Purol bij Ruwe en Schrale Huid RWATTA^ JAV^VREEP DE WILDE HERTOGIN. No. 20446 LEIDSCH DAGLAD, Maandag 8 November Tweede Blad Anno 1926. BINNENLAND. Beter dan Goed: DE BESTE Vraagt KWATTA-SPECULAAS GEMENGD NIEUWS. FEUILLETON. BEGROOTING POSTERIJEN TELEGRAFIE EN TELEFONIE 1927. Aan het Voorloopig Verslag over hel (wetsontwerp tot regeling van de inkomsten I en oitgaven van de Posterijen, de Telegrafie I e;j Telefonie over 1927 ontleenen wij het I volgende: Bedrijfsleiding. Verscheidene leden vroegen of onder de Ireorganisatie van dit Staatsbedrijf, ook be- I grepen zal z-ijn de opperste leiding van I het bedrijf, hetzij door één directeur-gene- I raai, hetzij door een raad van bestuur. Bedrijfsnitkomsten; tarieven; ex ploitatie van het bedrijf. Vele leden spraken de hoop uit, dat de ImiDister in de gunstige bedrjjfsinkomsten aanleiding zou vinden om door te gaan met een verlaging van de tarieven, met name die voor brieven en drukwerken. Waar een verdere tariefsverlaging in de [Memorie van Toelichting mede afhankelijk wordt gesteld van de bedrrjfsuitkomsben, 'wees men er op, dat het niet uitgesloten is, dat de bedrijf si nkomsten thans in on gunstiger zin worden beïnvloed door het tiet ten volle erlangen van betaling voor alle door het bedrijf bewezen diensten. In lil verband had de lagere raming van den „verzending van dienststukken" de lacht getrokken, aangezien men meende weten, dat het voorkomt, dat voor groote itallen op ongeregelde tijdstippen ver- inden dienststukken (aanmaningen inzake [ie belasting, oproepingen voor verkiezingen, d.) geen port wordt betaald, doordat stukken ter post worden bezorgd bui len de- tijdvakken der telling. Hiermede ware [rekening te houden bij het zoeken naar ten nauwkeuriger wijze van vaststelling van hc' aantal dienststukken. Volgens eenige leden Is een raming van 1700.000 voor portvergoeding door de Rijks postspaarbank niet te hoog; de raming be draagt echter slechts f360.000. Men wenschte o. m. te vernemen of de kosten, verbonden aan het vervoer van stokken per luchtpost, gedekt worden door de ontvangsten. De gunstige geldelijke uitkomsten van iet bedrijf maken het ook, naar de mee ting van sommige leden, niet langer nood zakelijk, dat in al te straffen vorm op exploitatie bezuinigd wordt. Met name verzending van dagbladen gaat niet altijd tven vlug. Men moet de avondbladen al ioo vroegtijdig ter post bezorgen, dat er weinig of geen nieuws van denzelfden dag kan worden opgenomen. Gevraagd1 werd, hoe het thans staat met wijziging van de internationale voor schriften in zake de telegramcodes. Er werd op gewezen, dat het plaatsen nn postbussen op de tramwagens van een Weetal tramlijnen te Amsterdam uitstekend •oldoet. Men wenschte te weten, waarom ét stelsel ook niet op andere tramlijnen i Amsterdam en op de tramlijnen elders vordt toegepast, en drong er op aan, dat Kt zou geschieden. Personeel. Vele leden merkten op, dat de personeel- n in de laatste jaren erg in het gedrang zjjn gekomen. Men drong aan op tea categorische uitspraak van den Minister, wat hij met het rapporfr-Nolting zal doen. Verscheidene leden waren van oordeel, het, te meer nu de bedrjjfsuitkomsten dit toelaten, dringend noodig is verbetering brengen in de aalarisregeling van het personeel, met name van het lagere. Zjj zouden ook gaarne zien, dat de gemiddelde arbeidstijd voor het lagere personeel van 8i/2 op 8 uur per dag werd teruggebracht. Andere leden waren van oordeel, dat de Minister met betrekking tot