DE WILDE HERTOGIN.
Bakpoeder
No. 20456
LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 19 November
Tweede Blad Anno 1926.
ALGEMEEN VERSLAG
BINNENLAND.
Engelsche Cake
DrOehker's
FEUILLETON.
ran het verhandelde in de secties van den
Gemeenteraad bij het onderzoek van de
Ontwerp-begrooting 1927 en de
memorie van antwoord van
B. en W.
hl
Wij kunnen uit het verslag met zijn hon-
derderlei opmerkingen, vragen en wen-
ichen, ook uit het antwoord van B. en W.
natuurlijk slechts enkele grepen doen.
Eerst beantwoorden B en W. de op
merkingen betreffende Overheidsdiensten.
Ten opzichte van den werktijd van ae
werklieden in gemeentedienst verwijzen
B. en W. naar het besluit van 16 Juni 1924,
waarbij de 6-urige arbeidsdag, resp. 45-
urige arbeidsweek van het gemeente-per-
Boneel werd vervangen door den 8%-uri-
gen arbeidsdag, resp 48-urige arbeidsweek
£r is h.i. geen enkele aanleiding om op
dit besluit, hetwelk overeenkomstig advies
na kennisneming van het rapport der
Algemeene Ambtenaren- en Algemeene
Werkliedencommissie werd genomen, terug
te komen.
Dat de werklieden te langen tijd in los-
seo dienst worden gehouden, kan in zijn
algemeenheid niet worden toegegeven. Ge.
atadig vermindert het aantal, hetzij door
aanstelling in tijdelijken of vasten dienst,
hetzij wegens overcompleet. Voor de Licnt
fabrieken gelden bijzondere moeilijkheden,
omdat de volledige mecüaniseering van het
bedrijf nog steeds niet is tot stand geko-
waardoor nog niet met zekerheid kan
rorden vastgesteld, hoe groot de perso-
seels-formatie behoort te zijn.
Uitbreiding van de reparatiewerkplaats,
(epaard gaande met aanschaffing van ma
chines en aanstelling van meer personeel,
jou zeer oneconomisch zijn, aangezien aan
die uitbreiding niet het geheele jaar door
behoefte bestaat en dus in perioden van
ilapte werk gezocht zou moeten worden.
Bet verdient daarom aanbeveling in de
lijden, waarin bijzonder veel reparatiewerk
is te verrichten, het meerdere werk niet
in eigen beheer te doen uitvoeren.
Het opdragen van den zaal-, markt- en
mindienst, thans door werklieden van Ge
meentewerken in overuren verricht, aan
osse werklieden, die daarvoor telkens ge
durende enkele uren extra zouden moeten
worden opgeroepen en buiten het gewone
dagelijksch dienstverband zouden staan,
rerdient geen aanbevelmg en zou admini-
itratief veel ongemak opleveren. Overi-
;ens meenen B. en W. op deze kwestie
;n al hetgeen verdei verband houdt met
iet instellen van een personeelsreserve
thans met nader te moeten ingaan, aan
gezien een en ander het best onder oogen
:an worden gezien zij het praeadvies op
de desbetreffende motie van den heer Van
Eek, welk praeadvies bij de Algemeene
Ambtenaren- en Algemeene Werklieden-
commissie aanhangig is
Over Leiden als woonstad, in het bij-
tonder ten opzichte van het verkeer, zeg
gen B. en W. onder meer:
Verbetering van de verkeerswegen in de
itad, hetzij door verbreeding, hetzij door
ijziging van het plaveisel of anderszins,
beeft voortdurend hun aandacht, doch
langezien daaraan veelal groote uitgaven
Terbonden zijn, kan zulks met het oog op
den stand der gemeentefinanciën slechts
geleidelijk geschieden. Dat het College in
dat opzicht niet genoegzaam voortvarend
iou zijn, kan niet worden toegegeven.
In de laatste jaren kwam op dat gebied
feeds veel tot standzij wijzen slechts
op de verbreedingen van Hooge- en Lage-
Rijndijk, Vrouwenkerkkoorstraat (Brande-
wijnsteeg), Rijnsburgerweg, Morschweg, de
doorbraak der Korevaarstraat, de onder
landen zijnde demping van de Volmolen
gracht c.a., gezwegen hog van de onder
scheidene slootdempingen e. d., welke in
verschillende stadsgedeelten ter verbete
ring van plaatselijke verkeerstoestanden
plaats vonden.
