DE WILDE HERTOGIN. Bakpoeder No. 20456 LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 19 November Tweede Blad Anno 1926. ALGEMEEN VERSLAG BINNENLAND. Engelsche Cake DrOehker's FEUILLETON. ran het verhandelde in de secties van den Gemeenteraad bij het onderzoek van de Ontwerp-begrooting 1927 en de memorie van antwoord van B. en W. hl Wij kunnen uit het verslag met zijn hon- derderlei opmerkingen, vragen en wen- ichen, ook uit het antwoord van B. en W. natuurlijk slechts enkele grepen doen. Eerst beantwoorden B en W. de op merkingen betreffende Overheidsdiensten. Ten opzichte van den werktijd van ae werklieden in gemeentedienst verwijzen B. en W. naar het besluit van 16 Juni 1924, waarbij de 6-urige arbeidsdag, resp. 45- urige arbeidsweek van het gemeente-per- Boneel werd vervangen door den 8%-uri- gen arbeidsdag, resp 48-urige arbeidsweek £r is h.i. geen enkele aanleiding om op dit besluit, hetwelk overeenkomstig advies na kennisneming van het rapport der Algemeene Ambtenaren- en Algemeene Werkliedencommissie werd genomen, terug te komen. Dat de werklieden te langen tijd in los- seo dienst worden gehouden, kan in zijn algemeenheid niet worden toegegeven. Ge. atadig vermindert het aantal, hetzij door aanstelling in tijdelijken of vasten dienst, hetzij wegens overcompleet. Voor de Licnt fabrieken gelden bijzondere moeilijkheden, omdat de volledige mecüaniseering van het bedrijf nog steeds niet is tot stand geko- waardoor nog niet met zekerheid kan rorden vastgesteld, hoe groot de perso- seels-formatie behoort te zijn. Uitbreiding van de reparatiewerkplaats, (epaard gaande met aanschaffing van ma chines en aanstelling van meer personeel, jou zeer oneconomisch zijn, aangezien aan die uitbreiding niet het geheele jaar door behoefte bestaat en dus in perioden van ilapte werk gezocht zou moeten worden. Bet verdient daarom aanbeveling in de lijden, waarin bijzonder veel reparatiewerk is te verrichten, het meerdere werk niet in eigen beheer te doen uitvoeren. Het opdragen van den zaal-, markt- en mindienst, thans door werklieden van Ge meentewerken in overuren verricht, aan osse werklieden, die daarvoor telkens ge durende enkele uren extra zouden moeten worden opgeroepen en buiten het gewone dagelijksch dienstverband zouden staan, rerdient geen aanbevelmg en zou admini- itratief veel ongemak opleveren. Overi- ;ens meenen B. en W. op deze kwestie ;n al hetgeen verdei verband houdt met iet instellen van een personeelsreserve thans met nader te moeten ingaan, aan gezien een en ander het best onder oogen :an worden gezien zij het praeadvies op de desbetreffende motie van den heer Van Eek, welk praeadvies bij de Algemeene Ambtenaren- en Algemeene Werklieden- commissie aanhangig is Over Leiden als woonstad, in het bij- tonder ten opzichte van het verkeer, zeg gen B. en W. onder meer: Verbetering van de verkeerswegen in de itad, hetzij door verbreeding, hetzij door ijziging van het plaveisel of anderszins, beeft voortdurend hun aandacht, doch langezien daaraan veelal groote uitgaven Terbonden zijn, kan zulks met het oog op den stand der gemeentefinanciën slechts geleidelijk geschieden. Dat het College in dat opzicht niet genoegzaam voortvarend iou zijn, kan niet worden toegegeven. In de laatste jaren kwam op dat gebied feeds veel tot standzij wijzen slechts op de verbreedingen van Hooge- en Lage- Rijndijk, Vrouwenkerkkoorstraat (Brande- wijnsteeg), Rijnsburgerweg, Morschweg, de doorbraak der Korevaarstraat, de onder landen zijnde demping van de Volmolen gracht c.a., gezwegen hog van de onder scheidene slootdempingen e. d., welke in verschillende stadsgedeelten ter verbete ring van plaatselijke