de arbeids voorwaarden van het personeel niet al te oeschietelijk dient te zjjn. In de gunstige geldelijke uitkomsten van een Staatsbedrijf san nooit een reden zijn gelegen om het personeel er van te bedenken met gunstiger arbeidsvoorwaarden, dan voor de overige ambtenaren in Staatsdienst gelden. Verschillende belangen van groepen hoo- ger en lager personeel werden nog ter sprake gebracht. Postchèque- en girodienst. Met voldoening werd vastgesteld, dat de post-chèque- en girodienst zich in 1925 nagenoeg geheel van de ondervonden moei lijkheden heeft hersteld. Men vroeg het oerdeel van den Minister over een weder invoering van de rentevergoeding. Andere Vden verklaarden zich in beginsel daar tegen. Zij achten het niet wenschelijk, dat do aangeslotenen worden verlokt tot het aanhouden van een gTOoter tegoed bij den post-chèque- en girodienst dan zij met het oog op waarschijnlijk eerlang te verrichten betalingen noodig zqn. Eenige leden wezen er op, dat een rege ling tot stand is gekomen, waarbij de postr chèque- en girodienst een rekening heeft gekregen bjj de Nederlandsche Bank. Zij vroegen welke waarborgen bestaan, dat nu niet het beschikbare saldo van den post- chèque- en girodienst naar buiten wegvloeit STAATSCOMMISSIES. Blijkens den staat van werkzaamheden der Staatscommissies, welke slaat als bij lage gevoegd is bij de Memorie van Ant woord nopens hoofdstuk I (Algemeene Be schouwingen) der Staatsbegrooling voor 1927. heeft de Commissie, welke tot op dracht heeft te overwegen hoe in het belang eener goede rechlsbedeeling ware te gerr- ken tot wijziging of aanvulling van de Ne derlandsche burgerlijke wetgeving, bij den Minister van Justitie ingezonden een ont werp van wet met memorie van toelichting tot regeling van de rechtspositie van han delsreizigers en handelsagenten en een ont- werp-huwelijksrecht; de memorie van toe lichting op dit laatste ontwerp zal binnen kort volgen. De Staatscommissie tot het instellen van een onderzoek tot bevestiging der overtui ging omtrent de noodzakelijkheid van de geldelijke en persoonlijke lasten, voor de verdediging des lands op het volk gelegd, heeft haar onderzoek naar den „Pharma- ceutischen dienst bij het leger" beëindigd, de bedoeling is van de bevindingen der com missie t. z. t. een verslag aan de Koningin aan te bieden. Bg de Staatscommissie, ingesteld ten einde de Regeering van advies te dienen omtrent de wettelijke regelen, welke ten aanzien van het Waterstaatsbestuur behoo- ren te worden gesteld, is in onderzoek een verziening van de Wrakken wet (wet van 23 Juli 1885, Stbld. no. 131) en in aan sluiting daarvan een aanvulling van de Waterstaatswet 1920. Voorts heeft de com missie in Juni 1926 ingezonden een nader ontwerp van wet, strekkende tot herziening van eenige wetten betreffende den water staat, met daarbij behoorende memorie van toelichting. In druk is het eindverslag van de Staats commissie ingesteld om te onderzoeken in hoeverre als gevolg van de afsluiting der Zuiderzee, ingevolge de wet van 14 Juni 1918, te verwachten is, dat tijdens storm hoogere waterstanden en een grootere golfoploop, dan thans het geval is, zullen voorkomen vóór de kust van Noord-Hol land, Friesland en Groningen, alsmede vóór de daarvoor gelegen Noordzeeeilaoden. HET HUWELIJK VAN PRINSES ASTRID. Het Zweedsche oorlogsschip „Fyglia" is gistermorgen met Prinses Astrid aan boord, begeleid door Hollandsche torpedojagers in de haven te V'lissingen aangekomen. Tegen 12 uur kwamen de koning en