GELDKONINGEN. PUROL LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 27 November Derde Blad Anno 1926. lp Buitent. Weekoverzicht FEUILLETON. SINT NICOLAAS W. DE LAAT, Sophiastraat 17 BERLIJNSCHE BRIEVEN. Bij Verwonding niniiindadelijk nimiini TWEEDE KAMER. 10. 20463 Stresemann's arbeid goedge keurd Conferenties op til De Engelsche mijnwerkers volledig verslagen De Brit- sche Rijksconferentie. I De Duitsche Rijksdag heeft eenige dagen ■edebalteerd over het buitenlandsch beleid Her regeering. Gelijk niet anders te ver nachten was, is de politiek van Stresemann Biedgekeurd, dat via Locarno naar Thoiry Heeft gevoerd. Van uiterst rechts zoowel als Ban uiterst links werd een motie van wan- Bouwen ingediend, die echter beide werden Bendorpen met alleen de stemmen der Boorstellers voor. De moties verschilden ■och zoozeer van inhoud, dat van een elkaar Beunen der uitersten geen sprake kon zijn. ■ipmerkelijk, zeer opmerkelijk is evenwel, Bat de Duitsch-nalionalen, die immers om ocarno destijds de regeeringslafel verlieten, Bch van stemming onthielden, al is Thoiry Eelfs nog gevolgd. I In een deel van deze partij wordt momen- Bel zelfs actie gevoerd voor een volledige Benadering tot Frankrijk, 't Kan verkeeren blijft zeer twijfelachtig of deze ont- Bouding de Duitsch-nationalen opnieuw zal waar zij graa«g weer zouden willen achter de regeeringstafel terug. Er is Bet hen te veel leergeld betaald en de is meer naar de groote coalitie, gelet Bk op den gang van zaken in eenige bonds- Buiden. I Aangenomen is door den Rijksdag met de Bommen van alle z,g. burgerlijke partijen Boor een motie, waarbij aangedrongen Bord', op een onderzoek naar de schuld aan Ben oorlog. Feitelijk beteekent dit een recht- Breeksche aanranding van het vredesver- Krag van Versailles, waarbij Duitschland I s schuld alleen aanvaardde. Dit zal dan Bok ongetwijfeld niet nalaten in Frankrijk «(stemming te wekken en men mag zich inderdaad met verbazing afvragen of in ■hiitschland dan niet begrepen wordt, hoe ■eze voor het oogenblik academische vraag Ban geen practische beteekenis, slechts de leerhoudingen kan schaden, nooit bevorde ren. Voor een historische oplossing van het Bhuldvraagstuk zijn deze tijden nog niet Irijp. O i. zal eerst een nieuw geslacht Imcer onbevangen kunnen staan tegenover Idorgclijke aangelegenheden. I De regeering zal vermoedelijk echter wel ■genoeg doorzicht hebben om van de motie peen of althans zeer weinig notitie te nemen. ■Vooral nu nieuwe besprekingen voor de Ideur staan Begin December is er immers Iweer vergadering van den Volkenbonds- Intad, waar Chamberlain, Briand en Strese- Imannn acte de présence zullen geven. Mus- Eolini durft zich natuurlijk niet buiten de ■landspalen le wagen, maar Chamberlain ■en Briand zullen denkelijk wel een uitstapje leven over de Italiaansche grens gaan ma llen om el duc,e te ontmoeten. I Bij al deze conferenties, onderonsjes etc. ■rullen de meest uiteenloopende aangelegen- leden ongetwijfeld woïden aangesneden. Boemen we b.v.: Duitschland's onlwape- ling. de opheffing der geallieerde controle, bezetting van Rijnland en de ontrui ming daarvan, mandaatskwesties, dus ko- l'oniale affaires en wat niet al verder. Al- hrlei geruchten daaromtrent doen de ronde, roaar eenige houvast mankeert ten eenen- male. We zullen daarom op alle hypothesen iiipt verder ingaan. Dat het een loven en bieden wordt daarop kan men staat maken! In Engeland probeeren hier en daar de mijnwerkers nog districtsgewijs door een zelfde politiek wat te redden, doch daarvoor i? de tijd daar voorbij. De eigenaren stellen eenvoudig hun eischen, die zijn h prendre A laisser. Gelijk te