R. H. W. Advocaat GEMENGD NIEUWS. lijk achteruitgegaan: Het kabinet is krach tig, omdat het parlement zwak is. Daarom is de sterkte van het kabinet zoo onnatuur lijk. Op den duur zal het die sterkte ook verliezen, omdat zij niet op gezonde basis berust. We kunnen echter zoo nog wel eonigen lijd doorleven, evenals een afge sneden bloem bij goede verzorging het nog wel een poosje houdt ln eên glas water. Men zou het echter kunnen zien gebeuren, dat het parlement door eigen Kwakte ineen zakt. Do heer Heemskerk dringt aan op een zeer spoedige behandeling van het ontwerp- Zieklewet en tevens op behandeling van het juridisch ontwerp betreffende het collectieve arbeidscontract. Dat het ontwerp niet be langrijk zou zijn, is een verklaring zonder grond. De vraag is of er Voldoende grond aan wezig is om te komen met een wettelijke regeling van het medezeggenschap. Op militair gebied zal men niet zulk een enorme bezuiniging kunnen aanbrengen zonder de beteekenis van ons leger te ver minderen. Over 't algemeen gelooft spr. niet dat er veel te bezuinigen zal zijn. Van Staatscommissies verwacht hij niet veel. Wel kan men zuinigheid betrachten. Voor nieuwe uitgaven en subsidies moet gewaakt worden. De nieuwe subsidies Van hoofdstuk V a kan spreker zich niet begrij pen. Deze zijn van hoogst twijfelachtigen aard voor wat de subsidies betreft der afd. kunsten en wetenschappen. Spr. gelooft, dat de spoorwegmaatschap pijen zich meer uilgaven zullen moeten ge troosten in verband met de veiligheid. Van Wat hij gelezen heeft over het onderzoek van de ramp bij de Vink, heeft hij den in druk gekregen, dat er aan het ballastbed wel wat mankeerde. De groole politieke vraag is: in welke richting zal die politiek gaan? Zullen de partijen te veel letten op éigen leed? Dit verzwakt hel parlementaire stelsel. We heb ben nu gehad de ongeregeldheden op Java. Die komen daar eer voor dan hier, omdat Indië staat aan het begin Van zijn politieke opvoeding. Moskou is er dadelijk bij geweest om winst te behalen. Spr. hoopt, dat alles gedaan zal worden om een gezonde poli tieke opvoeding aan Java te geven. Hier hebben wij een politieke opvoeding van vele jaren achter den rug. Maar indien die opvoeding zich nU in dalende lijn Zou gaan bewegen, dan Wordt ook ons land vat baar voor geesten., als in Moskou den bo ventoon voeren. Daarom moet doör de par tijen meer gelet worden wat er noodig is als samenhangend geheel, dan op wat er noodig is in eigen kring. We leven nu in een lijd van de splijt zwam, maar deze is niet de eisch. Er moet eenheid verkregen worden. Van Christelijke Zijde moet geen verbrokkeling gesteld won den, maar saamhoörigheid en samenwer king. waar dat kan. De heer BULTEN (R. R.) komt er tegen op. dal de verbetering Van ons onderwijs afhankelijk moet zijn van den financiéelen toestand. Het onderwijs lijdt dagelijks onder de bezuinigingsmaatregelen, die nog niet eens tot volledige Uitwerking zijn gekomen. De regcering mag ook niet nalaten, de noo- dige gelden le vinden om het zevende leer jaar weder in te voeren. Wat de salarissen der onderwijzers betreft, heeft de regeering gezegd, dat er rust moet zijn. Maar dan moet do regeerihg nan die rust medewerken door te zorgen, dat er evenwicht heerscht We zijn nu gekomen aan den tijd der batige sloten, doch vele Rijkswerkliêden en ambte naren ontvangen eeii loon. Waarop zij hun stand niet kunnen handhaven. Is het voor- loopig niet te