20466
LEIDSCH DAGBLAD, nsdag 1 December
Vierde Blad Anno 1926
TWEEDE KAMER.
H. P H. KEEREWEER
(Zitting van gisteren).
gTAATSBEGROOTING 1927.
Arbeid, Handel en Nijverheid.
de de voortzetting der beraadslaging
de begrooting van arbeid, Handel en
rbeid bespreekt de MINISTER de heer
'E.MAKER DE BRUINE allereerst eeni-
eoretische vragen, die gedaan zijn.
vraagt zich af, hoever wij gekomen
iet het concretiseeren daarvan. De heer
rt vroeg den minister nog een jaar te
■ren en de heer Schaper kwam daarto-
p.
beer Schaper deed den heer Veraart
nee geen recht, want hij bedoelde niet,
minister zou stilzitten in dien tijd.
jhter de grondgedachten van den heer
rt uit te werken, zou wel langer dan
iar noodig zijn. Spreker stelt zich dan
't standpunt dat thans moet worden
ebouwd op hetgeen bestaat Dan ont-
hij allereerst het collectieve arbeids-
We behoeven alleen de economi-
zijde van de bindende verklaring te
ken. Binding van loon zal leiden tot
)g van prijzen naar de minister vreest,
zal hij gaarne alles doen wat hij kan,
sociale positie der collectieve con-
i te versterken.
denkt aan erkenning van het insli-
de Ziektewet en in de Stuwadoorswet
Arbeidswet en daar is tenslotte het
rp tot civiel-rechtelijke regeling, dat
r ontwikkeling van het collectieve con
fer kan bijdragen. Toepassing der ge-
Arbeidswet is van geen minister op 't
blik le eischen Spr. heeft een keuze
doen en het zich daarbij leiden door
ologische en technische omstandiglie-
mand kan tevreden zijn met de wet,
dat gecontroleerd wordt of de uil
ig juist is. Men heeft zich ook uitge-
■n voor het zevende leerjaar en voor
lering der ambtenaarssalarissen, maar
Hes gelijk kan gebeuren. Wanneer dus
ene geschiedt, dan moet het andere
ten.
heeft de minister zich laten leiden
wat door zijn voorganger is tot stand
:ht. Sprekers keuze is in de eerste
de beperking van werktijd voor win-
oneel. en de winkelsluitingswet,
die combinatie zijn de belangen van
;ine patroons ook het best gediend. Met
ig op de adviezen van personeel sorga-
is za) de Minister den Hoogen Raad
irbeid opnieuw in staat stellen zich uit
reken over het ontwerp-Winkelslui-
1
3e tweede plaats i9 daar de werktijd in
■plegingsinrichtingen. Ambtelijk over-
isehen de departementen, die erbij be-
zijn, i9 noodzakelijk. Daarom lie-
men echter nog niet bevreesd te zijn,
de regeling voorloopig niets komen zal
Ier eeval zal eenige werktijd ruimte in
leliniz noodig zijn. Over details als
rwijs" en „africhting" kan beter bij
Iwerp gesproken worden,
de land- en tuinbouw betreft, vangt
bij-de regeling voor vrouwen en kin
enerzijds en in verband met de vei-
anderzijds Door het volgen van de
eg gaal men te werk volgens de his-
he lijn Ook in de industrie is men zoo
hern ting der arbeiders gekomen,
commissie om de kwestie van de moe-
Japszorg te onderzoeken is niet noodig.
ii wil de Minister wel iets doen op dit
en hij laat zich daarbij leiden door
ventie van Washington. In het ont-
Zieklewet. dat deze week het depar-
zal verlaten, is voorzien in 6 weken
ring vóór en 6 weken na de bevalling
vendieh in geneeskundige verzorging,
ms het vraagstuk van de internatio-
regeling van den arbeid. Spr. staat
thiek tegenover Gcnève, doch dit wil
gen. dat hij het in onderdeel en daar-
cen9 is Het gaat voor ons niet om de
:e werkweek, want die hebben wij
Wij moeten echter letten op de lan-
aarmee wij het meest te maken heb-
En de Mini-ster mag daarover geen
uitspreken, vóór hij over officieele
ens beschikt. Hij is bezig één en an-
onderzoeken.
