^•1
VOOR DE JEUGD
V
M'
'J
Ps
LEIDSCH DAGBLAD
No. 49.
Vrijdag 17 December
Anno 1926
VA
V'
De Schitterende Starren*
Lientje en haar Poppenhuis.
V
4
Ik
i t
1 •é«éè«*ééê#éêè*4
j Naar het Engelsch van F. BONE.
Vrg bewerkt door
C. E. de Lille Hogerwaard.
13)
Juanita sprak Engelsch en Tom en Alfred
stonden er met open monden naar te luis
teren. Het was bijna niet om m te denken,
dat zij door de geheime gang naar het
Grijze Kasteel was geloopenTom had nu
toch werkelijk ontzag voor haar. Slechts
mevrouw Lovell schudde het hoofd, t.oen
Juanita vertelde, dat zij alleen de geheime
gang wilde ontdekken. Zacht verwijtend
keek zij het meisje aan.
,„Ja, ik weet wel, dat ik verkeerd deed
in het begin ten minste/ 'zei Juanita.
,,Maar toen ik eenmaal op weg was, moest
ik wel doorgaanik kon met meer terug.
Maar ik wil u wei zeggen, dat ik spijt heb
als haren op mijn hoofd, dat ik het begon.
O jongens, jullie weet niet, wat 'n angsten
ik heb uitgestaan."
,,Je bent toch een kranige meid", zei
Tom met onverholen bewondering.
De jonge gravin straalde van trots bij
dezen lof.
„En de zigeunerin", zei zij, „was nie
mand anders dan Sabina. O Padre, waar
denkt u, dat Sabina gebleven is V'
De Padre scheen als uit een droom te
ontwaken, toen Juanita het woord tot hem
richtte. Hij hield de oogen voortdurend op
het gezicht van mevrouw Lovell gevestigd
en was geheel in gedachten verzonken,
zoodat hij door Juanita's vraa& opschrikte.
„Sabina! Ja, dat weet ik werkelijk niet.
Ik vrees, dat zij we) onheil zal stichten,
zoolang zij daartoe in staat is. Zij zal Sig-
nor Ugo waarschuwen, als zij ten minste
reeds ver genoeg gekomen is."
„O, laten we daar nu niet over praten",
zei Juanita. „Als hij wegloopt, is het des
te beter. Dan zie ik hem nooit terug en
ia er niets meer ra de heele wereld ora
•bang voor to zi-n
„We moeten er over in de Engelsche
kranten schrijven", zei de Padre en weer
keek hij mevrouw Lovell aan.
„Mijn broer komt vóó* twaalven terug",
zei zij „Hij zoekt een detective en wilde
iets over Juanita'9 verdwijning in de kran
ten laten zetten. Flij zal nu een ander ver
haal er voor hebben."
Zij glimlachte, hoewel haar oogen nog
bedroefd stonden. Plotseling begon de oude
Padre in één der diepe zakken van zijn
lange jas te zoeken. Hij haalde een kleine
leeren portefeuille te voorschijn en nam
er eenige oude. dunne en vergeelde papie
ren uit, welke vol geschreven waren met
een meisjesachtig handschrift van vele ja
ren geleden. Midden tusschen de papieren
lag een klein, vierkant portretje. Hij haal
de het er uit en legde plat op zijn hand.
Het was een portret van een jong meisjo
in ouderwetsche kleederdracht.
Zoodra mevrouw Lovell het zag, sloeg
zij de handen in elkaar en was nauwelijks
in staat woord uit te brengen.
,,0 Padre," nep zij eindelijk uit, „waar
heeft u dat vandaan V'
Juanita stond achter haar moederlijke
vriendin en leunde op haar stoel. Over
haar schouder keek zij naar het portretje.
„Het is de vriendin van Madre", zei zij.
„De Engelsche vriendin, met wie zij op
kostschool was en als wij* haar mochten
vinden, zou zij mij naar haar toe zenden,
als ik wat ouder was en naar Engeland
zou gaan Waarom hebt u het meege
bracht, Padre
Maar mevrouw Lovell keerde zich om,
sloeg haar armen om Juanita heen en
kuste haar, zooals zij haar nog nooit gekust
had Toen stond zij op, ging naar haar
schrijftafel en trok een klein laatje open.
Zij nam er een portretje uit, precies zoo
één als de adre uit zijn portefeuille te voor.
schijn gehaald had en legde het naast het
zijne op de tafel neer.
„Dat is een oud portretje van mij", zei
zij met tranen in de oogen. „Het andere
was van Alfred's vader Het werd voor hem
gemaakt. Ik ben de Engelsche vriendin van
je lieve moeder, Tuanita, naar wie je ge
zonden zoudt worden. Aanvankelijk ver
moedde ik zulks, maar daar al onze na
spormgen tot niets leidden, ontgaf ik het
mij weer.''
„Maar dan bent u Nanl" riep Juanita
met stralende oogen uit
„Ja, lieve kind; doch in al die jaren
totdat ik jou zag vergat ik dien naam,
waarby Lucia mij als meisje noemde."
En zich weer tot den Padre wendend, ging
zij voort
„Mag ik deze brieven houden 1"
„Zeker", antwoordde de oude Padre met
een hoffelijke buiging „Ik ontdekte de
gelijkenis in uw gezicht signora, vanaf het
eerste oogenblik, dat ik u zag."
