M. PIEBOT, GELDKONINGEN. 0. 20466 LEIDSCH DAGBLAD, dag 1 December Tweede Blad Anno 1926 Gemeenteraad van Leiden. Uw adres voor Sint Nicolaas Cadeaux. Fantasie- en Luxe Artikelen in groote verscheidenheid FEUILLETON. (Vervolg van gisteren). Mevr. v. ITALLIE vervolgt:* Meermalen vliegen de voetgangers als -gejaagde hazen voort (Gelach en tal an interrupties). Zij blijft daarom aan- Dgen op trottoirs, waar dit eenigszins ogelijk is. Heel wat dokterskoetsjes en uto's vormen een belemmering van het erfeeer en dikwijls onnoodig, waar soms achteruitgang bestaat, als bijv. bij de lantage. Asphalteering gelijk in het Noordeinde aadt zij toch aan om Leiden schooner te aken. Vreemdelingen klagen zoo vaak ver de vuilheid der straten hier. Meermalen rijden de auto's meer dan de oorgeschreven maximum-snelheid van 15 ,M. Laat daarop worden gelet evenals p het niet-rijden van auto's langs stil- aande trams. Dan de grachten. Wil men deze open ouden, dan moet de toestand zoo zijn, at ze open kunnen blijven. Nu is het vaak i schandaal Volgens een pas verschenen issertatie moet meer gebaggerd worden. De VOORZITTER: En meneer Krantz egt, dat die dissertatie niets waard is. "u ziet u eens, hoe moeilijk het is. Mevr. v. ITALLIE meent, dat dan des- ndigen maar eens geraadpleegd moeten orden. In ieder geval zal h.i, het Leven aal worden gedempt. Die gracht is ver oren en het ontlast de Hoogewoerd. Bij het onderwijs wordt h.i. lichtvaardig :handeld ten aanzien van nieuwigheden, als het Bijzonder Onderwijs iets heeft oet 't Openb. onderwijs 't ook hebben ïetgeen de gemeente maar op kosten jaagt. Zij betreurt het wantrouwen van overzij tegen dezen wethouder, die zich roo goed houdt aan den geest der wet en 't algemeen het wantrouwen van de raadsfracties tegenover elkaar. Ook het deeds zoeken naar kiezersvangst achter [voorstellen, acht zij in dezen raad ver keert. Niet alleen regelend, ook helpend mag de gemeenteraad wel optreden, zegt zij inzake de opmerkingen van B. en W. over de Meisjes H. B. S. Verder pleit zij nog voor het meer op nemen van vrouwen in de schooleominis- isies van toezicht etc., waarvoor juist de vrouw, vooral de moeder, zoo 'bij uitstek geschikt is. Niet de geleerde vrouw, maar [de ruim voelende, denkende vrouw. De heer ELKERBOUT meent, dat do S.D.A.P. een ware Sinterklaas-surprise heeft gebracht door al haar voorstellen. Feitelijk een repetitie van 3 jaar her, met 'de bedoeling voor de verkiezingen daarop terug te komen. Hij ziet geen reden op die voorstellen nog eens uitvoerig in te gaan. Het verheugt spr„ dat B. en W. de be grooting sluitend kregen met nog een verschrijving van 8 ton op de reserve, aarne zag hij de winst der lichtfabrieken er, maar hij erkent, dat dit thans moei- is. Iuvoering van de zakelijke belasting op iet bedrijf acht hij, gelet op de toestan den in de bedrijven, ongewenscht evenals hoogere aftrek van levensonderhoud, waar door anderen hooger zouden worden be last, die ook niet meer kunnen missen. Ongemotiveerd lijkt hem het uitbetalen ran meer dan 4/5 aan losse arbeiders, die geen collectief contract hebben. Het lan ger houden van arbeiders in lossen dienst i 1 jaar, keurt hij af met het oog op het peosiocn. Wat de medezeggenschap betreft, de heer v. Eek citeerde maar de helft van mr. Sibrandy. Nader gaat hij daarop id, het standpunt van den geciteerde volledig deelend. (Het regent