UIT ONZE STAATSMACHINE
GENEESKUNDIGE BRIEVEN.
BANIETbAPERIJ VAN W. DE IAAT
AUTO TE WATER GEREDEN.
Eén persoon Terdionken.
Gistermiddag is in de buitenhaven te Ylis-
singen een auto van de provinciale boot
te water gereden. Een inzittend persoon
pit Hoofdplaat ii verdronken.
AUTO-ONGELUK BU DIEPENHEIM,
Een doode en twee gewonden.
Op den Lochemschen weg bij de gemeente
Diepenheim heeft gisternacht omstreeks één
uur een auto-ongeluk plaats gehad met
doodelijken afloop. Een auto reed met drie
inzittenden in de richting Diepenheim, toen
vlak voor deze gemeente door het springen
van een band de auto in volle vaart tegen
een boom reed, waardoor de heer Bolscher
zwaar gewond werd en eenigen tijd later
6tierf. De heer Oostvogel werd zwaar ge
wond, terwijl de chauffeur Becker licht ge
wond werd. Allen woonden te Almelo.
BRUTALE OPLICHTERS.
Lenige maanden geleden vervoegde zich
te Kerkrade en in de omliggende gemeen
ten bij de R.-K. inwoners een persoon,
die voorgaf R.-K. priester te zijn en ook
in geestelijke kleeren liep. Hij gaf voor bin
nen enkele weken als missionaris naar de
Eskimo's te gaan en wist op die manier bij
vele families groote bedragen aan geld,
kleeren en andere benoodigdheden los te
krijgen.
Na eenigen tijd, toen bleek, dat van het
gaan naar de missie maar steeds niets
kwam, ging men argwaan koesteren en
bleek bedoelde persoon (een Duitscher)
geen priester te zijn. Door de gemeente
politie te Kerkrade werd een uitgebreid on
derzoek ingesteld. Hieruit bleek, dat het
bedrag dat de oplichter genaamd S. had
weten binnen te krijgen in de duizenden
liep.
In het begin dezer week vertoonde het
brutale heerschap zich wederom aan de
Nederlandsche grens. Nog denzelfden dag
werd hij door de Akensehe politie met be
hulp van de gemeentepolitie te Kerkrade
te Aken gearresteerd en in de gevangenis
ingesloten.
DOODELIJEE ONGELUKKEN.
Te Houten viel Woensdagavond het 5-jarig
zoontje van G. Z. in hel achterhuis door een
luik, kwam op den sleenen deel terecht
werd bewusteloos opgenomen. Zonder bij
kennis te zijn gekomen is het ventje over
leden.
Nabij het Trappistenklooster te Achel hepft
een doodelijk ongeval plaats gehad Broeder
Matheus, die een tractor bestuurde, kwam in
een sloot terecht, waarbij hij onder den trac
tor kwam te vallen en zwaar gewond werd.
Toen de Broeder in dezen toestand werd ge
vonden, was hij reeds overleden.
De Eerw. Broeder Matheus was geboren te
Tilburg.
Te Zuidbroek is de bejaarde J. Gr., waar
schijnlijk door kolendamp gestikt, dood in
zijn woning gevonden.
Woensdagavond is de 32-jarige J. v. d. V
uit de Kapelstraat te Tilburg, in een greppïl
met vuil water nabij zijn woning geraakt en
verdronken.
Te Veendam is een vijfjarig eenig kind
van den manufacturier N. G. Doornbosch
bij de Sarabrug onder een autobus geraakt
en zoodanig inwendig gekwetst, dat het
naar Groningen vervoerd moest moest wor
den. Aldaar is het aan de gevolgen der
vei1 wondingen is overleden.
GEZONDE NEDERLANDERS.
Een Rotterdammer, die van statistiek
houdt, heeft, volgens het Rott. Nieuwsbl.,
een lijst bijgewerkt van namen en geboorte
data van de oudste Nederlanders. Hij is ge
komen tot een twintigtal landgenooten. die
in 1927 honderd jaar of ouder worden n.l.