verwachten was heeft de regeering haar aanbod van een soort scheidsgerecht volledig teruggenomen. du dat is geweigerd. De mijnwerkers heb ben den eigenaren dus wel in de kaart ge speeld. Meer dan een derde gedeelte is reeds aan het werk getogen en feitelijk is dat wel zoo ongeveer de helft, wanneer men in rekening brengt het groot aantal slachtoffers, dat er vallen zal. want van allen weer te werk stellen is geen sprake Op rust in het Engelsche mijnbedrijf is Geautoriseerde vertaling naar het Engelsch van E. PHILIPS OPPENHEIM. door W. M. D. SPIES—VAN DER LINDEN. 1) DEEL I. Hoofdstuk I. Phineas Duge. Toen Virginia zich losgemaakt had uit de omhelzingen van haar bedroefde, maar op gewonden familie en in den trein was ge slapt, die maar eens per dag langs het kleine <l>rpje in Massachusetts kwam waar zij haar heele leven gewoond had. voelde u\ Jich, niettegenstaande haar negentien jaren, buitengewoon gewichtig en voornaam Toen J'l vier uur later een statigen huisknecht in fraai livrei volgde door een sprie deftige ont- Vangkamers van een der mooiste huizingen Van ..Fifth Avenue", vond zij zich zelf op- een heel onbeteekenend persoontje. Het geraas en geroes van New York •°nk nog in haar oor^n Was zij al ver- 'Jsterd geweest door de geweldige, geheel meuwe indrukken van een groote stad. zij J^akte nog meer van streek door de won- "Le.Dracht die haar nu omgaf ^1. die haar geheele leven op een een- voudige hoeve had gewoond waar iedereen erkte en een enkele dienstbod* reeds als xe werd beschouwd bevond zich opeens hel paleis van een millionnair, een paleis, door een en ander voorloopig derhalve niet te hopen. De mijnwerkers zijn gedwongen zich te schikken, maar met den dood in het hart en zinnend op wraak zullen zij weer afdalen Een economische vrede is uitge sloten. Wanneer de ruzie zoo op de spits wordt gedreven, is het nuchter verstand gewoonlijk zoek en in het Engelsche mijn- conflict gaat het niet anders De beperkende maatregelen op het kolen- gebruik zijn intusschen in Engeland reeds opgeheven en met snelle schreden gaat men inwendig de normale toestanden tegemoet. Behoort de staking tot het verleden, dan zal de Fngelsehe arbeiderswereld beginnen onder elkaar de vuile wasch le behandelen, dat lijdt geen twijfel Of Cook Jdaarvoor toch niet vreest, gezien het feit, dat hij weldra een bezoek zal gaan brengpn aan sovjet- Rusland. dat hem zoo braaf heeft gestijfd in zijn hazardspel van er op of er onder? De sovjets hebben overigens een ernstig verlies te betreuren door den dood van Krassin, een der leiders, die ten minste alle moeite deed om op den beganen grond te blijven met zijn politiek, al slaagde hij daarin niet volkomen door de bevelen van hoogerhand. KRASSIN. Dat de betrekkingen tusschen Engeland en Rusland nog zoo waren als zij thans zijn, danken de sovjets voor het grootste deel aan zijn gematigd optreden, dat was geba seerd op een tacliek van te streven naar het bereikbare. Tot een handelsverdrag of iets in dien geest heeft ook hij het echter niet kunnen brengen, hoezeer hij zich daarvoor moeite heeft gegeven. Succes kon zijn pogen niet hebben, daar door het optreden der Russische leiders werd vernietigd, heigeen hij moeizaam opbouwde. De band tusschen beide landen kon nog wel eens heel wat losser worden na dit af sterven van den sovjet-gezant te Londen. Ook de band tusschen de diverse deelen van het Britsche wereldrijk is losser ge worden. Dit is het resultaat geweest der Rijksconferentie te Londen. Steeds meer zelfstandigheid erlangen de Dominions, steeds losser komen zij van het moederland maar toch schijnt Engeland o. i. in dezen de verstandigste politiek te