eenige malen inter rupties, waarbij door gelach soms niets is te verstaan). Fimmen noemde de medezeggenschap slechts een fopspeen De Chr. arbeiders zullen dan ook een eigen positie in dezen innemen en niet meedoen om het einddoel der S.D.A P te bevorderenden strijd tot het uiterste tot de macht is veroverd, hetgeen toch doel is. Nog iets over het verkeer. Demping van het Levendaal acht hij noodig voor het verkeer-ontlasten van de Hoogewoerd. De bruggen aan den Nieuwe-Rijn zijn te sm&i en trottoirs daar acht hij wenschelijk. Ver der vraagt hij hoe het staat met de Haven- brug-vernieuwing. Bescherming der voet gangers acht hij met mevr. v. Itallie noodig. De grachten worden veel vervuild door niet meewerken der omwonenden. De arbeidsbeurs is z.i. niet voor dege nen, die ander werk zoekeD, alleen voor werkloozen. Werkverschaffing is zeker gewenscht, maar hij begrijpt niet, dat nu al pressie op B. en W. wordt geoefend inzake de veemarkt, alsof zij in dit opzicht in verzuim zijn. Over het huurbon-systeem vraagt hij nadere toelichting. Z.i. is de meerderheid der bevolking te gen het houden van optochten op Zondag, den dag van God. Een 51-urige werkweek voor de politie, als gevraagd, door de bonden, steunt hij gaarne, zoo dit mogelijk is. De heer WILBRINK zal niet meedoen aan het naar de oogen zien van de kiezers ge lijk de heer v. Eek c.s. Hij houdt slechts rekening met zijn eigen gevoel van plichts betrachting. Hoewel hij B. en W. gaarne huldigt in 't algemeen, betreurt hij, dat bij deze be grooting mankeert een opgave van wat B. en W. van plan zijn in 1927. Dat men voorzichtig is geweest, nu de voorzitter heengaat, begrijpt hij, doch hij acht zoo'n opgave toch wenschelijk om zich een juist oordeel te kunnen vormen over de finan- cieele mogelijkheden. Ook gewenscht oordeelt hij, dat bij den politiebureau-bouw de plannen geheel ge reed waren geweest toen met den boven bouw werd begonnen. Dan zou slagnatie vermeden zijn. Hij vraagt naar de overeenkomst inzake de persleiding in de Slaaghsloot, waarvan nog niets blijkt. Nog enkele opmerkingen over de moties en voorstellen der S. D. A. P., die daarmee een reeks kladpapiertjes aan de leden ca deau deed, al zijn ze duur betaald. Aan pro paganda doet zijn fractie niet in den raad. Spr. wijst er op hoe Wibaut in A'dam meer uit de bedrijven haalt dan Leiden doet En wat betreft dat hooge inkomens zeden verval bevorderen, in de moderne vakbe weging zijn die evenzeer door samenvoe ging van tal van functies. (De heer v. EGK: Dat acht ik ook verkeerd). Ook daar klimt men gaarne op via de ruggen der arbeiders. (Door een reeks van interrupties ontstaat een groote verwarring, die de voorzitter slechts met moeite overwint). De heer v. EGK: Met de kleine gebreken van onze partij wilt u de groote fouten van 't kapitalisme wegdoezelen. De heer WILBRINK meent, dat de S. D. A. P. evenzeer groote fouten heeft. Gij komt b.v. niet op voor 't algemeen belang, alleen voor een bepaalde categorie. Spr. bestrijdt dan weder-invoering van de zakelijke belasting op 't bedrijf. Hij begrijpt niet, dat de heer v. Eek daarmee komt. aldus de bedrijven belemmerend en dus de arbeiders, die afhankelijk zijn van de in dustrie. En dat juist, waar wij hier een groot overcompleet hebben aan arbeiders in de industrie. Dan een levensmiddelenvoorziening van gemeentewege. Daarvoor.voelt hij niets. Het is