ZIJT GE Humor uit het Buitenland. RECHTZAKEN. Redacteur: Maar dat ztfn dezelfde teekentngen die Ik o de vorige week terugzond. Artist: Ja, dat weet lk, maar Ik won o nog een kans geven. (Passing Show.) Dominé's vrouw, op een toer door Aö parochie: Goeden morgen, juffrouw Bruins. Ik heb net geüuord dat m'o zoon een prijs op school heeft gekregen. We rijn er erg blfj om, dat begrfjpt n. Juffrouw Bruins: 0 Ja, dat gevoel kan ik me begapen, mevrouw Ik had hetzelfde toen ons varken den eersten prijs won op de landbouwtentoonstelling. (Passing Show.) Bohème. Zeg, ik heb hier een bankbiljet van honderd francs zooals er niet veel zijn. - Wat ls er dan voor buitengewoons aan? Dat het van mij ia. (Matin.) Heb Je het nogal getroffen met je nieuwe dienstbode? Nee, ze kan niet opschieten met de kinderen. O, dan heb Je haar zeker weggezonden? Hemel nee; we hebben de kinderen uit logeeren gestuurd, (Humorist.) Betl,. tot baar verloofde: - Daar no, George, no kan nle- mand zeggen, dat we elkaar alleen maar op ons best gezien hebben. <PuD°h'> Man: Maar liefste, hoe kun Je je nu toch zóó kleeden voor dat avondje bfj de Lijsters Weet )e dan niet dat t o schoon vader inspecteur bij de belastingen Is? (London Opinion.) positie der arbeidersbeweging staat eenvou dig in de plaats van hel rechL Spr. kan niet aan dezen minister vragen: Gaal gij nu eens werken om dien socialen vrede te bewerken. Wat de regeering slechts kan doen op het oogenblik is het wegnemen van slag boom en. Een slagboom is reeds weggeno men door opneming van art 194 der Grond wet. Doch er dient een tweeden slagboom te worden weggenomen De bedrijfsvrede dient verzekerd te worden door een orga nische wet. Wordt daaraan gewerkt, dan zou spr. daar gaarne een jaar voor over hebben Spr. hoopt, dat de rechtsche par tijen, die Christelijke grondslagen van de maatschappij willen, zullen meewerken om een behoorlijke rechtordc te verkrijgen en willen gelooven aan een verzoening tua- sch-cn werknemers en werkgevers. Zi.jt de minister m, dat aan de bedrijfs- grondslagen principieel iets moet worden veranderd. Spr. hoopt, dat de minister in dezen een klaar geluid zal laten hooren. De heer JOEKES (V.-D constateert, dat de gunstige atmosfeer in de Memorie van Antwoord, waarover de heer Stenhuis sprak, voornamelijk bestaat ra goede voor nemens van den minister De minister heelt echter slechts vage aanduidingen gedaan en spr. zou gaarne duidelijke toezeggin gen hooren. Hij weet we!, dat onder de zen minister reeds eemge belangrijke maat regelen tot stand kwamen, maar dat doet niets af aan de vaagheid van de toezeg gingen. Het verheugt hem, dat de minister den vrijen dag voor toonkunstenaars op Zondag niet wenscht te verkrijgen, door de muziek op Zondag te verbieden Do aangekondigde reorganisatie van den Hoo- gen Raad van Arbeid lijkt spr. niet zoo zeer belangrijk. Belangrijker is de aanslui ting van de leerplicht- aan <ie arbeidswet. Het zou wenschelijk zijn als te dezen aan zien het overleg met den minister van on derwijs spoedig eindigde en een ontwerp bij de Kamer werd ingediend Van twee dingen schijnt de minister nog niet te willen weten, n.1 van uitbreiding van de werking der arbeidswet', en van uit breiding der arbeids-inspectie De minister zou voldoende kracht moeten hebben, om het geriDge bedrag, dat voor de uitbrei ding der arbeidsinspectie noodig is, los te krijgen. De minister heeft ook bezwaar tegen bindendverklaring van alle bepalingen van collectieve overeenkomsten. Hoe wil de minister een ziekteverzekering doen steu nen op collectieve contracten 1 Spr. sluit zich in dezen gaarne aan bij het betoog van den heer Sraeenk, al heeft hij mot de verwachting dat dooT die bradendve.