verkeerstoestanden plaats vonden. Tot demping ^an de Mare deden zij eeni- go jaren geleden onder overlegging van een uitgewerkt plan een voorstel, hetwelk echter in do zitting van 26 November 1923 werd verworpen. Tevens is toen breedvoe rig van gedacht-eD gewisseld omtrent de demping van het LevendaaL In de inge komen Stukken Nos. 183 en 315 van 1923 zetten zij uiteen, waarom het College niet kon adviseeren daartoe over te gaan, voor en aleer de centrale rioleenng ten opzichte van deze gracht haar invloed zal hebben doen gelden Een amendtment van de le den Sijtsma c.s., om niettemin met be kwamen spoed tot bedoe'de demping over te gaan, werd ten slotte in vorengenoem de Raadszitting verworpen. Intusschen wordt overwogen, of niet op andere wijze de Hooge woerd van het ontegenzeggelijk drukke verkeer kan worden ontlast, b.v. door omlegging van de traverse, zoodat het doorgaand verkeer in plaats van over dt Hoogewoerd, door de Korevaarstraat, over den Zoeterwoudsche-Singel en door de Fruinstraat wordt geleid. Plannen tot straataanleg in het Zuidelijk stadsgedeelte, welke er o.a. toe zullen lei den, dat de Lindenstraat in korte verbin ding met den Zoeterwoudsche-Singel zal komen, zijn in voorbereiding zij hopen daaromtrent binnen niet te lang tijdsver loop nadere voorstellen te kunnen indie nen. Omtrent de vernieuwingen van Sint-Nico- laasbrug en Langegrachtsbrug ontvingen B. en W. bereids van deD Directeur der Gemeentewerken uitgewerkte plannen, welke door hun College nadei worden on derzocht en overwogen. Zij vertrouwen ook deze aangelegenheid spoedig bij den Raad aanhangig te kunnen maken. Ook hunnerzijds wordt verbreeding van de in den Haagweg gelegen smalle brug over de spoorweghaven urgent geacht. Deze kwestie is reeds besproken met de Directie van de Nederlandsche Spoorwe gen. Zij houdt verband met een algeheele verbetering van den Haagweg, vanaf de Wittepoort tot de Vink, waaromtrent door B. en W. praeadvies is toegzegd naar aan leiding van een desbetreffend voorstel van den heer Van Stralen. Zij vertrouwen dat het Rijk, nu het wetsontwerp tot invoering van een wegenbelasting en tot instelling van een wegenfonds bereids door de 2e Kamer der Staten-Generaal is aangenomen binnen niet te lang tijdsverloop tot verbe tering van den Haagweg (een Rijksweg) zal overgaan. Met de vervanging van de veldkeien in straten, waar die nog aanwezig zijn, wordt geleidelijk voortgegaan In dit jaar vond zulks op ruime schaal plaats en werden groote vakken op Langegracht/ Oranje gracht, Gortestraat en Haverstraat, door meer modern materiaal vervangen. B. en W. wezen er reeds meermalen op, dat met de beschikbare middelen en krachten het mogelijke wordt gedaan, om de bestratingen in behoorlijken toestand te brengen en te houden. Ook het aanleggen van trottoirs in daar voor in aanmerking komende straten kan met het oog op de kosten slechts geleide lijk geschieden. In dit jaar zijn tegentroir toirs gemaakt op de Breestraat (aan weers zijden) tusschen Koornbrugsteeg en Hoo- gewoerdsbrug en op de Steenstraat tus- fechen Narmstraat en Morschstraat, ter wijl op de begrooting voor het aanstaande jaar onder volgn. 