Tot demping ^an de Mare deden zij eeni-
go jaren geleden onder overlegging van
een uitgewerkt plan een voorstel, hetwelk
echter in do zitting van 26 November 1923
werd verworpen. Tevens is toen breedvoe
rig van gedacht-eD gewisseld omtrent de
demping van het LevendaaL In de inge
komen Stukken Nos. 183 en 315 van 1923
zetten zij uiteen, waarom het College niet
kon adviseeren daartoe over te gaan, voor
en aleer de centrale rioleenng ten opzichte
van deze gracht haar invloed zal hebben
doen gelden Een amendtment van de le
den Sijtsma c.s., om niettemin met be
kwamen spoed tot bedoe'de demping over
te gaan, werd ten slotte in vorengenoem
de Raadszitting verworpen. Intusschen
wordt overwogen, of niet op andere wijze
de Hooge woerd van het ontegenzeggelijk
drukke verkeer kan worden ontlast, b.v.
door omlegging van de traverse, zoodat
het doorgaand verkeer in plaats van over
dt Hoogewoerd, door de Korevaarstraat,
over den Zoeterwoudsche-Singel en door
de Fruinstraat wordt geleid.
Plannen tot straataanleg in het Zuidelijk
stadsgedeelte, welke er o.a. toe zullen lei
den, dat de Lindenstraat in korte verbin
ding met den Zoeterwoudsche-Singel zal
komen, zijn in voorbereiding zij hopen
daaromtrent binnen niet te lang tijdsver
loop nadere voorstellen te kunnen indie
nen.
Omtrent de vernieuwingen van Sint-Nico-
laasbrug en Langegrachtsbrug ontvingen
B. en W. bereids van deD Directeur der
Gemeentewerken uitgewerkte plannen,
welke door hun College nadei worden on
derzocht en overwogen. Zij vertrouwen
ook deze aangelegenheid spoedig bij den
Raad aanhangig te kunnen maken.
Ook hunnerzijds wordt verbreeding van
de in den Haagweg gelegen smalle brug
over de spoorweghaven urgent geacht.
Deze kwestie is reeds besproken met de
Directie van de Nederlandsche Spoorwe
gen. Zij houdt verband met een algeheele
verbetering van den Haagweg, vanaf de
Wittepoort tot de Vink, waaromtrent door
B. en W. praeadvies is toegzegd naar aan
leiding van een desbetreffend voorstel van
den heer Van Stralen. Zij vertrouwen dat
het Rijk, nu het wetsontwerp tot invoering
van een wegenbelasting en tot instelling
van een wegenfonds bereids door de 2e
Kamer der Staten-Generaal is aangenomen
binnen niet te lang tijdsverloop tot verbe
tering van den Haagweg (een Rijksweg)
zal overgaan.
Met de vervanging van de veldkeien in
straten, waar die nog aanwezig zijn, wordt
geleidelijk voortgegaan In dit jaar vond
zulks op ruime schaal plaats en werden
groote vakken op Langegracht/ Oranje
gracht, Gortestraat en Haverstraat, door
meer modern materiaal vervangen.
B. en W. wezen er reeds meermalen op,
dat met de beschikbare middelen en
krachten het mogelijke wordt gedaan, om
de bestratingen in behoorlijken toestand
te brengen en te houden.
Ook het aanleggen van trottoirs in daar
voor in aanmerking komende straten kan
met het oog op de kosten slechts geleide
lijk geschieden. In dit jaar zijn tegentroir
toirs gemaakt op de Breestraat (aan weers
zijden) tusschen Koornbrugsteeg en Hoo-
gewoerdsbrug en op de Steenstraat tus-
fechen Narmstraat en Morschstraat, ter
wijl op de begrooting voor het aanstaande
jaar onder volgn. 286 een ruim bedrag
(f 7000) is uitgetrokken voor zulk een trot
toir op den Nieuwen Rijn tusschen Burg-
steeg en Heerengracht Aan een tweetal
leden, dat blijkens het verslag trottoir-
aanleg o.a. op den Nieuwen Rijn bepleitte,
schijnt dit te zijn ontgaan. Op de Hooge
woerd, bevinden zich, waar zulks noodig
voorkwam, reedé" trottoirs, terwijl trottoir-
aanleg in de Kraai erstraat tusschen
Nieuwe Rijn en Hoogewoerd te zijner tijd
zal worden overwogen. Tevens zal wor
den nagegaan, in hoeverre de in 1903 ver
leende vergunning tot het plaatsen van
melkwagens in de Kraaierstraat kan woe
den gehandhaafd.
