GELDKONINGEN.
PUROL
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 27 November
Derde Blad Anno 1926.
lp Buitent. Weekoverzicht
FEUILLETON.
SINT NICOLAAS
W. DE LAAT, Sophiastraat 17
BERLIJNSCHE BRIEVEN.
Bij Verwonding
niniiindadelijk nimiini
TWEEDE KAMER.
10. 20463
Stresemann's arbeid goedge
keurd Conferenties op til
De Engelsche mijnwerkers
volledig verslagen De Brit-
sche Rijksconferentie.
I De Duitsche Rijksdag heeft eenige dagen
■edebalteerd over het buitenlandsch beleid
Her regeering. Gelijk niet anders te ver
nachten was, is de politiek van Stresemann
Biedgekeurd, dat via Locarno naar Thoiry
Heeft gevoerd. Van uiterst rechts zoowel als
Ban uiterst links werd een motie van wan-
Bouwen ingediend, die echter beide werden
Bendorpen met alleen de stemmen der
Boorstellers voor. De moties verschilden
■och zoozeer van inhoud, dat van een elkaar
Beunen der uitersten geen sprake kon zijn.
■ipmerkelijk, zeer opmerkelijk is evenwel,
Bat de Duitsch-nalionalen, die immers om
ocarno destijds de regeeringslafel verlieten,
Bch van stemming onthielden, al is Thoiry
Eelfs nog gevolgd.
I In een deel van deze partij wordt momen-
Bel zelfs actie gevoerd voor een volledige
Benadering tot Frankrijk, 't Kan verkeeren
blijft zeer twijfelachtig of deze ont-
Bouding de Duitsch-nationalen opnieuw zal
waar zij graa«g weer zouden willen
achter de regeeringstafel terug. Er is
Bet hen te veel leergeld betaald en de
is meer naar de groote coalitie, gelet
Bk op den gang van zaken in eenige bonds-
Buiden.
I Aangenomen is door den Rijksdag met de
Bommen van alle z,g. burgerlijke partijen
Boor een motie, waarbij aangedrongen
Bord', op een onderzoek naar de schuld aan
Ben oorlog. Feitelijk beteekent dit een recht-
Breeksche aanranding van het vredesver-
Krag van Versailles, waarbij Duitschland
I s schuld alleen aanvaardde. Dit zal dan
Bok ongetwijfeld niet nalaten in Frankrijk
«(stemming te wekken en men mag zich
inderdaad met verbazing afvragen of in
■hiitschland dan niet begrepen wordt, hoe
■eze voor het oogenblik academische vraag
Ban geen practische beteekenis, slechts de
leerhoudingen kan schaden, nooit bevorde
ren. Voor een historische oplossing van het
Bhuldvraagstuk zijn deze tijden nog niet
Irijp. O i. zal eerst een nieuw geslacht
Imcer onbevangen kunnen staan tegenover
Idorgclijke aangelegenheden.
I De regeering zal vermoedelijk echter wel
■genoeg doorzicht hebben om van de motie
peen of althans zeer weinig notitie te nemen.
■Vooral nu nieuwe besprekingen voor de
Ideur staan Begin December is er immers
Iweer vergadering van den Volkenbonds-
Intad, waar Chamberlain, Briand en Strese-
Imannn acte de présence zullen geven. Mus-
Eolini durft zich natuurlijk niet buiten de
■landspalen le wagen, maar Chamberlain
■en Briand zullen denkelijk wel een uitstapje
leven over de Italiaansche grens gaan ma
llen om el duc,e te ontmoeten.
I Bij al deze conferenties, onderonsjes etc.
■rullen de meest uiteenloopende aangelegen-
leden ongetwijfeld woïden aangesneden.
Boemen we b.v.: Duitschland's onlwape-
ling. de opheffing der geallieerde controle,
bezetting van Rijnland en de ontrui
ming daarvan, mandaatskwesties, dus ko-
l'oniale affaires en wat niet al verder. Al-
hrlei geruchten daaromtrent doen de ronde,
roaar eenige houvast mankeert ten eenen-
male. We zullen daarom op alle hypothesen
iiipt verder ingaan.
Dat het een loven en bieden wordt
daarop kan men staat maken!