één van 104, één van 103. één van 102, vijf
van 101 en twaalf van honderd jaar
Namen en geboortedata met opgaven van
leeftijd door den inzender verzameld, volgen
hier:
Mej. N. Schippers. Koog aan de Zaan, 4
Febr. 100 j.. de heeren Joh. Zeedijk. Alblas-
serdam, 28 Febr. 101 j., en M Diepeveen,
Veenendaal. 18 Maart 101 j.; mevr de wed
A. Schuitvlot, Amsterdam. 7 April 100 j.; de
heer P. Swagemaker. N -Vosmeer. 10 April
100 j.mevr. wed; Betten, Oudphorne (Fr.),
1 Juli 100 j.; de heeren J. v. d Bos, Zand-
voort, 1 Aug. 100 j., en J Heisterkamp, Su-
derwick (G.), 11 Aug 101 J.; mevr. wed. C.
Hiemstra. Achlum (F.), 27 Aug. 100 j.; we
duwe J. Punt, Willemstad, 27 Aug. 102 j.;
wed Braafhart, Ede. 1 Sept. 100 j. de heer
R. P. Calcar, 't Waar (Gr.), 3 Oct. 100 j.;
mevr. wed. Timmerman, Deventer, 5 Oct
100 j.; de heer J. Veenstra. Surhuizum (Fr.),
11 Oct. 100 j.; mevr. wed. Bresijn. Utrecht,
31 Oct. 101 j.; wed. Asselman. Hengstdijk
(Z.), 1 Nov. 104 j.; wed C. Diepeveen, Vee
nendaal. 25 Nov. 103 jaar, en H. Hansen,
Grubbenvor9t CL.) 23 Dec. 100 j.. en mevr.
wed. J. Bosch, Amsterdam, 25 Dec. 101 j.
ONVEILIG STRAND.
Het strand te Scheveningen is onveilig tot
de Wassenaarscheslag op Donderdag 6 en
Vrijdag 7 Januari a.s., telkens van 9 uur
v.m. tot 2.30 n.m., wegens het schieten met
mitrailleurs.
De aandacht wordt er op gevestigd, dat
het strand op genoemde dagen eerst dan
weder toegankelijk zal zijn wanneer de
roode vlaggen, welke de onveilige strook
aanduiden, zijn weggenomen.
Wat is uw beroep, mijnheer!
Wat ik ben t Dubbelboekhouder met
enkelvoudig salaris en driedubbelen arbeid.
Verbranden en Begraven.
Eenigen tijd geleden deed een eenigszins
griezelig' verhaal de ronde in de verschil
lende bladen. Men had bij het doorzoeken
van de voorraden, welke de reinigings
dienst aan de vuilnisbelt van een onzer
groote steden had afgegeven, ook een doosje
gevonden, waarin wat verkoolde beentjes
zaten, welke na onderzoek van een men-
schelijk lichaam afkomstig bleken te zijn.
Een ingesteld onderzoek deed aan het licht
komen, dat men niet te doen had met een
geval k la Landru. maar dat het geval zich
aldus had toegedragen. Iemand had be
paald. dat zijn lijk verbrand en de asch
verstrooid moest worden. Dat verstrooien
nu was niet op de meest correcte wijze
geschied, zoodoende was een doosje met
enkele overblijfselen in den vuilnisbak te
recht gekomen. We geven het verhaal zoo
als we het Jazen, ofschoon misschien een
histonsch-critisch onderzoek afwijkingen
van de waarheid zou conslateeren. Deze
zeker lugubere geschiedenis vestigde de
aandacht opnieuw op de kwestie: verbran-
don of begraven. Wij wijden daaraan deze
bijdrage We bezien niet de ethische of
hysicnsche zijde van het vraagstuk maar
willen niet anders doen, daji meedeelen,
wat -de Nederlandsche wel over een en an
der zegt en ook niet zegt. Dat dit z w ij-
g e n van geen geringe beteekenis is. zal
aanstonds blijken.
Onze verzameling wel ten bezit een wet j
van den lOden April 18G9 tot vaststelling
van bepalingen betrekkelijk het begraven
van lijken de begraafplaatsen en de bcgra-
fenisrechlen Deze wet is sedert Laar be
slaan niet minder dan zes maal gewijzigd.