vinden door een toeslag in- cona, aan de ambtenaren, over 1926? Spr. zou wel eens een ontzenuwing willen hoo- ren van de gronden, waaróp de heer Moller bij zijn interpellatie zijn mêening vestigde, dat de classificatie onjuist is. De heer VAN GIJN (V. B.) bespreekt hel verschil tusschen de ramingen en de Uit komsten. De achterstand in de opbrengst dor belastingen is ingehaald. In 1924 ver hoogde minister Colijn het tarief, terwijl er toén heolemaa! geen behoefte meer was aan belastingverhooging. Dit blijft een zwarle vlok op de politiek van den heef Colijn. Wat de bezuiniging betreft, wijst spr. ftog op de politie. Spr. maakt voorts eenige op merkingen over de staatsmijnen. Het i9 ge lukkig, dal de regeering is teruggehouden op het ongrondwettige plan om de uitgaven der Staatsmijnen buiten de begrooting te houden. Ten slotte zegt Bpr. dat hij dit Mi» nisterio in Zijn Boort goed acht. Hij hoopt, dat het erin slagen zal de fouten, door het vorige ministerie op financieel gebied be gaan. ongedaan te maken of te Verzachten. De vergadering wordt Verdaagd tot des avonds 8 uur. Avondzitting. STAATSBEGROTING VOOR 1927. Binnenlandsche Zaken en Landbonw. Aan de orde is de behandeling van hoofd stuk V (Binnenlandsche Zaken eo Land bouw) der Staatebegrooting voor 1927* Do algemeen© beschouwingen worden ge opend. De beer BR A AT (Platfcelandersb.) maakt eenige opmerkingen over den Zomertijd, (Wanneer d© Minister aan sprekers bezwaren niet wil tegentoötkomefi, zal spr. tofc zijn leedwezen moeten komen met een Voorstel tot afschaffing. De MINISTER VAN BINNEiNLANDSCÏIE ZAKEN EN LANDBOUW, mr. KAN, Zegt, dat reeds vele koeren een voorstel van d^. heer Braat tot afschaffing van den Zomertijd Bchipbteuk heeft geleden, zoodat er geen reden is om opnieuw mét een voorstel van die strekking te komen. Het heeft reeds irt de bedoeling van spreker g» legen om met de directie van de Spoor wegen overlég te plegen om te komen tot het invoeren van den Winterdieost in Sep tember, in welke maand dan ook de Zomer tijd kan eindigen. Een toezegging kan spr. echter niet doen. De algemeene beschouwingen worden ge- Bloten. B(j de afdeellng „Binnenlandsch Bestuur" bespreekt de heer VAN AALTEN (V.-D.) bet vernietigingsrecht van de Kroon. Spr. herinnert aan de circulaires van het Departement uitgaandey en hij is van meening, dat daardoor de administratieve rechtspraak in het gedrang komt. Wat betreft de circulaire aan de gemeente besturen, inzake de gemeentelijke financiën, zegt spr., dat juist het Rijk aan de ge meenten allerlei lasten heeft opgelegd, die hot zelf van zich afgeschoven luid. Spr. merkt op, dat volgens de circulaire nio» goedgekeurd moeten worden kas- geldleeningen, tot dekking van het tekori op den gewonen dienst Doch daartegenover staat, zooals Ged. Staten van Limburg op merkten, dat het Rijk door te late uit betaling vaak dergelijke leeningen nood zakelijk maakt. In het algemeen is spr. van oordeel, dat de circulaire beter achterwege ware ge bleven, aangezien door deze circulaire de financieele toestand der gemeenten niet zal veranderen. De heer SMEENK (A.