GELDKONINGEN. LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 4 December Derde Blad Anno 1926 No. 20469 I Buitenl. Weekoverzicht. FEUILLETON. UIT RUSLAND. V Een conierentie-ieeks Ontwapening uitgesteld Een coalitie-regeering in Griekenland Crisis in Denemarken. Een belangrijke periode voor Europa gtaat wederom voor de deur, is zelfs al aangevangen, wanneer dit onder de oogcn onzer lezers komt. De voornaamste ver tegenwoordigers der geallieerden bij den Volkenbondsraad geven elkaar immers ren dezvous te Parijs, voor en aleer te Ge- nève dit lichaam 6 dezer weer bijeenkomt. Juist iets te laat dus, om ons een Sinter klaassurprise te bereiden. Alleen Mussolini ontbreekt in la ville lumière; hij waagt rich niet buiten de landspalen. In dit onderonsje te arijs zullen de ci- devant geallieerden gelegenheid hebben om elkaar's bedoelingen te toetsen en zoo mogelijk tot een of ander compromis te komen, voor te Genève met den Duitschen vertegenwoordiger zal worden onderhan deld. 't Is toch niet zoozeer het belang van de Volkenbondsaangelegenheden, dat te Genève zal spreken als het belang van de toenadering tusschen Frankrijk en Duitsch- land en van de overdracht van de militaire controle op Duitschland van de desbetref fende commissie aan den Volkenbond. Daar om zal alles draaien. De militaire controle is nog nimmer ge heel in orde. Van Engelsche zijde erkent men, dat Duitschland niet precies de ge stelde eischen heeft voldaan, maar acht men het verschil toch van te weinig be- teekenis, om de overdracht op te schorten. In Frankrijk daarentegen aarzelt men nog, bang voor de gevolgen. Ook voor het bin nenland. Bnand zou wel verder willen gaan op den weg van Thoiry, maar, gelijk ook uit zijn jongste rede voor de Kamer bleek, hij wordt geremd, duchtig geremd zelfs en is dientengevolge genoodzaakt, uiterst voorzichtig te zijn. Blijkt dat al bij de kwestie der militaire controle, het mindere, om het zoo eens te noemen, nog duidelijker spuugt dat in 't oog inzake do toenaderingspogingen tusschen beide riva len, het meerdere. In Duitschland tuurt en tuurt men als zichtbaar bewijs van toe nadering naar de ontruiming van het be lette gebied en dat is logisch. Om dat doel te bereiken heeft Duitschland de meeste offers gebracht en zou het mis schien nog wel een stapje verder willen gaan. Het is bij wijze van spreken de alpha en omega der Duitsche politiek. En alles pleit ook voor die ontruiming sinds Locarno en sinds Duitschland's opneming in den Volkenbond, 't Is echter de Fransche men taliteit, die zich nog verzet niet de logica of wat anders. Zelfs zijn er in Frankrijk die Engeland etc. alle recht van mede- ipreken willen ontzeggen, alsof Engeland pen garant is vooi Locarno en geen deel keft zelfs aan de bezetting 1 Chamberlain komt met Briand daarover praten. Na Chamberlain komt Vanderveldc. En verder is te Parijs reeds de Poolsche minister van buitenl. zaken Zalewski. Deze laatste is ongetwijfeld eenigszins bevreesd, dat Frankrijk te veel concessies ral doen, b.v. door Duitschland meer vrije teugel te laten in 't Oosten en fungeert o.i. zooveel als dwarskijker. Stresemann komt te Genève na gecon fereerd te hebben met Tsjitsjerin, zijn Rus. lische collega. Dat deze laatste zal hebben aangezet om zooveel mogelijk voet bij stuk te houden is zeker. Wat graag zou dc Rus toch zien, dat de gansche Volkenbond uit elkaar spatte! En hoe zeer heeft Rusland geijverd om Duitschland buiten den Vol kenbond te houden Gelijk het ook alles doet, om Turkije te bewegen, niet te luisteren naar de uit- noodiging toe te treden. Te Odessa hebben Tsjitsjerin en de Turksche minister van buitenlandsche zaken elkaar gesproken. Natuurlijk heet er niets bijzonders te zijn