Aangaande de asfalteering van de hoofd
verkeerswegen merken zij op. dat vrijwel
in al deze straten tramsporen zijn gelegen.
In het begin van dit jaar stelden zij den
Raad reeds in kennis met het voornemen,
om een proefvak met asphaltbeslrating te
doen aanleggen op de Breestraat. vanaf het
Rapenburg (aansluitend aan de nieuwe
asphaltbestrating van het Noordeinde) tot
de Vrouwensteeg.
Aangezien de sindsdien met de Noord-
Zuid-Hollandsche Tramweg Maatschappij
gevoerde onderhandelingen inzake een bij
drage in de kosten van de nieuwe bestra
ting, nog niet tot een bevredigend resultaat
mochten leiden, kon tot leedwezen van B.
en W. met het maken van bedoeld proef
vak nog niet worden aangevangen. Zij ver
trouwen echter spoedig tot een oplossing te
komen, waarna onverwijld een desbetref
fend voorstel nader den Raad zal worden
voorgelegd.
De verontreiniging van de stadsgrachten
en de daarmede samenhangende waterver-
versching vormen een aloud vraagstuk,
waarover reeds veel gezegd en geschreven
is. Door het genomen besluit tot aanleg van
de centrale rioleering zal dit vraagstuk eer
lang tot een afdoende oplossing worden ge
bracht. Voorshands blijft men dus hoofd
zakelijk aangewezen op het middel van
spuiingen te Katwijk, doch zooals de erva
ring heeft geleerd, is het effect van dit
middel op het stinken der grachten door
gaans van te snel voorbij gaanden aard,
vooral ten aanzien van d i e grachten,
waarvoor de verversching juist het meest
gewenscht is. als Levendaal en Rapenburg.
Ook leert de ervaring, dat spuiing vaak niet
kan worden toegepast, wanneer men er juist
het meest behoefte aan heeft, namelijk na
langdurige droogte en warmte, wanneer
Rijnland in verband met het op peil houden
van den boezem verplicht is de loozingen te
beperken of zelfs geheel stop te zetten. Na
omlegging van de vaart buiten Gouda om
en het maken van nieuwe sluiswerken al
daar, waartoe door de Provinciale Staten
bereids besloten is. zal in dezen toestand
belangrijke verbetering komen.
Het door bewoners van aanliggende stra
ten inwerpen van vuil, afval e.d. in de
grachten, hetgeen naast de rioolloozingen
een bron voor verontreiniging oplevert,
wordt door de politie zooveel mogelijk te
gengegaan. Het is echter moeilijk degenen,
die zich daaraan schuldig maken, op hee-
terdaad te betrappen, omdat meestal tevo
ren het terrein verkend wordt.
Het door een der leden geopperd denk
beeld. om een kleine baggermolen aan te
schaffen, en door meer baggeren den toe
stand te verbeteren, zal door het College
nader worden overwogen.
Wat het uitdiepen van de stadswateren
met het oog op den toestand als vaarwater
betreft, wijzen B. en W. er op, dat tot dat
doel ingevolge Raadsbesluit van 17 Mei 1926
op de begrooting voor het aanstaande jaar
een post van f2000 is uitgetrokken. Het is
hun voornemen jaarlijks eenzelfde bedrag
voor dit doel op de begrooting uit te trekken.
De daarvoor meest in aanmerking ko
mende verondiepingen zullen het eerst wor
den verwijderd, waarbij die aan de wal
kanten niet zullen worden vergeten.
Nopens de wijze, waarop ten Westen van
den Rijnsburgerweg (Lijsterstraat en om
geving) nieuwe huizen zijn gebouwd, sluit
het College zich geheel aan bij de geuite
meening. dat hun bezwaarlijk van die
bouwwijze een verwijt kan worden ge- 1
maakt. Ook zij betreuren het, dat de om
standigheden er niet toe hebben geleid, dat
in de onderhavige wijk. en ook Oostwaarts
van den Rijnsburger wég (Johan de Witt- j
straat en omgeving) een meer open bebou
wing met landhuizen en villa's is tot stand
gekomen, in plaats van de aaneengesloten
huizenrijen, doch waar de betreffende
bouwgronden geen gemeente-eigendom zijn,
is hun College niet bij machte geweest in
die richting voldoenden invloed op het par
ticulier initiatief uit te oefenen, terwijl ove
rigens naar hun meening niet gezegd kan
worden, dat het aspect der huizen op zich
zelf in strijd is met de z.g. „welstamdsbepa-
ling" van art. 18 der Bouwverordening. Dat
die huizen uit een constructief oogpunt
slecht zijn gebouwd, zooals een der leden
schijnt te meenen. kan niet worden beaamd.
