M. PIEBOT,
GELDKONINGEN.
0. 20466
LEIDSCH DAGBLAD, dag 1 December
Tweede Blad Anno 1926
Gemeenteraad van Leiden.
Uw adres voor Sint Nicolaas Cadeaux.
Fantasie- en Luxe Artikelen in groote verscheidenheid
FEUILLETON.
(Vervolg van gisteren).
Mevr. v. ITALLIE vervolgt:*
Meermalen vliegen de voetgangers als
-gejaagde hazen voort (Gelach en tal
an interrupties). Zij blijft daarom aan-
Dgen op trottoirs, waar dit eenigszins
ogelijk is. Heel wat dokterskoetsjes en
uto's vormen een belemmering van het
erfeeer en dikwijls onnoodig, waar soms
achteruitgang bestaat, als bijv. bij de
lantage.
Asphalteering gelijk in het Noordeinde
aadt zij toch aan om Leiden schooner te
aken. Vreemdelingen klagen zoo vaak
ver de vuilheid der straten hier.
Meermalen rijden de auto's meer dan de
oorgeschreven maximum-snelheid van 15
,M. Laat daarop worden gelet evenals
p het niet-rijden van auto's langs stil-
aande trams.
Dan de grachten. Wil men deze open
ouden, dan moet de toestand zoo zijn,
at ze open kunnen blijven. Nu is het vaak
i schandaal Volgens een pas verschenen
issertatie moet meer gebaggerd worden.
De VOORZITTER: En meneer Krantz
egt, dat die dissertatie niets waard is.
"u ziet u eens, hoe moeilijk het is.
Mevr. v. ITALLIE meent, dat dan des-
ndigen maar eens geraadpleegd moeten
orden. In ieder geval zal h.i, het Leven
aal worden gedempt. Die gracht is ver
oren en het ontlast de Hoogewoerd.
Bij het onderwijs wordt h.i. lichtvaardig
:handeld ten aanzien van nieuwigheden,
als het Bijzonder Onderwijs iets heeft
oet 't Openb. onderwijs 't ook hebben
ïetgeen de gemeente maar op kosten
jaagt. Zij betreurt het wantrouwen van
overzij tegen dezen wethouder, die zich
roo goed houdt aan den geest der wet en
't algemeen het wantrouwen van de
raadsfracties tegenover elkaar. Ook het
deeds zoeken naar kiezersvangst achter
[voorstellen, acht zij in dezen raad ver
keert.
Niet alleen regelend, ook helpend mag
de gemeenteraad wel optreden, zegt zij
inzake de opmerkingen van B. en W. over
de Meisjes H. B. S.
Verder pleit zij nog voor het meer op
nemen van vrouwen in de schooleominis-
isies van toezicht etc., waarvoor juist de
vrouw, vooral de moeder, zoo 'bij uitstek
geschikt is. Niet de geleerde vrouw, maar
[de ruim voelende, denkende vrouw.
De heer ELKERBOUT meent, dat do
S.D.A.P. een ware Sinterklaas-surprise
heeft gebracht door al haar voorstellen.
Feitelijk een repetitie van 3 jaar her, met
'de bedoeling voor de verkiezingen daarop
terug te komen.
Hij ziet geen reden op die voorstellen
nog eens uitvoerig in te gaan.
Het verheugt spr„ dat B. en W. de be
grooting sluitend kregen met nog een
verschrijving van 8 ton op de reserve,
aarne zag hij de winst der lichtfabrieken
er, maar hij erkent, dat dit thans moei-
is.
Iuvoering van de zakelijke belasting op
iet bedrijf acht hij, gelet op de toestan
den in de bedrijven, ongewenscht evenals
hoogere aftrek van levensonderhoud, waar
door anderen hooger zouden worden be
last, die ook niet meer kunnen missen.
Ongemotiveerd lijkt hem het uitbetalen
ran meer dan 4/5 aan losse arbeiders, die
geen collectief contract hebben. Het lan
ger houden van arbeiders in lossen dienst
i 1 jaar, keurt hij af met het oog op het
peosiocn.
Wat de medezeggenschap betreft, de
heer v. Eek citeerde maar de helft van
mr. Sibrandy. Nader gaat hij daarop id,
het standpunt van den geciteerde volledig
deelend. (Het regent eenige malen inter
rupties, waarbij door gelach soms niets is
te verstaan).
