R. H. W. Advocaat
GEMENGD NIEUWS.
lijk achteruitgegaan: Het kabinet is krach
tig, omdat het parlement zwak is. Daarom
is de sterkte van het kabinet zoo onnatuur
lijk. Op den duur zal het die sterkte ook
verliezen, omdat zij niet op gezonde basis
berust. We kunnen echter zoo nog wel
eonigen lijd doorleven, evenals een afge
sneden bloem bij goede verzorging het nog
wel een poosje houdt ln eên glas water.
Men zou het echter kunnen zien gebeuren,
dat het parlement door eigen Kwakte ineen
zakt.
Do heer Heemskerk dringt aan op een
zeer spoedige behandeling van het ontwerp-
Zieklewet en tevens op behandeling van het
juridisch ontwerp betreffende het collectieve
arbeidscontract. Dat het ontwerp niet be
langrijk zou zijn, is een verklaring zonder
grond.
De vraag is of er Voldoende grond aan
wezig is om te komen met een wettelijke
regeling van het medezeggenschap.
Op militair gebied zal men niet zulk een
enorme bezuiniging kunnen aanbrengen
zonder de beteekenis van ons leger te ver
minderen. Over 't algemeen gelooft spr. niet
dat er veel te bezuinigen zal zijn. Van
Staatscommissies verwacht hij niet veel.
Wel kan men zuinigheid betrachten.
Voor nieuwe uitgaven en subsidies moet
gewaakt worden. De nieuwe subsidies Van
hoofdstuk V a kan spreker zich niet begrij
pen. Deze zijn van hoogst twijfelachtigen
aard voor wat de subsidies betreft der afd.
kunsten en wetenschappen.
Spr. gelooft, dat de spoorwegmaatschap
pijen zich meer uilgaven zullen moeten ge
troosten in verband met de veiligheid. Van
Wat hij gelezen heeft over het onderzoek
van de ramp bij de Vink, heeft hij den in
druk gekregen, dat er aan het ballastbed
wel wat mankeerde.
De groole politieke vraag is: in welke
richting zal die politiek gaan? Zullen de
partijen te veel letten op éigen leed? Dit
verzwakt hel parlementaire stelsel. We heb
ben nu gehad de ongeregeldheden op Java.
Die komen daar eer voor dan hier, omdat
Indië staat aan het begin Van zijn politieke
opvoeding. Moskou is er dadelijk bij geweest
om winst te behalen. Spr. hoopt, dat alles
gedaan zal worden om een gezonde poli
tieke opvoeding aan Java te geven.
Hier hebben wij een politieke opvoeding
van vele jaren achter den rug. Maar indien
die opvoeding zich nU in dalende lijn Zou
gaan bewegen, dan Wordt ook ons land vat
baar voor geesten., als in Moskou den bo
ventoon voeren. Daarom moet doör de par
tijen meer gelet worden wat er noodig is
als samenhangend geheel, dan op wat er
noodig is in eigen kring.
We leven nu in een lijd van de splijt
zwam, maar deze is niet de eisch. Er moet
eenheid verkregen worden. Van Christelijke
Zijde moet geen verbrokkeling gesteld won
den, maar saamhoörigheid en samenwer
king. waar dat kan.
De heer BULTEN (R. R.) komt er tegen
op. dal de verbetering Van ons onderwijs
afhankelijk moet zijn van den financiéelen
toestand. Het onderwijs lijdt dagelijks onder
de bezuinigingsmaatregelen, die nog niet
eens tot volledige Uitwerking zijn gekomen.
De regcering mag ook niet nalaten, de noo-
dige gelden le vinden om het zevende leer
jaar weder in te voeren. Wat de salarissen
der onderwijzers betreft, heeft de regeering
gezegd, dat er rust moet zijn. Maar dan
moet do regeerihg nan die rust medewerken
door te zorgen, dat er evenwicht heerscht
We zijn nu gekomen aan den tijd der batige
sloten, doch vele Rijkswerkliêden en ambte
naren ontvangen eeii loon. Waarop zij hun
stand niet kunnen handhaven. Is het voor-
loopig niet te vinden door een toeslag in-
cona, aan de ambtenaren, over 1926? Spr.
zou wel eens een ontzenuwing willen hoo-
ren van de gronden, waaróp de heer Moller
bij zijn interpellatie zijn mêening vestigde,
dat de classificatie onjuist is.