zal de toestand zich in Duitschland
'den? Daar werkt 98 pet, der arbei-
in de metaal-industrie langer dan 48
n 80 pet. langer dan 53 uur Men haast
daar niet met de arbeidswetgeving De
'wet van België kent sinds 1921 een
waarin staat, dat de Koning het
heeft de heele wet te schorsen in be-
1 omstandigheden Op oogenblik is
zekorheid nog zóó groot, dat de Minis-
hficatie dér 4B-urenconventie van
'ngloD nog niet tot zijn verantwoor-
durfl nemen. Wij zullen nog eenigen
(opten wachten en dien tijd besteden in'
eering der mogelijkheden om onze
aan die conventies aan te passen. In
fo behoeft nief te worden stilgezeten
dt zich voor, dat zullen worden gera-
fd de conventies betreffende: arbeids
dag, jeugdigen in de industrie, be
ing jeugdigen als tremmer en 9toker,
■*n aan boord van schepen, de lood-
fstie en den wekelijkschen rustdag,
'nister belooft in dezen niets, maar het
m verbazen, indien één en ander niet
ebeurde. Hij hoopt, dat de arbeidsre-
nationaal en internationaal zullen
n gesteund en geschraagd,
pliceerd wordt door de heeren HIEM-
SHA.p.), mej. GROENEWEG (S.D.
SMEENK (AR.), Bakker (C.H.) en
UÏS (S D A P.)
h*er SNOEGK HENKEMANS (C.H.)
al het standpunt van de regeering ten
IPn. van de besc.herming in deD land-
h PPn*2 iui'c-te is Het gaat niet
n het bestaan van eenige uitwassen
an^hep arbeid aan banden te leggen
P ^lltiek ten aanzien van de moëder-
znrg acht spr juist. Als de Ziektewet
fvoeix) zaj mej) op {errejn reed«
Jj&jki hebben, het buitenland ten voor
en aanzien van de bindendverkla
ring der coliectieve arbeidsovereenkomst,
merkt spr. op dat slechts zeer weinige leden
der Kamer hunkeren naar de bindendver
klaring van alle contracten. In de Chr. Hist,
groep althans is er niet één. Het gaat er
echter meer om, dat in de wet zoodanige
voorwaarden worden opgenomen, dat, ais
daaraan voldaan wordt, de wet haar sanc
tie aan de overeenkomst kan geven.
De MINISTER dupliceert. Naar aanlei
ding van een vraag van den heer Joekes ant
woordt hij, dat het ontwerpZiektewet deze
week gaat naar den Hoogen Raad van Ar
beid. Het denkbeeld van den heer Brautigam
ter controle van den arbeidstijd in het trans
portbedrijf acht de minister niet gemakke
lijk uitvoerbaar.
Het verheugt spr. dat de heer Stenhuis
geen motie indiende om tot ratificatie van
de 48-urenconventie te komen. Verwerping
van deze motie zou immers internationaal
een funesten invloed hebben. Laat men niet:
„Nederland ratificeert niet" kunnen zeggen-
laat men eer zeggen: „Nederland ratificeert
nog niet."
Bij art. 13 bepleit mej. GROENEWEG
(S.D.A.P.) betere «alarieering van de amb
tenaren der arbeidsinspectie, vooral van die
van de opzichteressen.
De heer SCHAPER (S.D.A.P.) sluit zich
daarbij aan.
MINISTER SLOTEMAKER DE BRUINE
merkt op. dat de salarissen zijn vastgesteld
in het bezoldigingsbesluit Het is bekend, op
welk standpunt de regeering te dezen aan
zien staaf.
De heer SCHAPER (S.D.A P.) dringt aan
op meer steun aan het V riligheidsmuseum.
Tiet gebouw dient te worden uitgebreid.
De MINISTER zegt, dat hij geen kans ziet,
daarvoor geld te verkrijgen.