de koningin van Zweden met den trein aan om aan boord van de ..Fyglia" hun intrek te nemen. De vorstelijke personen werden met saluutschoten begroet. Om kwart over twaalf vertrok het Zweed sche oorlogsschip met de Zweedsche ko ninklijke familie aan boord, gesleept door een sleepboot en geëscorteerd door Neder landsche torpedobooten naar de reede om naar Antwerpen op te stoomen. De belangstelling was buitengewoon groot. OVERHEIDSPERSONEEL. Congres van het A. C. O. P. Onder voorzittereschap van den heer N. van Hinte uit Amsterdam is te Utrecht een beraadslagend congres gehouden van het comité ter behartiging van de alge meene belangen van overheidspersoneel. Onder de talrijke afgevaardigden waren de heeren Stenhuis en v d. Wallc, voor het N.V.V.; Ter La.an en Van Zadelhoff, voor de soc.-dem. Tweede Kamerfractie; Ossendorp, voor de soc.-dem. Eerste Ka merfractie; Moltmaker en Van Delft, na mens de Spoorwegvereeniging. Vertegen woordigd waren 35000 leden. Met algemeene stemmen werd de vol gende motie aangenomen ,,Het congres, vaststellende, dat reeds van 10 Januari 1920 af een wetsontwerp tot regeling van den rechtstoestand van ambtenaren ter behandeling bi] de Tweede Kamer gereed ligt. dringt er met kracht bij de regeering en Staten-Gcneraal op aan, eindelijk den ambtenaren, in dienst van de overheid, een volledig geregelde rechtspositie te verschaffen, door bi] de Tweede Kamer het aanvankelijk ingedien de wetsontwerp te doen behandelen, en gaat over tot de orde van den dag." Verder werd in behandeling gebracht volgende resolutie* „Het congres, gehoord de inleiders, over. wegende dat de positie van zoo goed als alle lagere en vele middelbare ambtena ren, van de rijkspolitie, van de maand- j en weeklooners en van de rijkswerklieden 1 een herziening van de geldende salarisre gelingen dringend gewenscht doet zijn dat de thans geldende salarisregelingen I immers aan het rijkspersoneel zijn opge- legd, zonder dat daarvoor door de toen malige regeermg behoorlijk overleg met de organisaties is gepleegd, terwijl de jongste daarin aangebrachte wijzigingen in hoofdzaak aan de hoogere en enkele mid delbare ambtenaren zijn ten goede geko men dat de regeling van de salarissen dei onderwijzers in 1920 tot stand kwam met absolute negeering van het advies der cen trale commissie voor georganiseerd over leg en daardoor geen bevrediging heeft kunnen brengene, noch zal brengen, zoo lang niet met dit advies voldoende is re kening gehouden constateerende, dat de tot stand geko- men wijziging in de classificatie van de meenten eiken wetenschappelijken grond- I slag mist; komt er tegen op, dat de regeering zich onwillig betoont aan de billijke wenschen van het personeel tegemoet te komen, I waarmee de ambtenaren-vijandige politiek j van de vorige regeering bestendigd wordt; 1 wijst er op, dat het rijkspersoneel en de onderwijzers de dupe zijn geworden van een politiek, welke er op gericht was, den toestand van 's lands financiën zoo ongun stig mogelijk voor tc stellen, terwijl in werkelijkheid de middelen gedurende de laatste jaren ruim zijn blijven vloeien en alle ramingen hebben overtroffen richt zich daarom tot de Staten-Gene- raal met het dringend verzoek, aan de nooden van het rijkspersoneel en onderwij zers tegemoet te doen kernen en gaat over tot de orde van den dag." Deze resolutie werd na eenige bespre king met algemeene stemmen aangenomen. Daarna is het congres gesloten. MEUWSENFONDE. In het bureau van den Nederlandschen