De heer VAN GIJN (V. B.) bespreekt hel
verschil tusschen de ramingen en de Uit
komsten. De achterstand in de opbrengst
dor belastingen is ingehaald. In 1924 ver
hoogde minister Colijn het tarief, terwijl er
toén heolemaa! geen behoefte meer was aan
belastingverhooging. Dit blijft een zwarle
vlok op de politiek van den heef Colijn.
Wat de bezuiniging betreft, wijst spr. ftog
op de politie. Spr. maakt voorts eenige op
merkingen over de staatsmijnen. Het i9 ge
lukkig, dal de regeering is teruggehouden
op het ongrondwettige plan om de uitgaven
der Staatsmijnen buiten de begrooting te
houden. Ten slotte zegt Bpr. dat hij dit Mi»
nisterio in Zijn Boort goed acht. Hij hoopt,
dat het erin slagen zal de fouten, door het
vorige ministerie op financieel gebied be
gaan. ongedaan te maken of te Verzachten.
De vergadering wordt Verdaagd tot des
avonds 8 uur.
Avondzitting.
STAATSBEGROTING VOOR 1927.
Binnenlandsche Zaken en Landbonw.
Aan de orde is de behandeling van hoofd
stuk V (Binnenlandsche Zaken eo Land
bouw) der Staatebegrooting voor 1927*
Do algemeen© beschouwingen worden ge
opend.
De beer BR A AT (Platfcelandersb.) maakt
eenige opmerkingen over den Zomertijd,
(Wanneer d© Minister aan sprekers bezwaren
niet wil tegentoötkomefi, zal spr. tofc zijn
leedwezen moeten komen met een Voorstel
tot afschaffing.
De MINISTER VAN BINNEiNLANDSCÏIE
ZAKEN EN LANDBOUW, mr. KAN, Zegt,
dat reeds vele koeren een voorstel van
d^. heer Braat tot afschaffing van den
Zomertijd Bchipbteuk heeft geleden, zoodat
er geen reden is om opnieuw mét een
voorstel van die strekking te komen. Het
heeft reeds irt de bedoeling van spreker
g» legen om met de directie van de Spoor
wegen overlég te plegen om te komen tot
het invoeren van den Winterdieost in Sep
tember, in welke maand dan ook de Zomer
tijd kan eindigen. Een toezegging kan spr.
echter niet doen.
De algemeene beschouwingen worden ge-
Bloten.
B(j de afdeellng „Binnenlandsch Bestuur"
bespreekt de heer VAN AALTEN (V.-D.)
bet vernietigingsrecht van de Kroon.
Spr. herinnert aan de circulaires van
het Departement uitgaandey en hij is van
meening, dat daardoor de administratieve
rechtspraak in het gedrang komt.
Wat betreft de circulaire aan de gemeente
besturen, inzake de gemeentelijke financiën,
zegt spr., dat juist het Rijk aan de ge
meenten allerlei lasten heeft opgelegd, die
hot zelf van zich afgeschoven luid.
Spr. merkt op, dat volgens de circulaire
nio» goedgekeurd moeten worden kas-
geldleeningen, tot dekking van het tekori
op den gewonen dienst Doch daartegenover
staat, zooals Ged. Staten van Limburg op
merkten, dat het Rijk door te late uit
betaling vaak dergelijke leeningen nood
zakelijk maakt.
In het algemeen is spr. van oordeel, dat
de circulaire beter achterwege ware ge
bleven, aangezien door deze circulaire de
financieele toestand der gemeenten niet
zal veranderen.
De heer SMEENK (A.-R.) merkt op, dat
de oirouloire aanleiding heeft gegeven tot
veel misverstand. Wanneer een dergelijke
circulaire doel wil treffen, zal zij mei
meer deskundigheid moeten worden opge
steld, dan met deze circulaire het geval is.
Dat men bijv. uit de stijging der ge
meenteschulden wil concludeeren, dat de
financieele toestand der gemeente achteruit
is gegaan, is reeds een bewijs van on-des-
kundigheid. Immers de bemoeiing van ver
schillende groote gemeenten met zekers
bedrijven, heeft eer den finanoieelen toestand
dier gemeenten versterkt dan verslapt.