In Engeland probeeren hier en daar de
mijnwerkers nog districtsgewijs door een
zelfde politiek wat te redden, doch daarvoor
i? de tijd daar voorbij. De eigenaren stellen
eenvoudig hun eischen, die zijn h prendre
A laisser. Gelijk te verwachten was
heeft de regeering haar aanbod van een
soort scheidsgerecht volledig teruggenomen.
du dat is geweigerd. De mijnwerkers heb
ben den eigenaren dus wel in de kaart ge
speeld.
Meer dan een derde gedeelte is reeds aan
het werk getogen en feitelijk is dat wel zoo
ongeveer de helft, wanneer men in rekening
brengt het groot aantal slachtoffers, dat er
vallen zal. want van allen weer te werk
stellen is geen sprake
Op rust in het Engelsche mijnbedrijf is
Geautoriseerde vertaling naar het Engelsch
van E. PHILIPS OPPENHEIM.
door
W. M. D. SPIES—VAN DER LINDEN.
1)
DEEL I.
Hoofdstuk I.
Phineas Duge.
Toen Virginia zich losgemaakt had uit de
omhelzingen van haar bedroefde, maar op
gewonden familie en in den trein was ge
slapt, die maar eens per dag langs het kleine
<l>rpje in Massachusetts kwam waar zij
haar heele leven gewoond had. voelde u\
Jich, niettegenstaande haar negentien jaren,
buitengewoon gewichtig en voornaam Toen
J'l vier uur later een statigen huisknecht in
fraai livrei volgde door een sprie deftige ont-
Vangkamers van een der mooiste huizingen
Van ..Fifth Avenue", vond zij zich zelf op-
een heel onbeteekenend persoontje.
Het geraas en geroes van New York
•°nk nog in haar oor^n Was zij al ver-
'Jsterd geweest door de geweldige, geheel
meuwe indrukken van een groote stad. zij
J^akte nog meer van streek door de won-
"Le.Dracht die haar nu omgaf
^1. die haar geheele leven op een een-
voudige hoeve had gewoond waar iedereen
erkte en een enkele dienstbod* reeds als
xe werd beschouwd bevond zich opeens
hel paleis van een millionnair, een paleis,
door een en ander voorloopig derhalve niet
te hopen. De mijnwerkers zijn gedwongen
zich te schikken, maar met den dood in het
hart en zinnend op wraak zullen zij weer
afdalen Een economische vrede is uitge
sloten. Wanneer de ruzie zoo op de spits
wordt gedreven, is het nuchter verstand
gewoonlijk zoek en in het Engelsche mijn-
conflict gaat het niet anders
De beperkende maatregelen op het kolen-
gebruik zijn intusschen in Engeland reeds
opgeheven en met snelle schreden gaat men
inwendig de normale toestanden tegemoet.
Behoort de staking tot het verleden, dan
zal de Fngelsehe arbeiderswereld beginnen
onder elkaar de vuile wasch le behandelen,
dat lijdt geen twijfel Of Cook Jdaarvoor toch
niet vreest, gezien het feit, dat hij weldra
een bezoek zal gaan brengpn aan sovjet-
Rusland. dat hem zoo braaf heeft gestijfd
in zijn hazardspel van er op of er onder?
De sovjets hebben overigens een ernstig
verlies te betreuren door den dood van
Krassin, een der leiders, die ten minste alle
moeite deed om op den beganen grond te
blijven met zijn politiek, al slaagde hij
daarin niet volkomen door de bevelen van
hoogerhand.
KRASSIN.
Dat de betrekkingen tusschen Engeland
en Rusland nog zoo waren als zij thans zijn,
danken de sovjets voor het grootste deel
aan zijn gematigd optreden, dat was geba
seerd op een tacliek van te streven naar het
bereikbare. Tot een handelsverdrag of iets
in dien geest heeft ook hij het echter niet
kunnen brengen, hoezeer hij zich daarvoor
moeite heeft gegeven. Succes kon zijn pogen
niet hebben, daar door het optreden der
Russische leiders werd vernietigd, heigeen
hij moeizaam opbouwde.
De band tusschen beide landen kon nog
wel eens heel wat losser worden na dit af
sterven van den sovjet-gezant te Londen.
Ook de band tusschen de diverse deelen
van het Britsche wereldrijk is losser ge
worden. Dit is het resultaat geweest der
Rijksconferentie te Londen. Steeds meer
zelfstandigheid erlangen de Dominions,
steeds losser komen zij van het moederland
maar toch schijnt Engeland o. i. in dezen
de verstandigste politiek te volgen. In veler
lei opzicht hebben de diverse gewesten zoo
weinig met elkaar gemeen, dat zonder een
zeer lossen band alle kans als van zelf
werd geschapen op een volledige scheuring.