niet de taak der overheid. En voor de goedkoopte behoeft het ook niet. Medezeggenschap is niet zoo eenvoudig, gelijk hij aantoont met het voorbeeld van den heer v. Eek zelf. In 't algemeen kan hij dan ook niet meegaan met de idee van den heer v. Eek, waarvan hij het noodige niet inziet. Vooral hier niet. waar een goede samenwerking beslaat tussehen de directies en de arbeiders. Voortgaan met die onvoldoende uitkee- ringen aan de werkloozen kan niet, zegt de heer v Stralen, 't Is z.i. de vraag, of die uitkeeringen wel kunnen worden volgehou den! Maar als middel van werkverschaf fing waarvoor spr. voelt, geeft de heer Van Stralen overbrengen van de veemarkt, waartoe de raad nog niet eens besloot! Lce- ning-renfe dekken met niet betaalde onder steuning zou maar één jaar gelden. En dan? Het opheffen van het B A. stelt d° heer v. Stralen ook voor om dan dezen dienst RECLAME. 4684 Uurwerken op ieder gebied. 4634 't Moest gesorteerd en 't goedkoopst. Alles met schriftelijke garantie. Lederwaren en Reisartikelen, Dames- tasschen, Sigarenkokers, enz. 't Beste wat er is en prijzen zeer billijk. Maersmanssteeg 7 14-21 Telef. No. 630 en 1293. Qlas. Kristal, Porselein en Huis houdelijke artikelen. Eik wat wils. Luna-Zilver, ongeëvenaard In 't gebruik. Byouteriën en Kunstvoorwerpen. Prijzen door groote inkoopen 't laagst. over te dragen aan B. en W. Alsof dat voor de arbeiders beter zou zijn. In het B. A. zit nog een volbloed S. D. A. P.'er, in B. en W. niet eens. De heer v. ECK: De raad is er ook nog. De heer WILBRINK: Nu opeens weer ae raad die immers ook niets doet volgens de overzij! De heer SPENDEL is zeer verontrust tot zelfs in zijn droom door de verklaring van den heer v. Eek, dat de S. D. A. P. respect heeft voor iedere geestesrichting. (Geroep; Zeker). Je kunt S. D. A. P.'er zijn en tevens R -K, of Christelijk, heet het. (Geroep: Juist) Maar waarom huldigen de spreektrompet ten der S. D. A. P., de bladen, dan een andere opvatting? Steeds daarin een aan val op den godsdienst, (tal van ontkennin gen) op godsdienstige waardigheden in dik wijls niet leesbaar proza. (Opnieuw tal van ontkenningen en geroep: Kom met be wijzen). De heer v. STRALEN: Je liegt. De heer DUBBELDEMAN: We laten hem niet met rust voor hij bewijst of terugneemt. De heer SPENDEL: Ik weet wel, dat het hard is, wat ik zeg. De heer KOOISTRA: Neen, niet hard, 't zijn leugens. De heer v. EGK: Dat is laster. Wanneer de tribune applaudisseert ver zoekt de voorzitter zich daar te onthouden. De heer SPENDEL: 't Is de waarheid. En dan lokken de S. D. A. P.'ers nog voor de verkiezingen de menschen tot zich met zulke schijn-beweringen. (Nieuw rumoer). De heer v. STRALEN: Zwamneus, hou ie mond. De VOORZITTER roept den lieer v. Stra len tot de orde. Dat is geen uitdrukking. (Geroep: Mag de heer Spendel dan wel alles zeggen?) De heer SPENDEL: verder lokt de ver klaring, dat de voorstellen en amendementen niet socialistisch zijn. Maar vaker stelde de S. D. A. P. zich eerst wat minder tevreden om er zoo langzaam te komen. Spr. wil vastleggen, dat de R. K. en Chr. begrijpen hun beginselen daartegenover te moeien stellen. De partijen van rechts en alle anti- socialisten moeten z. i. alles doen om de drang naar 2 zetels in het college van B. en W. te beletten, althans volgend jaar. (Tal van interrupties). Hij doet daartoe een beroep op alle mede standers. (Geroep: