijn. Ik weet
niet of ik er verstandig aan deed, maar ik
ben volkomen zeker, dat ik uw leven gertd
heb."
„Als dat het geval is," merkte Vine met
een ongeloovigen glimlach op, „dan mag ik
u tenminste wel een 9loel aanbieden."
Virginia ging zitten en sloeg haar
9luier op
„Kent u me niet meer?" vroeg zij. „ik ben
't nichtje van Phineas Duge."
..Ik herinner me u heel goed," antwoordde
hij. „u hebt eens op een avond mei uw oom
bij „Sherry" gedineerd."
Zij knikte.
„Dat is zoo," zeide zij. ..Ik heb u sedert
enkele dagen gezocht. Feitelijk kwam ik
naar Londen, om u te spreken."
„Dat klinkt wat geheimzinnig," merkte
hij droogjes op. „het feit in aanmerking ne
mende. dat ik nog niet het genoegep heb ge
had. kennis met u te maken."
„Er is niets geheimzinnigs in," antwoord-*-
de zij. ,.U hebt gestolen goed ontvangen.
Mijn nich'je Stella stal papieren uit mijn
oom's studeerkamer en gaf ze u. Door mijn
onoplettendheid konden ze gestolen worden.
Als ik ze niet terug krijg, is mijn leven ver
woest."
„Ga verder." zei Norris, „u bent niet
klaar met vertellen,"
„Neen," zei Virginia, „dat hen ik ook
niet. Ik volgde u naar Engeland om die pa
pieren terug te krijgen, hetzij door diefstal,
hetzij door een beroep op uw eergevoel te
doen, of een •*'Vr middel, dal ik zou be
denken, Ik oniüc&.e bij toeval, dat ik niet de
eenige Amerikaan in landen fcen, die hier
op zoek naar u wa9. Vanmiddag hoorde ik
in een café in „Regent Street" een gedeelte
van een afspraak tusschen twee mannen,
onbekenden voor me, maar die blijkbaar alle
twee tol de slotsom waren gekomen, dat dit
bijzondere papier nog wat meer waard was
dan uw leven. Van hen hoorde ik uw adres.
Uw dienaar moet een handlanger van hön
zijn, want zij wislpn precies, wat u van
avond doen zoudt. Ik hoorde hen met elkaar
afspreken, hier te komen en ik wist. waar
dat op uit zou loopen. Ik besloot hun vóór
te zijn. Het was niet uit eenig gevoel voor u,
maar alleen, omdat voor mij alles ver
loren zou zijn, als zij het stuk in handen
kregen. Daarom kwam ik hier om u te waar
schuwen, maar nauwelijks was ik er, of ik
merkte dat iemand anders, die heel andere
bedoelingen had. ook binnen kwam. We
wachtten en wachtten ik in de zitkamer,
hij in die slaapkamer. Ik hield mij of ik
niets wist van zijn aanwezigheid. Hij scheen
er genoegen mee te nemen, mij le negeeren.
Terwijl ik mij afvroeg, hoe ik u moest waar
schuwen. belde de telefoon. Tk nam den
hoorn en u was 't. die sprak Toen kwam ik
op 't idee. om een denkbeeldig gesprek mri
u te voeren, dat den man, die luisterde, er
toe zou brengen, heen te gaan. Ik deed he
en hij ging weg Het moet als vrepselijke
onzin voor u geklonken hebben, natuurlijk,
maar het was de eenige manier, die ik be
denken kon, om hem weg te krijgen Hij was
overtuigd, dat u hier vannacht niet meer
zoudt komen."
„Weet u wie 't was, die man?" vroeg
Vine.
(Wordt vervolgd.)