Van twee kwaden kiest John Buil de
kleinste
RECLAME.
heelt uit de Banketbakkerij van
VOOR ELK WAT WILS!
4254 BELKEFD AANBEVELEND
dat zijn volmaaktheid had te danken aan de
onttakeling van meer dan één oud Euro-
peesch kasteel.
Heel bedeesd en met angstige blikken keek
zij om zich heen, terwijl de knecht haar
langzaam voorging naar het heiligdom van
den man op wiens verzoek zij was geko
men.
De schilderijen, waarvan de schoonheid
zelfs haar ongeoefend oog trof de ingelegde
vloeren, de rijke meubileering. de bloemen
en de beelden, de zacht sprekende bedien
den dit alles was een openbaring voor
haar.
Zij had over zulke dingen gelezen, mis
schien had zij er over gefantaseerd maar
nooit had zij aan de mogelijkheid gedacht
er zelf eens mede in aanraking te komen.
Bij eiken stap die zij deed. voelde zij
haar zelfvertrouwen verminderen. Haar
kleeren, die dooT de dorpsnaaisfer gemaakt
waren naar een ontwijfelbaar Fransch mo
del en waar zij een paar uur geleden nog
zoo in haar schik mee geweest was. leken
haar nu sjofel en ouderwetsrh. Zij vond
zelfs geen troost in haar uiterlijk, al hadden
een half dozijn van de aardigsle jonge man
nen uit haar omgeving hun best gedaan ora
haar ijdel te maken, van den dag af dat zij
op „College", bijzonder vlug haar eind
diploma hgd behaald en was teruggekeerd
naar de kleine ouderlijke hoeve als erkende
„bellfe" van het olaatsje
Hier. voelde zij. zou haar uiterlijk haar
van geen nut zijn zii mocht al als koningin
heerschen in .Wellham Springs" in het
huis van haar oom. deü spoorweg million
nair en financier Phineas Duge voelde zij
zich epD heel nietig wezentje
Haar moed was haar bijna I ontzon
ken, toen eindelijk een Engelsche lakei, na
Scheiding van Staat en de Hohen-
zollerns Wonderlijke knnst-
affaires De Sèvres-vazen en de
Hobbema De kroonprins op den
Zesdaagschen Wielerwedstrijd
Sport en lachen als vredesgoden.
Berlijn, midden November.
Acht jaar lang duurde reeds het schei-
dingsproces tusschen Duilschland en I-Io-
henzollerns. Nu eindelijk is, na de reeds
spoedig gevolgde scheiding van tafel en
bed" ook de financieele kant van de zaak
geregeld. De scheiding is thans dus defini
tief voltrokken.
Hierdoor is een verhouding ontslaan, die,
omdat ze zuiver is, beter is dan de vroegere.
Maar over de zuiverheid, die thans de male-
rieele betrekkingen tusschen Pruisen en het
vroegere koningshuis kenmerkt, is niemand
bijzonder enthousiast. In de geschiedenis
van de revoluties is het in ieder geval nog
niet voorgekomen, dat de vroegere regeeren-
de familie de rijkste grondbezitsler van het
land gebleven is, dat haar een geweldig ver
mogen in baar geld wordt uitbetaald en dat
ze verder een aanzienlijk aantal paleizen
en een grootsche verzameling van kunstwer
ken als haar eigendom beschouwen kan.
Voornamelijk de regeling van de kunst
aangelegenheden, die uit den aard der zaak
de meeste belangstelling wekt, heeft bij de
discussies over het zoo juist tot stand geko
men „compromis" een belangrijke rol ge
speeld. Eigenlijk speelt ze die nog steeds,
daar de verdeeling van de inderdaad reus
achtige kunstverzamelingen van het Hohen-
zollernhuis, nog niet geheel voltooid is.
Hoogst zonderlinge dingen zijn hier aan
het licht gekomen. Ook in het buitenland
heeft men verleden jaar vermoedelijk wel
van de quaeslie der Sèvres-vazen gehoord.