Art. 1 nu van deze wet zegt: „Elk overi'don
persoon en doodgeboren kind wordt
in eene gesloten kist begraven op een be
graafplaats, overeenkomstig deze wet'aan
gelegd of volgens ds overgangsbepalingen
dezer wet toegelaten" Nadrukkelijk wordt
dus .vastgesteld, dat ieder mens brlijk lijk
hegraven moet worden. Van ver
branding rept de wet niet. Toch lezen
we telkens in de couranten van crematies,
die op Westerveld plaat9 vinden Hoe is nu
een en ander met elkaar te rijmen De ver
branding is bij de wet niet toegelaten, maar
wie een lijk verbranden laat. gaat straffe
loos uit. ingevolge een arrest van den Hoo-
gen Raad van 1 Maart 1925. Daarin werd
overwogen, dat bij de vaststelling van de
Begrafeniswet de wetgever op het stand
punt was gaan staan, dat verbranding niet
geoorloofd zou wezen. Maar die bedoeling
heeft in de wet geen uitdrukking gevonden,
aangezien een uitdrukkelijk lijkverbran-
dingsgebod in de wet niet opgenomen is.
Ook hel volgende deel van art 1. waarin
personen genoemd worden, welke voor de
begrafenis te zorgen hebben, mocht niet
gebruikt worden als grond voor een straf
vervolging tegen degenen, welke een lijk
hebben laten verbranden Maar. wat ster
ker spreekt, de wetgever heeft verzuimd in 1
nog andere dingen, die de moeite waard zijn.
Als ik jou en je vrienden aanval, is het niet
om geld of om naam te maken Hel is, om-
dal ik een schandeiijk stelsel wil treffen,
omdat ik overtuigd ben, dat jij en Weiss en
de anderen bezig zijn het prachtigste land
op God's aardbodem om hals te brengen."
,,Nu," zei Litlleson, „ik heb je gewaar
schuwd. Je bent een gek, al is 't dan een
goedaardige. Je bent er op uit, je zelf onheil
op je hals te halen en ik twijfel er niet aan,
dat het komen zal. Als je nog tot andere ge
dachte komt. zoek me dan in „Claridge op."'
Hij wandelde weg en Vine keerde zich om
en begroette mevrouw Deane en Stella, die
juist aankwamen. Stella, wier oogen nog
Bchilleiden door de opwinding van de mu
ziek, legde haar hand een oogenblik zacht
in de zijne.
„Waar zullen we soupeeren?" vroeg zij.
„In „Carlton" of waar je ook wilt," ant
woordde hij .„Laat ik eerst het rijtuig zoe
ken."
Mevrouw Deane hield haar vinger in de
hoogte en een lange livreiknecht, even aan
zijn hoed tikkend, snelde weg.
„James heeft ons gezien," reide zij. „Het
rijtuig zal hier dadelijk zijn. Ik ga even met
Lady Engelton praten. Wilt u Stella gezel
schap houden, mijnheer Vine?"
Zij wendde zich af om met een kleine
groep menschen te praten, die bij één van de
ingangen stonden. Stella en Vine gingen
naar buiten, om uit het gedrang te komen.
Opeens greep Stella hem bij den arm.
„Kijk in die taxi," zeide zij, de straat in-
wijzend.
Vine's blik volgde haar vinger.
Hij herkende Littlesonnaast hem zat een
man in een gewoon pak en met een lagen
hoed. wiens gezicht hem bekend voorkwam,
maar dien hij zich niet kon herinneren.
„ik geloof," zeide zij, terwijl zij wat dich
ter bij hem kwam, „dat je niet langer moet
aarzelen, als je je slag wilt slaan. Zag je
Peter Littleson?"
„Ja," antwoordde hij. „Ik heb hem daar
even gesproken."
„Weet je, wie dat was, die naast hem
zal?"
Vine schudde het hoofd.
„Ik kan het mij niet herinneren," zei hij.
„Het i9 Dan Price," fluisterde zij. „Je
weet, wie dat is. Ze noemen hem den ge
vaarlijksten misdadiger, die op vrije voeten
loopt. Ik zou wel eens willen weten, wat
Littleson met hem aan de hand heeft."