och nee, geen mensch ge looft je toch). De heer DUBBELDEMAN: en nu het be wijs 1 Zie naar het rapport van het Zuiden over de R. K. werkgevers. De heer SPENDEL wijst de zijnen op de 2 zuilen, die vast staan als een rots, recht vaardigheid en naastenliefde, opdat zoo een paleis van den nieuwen lijd kan worden opgebouwd. De heer VERWEY wijst er op, hoe rechts de voorstellen van zijn fractie noemde pro paganda. speculatief, Sinterklaas-surprise, kladpapier, een slag in de lucht etc., ver dachtmakingen, die hij niet zal pogen te ont zenuwen, 't zou onbegonnen werk zijn. Zoo lang zal men er mee komen, tot zij aange nomen worden en niet verworpen, alleen omdat zij van de S. D. A. P. zijn Zoo wordt elk initiatief aan onze raadsleden ontzegd, hetwelk B. en W. bevorderen. Hij noemt het beneden de waardigheid van den raad als men hel noodig oordeelt de kapitalisten uit de S. D. A. P. neer te halen tol verdediging van het kapitalisme. Zijn partij heeft gaarne kapitalisten als b.v. Wibaut en v. Eek. Spr. wil dan komen tot de begrooling en speciaal tot het onderwijs. De begrooling is slechts voortzetting van het bestaande zon der eenige verbetering. Over cijfers voor een openb. school aan den Haagweg beschikt hij niet, zoodat hij geen voorstel deed, maar hij weet, dat er in die straat behoefte is aan een openb. school. Over schoolreisjes is al zoo vaak gespro ken, dat hij daarover niet verder zal uit weiden. Hij acht ze noodzakelijk. Gaarne zou hij wiWen weten hoe het staat met het medisch schooltoezicht. Daar over zijn maar zeer weinig gegevens ver strekt. Eén vaste dokter lijkt hem in de toe komst zeker gewenscht. Het 7e leerjaar moet niet alleen zijn een herhaling maar ook aantrekkelijk worden gemaakt. Plotseling gaat dan het licht uit om 5 min. over half 5. De Voorzitter schorst de zitting na eenig wachten op beterschap die niet komt tot 's avonds half acht. De hoofd zekering was doorgeslagen. Avondzitting. De heer VERWEY herhaalt, dat het 76 leerjaar aantrekkelijk moet worden gemaakt, btjv. door onderwijs te geven in een vreemde taal. Zeker valt in een jaar geen taal te leeren, maar het wordt er toch aantrekkelijk door en vormt een prikkel na dat leerjaar voort te gaan. Spr. betreurt, dat door B. en W. af- wijzehd is beschikt op het verzoek een proef te nemen met het Dalton-systeem. Het klassikale stelsel voldoet toch niet meer, zoodat ruimte dient gegeven aan nieuwe stelsels. Het betrokken schoolhoofd is zeer serieus en had overleg gepleegd met de andere etc. Het voorstel Knuttel zal hij daarom gaarne steunen. Hg komt nu tot zgn voorstellen: le het aantal opleidingsscholen voor U.L.O. met één te vermeerderen. De aanvrage tot de 2e klasse scholen de studiescnolen be staan practisch nog neemt toe, terwijl vele ouders teleurgesteld moeten worden. Dit moest niet noodig zgn. De gemeente moet aan de aanvragen kunnen voldoen, moet die aanvragen zelfs bevorderen. 2e te voorzien in de, behoefte van sport en speelterreinen. Steeds is zijn aandrang in deze richting afgewezen, ook waar er geen terreinen waren, maar nu door de uitbreidingsplannen er gelegenheid komt, meende hg opnieuw te moeten aandringen. Ook uit financieel oogpunt voor de ge meente zelf. Tot slot nog één opmerking. Zijn parlrj- genooten en ook Hij zelf zijn door den heer Spendel zeer geprikkeld en hij kan begrjjpen, wanneer men daarop wilde ant woorden; hg geeft echter in overwegmg dit niet te doen, daar de persoon in kwevtto zich zelf door zijn uitlating heeft gedupeerd. Z.i. moet op deze minderwaardige rede niet worden teruggekomen. De heer BAART verdedigt terugkeer tot de 45-urige werkweek. 