Onder de meesterlijke voorlbrengselen op
het gebied van oud kunsthandwerk, die in
het Berliner Schlosz waren ondergebracht,
bevonden zich ook zeven stukken, waaraan
de directie van het huidige slotmuseum,
d. w. z. het Berlijnsche Iyunstgewerbe-
museum, groote waarde hechtte. Ten eerste
de genoemde Sèvres-vazen, voorts twee z g.
rozenmarmervazen met bronzen voetstuk en
tenslotte twee kunstwerken uit zilver. De
stukken waren eens door een erfenis van
Prins Heinrich ,den broeder van Frederik
den Grooten, in het bezit van koningin
Louise gekomen. Bij het pijnlijk nauwgezette
onderscheid, dat de Duitsche juristen maak
ten, werd vastgesteld, dat de kunstwerken
lot die reeks behoorden, welke eerder a!s
privaatbezit dan als staatsbezit te beschou
wen waren. Er werd bijgevolg een plan ont
worpen, bij de voorbereidende compromis-
onderhandelingen de quaestie zóó le rege
len, dat men hel koningshuis in ruil twee
schilderijen in onvervreembaar bezit aan
bood. die anders zeer zeker den staat zou
den zijn toegewezen, n.L.een schilderij van
Rembrandt „De pelgrim" welk stuk het
Berlijnsch museum, dat een bijzonder rijke
collectie Rembrandt&hüderijen .bezit, des
noods kon ontberen en een Van Dijck,
de kinderen van Karei I van Engeland
voorstellend een schilderstuk, dat in ver
gelijking met de Van Dijck-schilderijen in
het Keizer-Friedrich-museum, die welis
waar niet talrijk zijn, van minder beteeke
nis was.
Toen dit ruilaanbod gedaan werd, ver
zocht de in Potsdam wonende ex-kroonprin
ses. de kunstnijverheidproducten, in de eer
ste plaats de Sèvres-vazen, eens te mogen
zien. Zij schreef aan den directeur-generaal
van de musea, prof. v. Falke een brief,
waarin ze verklaarde, dat het haar toch te
pijnlijk was. in het slot te komen; of men
niet de Sèvres-vazen in het z.g. „Nieder-
landische Palais" (het kleine paleis Unter
den Linden naast het paleis van keizer Wil
helm T) kon brengen. Falke was ridderlijk
genoeg op dit voorstel in te gaan. Wat ge
schiedde echter? De ex-kroonprinses nam
de vazen één-twee-dri* mee naar het slot
te Oels in Silezië waartoe ze natuurlijk
in geen enkel opzicht gerechtigd was. daar
de onderhandelingen nog geenszins ten einde
gevoerd waren. De zaak werd ruchtbaar. Er
ontspon zich een briefwisseling. De Sèvres-
vazen kwamen ook werkelijk uit Oels te
rug. Maar ze kwamen, niet weer in het
voorzichtig geklopt le hebben, haar binnen
liet in het kleine en vol zorg bewaakte hei
ligdom, waar de groote man zich bevond.
Zij ging maar een paar passen over den
drempel en daar stond zij, een bedeesd, ver
legen figuurtje, terwijl haar donkere oogen
zich angstig en onderzoekend op het gelaat
vestigden van den man, die opgestaan was,
om haar te verwelkomen.
„Daar hebben wij dus ons nichtje Vir
ginia". zei hij, terwijl hij haar zijn beide
handen toestak. „Jk ben blij je te zien. Ga
hier vlak naast mij zitten. Ik word een oud
man, zie je, en ik heb zoo mijn eigenaardig
heden. Ik heb graag, dat iemand met wien
ik praat dicht bij mij is. Vertel mij nu eens,
mijn lieve kind. hoe de reis is geweest. Je
ziet er wat moe uit, maar misschien komt
dat. omdat alles hier vreemd voor je is."
Al haar angst scheen opeens weg te
smelten. Zij zou zich onmogelijk iemand
voor kunnen stellen, die er vriendelijker en
edeler uitzag, dan die mooie oude heer. Hij
was slank en niet bijzonder groot. Zijn witte
haar. waar hij een overvloed van had was
in het midden gescheiden en in lichte golven
naar achteren geborsteld Hij was glad ge
schoren en zijn grijze oogen waren tegelij
kertijd zacht en vol humor Hij had een
kleine goedgevormde mond. fijn besneden ge
laatstrekken en als hij sprak langzaam en
duidelijk, deed zijn prettige stem iemand
gopd om naar te luisteren. Zij voelde opeen?