Middenstandsbond heeft onder leiding van den heer Ed. G. Sehiirmann uit Rotterdam de jaarlijksche ledenvergadering plaats ge. had van het Meuwsenfonds, vereenigmg tot behartiging van middenstandsbelangen en waarin door den secretaris-penning meester, den heer A Ingenool Jr. verslag werd uitgebracht over het 8ste boekjaA». Uit dit verslag blijkt, dat de vereenj-rng in het afgeloopen jaar is vooruitgegaan met 159 leden en thans telt 484 contri buanten. De contributiën bedroegen f 1773.30; de ontvangen giften f 478.76; de gekweekte rente f 725 12. De inkomsten bedroegen hierdoor f 2977 18. RECLAME. 3466 Aan deD Nederl Middenstandsbond werd een subsidie verleend van f 3000 en aan de Eerste Ambachtsschool te 's-Gravenhage voor haar cursus tot doelmatige opleiding van auto- en motor-rijwiel-reparateurs f 100. Mede door deze subsidie-verlee -»n- gen is het kap-taal van het fonds achter uitgegaan met f 1166 19 en bedroeg op het einde van het boekjaar f 18.022.34. De rekeniDg, die in ontvangsten en uit gaven sluit met een bedrag van f 7828.95, werd door de vergadering ongewijzigd aan genomen. Aan de beurt van aftreden als leden van het college van commissarissen waren de heeren A. Ingenool Jr., 's-Gravenhage, G. Jager Gzn., Arnhem en L. J. G. van der Maesen, Amsterdam, die allen herkozen werden, terwijl in de commissie bedoeld bij art. 16 der statuten van dit jaar wer den aangewezen de heeren J. K W. F. van Bommel, '6-Graveribage, J. N. J. de Booy, 's-Gravenhage en E. de Korver, Rot terdam. Aan den Raad van Beheer werd ver zocht om te trachten in den aanvang van 1927 in zooveel mogelijk plaatsen van Ne derland op een en deuzelfden datum een Meuwsenfondsavond te organiseeren, met de bedoeling om dan op een andere wijze gelden voor het fonds iü te zamelen. Ten slotte bracht de voorzitter een woord van hulde aan der» heer A. Ingenool Jr., die thans weder herkozen is, en die nu ge durende de acht jaren van het bestaan van het fonds de functie van secretaris- penningmeester op buitengewoon ijverige wijze heeft waargenomen. PENSIOENWET SP00RW-AMBTENAREN. Door een der leden van den Prot. Chr. Bond van Spoor- en Tramwegpersoneel werd bij den Centralen Raad van Beroep te Utrecht een bezwaarschrift ingediend tegen de beslissing van de Directie der Ned. Spoor wegen inzake het niet medetellen van toela gen voor den pensioen-grondslag. Als woord voerder trad hierbij op het H.B.-lid van ge noemden Bond, de heer P. Z L. de Groot. Uitspraak doende besliste de Centrale Raad van Beroep ten gunste van betrokkene en werd diens pensioengrondslag met ingang van 1 Januari 1926 vastgesteld op zijn be zoldiging verhoogd met het bedrag zijner toe lagen. Eenzelfde uitspraak werd gedaan ten aanzien van soortgelijke gevallen, aanhan gig gemaakt door leden van den Bond van Ambtenaren voor wie op dezelfde zitting ge pleit werd door zijn rechtskundigen adviseur mr. Gompertz. In al deze gevallen betrof het toelage 1 voor vreemde talen, boekhouden, examen stationsdienst en als gewezen adsp.-adjunct commies, welke elk afzonderlijk door den Centr. Raad werden aangemerkt als aan de betrekking van betrokkenen vast verbonden inkomsten in tegenstelling met de «door de Directie aan het betreffende wetsartikel ge geven uitlegging. Om misverstand te voorkomen zij vermeld, dat de uitspraak alleen betrof de bovenge noemde toelagen alsmede de vaststelling van den pensioengrondslag op 1 Januari 1926 ingevolge de op 1 Oct. 1925 in wer king getreden pensioenwet voor de Spoor, wegambtenaren. RECLAME. 