48 uur is immers het maximum. Hij gelooft, dat de 8-uren- dag voor de gemeente financieel niets zou t>eteekenen; het lijkt hem in de meeste bedrijven mogelijk hetzelfde te bereiken als in 8VgUur. Opdat de arbeiders meer gelegen heid krggen zich te geven aan het gezins leven en zich kunnen ontwikkelen, zijn meening in dezen. Een voorstel heeft hij niet gedaan, daar het toch zou zijn ver worpen. Hij hoopt, dat het echter nog eens kan worden aangenomen. Waarom wordt zoo lang gewacht de los e arbeiders in vasten dienst te nemen? Dit jaar is de bankwerker V. bij een ongeluk omgekomen, terwijl hij bijkans 8 jaar in lossen dienst was, zoodat van eenige ver zorging van het gezin geen sprake kon zijn. Deze man staat niet alleen, hij geeft een lijstje daaromtrent, menschen met 12, 8 en minder jaren in lossen dienst. De heer Fehmers stelt zich bovendien op het stand punt zooveel mogelijk menschen af te voeren, zonder te vragen, hoe zij er voorstaan. Door den heer Klinkenberg is toegegeven, dat dit niet zoo kan blijven. 't Is spr. niet om reclame te doen. Zijn cijfers spreken te duidelijk. Waar nog bij komt. dat het losse personeel op minimum- salaris blijft staan, geen rechten heeft. etc. Mogelijk is, dat menschen mo.ten worden ontslagen, zoo zijn voorstel wordt aanvaard. Maar wie is dan de schuld daarvan? Begint men nooit, dan komt er nooit een einde. Slachtoffers behoeven niet te vallen, en is wel een regeling voor hen te vinden. De VOORZITTER vraagt, hoe oud het eerste voorbeeld van den heer Baart was, toen deze in dienst kwam. De heer BAART: 51. De VOORZITTER: O zoo, die kon du9 niet worden opgenomen. De lieer BAART meent, dat met opzet deze man is genomen, om zoo vaste aan stelling te ontkomen. Waarom geen jongere personen genomen? (Geroep: en wat moet met de ouderen dan?) Spr. komt nu tot het reparaties-werk, waarvoor geen vast personeel is aan te stellen, naar het heet. Precies af te mikken is het niet, dat erkent hij, maar als jaar in jaar uit particulieren daar werk vinden met vele werklieden, kan toch tot eigen beheer worden overgegaan. De VOORZITTER wijst er op, dat dit niet tot B. en ,W. moet worden gericht, maar tot de commissie van de lichtfabrieken'. De heer BAART weet dat wel, maar daar heeft zgn partijgenoot, als minderheid, mets te zeggen. (Geroep: o ho.) Daarom komt hij er mee in den raad. De personeel reserve-kwestie wordt z. i. getraineerd en lig dringt aan op spoed, ai is ze bij de werklieden-commissie. He* uitkeeren van slechts 4/5 salaris aan los personeel, dat geen collectief con tract heeft, acht hij zeer schriel. De ver- T1 Geautoriseerde vertaling naar het Engelsch van E. PHILIPS OPPENHEIM. door W. M. D. SPIES—VAN DER LINDEN. ..Wat ik zeggen wilde," zei Phineas Duge, 'erwijl hij een cigaret aanstak, onthoud 'jjhjd, wat ik je van dien man verteld heb. Wees vooral op je hoede, als je ooit met hem 'o aanraking komt. Ik weet toevallig, dat hij *en jaar geleden er een eed op gedaan heeft, hij mij zou geruïneerd hebben voor de v,jf jaren om waren." •Jk zal het onthouden," stamelde Vir ginia. HOOFDSTUK III. Onweerswolken. Phineas Duge had na