volgen. In veler lei opzicht hebben de diverse gewesten zoo weinig met elkaar gemeen, dat zonder een zeer lossen band alle kans als van zelf werd geschapen op een volledige scheuring. Van twee kwaden kiest John Buil de kleinste RECLAME. heelt uit de Banketbakkerij van VOOR ELK WAT WILS! 4254 BELKEFD AANBEVELEND dat zijn volmaaktheid had te danken aan de onttakeling van meer dan één oud Euro- peesch kasteel. Heel bedeesd en met angstige blikken keek zij om zich heen, terwijl de knecht haar langzaam voorging naar het heiligdom van den man op wiens verzoek zij was geko men. De schilderijen, waarvan de schoonheid zelfs haar ongeoefend oog trof de ingelegde vloeren, de rijke meubileering. de bloemen en de beelden, de zacht sprekende bedien den dit alles was een openbaring voor haar. Zij had over zulke dingen gelezen, mis schien had zij er over gefantaseerd maar nooit had zij aan de mogelijkheid gedacht er zelf eens mede in aanraking te komen. Bij eiken stap die zij deed. voelde zij haar zelfvertrouwen verminderen. Haar kleeren, die dooT de dorpsnaaisfer gemaakt waren naar een ontwijfelbaar Fransch mo del en waar zij een paar uur geleden nog zoo in haar schik mee geweest was. leken haar nu sjofel en ouderwetsrh. Zij vond zelfs geen troost in haar uiterlijk, al hadden een half dozijn van de aardigsle jonge man nen uit haar omgeving hun best gedaan ora haar ijdel te maken, van den dag af dat zij op „College", bijzonder vlug haar eind diploma hgd behaald en was teruggekeerd naar de kleine ouderlijke hoeve als erkende „bellfe" van het olaatsje Hier. voelde zij. zou haar uiterlijk haar van geen nut zijn zii mocht al als koningin heerschen in .Wellham Springs" in het huis van haar oom. deü spoorweg million nair en financier Phineas Duge voelde zij zich epD heel nietig wezentje Haar moed was haar bijna I ontzon ken, toen eindelijk een Engelsche lakei, na Scheiding van Staat en de Hohen- zollerns Wonderlijke knnst- affaires De Sèvres-vazen en de Hobbema De kroonprins op den Zesdaagschen Wielerwedstrijd Sport en lachen als vredesgoden. Berlijn, midden November. Acht jaar lang duurde reeds het schei- dingsproces tusschen Duilschland en I-Io- henzollerns. Nu eindelijk is, na de reeds spoedig gevolgde scheiding van tafel en bed" ook de financieele kant van de zaak geregeld. De scheiding is thans dus defini tief voltrokken. Hierdoor is een verhouding ontslaan, die, omdat ze zuiver is, beter is dan de vroegere. Maar over de zuiverheid, die thans de male- rieele betrekkingen tusschen Pruisen en het vroegere koningshuis kenmerkt, is niemand bijzonder enthousiast. In de geschiedenis van de revoluties is het in ieder geval nog niet voorgekomen, dat de vroegere regeeren- de familie de rijkste grondbezitsler van het land gebleven is, dat haar een geweldig ver mogen in baar geld wordt uitbetaald en dat ze verder een aanzienlijk aantal paleizen en een grootsche verzameling van kunstwer ken als haar eigendom beschouwen kan. Voornamelijk de regeling van de kunst aangelegenheden, die uit den aard der zaak de meeste belangstelling wekt, heeft bij de discussies over het zoo juist tot stand geko men „compromis" een belangrijke rol ge speeld. Eigenlijk speelt ze die nog steeds, daar de verdeeling van de inderdaad reus achtige kunstverzamelingen van het Hohen- zollernhuis, nog niet geheel voltooid is. Hoogst zonderlinge dingen zijn hier aan het licht gekomen. Ook in het buitenland heeft men verleden jaar vermoedelijk wel van de quaeslie der Sèvres-vazen gehoord. Onder de meesterlijke voorlbrengselen op het gebied van oud kunsthandwerk, die in het Berliner Schlosz waren ondergebracht, bevonden zich ook