Vine glimlactte wat grimmig, terwijl hij
naar voren stapte, om mevrouw Deane in
het rijtuig te helpen.
„Ik geloof," mompelde hij, „dat ik het wel
kan raden."
HOOFDSTUK YL
Mijnheer Mfldmay verschijnt weer
het tooneel.
Het was haar derde dag in Londen en
Virginia begon den moed te verliezen. Noch
op het gezantschap, noch op zijn club had
zij iets te weten kunnen komen omtrent den
man, dien zij zocht. Zij had nog een lijst
adressen, die zijn knecht in New York haar
gegeven had en waar zij hem mogelijk ont
moeten kon Zij ging ze met nauwgezetheid
langs het rijtje af, maar zonder het minste
resultaat. Langzamerhand begon ze in te
zien hoe moeilijk, hoe hopeloos misschien,
haar taak was. Den man in Londen te vin
den met de schaarse he aanwijzingen, dio
zij bezat, was moeilijk genoeg; dan bleef
in deze wet aan te wijzen de personen, die
met de zorg voor het begraven worden be
last, zoodat wegens niet-naleving van het
begrafenisbevel niemand strafrechterlijk
aansprakelijk gesteld kan worden. Uit één
en ander blijkt dus. dat lijkverbranding in
Nederland feitelijk verboden i9. doch dat
een leemte in de wet ar voor zorgt, dat de
lijkverbranders strafrechtelijk niet vervolg
baar zijn Terecht een zonderlinge toestand,
die bestendigd wordt door de omstandigheid
dat in de laatste jaren de regeering voort
kwam uit die politiek-religieuse kringen,
waarin een sterke antipathie tegen de lijk
verbranding bestaat. Men herinnert zich
misschien de vraag van een Kamerlid, of
het waar was, dat en zoo ja, waarom een
minister zich had laten vertegenwoordigen
bij de crematie van een officieele persoon
lijkheid. De verbranding verbieden durfde
men echter evenmin aan. Zoodat op de
boven omschreven wijze èn de kool èn de
geit wordt gespaard.
Wat zegt de wet nu omtrent het begra-
yen? De verplichting tot het begraven van
ieder doodgeboren kind of overleden per
soon hebben we boven reeds vermeld.
Er is echter nog iets anders mogelijk
dan verbranden of begraven, dat is, het
lijk wordt ontleed of bewaard. Daartoe
kan de burgemeester toestemming geven
aan de in dit artikel genoemde nabestaan
den van een overledene of ook, wanneer
de overledene zelf bij uitersten wil of oij
een acte zulks heeft bepaald. Gedeeltelijke
ontleding of lijkopening door of onder toe
zicht van een geneeskundige, waardoor
de begraving binnen den vastgestelden
termijn niet wordt vertraagd, kan zonder
toestemming van Jen burgermeester plaats
vinden. De egrafenis moet plaats vinden
niet vroeger dan zea en dertig uur na het
overlijden en niet later dan op den vijfden
dag na het overlijden. Ontheffing van deze
bepaling kan op verzoek maar ook na ver
klaring van een geneeskundige door den
burgemeester geschieden, terwijl burge
meester en wethouders in het belang der
volksgezondheid kunnen gelasten, dat aan
een bepaalde ziekte overledenen binnen 36
uur na het overlijden worden overgebracht
na een lijkenhuis, wanneer dat aanwe
zig is.
Een geheel ander geval is het natuurlijk
met lijken welke in een zoodanigen staat
van ontbinding verkeeren, dat ie niet naar
een begraafplaats kunnen worden ge
transporteerd (gedacht is natuurlijk aan
drenkelingen enz.). Deze mogen ter plaat
se waar ze gevonden zijn of .n de onmid
dellijke nabijheid zonder kist, mits ter
diepte van minstens één meter begraven
worden. Op het lijk moet dan worden ge
strooid een laag van twee decimeters on-
gebluschte kalk en vervolgens moet het
graf met aangestampte aarde worden ge
dicht. Ieder, wiens 'grond daarvoor aange
wezen wordt, is verplicht deze begraving
toe te staan, ofschooai, hij aanspraak ma
ken kan op schadevergoeding.