-R.) merkt op, dat de oirouloire aanleiding heeft gegeven tot veel misverstand. Wanneer een dergelijke circulaire doel wil treffen, zal zij mei meer deskundigheid moeten worden opge steld, dan met deze circulaire het geval is. Dat men bijv. uit de stijging der ge meenteschulden wil concludeeren, dat de financieele toestand der gemeente achteruit is gegaan, is reeds een bewijs van on-des- kundigheid. Immers de bemoeiing van ver schillende groote gemeenten met zekers bedrijven, heeft eer den finanoieelen toestand dier gemeenten versterkt dan verslapt. Ook merkt spr. op, dat het Rijk de laatste jaren verschillende maatregelen heeft genomen, waardoor de gemeente-financiën werden bezwaard. Dat do financieele toestand van minder groote steden minder gunstig ie, is veelal niet een gevolg van verkeerd beleid van het gemeentebestuur, maar dat komt, omdat die gemeenten geplaatst zijn voor allerlei sociale maatregelen, waaraan zij zich niei kunnen onttrekken, terwijl zij missen de voordeelen van grootere steden* Spr. zou wenschen, dat voortaan dergelijke circulaires achterwege bleven, en dat het Rijk zou trachten de verschillende maat regelen, waardoor de gemeente-financiën bezwaard werden, in te trekken. Voorts hoopt spr., dat Spoedig zal ver schijnen het rapport van de Staatscommissie inzake de financieele verhouding tüsflclien Rrjk en Gemeenten. De heer VAN DÉN TEMPEL (S.-D.) constateert eveneens, dat de circulaire bij Zeer velen een slechten indruk heeft ge- Wekt. De in de circulaire verwerkte ge gevens raken, naar sprekers meening, kant noch wal. Wat zegt eigenlijk het totaal cijfer der uitgaven op den gewonen dienst Dit cijfer zegt niets, want daarnaast dient evenzeer rekening te worden gehouden met de inkomsteh. Op zich zelf zijn de gegevens van het Departement wel juist, maar wan neer men ze ih hun juiste verband1 beziet, komt men tot de conclusie, dat zjj een geheel verkeerden indruk vestigen. Spr. meent, dat een voorzichtige leêning- politiek geboden is, maar hij komt op tegen de wijze, waarop in de circulaire do lee- ningpolitiek der gemeenten wordt behan deld, temeer waar juist het Rijk in vele gevallen de gemeenten tot die leening- politiek heeft gedreven. Natuurlijk zgn er gemeentebesturen ge weest, die fouten hebben gemaakt, maai dan doet zich toch de vraag voor of Ged. Staten op die gemeenten dan niet voldoende toezicht hebben gehouden. Spr. merkt op, dat de Minister in z\jn Memorie van Antwoord de circulaire heeft, verzwakt, maar spr. vraagt-, op de Miuister daarvan ook kennis heeft gegeven aan de colleges van Ged. Staten. Dat deze circulaire is uitgegaan, heeft Bpr. betreurd. Circulaires kunnen in deze niet baten; dit kan alleen geschieden door een betere financieele verhouding tusschen Rijk en gemeenten. De heer BAKKER (C. H.) bespreekt even eens dé circulaire. Spr. meent, dat het den minister is mogen gelukken bij zijn ant woord een anderen indruk te vesligen dan aanvankelijk het geval was. Bij hel verschij nen def Circulaire is bijna geheel Neder land opgeschrikt. Spr. echter wil de cir culaire geenszins afkeuren, want door die circulaire zijn verschillende gemeentebestu ren, wier beleid niet goed was, daarop ge wezen. De heer Bakker kan zich dan ook niet vereenigen met de woorden van afkeu ring van de vorige sprekers, doch naar zijn meening hadden Ged. Staten deze circulaire iiiet noodig. Naar sprekers meening is de circülaife, voot zoöver zij dient als waarschuwing vouf de gemeentebesturen, eefiige jareft te laat verschenen. Spr. hoopt, dat spoedig een gewijzigde financieele verhouding tusScheft Rijk eli gemeenten lot stand zal kotnen. Voorts zegt spf., dat hij het zal betreuren, Wanneer de overweging van de Regèering, op zulke wijze ware te bevorderen, dat in