Ook merkt spr. op, dat het Rijk de
laatste jaren verschillende maatregelen heeft
genomen, waardoor de gemeente-financiën
werden bezwaard.
Dat do financieele toestand van minder
groote steden minder gunstig ie, is veelal
niet een gevolg van verkeerd beleid van
het gemeentebestuur, maar dat komt, omdat
die gemeenten geplaatst zijn voor allerlei
sociale maatregelen, waaraan zij zich niei
kunnen onttrekken, terwijl zij missen de
voordeelen van grootere steden*
Spr. zou wenschen, dat voortaan dergelijke
circulaires achterwege bleven, en dat het
Rijk zou trachten de verschillende maat
regelen, waardoor de gemeente-financiën
bezwaard werden, in te trekken.
Voorts hoopt spr., dat Spoedig zal ver
schijnen het rapport van de Staatscommissie
inzake de financieele verhouding tüsflclien
Rrjk en Gemeenten.
De heer VAN DÉN TEMPEL (S.-D.)
constateert eveneens, dat de circulaire bij
Zeer velen een slechten indruk heeft ge-
Wekt. De in de circulaire verwerkte ge
gevens raken, naar sprekers meening, kant
noch wal. Wat zegt eigenlijk het totaal
cijfer der uitgaven op den gewonen dienst
Dit cijfer zegt niets, want daarnaast dient
evenzeer rekening te worden gehouden met
de inkomsteh. Op zich zelf zijn de gegevens
van het Departement wel juist, maar wan
neer men ze ih hun juiste verband1 beziet,
komt men tot de conclusie, dat zjj een geheel
verkeerden indruk vestigen.
Spr. meent, dat een voorzichtige leêning-
politiek geboden is, maar hij komt op tegen
de wijze, waarop in de circulaire do lee-
ningpolitiek der gemeenten wordt behan
deld, temeer waar juist het Rijk in vele
gevallen de gemeenten tot die leening-
politiek heeft gedreven.
Natuurlijk zgn er gemeentebesturen ge
weest, die fouten hebben gemaakt, maai
dan doet zich toch de vraag voor of
Ged. Staten op die gemeenten dan niet
voldoende toezicht hebben gehouden.
Spr. merkt op, dat de Minister in z\jn
Memorie van Antwoord de circulaire heeft,
verzwakt, maar spr. vraagt-, op de Miuister
daarvan ook kennis heeft gegeven aan de
colleges van Ged. Staten.
Dat deze circulaire is uitgegaan, heeft
Bpr. betreurd. Circulaires kunnen in deze
niet baten; dit kan alleen geschieden door
een betere financieele verhouding tusschen
Rijk en gemeenten.
De heer BAKKER (C. H.) bespreekt even
eens dé circulaire. Spr. meent, dat het den
minister is mogen gelukken bij zijn ant
woord een anderen indruk te vesligen dan
aanvankelijk het geval was. Bij hel verschij
nen def Circulaire is bijna geheel Neder
land opgeschrikt. Spr. echter wil de cir
culaire geenszins afkeuren, want door die
circulaire zijn verschillende gemeentebestu
ren, wier beleid niet goed was, daarop ge
wezen. De heer Bakker kan zich dan ook
niet vereenigen met de woorden van afkeu
ring van de vorige sprekers, doch naar zijn
meening hadden Ged. Staten deze circulaire
iiiet noodig.
Naar sprekers meening is de circülaife,
voot zoöver zij dient als waarschuwing vouf
de gemeentebesturen, eefiige jareft te laat
verschenen.
Spr. hoopt, dat spoedig een gewijzigde
financieele verhouding tusScheft Rijk eli
gemeenten lot stand zal kotnen.
Voorts zegt spf., dat hij het zal betreuren,
Wanneer de overweging van de Regèering,
op zulke wijze ware te bevorderen, dat in
alle gemeenten op de verjaardagen van de
lèdên van hel Koninklijk Huis, althans van
het Raadhuis worde gevlagd, zou leiden tot
eenigen dwangmaatregel, omdat daarmede
verloren zou gaan het mooie, dat gelegen ia
in het vlaggen Uit liefde voor hét Ko
ninklijk Huis.