afgehandeld, dat kent men. Maar waarom is thans de Afghaansohe legerchef nu toe vallig in Angora, terwijl bekend is, aat sovjet-Rusland en Afghanistan een soort verdrag hebben gesloten Al dit laatste heeft veei van een samen spanning tegen Engeland, hetgeen trou wens ook in de bjn ügt, daar sovjet-Rus land alle kTachten schijnt te verzamelen om in Engeland zijn principes ingang te doen vinden en de macht van het empi- rium te breken om zoodoende nader te komen tot de wereldrevolutie. Gelukkig wijst er nog niets op, dat de sovjets succes hebben integendeel, ver- loopen de economische verhoudingen in Rusland eer ten nadeele dan ten voordeele Van het communisme en bestaat er kans, dat te Genève toch een accoord zal worden nader gebracht. Bereikt zou o.i. te hoog zijn gemikt. Hard gaat het te Genève bovendien nooit. Dat ziet men ook weer ten aanzien van de ontwapeningsconferentie. Deze was vastgesteld tegen begin of althans voorjaar 1927, doch wanneer zij nu in het najaar 1*927 voor elkaar komt, zdl het nog meevallen. Ongetwijfeld is het waar, dat de ontwapening een zeer voorzichtig te hanteeren onderwerp is, zoodat spoed is te ontraden, doch daar staat tegenover dat een lang uitstel even gevtanijk is. Het afstel is slechts bevorderlik voor dege nen, die ten koste van alles vasthouden aan de leus: veiligheid eerst, dan ontwa pening, vergeten dat ontwapening eerst veiligheid noodzakelijk meebrengt. Hoe kan de veiligheid worden bedreigd, zoo ontwapend is Een tweetal regeeringswisselingen vallen te vermelden. In Griekenland heeft Kon- dilis woord gehouden en hij heeft zich teruggetrokken, nu men er in geslaagd is een coalitie-kabinet te vormen onder lei ding van den bejaarden en bedaagden Zaimis. ZAIMIS. Deze heeft zijn land reeds vaker gepro beerd in tijden van impasse te hulp te komen, doch blijvend succes was zijn op treden nooit beschoren. Of hij nu zal slagen Bepaald stevig lijkt ons de com binatie niet. Verder is in Denemarken het ministe- rie-Stauning gevallen. De meerderheid van socialisten en democraten is verbro ken bij de verkiezingen, die zijn ingezet in zekeren zin onder de leus protectie ot geen protectie, waarbij het laatste de overwinning behaalde. Van steun aan de industrie zal nu vooreerst wel niet komen Het Engelsche mijnconflict is geëindigd, gelijk niet anders meer mogelijk was: met de volledige nederlaag der mijnwerkers. Dank zij de leiding! Van Parijsche Stilte en Parijsche Ge'uiden. Den llden November, den herdenkings dag van den Wapenstilstand, die in Frank rijk geworden is tot een tweeden nationalen feestdag, had weer evenals andere jaren, een enorme menigte zich gegroepeerd op de Place de l'Etoile, rond het graf van den Onbekenden Soldaat onder de Are de Triomphe: troepen oud-strijders, groepen oorlogsverminkten, blinden, kreupelen, een- beenigen, eenarmigen, de z.g. „gueules cas- sées" (oud-strijders met kapot-gescholen ge zichten); en de duizenden en tienduizenden belangstellenden, die uit alle aangrenzende avenues, uit al de stralen der ster (der Etoile) toegestroomd waren om méé tegen Geautoriseerde vertaling naar het Engelsch van E. PHILIPS OPPEN HEI M. door W. M. D. SPIES—VAN DER LINDEN. 