De heer SANNES (S.D.A.P.) acht het
standpunt van den minister onjuist, dat de
bevoegd-heid, vervat in de artt 99 en 100
der Invaliditeitswet, niet alleen is gegeven
in 't belang der verzekerden, maar mede in
dat van het Invaliditeitsfonds, De afgeweze
nen dienden recht op beroep te hebben. In
zake de Ziekteverzekering, hoopt spr., dat de
minister zoo veel mogelijk zal rekening hou
den met de veranderde denkbeelden ten
deze. Den tot nogtoe gevolgden weg door den
minister acht hij niet juist. Gaat zijn ont
werp om advies naar organisaties? Of komt
het, zooals het nu is, bij de Kamer. Het
hoofdbezwaar tegen het ontwerp-Aalberse
was, dat het te veel versnippering gaf. Hel
satndpunt van het rapport der moderne ar
beidersbeweging is ook, dat er één bedrijfs-
vereeniging voor elk bedrijf zal zijn als
draagster der risico's. De vraag is niet in de
eerste plaats of vernietigd wordt, hetgeen in
de maatschappij is opgekomen Men moet
vragen wat er voor in de plaats komt? Wat
is de gedachte van den minister omtrent
de premie-betaling? Zal de premie ook door
de arbeiders moeten worden betaald? De
verzekering dient voor de arbeiders stem
ming vrij le zijn. De zorg voor de ouden van
dagen is slecht en zal in de toekomst nog
slechter worden.
Velen blgven buiten de Invaliditeitswet
omdat zjj niet in loondienst agio. Voor de
meecten is het practisch onmogelijk de
premie te betalen voor een vrijwillige ouder-
domsverzekering. De V.O.V. geeft overigens
geen reien tot tevredenheid. Zijn de admi
nistratiekosten te hoog. Sommige tarieven
zijn ook niet concurreerend. Zjj dient meer
populair te worden gemaakt.
De heer BAKKER (C.-H. acht het juisk
dat de Minister de ziekteverzekering wil
tot- stand brengen alvorens met plannen
to komen tot unificatie der sociale ver
zekering, Het laatste vergt misschien nog
jaren van arbeid, alvorens pfann:n kunnen
worden vastgesteld. De door den hoer San-
nes voorgestelde centralisatie der ziekte
verzekering zou spr. achten te zgn tegen
de lijn, waarin tot nu toe de dingen gegroeid
zijn. De bijzondere z'ekenkassen dienen ook
te worden opgenomen in de uitvoerende or
ganen. Acht de Minister het mogelijk, dat
in zijn decentralisatie-stelsel do bestaande
collectieve, zoowel als de individueel© ver
zekering kunnen worden opgenomen? Ook
zou spr. gaarne weren, of combinaties van
ziekenkassen in het stelsel van den Minister
passen.
De heer SMEENK (A.-R.) hoopt, dat de
Minister zeer spoedig met zijn ziekte-ver
zekering zal komen. Hg deelt niet de be
zwaren van den Minister tegen de opneming
van de weduwemrente in de Ouderdomswet.
Principieel bezwaar daartegen heeft spr.
niet en hg vreest er ook geen concurrentie
van ten opzichte van particuliere maatschap
pijen.
De vergadering wordt te 5.35 uur ge
schorst tot 's avonds.
Avondverga dfiring.
De algemeen© beschouwingen worden
voortgezet.
De MINISTER VAN JUSTITIE, de heer
DONNER, beantwoordt de verschillende
sprekers. Spr. behandelt eerst het echfc-
8cheidfingsvraagstuk, door den heer Mar-
chant ter sprake gebracht. Met het betoog
van den. heer Marchant kan de Minister
zich in geenen deele vereg gen, wat het
beroep betreft op de jurisprudentie. De
heer Marchant onderschat den weerstand,
welke gelukkig nog geweten en ze len tegen
uiterlijke schending van het huwelijk biedt.