Volgens verklaring van den Directeur van
het Bouw- en Woningtoezicht voldoen zij,
voorzoover de bouw niet is stopgelegd, aan
de bepaling van de verordening.
Invoering van z.g. trolley wagens meenen
B. en W. geheel aan het particulier initia
tief te moeten overlaten.
Omtrent verbetering van de verbindingen
van de buitenwijken met de stad merken
zij op. dat nog kort geleden over de singel
grachten een tweetal nieuwe bruggen zijn
gemaakt, n.l. de Jan van Houtbrug en de
i f
Huigbrug. waardoor naar onze meening
thans in voldoende mate in de te dien aan
zien bestaande behoefte is voorzien.
Het verschijnsel, dat door slationeerende
auto's in toenemende mate gedeelten van
den weg, vooral ten nadeele van het voet
gangersverkeer, worden in beslag genomen,
heeft hun aanidacht. Zij zullen zich daar
om, in overleg met den Commissaris van
Politie, beraden, in hoeverre vooral ten op
zichte van drukke en smalle straten, als
Hoogewoerd, Nieuwe Rijn en Rijnsburger-
singel hoek Stationsweg, maatregelen ter
bestrijding van dat kwaad moeten worden
genomen, zonder den handel al te veel
moeilijkheden in den weg te leggen en te
zeer in te grijpen in de belangen van de
burgerij. Er bestaat geen aanleiding een
Raadscommissie in te stellen, teneinde deze
aangelegenheid met eenige hoofdambtena
ren in studie te nemen.
Dat voor het café-restaurant „In den Ver
gulden Turk" en de sociëteit „Amicitia"
vaak auto's gedurende korteren of langeren
tijd stilstaan, achten zij niet zulk een over
wegend bezwaar, waar immers de straat ter
plaatse flink breed is. Men mag ook niet
uit het oog verliezen, dat de bloei en het
voortbestaan van een bedrijf als de „Turk"
in hooge mate van het bezoek van auto-
reizigers afhangen. Belet men aan hen hun
wagens op de straat te laten staan, dan ver
mijden zij in den vervolge onze gemeente
en rijden door naar Den Haag of een an-
dere meer gastvrije gemeente.
Rijwielpaden worden bij voldoende straat
breedte aangelegd. Bij eventueele herstra-
ting van de Hooigracht kan ook daar het
maken van een rijwielpad nader worden
overwogen. Aan de Westzijde van de Kore
vaarstraat zou bij aanleg van een rijwiel
pad de ruimte ontbroken hebben voor een
afzonderlijken rijweg tusschen tramrails en
rijwielpad.
Het steunen of exploiteeren van autobus
diensten ligt naar de reeds herhaaldelijk
kenbaar gemaakte meening van het College
niet op den weg der Gemeente. Wordt een
particuliere autobusdiensi opgeheven, dan
moet men aannemen dat hij geen levensvat
baarheid heeft en is er voor de Gemeente
allerminst aanleiding zelf tot exploitatie
over te gaan.
De vraag, of het gewenscht is voor Lei
den een landingsterrein voor vliegtuigen te
reserveeren zal worden onder oogen gezien
bij de voorgenomen herziening van het uit
breidingsplan.
HET NEDERLANDSCH—BELGISCH
VERDRAG.
Een studenten-beweging.
Te Amsterdam is een studentencomilé
opgericht met het doel, een nationale stu
dentenbeweging tot stand te brengen tegen
het Nederlandsch-Belgische verdrag.
Het stelt zich voor, een adres te richten
tot de Eerste Kamer, met de handteekenin-
gen van studenten van alle Nederlandsche
universiteiten en hoogescholen, die tegen
genoemd verdrag zijn.
Het comité is van oordeel, dat een mas
sale studentenbeweging meer indruk zal
maken dan eenige uitingen van enkels
groepen.