286 een ruim bedrag (f 7000) is uitgetrokken voor zulk een trot toir op den Nieuwen Rijn tusschen Burg- steeg en Heerengracht Aan een tweetal leden, dat blijkens het verslag trottoir- aanleg o.a. op den Nieuwen Rijn bepleitte, schijnt dit te zijn ontgaan. Op de Hooge woerd, bevinden zich, waar zulks noodig voorkwam, reedé" trottoirs, terwijl trottoir- aanleg in de Kraai erstraat tusschen Nieuwe Rijn en Hoogewoerd te zijner tijd zal worden overwogen. Tevens zal wor den nagegaan, in hoeverre de in 1903 ver leende vergunning tot het plaatsen van melkwagens in de Kraaierstraat kan woe den gehandhaafd. Aangaande de asfalteering van de hoofd verkeerswegen merken zij op. dat vrijwel in al deze straten tramsporen zijn gelegen. In het begin van dit jaar stelden zij den Raad reeds in kennis met het voornemen, om een proefvak met asphaltbeslrating te doen aanleggen op de Breestraat. vanaf het Rapenburg (aansluitend aan de nieuwe asphaltbestrating van het Noordeinde) tot de Vrouwensteeg. Aangezien de sindsdien met de Noord- Zuid-Hollandsche Tramweg Maatschappij gevoerde onderhandelingen inzake een bij drage in de kosten van de nieuwe bestra ting, nog niet tot een bevredigend resultaat mochten leiden, kon tot leedwezen van B. en W. met het maken van bedoeld proef vak nog niet worden aangevangen. Zij ver trouwen echter spoedig tot een oplossing te komen, waarna onverwijld een desbetref fend voorstel nader den Raad zal worden voorgelegd. De verontreiniging van de stadsgrachten en de daarmede samenhangende waterver- versching vormen een aloud vraagstuk, waarover reeds veel gezegd en geschreven is. Door het genomen besluit tot aanleg van de centrale rioleering zal dit vraagstuk eer lang tot een afdoende oplossing worden ge bracht. Voorshands blijft men dus hoofd zakelijk aangewezen op het middel van spuiingen te Katwijk, doch zooals de erva ring heeft geleerd, is het effect van dit middel op het stinken der grachten door gaans van te snel voorbij gaanden aard, vooral ten aanzien van d i e grachten, waarvoor de verversching juist het meest gewenscht is. als Levendaal en Rapenburg. Ook leert de ervaring, dat spuiing vaak niet kan worden toegepast, wanneer men er juist het meest behoefte aan heeft, namelijk na langdurige droogte en warmte, wanneer Rijnland in verband met het op peil houden van den boezem verplicht is de loozingen te beperken of zelfs geheel stop te zetten. Na omlegging van de vaart buiten Gouda om en het maken van nieuwe sluiswerken al daar, waartoe door de Provinciale Staten bereids besloten is. zal in dezen toestand belangrijke verbetering komen. Het door bewoners van aanliggende stra ten inwerpen van vuil, afval e.d. in de grachten, hetgeen naast de rioolloozingen een bron voor verontreiniging oplevert, wordt door de politie zooveel mogelijk te gengegaan. Het is echter moeilijk degenen, die zich daaraan schuldig maken, op hee- terdaad te betrappen, omdat meestal tevo ren het terrein verkend wordt. Het door een der leden geopperd denk beeld. om een kleine baggermolen aan te schaffen, en door meer baggeren den toe stand te verbeteren, zal door het College nader worden overwogen. Wat het uitdiepen van de stadswateren met het oog op den toestand als vaarwater betreft, wijzen B. en W. er op, dat tot dat doel ingevolge Raadsbesluit van 17 Mei 1926 op de begrooting voor het aanstaande jaar een post van f2000 is uitgetrokken. Het is hun voornemen jaarlijks eenzelfde bedrag voor dit doel op de begrooting uit te trekken. De daarvoor meest in aanmerking ko mende verondiepingen zullen het eerst wor den verwijderd, waarbij die aan de wal kanten niet zullen worden vergeten. Nopens de wijze, waarop ten Westen van den Rijnsburgerweg (Lijsterstraat en om geving) nieuwe huizen zijn gebouwd, sluit het College zich geheel aan bij de geuite meening. dat hun bezwaarlijk van die bouwwijze een verwijt kan worden ge- 1 maakt. Ook zij betreuren het, dat de om standigheden er niet toe hebben geleid, dat in de onderhavige wijk. en ook Oostwaarts van den Rijnsburger wég (Johan de Witt- j straat en omgeving) een meer open bebou wing met landhuizen en villa's is tot stand gekomen, in plaats van de aaneengesloten