den dood van zijn J'ouw zijn deur gesloten voor al zijn vrien- eh en slechts bij uilzondering ontving hij enkelen van hen. met wie hij voor zaken in connectie stond. B'j de komst van Virginia echter had hij aar een vinger te verroeren, of de geheele Zaande wereld stroomde naar zijn huis. tfroote ontvangzalen werden ontsloten, kon Dersoneel werd in nieuwe livrei gesto- bla re?elinSshurf»au kreeg carte sisi»6 0m £ewone ^erie voorname mu- ar,.e }e €ngageeren en de nieuwste andere M?vr.ouw Trevor Harrison, de 6 die hij uilgekozen had als chaperonne voor Virginia, kon zoo nu en dan, als zij met haar beschermelinge praatte, haar nieuwsgierigheid niet bedwingen, aangaande die plotselinge verandering in de gewoonten van een man, van wien bekend was dat hij zich buiten alle gezelschapsleven had ge sloten. „Als ik niet overtuigd was, kindje," zeide zij eens tegen Virginia, toen zij samen thee dronken in haar eigen, eenvoudig-ingerichte vertrekken, „dat je oom bij geen mogelijk heid in staat was voor iemand genegenheid te voelen, zouden wij allemaal moeten geloo- ven, dat hij zijn hart aan je verloren had." Virginia, die meer dergelijke opmerkingen gehoord had, keek verbaasd. „Ik kan niet begrijpen,'' riep zij uit, „waarom iedereen over mijn oom praat, alsof hij geen hart heeft. Ik geloof niet, dat ik ooit iemand ontmoet heb, die vriendelijker is dan hij, en zoo ziet hij er uit ook. Ik heb nooit iemand gezien met zoo'n edel gelaat." Mevrouw Trevor Harrison lachte zachtjes, terwijl zij met haar stoel heen en weer schommelde. „Lieve kind," zeide zij, „New York heeft je oom vijf en twintig jaar lang gekend en door hem geleden. Mannen zooals hij, die groote fortuinen maken, moeten die winnen ten koste van andere menschen en er zijn er heel wat ten gronde gegaan voor Phineas Duge was wat hii is. Virginia schudde het hoofd. „Ik kan het niet begrijpen,zeide zij. „Je oom," vervolgde Mevrouw Trevor Harrison, ..heeft een ijzeren wil en is volko men egocentrisch hij laat zich nooit door medegevoel beïnvloeden. Hij is naar boven geklommen op de lichamen van zwakkeren dan hij. Nu nemen wij hier. in Amerika, dat iemand niet kwalijk. De sterke leeft en de anderen moeten sterven. Ik begrijp alleen dezen nieuwen gang van zaken niet. Ik heb je oom nog nooit iets zonder oogmerk zien doen. „U zegt," begon Virginia langzaam," dat hij geen hart heeft, maar waarom liet hij mij dan hier komen? Terwijl ik hier ben, heeft hij de hypotheek afgelost, die van mijn vader een oud man maakte, hij heeft mijn broertjes naar college gezonden en heeft be loofd, dal, zoolang ik bij hem ben, zooveel geld te zullen geven, dat zij daarginds geen zorgen meer kennen. Als u alleen maar wist, wat voor verandering dat in ons leven ge bracht heeft, dan zoudt u begrijpen, dat ik het vreeselijk vind, u te hooren zeggen, dat mijn oom geen hart heeft. Mevrouw Trevor Harrison hield met schommelen op en keek het meisje aandach tig aan. „Wat je mij daar vertelt, klinkt heel zon derling," zeide zij. „Maar toch zie ik niet in, welke bedoeling hij met dat alles gehad kan hebben." „Waarom veronderstelt u dat hij er een bedoeling mee gehad heeft?" vroeg Virginia. „Omdat hij Phineas Duge is," zei me vrouw Harrison droogjes. „Maar kom, mijn lieve kind ik wil geen enkel woord ten na- deele van je oom zeggen. Hij is nogal niet goed voor me geweest, omdat ik de zorg voor je