Fimmen noemde de medezeggenschap
slechts een fopspeen
De Chr. arbeiders zullen dan ook een
eigen positie in dezen innemen en niet
meedoen om het einddoel der S.D.A P te
bevorderenden strijd tot het uiterste tot
de macht is veroverd, hetgeen toch doel is.
Nog iets over het verkeer. Demping van
het Levendaal acht hij noodig voor het
verkeer-ontlasten van de Hoogewoerd. De
bruggen aan den Nieuwe-Rijn zijn te sm&i
en trottoirs daar acht hij wenschelijk. Ver
der vraagt hij hoe het staat met de Haven-
brug-vernieuwing. Bescherming der voet
gangers acht hij met mevr. v. Itallie
noodig.
De grachten worden veel vervuild door
niet meewerken der omwonenden.
De arbeidsbeurs is z.i. niet voor dege
nen, die ander werk zoekeD, alleen voor
werkloozen.
Werkverschaffing is zeker gewenscht,
maar hij begrijpt niet, dat nu al pressie
op B. en W. wordt geoefend inzake de
veemarkt, alsof zij in dit opzicht in verzuim
zijn.
Over het huurbon-systeem vraagt hij
nadere toelichting.
Z.i. is de meerderheid der bevolking te
gen het houden van optochten op Zondag,
den dag van God.
Een 51-urige werkweek voor de politie,
als gevraagd, door de bonden, steunt hij
gaarne, zoo dit mogelijk is.
De heer WILBRINK zal niet meedoen aan
het naar de oogen zien van de kiezers ge
lijk de heer v. Eek c.s. Hij houdt slechts
rekening met zijn eigen gevoel van plichts
betrachting.
Hoewel hij B. en W. gaarne huldigt in
't algemeen, betreurt hij, dat bij deze be
grooting mankeert een opgave van wat B.
en W. van plan zijn in 1927. Dat men
voorzichtig is geweest, nu de voorzitter
heengaat, begrijpt hij, doch hij acht zoo'n
opgave toch wenschelijk om zich een juist
oordeel te kunnen vormen over de finan-
cieele mogelijkheden.
Ook gewenscht oordeelt hij, dat bij den
politiebureau-bouw de plannen geheel ge
reed waren geweest toen met den boven
bouw werd begonnen. Dan zou slagnatie
vermeden zijn.
Hij vraagt naar de overeenkomst inzake
de persleiding in de Slaaghsloot, waarvan
nog niets blijkt.
Nog enkele opmerkingen over de moties
en voorstellen der S. D. A. P., die daarmee
een reeks kladpapiertjes aan de leden ca
deau deed, al zijn ze duur betaald. Aan pro
paganda doet zijn fractie niet in den raad.
Spr. wijst er op hoe Wibaut in A'dam
meer uit de bedrijven haalt dan Leiden doet
En wat betreft dat hooge inkomens zeden
verval bevorderen, in de moderne vakbe
weging zijn die evenzeer door samenvoe
ging van tal van functies. (De heer v. EGK:
Dat acht ik ook verkeerd). Ook daar klimt
men gaarne op via de ruggen der arbeiders.
(Door een reeks van interrupties ontstaat
een groote verwarring, die de voorzitter
slechts met moeite overwint).
De heer v. EGK: Met de kleine gebreken
van onze partij wilt u de groote fouten van
't kapitalisme wegdoezelen.
De heer WILBRINK meent, dat de S. D.
A. P. evenzeer groote fouten heeft. Gij komt
b.v. niet op voor 't algemeen belang, alleen
voor een bepaalde categorie.
Spr. bestrijdt dan weder-invoering van de
zakelijke belasting op 't bedrijf. Hij begrijpt
niet, dat de heer v. Eek daarmee komt.
aldus de bedrijven belemmerend en dus de
arbeiders, die afhankelijk zijn van de in
dustrie. En dat juist, waar wij hier een
groot overcompleet hebben aan arbeiders in
de industrie.
Dan een levensmiddelenvoorziening van
gemeentewege. Daarvoor.voelt hij niets. Het
is niet de taak der overheid. En voor de
goedkoopte behoeft het ook niet.