huizenrijen, doch waar de betreffende bouwgronden geen gemeente-eigendom zijn, is hun College niet bij machte geweest in die richting voldoenden invloed op het par ticulier initiatief uit te oefenen, terwijl ove rigens naar hun meening niet gezegd kan worden, dat het aspect der huizen op zich zelf in strijd is met de z.g. „welstamdsbepa- ling" van art. 18 der Bouwverordening. Dat die huizen uit een constructief oogpunt slecht zijn gebouwd, zooals een der leden schijnt te meenen. kan niet worden beaamd. Volgens verklaring van den Directeur van het Bouw- en Woningtoezicht voldoen zij, voorzoover de bouw niet is stopgelegd, aan de bepaling van de verordening. Invoering van z.g. trolley wagens meenen B. en W. geheel aan het particulier initia tief te moeten overlaten. Omtrent verbetering van de verbindingen van de buitenwijken met de stad merken zij op. dat nog kort geleden over de singel grachten een tweetal nieuwe bruggen zijn gemaakt, n.l. de Jan van Houtbrug en de i f Huigbrug. waardoor naar onze meening thans in voldoende mate in de te dien aan zien bestaande behoefte is voorzien. Het verschijnsel, dat door slationeerende auto's in toenemende mate gedeelten van den weg, vooral ten nadeele van het voet gangersverkeer, worden in beslag genomen, heeft hun aanidacht. Zij zullen zich daar om, in overleg met den Commissaris van Politie, beraden, in hoeverre vooral ten op zichte van drukke en smalle straten, als Hoogewoerd, Nieuwe Rijn en Rijnsburger- singel hoek Stationsweg, maatregelen ter bestrijding van dat kwaad moeten worden genomen, zonder den handel al te veel moeilijkheden in den weg te leggen en te zeer in te grijpen in de belangen van de burgerij. Er bestaat geen aanleiding een Raadscommissie in te stellen, teneinde deze aangelegenheid met eenige hoofdambtena ren in studie te nemen. Dat voor het café-restaurant „In den Ver gulden Turk" en de sociëteit „Amicitia" vaak auto's gedurende korteren of langeren tijd stilstaan, achten zij niet zulk een over wegend bezwaar, waar immers de straat ter plaatse flink breed is. Men mag ook niet uit het oog verliezen, dat de bloei en het voortbestaan van een bedrijf als de „Turk" in hooge mate van het bezoek van auto- reizigers afhangen. Belet men aan hen hun wagens op de straat te laten staan, dan ver mijden zij in den vervolge onze gemeente en rijden door naar Den Haag of een an- dere meer gastvrije gemeente. Rijwielpaden worden bij voldoende straat breedte aangelegd. Bij eventueele herstra- ting van de Hooigracht kan ook daar het maken van een rijwielpad nader worden overwogen. Aan de Westzijde van de Kore vaarstraat zou bij aanleg van een rijwiel pad de ruimte ontbroken hebben voor een afzonderlijken rijweg tusschen tramrails en rijwielpad. Het steunen of exploiteeren van autobus diensten ligt naar de reeds herhaaldelijk kenbaar gemaakte meening van het College niet op den weg der Gemeente. Wordt een particuliere autobusdiensi opgeheven, dan moet men aannemen dat hij geen levensvat baarheid heeft en is er voor de Gemeente allerminst aanleiding zelf tot exploitatie over te gaan. De vraag, of het gewenscht is voor Lei den een landingsterrein voor vliegtuigen te reserveeren zal worden onder oogen gezien bij de voorgenomen herziening van het uit breidingsplan. HET NEDERLANDSCH—BELGISCH VERDRAG. Een studenten-beweging. Te Amsterdam is een studentencomilé opgericht met het doel, een nationale stu dentenbeweging tot stand te brengen tegen het Nederlandsch-Belgische verdrag. Het stelt zich voor, een adres te richten tot de Eerste Kamer, met de handteekenin- gen van studenten van alle Nederlandsche universiteiten en hoogescholen, die tegen genoemd verdrag zijn. Het