3109 JEUGDIGE WINKELDIEVEGGEN AANGEHOUDEN. Te Delft heeft de recherche een viertal meisjes van 11 tot 13 jaar aangehouden die den laatsten tijd in verschillende winkels en op de weekmarkt op geraffineerde wijze diefstal van allerlei goederen pleegden. Het ontvreemde werd ten huize der ouders in beslag genomen. Het geroofde be stond o.m. uit ruim 20 paar kousen, eenige poppen, 4 boodschaptasschen, een hand- taschje, handschoenen, twee kruisbeeldjes, doozen met cacao, onderscheiden tricotgoe deren, een volledig stel likeurglaasjes met lekbakjes, een tafelkleed, eenige ballen en verdere snuisterijen. De ouders dezer kinde ren zullen er wel meer van hooren. BRANDEN. Te Zoetermeer i9 de boerderij met twee hooibergen van W. v. d. Marei tot den grond toe afgebrand. Het vee kon worden gered. Verzekering dekt de schade Te Schiedam is gisteren, vermoedelijk door een lek in den schoorsteen, brand ont staan in de mandenmakerij van de fa. van Ruiven aan de Lange Nieuwstraat. De bo venverdiepingen zijn totaal uitgebrand. Verzekering dekt de schade. Te Drieborg (gemeente Beerta) is de bak kerij en het winkelhuis der familie Barteles geheel afgebrand. Weinig kon gered wor den. Alles was verzekerd Een paard en het rundvee werden gered. Eenige varkens zijn in de vlammen omgekomen. Vrijdagavond verbrandden bij den land bouwer J. Willems, Bilserbaan 44, Maas tricht, door onbekende oorzaak schuur en stallen. Het woonhuis bleef gespaard. Het vee werd gered, doch landbouwmachines, granen, hooi en hout eenige duizenden kilo's verbrandden geheel. Verzekering dekt de schade. EEN JEUGDIG OPLICHTER. Den laatsten tijd had een firma aam de Wijnstraat te Rotterdam alhier argwaan tegen haar 18-jarigen expeditieknecht II. Z. Dikwijls als deze kleine geldsbedragen was gaan innen en hem naderhand om afreke ning werd gevraagd, beweerde hij, het geid al afgedragen te hebben, hoewel niemand zich daar iets van kon herinneren; lalcT werd dan in de kas een tekort ontdekt, in grootte overeenkomende met het bedrag, dat Z. had geïnd. Eenige dagen geleden zou een reiziger van de firma in Den Haag een post innen. De klant beweerde evenwel het geld al per postwissel overgemaakt te hebben. De firma had geen postwissel uit Den Haag ontvangen De verdenking rees tegen Z., die o.m. was belast met het ledigen van den postbox Toen aan het postkantoor een for mulier was aangevraagd, oni een onderzo k naar den wissel te doen instellen, kreeg dp firma geen formulier, hoewel de post zu.k een formulier had toegezonden. Z. werd daarop aangehouden. Aanvankelijk ont kende hij alles. Later viel hij door den mand en gaf hij toe. zich èn den postwissel èn het formulier toegeëigend te hebben. Het laatste had hij gedaan, om ontdekking te voorkomen. Den postwissel had hij van een valsche handteekening voorzien en geïnd. Ook heeft hij al eenige verduisteringen toe gegeven. Hij' is opgesloten. OP STRAAT DOODGESCHOTEN. Zaterdagmiddag tusschen half vijf rn kwart voor vijf is in de Asferstradt te Rot terdam op den openbaren weg een moord gepleegd. Op dat tijdstip, kwam de 22-jarige K. Reingoud, een ongehuwde havenarbeider, gewoond hebbende in de Asterstraat no. 73, van zijn werk. Ongeveer vóór pand 43 werd hij aangesproken door een man. Een juf frouw, die 't tweetal passeerde, ving een brok uit het gesprek op. Zij hoorde, dat de beide mannen ruzie hadden en dat het gesprek Uit het Duitsch door ERNST KLEIN Geautoriseerde vertaling van L. DITH MARINE (Nadruk verboden.) 