7) i „Over vijf minuten," zei hij, „heb ik wat ■net je te bespreken." ging zitten op een van de stoelen die bij de tafel stonden en die nu leeg waren. De kamer was vol tabaksrook en er stonden 'eege likeurglazen op het buffet. Toch voelde Virginia op de een of andere manier, dat het niet alleen was om hun after-dinner koffie te drinken en eeD genoeglijk praatje te hou den onder het genot van een sigaar, dat deze mannen bijeen gekomen waren rondom de tafel, waarvoor zij nu zat. Zij had het ge- *<*1. dat er groote dingen gebeurd waren in ■ta kleine kamer, waarin nu alleen zij eD Phinea9 Duge waren. ..Virginia!" Zij wendde plotseling het hoofd om. Haar zat haar aan te kijken. Zijn oogen hadden hun peinzende uitdrukking verlo- 'eD en keken in de hare koud en zonder uit drukking. „Ja. oom," zeide zij. ..Ik wil een oogenblik met je spreken," jei h'l- „Luister, en val me niet in de rede." Zij boog zich wat naar hem toe en bieel to aandachtige houding zitten. He woorden schenen langzaam door zijn "PPen gevormd te worden. „Je zult je afgevraagd hebben, denk ik, zooals al de anderen, waarom ik je hier heb laten komen. Dat zal ik je nu vertellen Maar eerst moet je me iets zeggen. Ben je voldaan over wat ik voor jou en je familie gedaan heb? In andere woorden, heb je een gevoel van wat de menschen, geloof ik, dankbaarheid noemen, voor mij?" „Ik? Hoe kunt u dat nog vragenI" zeide zij met een licht beven van haar stem. „U weet wel. dat ik heel, heel dankbaar ben „Houdt je van je leven hier?" vroeg hij „Vindt je het hij aarzelde even pretti ger dan in „Wellham Springs"?" „Ik bpn maar een gewoon meisje," ant woordde zij eenvoudig. En u moet eens be denken, wat een verschil er tusschen is Daarginds was het leven een soort stri> I, die nergens toe leidde. Hier kan ik mij niet voorstellen, dat er iemand bestaat die geluk kiger is dan ik. En afgescheiden van dat, geldt, wat u voor de anderen gedaan hebt, voor mij nog het allermeeste." „Ik ben blij," antwoordde hij, „dat je te vreden bent. Je denkt misschien, naar wat je gezien hebt sedert je hier kwam, dat de macht van het geld onbegrensd is. Ik kan je echter zeggen, dat er zeer zeker vaste, afge bakende grenzen zijn en het was, toen ik me daar rekenschap van gaf, dat ik om je zond Ik hoop. dat jij mij schenken zult, wat in heel New York voor geen geld te koop is.' Zij was zoo wijs hem niet in de rede te vallen, maar haar oogen waren vol onuit gesproken vragen. „Ik meen." vervolgde hij, „trouw, volko men. nooit falende trouw. De vier mannen, die vanavond hier geweest zijn, noemen zich mijn vrienden Wij werken samen in ondernemingen van onmetelijk belang. En toch, neem z/e elk afzonderlijk, dan is ex woordig te zijn bij de plechtigheid dér mili taire eerbewijzen aan den Onbekenden „Poilu", bij het défilé der troepen langs dat graf, dat het symbool is van zóóveel hel denmoed, zóóveel lijden, zóóveel rouw, en om mee te maken even vóór dat troepen défilé, na veel fel muziek-geschetter, en na het helsche lawaai van twee bommen, die losbarsten boven op den Are de Triomphe de minuut van plotselinge, volkomen stilte. Alle hoeden af, alle hoofden gebogen, in ge bed, in nadenken. Niets, niets beweegt. Geen enkel geluid, dan hier en daar een paardengetrappel, een zenuwachtige kuch, een snik.... Het is overweldigend, die minuut, die geheele minuut van stilte, 60 seconden lang volkomen stilte in zulk een enorme menigte, midden in het lawaaiige, rumoerige Parijs. Zestig seconden lang duurt ze. duurt zetot met heftig krakend- donderend geluid er weer een bom losbarst op den Are de Triomphe, er een kanonschot buldert. Luid schetteren dan de fanfares op, triorafeerend klinken de tonen der Marseil laise in het rond Een zucht als van verlich ting vaart door de menigte heen, alle gebo gen hoofden heffen zich weer op, en gespan nen houdt ieder zich reeds gereed om de troepen te zien defileeren. In zoo'n minuut van stilte, midden in het rumoerige lawaaiige Parijs bespeurt men eerst goed, hoè rumoerig en lawaaiig Parijs eigenlijk is. En als men zich weer te mid den in den maalstroom van het drukke stads-leven bevindt, tracht men zich even rekenschap te geven van alle geluiden, die er door de stad dreunen, schetteren, rollen, ratelenen men staat