alle gemeenten op de verjaardagen van de lèdên van hel Koninklijk Huis, althans van het Raadhuis worde gevlagd, zou leiden tot eenigen dwangmaatregel, omdat daarmede verloren zou gaan het mooie, dat gelegen ia in het vlaggen Uit liefde voor hét Ko ninklijk Huis. Ten slotte merkt spr. op, dat, wanneer men de eenden in on9 land Wil houden, het ernstige overweging zal verdienen om de eendenjacht met een maand te verlaten. Mevr. BAKKER—NORT (V. D.) dringt aan op herziening van de Krankzinnigen wet van 1884. De artikelen van die wet geven voldoen den waarborg voor de maatschappij tegen krankzinnigen, maar, vraagt spr., geven die artikelen ook voldoende waarborg, dat iemand niet onnoodig in een krankzinnigen- gestichl wordt opgesloten? Naar spreeksters meening moét deze vraag ontkennend be antwoord worden. Spr. verwijst voorts naar de brochure van dr. Schuürmans Stekhoven. Öok voor den opgeslotene zelf behóórt gelegenheid te bestaan óm öp te komen legen zijn opslui ting en daarom wenscht spr. Opneming van een aflikel in de krankzinnigenwet analoog aan art. 513 B. W. Verder wenscht spr. voorkoming van op sluiting, wanneer een spoedige genezing zich laat aanzien. Deze parlieele wijzigingen kunnen naar spreeksters oordeel zonder bezwaar worden ingevoerd. Mej. GROENEWEG (S. D.), bespreekt de quaestie van den toestand rondom Rotter dam. Met de uitbreiding der stad groeit de behoefte aan ontspanningsoorden, aan stuk ken ongerepte natuur, en in dit verband wijst spr. op de Bergsche plassen voor de verpoozing door gezonde watersport. Daar om komt spr. op tegen verontreiniging van deze plassen door Hilligersberg. Spr. wijst voorts op het geval van typhus, dat zich in Overschie heeft voorgedaan en waarbij de patiënten door de gemeente RoL terdam zijn vervoerd. Daardoor is gelukkig een gToot gevaar voorkomen. Wanneer nu Rotterdam is het centrum van hulpverleening voof de omliggende ge meenten, dan is het ook noodig, dat Rotter dam tot maatregelen kan verplichten waar door dergelijke gevaren worden voorkomen. Er dient verandering te komen in d© grensregeling van Rotterdam. Samenwer king van een stad als Rotterdam, met meer dan een half millioen inwoners, met de haar omringende kleine gemeenten, acht spr. niet mogelijk. Voor Rotterdam dat geheel is ingebouwd, is annexatie noodig en er is geen sprake van, dat door an nexatie het landelijk karakter der omlig gende gemeenten zal verloren gaan. Spr. vraagt, of de minister bereid is zich nog eens op de hoogte te 6tellen van den toe stand, welko dringend voorziening be hoeft. De heer DUYMAER VAN TWIST (A.-R.) wijst op de hooge scheepvaartrechten in sommige gemeenten geheven, terwijl art. 254 Gemeentewet slechts een matige winst" daarop veroorlooft, Het verheugt spr. dat de Minister bij cirouiaife de ge meentebesturen heeft gewezen op den zwa/- ren druk door vele havem, kade- en brug gelden op de binnenscheepvaart gelegd.Met de erkenning van de gegrondheid van dien klacht der schippers van Regceringswege zijn wij op den goeden weg. Oók verheugt het spr. dat de Minister Wenscht dat de gemeenten hun scheepvaartwetten niet vaststellen dan na overleg met andere be langhebbende geméenten. Bpr. zou echter ook hot overleg met de organen vdft be langhebbenden verplichtend willen ètellen. Vervolgens wijdt spr. oen Woord aaü de burgemeestersbenoeming te Vollenhove. Wat Bpr. daaromtrent in de afdeelingon gezegd heeft, is niet juist in het Voor- loopig Verslag weergegeven. Sprekers klacht is dat bij de voorziening in de bitr- gemeestersvacatilre niét voor Stad- en Ambt-Voilenhove twee afzonderlijke bur gemeesters zijn aangesteld. Scheiding blijft spr. noodzakelijk achten. Dat deze niet plaats vond blijft hij betreuren. De Opvoering det Potemkin-film acht spr. zeer verkeerd. Die film is van AZ een ver heerlijking van en propaganda van verzet tegen het wettig gezag De heer VAN GUN (V.