\kla ring de sociale vTede zal zijn bereikt. Teleurgesteld is de heer Joefces ten aan zien van de ontwerpverdragen van GenOve. De minister acht ratificatie niet gcwensiiht, dooh de ontwerpen moeten nog door de Kamer worden behandeld. Blijkens het Centraal Verslag der Ar beidsinspectie is de werking der 8-uren- dag in Nederland gunstig geweest, zoowel wat de efficiency betreft als de gezondheid der arbeiders. De bezwaren van den minis ter tegen de ratificatie van de 8-uren con ventie komen spr. niet klemmend voor. België heeft die conventie wel geratifi ceerd. Is het niet mogelijk, in België eens een onderzoek in te stellen naar de wer king der arbeidswet aldaar Misschien is het mogelijk uit België positieve gegeveus te verkrijgen De heer WEITKAMP (C.-H.) consta teert, dat de heer Stenhuis meent, dat bestaansvoorwaarden van deD mensch be paald worden dooT den arbeid en de ma chine. MaaT in de eerste plaats dienen er I grondstoffen te zijn en ons land heeft een armen bodem en een dichte bevolking cn kan daarom den arbeid niet zoo ruim De- loon en als groote landen met weinig be volking en rijk aaD delfstoffen Daaroiu moeten wij ook voorzichtig zijn met onze maatregelen om den arbeid in te kniu- pen. De arbeid met landbouwmachines js QK>k niet zoo geestdoodend als die ra "de iiidustrie. De arbeider wordt in den land bouw met aan een machine als 't ware vastgeketend. In deD landbouw is de ar beider de leider der machine Zoo kan b.v. het zaaien met de hand veel machinaler geschieden dan het zaaien met machines. Men jage den landbouw mot op onnoo- dige kosten. Er ia misschien wel iets te winnen, doch veel meer te bederven. Een fout, tegen dit bedrijf begaan, kan zich dubbel wreken ra het huishouden, aange zien de landbouw de meest onontbeerlijke voedingsmiddelen produceert. Spr. bestrijdt den heer v. d. Sluis, waar deze beweerde dat de opbrengst van den landbouw aan iederen arbeider een inko men van 2000 gulden kan waarborgen. Als het zoover was, zouden de landbouwers niet meer bang zijn voor een arbeidswet. De heer SCHAPER (S.-D.) zou den ma- nister willen toeroepen: Wacht u voor vriendenraadHet betoog van den heer Weitkarap, die een niet-domme boer is, mag de Kamer met als zoete koek aan vaarden. Het verschil in arbeid voor in dustrie- en landbouwarbeiders i6 niet te aanvaarden Bij den heer Weitkamp zat alleen voor: conservatisme en het belang van den boer. Ook het betoog van den heer Veraart was volgens spr. te slap. Met al dat studeeren en voorbereiden komt men er niet. Dit betoog was voor een minister die van philosofeeren en studee ren houdt reeds voldoende, om dezen op den verkeerden weg te brengen. Neen, in 1919 is een arbeidswet aange nomen en die is nog steeds niet uitgevoerd De werktijden van kellners en koks zijn enorm. De wet is er, maar wordt niet toe- toegepast. De arbeidswet wordt meer en meer ge saboteerd en er wordt niet genoeg toege zien op de naleving. Voor den minister is geen middenweg mogelijk Hij moet conservatief zijn of vooruitstrevend. Spr. hoopt dat de minister zijn arbeidersliefde zal bewijzen, waarover hij toen hij andere functies bekleedde, zoo vaak schreef. De heer KUIPER (R--K.) sluit zich aan bij degenen, die bepleitten volledige toe passing van de arbeidswet. Het is geble ken, dat ook bij toepassing van de Ar beidswet kapitaalvorming mogelijk is. De werkloosheid hier te lande is voor een groot deel het gevolg van het feit, dat in het Oosten, met name in Duitschland, geen werkgelegenheid is. Spr. onderbreekt hier zijn rede. HET JONGSTE SPOORWEGONGEVAL BIJ LEIDEN. De heer VAN BRAAMBEEK (S. D.) stelt, in verband met het spoorwegongeval van Donderdag, aan den minister van Water staat de volgende vragen: 1. Is de minister bereid, naar aanleiding van de veelvuldige ongevallen. die den laat- slen tijd bij de Nederl. Spoorwegen zijn voor gekomen, in het bijzonder op de baanvak ken RotterdamHaarlem en Rotterdam Den Haag (Z H. E. S.) een algemeen onder zoek te doen instellen naar de oorzaken daarvan, alsmede naar den algemeenen vei ligheidstoestand van de Spoorwegen en naar de maatregelen, die dienen te worden geno men om daarin verbetering te brengen? 