verbijsterd. Ja, wanneer is het eigenlijk ooit rustig in Parijs? Des nachts?.... maar tot twee, drie uur rijden en toeteren er auto's en taxi's door de straten, om late feestgangers naar huis te geleiden; en tegen dat eindelijk de straten zoo goed als leeg zijn. en er een oogenblik van rust schijnt te zullen aanbre ken. dan begint juist het nachtwerk in Parijs. Dat is het moment, dat Parijs moet schoon gemaakt worden tegen den volgenden dag. „Balayeuses" en „arraseuses", groote motor wagens van bezems en sproei-apparaten voorzien ratelen langzaam de straten door, zorgvuldig al het dagvuil wegruimend en frissche heldere banen achter zich latend. Zeker, ze zijn' nuttig, ze zijn noodig, die machines, ze zijn onmisbaar zelfs; maar als ze onder uw ramen langs rijden en u wak ker maken midden uit uw slaap, dan ver- wonscht ge ze naar de maan, en ge zoudt véél liever den volgenden dag door vuile stralen wandelen. Nauwelijks zijn ze voorbij, of al weer nieuw geratel verhindert u te slapen: vracht-auto's en karren .die hun waren aan de Hallen gaan deponeeren. Dan de vracht-auto's van Hachette, een enorme expediteur-onderneming, die onge veer alle Parijsche kranten vervoert van de drukkerijen naar de stations voor de vroeg treinen, van de drukkerijen naar de omlig gende plaatsen rond Parijs, en in Parijs zelf naar de verschillende marchands de jour- naux. Ze geneeren zich niet, die Hallen-auto's en die kranten-auto's: als losgebroken wil den razen ze door de straten geen agen ten met opgeheven witte stokken, geen ver keersstremmingen, die ze tegenhouden nul.ze voelen zich vrij, vrij, en ze pro- fileeren van hun vrijheid 1 In razende vaart jachten ze door de straten elkaar te gemoet, elkaar voorbij.Storen ze uw slaap? hun een zorg! ratelend jachten ze uw huis voorbij, u uittartend hun iets te maken! Tegen zes uur krijgt Parijs er een nieuw geluid bij: de melkboeren, die met hun wa gens vol rammelende, rinkelende bussen voorbij rijden, en om zichzelf moed in te spreken voor het werk van den komenden dag, al dat gerammel en gerinkel trachten te overfluiten met de nieuwste mode-deun. Met de melkboeren beginnen de geluiden van den dag, al wat daarvóór is, zijn nog nacht-geluiden. Maar gij wilt nog slapen, natuurlijk, want wie staat er in Parijs om 6 uur op, wanneer zijn werk dat -niet eischt!.... Zült ge echter nog slapen?.... Weldra hoort ge overal beneden en in de straat gebonk en gestomp en gerinkel: voor alle huizen worden de vuilnisbakken naar buiten gesmakt. Daar zult ge nog meer ple zier van beleven! Want vóór d e groote niet één, dien ik kan vertrouwen. Ik heb er de bewijzen van. Ik betaal mijn twee secre tarissen beter dan elk ander zakenman in de stad. Zij doen hun plicht, maar ik weit opperbest, dat iemand hun maar meer be hoeft te bieden dan ik ze geef en zij gaan met alles wat zij van mijn zaken te weten zijn gekomen, naar den ander. Het is nood zakelijk geworden, dat er iemand is wien ik sommige dingen veilig kan toevertrouwen. In heel New York is zoo iemand niet te vin den. Het is dè&rom dat ik je hier heb laten komen." Hij zweeg daarop zoo lang, dat zij meen de wat te kunnen zeggen. „U weet heel goed, oom, dat ik niet knap ben en dat ik absoluut geen verstand van zaken heb, maar ik kan u tenminste belo ven, dat ik u trouw zal zijn. Dat lijkt me al een heel povere vergelding voor alles wat u voor mij gedaan hebt." „Ja!" zeide hij, „ik geloof, dat je meent, wat je zegt. Nu moet ik je nog iets vertel len. Deze vier mannen, die hier vanavond bij mij gedineerd hebben, en ik zelf, hebben met elkaar een plechtige overeenkomst ge sloten, dat wij al onze operaties, hetzij op de effecten-markt of in bankzaken, zoowel in dit land als in Europa