-B.) bespreekt dé circulaire van den minister. Spr. is het niet Oeiia met hetgeen iïi die circulaire wordt gezegd ten aanzien van hét aangaan van geldleeningen. Wat betreft de loonen van het gemeen- tepersoneei, merkt spr. op dat de loonen van het geschoolde personeel in Amster dam 30 pCt. en van het ongeschooido per soneel 20 pCt. hoogér zijn dan die in par ticuliere bedrijven. Ëeti dergelijke verhou ding vindt mëii eVeüeéns in andere ste den, al is daar het verschil dan iets min der. Wanneer men van dé geschoolden het surplus bracht op ongeveer 10 pCt. en vaü de ongeschoolden op 15 pCt., dan zóu daar door in Amsterdam reeds f 1.250.000 zijn gewonnen. Thans wordt de voorsprong van het gemeéntepersoüeel feitelijk ge dragen door het pei-soiieel ln particulieren dienst. De minister had dus alleszins kunnen volhouden zijn passage in dé circulaire over de te hóogé gemeenfceloönell. De heer LANGMAN (C.-H.) bespreekt allerëerst dén tóèstahd rondom Rotterdam. Spr. verwijst naar hetgeeb hiérover door mej. Groenewèg is geZegd en spr. is van meening, dat geèn annexatie moet plaats hebben, doch dat de gemeente Rotterdam moet samenwerken met de omliggende ge meenten. Voorts komt spr. op de kwestie van den toren té Bóxtêl, welke toren doör de ge meente Bóxtèl aan het R.-K. kerkbestuur van de parochie St. Petrus is overgedra gen. Door dié overdracht hebben niet- Kooraschen hét récht op het luiden der klok verloren. Spr. vraagt of in de overdracht niet de verplichting had moeten staan, dat de klok ook voor niet-Roomscheü zou moeten luiden. Is zulk èen wijziging van de overdracht niet alsnog mógelijk 1 Spr. is van meening dat het hier een algemeen belang betreft. De heer BEÜMËR (A.-R.) spreekt over het vernietigingsrecht van de Kroon en verwijst hierbij naar het K. B. inzake het ontslag van den hoofdopzichter bij de ge- meent»*reiniging te Hilversum. De minister erkent de Bouvereiniteit van den raad, al moeten plaatselijke overwe gingen soms wijken voof algemeene begin selen van rechtszekerheid. Dergelijke over wegingen acht spr. hier echter geensziné aanwezig. Wat voorts betreft de Potemkin-film, staat spr. aan den kant van hed, die hulde hebben gebracht aan de burgemeesters, die het hebben durven bestaan de opvoering te verbieden. Spr. betreurt, dat deze film in som mige gemeenten mag vertoond worden en 8j3r. betreurt voorts, dat de minister geen maatregelen heeft genomen, óm dergelijke films uit het buitenland te verbieden. Deze film is eên stuk verruwend werk eb spr. is er van overtuigd, dat hij in zijn strijd tegén deze film steün zal vinden bil den heer Schapet, die zijn bekehJe vragen hééft gestéld over de réclamé bij hét Haag- sche station. De heer Schaper is dus ook tegen verruwing. Spr. hoopt, dat de minister aanleiding zal vinden in te grijpen niet alleen tegen deze film, maar eveneens tegen andere, die naar spr. vernomen heeft, ons nog te wachten zijn. De heer ZANDT (Staatk. Ger.) komt op tegen de/behandeling van vrouwen, die vervolgd werden omdat zij niet hadden ge stemd bij de verkiezingen. Spr. noemt de zen stemplicht een afschuwelijken dwang, welke verbroedering en liefde onder ons volk tegenhoudt. Spr. wijst voort* op het toonemend ge vaar, dat er schuilt in tooneel en bios coop. Spr. verzoekt deft minister eveneens maatregelen om ons te beschermen tegen de gevaren van de bioscoop. De heef SCHAPER (S.