zeven stukken, waaraan de directie van het huidige slotmuseum, d. w. z. het Berlijnsche Iyunstgewerbe- museum, groote waarde hechtte. Ten eerste de genoemde Sèvres-vazen, voorts twee z g. rozenmarmervazen met bronzen voetstuk en tenslotte twee kunstwerken uit zilver. De stukken waren eens door een erfenis van Prins Heinrich ,den broeder van Frederik den Grooten, in het bezit van koningin Louise gekomen. Bij het pijnlijk nauwgezette onderscheid, dat de Duitsche juristen maak ten, werd vastgesteld, dat de kunstwerken lot die reeks behoorden, welke eerder a!s privaatbezit dan als staatsbezit te beschou wen waren. Er werd bijgevolg een plan ont worpen, bij de voorbereidende compromis- onderhandelingen de quaestie zóó le rege len, dat men hel koningshuis in ruil twee schilderijen in onvervreembaar bezit aan bood. die anders zeer zeker den staat zou den zijn toegewezen, n.L.een schilderij van Rembrandt „De pelgrim" welk stuk het Berlijnsch museum, dat een bijzonder rijke collectie Rembrandt&hüderijen .bezit, des noods kon ontberen en een Van Dijck, de kinderen van Karei I van Engeland voorstellend een schilderstuk, dat in ver gelijking met de Van Dijck-schilderijen in het Keizer-Friedrich-museum, die welis waar niet talrijk zijn, van minder beteeke nis was. Toen dit ruilaanbod gedaan werd, ver zocht de in Potsdam wonende ex-kroonprin ses. de kunstnijverheidproducten, in de eer ste plaats de Sèvres-vazen, eens te mogen zien. Zij schreef aan den directeur-generaal van de musea, prof. v. Falke een brief, waarin ze verklaarde, dat het haar toch te pijnlijk was. in het slot te komen; of men niet de Sèvres-vazen in het z.g. „Nieder- landische Palais" (het kleine paleis Unter den Linden naast het paleis van keizer Wil helm T) kon brengen. Falke was ridderlijk genoeg op dit voorstel in te gaan. Wat ge schiedde echter? De ex-kroonprinses nam de vazen één-twee-dri* mee naar het slot te Oels in Silezië waartoe ze natuurlijk in geen enkel opzicht gerechtigd was. daar de onderhandelingen nog geenszins ten einde gevoerd waren. De zaak werd ruchtbaar. Er ontspon zich een briefwisseling. De Sèvres- vazen kwamen ook werkelijk uit Oels te rug. Maar ze kwamen, niet weer in het voorzichtig geklopt le hebben, haar binnen liet in het kleine en vol zorg bewaakte hei ligdom, waar de groote man zich bevond. Zij ging maar een paar passen over den drempel en daar stond zij, een bedeesd, ver legen figuurtje, terwijl haar donkere oogen zich angstig en onderzoekend op het gelaat vestigden van den man, die opgestaan was, om haar te verwelkomen. „Daar hebben wij dus ons nichtje Vir ginia". zei hij, terwijl hij haar zijn beide handen toestak. „Jk ben blij je te zien. Ga hier vlak naast mij zitten. Ik word een oud man, zie je, en ik heb zoo mijn eigenaardig heden. Ik heb graag, dat iemand met wien ik praat dicht bij mij is. Vertel mij nu eens, mijn lieve kind. hoe de reis is geweest. Je ziet er wat moe uit, maar misschien komt dat. omdat alles hier vreemd voor je is." Al haar angst scheen opeens weg te smelten. Zij zou zich onmogelijk iemand voor kunnen stellen, die er vriendelijker en edeler uitzag, dan die mooie oude heer. Hij was slank en niet bijzonder groot. Zijn witte haar. waar hij een overvloed van had was in het midden gescheiden en in lichte golven naar achteren geborsteld Hij was glad ge schoren en zijn grijze oogen waren tegelij kertijd zacht en vol humor Hij had een kleine goedgevormde mond. fijn besneden ge laatstrekken en als hij sprak langzaam en duidelijk, deed zijn prettige stem iemand gopd om naar te luisteren. Zij voelde opeen? een oneindige verlichting en besefte mis schien voor den eersten