Ten slotte merkt spr. op, dat, wanneer
men de eenden in on9 land Wil houden, het
ernstige overweging zal verdienen om de
eendenjacht met een maand te verlaten.
Mevr. BAKKER—NORT (V. D.) dringt
aan op herziening van de Krankzinnigen
wet van 1884.
De artikelen van die wet geven voldoen
den waarborg voor de maatschappij tegen
krankzinnigen, maar, vraagt spr., geven die
artikelen ook voldoende waarborg, dat
iemand niet onnoodig in een krankzinnigen-
gestichl wordt opgesloten? Naar spreeksters
meening moét deze vraag ontkennend be
antwoord worden.
Spr. verwijst voorts naar de brochure
van dr. Schuürmans Stekhoven. Öok voor
den opgeslotene zelf behóórt gelegenheid te
bestaan óm öp te komen legen zijn opslui
ting en daarom wenscht spr. Opneming
van een aflikel in de krankzinnigenwet
analoog aan art. 513 B. W.
Verder wenscht spr. voorkoming van op
sluiting, wanneer een spoedige genezing zich
laat aanzien.
Deze parlieele wijzigingen kunnen naar
spreeksters oordeel zonder bezwaar worden
ingevoerd.
Mej. GROENEWEG (S. D.), bespreekt de
quaestie van den toestand rondom Rotter
dam. Met de uitbreiding der stad groeit de
behoefte aan ontspanningsoorden, aan stuk
ken ongerepte natuur, en in dit verband
wijst spr. op de Bergsche plassen voor de
verpoozing door gezonde watersport. Daar
om komt spr. op tegen verontreiniging van
deze plassen door Hilligersberg.
Spr. wijst voorts op het geval van typhus,
dat zich in Overschie heeft voorgedaan en
waarbij de patiënten door de gemeente RoL
terdam zijn vervoerd. Daardoor is gelukkig
een gToot gevaar voorkomen.
Wanneer nu Rotterdam is het centrum
van hulpverleening voof de omliggende ge
meenten, dan is het ook noodig, dat Rotter
dam tot maatregelen kan verplichten waar
door dergelijke gevaren worden voorkomen.
Er dient verandering te komen in d©
grensregeling van Rotterdam. Samenwer
king van een stad als Rotterdam, met meer
dan een half millioen inwoners, met de
haar omringende kleine gemeenten, acht
spr. niet mogelijk. Voor Rotterdam dat
geheel is ingebouwd, is annexatie noodig
en er is geen sprake van, dat door an
nexatie het landelijk karakter der omlig
gende gemeenten zal verloren gaan. Spr.
vraagt, of de minister bereid is zich nog
eens op de hoogte te 6tellen van den toe
stand, welko dringend voorziening be
hoeft.
De heer DUYMAER VAN TWIST (A.-R.)
wijst op de hooge scheepvaartrechten in
sommige gemeenten geheven, terwijl art.
254 Gemeentewet slechts een matige
winst" daarop veroorlooft, Het verheugt
spr. dat de Minister bij cirouiaife de ge
meentebesturen heeft gewezen op den zwa/-
ren druk door vele havem, kade- en brug
gelden op de binnenscheepvaart gelegd.Met
de erkenning van de gegrondheid van dien
klacht der schippers van Regceringswege
zijn wij op den goeden weg. Oók verheugt
het spr. dat de Minister Wenscht dat de
gemeenten hun scheepvaartwetten niet
vaststellen dan na overleg met andere be
langhebbende geméenten. Bpr. zou echter
ook hot overleg met de organen vdft be
langhebbenden verplichtend willen ètellen.
Vervolgens wijdt spr. oen Woord aaü de
burgemeestersbenoeming te Vollenhove.