37) Wat ben ik een ellendige ezel, dat mij Jat niet reeds veel eerder is ingevallen 1 Ik Jad mijn licht bij hem zelf kunnen opste Je°l Sir Arthur ik geloof, dat ik een Jraad in handen krijg. De conferenties van has Valdas met den Franschman in het Ritz hotel! Las Valdas in Burnham Tower! Un overhaaste terugkeer naar Londen I - verwonding aan zijn knie was natuur- Uk maar een voorwendsel! Gloria Sains- UrY volgt hemt Komt met een revolver in e hand bij hem Een ongelukkig fatum rengt den braven Neville op het ongun- 'S8te moment in Londen! Het schot wie hem gedood? Dat weet ik op het schelen k n*8t' ^an m8 DU D°S m€' hu°e pans'a2 °P Perkins! Waarom wordt het 13 Burnham door geheimzinnige mannm a 13 Oat heb ik gisteren en van- Lin TS j vastgesteldtSt. Aubain nog telfd Zij zoeken allen naar het- \yalo r Allen! Maar wat zoeken zij? mii moel hertogin van Sainsbury la- v?tgjen" a's haar, dat in het huis van 5 aldas zal vragen! Of anders heengaan3 Z^n en w^e ^als over ^op -daarheen?" riep Sir Arthur. „Naar het Westminster ziekenhuis. En als de kerel, die Perkins, nog niet spreken wil, laat ik hem op de pijnbank leggen. „Ik moet dadelijk den chauffeur Joe Per kins spreken," beet hij den portier van het ziekenhuis toe. Deze staarde verbaasd den opgewonden jongen man aan, dien hij heel goed kende. „Den chauffeur? Maar Sir Walter dien hebt u toch zelf gisteren door twee be ambten laten afhalen 1" „Wat man, ben je krankzinnig!" „Neemt mij niet kwalijk, Sir Walter, gis terenmiddag kwamen hier hier twee man nen. die zich identificeerden als detectiven en verklaarden, in opdracht van u zeker, in opdracht van u, Sir Walter, den chauf feur Perkins naar Scotland Yard te moeten brengen. Daar hij weer eenigszins hersteld was, lieten wij hem gaan." „Dat hebben zij handig gedaan!" Er werd dadelijk een onderzoek naar Joe Perkins ingesteld. Maar Sir Walter gaf hier toe slechts het bevel, om zijn geweten ge rust te stellen, tegenover alle formaliteiten. Aan eenig succes hiervan geloofde hij niet. Joe Perkins was verdwenen. „Die is zeker reeds lang over de grens 1" riep Sir Arthur. „Een mooie iroosl!" bromde zijn neef. XXII. „Heb je voor alles gezorgd?" vroeg Gloria den volgenden middag aan haar zus ter, toen deze thuis kwam. Grace toonde haar inkoopen een elec- trische zaklantaarn een klein, maar sterk breekijzer twee revolvers met munitie Ryce had goed geien. Gloria had besloten het uiterste te w agen. Zij had niettegenstaande haar ongeduld, het bezoek in het huis in Berkeley Square nog een vierentwintig uur moeten uitstellen, daar zij overtuigd was, dat het toch te ge vaarlijk was, dadelijk na haar koorts uit te gaan. Dus, toen het donker begon te worden maakten zij zich gereed voor hun tocht, de eene, bibberend, nauwelijks haar angst meester, de andere, koud, beheerscht. Grace trachtte in het geheel niet Gloria van haar plan af te brengen. Zij begreep slechts, dat de menschen, die haar ,de wilde hertogin" noemden, in het geheel niet wisten, hoe ge lijk zij daarin hadden. Maar toch toch I Misschien gelukte het toch! Misschien zou den zij het dokument vinden, de brie ven Lord Burnham was op zijn club. De zus ters hadden dus vrij spel. Toen het nacht werd verlieten zijn het huis, namen op het Waterlooplein een taxi en lieten zich naar Berkeleyplein rijden. Uit de schaduw van de gebouwen aan den anderen kant van Carlton House Terrace trad een donkere gestalte naar voren die hun nasnelde. Zij zagen den geheimzinnigen achtervolger