keer, hoe zij tegen deze ontmoeting had opgezien „Ik ben eigenlijk heelernaal niet moe," verzekerde zij hem ..maar ziet u ik ben nooit in een groote stad geweest en het is een verschrikkelijk lawaai vindt u niet? En dan heb ik ook nooit zoo iets moois gezien, Schlosz-museum. waar ze thuis behoord-arn, maar in het paleis van Wilhelm I. Dat had zijn bijzondere bedoeling. Want in het com promis was bepaald, dat de roerende goer deren, die zich op 1 November in die pai- leizen bevonden, welke den Hohenzollerius zouden worden toegewezen, eveneens h*t vroegere koningshuis zouden toeb°hooren. Het paleis van keizer Wilhelm I echter be hoorde tot deze paleizen Bijgevolg was men op de beslissing over de kostbare vazen en de andere genoemde stukken vooruit gi?- loopen. waartoe men natuurlijk geenszi/ns hel recht had. Geërgerd vraagt men zich af, hoe het mo gelijk was. dal de door het Pruisische mi nisterie van financiën benoemde „Kror,- gutsverwalter", de teugels zoo slap liet hangen; waarom hij niet categorisch eX' op aandrong, dat de zeven stukken spoedig weer op hun oude plaats teruggebracht werden Doch dit is niet het eenige leeken van ec*n vreemdsoortige behandeling van dit ge heele vragencomplex. Plotseling dook in den kunstbundel een groot, prachlig land schap van Hobbema op. Een Engelschman, die het kocht, bracht het bij Wilhelm v. Bede in het Berliner Museum, om zich te vergewissen, of het ook werkelijk een echte Hobbema was. Bode herkende het stuk on middellijk: het was afkomstig uit het Ber liner Schlosz. Hij nam het in beslag en d/* beklagenswaardige kooper trok druipstaal- lend af Maar tot het huidige oogenblik as nog niet vastgesteld, hoe de Hobbema uit het Schlosz kwam en hoe hij dan blijk baar toch door een lid van de familie H<o- honzollern, of door een harer lasthebbers verkocht kon worden. Hoe dat geschied fle niemand weet het. Zoo eenvoudig was het en is het trou wens niet, een overzicht van de reusachtige massa's van waardevolle voorwerpen te krijgen, die in de kasleelen zijn opgeborgen. De catalogus van hun inventarissen bestaat uit niet minder dan honderd dikke banden met dichtbeschreven bladzijden! Alleen voor het Berliner Schlosz zijn tien geweldige fo lianten aangelegd. Maar het schijnt, dat met de moeilijkheden, die zich hier voor doen, de beheerders meer te kampen hebben dan de gevolmachtigden van het vroegere koningshuis. Want het is een bekend feit, dat in de jaren sinds de staatsomwenteling een geheele galerij van schilderijen en go belins van groote waarde uit de kasteden verwijderd en een lange reis begonnen is, die meestal in het slot le Doorn eindigde, klaarblijkelijk echter ook op andere pun ten. Het bekend worden van deze gevallen wekte in de kringen van Berlijnsche kun stenaars en kunstliefhebbers groot opzien en buitengewoon ongenoegen. Hoe het volk erover denkt, kwam dezer dagen op wonderlijke wijze tot uitdrukking. Bij een der sportfeesten, welke zich zoozeer in de belangstelling en liefde der Berlijnnr? mogen verheugen, bij de Zesdaagsehe ren nen n..l., verscheen ook. glimlachend en goedgemutst als altijd, de ex-kroonprins. Hij is werkelijk een onbevangen mensch, en die onbevangenheid moet men in hem waardeeren. Niemand, die hem persoonlijk ontmoet heeft, zal den beminnelijken een voud van zijn wezen loochenen. Hij lijkt in niets op het beeld, dat de millioene/i, die den kroonprins niet kennen, van hein ont werpen. Of het nu juist verstandig en. tact vol was in dezen tijd. nu de ontstemming over het gesloten „compromis" nojs zoo levendig is, zich op een dergelijke plaats, voor vele duizenden te vertoonen, mag bul ten beschouwing