Gelijk men weet, is Leiden reeds voorge
gaan.
DE STEENKOLEN VOORZIENING
VAN ONS LAND.
De behoeften der industrie.
Op de andere vragen van het Eerste Ka
merlid Wibaut betreffende de levering van
kolen door de Limburgsche mijnen aan Ned.
bedrijven heeft de heer Van der Vegte, Mi
nister van Waterstaat, het volgende geant
woord
De Minister heeft het antwoord op de vra
gen, welke den 14den October 1926 aan hem
zijn medegedeeld, vergeleken met die vra
gen. Hij kan echter niet inzien, dat aanvul
ling daarvan noodig is, waar hij daarin heeft
doen uitkomen, dat van een abnormaal
groolen uitvoer niet gesproken kan worden
en dat binnenlandsche afnemers, die zich
intijds door opdrachten aan de Limburgsche
mijnen hebben gedekt, geregeld worden be-
RECLAME.
naar Oetker's»Recept, gebakken met
.en voor direct gebruik gereed Gistpoeder.
Backin vervangt de Gist.
et Backin rijst het deeg onder het bakken.
250 gr. boter f 0.70 of margar. f 0.30
250 gram suiker *0.13
12 eieren0.72
500 gram tarwebloem0.16
1 pakje Dr. Oetker's Backin w 0.07V§
150 gram krenten0.08
1 citroen0.05
1-51V.
Bereiding: Boter en suiker roe re men tot room
en voege langzamerhand de eierdooiers bij.
Dan roerc men het met Backin vermengde
meel, de krenten, de geraspte citroenschil
en ten laatste het zeer stijfgeklopte eiwit
erdoor, waarna men de massa in een inge-
vetten, angwerpigen cakeverm stort, om ze
bij middelmatige hitte 15 1% uur te bakken
Deze cake is bijzonder smakelijk, een zeer
gewild gebak bij familicfeestelijkheden
Men lette vooral op Backin van Dr. Oetkér,
en dat op elk pakje als Benige Importeurs
t. Ostermann 6. Con A'dam, vermeld zijn.
Waar niet verkrijgbaar wende men zich
direct tot deze Importeurs, die op aanvrage
ook een g r a t i sreceptenboekje toezenden.
4006
diend. Sedert heeft de Minister enkela
klachten ontvangen over behoefte aan steen
kolen en wel van bedrijven, die welbewust
een risico op zich genomen hebben en een
z. i. onjuiste politiek volgen bij hun kolen -
voorziening, door zich niet of niet voor hun
geheele behoefte vooraf te dekken, maar
zelfs tijdens de Engelsche staking het voor
een deel of voor hun geheelen voorraad er
op aan laten komen, dat zij wel kolen zullen
kunnen koopen, wanneer zij die noodig heb
ben. Ook deze bedrijven intusschen zijn nog
door de Staatsmijnen van kolen voorzien,
doordat zij in de gelegenheid zijn gesteld zich
door een overeenkomst voor afname gedu*
rende langeren tijd te dekken.
De tweede vraag van den heer Wübaut
luidde:
Moet de mededeeling van den Minister
„dat de Limburgsche mijnen alleszins in
staat zijn, om voor levering van 1 Januari
1927 af aan Nederlandsche bedrijven, die
voor het aanstaande jaar zich de levering
van kolen wenschen te verzekeren, aanbie
dingen te doen" aldus worden opgevat, dat
op den datum, dat de Minister dit deel van
zijn antwoord vaststelde, de geheele pro
ductie dezer mijnen over de maanden No
vember en December 1926, voor zoover die
niet vroeger in Nederland was verkocht, voor
uitvoer naar het buitenland was verkocht?
Naar aanleiding hiervan zegt de Minister:
Deze vraag moet ontkennend beantwoord
worden. Uit het bovenmedegedeelde blijkt,
dat de Staatsmijnen op den datum, in deze
vraag bedoeld, niet haar geheele productie
over de maanden November en December
1926, voor zoover die niet vroeger in Neder
land was verkocht, voor uitvoer naar het
buitenland hadden verkocht, maar kolen be
schikbaar hadden voor levering in Neder»
land.
De ondergeteekende is van meening, dat
het percentage der productie van de Staats
mijnen en van de andere mijnen in Limburg,
Uit het Duitsch door ERNST KLEIN
Geautoriseerde vertaling
van L. DITHMARINE
(Nadruk verboden.)