comité is van oordeel, dat een mas sale studentenbeweging meer indruk zal maken dan eenige uitingen van enkels groepen. Gelijk men weet, is Leiden reeds voorge gaan. DE STEENKOLEN VOORZIENING VAN ONS LAND. De behoeften der industrie. Op de andere vragen van het Eerste Ka merlid Wibaut betreffende de levering van kolen door de Limburgsche mijnen aan Ned. bedrijven heeft de heer Van der Vegte, Mi nister van Waterstaat, het volgende geant woord De Minister heeft het antwoord op de vra gen, welke den 14den October 1926 aan hem zijn medegedeeld, vergeleken met die vra gen. Hij kan echter niet inzien, dat aanvul ling daarvan noodig is, waar hij daarin heeft doen uitkomen, dat van een abnormaal groolen uitvoer niet gesproken kan worden en dat binnenlandsche afnemers, die zich intijds door opdrachten aan de Limburgsche mijnen hebben gedekt, geregeld worden be- RECLAME. naar Oetker's»Recept, gebakken met .en voor direct gebruik gereed Gistpoeder. Backin vervangt de Gist. et Backin rijst het deeg onder het bakken. 250 gr. boter f 0.70 of margar. f 0.30 250 gram suiker *0.13 12 eieren0.72 500 gram tarwebloem0.16 1 pakje Dr. Oetker's Backin w 0.07V§ 150 gram krenten0.08 1 citroen0.05 1-51V. Bereiding: Boter en suiker roe re men tot room en voege langzamerhand de eierdooiers bij. Dan roerc men het met Backin vermengde meel, de krenten, de geraspte citroenschil en ten laatste het zeer stijfgeklopte eiwit erdoor, waarna men de massa in een inge- vetten, angwerpigen cakeverm stort, om ze bij middelmatige hitte 15 1% uur te bakken Deze cake is bijzonder smakelijk, een zeer gewild gebak bij familicfeestelijkheden Men lette vooral op Backin van Dr. Oetkér, en dat op elk pakje als Benige Importeurs t. Ostermann 6. Con A'dam, vermeld zijn. Waar niet verkrijgbaar wende men zich direct tot deze Importeurs, die op aanvrage ook een g r a t i sreceptenboekje toezenden. 4006 diend. Sedert heeft de Minister enkela klachten ontvangen over behoefte aan steen kolen en wel van bedrijven, die welbewust een risico op zich genomen hebben en een z. i. onjuiste politiek volgen bij hun kolen - voorziening, door zich niet of niet voor hun geheele behoefte vooraf te dekken, maar zelfs tijdens de Engelsche staking het voor een deel of voor hun geheelen voorraad er op aan laten komen, dat zij wel kolen zullen kunnen koopen, wanneer zij die noodig heb ben. Ook deze bedrijven intusschen zijn nog door de Staatsmijnen van kolen voorzien, doordat zij in de gelegenheid zijn gesteld zich door een overeenkomst voor afname gedu* rende langeren tijd te dekken. De tweede vraag van den heer Wübaut luidde: Moet de mededeeling van den Minister „dat de Limburgsche mijnen alleszins in staat zijn, om voor levering van 1 Januari 1927 af aan Nederlandsche bedrijven, die voor het aanstaande jaar zich de levering van kolen wenschen te verzekeren, aanbie dingen te doen" aldus worden opgevat, dat op den datum, dat de Minister dit deel van zijn antwoord vaststelde, de geheele pro ductie dezer mijnen over de maanden No vember en December 1926, voor zoover die niet vroeger in Nederland was verkocht, voor uitvoer naar het buitenland was verkocht? Naar aanleiding hiervan zegt de Minister: Deze vraag moet ontkennend beantwoord worden. Uit het bovenmedegedeelde blijkt, dat de Staatsmijnen op den datum, in deze vraag bedoeld, niet haar geheele productie over de maanden November en December 1926, voor zoover die niet vroeger in Neder land was verkocht, voor uitvoer naar het buitenland hadden verkocht, maar kolen be schikbaar hadden voor levering in Neder» land. De ondergeteekende is van meening, dat het percentage der productie van de Staats mijnen en van de andere mijnen in Limburg, Uit het Duitsch door ERNST KLEIN Geautoriseerde vertaling van L. DITHMARINE (Nadruk verboden.) 