-D.) mêfkl op, dal de reclame, waartegen zijn vragen zijn ge richt, is geplaatst op èen plaats, waar iedereen met den trein langs komt, tenVijl de film, waartegen de heer Beumer opkomt, wórdt vertoond in de bioscoop, waartoe men slechts tegen betaling toegang heeft en welke meh niet behoeft te bezoeken, wan neer men dat niet wenscht. Spr. vraagt waar het naaf toe zal moe ten gaan met èen dergelijke censüur al9 de heer Beümer wil. In dit verband verwijst spr. naar eenige psalmen, waarin gezegd wordt, dat men de kinderen def vijanden moet nemen, en die tegen de rotsen moet te pletter slaan. Is dat nic-t even gruwelijk, even bloederig? Voorts wenscht spr. een betere verple ging van de krankzinnigen. Men moet daar bij niet te zuinig zijn. Ook vraagt spr. of er in de gestichten wel voldoende gedaan wordt om de menschen af te leidén. Daarna komt spr. op de quaestie van de trekhonden. Spr. juicht hét toe, dat de mi nister niet wil wetén Van een vérbod óm den hond als trekdier te gebruiken, omdat bij een verbod aan duizenden armen het middel Wordt ontnomen om Zich een be staanszekerheid tê verschaffen. Wanneer de Trekhondenwet niet goed werkt, moeten de bepalingen verscherpt worden. Wat aangaat de quaestie van het vlaggen op verjaardagen van leden van het Kon. Huis, zegt spf. eenigon dwang in die rich ting zeer verkeerd le achten. Het komt spr. Voor, dat de populariteit van het Kon. Huis niet Zal Wórden vêflioögd wannéér ef zoo'n enkele keer een vlag van den toren zal waaien. Spr. is van meening. dat de vlag van den toren de liefde van allen moet uit drukken. Daarom moét men óók de mee ning van anderen eerbiedigen en de ge meentebesturen vrij laten om al dan niet te vlaggen. Deze zaak moet nuchter worden bekeken en dergelijke quaesties moeten niet worden opgeblazen. De heer BRAAT (Plaltelaiidersbond) brengt hulde aan den minister voor zijn gezonden circulaire. Naar a&ftleiding van verschiUeft- de cijfers is spr. Van oordeel, dat ver^be- ring in dè geméenlefinancien dringend ge- wenscht is. De minister raadt aan geen leeningen te sluiten met hoog rentetype en het coftverteeren van leeningen le bevorde ren. Daarbij is toch de minister zeer zeker in de goede lijn. Voorts wil spr. ook verlaging van de loonen van het gemeentepersoneel, en hij acht het niet gewenscht, dat de gemeenten daarbij, zooals wel geschiedt, worden tegen gewerkt door Ged. Staten. Spr. wenscht verder de gemeenten haaf burgemeester zelf te laten kiezen. Met hétgeên de heer Schaper heeft gezegd over de trekhonden kan spr. zich geheel ver eenigen. De heer DROOGLEEVER FORTUYN (V.