Wat Bpr. daaromtrent in de afdeelingon
gezegd heeft, is niet juist in het Voor-
loopig Verslag weergegeven. Sprekers
klacht is dat bij de voorziening in de bitr-
gemeestersvacatilre niét voor Stad- en
Ambt-Voilenhove twee afzonderlijke bur
gemeesters zijn aangesteld. Scheiding
blijft spr. noodzakelijk achten. Dat deze
niet plaats vond blijft hij betreuren. De
Opvoering det Potemkin-film acht spr. zeer
verkeerd. Die film is van AZ een ver
heerlijking van en propaganda van verzet
tegen het wettig gezag
De heer VAN GUN (V.-B.) bespreekt
dé circulaire van den minister. Spr. is het
niet Oeiia met hetgeen iïi die circulaire
wordt gezegd ten aanzien van hét aangaan
van geldleeningen.
Wat betreft de loonen van het gemeen-
tepersoneei, merkt spr. op dat de loonen
van het geschoolde personeel in Amster
dam 30 pCt. en van het ongeschooido per
soneel 20 pCt. hoogér zijn dan die in par
ticuliere bedrijven. Ëeti dergelijke verhou
ding vindt mëii eVeüeéns in andere ste
den, al is daar het verschil dan iets min
der. Wanneer men van dé geschoolden het
surplus bracht op ongeveer 10 pCt. en vaü
de ongeschoolden op 15 pCt., dan zóu daar
door in Amsterdam reeds f 1.250.000 zijn
gewonnen. Thans wordt de voorsprong
van het gemeéntepersoüeel feitelijk ge
dragen door het pei-soiieel ln particulieren
dienst.
De minister had dus alleszins kunnen
volhouden zijn passage in dé circulaire
over de te hóogé gemeenfceloönell.
De heer LANGMAN (C.-H.) bespreekt
allerëerst dén tóèstahd rondom Rotterdam.
Spr. verwijst naar hetgeeb hiérover door
mej. Groenewèg is geZegd en spr. is van
meening, dat geèn annexatie moet plaats
hebben, doch dat de gemeente Rotterdam
moet samenwerken met de omliggende ge
meenten.
Voorts komt spr. op de kwestie van den
toren té Bóxtêl, welke toren doör de ge
meente Bóxtèl aan het R.-K. kerkbestuur
van de parochie St. Petrus is overgedra
gen. Door dié overdracht hebben niet-
Kooraschen hét récht op het luiden der klok
verloren. Spr. vraagt of in de overdracht
niet de verplichting had moeten staan,
dat de klok ook voor niet-Roomscheü zou
moeten luiden. Is zulk èen wijziging van
de overdracht niet alsnog mógelijk 1 Spr.
is van meening dat het hier een algemeen
belang betreft.
De heer BEÜMËR (A.-R.) spreekt over
het vernietigingsrecht van de Kroon en
verwijst hierbij naar het K. B. inzake het
ontslag van den hoofdopzichter bij de ge-
meent»*reiniging te Hilversum.
De minister erkent de Bouvereiniteit van
den raad, al moeten plaatselijke overwe
gingen soms wijken voof algemeene begin
selen van rechtszekerheid. Dergelijke over
wegingen acht spr. hier echter geensziné
aanwezig.
Wat voorts betreft de Potemkin-film,
staat spr. aan den kant van hed, die hulde
hebben gebracht aan de burgemeesters, die
het hebben durven bestaan de opvoering
te verbieden.
Spr. betreurt, dat deze film in som
mige gemeenten mag vertoond worden en
8j3r. betreurt voorts, dat de minister geen
maatregelen heeft genomen, óm dergelijke
films uit het buitenland te verbieden.
Deze film is eên stuk verruwend werk
eb spr. is er van overtuigd, dat hij in zijn
strijd tegén deze film steün zal vinden bil
den heer Schapet, die zijn bekehJe vragen
hééft gestéld over de réclamé bij hét Haag-
sche station. De heer Schaper is dus ook
tegen verruwing.
Spr. hoopt, dat de minister aanleiding
zal vinden in te grijpen niet alleen tegen
deze film, maar eveneens tegen andere, die
naar spr. vernomen heeft, ons nog te
wachten zijn.
De heer ZANDT (Staatk. Ger.) komt
op tegen de/behandeling van vrouwen, die
vervolgd werden omdat zij niet hadden ge
stemd bij de verkiezingen. Spr. noemt de
zen stemplicht een afschuwelijken dwang,
welke verbroedering en liefde onder ons
volk tegenhoudt.