blijven. In ieder geval wekte de verschijning van de welbekende en onmiddellijk te herkennen gestalfte groot opzien. Op hetzelfde moment onjtwaarde men de kloof, die het Duitsche volk in twee kampen verdeelt: op de plaatsen onder ln de renbaan van het sportpaleis en in de loges werd het optreden van den vroegeren troonopvolger met vriendelijke belangstel ling en een glimlach van verstandhouding begroet op de duizenden goedkoope plaat sen echter veroorzaakte het onrust en on tevreden gemopper. Daarbij bleef het echter niet. Volgens de oude gewoonte worden bij dit wielrennen kleine tusschenprijzen voor bijzondere prestaties uitgeloofd. Daar meldt zich plot seling de kroonprins! Looft een prijs uit als dit huis. Misschien maakt het mij een beetje bang." Hij legde zijn hand vriendelijk op de hare. „Ik denk," zei hij glimlachend, ..dal je gauw aan dit alles zult wennen Je hebt er de gelegenheid voor, als je wilt." Zij lachte zachtjes. „Als ik wilII" sprak zij hem na. „O, het lijkt me alles een sprookje." Hii knikte. „Waar je vandaan komt." zei hij, „i9 het leven erg rustig. Je zult merken dat het hier heel anders is. Weet je wat dit zijn?" Hij wees op een rij zwarte toestellen, die boven op zijn schrijftafel stonden. Zij schudde het hoofd met twijfel in haar blik. „Ik geloof het niet," erkende zij. „Het zijn telefoontoestellen", zei hij. „dit toestel" en hij wees op het eerste „is een eigen lijn naar mijn kantoor in Wall Street. Dit", hii legde een vinger op het tweede, „is een eigen lijn naar de bank. waarvan ik president ben. Deze twee", vervolgde hij, „stellen mij in verbinding met twee make laars. die zaken voor mij doen. De andere drie zijn gewone telefonen, twee voor ge sprekken buiten de stad en één voor New- York. Toen je binnen kwam. drukte ik met de voet op dezen knip in den vloer Alle toe stellen werden hier opeens uitgeschakeld en in verbinding gebracht met de kamer van mijn secretaris Terwijl ik hier aan tafel zit. kan ik alle geldmarkten van de wereld doen schudden, mijn wil kan de fondsen doen rijzen en dalen Ik laat als het mij behaagt, fortuinen winnen of verliezen. Het is tegenwoordig de mode om mef min achting over gpldmenschen te spreken en toch is er geen koning op pen troon, die de wereld op haar grondvesten kan doen wan- onder den naam: „Van een ouden sport vriend uit Oels'" Natuurlijk twijfelde geen mensch. toen dit door de sportleiding aan gekondigd werd. wie de gever was. Een geweldig tumult ontstond De bovenste ran gen begonnen te sissen en te fluiten Waar op di1 onderste rangen, het burger-publiek, beleefd begon te applaudiseeren En plotc-- ling had men de scheur voor oogen. di-* dwars door de natie loopt. Tegelijkertijd trouwens ook het element, dat beide groe pen weer te zamen bindt de hartstocht voor sport, de sensatielust. Plotseling zag men van de hoogere regionen een reusachtig pla- kaat aan een touw gebonden afdalen lot dicht voor de plaats van den kroonprins, die te midden van de verwarring en op winding glimlachend en vergenoegd met over elkaar geslajgen beenen niet als de andere bezoekers op een sloel. maar op een la fel zat. Op hp{ plakaat stond te lezen: „Geen penning voorde vorsten! Al het geld voor de wielrenners!" een eenigszins vreemd en onduidelijk opschrift, waarvan het eerste dpel aan den strijd om de „ont eigening" herianerden en waarvan het tweede deel befeekenen moest, dat 't geld, dat de Hohenzollerns van het volk kregen, nu voor dergelijke doeleinden gebruikt zal worden. Waartegen echter de sporl-enthou- siasten op de Zesdaagsehe eigenlijk geen bezwaar moesten hebben. Kortom de on handigheid van het opschrift had tenge volge, dat de heele zaak geen ernstige, maar een comische wending nam. Iedereen lach te. En ook het lachen is. Goddank, nog altijd iets, dat de overigen? vijandige lagen der bevolking vereenigen kan. Dr. MAX. OSBORN. RECLAME. 