Voor een begrafenis ia noodig een schrif
telijk verlof van den ambtenaar van den
Burgerlijken 8tand dat gedekt moet we
zen door een vrrkfaring van doodschouw
door een me dicus af te geven.
Merkwaardig is, dat er geen wettelijk
voorschrift bestaat op het begraven van
een onvoldragen vrucht, terwijl toch de
ambtenaar van den Burgerlijken Stand ver
plicht is aaD hem, die aangdte doet van
de geboorte van een onvoldragen vrucht,
het bewijs van verlof tot begraven af te
geven.
Ook zijn bepalingen getroffen, waardoor
voor het geval, dat er teekenen of aan
wijzingen zijn van een gewelddadigen dood,
de begrafenis niet geschieden mag dan na
dat het lijk gerechtelijk is geschouwd,
waarna de officier van justitie of de rech-
ter-commissaris de vereischte schriftelijke
toestemming moet geven.
De uren voor begraven en verder al dat
gene, wat m dez. materie in het belang
der openbare orde en gezondheid noodig
is te bepalen, wordt overgelaten aan de
plaatselijke verordeningen.
Vermelden we nog, dat tijdens een epi
demie het vervoer van lijken uit een ge
meente, welke zelf een of meer begraaf
plaatsen bezit, kan worden verboden door
de Kt"oon of alleen onder door de Kroon
te stellen voorwaarden kan worden toege
staan.
nog de vraag, die zij tot nu toe in haar ge
dachten nog niet beantwoord had, wat zij
zou zeggen of doen, als het toeval haar van
aangezicht tot aangezicht met hem bracht.
Alles wat zij in die dagen ondervond, werd
bijna een nachtmerrie voor haar. Hoewel zij
altijd in de grootste eenvoud gekleed was en
zij bij haar van nature ingetogen houding
onder deze omstandigheden nog meer gere
serveerd was, voelde zij zich meermalen
in hooge mate onbehaaglijk Zij raakte ge
wend aan de weifelende blikken van de kell-
ners tot wie zij zich wendde en om een
tafeltje alleen vroeg in de verschillende
restauraties, die zij op haar lijst had staan.
Zij merkte bij die gelegenheden dikwijls, dat
zij de eenige, vrouw zonder geleide was en
als er andere vrouwen waren, dan behoor
den zij tot een klasse, die zij bij intuïtie her
kende en waar zij voor terughuiverde. Maar
eigenlijke avonturen had zij zelden. Afge
scheiden van het feit, dat zij alleen was,
trok niets in haar manier van doen, de aan
dacht.
Er kwam echter een dag, dat zij zich op
eens te midden van meer opwindende ge
beurtenissen bevond. Zij zat op ©en middag
in een café in Regent Street aan een
tafeltje bij de deur. vanwaar zij goed kon
zien wie in en uit ging. Vlak achter haar
zaten twee mannen, beiden onbekenden
voor haar, die na haar komst aldoor met ge
dempte stem hadden zitten praten. Zij had
den op geen enkele manier haar aandacht
getrokken en het was alleen bij toeval dat
zij plotseling den naam van Norris Vine
opving.
Haar hart sprong op. Alleen met groote
wilskracht weerhield zij zichzelf, om ach
ter zich te zien. Zij schoof haar stoel wat
terug, met een opmerking tegen den kellner
Rest ons nog één en ander te zeggen
omtrent het opgraven van lijken. Dit mag
alleen geschieden mot toestemming vaD
den eigenaar van het graf en met verlof
van den burgemeester. Tegen een even-
tueele weigering staat hooger beroep open
bij de Kroon. Dat zioh daarbij vaak moei
lijke kwesties voordoen, blijkt wel uit het
groote aantal Koninklijke besluiten deze
materie betreffende.
We meenen thans wel de hoofdzaken lut
deze wet, althans wat het begraven en
verbranden betreft te hebben vermeld.
Wat de wet verder zegt. over de begraaf
plaatsen, de begrafenisrechten en -kosten
enz. laten we ditmaal rusten.
rheumatiek. n.