Spr. wijst voort* op het toonemend ge
vaar, dat er schuilt in tooneel en bios
coop.
Spr. verzoekt deft minister eveneens
maatregelen om ons te beschermen tegen de
gevaren van de bioscoop.
De heef SCHAPER (S.-D.) mêfkl op, dal
de reclame, waartegen zijn vragen zijn ge
richt, is geplaatst op èen plaats, waar
iedereen met den trein langs komt, tenVijl
de film, waartegen de heer Beumer opkomt,
wórdt vertoond in de bioscoop, waartoe men
slechts tegen betaling toegang heeft en
welke meh niet behoeft te bezoeken, wan
neer men dat niet wenscht.
Spr. vraagt waar het naaf toe zal moe
ten gaan met èen dergelijke censüur al9 de
heer Beümer wil. In dit verband verwijst
spr. naar eenige psalmen, waarin gezegd
wordt, dat men de kinderen def vijanden
moet nemen, en die tegen de rotsen moet te
pletter slaan. Is dat nic-t even gruwelijk,
even bloederig?
Voorts wenscht spr. een betere verple
ging van de krankzinnigen. Men moet daar
bij niet te zuinig zijn. Ook vraagt spr. of
er in de gestichten wel voldoende gedaan
wordt om de menschen af te leidén.
Daarna komt spr. op de quaestie van de
trekhonden. Spr. juicht hét toe, dat de mi
nister niet wil wetén Van een vérbod óm
den hond als trekdier te gebruiken, omdat
bij een verbod aan duizenden armen het
middel Wordt ontnomen om Zich een be
staanszekerheid tê verschaffen. Wanneer de
Trekhondenwet niet goed werkt, moeten de
bepalingen verscherpt worden.
Wat aangaat de quaestie van het vlaggen
op verjaardagen van leden van het Kon.
Huis, zegt spf. eenigon dwang in die rich
ting zeer verkeerd le achten. Het komt spr.
Voor, dat de populariteit van het Kon. Huis
niet Zal Wórden vêflioögd wannéér ef zoo'n
enkele keer een vlag van den toren zal
waaien. Spr. is van meening. dat de vlag
van den toren de liefde van allen moet uit
drukken. Daarom moét men óók de mee
ning van anderen eerbiedigen en de ge
meentebesturen vrij laten om al dan niet te
vlaggen. Deze zaak moet nuchter worden
bekeken en dergelijke quaesties moeten niet
worden opgeblazen.
De heer BRAAT (Plaltelaiidersbond) brengt
hulde aan den minister voor zijn gezonden
circulaire. Naar a&ftleiding van verschiUeft-
de cijfers is spr. Van oordeel, dat ver^be-
ring in dè geméenlefinancien dringend ge-
wenscht is. De minister raadt aan geen
leeningen te sluiten met hoog rentetype en
het coftverteeren van leeningen le bevorde
ren. Daarbij is toch de minister zeer zeker
in de goede lijn.
Voorts wil spr. ook verlaging van de
loonen van het gemeentepersoneel, en hij
acht het niet gewenscht, dat de gemeenten
daarbij, zooals wel geschiedt, worden tegen
gewerkt door Ged. Staten.
Spr. wenscht verder de gemeenten haaf
burgemeester zelf te laten kiezen.
Met hétgeên de heer Schaper heeft gezegd
over de trekhonden kan spr. zich geheel ver
eenigen.
De heer DROOGLEEVER FORTUYN (V.-
B.) juicht in het algemeen de gedachtengang,
welke ten grondslag lag aan de circulaire,
toe, doch zou het béter hebben gevonden
wanneer daarin niet was opgenomen het
gedeelte over de leeningen.
De Minister van Binnenlandsche Zaken
en Landbouw, mr. KAN, zegt, dat de vraag
of dwangmaatregelen zullen worden geno
men inzake de vlagkwestie. nog in overwe
ging is, maar dat spr. in verband met het
te berde gebrachte, nader zal overwegen om
van dergelijke maatregelen 'af te zien.
Inzake herziening van de Krankzinnigen
wet zal spr. overleg plegen met zijn ambt
genoot van Justitie.