Medezeggenschap is niet zoo eenvoudig,
gelijk hij aantoont met het voorbeeld van
den heer v. Eek zelf. In 't algemeen kan
hij dan ook niet meegaan met de idee van
den heer v. Eek, waarvan hij het noodige
niet inziet. Vooral hier niet. waar een goede
samenwerking beslaat tussehen de directies
en de arbeiders.
Voortgaan met die onvoldoende uitkee-
ringen aan de werkloozen kan niet, zegt de
heer v Stralen, 't Is z.i. de vraag, of die
uitkeeringen wel kunnen worden volgehou
den! Maar als middel van werkverschaf
fing waarvoor spr. voelt, geeft de heer Van
Stralen overbrengen van de veemarkt,
waartoe de raad nog niet eens besloot! Lce-
ning-renfe dekken met niet betaalde onder
steuning zou maar één jaar gelden. En dan?
Het opheffen van het B A. stelt d° heer
v. Stralen ook voor om dan dezen dienst
RECLAME.
4684
Uurwerken op ieder gebied. 4634
't Moest gesorteerd en 't goedkoopst.
Alles met schriftelijke garantie.
Lederwaren en Reisartikelen, Dames-
tasschen, Sigarenkokers, enz.
't Beste wat er is en prijzen zeer billijk.
Maersmanssteeg 7 14-21 Telef. No. 630 en 1293.
Qlas. Kristal, Porselein en Huis
houdelijke artikelen. Eik wat wils.
Luna-Zilver, ongeëvenaard In 't gebruik.
Byouteriën en Kunstvoorwerpen.
Prijzen door groote inkoopen 't laagst.
over te dragen aan B. en W. Alsof dat voor
de arbeiders beter zou zijn. In het B. A. zit
nog een volbloed S. D. A. P.'er, in B. en W.
niet eens.
De heer v. ECK: De raad is er ook nog.
De heer WILBRINK: Nu opeens weer ae
raad die immers ook niets doet volgens de
overzij!
De heer SPENDEL is zeer verontrust tot
zelfs in zijn droom door de verklaring van
den heer v. Eek, dat de S. D. A. P. respect
heeft voor iedere geestesrichting. (Geroep;
Zeker). Je kunt S. D. A. P.'er zijn en tevens
R -K, of Christelijk, heet het. (Geroep: Juist)
Maar waarom huldigen de spreektrompet
ten der S. D. A. P., de bladen, dan een
andere opvatting? Steeds daarin een aan
val op den godsdienst, (tal van ontkennin
gen) op godsdienstige waardigheden in dik
wijls niet leesbaar proza. (Opnieuw tal van
ontkenningen en geroep: Kom met be
wijzen).
De heer v. STRALEN: Je liegt.
De heer DUBBELDEMAN: We laten hem
niet met rust voor hij bewijst of terugneemt.
De heer SPENDEL: Ik weet wel, dat het
hard is, wat ik zeg.
De heer KOOISTRA: Neen, niet hard,
't zijn leugens.
De heer v. EGK: Dat is laster.
Wanneer de tribune applaudisseert ver
zoekt de voorzitter zich daar te onthouden.
De heer SPENDEL: 't Is de waarheid. En
dan lokken de S. D. A. P.'ers nog voor de
verkiezingen de menschen tot zich met
zulke schijn-beweringen. (Nieuw rumoer).
De heer v. STRALEN: Zwamneus, hou ie
mond.
De VOORZITTER roept den lieer v. Stra
len tot de orde. Dat is geen uitdrukking.
(Geroep: Mag de heer Spendel dan wel alles
zeggen?)
De heer SPENDEL: verder lokt de ver
klaring, dat de voorstellen en amendementen
niet socialistisch zijn. Maar vaker stelde de
S. D. A. P. zich eerst wat minder tevreden
om er zoo langzaam te komen. Spr. wil
vastleggen, dat de R. K. en Chr. begrijpen
hun beginselen daartegenover te moeien
stellen. De partijen van rechts en alle anti-
socialisten moeten z. i. alles doen om de
drang naar 2 zetels in het college van B. en
W. te beletten, althans volgend jaar. (Tal
van interrupties).