„De huisarts zal moeten leeren, zijn
scepticisme op zij te zetten en in te zien dat
hier éfen gezond optimisme niet-alleen ge-
wenscht, maar plicht is en dat het verant
woordelijkheidsgevoel, dat bij den medicus
zoo sterk tot uiting komt als het gaat om een
quaestie van dood of leven, niet minder op
zijn plaats is. wanneer nalatigheid een blij
vende invaliditeit veroorzaakt" Deze woor
den vormen ongeveer de kern van het be
toog van dr. Van Breemen.
Dat moet echter niet beschouwd worden,
en ik kan ook niet aannemen dat Van Bree
men het bedoeld zou hebben, alsof de buis
arts in mora gesteld wordt en hij hoofdza
kelijk aansprakelijk zou zijn voor zoo vele
gevallen van voortwoekerend rheuma. De
huisarts staat tegenover dit vraagstuk als
tegenover zoo vele andere, waaraan gedu
rende zijn studietijd weinig aandacht ge
schonken wordt, met het noodzakelijk ge
volg, dat hij eenigszins verlegen staat, zoo-
dra hij in zijn praktijk dergelijke patiënten
ontmoet Hij behandelt deze volgens zijn
beste weten, maar als het niet gauw voor
uit gaat. in tegendeel de klachten toenemen
niettegenstaande zijn voorschriften trouw
worden opgevolgd, dan wordt hij ontmoedigd
en het duurt niet lang of hij vindt derge-
ijke patiënten onaangenaam en lastig. Het
is voor den enkelen arts dan ook niet moge
lijk om aan enkele gevallen zelfstandig de
ziekte te bestudeeren. Dit dient in het groot
te geschieden, zooals men in Engeland en
Zweden begrepen heeft. Ook Duitschland is
ons in die richting vooruit.
Want er is nog veel, dat nauwkeurig on
derzocht mo.et worden. En naar alles te
oordeelen wat in den laatsten tijd over dit
onderwerp gezegd en geschreven is, meen ik
als het meest noodzakelijk op den voorgrond
te mogen plaatsen: uitgebreid, nauwkeurig
onderzoek, vooral ook klinisch, d.w.z. door
de patiënten in ziekenhuizen bp te nemen
en daar te bestudeeren. Er moet nog heel
veel gebeuren. Vooreerst is gebleken dat
men in de verschillende landen er ieder op
zijn eigen houtje een afzonderlijke nomen
clatuur op na houdt. Wil men elkaar lee
ren begrijpen, dan is het toch het eerst
noodige. dat dezelfde ziekte met denzelfden
naam wordt genoemd.
Dan moet zorgvuldig gezocht worden
naar de mogelijke oorzaken. Hierover be
staan wel al theorieën, maar eerst uitvoe
rige statistieken zullen de juistheid der ge
maakte onderstellingen kunnen aantoonen.
Vervolgens mo^t het gansche ziekteproces
zorgvuldig bestudeerd worden en moet er
een einde aan komen, dat bepaalde vormen
door den een wel. door den ander weer niet
als een ontslekingsproces worden opgevat.
Voor dat alles is opneming in ziekeninrich-
tingen mogelijk en zullen de bekwamen op
dit gebied uit de verschillende landen in die
ziekenhuizen gezamenlijk de patiënten moe
ten nr-^'^eken om tot eenstemmigheid en
eenvoiui.ciieiU te kunnen komen De reis
naar Aken van de deelnemers aan de in
mijn voritren brief beschreven vergadering
is te besrhouwen als een eerste stap in deze
richting.
Intusschen zijn hier en daar al gunstige
resultaten met de behandeling van rheuma-
tieklijders bereikt. Het spreekt van zelf. dat
de patiënten niet alleen als proefdieren voor
onderzoek worden opgenomen maar dat in de
eerste plaats de beproefde middelen op hen
worden toegepast. Goede uitkomsten kunnen
echter alleen verwacht worden, als een goed
ingericht ziekenhuis ter beschikking staat
over tocht en, een Fransche krant opne
mend, die iemand daar had laten liggen,
luisterde zij ingespannen. Zij kon zich al
leen van de mannen herinneren, dal de een
klein, gladgeschoren en met zorg gekleed
was en er meer uitzag als een Amerikaan,
terwijl de ander grooter en opzichtiger was
met een rood gezicht en breede schouders.