2. Indien deze vraag bevestigend wordt beantwoord is de minister dan bereid, daar voor een commissie ra te stellen van des kundigen, waarin ook één of meer leden worden benoemd na overleg met de organi saties van het personeel? De MINISTER VAN WATERSTAAT, de heer v. d. VEGTE, antwoordt, dat, zonder te willen ontkennen, dat er ra den laatsten lijd meer dan voordien ongevallen hebben plaats gehad, hij er uitdrukkelijk op wil wijzen, dat de oorzaak van die ongevallen niet de zelfde is en dat hij het niet goed zou achten, wanneer de indruk werd verkregen, dat alle ongelukken dezelfde oorzaak hebben. Na het ongeluk bij de Vink zijn drie commissies benoemd. Spreker vraagt, of het gewenscht is, er een vierde aan toe te voegen De drie commissies hebben ook aandacht geschon ken aan het geheele baanvak. Die rapporten wenscht de minister af te wachten en die te gebruiken als een werkprogram voor het in oogenschouw nemen van den toestand. De minister zegt den heer van Braambeek toe in de eerstkomende 24 uur zijn vraag onder de oogen te zien. De tweede vraag moet voorloopig ontkennend worden beant woord. Indien de vakvereeniging vertegen woordigd wordt, dient ook het element der directie in de commissie te zitten en dan wordt de commissie te groot. De heer VAN BRAAMBEEK vraagt nader, of de minister bereid is het resultaat van zijn overwegingen aan de Kamer mee le deelen. Het is van belang, dat men zoo spoedig mogelijk weet, of er een commissie komt en zoo ja, hoe zij zal zijn samenge steld. Ten slotte dringt spreker nogmaals aan op het doen vertegenwoordigen van het personeel, dat bij nacht en ontij met een vaart van 80 k 90 K.M. over den spoorweg moet heenjagen. De MINISTER antwoordt, dat het onder zoek, dat hij aan het Toezicht heeft opgedra gen, reeds algemeen is. Hij zal tot Dinsdag a s. zijn aandacht o$der andere aan dat on derwerp wijden en dien dag het resultaat van zijn overwegingen aan de Kamer mee- deelen. STAATSBEGROOTING 1927. Arbeid, Handel en Nijverheid. De heer KUIJPER (R. K.) zet zijn rede voort en dringt aan de spoedige indiening van het ontwerp op de winkelsluiting. Hij spreekt zich ten slotte uit voor ratificatie der 8-uren conventie. Mej. WESTERMAN (V. B.) juicht toe, dat de minister maatregelen zal nemen ten aan zien van de werktijden van het verplegend personeel. Bij de maaltijden ten aanzien van het winkelpersoneel dient geen onder scheid gemaakt te worden tusschen manne lijk en vrouwelijk. Ten slotte beveelt spr. in de aandacht van den minister aan de verschillende rappor ten, die zijn verschenen over het vraagstuk der moederschapszorg. De heer VAN GIJN (V. B.) is ingenomen met de voorzichtigheid, die de minister be tracht ten aanzien van de bindendverkla ring der collectieve arbeidsovereenkomst. Spr. bestrijdt het betoog van den heer Smeenk. Alle arbeiders kunnen niet hetzelf de loon hebben Zij moeten naar prestatie betaald worden. Het collectief arbeidscon tract houdt als zoodanig de productie tegen, maar het bespaart strijd en als zoodanig is het aan te bevelen. De heer LOERAKKER (R. KT meent, dat niemand er bezwaar tegen heeft dal de col lectieve arbeidsovereenkomst over de heele linie bindend wordt verklaard. Men maant alleen den minister tot voorzichtigheid, het geen volgens spreker niet noodig is. Over de bescherming va nvrouwen en kinderen in den landbouw kan spr. verheugd zijn. Hij betreurt, dat de minister volwassen mannen niet onder de regeling brengt. Het is zonder ling, dat de minister het advies van den Hoogen Raad van Arbeid op zij legt en zich beroept op een rapport eener sub-commissie van de Commissie VI. Kan de minister toezeggen ook een rege ling voor de mannen te zullen ontwerpen? De heer BRAUTIGAM (S.D.A.P.) betoogt het nut van de bindend-verklaring eo be spreekt de arbeidstoestanden in het trans portbedrijf. Een arbeidstijd van 14 en meer uren per dag komen voor. De chauffeurs zitten oververmoeid achter het stuur, waar door ongelukken gebeuren. Te Alphen a. d. Röd reed des nachts een chauffeur een huis in elkaar, omdat hij achter het stuur zat te slapen. Hij had van des morgens 10 uur af op den wagen gezeten en moest nog naar Den Haag. Mogen zulke toestan den langer blijven bestaan? Spreker geeft in overweging, bij de vrachtwagens cijfers te brengen, ten einde aan te duiden, op welke tgden die wagen