47) ...Het begrip „heer" zegt mij in 't geheel «iets, Sir Walter," antwoordde James ood. „en den rok heb ik nog niet betaald in de eerste plaats ben ik hem aan mijn kleermaker verplicht. Maar ik sta er op, dat u mij zult aanhooren, voordat u die fnenschen binnenroept om daarmee de bootste domheid van uw leven te begaan." Gloria was verwonderd te hooren hoe nard opeens deze vriendelijke, sonore stem kon klinken. ..Dreigt u mij?" ..Ik dreigen? Maar Sir Walter! Ik verzoek n in uw eigen bestwil 1 Terwille van Lord urnhaml Ter wille van uw vaderland! O nu bent u bereid mij aan te hooren 1 Ik as zoo vrij. mevrouw Sainsbury hierheen laten komen om haar een zeker doku- *e ®vei"handigen. Overhandigen is mis- ïen niet de goede uitdrukking laten hand i er zeggen: om me* haar te onder dakj over overgave Uwe tegenwoor- nrw. k Sir Walter in dit huis bewijst ge- ïiin |?evee' reden ik had om voorzichtig te hnnir neem de vrijheid om u kort en lor» te verklaren- ik heb Voor st getroffen dat het papier alleen dan aan de hertogin van Sainsbury overhandigd zal worden, als u mij, op uw eerewoord verzekerd zult hebben, dat Scot land Yard mij over de zaak Las Valdas niet meer lastig zal vallen. Het spreekt vanzelf dat het zich ook niet verbergen mag achter de politiemacht van een andere land". „En als ik weiger dit woord te geven?" James Wood haalde de schouders op. „Dan zou overmorgen in de „Matin" het verdrag te lezen zijn dat Lord Burnham en de heer Miller met de heeren Karasch, Dr. RödeT en Grolmans afgesloten heeft. Ik kan nauwelijks gelooven dat uw regeering veel genoegen zal hebben in deze publicatie." Sir Walter nam zijn monocle uit het oog en wreef deze met veel zorg; hij blies op het glas, maakte het aan beide zijden schoon, keek onderzoekend er doorheen en klemde haar daarop weer voor zijn oog. Madame Leonie leunde achterover in haar stoel met het uiterlijk van een dame die zich kostelijk amuseert Gloria stond aan de tafel en verloor James Wood niet uit het oog. Al het mogelijke las hij in haar blik angst, verbaasdheid, bewondering. Sir Walter las het ook en grinnikte. „Wat zegt u daar wel van, mevrouw Sainsbury?" „IkEen eigenaardige glimlach gleed over haar mond, toen u zooeven binnenkwam verklaarde de heer Wood mij hetzelfde En ik geloof Sir Walter dat er u niets anders overblijft dan deze voorwaarde aan te nemen." „Het schijnt mij ook", bromde de man van Scotland Yard. „ik geef u het gevraag de eerewoord." „Uw hand erop, Sir Walter?" en zij stak hem haar hand toe. „Mijn hand en mijn woord". En zich tot James Wood wendend: „Wie staat mij borg dat ook van uwe zijda woord gehouden wordt?" „Dit hier". Jubelend, lachend, bevend van vreugde haalde zij het dokument te voorschijn en hield het hem voor. „Zoo" riep hij „daar hebben ze mij te pakken! Nu, mevrouw, als zelfs u tegen het hoogheilige Engelsche recht zondigt, dan moet ik mij wel gewonnen geven." „.Wat zult u nu doen?" Sir Walter keek hen allen één voor één aan. Ten eerste die nijlpaarden achter die deur naar hun stal terugsturen. Ten tweede, mijn chef en oom telegrafeeren dat ik weliswaar den moordenaar van Las Valdas gevonden heb, maar hem om geldige en later nader te verklaren redenen in vrijheid gelaten heb Ten derde om een glas champagne verzoe ken. Ten vierde dezen heer Perkins, of Wood vragen, eindelijk met zijn onthul lingen te beginnen." De glazen klonken, Sir Walter werd met alle formaliteiten aan madame Leonie, zijn concurrente uit Alexandrië voorgesteld en James Wood begon. „Er is niet veel en niets geweldigs te