niet: een oude. nonchalant ge- kleede man, die, zijn pijpje rookend naast de zuil van den hertog von York stond, zag hem wel. In hem was duidelijk een detec tive van Scotland Yard te herkennen Hij sprong in een derde taxi en reed achter de beide anderen aan. Achter Devonshire House liet Gloria r auto sloppen Zij stegen uit en gingen zaam. alsof zij een wandeling ma~ n, langs het hek van den tuin naar het huis toe. Het was een mooie avond, er waren vele sterren en de oude hoornen zagen er nu lang niet zoo somber en onheilspellend uit als op dien regendag, toen Gloria voor h?t eerst dezen weg ging. Maar stil, bijna verla ten was ook heden het plein een doode arm van het reusachtige Londensche ver keer, dat enkele minuten verder door Picca dilly bruiste en brandde. „Heb je er al over nagedacht, hoe je in het huis wilt komen?" vroeg Grace, to-?n zij de straat overstaken. „Neen, dat weet ik niet. Maar binnenko men zullen wijl" „Zij wierp een snellen blik naar rechts en links voor een huis in de verte stonden een paar dienstmeisjes bij elkaar. Anders was er niemand te zien. Snel ging zij de enkele treden op. De voordeur was gesloten. „Laten wij teruggaanI" fluisterde Grace. Zonder een woord te antwoorden, keerde Gloria zich naar den keldertrap. De ruit van de deur was nog net zooals Harald die inge drukt had. Zij stak haar hand in het gat bijna had zij een jubelkreet geuit, van oin- nen stak een sleutel in het slot. Het volgende oogenblik waren zij in het huis. Zij luisterden met ingehouden aden). Grace klemde zich vast aan den arm van haar zuster. Niets bewoog zich. En toch was in deze zwarte, geluidlooze duisternis iets ondefi nieerbaars. iets ruischends van de stille, een een trilling van het niets I üe hand op Gloria's arm hield krampachtig vast. Zij zelve werd zenuwachtig. Van buiten klonken snel vo rbijgaand? schreden. Opgelucht luisterden de beide vrouwen naar het wegsterven van de stap pen Daarop wederom het zwarte zwijgen I „Laten wij toch naar buiten gaan! Naar buiten!" fluisterde Grace. „Wees toch niet zoo ellendig laf!" ant woordde Gloria even zacht, „er is niemand hier! Kom!" Zij deed haar 'amp aan en hield ze hoog boven zich. In den achtergrond zagen zij den trap een klein, nauw, merkbaar iets snelde door den lichtstraal. Grace uitte een half onderdrukten kreet van angst. „Een rat." „Voor een armzalig klein muisje ben ik bang." In haar opwinding moest Gloria lachen. Zij kwamen hierheen om een groot vraag stuk te verrichten en haar zuster was in staat om voor een kleine muis weg te loo- pen! „Kom of blijf hierl Ik ga verder!" Zij sprak hardop om haar zenuwen door den klank van haar eigen stem te versterken. Zij sloopen den trap op. die onder hun voeten zacht kraakten. Toen zij boven wa ren en het licht van de straat naar bin nen zagen vallen, verborg Gloria de lan taarn onder haar mantel en ging vast be sloten op de deur van de werkkamer van Las Valdas toe. Zij legde haar hand op den deurknop. Hield plotseling stil Daar binnen daar was het gebeurdI Daar had zij op een mensch geschoten I Wederom zag zij dien vreeselijken laatsten blik in zijn wijd- opengesperde oogen Een koude rilling voer door haar heen. Voor het eerst sinds zij in dat huis was voelde zij werkelijk angst angst voor haar eigen daad. Een oogenblik stond zij stil haar hart klopte wild het was alsof zij dui zelde Toen beet zij de tanden tezamen. Opende de deur. trad binnen. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1926 | | pagina 5