Hij doet daartoe een beroep op alle mede
standers. (Geroep: och nee, geen mensch ge
looft je toch).
De heer DUBBELDEMAN: en nu het be
wijs 1 Zie naar het rapport van het Zuiden
over de R. K. werkgevers.
De heer SPENDEL wijst de zijnen op de
2 zuilen, die vast staan als een rots, recht
vaardigheid en naastenliefde, opdat zoo een
paleis van den nieuwen lijd kan worden
opgebouwd.
De heer VERWEY wijst er op, hoe rechts
de voorstellen van zijn fractie noemde pro
paganda. speculatief, Sinterklaas-surprise,
kladpapier, een slag in de lucht etc., ver
dachtmakingen, die hij niet zal pogen te ont
zenuwen, 't zou onbegonnen werk zijn. Zoo
lang zal men er mee komen, tot zij aange
nomen worden en niet verworpen, alleen
omdat zij van de S. D. A. P. zijn Zoo wordt
elk initiatief aan onze raadsleden ontzegd,
hetwelk B. en W. bevorderen.
Hij noemt het beneden de waardigheid
van den raad als men hel noodig oordeelt
de kapitalisten uit de S. D. A. P. neer te
halen tol verdediging van het kapitalisme.
Zijn partij heeft gaarne kapitalisten als b.v.
Wibaut en v. Eek.
Spr. wil dan komen tot de begrooling en
speciaal tot het onderwijs. De begrooling is
slechts voortzetting van het bestaande zon
der eenige verbetering.
Over cijfers voor een openb. school aan
den Haagweg beschikt hij niet, zoodat hij
geen voorstel deed, maar hij weet, dat er in
die straat behoefte is aan een openb. school.
Over schoolreisjes is al zoo vaak gespro
ken, dat hij daarover niet verder zal uit
weiden. Hij acht ze noodzakelijk.
Gaarne zou hij wiWen weten hoe het
staat met het medisch schooltoezicht. Daar
over zijn maar zeer weinig gegevens ver
strekt. Eén vaste dokter lijkt hem in de toe
komst zeker gewenscht.
Het 7e leerjaar moet niet alleen zijn een
herhaling maar ook aantrekkelijk worden
gemaakt.
Plotseling gaat dan het licht uit om 5
min. over half 5. De Voorzitter schorst de
zitting na eenig wachten op beterschap die
niet komt tot 's avonds half acht. De hoofd
zekering was doorgeslagen.
Avondzitting.
De heer VERWEY herhaalt, dat het 76
leerjaar aantrekkelijk moet worden gemaakt,
btjv. door onderwijs te geven in een vreemde
taal. Zeker valt in een jaar geen taal te
leeren, maar het wordt er toch aantrekkelijk
door en vormt een prikkel na dat leerjaar
voort te gaan.
Spr. betreurt, dat door B. en W. af-
wijzehd is beschikt op het verzoek een
proef te nemen met het Dalton-systeem.
Het klassikale stelsel voldoet toch niet meer,
zoodat ruimte dient gegeven aan nieuwe
stelsels. Het betrokken schoolhoofd is zeer
serieus en had overleg gepleegd met de
andere etc. Het voorstel Knuttel zal hij
daarom gaarne steunen.
Hg komt nu tot zgn voorstellen: le het
aantal opleidingsscholen voor U.L.O. met
één te vermeerderen. De aanvrage tot de
2e klasse scholen de studiescnolen be
staan practisch nog neemt toe, terwijl
vele ouders teleurgesteld moeten worden.
Dit moest niet noodig zgn. De gemeente
moet aan de aanvragen kunnen voldoen, moet
die aanvragen zelfs bevorderen.
2e te voorzien in de, behoefte van sport
en speelterreinen. Steeds is zijn aandrang
in deze richting afgewezen, ook waar er
geen terreinen waren, maar nu door de
uitbreidingsplannen er gelegenheid komt,
meende hg opnieuw te moeten aandringen.
Ook uit financieel oogpunt voor de ge
meente zelf.
Tot slot nog één opmerking. Zijn parlrj-
genooten en ook Hij zelf zijn door den
heer Spendel zeer geprikkeld en hij kan
begrjjpen, wanneer men daarop wilde ant
woorden; hg geeft echter in overwegmg
dit niet te doen, daar de persoon in kwevtto
zich zelf door zijn uitlating heeft gedupeerd.