4158 (Zitting van Vrijdag.) REGELING VAN WERKZAAMHEDEN. De VOORZITTER stelt voor de vergade ring van Dinsdag en Donderdag van de vol gende week 's avonds voort te zetten en na de begrooting van Arbeid die van Finan ciën te behandelen. Voorts Dinsdagavond na de Justitiebegrooling die der P. en T. en tegen Donderdag van de volgende week een groot aantal wetsontwerpen w. o. de afschaf fing der speelkaartenbelasling en verlenging van den termijn genoemd in art. 88 a van de Tabakswet. Aldus wordl besloten. De VOORZITTER deelt mede, dal de cen trale afdeeling heeft besloten Vrijdag 3 Dec. te 11 uur in de afdeelingen te onderzoeken het ontwerp tol nadere regeling der collec tieve arbeidsovereenkomst en andere ont werpen en dien dag de openbare vergadering te 2 uur te doen aanvangen. STAATSBEGROOTING 1927. Arbeid, Handel en Nijverheid. Aan de orde is de voortzetting der behan deling van de begrooting van Arbeid, Han del en Nijverheid. De heer VERAART (R. K.) erkent, dat de minister voor vele moeilijkheden staat. Die moeilijkheden kunnen worden opgelost, als minister en kamer maar begrijpen, dat zij voor een keerpunt staan in onze sociale ge schiedenis. Men kan niet verwachten van den minister dat hij in overvloed aan alia sociale wenschan toegemoet zal komen. Echter wordt er langs den weg, die thans wordt bewandeld zeer weinig gedaan in het belang van den socialen vrede. Moeten wij bij een komende opleving van de conjunc tuur weer komen te staan voor allerlei con flicten in de mreest vitale bedrijven? Moeten wij er bij bliiven zitten, dat een overgroot deel van onze arbeiders nog rechteloos is? Dank zij den groei der vakbeweging is er veel bereikt, doch er is alleen macht ge vormd geen individueel recht. De machts kelen ab wij koningen van de geldmarkt dat kunnen door slechts één vingerdruk." „Bent u een millionair?" vroeg zij be deesd. „Maa,T dat bent u natuurlijk, want anders kon u niet in zoo'n huis als dit wonen." Hij logde zijn hand vriendelijk op de hare. „Ja," zeide hij. „ik ben vele malen million nair. anders zou ik niet veel in New York beteekenen. Maar kom. ik heb je genoeg over mezelf verteld. Ik verzocht je. zooals je wer/t. hier te komen, omdat er tijden zijn, dat ik: mij heel eenzaam voel. Ik dacht zoo. dat a/ls mijn zuster mij een van haar kin- dereyi kon afstaan, ik die vriendelijke daad op r>rijs zou stellen en misschien eens zou kur/nen vergelden. Denk je Virginia, dat je het prettig zoudt vinden hier te wonen en de meesteres van dit huis te zijn?" /£ij schrok even terug. Het vooruitzicht had zijn angstwekkende zijde. „O. ik zou het heerlijk vinden", ver klaarde zij. „maar ik durf er eenvoudig niet aan te denken. Ik ben bang. dat u niet weet hoe wij eigenlijk in Welham Springs leven. Wij hebben heelernaal geen bedienden en doen alles zelf. Het zou me onmogelijk zijn een huishouding als deze te regelen." ..Hij keek haar vriendelijk glimlachend aan. „Misschien," zei hij ..zal je het min der moeilijk vinden dan je denkt. Er is al een huishoudster die voor alles zorgt wat het technische gedeelte betreft. Zij heeft alleen iemand noodig, aan wip zij nu en dan wat vragen kan Je zoudt absoluut niets met he* personeel te maken hebben of met de regeling van het w*rk Je hebt enkel en alleen eezelcrhapsplichfen". „Ik hen bang." antwoordde zij. dat ik daar nog nuuder van af zal weten." (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1926 | | pagina 9