Wa« voorts betreft de wijziging van het
huwelijksrecht, waarover vele leden hebben
gesproken, refereert spr. zich aan hetgeen
hg reeds in de Memorie van Antwoord heeft
geschreven, Hg zal het rapport van de
commissie-Limburg over deze zaak afwach
ten. Publicatie van dit rapport Igkt spr. in
het algemeen niet wenschelgk, omdat door
publicatie den weg voor spr. tot nader
overleg met de commissie zou worden af
gesloten.
Wat aangaat de kwestie van de natio
naliteit van de vrouw, door mevr. Bakker
Nort ter sprake gebracht, is spr. l,or -
stanoer van éénheid van nationaliteit in het
gezin.
Ten aanzien van de benoembaarheid der
vrouw tot notaris, rechter en arbiter, zijn
sprekers overwegingen tot dusver niet van
zoodanigeo aard, dat hij eenig voorstel in
uitzicht kan stellen. Dat spr. bereid is
aar de wenschen van de vrouwelgke can-
didaat-notarissen ©enigszins tegemoet te
komen, blgkt uit zgm ontwerp, volgens het
welk vrouwen als getuigen bg notarieel©
acten worden toegelaten.
Naar aanleiding van de opmerkingen over
het muziek-auteursrecht, zegt spr. niet te
weten, of de tegen de beide bureaux ia ia-
gevoerde grieven gegrond zgn. Het
Nationaal Bureau heeft ©omiddehgk tele
grafisch bg spr. geprotesteerd. Dit bureau
schgnt zich aan ieder middel van controle
te willen onderwerpen en misschien zal spr.
iets in dit opzicht kunnen doen
De kwestie inzake de aansprakelijkheid
zou spr. liever aan het overleg tusscnen
de exploitanten en de misici overlaten.
Ten aanz.en van het vraagstuk van dec
woeker zegt spr., dat beide leden, die daar
over spraken, niet geheel recht lieten wed
den varen aan het door spr. in zgn Memorie
van Antwoord ingenomen stanupunt. De
regeling van deze materie wil spreker aan
de lagere autoriteiten overlaten. Ook al zou
begonnen worden met. een caurale regeling,
dan zou de uitvoering toch door die lagere
autoriteiten moeten geschieden.
Wa- betreft de onnoodige opsluiting van
personen in krankzinnigengestichten, hier-
aar za spr. zooveel mogeigk a njacht schen
ken, omdat ook hij van nicen.ng is, dat
zoo groot mogelijke zekerheid moet bestaan.
Spr. ï£u raarne het ontwerp van dr. bchuur-
mans Stekhoven nader overwegen
In dit ontwerp komen verschillende goede
wijziging er voor.
Wat betreft een wettelijke regeling voor
drankzucht.gen, zegt spr. van meaning te
zijn, dat dit punt behoort bij het Departe
ment van Binnenlandsche Zaken en Land
bouw. De kwest.ö van de verpleging van
drankzuchtigen zal spreker gaarne over
wegen,
uaama komt spr. tot de wetgeving in
zake de Naamlooze Vennootschappen. Het
denkbeeld van den heer Van der Schaik
tot instelling van een ve.xiooIschapskamer
zal spr. gaarne nog eens in rustige over
weging nemen, al moet hij aanstonds be
kennen, dat hg er bg eerste beschouw.ng
geen weg mee weet.
Verder komt spr. tot de conventie der
reedersaanaprakeiijkheid. In dit verband is
sprekers departement weinig voortvarend
heid verweten. Het recht van deze con
ventie strookt echter we.nig met ons nieuwe
zeerecht, en daarom is ratificatie tot dus
ver niet geschied. Spr. noemt deze zaak
met eenvoudig. Hij wil niet zeggen, dat
deze conventie voor ons land ©nmogeigk
is, ai zrjn er belanghebbende personen, die
dat wel meeuen. Voorts zegt spr. ten aan-
zien van de z.g. verstekelingen, dat hg
gaarne bereid is over deze kwestie nog
eens overleg te plegen met de reeders^
veieenigingen.
Wat do kwestie betreft van het kanton
Tholen, zrl spr. n.et nalaten zien in ver-
bmaing te stellen met de rechter.gke auto
riteiten, waaronder Tholen ressorteert
Wanneer een oplossing, als d-jor den heer
Van Schalk aongege-SJ» gewensei-t mocht
blgken, zJ spr. daaraan g.volg geven.