Z.i. moet op deze minderwaardige rede
niet worden teruggekomen.
De heer BAART verdedigt terugkeer tot
de 45-urige werkweek. 48 uur is immers
het maximum. Hij gelooft, dat de 8-uren-
dag voor de gemeente financieel niets zou
t>eteekenen; het lijkt hem in de meeste
bedrijven mogelijk hetzelfde te bereiken als
in 8VgUur. Opdat de arbeiders meer gelegen
heid krggen zich te geven aan het gezins
leven en zich kunnen ontwikkelen, zijn
meening in dezen. Een voorstel heeft hij
niet gedaan, daar het toch zou zijn ver
worpen. Hij hoopt, dat het echter nog eens
kan worden aangenomen.
Waarom wordt zoo lang gewacht de los e
arbeiders in vasten dienst te nemen? Dit
jaar is de bankwerker V. bij een ongeluk
omgekomen, terwijl hij bijkans 8 jaar in
lossen dienst was, zoodat van eenige ver
zorging van het gezin geen sprake kon zijn.
Deze man staat niet alleen, hij geeft een
lijstje daaromtrent, menschen met 12, 8
en minder jaren in lossen dienst. De heer
Fehmers stelt zich bovendien op het stand
punt zooveel mogelijk menschen af te voeren,
zonder te vragen, hoe zij er voorstaan. Door
den heer Klinkenberg is toegegeven, dat
dit niet zoo kan blijven.
't Is spr. niet om reclame te doen. Zijn
cijfers spreken te duidelijk. Waar nog bij
komt. dat het losse personeel op minimum-
salaris blijft staan, geen rechten heeft. etc.
Mogelijk is, dat menschen mo.ten worden
ontslagen, zoo zijn voorstel wordt aanvaard.
Maar wie is dan de schuld daarvan? Begint
men nooit, dan komt er nooit een einde.
Slachtoffers behoeven niet te vallen, en
is wel een regeling voor hen te vinden.
De VOORZITTER vraagt, hoe oud het
eerste voorbeeld van den heer Baart was,
toen deze in dienst kwam.
De heer BAART: 51.
De VOORZITTER: O zoo, die kon du9
niet worden opgenomen.
De lieer BAART meent, dat met opzet
deze man is genomen, om zoo vaste aan
stelling te ontkomen. Waarom geen jongere
personen genomen? (Geroep: en wat moet
met de ouderen dan?)
Spr. komt nu tot het reparaties-werk,
waarvoor geen vast personeel is aan te
stellen, naar het heet. Precies af te mikken
is het niet, dat erkent hij, maar als jaar in
jaar uit particulieren daar werk vinden
met vele werklieden, kan toch tot eigen
beheer worden overgegaan.
De VOORZITTER wijst er op, dat dit
niet tot B. en ,W. moet worden gericht,
maar tot de commissie van de lichtfabrieken'.
De heer BAART weet dat wel, maar daar
heeft zgn partijgenoot, als minderheid, mets
te zeggen. (Geroep: o ho.) Daarom komt
hij er mee in den raad.
De personeel reserve-kwestie wordt z. i.
getraineerd en lig dringt aan op spoed, ai
is ze bij de werklieden-commissie.
He* uitkeeren van slechts 4/5 salaris
aan los personeel, dat geen collectief con
tract heeft, acht hij zeer schriel. De ver-
T1
Geautoriseerde vertaling naar het Engelsch
van E. PHILIPS OPPENHEIM.
door
W. M. D. SPIES—VAN DER LINDEN.
..Wat ik zeggen wilde," zei Phineas Duge,
'erwijl hij een cigaret aanstak, onthoud
'jjhjd, wat ik je van dien man verteld heb.
Wees vooral op je hoede, als je ooit met hem
'o aanraking komt. Ik weet toevallig, dat hij
*en jaar geleden er een eed op gedaan heeft,
hij mij zou geruïneerd hebben voor de
v,jf jaren om waren."
•Jk zal het onthouden," stamelde Vir
ginia.
HOOFDSTUK III.
Onweerswolken.