Het was blijkbaar de eerste, die sprak.
„Het is een zaakje van vijf duizend pond,"
hoorde zij hem zeggen. „Dat is te zeggen,
twee duizend vijfhonderd pond ieder en het
kan gebeuren zonder risico. De man is hier
weinig bekend en heeft geen vrienden. Hij
heeft kamers in een huis. waar je gemak
kelijk in komt, twee liften op iedere verdie
ping en aparte uitgangen en hij woont heel
alleen."
„Twee duizend rijf honderd pond,"
bromde de andere man. „Het klinkt mooi,
maar
Toen liet hij zijn stem dalen en hoorde zij
niets meer een paar minuten lang. Zij riep
een kellner en bef lelde iets, nauwelijks we
tend wat De stemmen achter haar waren
zachter en zachter geworden; zij kon nu
heelemaal niets hooren, maar zij maakte er
uit op, dat de kleine man den ander tot iets
trachtte over te halen en dat zijn metgezel,
hoewel hij geneigd was, toe te staan, bezwa
ren opperde Zij wachtte een tijdje en begon
toen weer brokstukken van het gesprek op te
vangen.
„Natuurlijk." hoorde zij den kleinen man
zeggen, ,als wij hem in New York hadden,
zou het uiterst gemakkelijk gaan. Het is
waarschijnlijk, omdat hij dat weet, dat hij
hier kwam."
„Weet hij dan. dat hij in gevaar is?"
vroeg de andere stem.
mHÜ weet, dat zijn leven op het spel
Dat is dan ook een van de eerste dingen,
welke de jonge vereeniging nastreeft. Mr.
Treub deelde mede, dat dr. Van Breemen
benoemd was tot geneesheer-directeur van
het ziekenhuis voor rheumatiek-lijders, dat
er nog niet is. Hier werd om gelachen Maar
het is bittere ernst. Wie goed begrijpt, waar
het om gaat, moest eer huilen, dat er nog
geen gelegenheid in ons land bestaat ter
bevordering van dit noodzakelijke onder
zoek. De vereeniging heeft dus als eerste
taak, de bevolking van Nederland te leeren,
waar het om gaat. Het is wel teekenend, dat
een persoonlijkheid als Treub, die heusch
nog wel wat anders te doen heeft, zich on
middellijk zelf heeft aangeboden om „de
zaak op pooten te zeiten". Zulke mannen
van de praktijk zien gemeenlijk de beteeke
nis van een volkszaak spoediger in, dan
zelfs zij, die er oogenschijnlijk zoo veel nau
wer bij betrokken zijn, nl. de artsen en de
patiënten zelf. Maar de deelneming van
zoovele menschen van de meest uiteenloo-
pende opvattingen, van allerlei rang en
stand deed toch weldadig aan en gaf den
indruk dat in het algemeen volksbewustzijn
toch wel iets leeft, dat het nuttige en noo
dige van deze actie gevoelt. Het komt er
dan maar op aan, voor voldoende prikkels te
zorgen om het gevoel in daden te laten
overgaan. Natuurlijk moet er in de eerste
plaats geld zijn.
In dit opzicht rust op Nederland een eere
schuld. Het is uitverkoren als zetel van hel
internationaal comité voor rheumatiekbe-
strijding. En in de tweede plaats kan ons
land ten aanzien van de rheumatiek toch
zeker wel een belangrijk woord meespreken.