„Maar hoe komt het: dat ik die gelijke
nis nooit gezien heb V' vroeg Juanita ver
wonderd. „Ik heb dat kleine portretje
vroeger toch zoo dikwijls gezien I"
De oude Padre en Alfred's moeder keken
elkaar glimlachend aan
„Als je lang geleefd, veel geglimlacht
en een enkelen keer ook geweend hebt,
zul je de gelijkenis duidelijke zien, lieve
ling," antwoordde mevrouw Lovell. „Maar
ga nu naar boven, en trek dit gescheurde
blouse uit, waarin je zóó uit een woonwa
gen gestapt schijnt te zijn Zorg maar
gauw, dat je er als een gravinnetje uit
ziet."
„Maar nu u het portret gezien hebt, zult
u mij toch niet wegsturen?" vroeg Juanita
nog.
„Niet voor altijd stellig niet. Maar
ik wil nu eeDS met den Padre spreken."
Hierop vertelde de Padre de Engelsche
dame alles, wat hij van Juanita's moeder
wist, hoe zij het kleine pakje papieren aan
hem gegeven en hem gevraagd had, de
schrijfster er van op te sporen en haar
dochtertje, als dit ooit haar moeder mocht
verliezen, naar haar lieve vriendin te
brengen.
Nadat Juanita verdwenen was, hadden
de Padre en Jacques niet geweten 'wat te
doen. Zij hadden langen tijd in Venetië
gewacht in de hoop haar Engelsch adres
gewaar te worden, maar Signor Ugo had
hen altijd afgescheept met een min of meer
onwaarschijnlijk verhaal. Eindeliik had de
Padre hem gesmeekt een onderzoek in te
stellen en hij had allen schijn aangenomen,
alsof hij dit verzoek inwilligde. Niets had
men echter ontdekt, want Juanita had geen
andere bloedverwanten en was niet bekend
in Venetië, terwijl de eenvoudige boeren
bevolking van Bargellico geen opschudding
verwekte.
Eindelijk had Padre Francesco Signor
Ugo aangekondigd, dat hij naar Engeland
ging. waarop de laatste slechts de schou
ders opgehaald ffad. Hij woonde met zijn
zoon in het oude huis in' Venetië, maar
durfde Juanita's geld nog niet aanspreken,
zoodat hij door niemand lastig gevallen
werd en hij zich veilig waande.
De Padre had reeds sinds geruimen tijd
het verlangen gekoesterd naar Engeland te
gaan om de kust en de fossielen van
Yorkshire te bestudeeren. Hij had zich ech
ter nooit van Juanita. zijn kleine leerlinge,
cn haar moeder kunnen losmaken. Nu ging
hij echter .met een dubbele zending, want
mocht de jonge gravin ergens in Engeland
nog in leven zijn, dan zou hij niet zonder
haar terugkeeren.
Op zekeren dag had hij in een groot
hotel in Parijs een Engelsche courant op
genomen en de advertenties doorgelezen.
Daarin las hij van een meisje in Londen,
dat na een ongeluk het kind was door
een auto aangereden haar geheugen ver
loren had. Er stond een adres onder, waar
men nadere inlichtingen kon kriigen en de
Padre had de krant neergelegd en was even
een potlood gaan halen, om het over te
schrijven. Toen hij terugkwam, was het
blad echter verdwenen. Het was het eigen
dom van een Engelsch toerist, die met den
trein mee moest en al den tijd, gedurende
welken de Padre zijn krant las, ongeduldig
naar dezen had zitten kijken. Hij was reeds
op weg naar het station, toen de Padre
met een potlood terugkwam en hoe de oude
man zich ook bezon, het bewuste adres
wilde hem maar niet te binnen schieten.
In een andere Engelsche krant las hij,
dat het Grijze Kasteel te huur stond. Hij
meende, dat dit jui9t aan zijn doel beant
woorden zou. Zoo kwam hij dus in Naf-
ferby, waar hij door de dorpelingen als een
geheimzinnig persoon beschouwd werd,
omdat hij met zijn knecht geheel op zich
zelf leefde en een andere kleeding droeg,
dan men in dat land zag.
Toen Sara de heele geschiedenis hoorde,
vroeg zij zich verwonderd af, of Engelr:hen
wel altijd zoo verstandig waren, als zij ge
dacht had.
„Verbeeld je, een geboren gravin!" zei
zij. ,.En zoo eenvoudig en vol guitenstreken
als een gewoon meisje. U kunt van mij niet
verwachten, dat ik er altijd aan denken
zal, dat zij een gravinnetje is."
,.Ik geloof, dat wij daar geen van allen
graag aan herinnerd zullen worden," zei
mevrouw Lovell ernstig.
„Ik zeker niet!" stemde de jonge gravin,
die zich wat opgeknapt had en juist op
dit oogenblik weer beneden kwam, hier
mede in.
(Slot volgt).
Lientje was druk bezig met het schoon
maken van haar poppenhuis. Zoo kwam
het, dat zij heelemaal niet zag, wat haar
broertje Hans uitvoerde. -
Zij had juist de ramen gezeemd met een
klein zeemlapje dat zij daarvoor van Moe
der gekregen had. De ruiten glommen haar
tegen.