Phineas Duge had na den dood van zijn
J'ouw zijn deur gesloten voor al zijn vrien-
eh en slechts bij uilzondering ontving hij
enkelen van hen. met wie hij voor zaken in
connectie stond.
B'j de komst van Virginia echter had hij
aar een vinger te verroeren, of de geheele
Zaande wereld stroomde naar zijn huis.
tfroote ontvangzalen werden ontsloten,
kon Dersoneel werd in nieuwe livrei gesto-
bla re?elinSshurf»au kreeg carte
sisi»6 0m £ewone ^erie voorname mu-
ar,.e }e €ngageeren en de nieuwste andere
M?vr.ouw Trevor Harrison, de
6 die hij uilgekozen had als chaperonne
voor Virginia, kon zoo nu en dan, als zij
met haar beschermelinge praatte, haar
nieuwsgierigheid niet bedwingen, aangaande
die plotselinge verandering in de gewoonten
van een man, van wien bekend was dat hij
zich buiten alle gezelschapsleven had ge
sloten.
„Als ik niet overtuigd was, kindje," zeide
zij eens tegen Virginia, toen zij samen thee
dronken in haar eigen, eenvoudig-ingerichte
vertrekken, „dat je oom bij geen mogelijk
heid in staat was voor iemand genegenheid
te voelen, zouden wij allemaal moeten geloo-
ven, dat hij zijn hart aan je verloren had."
Virginia, die meer dergelijke opmerkingen
gehoord had, keek verbaasd.
„Ik kan niet begrijpen,'' riep zij uit,
„waarom iedereen over mijn oom praat, alsof
hij geen hart heeft. Ik geloof niet, dat ik
ooit iemand ontmoet heb, die vriendelijker
is dan hij, en zoo ziet hij er uit ook. Ik heb
nooit iemand gezien met zoo'n edel gelaat."
Mevrouw Trevor Harrison lachte zachtjes,
terwijl zij met haar stoel heen en weer
schommelde.
„Lieve kind," zeide zij, „New York heeft
je oom vijf en twintig jaar lang gekend en
door hem geleden. Mannen zooals hij, die
groote fortuinen maken, moeten die winnen
ten koste van andere menschen en er zijn er
heel wat ten gronde gegaan voor Phineas
Duge was wat hii is.
Virginia schudde het hoofd.
„Ik kan het niet begrijpen,zeide zij.
„Je oom," vervolgde Mevrouw Trevor
Harrison, ..heeft een ijzeren wil en is volko
men egocentrisch hij laat zich nooit door
medegevoel beïnvloeden. Hij is naar boven
geklommen op de lichamen van zwakkeren
dan hij. Nu nemen wij hier. in Amerika,
dat iemand niet kwalijk. De sterke leeft en
de anderen moeten sterven. Ik begrijp alleen
dezen nieuwen gang van zaken niet. Ik heb
je oom nog nooit iets zonder oogmerk zien
doen.
„U zegt," begon Virginia langzaam," dat
hij geen hart heeft, maar waarom liet hij
mij dan hier komen? Terwijl ik hier ben,
heeft hij de hypotheek afgelost, die van mijn
vader een oud man maakte, hij heeft mijn
broertjes naar college gezonden en heeft be
loofd, dal, zoolang ik bij hem ben, zooveel
geld te zullen geven, dat zij daarginds geen
zorgen meer kennen. Als u alleen maar wist,
wat voor verandering dat in ons leven ge
bracht heeft, dan zoudt u begrijpen, dat ik
het vreeselijk vind, u te hooren zeggen, dat
mijn oom geen hart heeft.
Mevrouw Trevor Harrison hield met
schommelen op en keek het meisje aandach
tig aan.
„Wat je mij daar vertelt, klinkt heel zon
derling," zeide zij. „Maar toch zie ik niet
in, welke bedoeling hij met dat alles gehad
kan hebben."
„Waarom veronderstelt u dat hij er een
bedoeling mee gehad heeft?" vroeg Virginia.
„Omdat hij Phineas Duge is," zei me
vrouw Harrison droogjes. „Maar kom, mijn
lieve kind ik wil geen enkel woord ten na-
deele van je oom zeggen. Hij is nogal niet
goed voor me geweest, omdat ik de zorg
voor je op me genomen heb.