We mogen nog zooveel nieuwe wijsheid van
het intestellen onderzoek verwachten, voor-
loopig weten wij alle als oude wijsheid, dat
ons vochtige landje met zijn wisselend kli
maat tot de rheumatiek in nauwe betrek
king staat. En menigeen die er kennis van
nam dat dr. Van Breemen op een congres in
1925 in Amsterdam betoogde, dat het ver
blijf in een vochtige omgeving gemakke
lijk aanleiding geeft tot het ontstaan van
rheumatiek, zal bij zich zelf gedacht heb
ben- hoor eens dokter, dat weten wij al lang,
dat behoeft een dokter ons^niet apart te ko
men vertellen. Gelukkig heeft hij ook nog
wel wat anders verteld en zoo zal menigeen
belangstellen in de waarneming, dat die
vochtige omgeving geen schade doet, wan
neer tevens flink lichamelijke beweging ge
nomen wordt Alleen wanneer men in voch
tige ruimten rust houdt, loopt men kans
rheumatiek te krijgen.
Vandaar dat het wonen in vochtige hui
zen, kelders, souslerrains zoo nadeelig is.
Maar dat is niet de eenige oorzaak. De on
derzoekingen op dit gebied doen weer twes
begrippen meer op den voorgrond komen,
welke men voor eenigen tijd als oude rom
mel poogde weg te bergen, nl. het „gestel"
en „kouvatten". Zonder eenigen twijfel is
de een veel meer voorbeschikt dan een an
der om rheumatiek te krijgen. Al weten wij
nog niet precies, wat het eigenlijk is, dat
sommige menschen er een eigenaardige
constitutie op na houden, is niet tegen te
spreken. En zoo bestaat er ook een constitu
tie welke gereedeliik den bezitter tot rheu-
ma'iekliider maakt. Eveneens is het met
kouvatten, waar sommigen om lachen Er
was een tiid, dat elke verkoudheid aan in
fectie werd toegeschreven En zeer merk
waardig worden vele vormen van rheuma
tiek vooral in Amerika ook als gevolg
van een qf ander infectieproces beschouwd.
Ook hier dus allerlei verwarring Wel een
bewijs, hoe noodzakelijk het is. dat men
probeert tot helderheid te geraken En als
zoodanig verdient dr» nieuwe vereeniging
voor rheumatiekbestrijding zeker aller s'cun
H. A. S.
RECLAME.
En tochis de
Oud Chef der Kon. Fabrieken 5585
SOPHl ASTRA AT 17
het beste en 't voordeeligste adres.
N.B. Aan het geachte Pnbliek van
Leiden een Voorspoedig Nieuwjaar
staat," was het antwoord. Hij moet dat gewe
ten hebben, sedert een paar dagen, voordat
hij zich naar Europa inscheepte. Hi] wordt
al dien tijd nagegaan en naar wat ik er van
gezien heb, zou ik zeggen, dat zijn zenuwen
onder de spanning beginnen te verslappen.
De andere man mompelde wat, dat zij
niet kon verstaan.
„Daar hebben jij en ik niet mee te ma
ken." antwoordde zijn metgezel. „Hij heeft
verkozen zich de vijandschap op den hais
te halen van enkele van de machtigste man
nen in Amerika en het ia zijn eigen schuld
als hij daar onder lijdt. Hij heeft aardig hoog
spel gespeeld, maar hij heeft niet al de kaar
ten in handen.
Er kwamen meer vragen en anlwooiden,
alle onverstaanbaar. Zij schoof haar stoel
wat meer terug, blijkbaar nog zonder hun
argwaan te wekken en toen hoorde zij ein
delijk iets bepaalds.
„Coniston Mansions, no. 57. Het is heel
gemakkelijk om binnen te komen. Hijna
iedereen, die er woont is aan hel tooneel »n
er is zoo goed als niemand lusschen haif
acht en elven. Vanavond weten we precies
wat hij doen zal Hij zal dineeren op zijn
club en even voor elven terug komen, om
zich te verkleeden, want hij gaal naar een
receptie in hel Amenkaansche gezantschao.
„Vanavond is fe vroeg." hoorde zij den
anderen man zeggen ,.Ik moet tijd hebben,
om de plek te verkennen Ik moet precies
welen hoe ik "t aan moet leggen en wat de
gemakkelijkste manier is, om weg Ie komen,
zonder gezien te worden. Er zijn nog een
tnassa dergelijke kleinigheden, waar je op te
letten hebt. als de zaak gebeuren moet vol
gens alle regelen der kunst."
(Wordt vervolgd*.
33