alleen gemeenschap pelijk zullen uitvoeren. Wij beschikken fei telijk over onbegrensd kapitaal en wij hou den alle winst bijeen. Wij speculeeren nooit afzonderlijk, dat i9 tenminste een voor waarde, die wij overeengekomen zijn. Je be grijpt dit misschien niet, maar zoo'n combi natie als de onze heeft, als ieder er zich eerlijk aan houdt, feitelijk overal met de geldmarkt vrij spel. Wij richten haar ge heel naar onzen wil Wij koopen of verkoo- pen en zijn zeker van onze winst. Wij hou den onze overeenkomst geheim, maar toch stads-vuilniswagens ze komen ledigen, trekt er eerst een heel leger voddenrapers langs, die er uit zoeken, wat van hun ga ding is. tegen de ijzeren wanden slaan met hun stokken en harkjes, elkaar grappen en scheldwoorden toeroepen, en soms hun hoog ste lied uitzingen. Als het voorbij gelrokken is .dat rumoerige leger van voddenrapers, lijkt een oogenblik de straat u zalig van stilte!Maar daar hoort ge ze al in de verte aanratelen, de kolossale vuilnis-tanks, daar hoort ge al geschreeuw, remmengeknars, metaal-gelui den. Het komt al nader en nader. Weldra zijn ze bij uw huis. houden net onder uw ramen stil en dan is het lieve leven al aan den gang! De groote tank is omringd door een heele bende mannen en vrouwen, die op de deuren der huizen afrennen, en daar ieder een vuilnisbak beetgrijpen. Dan klinkt er vanaf de tank plotseling een soort wilde, rauwe oorlogskreet, en alle vuilnisbakken worden de hoogte is geheven, worden tegen den ijzeren wand der tank opgebracht, en dan daarin leeggekapt. Dan rent ieder weer terug naar het huis, waar hij zijn bak haal de, en smijt die daar rinkelend en kinkelend op de straatsteenen terug. En voort snellen ze naar de volgende huizen. De tank rijdt met zwaar lawaai enkele meters verder en staat dan weer stil. En opnieuw geniet ge den oorlogskreet en het veelvuldige metaal- gerinkel. Eerst als de tank reeds veel, veel verder is. dut ge weer even in. Maar weldra wordt ge opnieuw wakker gemaakt door uwe buur vrouwen, die haar mallen en kleeden klop pen gaan. Langer dan 8 uur zal dat lawaai niet duren. later is bij polilie-reglement verboden. Maar wie slaapt er na 8 uur nog weer inl.Want dan is heel Parijs reeds wakker, autobussen, en trams, en metro, en vrachtauto's, en taxi's, alles is in beweging gekomen, en dat ratelt, en toetert, en bromt, en belt, en claxonneert, en doet uw heele huis trillen op zijn grondvesten, uw ramen rinkelen, uw bed beven. Straatkreten van voorbij trekkende kooplui, gelach, gepraat van voorbijgangers, een ruzie van twee straatjongens, een hond die jankt, een schel gefluit, een hooge roepende vrouweslem, en wat nog meer, ja, wat al nog meer? Tracht op te vangen, te onderscheiden. Maar het rumoerige lawaai is nu zóó vol van ver schillende geluiden geworden, dat ge ze niet meer ieder afzonderlijk hoort, maar als het geraas van een grooten stroom, zoo hoort ge het straat- en stads-rumoer langs u heen trekken, alle geluiden samensmeltend tot een eenheid, tot een eentonigheid zelfs. En dan, dan hinderen ze u niet meer, dan hóórt gp ze nauwelijks meer. D&n is het oogenblik aangebroken, dat ge zoudt kunnen slapen, uw droomen wiegend op dat eentonig rui- schende lawaai. En d&n pas begrijpt ge, voelt ge, wat een Parijzenaar, een echt Pa- rijzenaar bedoelt, als hij spreekt van de heerlijke, kalme, groote „stilte" van -Parijs. M. DE ROVANNO. Parijs, 17 Nov. '26. RYKOF OVER DEN ECONOMISCHEN TOESTAND VAN RUSLAND. (Nadruk verboden). De voorzitter van den raad van volks commissarissen, dus de Russische minister president, heeft op de XVde conferentie van de bolsjewistische partij een uitvoerige re devoering gehouden over den economischen toestand van de Sovjet-Unie en de