Wat betreft de quaestie van Roller-
dam. zegt spr. daar voldoende bekend te
zijn. Het rapport van den dienst der Volks
gezondheid is thans Ook ontvangen en daar
uit blijkt, dat de toestand nu niet van zoo
ernstigen aard is.
Ten aanzien van de Potemkin-film zegt
spr. dat hij aan den burgemeester van Am
sterdam een telegram had gezonden, om
bijzondere aandacht te wijden aan die film.
De burgemeester antwoordde, dat hij dit
reed9 had gedaan en dat hij de film geens
zins gevaarlijk vond, omdat allés er Veel te
dik boven op lag. Dat Oordeel werd gedeeld
door de burgemeesters van Rotterdam en
Den Haag.
Wat aangaat de toren te Boxtel, is bij de
overdracht geen bepaling gemaakt over het
luiden der klok. Er bestaat geen aanleiding
daarop terug te komen.
Den hêef Beumer merkt spr. öp, dat spr.
geenszins het K. B inzake den ambtenaar
te Hilversum betreurt, omdat spr. den in
druk heeft, dat de man niet behandeld Was,
zöóals moest geschieden.
Voor vervulling van den wensch van den
heer Braat inzake de benoeming van bur
gemeesters, zou Grondwetswijziging noo
dig zijn.
Daarhl komt spr. aan de circulaire. Bij
sprekers optreden als minister waren er niet
minder dan 43 aanvragen van gemeente
besturen om steun. Naar aanleiding van
dezen toestand is besloten, dat spr. nog eens
een circulaire aan Ged. Staten over deze
quaestie eou zenden, om na te gaan. wat
zou kunnen worden gedaan om te voorkom
men, dat gemeenten in moeilijkheden zou
den komen. De circulaire moest algemeen
wordpn opgezet, omdat men van te voren
natuurlijk niet kan aanwijzen, welke ge
meenten in moeilijke omstandigheden zou
den kunnen komen te verkeeren. De circu
laire ié èenvöudig eén overleg geweest tus
schen regèering én Ged. Staten.
Wat betreft hèt Opgeworpen bezwaar in
zake de leeningen, zegt spr. dat herhaalde
lijk geleend werd tot dekking van gewosj
uitgaven, dat kasgeldleeningen werden af
gegaan zonder goedkeuring van Ged. States
en dat door vele gemeenten renten niet eet]
werden betaald.
Spf, herinnert voorts aan een passage n\
de Memorie van Toelichting van de wet vat
1621 waarbij de uitkeering aan de gem&y
ten werd verhoogd en waarin de mogelijk
heid naar voren is gebracht om de autoDo-
mie van de gemeenten inzake geldleenin^.:
aan te tasten.
De Staatscommissie voor de financieel
verhouding tusschen Rijk en Gemeenten i«
druk aan het werk en zij zal zoo spoedig
mogelijk rapport uitbrengen.
Ten slótte zegt spr. dat dé circulaire tilel
zoo eng moet worden opgevat als door vete
leden is gedaan en dal zij alleen de bedo».
ling heeft moeilijkheden voof gemeenten te
voorkomen. Wanneer men de circulairi
opvat naar letter en geest, zal zij ongetwij
feld medewerken tót een richfige ontwikke»
Uftg van de gemeentelijke financiën.
De algemeene beschouwingen over dezt
afdeeling worden gesloten.
De VOORZITTER verdaagt te 12.10 dl
vergadering lot Woensdag 1 uur.
RECLAME.
f i'h pet ilesch.
DE BESTE VOOR DEZEN PRIJS.
Te Leiden verkrijgbaar bij de firma's:
COSTER, Sleenslraal 8, lel. 1361, FISCHEfl
Co., Steenachuur 10, iel. 156, DE GRAAF,
I.age Rijndijk 4, tel. 356; HOOGENSTRAA-
TEN, Lange Mare 39, lel. 348; KAGENAAR,
Heerensiraat 5 c, tel, 145-, KORENHOFF,
Breeslraat 15, tel. 1999; PHILIPSEN, i'.orl-
Rapenburg 4, tel. 2014. 3853
ERNSTIGE AANVARING.
Schip gezonken.