- B.) juicht in het algemeen de gedachtengang, welke ten grondslag lag aan de circulaire, toe, doch zou het béter hebben gevonden wanneer daarin niet was opgenomen het gedeelte over de leeningen. De Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw, mr. KAN, zegt, dat de vraag of dwangmaatregelen zullen worden geno men inzake de vlagkwestie. nog in overwe ging is, maar dat spr. in verband met het te berde gebrachte, nader zal overwegen om van dergelijke maatregelen 'af te zien. Inzake herziening van de Krankzinnigen wet zal spr. overleg plegen met zijn ambt genoot van Justitie. Wat betreft de quaestie van Roller- dam. zegt spr. daar voldoende bekend te zijn. Het rapport van den dienst der Volks gezondheid is thans Ook ontvangen en daar uit blijkt, dat de toestand nu niet van zoo ernstigen aard is. Ten aanzien van de Potemkin-film zegt spr. dat hij aan den burgemeester van Am sterdam een telegram had gezonden, om bijzondere aandacht te wijden aan die film. De burgemeester antwoordde, dat hij dit reed9 had gedaan en dat hij de film geens zins gevaarlijk vond, omdat allés er Veel te dik boven op lag. Dat Oordeel werd gedeeld door de burgemeesters van Rotterdam en Den Haag. Wat aangaat de toren te Boxtel, is bij de overdracht geen bepaling gemaakt over het luiden der klok. Er bestaat geen aanleiding daarop terug te komen. Den hêef Beumer merkt spr. öp, dat spr. geenszins het K. B inzake den ambtenaar te Hilversum betreurt, omdat spr. den in druk heeft, dat de man niet behandeld Was, zöóals moest geschieden. Voor vervulling van den wensch van den heer Braat inzake de benoeming van bur gemeesters, zou Grondwetswijziging noo dig zijn. Daarhl komt spr. aan de circulaire. Bij sprekers optreden als minister waren er niet minder dan 43 aanvragen van gemeente besturen om steun. Naar aanleiding van dezen toestand is besloten, dat spr. nog eens een circulaire aan Ged. Staten over deze quaestie eou zenden, om na te gaan. wat zou kunnen worden gedaan om te voorkom men, dat gemeenten in moeilijkheden zou den komen. De circulaire moest algemeen wordpn opgezet, omdat men van te voren natuurlijk niet kan aanwijzen, welke ge meenten in moeilijke omstandigheden zou den kunnen komen te verkeeren. De circu laire ié èenvöudig eén overleg geweest tus schen regèering én Ged. Staten. Wat betreft hèt Opgeworpen bezwaar in zake de leeningen, zegt spr. dat herhaalde lijk geleend werd tot dekking van gewosj uitgaven, dat kasgeldleeningen werden af gegaan zonder goedkeuring van Ged. States en dat door vele gemeenten renten niet eet] werden betaald. Spf, herinnert voorts aan een passage n\ de Memorie van Toelichting van de wet vat 1621 waarbij de uitkeering aan de gem&y ten werd verhoogd en waarin de mogelijk heid naar voren is gebracht om de autoDo- mie van de gemeenten inzake geldleenin^.: aan te tasten. De Staatscommissie voor de financieel verhouding tusschen Rijk en Gemeenten i« druk aan het werk en zij zal zoo spoedig mogelijk rapport uitbrengen. Ten slótte zegt spr. dat dé circulaire tilel zoo eng moet worden opgevat als door vete leden is gedaan en dal zij alleen de bedo». ling heeft moeilijkheden voof gemeenten te voorkomen. Wanneer men de circulairi opvat naar letter en geest, zal zij ongetwij feld medewerken tót een richfige ontwikke» Uftg van de gemeentelijke financiën. De algemeene beschouwingen over dezt afdeeling worden gesloten. De VOORZITTER verdaagt te 12.10 dl vergadering lot Woensdag 1 uur. RECLAME. f i'h pet ilesch. DE BESTE VOOR DEZEN PRIJS. Te Leiden verkrijgbaar bij de firma's: COSTER, Sleenslraal 8, lel. 1361, FISCHEfl Co., Steenachuur 10, iel. 156, DE GRAAF, I.age Rijndijk 4, tel. 356; HOOGENSTRAA- TEN, Lange Mare 39, lel. 348; KAGENAAR, Heerensiraat 5 c, tel, 145-, KORENHOFF, Breeslraat 15, tel. 1999; PHILIPSEN, i'.orl- Rapenburg 4, tel. 2014. 