voor uitzichten van de industrialisatie, die de bolsjewiki willen doorvoeren. Wij willen nu in het kort den inhoud van deze redevoering uiteenzetten. Rykof is een overtuigd voor stander van het tegenwoordige regime, een kalm en eerlijk man, en hij onderscheidt zich zeer gunstig van den avonturier Stalin, die nu de macht in de Sovjet-Unie aan zich heeft getrokken. De redevoering van Rykof onderscheidt zich van de overige oratorische oefeningen van de leden van de conferentie door haar oprechtheid, door de afwezigheid van opgeschroefde phrasen die alleen gebe zigd worden om bij de communistische mas sa succes te hebben. Rykof erkende, dat de genationaliseerde industrie een zeer moeilijken tijd doormaak- vermoedt de wereld, dat er zoo iets bestaat. Ik kan je verzekeren, dat wij waarschijnlijk de vijf meest gehate mannen in Amerika zijn. Gedurende de laatste twee jaren hebben wij groote fortuinen veroverd. Ons systeem is volmaakt. Als het om het verkrijgen van groote rijkdom te doen was, zou bedrog geen nut hebben en toch speelt een van deze deze mannen dubbel spel, als het er niet meer zijn." „Bent u er achter gekomen wie foei is," vroeg zij ademloos. Hij schudde het hoofd. „Dat is niet zoo gemakkelijk," zei hij. „Vanavond," vervolgde hij, en zijn stem daalde bijna tot gefluister, „heb ik een nieuw vermoeden gekregen. Ik heb idee dat er een complot bestaat, om mij te ruineeren en de buit samen te deelen, waar zij allen in betrokken zijn." Zij verbleekte. ..SchandelijkI" riep zij uit. Een glimlach verspreidde zich langzaam over zijn gelaat. Het was de glimlach, dien zij haatte. Over zijn gezicht, dat leek op dat van een goedaardigen geestelijke kwam nu een harde, bijna satanische uitdrukking. „De kans schijnt tegen me te zijn," ver volgde hij, „maar ik heb het wel meer ge zien dat één het tegen vier uithield. Mis schien begrijp je al de finesses hiervan niet, maar dit moet ik je er van vertellen. Over heel Amerika heeft de middenstand een hartgrondigen haat tegen ons millionnairs. die groote zaken op de effectenmarkt doen en de finantiën van het land beheerschen. Wij zijn gehaat bij de kooplui, de gezeten burgers, de landbouwers en het meest mis schien nog bij de politici. Verleden week is er besloten, ons en onzen belangen een ge vaarlijken slag toe te brengen. Binnenkort zal er in de senaat een wetsontwerp worden RECLAME. JANTJE EN I HET PAARD VAN SINTERKLAAS. Kleine Jan zette zijn schoentje i Onder bij den schoorsteen neer Met wat hooi voor T Sinterklaaspaard, Maar... wat deed hii daar nog meer? i Vader stond er naar te kijken En hij snapte het maar half: In een klein, vetvrij papiertje, i Zat zoowaar een likje zalft Vader vroeg: wat moet dat, Jantje Toen zei Jantje doodbedaard: Dat is Akker's Klooster balsem Voor den winterboei san t paard. 4841 te en dat de industrialisatie de eenige troef van de sovjetregeenng is. Om de industria lisatie door te voeren zijn echter geweldige bedragen noodig, die het land niet kan ver schaffen. Waar deze kapitalen vandaan te halen? Er zijn bolsjewiki, die op deze vraag antwoorden: „Druk maar nieuwe bankbil jetten". Rykof begrijpt de dwaasheid van dezen raad en daarom verklaarde hij na drukkelijk, dat deze weg buitengesloten ia. Trouwens, de sovjet-regeering heeft dit jaar aan den lijve ondervonden, tot welke on aangename gevolgen het drukken van bank biljetten, die onvoldoende gedekt zijn, kan leiden. Deze op kunstmatige wijze gescha pen „rijkdommen", leiden (ot een stijging van de prijzen, tot een waardevermindering van het geld, hetgeen de ontevredenheid van het volk vergroot. Er is dus slechts één middel: de winst van de industrie. Zooals bekend, heeft de bolsjewistische staat de geheele groote in