Daarna komt spr,.-.to.; de a_ngercerde pun
ten, die op strafrechterlijk gebied liggen.
Inzake best.gaing van pornografische ar
tikelen is spr. diligent he geen reeds blgkt
uil zgn ontwerp tot verruiming van art.
24b Wetboek van Strafrecht.
Spr. wijdt bg de behandeling van het
rapport van de commissie voor de re-
classeering eenige woorden aan de nagediach-
tenis van uen dezsr dagen ontslapen advo
caat generaal mr. Le-eboer. Herziening vun
het strafstelsel zal moeten wacnten op het
rapport van het Centraal Col.eg? voor de
reclasseering, welk college echter door net
overlguen van mr. Led^boer een onherstel
baar verlies heeft geleden. Binnen afzien
bare n tijd hoopt spr. dit rapport te kunnen
publiceeren.
Zoowel bg de uitvoering van de Psychopa
ten-wet als bg de kwestie der jeagd-gevan-
genissen moei het passen en meten zgn.
bpr. kan zich niet aanstonds vereenigen
met het onbepaalde vonnis over de rucnt-
scholen.
Wat aangaat de opmerkingen van den
heei Zandt zegt spr., dat de Overheidstaak
ten aanzien van het geestelgk leven eeo
hoogst beperkte moet zijn.
Ook spr. is vóór de doodstraf, doch acht
evenals vroeger M.ni.,ter Heem>k_rk weier
invoering ongewenscht, zoolang deze niet
strookt met de volksovertuiging.
I De heer KNOTTENBELT (V.-B.) repli
ceert. Spr. wgst op het rejuest vrau deti
Nieuw-Malthusiaanschen Bond, welke reeus
3 jaren wacht op wedergoedkeurmg van
zijn statuten. Het komt spr. voor, dat een
tijd van 3 jaar zrifs overschrijdt den ruimst
mogelgkeo termgn, welken het departement
gevoeglijk kan gebru.kcn, wanneer in iie
wet daaromtrent geen bepaald© termijn is
genoemd.
De heer KLEEREKOPER (S.D.A.P.) n-y
phceert eveneens. Ook mevr. BAKKER
NORT en de heeren STAALMAN, VAN DEN
BERGH en ZANDT repliceeren.
Mej. KATZ (C.-H.) verheugt zich ex
nog over dat de minister benoeming van
de vrouw tot arbiter wel mogelijk zou
achten, doch dat hij partiëele herziening
van de wetgeving op dit punt niet wen-
schelijk acht. Spr. hoopt echter, dat spoe
dig een voorstel zal worden ingediend, te
meer waar we in de laatste jaren reeds
zoover zijn gegaan op den weg der par-
ticele herzieningen.
De heer VAN SCHAIK (R.-K.) repl>
ceert eveneens. Spr verdedigt nogmaals
instelling van een vennootschapskamer.
De MINISTER dupliceert. Ten aanzien
van den Nieuw-Malthusiaanschen Bond,
zegt spr., dat er redenen zijn voor het ge
noemde uitstel. Deze redenen bestaaD eeh_
ter niet in een zekere verlegenheid, dat
men niet weet, wat met deze kwestie ge
beuren moet.
De algemeen© beschouwingen wordeD
gesloten.
Bij de tweede afdeeling (kosten der wet
telijke macht) maakt de heer KLEERL-
KOPEll (S.D.A.P.) enkele opmerkingen
over de toepassing onzer arbeidswetge
ving. Het toezicht is niet verscherpt; hel
aantal onderzoekingen in verboden ar
beidstijd is gedaald. Wil de minister hier
op zijn volle aandacht richten 1 Ook de
ervaringen betreffende de bezetting zelt
zijn niet bevredigend Van het boetewetje
gaat geen gunstige invloed op die berech
ting uit. Ook is de kantonrechter tegen
woordig bevoegd om te bepalen dat geen
straf zal worden opgelegd Dit is bedoeld
voor zeer eenvoudige zaken van weinig
beteekenis. Maar in 1925 is dit al in 71
arbeidswetsovertredingen toegepast, waar
onder zeer ernstige Ook herhaalt zich de
klacht betreffende het niet motiveeren
van vrijspraken in het verslag der Arbeids
inspectie.