een oneindige verlichting en besefte mis
schien voor den eersten keer, hoe zij tegen
deze ontmoeting had opgezien
„Ik ben eigenlijk heelernaal niet moe,"
verzekerde zij hem ..maar ziet u ik ben
nooit in een groote stad geweest en het is
een verschrikkelijk lawaai vindt u niet? En
dan heb ik ook nooit zoo iets moois gezien,
Schlosz-museum. waar ze thuis behoord-arn,
maar in het paleis van Wilhelm I. Dat had
zijn bijzondere bedoeling. Want in het com
promis was bepaald, dat de roerende goer
deren, die zich op 1 November in die pai-
leizen bevonden, welke den Hohenzollerius
zouden worden toegewezen, eveneens h*t
vroegere koningshuis zouden toeb°hooren.
Het paleis van keizer Wilhelm I echter be
hoorde tot deze paleizen Bijgevolg was
men op de beslissing over de kostbare vazen
en de andere genoemde stukken vooruit gi?-
loopen. waartoe men natuurlijk geenszi/ns
hel recht had.
Geërgerd vraagt men zich af, hoe het mo
gelijk was. dal de door het Pruisische mi
nisterie van financiën benoemde „Kror,-
gutsverwalter", de teugels zoo slap liet
hangen; waarom hij niet categorisch eX' op
aandrong, dat de zeven stukken spoedig
weer op hun oude plaats teruggebracht
werden
Doch dit is niet het eenige leeken van
ec*n vreemdsoortige behandeling van dit ge
heele vragencomplex. Plotseling dook in
den kunstbundel een groot, prachlig land
schap van Hobbema op. Een Engelschman,
die het kocht, bracht het bij Wilhelm v.
Bede in het Berliner Museum, om zich te
vergewissen, of het ook werkelijk een echte
Hobbema was. Bode herkende het stuk on
middellijk: het was afkomstig uit het Ber
liner Schlosz. Hij nam het in beslag en d/*
beklagenswaardige kooper trok druipstaal-
lend af Maar tot het huidige oogenblik as
nog niet vastgesteld, hoe de Hobbema uit
het Schlosz kwam en hoe hij dan blijk
baar toch door een lid van de familie H<o-
honzollern, of door een harer lasthebbers
verkocht kon worden. Hoe dat geschied fle
niemand weet het.
Zoo eenvoudig was het en is het trou
wens niet, een overzicht van de reusachtige
massa's van waardevolle voorwerpen te
krijgen, die in de kasleelen zijn opgeborgen.
De catalogus van hun inventarissen bestaat
uit niet minder dan honderd dikke banden
met dichtbeschreven bladzijden! Alleen voor
het Berliner Schlosz zijn tien geweldige fo
lianten aangelegd. Maar het schijnt, dat
met de moeilijkheden, die zich hier voor
doen, de beheerders meer te kampen hebben
dan de gevolmachtigden van het vroegere
koningshuis. Want het is een bekend feit,
dat in de jaren sinds de staatsomwenteling
een geheele galerij van schilderijen en go
belins van groote waarde uit de kasteden
verwijderd en een lange reis begonnen is,
die meestal in het slot le Doorn eindigde,
klaarblijkelijk echter ook op andere pun
ten. Het bekend worden van deze gevallen
wekte in de kringen van Berlijnsche kun
stenaars en kunstliefhebbers groot opzien
en buitengewoon ongenoegen.
Hoe het volk erover denkt, kwam dezer
dagen op wonderlijke wijze tot uitdrukking.
Bij een der sportfeesten, welke zich zoozeer
in de belangstelling en liefde der Berlijnnr?
mogen verheugen, bij de Zesdaagsehe ren
nen n..l., verscheen ook. glimlachend en
goedgemutst als altijd, de ex-kroonprins.