ver tellen. Madame Leonie. hoogste chef van de „International Agency Sperazzi en Co.in Alexandrië gaf mij de opdracht zekere brie ven in handen te krijgen, die Las Valdas gebruikte voor zijn geldafpersingen. Ik kwam met Ibrahim in Londen en speelde het klaar met het offer van een pond om Adams, den chauffeur van den Portugees plotseling ziek te laten worden door een hevig verlangen naar zijn geboortestad Richmond. Aldaar houdt hij zich. Sir Walter, nog in de schoot van zijn familie op „Dat interesseert mij niet." „Prachtig, ik ga verder, Adams stelde zijn meester voor, mij in zijn plaats aan te ne men ik werd aangenomen en reed den graaf nog op denzelfden dag naar Burnham Tower. Hoewel ik den weg niet kende, kwam ik er toch zonder moeilijkheden aan. Hij was tevreden over mij en ik deed natuurlijk mijn uiterste best deze tevredenheid niet alleen te behouden, maar ook te vergrooten. Ik bood hem ook mijn dienst, als knecht aan. Ik perste zijn pantalons en deelde ook mijn raad uit wat betreft de kleur van dassen. Ik won niet alleen tevredenheid, maar ook vertrouwen. Aldus had ik geen moeite om achter het mooie plannetje te ko men dat Las Valdas in elkaar gezet had. Hij kreeg het origineel van het verdrag in handen, of was het slechts een officieel af schrift? om bet even hij kreeg het papier. Zijn lastgever was de heer St. Aubain in het Ritz Hotel." „Volkomen duidelijk I" „Ik verzoek u, Sir Walter, te mogen ver zwijgen op welke manier Las Valdas zijn plan ten uitvoer bracht. Dat doet er, zake lijk genomen, ook weinig toe. Ik wil alleen hierop nadruk leggen, dat u, als u het ge weten had. hem eerst met een hondenzweep er van lang9 gegeven zou hebben, alvorens hem neer te schieten. Ik moet toegeven, dat het vaak weinig gescheeld heeft of ik had mijn geduld verloren „Wat natuurlijk zeer verkeerd geweest zou zijn." „Geheel verkeerd. Overigens roep ik, de dames als getuigen, op dal Sir Walter mijn optreden volkomen billijkt. Maar verder! Las Valdas verschafte zich dus het doku ment en copiëerde het op een stuk briefpa pier. Het dokument moest weer op de een of andere manier in de kast van Lord Burn ham teruggelegd worden. Na gedane arbeid is het goed rusten. Las Valdas viel in slaap en ik. die al dien tijd onder het bed gelegen had zette mij ook aan het werk. Een beetje aether onder de neus van den graaf nu ja. de schok zou hem, als hij plotseling wakker geworden zou zijn, mis schien minder goed bekomen zijn. Ik verruilde zijn copie met een blank vel papier, deed het in hetzelfde couvert en hetzelfde vakje van zijn porte feuille en verdween. Het was een gewaagd spel maar ik had nog een andeie kans hem op de plaats te dooden. Maar het spel gelukte. Las Valdas wa9. begrijpelijkerwijs, den volgenden morgen zeer gehaast om naar Londen terug te keeren. Hij had in derdaad een kleine verwonding gekregen hetgeen een pracht uitvlucht was. Dat weet u ook uit alles, wat de chauffeur Joe Perkins u vertelde". „Dat is zoo. Jammer, dat de chauffeur de hoofdscène waar het op aankwam, ver zweeg". .Juist. Ik wist, dat mevrouw Sainsbury van plan was 's avonds te komen om het dokument op te eischen terug te koopen kunnen we beter zeggen Ik verborg mij dus in den kelder van zijn hui9 en toen me vrouw Sainsbury met hem in de achterka mer was. sloop ik naar boven en nam een zeer voordeelige positie achter de portière in. Aangezien ik in den loop van het ge sprek het eind voorzag, hield ik mijn browning gereed. Toen het oogenblik daar was. schoot ik U zag mij niet. mevrouw, maar hij zag mij Hij zag mijn browning en hij zag mijn gezicht Gloria sprong op. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1926 | | pagina 5