Spr. illustreert dit met verschillende
voorbeelden Spr. vraagt wat de minister
kan doen om 't toezicht zoo scherp moge
lijk te doen zijn.
De heer VAN RAPPARD (V.-B.) wil
pleiten voor uitbreiding van de competen
tie van de kantonrechters. Wanneer het
ontwerp tot opheffing van 34 kantonge
rechten zijn beslag zou krijgen, zou spr.
dit van gToot nadeel achten voor het plat
teland, ja, spr. zou dit zelfs een ramp vin
den. Spr. geeft toe, dat bij uitbreiding
van de competentie verschillende kanton
gerechten zullen worden overladen, doch
daartegenover staat, dat de rechtbanken
zeel minder te doen zullen krijger. Het
bezwaar van den minister dat er dan meer
partijen in hooger beroep zullen gaan,
acht spr. niet steekhoudend Het percen
tage vonnissen, waarvan in beroep wordt
gegaan, is niet zoo groot.
De MINISTER zal de door den heer
Kleerekoper verstrekte gegevens gaarne
nog eens nader overwogen De uitvoering
van de Arbeidswet en het toezicht daar
op is een kwestie van voortdurende zorg
voor sprekers departement. Hierover staat
hij in geregelde correspondentie met ver
schillende parketten.
Voor uitbreiding van de competentie der
kantonrechter voelt spr. niet veel. Bij de
tegenwoordige goede en vele verkeersmid
delen acht spr. achterstelling in dit op
zicht van het platteland niet aanwezig.
Bij de zesde afdeeling (kosten van de
Rijkspolitie herinnert de heer VAN AA'
ten (V.-D.) aan de opmerking van den
Minister, dat hij het rapport inzake reor
ganisatie der Rijkspolitie zaf afwachten.
Spr. merkt op, dat we thans hebben 1100
marechaussees, 1200 man Rijksveldwacht
en voorts nog een aantal man politietroe-
pen. In totaal is hiervoor op verschillende
begrootingen 8 a 9 millioen uitgetrokken.
Spr. is van mecning. dat hier aanmerkelijk
bezuinigd kan worden. Voorts wenseht
spr. éénheid in dit politiekorps, hetgeen
aan een betere werking ten goede zal ko
men. Ook de Ned. Mij. voor Nijverheid en
Handel acht reorganisatie van de Rijks
politie zeer geweDseht Indien hij het na
der io te stellen onderzoek mocht blijken,
dat reorganisatie het gewenschte gevolg
zal hebben, dan hoopt spr dat de Mi
nister niet zal terugschrikken voor het lot,
dat vroegere voorstellen tot reorganisatie
heeft getrokken.
De heer KLEEREKOPER (S.D.A.P.)
kan zich vereenigen met het denkbeeld om
door samentrekking en vereenvoudiging van
de politiemacht een beter en minder kost
baar korps te krijgen Concentratie in
dien zin, dat in de Rijkspolitie ook zou
worden opgenomen de gemeentepolitie,
zou spr. echter zeer verwerpelijk achten.
Ons volk, wenseht geen marechaussee, in
de plaats van de gemeentepolitie. Ook
voor het platteland moeten de veldwach
ters niets vervangen worden door Rijks
politie. Voorts vraagt spr. of de politio-
neele ambtenaren zich wel altijd voldoen
de reaenschap geven van het Feit, dat tus-
schen een verdachte en een schuldige een
groot verschil is Spr. wijst hierbij op het
gebeurde in Weerselo, waarbij °en burger,
verdacht werd met een vrachtauto zoo te
hebben gereden, dat hij een ongeluk had
kunnen veroorzaken. Deze man werd door
2 marechaussees uit zijn dorp gehaald.