Hij is werkelijk een onbevangen mensch,
en die onbevangenheid moet men in hem
waardeeren. Niemand, die hem persoonlijk
ontmoet heeft, zal den beminnelijken een
voud van zijn wezen loochenen. Hij lijkt
in niets op het beeld, dat de millioene/i, die
den kroonprins niet kennen, van hein ont
werpen. Of het nu juist verstandig en. tact
vol was in dezen tijd. nu de ontstemming
over het gesloten „compromis" nojs zoo
levendig is, zich op een dergelijke plaats,
voor vele duizenden te vertoonen, mag bul
ten beschouwing blijven. In ieder geval
wekte de verschijning van de welbekende
en onmiddellijk te herkennen gestalfte groot
opzien. Op hetzelfde moment onjtwaarde
men de kloof, die het Duitsche volk in twee
kampen verdeelt: op de plaatsen onder ln
de renbaan van het sportpaleis en in de
loges werd het optreden van den vroegeren
troonopvolger met vriendelijke belangstel
ling en een glimlach van verstandhouding
begroet op de duizenden goedkoope plaat
sen echter veroorzaakte het onrust en on
tevreden gemopper.
Daarbij bleef het echter niet. Volgens de
oude gewoonte worden bij dit wielrennen
kleine tusschenprijzen voor bijzondere
prestaties uitgeloofd. Daar meldt zich plot
seling de kroonprins! Looft een prijs uit
als dit huis. Misschien maakt het mij een
beetje bang."
Hij legde zijn hand vriendelijk op de
hare. „Ik denk," zei hij glimlachend, ..dal je
gauw aan dit alles zult wennen Je hebt er
de gelegenheid voor, als je wilt."
Zij lachte zachtjes. „Als ik wilII" sprak
zij hem na. „O, het lijkt me alles een
sprookje."
Hii knikte.
„Waar je vandaan komt." zei hij, „i9 het
leven erg rustig. Je zult merken dat het
hier heel anders is. Weet je wat dit zijn?"
Hij wees op een rij zwarte toestellen, die
boven op zijn schrijftafel stonden. Zij
schudde het hoofd met twijfel in haar blik.
„Ik geloof het niet," erkende zij.
„Het zijn telefoontoestellen", zei hij. „dit
toestel" en hij wees op het eerste „is een
eigen lijn naar mijn kantoor in Wall Street.
Dit", hii legde een vinger op het tweede, „is
een eigen lijn naar de bank. waarvan ik
president ben. Deze twee", vervolgde hij,
„stellen mij in verbinding met twee make
laars. die zaken voor mij doen. De andere
drie zijn gewone telefonen, twee voor ge
sprekken buiten de stad en één voor New-
York.
Toen je binnen kwam. drukte ik met de
voet op dezen knip in den vloer Alle toe
stellen werden hier opeens uitgeschakeld en
in verbinding gebracht met de kamer van
mijn secretaris Terwijl ik hier aan tafel
zit. kan ik alle geldmarkten van de wereld
doen schudden, mijn wil kan de fondsen
doen rijzen en dalen Ik laat als het mij
behaagt, fortuinen winnen of verliezen.
Het is tegenwoordig de mode om mef min
achting over gpldmenschen te spreken en
toch is er geen koning op pen troon, die de
wereld op haar grondvesten kan doen wan-
onder den naam: „Van een ouden sport
vriend uit Oels'" Natuurlijk twijfelde geen
mensch. toen dit door de sportleiding aan
gekondigd werd. wie de gever was. Een
geweldig tumult ontstond De bovenste ran
gen begonnen te sissen en te fluiten Waar
op di1 onderste rangen, het burger-publiek,
beleefd begon te applaudiseeren En plotc--
ling had men de scheur voor oogen. di-*
dwars door de natie loopt. Tegelijkertijd
trouwens ook het element, dat beide groe
pen weer te zamen bindt de hartstocht voor
sport, de sensatielust. Plotseling zag men
van de hoogere regionen een reusachtig pla-
kaat aan een touw gebonden afdalen lot
dicht voor de plaats van den kroonprins,
die te midden van de verwarring en op
winding glimlachend en vergenoegd met
over elkaar geslajgen beenen niet als de
andere bezoekers op een sloel. maar op een
la fel zat. Op hp{ plakaat stond te lezen:
„Geen penning voorde vorsten! Al het geld
voor de wielrenners!" een eenigszins
vreemd en onduidelijk opschrift, waarvan
het eerste dpel aan den strijd om de „ont
eigening" herianerden en waarvan het
tweede deel befeekenen moest, dat 't geld,
dat de Hohenzollerns van het volk kregen,
nu voor dergelijke doeleinden gebruikt zal
worden. Waartegen echter de sporl-enthou-
siasten op de Zesdaagsehe eigenlijk geen
bezwaar moesten hebben. Kortom de on
handigheid van het opschrift had tenge
volge, dat de heele zaak geen ernstige, maar
een comische wending nam. Iedereen lach
te. En ook het lachen is. Goddank, nog altijd
iets, dat de overigen? vijandige lagen der
bevolking vereenigen kan.