Ik vraag me af. of ik je uit moet huwe
lijken Dat zou dunkt mij, niet heel moei
lijk zijn."
Virginia kreeg een kleur en schoof onbe
haaglijk op haar stoel heen en weer.
„Toe zegt u dat niet" smeekte zij. „Ik
denk liever niet aan zooiels. Mijn oom heeft
gezegd dat ik hem over een tijdje kan hel
pen."
„Kan helpen," herhaalde Mevrouw Tre-.
vor Harrison in gedachten.
Virginia knikte.
„Ja, ik weet wel niet precies hoe, maart
dat zei hij."
Haar chaperonne bleef een oogenblik in
gedachten verzonken. Dus er was toch
ergens een beweegreden! Maar wat ging het
haar ten slotte aan? Zij was een oude
vriendin van de familie Duge en Phineas
Duge had het mooi met haar gemaakt, om
dat zij zijn nichtje onder haar hoede wilde
nemen.
Zij werden gestoord door eenige bezoekers.
Het was een eenvoudig „At Home", dat me
vrouw Harrison gaf ter eere van haar jeug
dige protégé. Weldra waren de kamers vol
menschen en Virginia, slank, elegant, onbe
rispelijk gekleed, een prentje gelijk, met
haar bleeke ovale gezichtje en wonder
mooie donker-grijze oogen. was hel middel
punt van de belangstelling. Toen alles in
vollen gang was, nam een jong meisie, haar
bij den arm en trok haar wat ter zijde. Zij
kreeg een schok van verbazing, toen zij zag
dat het Stella was.
„Kom, nichlje-lief, ik wil wat met je pra
ten," zei Stella. „Willen wij hier even gaan
zitten? Je hebt je bewonderenswaardig van
je plichten gekweten."
Virginia was wat verlegen. Zij wist niet
goed of zij wel met haar nichtje behoorde te
praten, maar ten slotte zwichtte zij voor
Stella's sterkeren wil.
„Ik weet natuurlijk wel," zei Stella, ter
wijl zij op haar gemak op de sofa ging zitten
en zich amuseerde om de lichte verlegenheid
van de ander, „dat ik in ongenade ben geval
len bij mijn dierbaren vader en dat je half
en half bang bent om met me le praten.
Toch mag je wel een v/einig consideratie
met mij hebben, want jij hebt mijn plaats
ingenomen en mij de koude wijde wereld in
gestuurd."
„Praat alsjeblieft zoo niet," zei Virginia
rustig. „Je weet heel goed, dat ik zoo iels
niet gedaan heb. Toen mijn oom mij komen
liet, wist ik absoluut niet dat je niet meer
bij hem woonde."
„Ik woonde 8rie jaar lang bij hem," zei
Stella, „al den lijd dat ik uit Europa terug
was. Ik noem dat een wonderbaarlijk re
cord. Ik geef jou zoowat drie maanden."
„Ik begrijp niet, waarom je zooiets be
hoeft te zeggen," antwoordde Virginia. „Ik
vind mijn oom erg makkelijk om mee om te
gaan, zoolang als hij gehoorzaamd wordt.'
Stella begon (e lachen.
„Och," zeide zij, „ik wil je niet bang ma
ken, maar je bent zoo'n lief klein ding en ik
geloof niet, dat je begrijpt wat voor soort
man mijn vader is. Trouwens, dat zal je wel
merken en tot zoo lang zou ik het er maar
zoo goed mogetijk van nemen, als ik jou
was. Hoe bevalt New York je?"
„Hoe zou het mij niet bevallen kunnen?"
antwoordde Virginia. „Voor ik hier kwam,
woonde ik in een klein houten huis in een
verlaten oord. Ik wist niet wat weelde was.
Hier heb ik een kamenier, mijn eigen ka
mers.een auto en alle mogelijke verrukkelijke
dingen, voor mij alleen.
„En ben je van plan." vroeg Stella rus
tig, „om den prijs er voor te betalen, als de
tijd daar is?"
Virginia keek haar vol verwondering aan,
„De prijs?" vroeg zij. „Wat meen ie?"
Stella lachte, eenigszins bitter.
I
(Wordt vervolgd).