Maandagavond kwamen ter hoogle vaa
den Nesserdijk bij de fabriek van Radema
kers op de Maas te Rotterdam
het 131 ton metende klipperschip „Dank4
baarheid"^ schipper G. van der Hoeven
uit Grevelduincapelle dat met steenen gela
den was en het motorschip „Stad Rotlef
dam" van v. d. Schuyt met eikaar in aan
varing doordat de „Stad Rotterdam" bei
de schepen voeren stroomafwaarts op
een ontijdig oogenblik, wilde passeeren. De
„Dankbaarheid" werd even voor de maul
aangevaren en kreeg een gat van ongeveer
een halven meter op de waterlijn. Het schip
zwaaide om, maakte onmiddellijk veel wa
ter en zonk tegen de onderberm van een
ver in dé rivier uitstekende krib. Persoon
lijke ongelukken haddén niet plaats. De
schade is groot,
DE POGING TOT MOORD TE ROTTERDAl
Omtrent den aanslag door een 36-jarige
werkster in een huis in de Zwijnenstraat ie
Rotterdam met een dolkmes gepleegd op den
2i-jarigen Rosheuvel meldt men de volgends
bijzonderheden. R. die een kleurling is, zee
varend en uit Suriname afkomstig, was pas
sedert eenige weken weer in de stad. Hi]
verdacht de vrouw er van tijdens zijn af
wezigheid in connectie te hebben geslaafl
met eeD neger. Beiden hadden al vele maiefl
getwist. Toen de vrouw den aanslag pleegdf
was zij min of meer beschonken. Zij heelt
thans een volledige bekentenis afgelegd eO
zal worden vervolgd wegens zware mishan
deling. De toestand van Rosheuvel, die ifl
het ziekenhuis aan den Coolsingel verpleeg!
wordt ,is hoewel men hoopt hem in b'i
leVen te kunnen houden, niettemin zeef
ernstig. Hij moet kunstmatig gevoed wor
den.
G AS VERSTIKKIN G.
Op de eerste étage van perceel Heerenwej
354 le Heemstede, is de wed. R, Gomperts,
geb. Prins, die daar met haar moeder woont
door gasverstikking om het leven gekomen.
De dienstbode, die was uit geweest, kwaf
des avonds 11 uur thuis en vond haar roe-
vrouw dood in de badkamer, alwaar, doof
een tot nu onopgehelderd ongeluk, de gas
kraan openstond.
BINNENGESLEEPT.
Te IJmuiden is binnengesleept de stoom
trawler Union IJM. 67 van de N.V. Natio
nale Stoomvisscherij Maatschappij.
Genoemde trawler had op ongeveer 1--
mijl van de haven van IJmuiden de schrtf-
verloren. De noodseinen, die het vaariiu'
had geheséhen waren bet eerst waargeno
men door een Franséh stoomschip. De Ia-
viernö IJM. 158, dié inmiddels ook de Uniea
had opgemerkt, heeft den trawler daarop
sleeptouw genomen en binnengebracht.
LIJK OPGEHAALD.
Toen gistermiddag omstreeks halfvijf e*3
motorboot door den Singel te Utfecht v;r'
bleef ter hoogte van de kolk der electrised
centrale de sohroef plotseling stilstaan. $1
een nader onderzoek bleek, dat deze ver
ward was geraakt in het lijk van een mans
persoon, dat daar onder water droef en d-'
men naar deil wal bracht. Hoewel nóg gfe0
afdoende identificatie heeft kuftnen p'a5lj
vinden, mag men, volgens het „U. D."
eenige zekerheid aannemen, dat dit Ï3 nf'
stoffelijk overschot van een vermisten s'u*
dent Joseph America, wiens opsporing
dageil was verzocht. Zeker is men hi0tfa8
echter nog niet.
INBRAAK IN EEN JUWELIERSZAAK-
Gisternacht heeft eén Zwerver met l'"ü
in een stuk papier gewikk ien steen
ruit ingeslagen van den juweherswiri
van J. Hoeting, aan het Koningsplein
Amsterdam. Hij heeft een greep in dp ul''
stalling gedaan, die hem een viertal rin?-J
opbracht, én is Vervolgens doorgei00^
naar de Kalverstraat, waar hij helze''u'
2-3