Wat betreft de kwestie in Culemborg
merkt spr. op, dat voor dezen commissaris
niet zooveel prestige is overgebleven als
minimaal voor de uitoefening van dat ambt
mag worden gevergd Spr was van oor
deel, dat deze commissaris daar niet ge
handhaafd kaD blijven.
Ten slotte drong spr. er op aan, dat niet
zoo spoedig er toe zal worden overgegaan,
om 's nachts menschen uit hun bed te
lichten, die slechts een kleine boete hebben
te betalen.
De heer DROOGLEEVER FORTUYN (V.-
V.) merkt op, dat samenvoeging van de
marechaussees en de Rijksveldwacht altijd
is afgestuit op het verschil in karakter tus-
schen deze beide korpsen immers de mare
chaussees hebben een militair karakter en
d- Rijksveldwacht een burgerlijk karakter
Nu echter de politiekorpsen in het teven
zijn geroepen, is dit groote bezwaar naar
sprekers meening vervallen.
Voorts vraagt spr. de aandacht van den
minister voor 'n gecentraliseerde recherche.
De heer SCHAPER (S -D.) herinnert aan
zijn vragen over het optreden van de Rijks
politie op 14 September 1925 te Schoonoord.
Van de toegezegde nadere gegevens heeft
spr. tot dusverre niets meer gehoord
Thans heeft deze Minister in de M. van
Antwoord gezegd, dat hij den indruk heeft
gekregen, dat daar de politie onbehoorlijk
is opgetreden zonder voldoende aanleiding
van de zijde der burgerij. Spr heeft zich
daarover verheugd Alleen zegt de minister,
dat van opzet tot mishandeling bij de politie
niet is gebleken Waarom is de politie zoo
opgetreden? Het is onbegrijpelijk
Van verschillende personen heeft spr.
gehoord, dat geen der mishandelde personen
aanleiding tot het gebeurde heeft gegeven
Zij waren niet luidruchtig ze liepen niet
in groepen, en volgens verklaring van den
dokter waren ze doodnuchter Waarom nu
zijn die poliliemenschen niet vervolgd'
Waarom is deze zaak niet in een open
bare terechtzitting behandeld? Is dit
alleen geschiedt omdat de betrokkenen heb
ben ontkend, met opzet te hebben gehan
deld? Maar waar blijft dan onze veiligheid,
wanneer genoegen wordt genomen met een
ontkenning.
Het is een publiek schandaal yan grootst»
soort.
Voorts vraagt spr. of het juist is. dat één
der mishandelden die zich bij den burge
meester van SI een vervoegde en daarbij te
hooren kreeg, dat er kans was op vprgoe-
dine van de kosten van de geneeskundige
behandeling, als daarmede de zaak de we
reld uitwas
De betrokken politiemannen doen thans
nog dienst en kunnen ongestoord met bun
praktijken doorgaan.
Spr. vraagt of deze menschen wel in
dienst kunnen blijven, om maar ongehin
derd op de menschen te blijven losslaan cn
voorts of de kosten van de geneeskundige
behandeling niet vergoed kunnen worden.
De hoer VAN RAPPARD (V -B.) maakt
zich ongerust over den afloop van het in
gestelde onderzoek naar reorganisatie van
de Rijkspolitie Al de inlichtingen, die
spr. gekregen heeft, wijzen er op dat de
menschen van de Rijksveldwacht van mea
ning zijn dat het korps der Rijksveldwacht
niet deugt en dat het als ballast overboord
gerooid kan worden.
Spr. hoopt dat de denkbeelden van den
Inspecteur van de Rijksveldwacht niet "ui
len worden uitgevoerd. Hij dringt er op aan,
dat de reorganisatie zal geschieden in do
richting die spr reeds vroeger heeft bepleit.
Minister DONNER (die den geheeten
avond 9lecht is te volgen) is van meening,
dat het onderscheid tusschen de verschil
lende korpsen in overeenstemming is met
hel verschil in karakter en taak van deze
politiekorpsen. Wanneer meD eenheid in
de politie zou willen brengen, zou men
ten aanzien van deze eischen sluiten op
verschillende moeilijkheden.