Dr. MAX. OSBORN.
RECLAME.
4158
(Zitting van Vrijdag.)
REGELING VAN WERKZAAMHEDEN.
De VOORZITTER stelt voor de vergade
ring van Dinsdag en Donderdag van de vol
gende week 's avonds voort te zetten en na
de begrooting van Arbeid die van Finan
ciën te behandelen. Voorts Dinsdagavond
na de Justitiebegrooling die der P. en T. en
tegen Donderdag van de volgende week een
groot aantal wetsontwerpen w. o. de afschaf
fing der speelkaartenbelasling en verlenging
van den termijn genoemd in art. 88 a van de
Tabakswet.
Aldus wordl besloten.
De VOORZITTER deelt mede, dal de cen
trale afdeeling heeft besloten Vrijdag 3 Dec.
te 11 uur in de afdeelingen te onderzoeken
het ontwerp tol nadere regeling der collec
tieve arbeidsovereenkomst en andere ont
werpen en dien dag de openbare vergadering
te 2 uur te doen aanvangen.
STAATSBEGROOTING 1927.
Arbeid, Handel en Nijverheid.
Aan de orde is de voortzetting der behan
deling van de begrooting van Arbeid, Han
del en Nijverheid.
De heer VERAART (R. K.) erkent, dat de
minister voor vele moeilijkheden staat. Die
moeilijkheden kunnen worden opgelost, als
minister en kamer maar begrijpen, dat zij
voor een keerpunt staan in onze sociale ge
schiedenis. Men kan niet verwachten van
den minister dat hij in overvloed aan alia
sociale wenschan toegemoet zal komen.
Echter wordt er langs den weg, die thans
wordt bewandeld zeer weinig gedaan in het
belang van den socialen vrede. Moeten wij
bij een komende opleving van de conjunc
tuur weer komen te staan voor allerlei con
flicten in de mreest vitale bedrijven? Moeten
wij er bij bliiven zitten, dat een overgroot
deel van onze arbeiders nog rechteloos is?
Dank zij den groei der vakbeweging is er
veel bereikt, doch er is alleen macht ge
vormd geen individueel recht. De machts
kelen ab wij koningen van de geldmarkt
dat kunnen door slechts één vingerdruk."
„Bent u een millionair?" vroeg zij be
deesd. „Maa,T dat bent u natuurlijk, want
anders kon u niet in zoo'n huis als dit
wonen."
Hij logde zijn hand vriendelijk op de hare.
„Ja," zeide hij. „ik ben vele malen million
nair. anders zou ik niet veel in New York
beteekenen. Maar kom. ik heb je genoeg
over mezelf verteld. Ik verzocht je. zooals
je wer/t. hier te komen, omdat er tijden zijn,
dat ik: mij heel eenzaam voel. Ik dacht zoo.
dat a/ls mijn zuster mij een van haar kin-
dereyi kon afstaan, ik die vriendelijke daad
op r>rijs zou stellen en misschien eens zou
kur/nen vergelden. Denk je Virginia, dat je
het prettig zoudt vinden hier te wonen en
de meesteres van dit huis te zijn?"
/£ij schrok even terug. Het vooruitzicht
had zijn angstwekkende zijde.
„O. ik zou het heerlijk vinden", ver
klaarde zij. „maar ik durf er eenvoudig niet
aan te denken. Ik ben bang. dat u niet weet
hoe wij eigenlijk in Welham Springs leven.
Wij hebben heelernaal geen bedienden en
doen alles zelf. Het zou me onmogelijk zijn
een huishouding als deze te regelen."
..Hij keek haar vriendelijk glimlachend
aan. „Misschien," zei hij ..zal je het min
der moeilijk vinden dan je denkt. Er is al
een huishoudster die voor alles zorgt wat
het technische gedeelte betreft. Zij heeft
alleen iemand noodig, aan wip zij nu en
dan wat vragen kan Je zoudt absoluut niets
met he* personeel te maken hebben of met
de regeling van het w*rk Je hebt enkel en
alleen eezelcrhapsplichfen".
„Ik hen bang." antwoordde zij. dat ik
daar nog nuuder van af zal weten."
(Wordt vervolgd).