3853 ERNSTIGE AANVARING. Schip gezonken. Maandagavond kwamen ter hoogle vaa den Nesserdijk bij de fabriek van Radema kers op de Maas te Rotterdam het 131 ton metende klipperschip „Dank4 baarheid"^ schipper G. van der Hoeven uit Grevelduincapelle dat met steenen gela den was en het motorschip „Stad Rotlef dam" van v. d. Schuyt met eikaar in aan varing doordat de „Stad Rotterdam" bei de schepen voeren stroomafwaarts op een ontijdig oogenblik, wilde passeeren. De „Dankbaarheid" werd even voor de maul aangevaren en kreeg een gat van ongeveer een halven meter op de waterlijn. Het schip zwaaide om, maakte onmiddellijk veel wa ter en zonk tegen de onderberm van een ver in dé rivier uitstekende krib. Persoon lijke ongelukken haddén niet plaats. De schade is groot, DE POGING TOT MOORD TE ROTTERDAl Omtrent den aanslag door een 36-jarige werkster in een huis in de Zwijnenstraat ie Rotterdam met een dolkmes gepleegd op den 2i-jarigen Rosheuvel meldt men de volgends bijzonderheden. R. die een kleurling is, zee varend en uit Suriname afkomstig, was pas sedert eenige weken weer in de stad. Hi] verdacht de vrouw er van tijdens zijn af wezigheid in connectie te hebben geslaafl met eeD neger. Beiden hadden al vele maiefl getwist. Toen de vrouw den aanslag pleegdf was zij min of meer beschonken. Zij heelt thans een volledige bekentenis afgelegd eO zal worden vervolgd wegens zware mishan deling. De toestand van Rosheuvel, die ifl het ziekenhuis aan den Coolsingel verpleeg! wordt ,is hoewel men hoopt hem in b'i leVen te kunnen houden, niettemin zeef ernstig. Hij moet kunstmatig gevoed wor den. G AS VERSTIKKIN G. Op de eerste étage van perceel Heerenwej 354 le Heemstede, is de wed. R, Gomperts, geb. Prins, die daar met haar moeder woont door gasverstikking om het leven gekomen. De dienstbode, die was uit geweest, kwaf des avonds 11 uur thuis en vond haar roe- vrouw dood in de badkamer, alwaar, doof een tot nu onopgehelderd ongeluk, de gas kraan openstond. BINNENGESLEEPT. Te IJmuiden is binnengesleept de stoom trawler Union IJM. 67 van de N.V. Natio nale Stoomvisscherij Maatschappij. Genoemde trawler had op ongeveer 1-- mijl van de haven van IJmuiden de schrtf- verloren. De noodseinen, die het vaariiu' had geheséhen waren bet eerst waargeno men door een Franséh stoomschip. De Ia- viernö IJM. 158, dié inmiddels ook de Uniea had opgemerkt, heeft den trawler daarop sleeptouw genomen en binnengebracht. LIJK OPGEHAALD. Toen gistermiddag omstreeks halfvijf e*3 motorboot door den Singel te Utfecht v;r' bleef ter hoogte van de kolk der electrised centrale de sohroef plotseling stilstaan. $1 een nader onderzoek bleek, dat deze ver ward was geraakt in het lijk van een mans persoon, dat daar onder water droef en d-' men naar deil wal bracht. Hoewel nóg gfe0 afdoende identificatie heeft kuftnen p'a5lj vinden, mag men, volgens het „U. D." eenige zekerheid aannemen, dat dit Ï3 nf' stoffelijk overschot van een vermisten s'u* dent Joseph America, wiens opsporing dageil was verzocht. Zeker is men hi0tfa8 echter nog niet. INBRAAK IN EEN JUWELIERSZAAK- Gisternacht heeft eén Zwerver met l'"ü in een stuk papier gewikk ien steen ruit ingeslagen van den juweherswiri van J. Hoeting, aan het Koningsplein Amsterdam. Hij heeft een greep in dp ul'' stalling gedaan, die hem een viertal rin?-J opbracht, én is Vervolgens doorgei00^ naar de Kalverstraat, waar hij helze''u' 2-3

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1926 | | pagina 6