47)
...Het begrip „heer" zegt mij in 't geheel
«iets, Sir Walter," antwoordde James
ood. „en den rok heb ik nog niet betaald
in de eerste plaats ben ik hem aan mijn
kleermaker verplicht. Maar ik sta er op,
dat u mij zult aanhooren, voordat u die
fnenschen binnenroept om daarmee de
bootste domheid van uw leven te begaan."
Gloria was verwonderd te hooren hoe
nard opeens deze vriendelijke, sonore stem
kon klinken.
..Dreigt u mij?"
..Ik dreigen? Maar Sir Walter! Ik verzoek
n in uw eigen bestwil 1 Terwille van Lord
urnhaml Ter wille van uw vaderland! O
nu bent u bereid mij aan te hooren 1 Ik
as zoo vrij. mevrouw Sainsbury hierheen
laten komen om haar een zeker doku-
*e ®vei"handigen. Overhandigen is mis-
ïen niet de goede uitdrukking laten
hand i er zeggen: om me* haar te onder
dakj over overgave Uwe tegenwoor-
nrw. k Sir Walter in dit huis bewijst ge-
ïiin |?evee' reden ik had om voorzichtig te
hnnir neem de vrijheid om u kort en
lor» te verklaren- ik heb Voor
st getroffen dat het papier alleen
dan aan de hertogin van Sainsbury
overhandigd zal worden, als u mij, op uw
eerewoord verzekerd zult hebben, dat Scot
land Yard mij over de zaak Las Valdas niet
meer lastig zal vallen. Het spreekt vanzelf
dat het zich ook niet verbergen mag achter
de politiemacht van een andere land".
„En als ik weiger dit woord te geven?"
James Wood haalde de schouders op.
„Dan zou overmorgen in de „Matin" het
verdrag te lezen zijn dat Lord Burnham en
de heer Miller met de heeren Karasch, Dr.
RödeT en Grolmans afgesloten heeft. Ik kan
nauwelijks gelooven dat uw regeering veel
genoegen zal hebben in deze publicatie."
Sir Walter nam zijn monocle uit het oog
en wreef deze met veel zorg; hij blies op het
glas, maakte het aan beide zijden schoon,
keek onderzoekend er doorheen en klemde
haar daarop weer voor zijn oog.
Madame Leonie leunde achterover in
haar stoel met het uiterlijk van een dame
die zich kostelijk amuseert Gloria stond aan
de tafel en verloor James Wood niet uit het
oog. Al het mogelijke las hij in haar blik
angst, verbaasdheid, bewondering.
Sir Walter las het ook en grinnikte.
„Wat zegt u daar wel van, mevrouw
Sainsbury?" „IkEen eigenaardige
glimlach gleed over haar mond, toen u
zooeven binnenkwam verklaarde de heer
Wood mij hetzelfde En ik geloof Sir Walter
dat er u niets anders overblijft dan deze
voorwaarde aan te nemen."
„Het schijnt mij ook", bromde de man
van Scotland Yard. „ik geef u het gevraag
de eerewoord."
„Uw hand erop, Sir Walter?" en zij stak
hem haar hand toe.
„Mijn hand en mijn woord".
En zich tot James Wood wendend:
„Wie staat mij borg dat ook van uwe zijda
woord gehouden wordt?"
„Dit hier".
Jubelend, lachend, bevend van vreugde
haalde zij het dokument te voorschijn en
hield het hem voor.
„Zoo" riep hij „daar hebben ze mij te
pakken! Nu, mevrouw, als zelfs u tegen
het hoogheilige Engelsche recht zondigt, dan
moet ik mij wel gewonnen geven."
„.Wat zult u nu doen?"
Sir Walter keek hen allen één voor één
aan.
Ten eerste die nijlpaarden achter die deur
naar hun stal terugsturen. Ten tweede, mijn
chef en oom telegrafeeren dat ik weliswaar
den moordenaar van Las Valdas gevonden
heb, maar hem om geldige en later nader
te verklaren redenen in vrijheid gelaten heb
Ten derde om een glas champagne verzoe
ken. Ten vierde dezen heer Perkins,
of Wood vragen, eindelijk met zijn onthul
lingen te beginnen."
De glazen klonken, Sir Walter werd met
alle formaliteiten aan madame Leonie, zijn
concurrente uit Alexandrië voorgesteld en
James Wood begon.