Ook zou men moeilijkheden krijgen bij
de verhouding der korpsen, wanneer men
zou willen centraliseeren. De kwestie van
de reorganisatie is thans in onderzoek welk
onderzoek spr. met belangstelling zal af
wachten.
Wat betreft de kwestie in Weerselo zegt
spr. hierin nog niet te zien een gegronde
klacht.
Ten aanzien van de Culemborgsche kwes
tie zegt spr.. dat hij niet zal ontkennen dat
het prestige van den commissaris is gedaald
maar dit is te wijten aan de menschen die
op onverantwoordelijke wijze de positie van
den commissaris hebben ondermijnd. Spr.
hoopte en verwachtte, dat deze zeer onver
kwikkelijke kwestie zich wel in rechte zou
koeren.
Wat nu nog aangaat het gebeurde in
Schoonoord, zegt spr. dat hij wel den in
druk heeft gekregen dat daar meer is ge
beurd dan door den bpugel kan. maar dat
daarmede het wettig en overtuigend bewijs
nog niet geleverd is. Op zich zelf zou het
ook spr aangenamer geweest zijn wanneer
deze kwestie op de openbare terechtzitting
zou zijn behandeld Het medegedeelde over
den burgemeester van Heer zal wel op een
misverstand berusten.
De heer KLEEREKOPER merkt op. dat
het prestige van den commissaris te Cu
lemborg niet is gedaald door hel schrijven
van de brochure, neen. dat feit is alleen
ruchtbaar geworden door die brochure. De
schrijver, die in Culemborg zeer veel ach
ting geniet, voelde zich zedelijk verplicht le
wijzen op de verschillende toestanden in
Culemborg en op de intieme verl ^uding,
welke tusschen den commissaris en ver
schillende personen bestond. De daling van
hel prestige is het gevolg van het optreden
van hem die aanleiding gaf tot de aan
klacht in de brochure
De jieer VAN RAPPARD repliceert.
De MINISTER merkt op. dal de heer De
Beus gelegenheid had in het strafproces te
eischen toegelaten te worden tot het bewijs,
dat de in zijn brochure vervatte aanklacht
tegen den commissaris op iuiste grónden,
berustte en waarheid was Van die gelegen
heid heeft hij echter niet gebruik gemaakt.
Bij art 46 (bijdrage in de kosten van hst
wapen der marechaussee) bepleit de heer
v SASSE v. [JSSELT (R-K.) ve, betering
van de bezoldiging voor de officieren der
marechaussee Dit zou zeer zpker in het be
lang zijn van hel politiewezen en spr dringt
er op aan. dat de minister ten deze nog eens
overleg zal plegen met zijn ambtgenoot van
Oorlog.
De heer VAN RAPPARD (V. B.) onder
steun! hel betoog van uen vorigen spreker.
Mej. KATZ (C H.) sluit zich dcarbii aan.
Ook de uniformen van deze officieren zijn
veel duurder dan van gewone officieren.
De heer DUYMAER VAN TWIST (A R.^
bepleit eveneens verbetering van deze sa
larissen
De MINISTER merkt op. dat de regeling
van deze salarissen ressorteert onder het
Departement van Oorlog Sor. aal deze
kwestie onder de aandacht van den Minis
ter van Oorlog brengen
Bij de VHe afdeeling (kosten van gevan
genissen en Rijkswerkinrichtingen) bepleit
mej. MEYER (R K.) verbetering van het
gevangenisonderwijs. Er is thans voor den
onderwijzer geen tiid om zich freer .nten-
sief bezig te houden met den gedetineerde,
heigeen spr. van groot belang zou achten
met het oog op de aanstaande r^classeering.
Financieele consequenties zijn aan de
door spr gewenschte wijziging niet ver
bonden. Voorts wenschl spr meer lichaams
oefening voor de gedetineerden.
Tegen halféén verdaagt de voorzitter de
vergadering fot Woensdag 1 uur
RECLAME.
Menbelraaker-S(offcer<lep
AALMARKT 16 - TELEF 861
S845