dustrie genationaliseerd; voor de revolutie leverden deze fabrieken veel winst op, maar hoe groot is de winst onder het bolsjewis tische regime? Rykof moest erkennen, dat hij op deze vraag geen afdoend antwoord kan vinden, wijl de verschillende sovjet statistieken verschillende cijfers geven; zoo bijv. beweert de Hooge Raad voor de volks huishouding. dat de genationaliseerde in dustrie in het boekjaar 1925/26 een winst van 474 millioen roebel heeft behaald, ter wijl het volkscommissariaat van financiën deze winst op 600 millioen roebel schat. Het is duidelijk, dat onder dergelijke omstan digheden de vaststelling van de winst veel moeilijkheden oplevert. Volgens dc offici- eele mededeelingen van het volkscommis sariaat van financiën heeft de Staat in de laatste 3 jaar ian de industrie 1300 millioen roebel besteed, terwijl dé schatkist in die 3 jaar van de industrie slechts een bedrag van 567,3 millioen roebel heeft ontvangen. De lezer ziet dus, dat de „winst" van de gena tionaliseerde industrie iets zeer problema tisch is. Een ander middel zijn de spaarpenningen van dc bevolking. Ook hier moest echter Rykof toegeven, dat de toestand zeer slecht is. Hij o.a. het volgende; „Het czaristische regime heeft in dit opzicht veel meer kun nen presteeren dan wij. In den loop van het boekjaar 1925/26 zijn er in het geheel aan de spaarkassen van den staat toevertrouwd plm. 90 millioen roebel. Dat is slechts 6 pOt. van hetgeen in 1914, voor den oorlog dus, de bevolking aan de rijksspaarkas heeft toevertrouwd". De inlagen bedragen dus nu slechts 6 pCt. van de inlagen onder het czarisme! Dit is het gevolg van het zeer geringe vertrouwen van de bevolking in de credietwaardigheid van de sovjet-regeering. Onder het czaristische regime behoorden 28 pCt. van de inlagen aan de boeren; nu echter slechts 2,4 pCt. Dit beleekent, dat de overweldigende meerderheid van de be volking de boeren (meer dan 90 pCt. van dc bevolking) geen vertrouwen in de regeering stelt. De vraag, waar het milliard roebel, dat nu noodig is om de industrialisatie door te voeren, gehaald moet worden, blijft dus onbeantwoord. De eenige uitweg zou een aangeboden, dat opzettelijk is lot stand ge komen om onze macht te fnuiken. Kan je dat volgen? „Ik geloof hel wel," antwoordde zij. „Om hierover te beraadslagen, vervolgde hij, „kwamen wij hedenavond bijeen. Ik spande een strik voor mijn vier vrienden zij zijn er in gevlogen. Zij hebben een stuk geteekend, waarin zij zich verbinden zich tegen die wet te verzetten en hel stuk is van dien aard, dat zij daardoor deelnemers wor den aan een onwettige samenzwering. Zij teekenden allen en ik was de laatste. Geen van hen zag, dat »k mijn handteekening zette op een papier dat er op lag. en nu bewaar ik dit document als een wapen tegen hen Te eeniger tijd, als hun plannen tot rijpheid komen, zal het tot hen doordringen, wat zij gedaan hebben. Zij zullen beseffen, dat ik hen in mijn nacht heb, zoolang dat stuk in mijn bezit is. Weiss voelde zich al niet op zijn gemak vóór hij hieT vanavond weg ging. Binnen een week zullen zij. onder een of ander voorwendsel, dat 9tuk terug zien te krijgen. Nu zal ik je laten zien, waar ik het bewaar." Hij schoof zijn stoel weg en lichtte het kleed daaronder op. Virginia, die op een wenk van hem naast hem was komen staan, zag zelfs toen nog niets bijzonders aan den parket-vloer. Zij volgde echter zijn vinger, die, van een knoesl in het hout af de reten telde. Toen druktp hij op een bepaald punl en een van de blokjes sprong wat naar boven pn was gemakkelijk weg Ie nemen. Er onder werd het stalen deksel van een kistje met twee sleutelgaten zichtbaar. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1926 | | pagina 9