mag rijden. Want een chauffeur is meestal aan zijn wagen gebonden. Ook in de binnenbeurtvaart bestaan schro melijk Lange arbeidstijden. In Duitschland heeft men voor vaartuigen bemanningsrege- lingen. Iedere sluiswachter heeft er de de controle over. Ten slotte dringt de heer Brautigam aan op spoedige indiening van de aangekondigde wijziging van de stuwadoorswet De heer KERSTEN (G. St.) vraagt zich af of de werktijden in land- en tuinbouw bedrijf zoodanig zijn, dat de overheid moet ingrijpen. Men beoogt m deze tijden te veel regeling door de overheid. De medezeggen schap gaat in tegen de oude gereformeerde opvatting van de leer van de Schrift. De regeering bovordere die niet. Wat het bakkersbedrijf betreft, zou spr. gaarne zien, dat overtreding der Arbeids wet niet alleen met hechtenis wordt ge straft en dat de patroons vrijheid krijgen in eigen bakkerij. Den heer BOON (V>-B.) verheugt het, dat ook ten aanzien van dezen bewindsman gebleken is, dat theorie en practijk niet dezelfde is. Het beleid van dezen Minister, heeft spreker dan ook niet teleurgesteld. Spr. eischt de vrijheid op voor ieder individu om zelf te mogen arbeiden als hijj dit wenschelijk acht. De geldt voor de beurtvaart en voor den kleinen winkelstand ook. De Minister zwicht gelukkig niet voor den aandrang om overwerkvergunningen te weigeren. Ook het standpunt van den Mi nister zwicht gelukkig niet voor den aan drang om overwerkvergunningen te weige ren. Ook het standpunt van den Minister ten opzichte van de ratificaties van de conventies van Wash.ngton juicht spr. toe. In vele landen is die ratificatie niet ge schied en in andere is zij een wassen neus, zooals in Italië en Beigië. Ten aan zien van dit laatste land moet men nog afwachten. Een onderzoek in België, aG de heer Joekes bedoelde is niet mogelijk. De heer BEUMER (A.-R.) wjjst op het „boete-wet je", dat gemaakt is om de bak kers buiten de gevangenis te kunnen houden. Spr. betoogt, dat mej. Groeneweg de krankzinnigengestichten 'te veel over één kam scheerde, toen zjj klaagde over te lange werktijden en gebrek aan personeel. Er zjjn gestichten, die er zeer gunstig voor staan. Ten aanzien van ziekeniorich tingen be toogt hij, dat patiënten niet steeds ge baat zgn bjj zeer korte werktijden van verplegend personeel. De Minister van Arbeid, de heer SLO- TEMAKLR DE BRUINE begint met op gewektheid de beantwoording der sprekers. Hjj is dankbaar voor den toon, waarin de j critiek op beleid is vervat Hg a kort spreken over het theoretische d«! van de gemaakte opmerkingen, om mes tijd over te houden voor de practised kwesties, doch verzoekt zjjn rede Dinsdag te mogen voortzetten. De vergadering wordt verdaagd tol Dinsdag. RECLAME. Uw pijp verzot 4432 DE CULEMBORGSCHE MOORDZAAK. De verdachten J. Vroege en C. Sweres in de Culemborgsche moordzaak, die ged3?' vaard waren tegen de buitencrewone zitting der rechtbank te Tiel van 6 December a?. hebben zich tegen de rechtstreeksche dag vaarding verzet, zoodat deze zaak op 6 De cember a.s. niet kan worden behandeld. DE ZAAK DER PORTUGEESCHE BANKBILJETTEN. De Officier van Justitie bij de Haag^' Rechtbank, mr Bauduin. heeft gistermiddM requisitoir genomen tegen den heer van TJ. beschuldigd van valschheid in fe- •schrifte en het namaken van bankbiljetten Mr Bauduin achtte het primair ten la?" gelegde bewezen en vroeg ten aanzien vr de eerste partij van 200.000 bankbij' veroordeeling wegens valschheid in l* schrille in crediet- en handelspapier en IjJ aanzien van de tweede partij van 380" bankbiljetten veroordeeling wegens doen namaken van bankbiljetten met b oogmerk ze als echt en onvervalscht uil geven. In verband daarmede eischte mr. BdU duin een gevangenisstraf van 4 jaren. Voorts vroeg de officier vernietiging vr" alle biljetten. De verdediger, mr Rolandus Hagedoo^ vroeg vrijspraak en onmiddellijke invrpcl" stelling. Dit laatste werd geweigerd. RECLAME. Leds^Brraf3n:s-3nd2reinn AUl'O-l RAN-PORTliN, CREMATIE H. P. H. 4EEREV/ZEB TETA't<0!»\ 44 30 a-3

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1926 | | pagina 10