op me genomen heb. Ik vraag me af. of ik je uit moet huwe lijken Dat zou dunkt mij, niet heel moei lijk zijn." Virginia kreeg een kleur en schoof onbe haaglijk op haar stoel heen en weer. „Toe zegt u dat niet" smeekte zij. „Ik denk liever niet aan zooiels. Mijn oom heeft gezegd dat ik hem over een tijdje kan hel pen." „Kan helpen," herhaalde Mevrouw Tre-. vor Harrison in gedachten. Virginia knikte. „Ja, ik weet wel niet precies hoe, maart dat zei hij." Haar chaperonne bleef een oogenblik in gedachten verzonken. Dus er was toch ergens een beweegreden! Maar wat ging het haar ten slotte aan? Zij was een oude vriendin van de familie Duge en Phineas Duge had het mooi met haar gemaakt, om dat zij zijn nichtje onder haar hoede wilde nemen. Zij werden gestoord door eenige bezoekers. Het was een eenvoudig „At Home", dat me vrouw Harrison gaf ter eere van haar jeug dige protégé. Weldra waren de kamers vol menschen en Virginia, slank, elegant, onbe rispelijk gekleed, een prentje gelijk, met haar bleeke ovale gezichtje en wonder mooie donker-grijze oogen. was hel middel punt van de belangstelling. Toen alles in vollen gang was, nam een jong meisie, haar bij den arm en trok haar wat ter zijde. Zij kreeg een schok van verbazing, toen zij zag dat het Stella was. „Kom, nichlje-lief, ik wil wat met je pra ten," zei Stella. „Willen wij hier even gaan zitten? Je hebt je bewonderenswaardig van je plichten gekweten." Virginia was wat verlegen. Zij wist niet goed of zij wel met haar nichtje behoorde te praten, maar ten slotte zwichtte zij voor Stella's sterkeren wil. „Ik weet natuurlijk wel," zei Stella, ter wijl zij op haar gemak op de sofa ging zitten en zich amuseerde om de lichte verlegenheid van de ander, „dat ik in ongenade ben geval len bij mijn dierbaren vader en dat je half en half bang bent om met me le praten. Toch mag je wel een v/einig consideratie met mij hebben, want jij hebt mijn plaats ingenomen en mij de koude wijde wereld in gestuurd." „Praat alsjeblieft zoo niet," zei Virginia rustig. „Je weet heel goed, dat ik zoo iels niet gedaan heb. Toen mijn oom mij komen liet, wist ik absoluut niet dat je niet meer bij hem woonde." „Ik woonde 8rie jaar lang bij hem," zei Stella, „al den lijd dat ik uit Europa terug was. Ik noem dat een wonderbaarlijk re cord. Ik geef jou zoowat drie maanden." „Ik begrijp niet, waarom je zooiets be hoeft te zeggen," antwoordde Virginia. „Ik vind mijn oom erg makkelijk om mee om te gaan, zoolang als hij gehoorzaamd wordt.' Stella begon (e lachen. „Och," zeide zij, „ik wil je niet bang ma ken, maar je bent zoo'n lief klein ding en ik geloof niet, dat je begrijpt wat voor soort man mijn vader is. Trouwens, dat zal je wel merken en tot zoo lang zou ik het er maar zoo goed mogetijk van nemen, als ik jou was. Hoe bevalt New York je?" „Hoe zou het mij niet bevallen kunnen?" antwoordde Virginia. „Voor ik hier kwam, woonde ik in een klein houten huis in een verlaten oord. Ik wist niet wat weelde was. Hier heb ik een kamenier, mijn eigen ka mers.een auto en alle mogelijke verrukkelijke dingen, voor mij alleen. „En ben je van plan." vroeg Stella rus tig, „om den prijs er voor te betalen, als de tijd daar is?" Virginia keek haar vol verwondering aan, „De prijs?" vroeg zij. „Wat meen ie?" Stella lachte, eenigszins bitter. I (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1926 | | pagina 5