„Er is niet veel en niets geweldigs te ver
tellen. Madame Leonie. hoogste chef van de
„International Agency Sperazzi en Co.in
Alexandrië gaf mij de opdracht zekere brie
ven in handen te krijgen, die Las Valdas
gebruikte voor zijn geldafpersingen. Ik kwam
met Ibrahim in Londen en speelde het klaar
met het offer van een pond om Adams, den
chauffeur van den Portugees plotseling ziek
te laten worden door een hevig verlangen
naar zijn geboortestad Richmond. Aldaar
houdt hij zich. Sir Walter, nog in de schoot
van zijn familie op
„Dat interesseert mij niet."
„Prachtig, ik ga verder, Adams stelde zijn
meester voor, mij in zijn plaats aan te ne
men ik werd aangenomen en reed den
graaf nog op denzelfden dag naar Burnham
Tower. Hoewel ik den weg niet kende, kwam
ik er toch zonder moeilijkheden aan. Hij
was tevreden over mij en ik deed natuurlijk
mijn uiterste best deze tevredenheid niet
alleen te behouden, maar ook te vergrooten.
Ik bood hem ook mijn dienst, als knecht
aan. Ik perste zijn pantalons en deelde ook
mijn raad uit wat betreft de kleur van
dassen. Ik won niet alleen tevredenheid,
maar ook vertrouwen. Aldus had ik geen
moeite om achter het mooie plannetje te ko
men dat Las Valdas in elkaar gezet had.
Hij kreeg het origineel van het verdrag in
handen, of was het slechts een officieel af
schrift? om bet even hij kreeg het
papier. Zijn lastgever was de heer St.
Aubain in het Ritz Hotel."
„Volkomen duidelijk I"
„Ik verzoek u, Sir Walter, te mogen ver
zwijgen op welke manier Las Valdas zijn
plan ten uitvoer bracht. Dat doet er, zake
lijk genomen, ook weinig toe. Ik wil alleen
hierop nadruk leggen, dat u, als u het ge
weten had. hem eerst met een hondenzweep
er van lang9 gegeven zou hebben, alvorens
hem neer te schieten. Ik moet toegeven, dat
het vaak weinig gescheeld heeft of ik had
mijn geduld verloren
„Wat natuurlijk zeer verkeerd geweest
zou zijn."
„Geheel verkeerd. Overigens roep ik, de
dames als getuigen, op dal Sir Walter mijn
optreden volkomen billijkt. Maar verder!
Las Valdas verschafte zich dus het doku
ment en copiëerde het op een stuk briefpa
pier. Het dokument moest weer op de een
of andere manier in de kast van Lord Burn
ham teruggelegd worden. Na gedane arbeid
is het goed rusten. Las Valdas viel in slaap
en ik. die al dien tijd onder het bed gelegen
had zette mij ook aan het werk. Een
beetje aether onder de neus van den
graaf nu ja. de schok zou hem, als hij
plotseling wakker geworden zou zijn, mis
schien minder goed bekomen zijn. Ik
verruilde zijn copie met een blank vel
papier, deed het in hetzelfde couvert
en hetzelfde vakje van zijn porte
feuille en verdween. Het was een gewaagd
spel maar ik had nog een andeie kans
hem op de plaats te dooden. Maar het spel
gelukte. Las Valdas wa9. begrijpelijkerwijs,
den volgenden morgen zeer gehaast om
naar Londen terug te keeren. Hij had in
derdaad een kleine verwonding gekregen
hetgeen een pracht uitvlucht was. Dat weet
u ook uit alles, wat de chauffeur Joe Perkins
u vertelde".
„Dat is zoo. Jammer, dat de chauffeur de
hoofdscène waar het op aankwam, ver
zweeg".
.Juist. Ik wist, dat mevrouw Sainsbury
van plan was 's avonds te komen om het
dokument op te eischen terug te koopen
kunnen we beter zeggen Ik verborg mij dus
in den kelder van zijn hui9 en toen me
vrouw Sainsbury met hem in de achterka
mer was. sloop ik naar boven en nam een
zeer voordeelige positie achter de portière
in. Aangezien ik in den loop van het ge
sprek het eind voorzag, hield ik mijn
browning gereed. Toen het oogenblik daar
was. schoot ik U zag mij niet. mevrouw,
maar hij zag mij Hij zag mijn browning
en hij zag mijn gezicht Gloria
sprong op.
(Wordt vervolgd).